Onderwerp: The Four Horsemen of the Apocalypse. di mei 02, 2017 9:59 am
the four horsemen
Explanation
Sinds december zitten ik en Swaas al met een idee voor karakters in ons hoofd. Maanden hebben we ze voorbereid en hebben we erover nagedacht. We stonden op het punt om ze aan te maken, toen de regel kwam die immortals verbad. Deze regel kwam dan ook als een klap in ons gezicht aangezien we in de tussentijd, 4 maanden, enorm gehecht waren geraakt aan die toekomstige karakters. Het was voor ons dan ook onmogelijk om ze zomaar in een schuif weg te steken en te vergeten, na al de tijd die we er al in hadden gestoken. Wij hebben dan ook eerst enige tijd gezocht naar een manier om ze toch op POF te verwelkomen maar niets behield hen karakters zoals het zou moeten. Samen hebben we uiteindelijk besloten om hun verleden volledig uit te typen het hier neer te plaatsen. Toen Luke dit idee opving besloot hij om deel te nemen aan ons kleine projectje en Pestilence op zich te nemen.
De posts spelen zich dus of in het verleden en zullen verspreid worden over de verschillende tijdsperiodes van Prehistorie tot Huidige Tijd. Bij elke post zal wel duidelijk aangegeven worden in welk jaartal het zich afspeelt of toch tenminste een schattig van de tijdsperiode (aangezien het zelfs voor de karakters soms wazig wordt).
We hopen natuurlijk dat we jullie spannend/leuk leesvoer kunnen geven waar jullie zich echt bij kunnen inleven. Alvast bedankt om eens langs te komen en hopelijk tot binnenkort bij de komst van een nieuwe post.
xxx
biblical verse
When He broke the third seal, I heard the third living creature saying, "Come." I looked, and behold, a black horse; and he who sat on it had a pair of scales in his hand. And I heard something like a voice in the center of the four living creatures saying, "A quart of wheat for a denarius, and three quarts of barley for a denarius; but do not damage the oil and the wine."
basics
full name: xxx nicknames/aliases: xxx gender: xxx occupation: xxx languages: xxx can read: xxx can write: xxx
Then I saw when the Lamb broke one of the seven seals, and I heard one of the four living creatures saying as with a voice of thunder, “Come." I looked, and behold, a white horse, and he who sat on it had a bow; and a crown was given to him, and he went out to bring sickness and plagues upon the earth.
basics
full name: Zilean nicknames/aliases: pestilence, plague gender: male occupation: zorgen dat War en Death braaf zijn languages: Hebreeuws, Latijns, Grieks, Engels, Frans can read: Latijns, spijkerschrift can write: spijkerscrift
appearance
playby: Jake Chatterton height: 1m86 built: mager, gespierd hair color: donkerbruin eye color: lichtblauw tattoos: beide armen, hand, stukje van zijn borst piercings: 1 oorring scars: best wel veel eigenlijk glasses/contacts: nope distinguishing features: tattoos, baardje best feature: intens blauwe ogen demeanor: zelfzeker
personality
good traits: optimist, hardwerkend, opgewekt bad traits: sassy, snel jaloers, volhardend likes: boogschieten, ratten, donuts, muziek dislikes: dokters, ziekenhuizen, betweters
horseman features
pestilence: als tweede horseman is Pestilence de brenger van besmettelijke ziektes. deze kunnen zich verspreiden door contact met besmet voedsel, of dranken, de inademing van besmette lucht, door vectoren zoals insecten en ongedierte, maar ook direct door contact met besmette personen. de effectiviteit hangt af van verschillende factoren. het kan uitdraaien op een kleine epidemie, maar evenwel een wereldwijde pandemie die miljoenen slachtoffers eist. deze ziektes zijn vaak nieuw en er is dus niet altijd een vaccin of geneesmiddel voor handen. carries: kroon en boog horse name: Plague horse appearance: een grote, sneeuwwitte hengst. zijn spieren zijn duidelijk te zien onder zijn korte vacht, die er onverzorgd uit ziet maar toch glimt in het zonlicht.
war doesn't determine who's right, only who's left
biblical verse
When He broke the second seal, I heard the second living creature saying, “Come." And another, a red horse, went out; and to her who sat on it, it was granted to take peace from the earth, and that men would slay one another; and a great sword was given to her.
basics
full name: Riley Jensen nicknames/aliases: War, Chaos gender: female occupation: annoying the others languages: Arabian, Roman, Greek, French, English, Italian, Latin, German, Mandarin, Hebrew and ancient languages can read: cuneiform script, Latin can write: cuneiform script, Latin
appearance
playby: Camila Mendes height: 157 cm built: feminine hair color: dark brown eye color: grey tattoos: none piercings: none scars: all over her body but mostly on her upper body glasses/contacts: none distinguishing features: two large scars, one on her back and one on the left side of her neck best features: eyes & smile demeanor: charming
personality
good traits: calm, persistent & patient bad traits: jealous, stubborn, impulsive, sadistic & rebellious likes: sword fighting, partying, chocolate, chaos & war dislikes: Treaties of Peace (especially Versailles), vegetables & boredom
horseman features
war: the rider of the second horse is represents war or mass slaughter, she was given the power to take peace from the earth and to make men slay each other. To her was given a large sword which she held upwards as though ready for battle. The sword held upward by the second horseman may represent war or a declaration of war, as seen in heraldry. In military symbolism, swords held upward signify war and entering into battle. Her horse's color is red and as well as the rider's possession of a great sword, suggests blood that is to be spilled. carries: sword horse name: Ruin horse appearance: fiery red
nothing can happen more beautiful than death
biblical verse
When the Lamb broke the fourth seal, I heard the voice of the fourth living creature saying, “Come." I looked, and behold, an ashen horse; and he who sat on it had the name Death; and Hades was following with him. Authority was given to them over a fourth of the earth, to kill with sword and with famine and with pestilence and by the wild beasts of the earth.
basics
full name: Aiden Davis nicknames/aliases: Death gender: male occupation: xxx languages: Latin, Roman, Greek, Egyptian, English, French, Arabian, other ancient languages can read: cuneiform script, hieroglyphs, greek can write: cuneiform script, hieroglyphs, greek
appearance
playby: Stephen James height: 185 cm built: muscular hair color: brown eye color: green tattoos: all over his body piercings: tragus, lobe, conch, nostril ring, nipple scars:all over his body glasses/contacts: no distinguishing features: scarring, displaced knee disc best feature: built, hands, eyes demeanor: confident, strong
personality
good traits: calm, down to earth bad traits: vicious when angry, impatient, pessimistic likes: women, being on the outside dislikes: attention, disobedience
horseman features
death:This fourth, pale horse, was the personification of death with Hades following him jaws open receiving the victims slain by death. Its commission was to kill upon the Roman Earth with all of the four judgements of God. With sword, famine, pestilence and wild beasts. The deadly pale and livid appearance displays a hue symptomatic of approaching empire dissolution. Having existed since the beginning of time alongside God, Death is so old he cannot remember who is older: himself or God. Death is the oldest and most powerful member of the Four Horsemen of the Apocalypse and an ancient source of immense power. Only he has the ability to summon the other Horsemen. The three others have to be willing to listen to be summoned but Death has the choice to be more or less demanding. Death’s Scythe is the only known thing that is able to kill Horsemen, even Death himself. carries: scythe, followed by Hades horse name: Despair horse appearance: pale
Laatst aangepast door Brimstone Varlow op zo dec 03, 2017 4:22 pm; in totaal 1 keer bewerkt
Onderwerp: Re: The Four Horsemen of the Apocalypse. wo mei 03, 2017 7:43 pm
10 000 BC
De kleur van de wolken boven zijn hoofd werd steeds donkerder. De dagen voordien had de zon haar warmte op de wereld los gelaten. De doordringende geur van rottende planten, maar ook lichamen doordrong zijn neusgaten. De hitte had insecten aangetrokken en dat maakte alles alleen maar walgelijker. Voor de normale mensen dan toch. Death stond nog niet lang met zijn voeten op de mulle grond van de aarde, gezien de tijd hij nog te doen had. Hij voelde zich dan ook beter dan de ‘gewone’, zoals hij ze graag noemde. De geur van de dood liet een ijzige rilling over zijn rug gaan. Een rilling van genot. De haren op zijn arm kwamen wat omhoog. Rond hem hadden mensen ook door dat de wolken zich samenvoegde tot één grote klomp dons. In de verte hoorde hij iemand zijn naam roepen terwijl de eerste druppels contact maakte mijn zijn egale huid. Zijn duim streek over het dorre blad dat hij in zijn handen had. Een andere vorm van dood, misschien zelf mooier dan de menselijke dood. De zon had zijn tol geëist. Verschillende planten hadden hun hoofd laten hangen en bogen voor de zonnegod. In die tijd was niks namelijk toeval. Voor alles was een god of een zekere reden. Met een ruk draaide hij zijn rug naar de Nijl en keek de gewone jongen van 11 jaar in de ogen. Zijn voeten bewogen over het poederdroge land. In zijn hand vermorzelde hij het bruine kapotte blad.
Die avond werden er verschillende dieren geslacht. De regen weerde namelijk gevierd. De Nijl zou terug overstromen en dus zouden de velden terug water krijgen. Death trok zijn van buffelhuid gemaakte short wat recht en knikte vriendelijk naar vrouw die hem in huis had genomen. Ze was aan de andere kant en het zware leven had stempels op haar gezicht en handen achtergelaten. Haar menselijke werkmiddelen, haar handen, zagen er korsterig uit en levenloos, als lappen leer. Ondanks dat hij besloot tussen leven of dood, voelde hij medelijden voor haar. Stevige vingers omklemde zijn ontblote schouder. Na een stevige maaltijd en dansen rond het vuur was het laat genoeg, want de volgende dag zou het leven gewoon verder gaan. Of dat voor iedereen, hing er echter vanaf. Zijn ogen vielen dicht en zijn hartslag vertraagde.
Een nieuwe dag was aangebroken en Death werd wakker gemaakt door het kabaal van verschillende mensen die al reeds aan het werk waren. Death had de latere ploeg en moest dus voor niets vroeg uit de veren. De regen van de nacht voordien was de verschillende huizen binnen gedrongen en had van de stoffige grond een modderbad gemaakt. De bruine drek kroop tussen zijn tenen wanneer hij zich een weg baande naar de opening van het huisje, dat eerder leek op een hutje. Vrouwen hadden zich in een cirkel gezet. Zij deden hun taak binnen de landbouwsamenleving, namelijk, manden vlechten van de strohalmen die niet goed genoeg waren om te gebruiken voor andere doeleinden. Mannen hun handen waren stuk van het werken op de landen, maar de vrouwen hun handen waar niet veel beter. Bij de meeste vrouwen had hun rug een bochel gevormd door voortdurend voorovergebogen te zitten. Wanneer hij met zijn sikkel in de hand richting het veld trok, was het niet veel beter. Met grote halen zwaaide hij de sikkel heen en weer. De regen was vlak na zonsopgang terug begonnen. De graanhalmen lieten zich met een zucht op de vochtige grond vallen. Ze gaven zich over en bogen voor het scherpe lemmet van de sikkel. Het zweet parelde op zijn hoofd en vermengde zich met het water dat de wolken hen schonk. Hij was dan misschien wel onsterfelijk, het harde werk liet wel degelijk sporen na op zijn handen.
De maan nam de taak van de zon weer over. Death sloot zijn ogen en vulde zijn longen met lucht. De ochtend die volgde zorgde voor veel opschudding. De zoon van het stamhoofd, de 11-jongen die hem enkele dagen daarvoor was gaan halen bij de Nijl voor het feest, had zijn lichaam levenloos achtergelaten. Met veel moeite kon Death een grijns overdrukken. Het leven duurde namelijk niet voor iedereen even lang. Zijn handen gleden over zijn ongetekende armen om de rechtopstaande haren terug glad te strijken.
Onderwerp: Re: The Four Horsemen of the Apocalypse. zo okt 15, 2017 9:13 pm
9 146 BC
Het eerste licht van de dag raakte de wereld en met enige moeite onttrok War zich uit de zeer ongemakkelijke positie waarin ze zich bevond. De structuur waar ze zich in bevond, bestond hoofdzakelijk uit zand en gras, die laatste om haar rug van de koude grond af te houden. De knoken van haar rug kraakte wanneer ze zich recht richtte uit de foetale positie en voorover boog om enkele verdwaalde grassprietjes terug op hun plaats te leggen. De zachte haren van de huid die ze dagelijks droeg raakte haar hals terwijl ze het over haar armen liet glijden en een zacht geluid verliet haar mond. War keek snel of alle pinnen, gemaakt van beenderen, nog op hun plek zaten om haar kledij bij elkaar te houden voor ze richting de opening in de muur wandelde. Haar hand raakte de nog maar recent gepleisterde muur aan. Dit werd gedaan om de koude en het natte buiten te houden maar dat lukte slechts zelfden merkte War op wanneer haar hand langs de vochtige muur gleed. Ze wandelde door de smalle opening in de muur, en nam kort de tijd om de muffe lucht uit haar longen te jagen door eens diep adem te halen eenmaal de wind haar huid raakte. Rondom haar hoorde ze vele anderen personen wakker worden en hun persoonlijke ruimte verlaten. Het gelach van de jongste onder hen zou zich gaan vermengen met het gezucht en gehoest van de zieken naar mate de dauw meer en meer van de bladeren verdween. War’s hand gleed over de buitenmuur van haar hutje terwijl een klein meisje, gekleed in schapenvacht, op haar af kwam gelopen. Met één enkele zwier van haar armen schepte ze het meisje op van de vochtige grond en plaatse haar op haar arm. Het gegiechel van de kleine brunette weergalmde over de vlakte in de richting van de weide waar de geiten en schapen stonden te grazen.
Het was nog niet lang geleden dat ze zich verder van de grot waren gaan settelen. Slechts enkele manen geleden sliepen ze allemaal samen onder de beschutting van de open grot maar nu hadden de mannen reeds enkele hutjes opgetrokken langs de kust. Gezinnen hadden meer privacy en ziektes zoals de hoest werden minder verspreid onder de bevolking van de kleine nederzetting. Met het kleine meisje op haar arm ging ze naar een groepje jonge dames die iets verder aan de rand van het bos bessen aan het plukken waren. Ze voelde haar eigen bruine lokken door de kleine handjes van het meisje glijden terwijl die haar best deed om de gladde haren binnen haar bereik te houden. Toen War het groepje dames eindelijk benaderde viel hun gesprek meteen stil aangezien ze nog steeds een buitenstaander was. En toen het meisje op Wars arm haar moeder zag begon ze ongemakkelijk te bewegen zodat ze haar met een glimlach op de grond plaatste. De kleine brunette liep richting één van de jonge dames en sloeg met een kleine gil haar armen rond één van de benen van de vrouw voor ze met zichzelf begon te lachen.
War had zich bij deze groep gevoegd nadat zij geen dag ouder leek te worden dan ze was terwijl de vrouwen rondom haar meereisden op hun golf des tijds. Na enige tijd voelde ze zich niet meer thuis tussen de oude wijze dames maar ook niet meer tussen de jongere dames die ze reeds enige tijd had zien opgroeien. Ze had toen de beslissing genomen om op zoek te gaan naar een nieuwe plek of een nieuwe groep waar ze met mee kon reizen. Na enige tijd zoeken was ze deze groep tegengekomen en ze had gekozen om samen met hen een nederzetting op te bouwen. Het was hier altijd rustig en er leek nooit iets te gebeuren. Maar de laatste paar dagen en nachten werd het steeds onrustiger in de kleine hutjes. Ze had reeds stukken van gesprekken opgevangen over een nieuwe nederzetting die opgetrokken werd door een kleine groep mensen dicht bij de grot, iets wat de leider van hun groep niet beviel. Nu moest Wars groep hun grond en voedingsmiddelen, zoals bessen en planten delen met de groep van de nieuwe nederzetting en dit leek te zorgen voor onrust en angst.
Het was die avond dat haar leider en die van de nieuwe groep met elkaar stonden te praten en War voelde een vreemde kracht in zich opborrelen. Een zekere spanning, een zekere opwinding die ze niet kon plaatsen en ze bleef maar in haar hoofd herhalen “Laat niets deze rust verpesten, laat niets deze plaats vernielen, laat niets deze plaats van me afnemen, laat niets…”. Ze besloot het te laten voor wat het was en zich met heet ongemakkelijke gevoel terug te trekken, weg van het kampvuur naar haar eigen hut. Daar leek de spanning enkel te groeien tot een soort weerstand binnen in haar leek te knappen. De opgebouwde onrust verliet haar lichaam en al snel rook ze de geur van verbrand hout en gras en het geluiden van schreeuwende mannen en vrouwen overstelpte haar. Ze wou helpen maar kon niet bewegen terwijl de schemering van haar af leek te stromen als een vloedgolf. Tijd leek eindeloos terwijl het geschreeuw en de geur van brandend vlees en rook voorbij bleef gaan en zij daar zonder enige beweging alles gewoon onderging. Diep vanbinnen wist ze dat zij dit veroorzaakte maar ze kon niet plaatsen hoe of waarom. Deze gedachte bleef haar teisteren tot duisternis haar overnam.
Pas de dag nadien wanneer ze haar ogen opende en het donker van haar oogleden achter zich liet drong het tot haar door dat de vorige avond en nacht geen droom geweest was. De lucht was zwaar en er hing een duistere geur in die ze niet meteen kon plaatsen. Ze stelde zich traag recht terwijl ze zich afvroeg wanneer slaap haar opgeëist had. De muren van haar hut waren niet nat maar gebarsten en de klei onder haar voeten voelde droog en korrelig in plaats van het gebruikelijk glad. Wanneer ze buitenkwam overviel het zicht haar zo dat ze naar adem moest happen. Enkel haar hut had de nacht overleefd en rondom leek alles weg van haar gebogen te zijn alsof zijzelf alles omver geblazen had. Tot zo ver zij kon kijken was alles zwartgeblakerd en lichamen lagen als bladeren na de zomer in het rond gestrooid. Van het kleine gehucht bleef niets meer over behalve dode grond en zwarte lucht. Met pijn in haar hart keek ze naar alle gezichten die ze herkende, indien ze niet volledig vervormd waren door de vlammen. De pijn en angst sloef zich pas echt rond haar hart toen ze het lichaam van het kleine meisje zag liggen achterin de grot samen met de andere kinderen. De ouderen hadden hen waarschijnlijk daar geplaats voor bescherming maar elk van hen waren genadeloos afgeslacht met een speer. De angst was overduidelijk af te lezen van het vertrokken gezichtje van de kleine brunette. War nam het levenloze lichaam even kort in haar armen, als een laatste afscheid voor ze de grot haar rug toekeerde en zich terugtrok in het bos. Leven binnen eenzelfde groep duurde nooit lang voor haar maar ze had zich verheugd op nog enkele manen, misschien zelfs iets meer en dat had ze zichzelf afgenomen.
Ze ging op zoek naar een nieuwe groep of plaats om tot rust te komen terwijl een gevoel van macht één van haar mondhoeken de hoogte in trok…
war doesn't determine who's right, only who's left