Wyot Hunter- Deceased
- Aantal berichten : 80
| Onderwerp: Wyot Hunter za jan 31, 2015 12:09 am | |
| Name: Wyot Hunter Alias: Knight Date of birth: 19 October 1145 Place of birth: Berkshire, England Age when he stopped aging: 19 Parents: Edmund & Rhiannon Mutation: Everlasting soldier
Appearance Hair: black, curly, half long Height: 1,75 m Weight: 66 kg Scars/tattoos: 23 circles in the palm of his left hand, like the live circles of a tree.
Personality Ondanks het feit dat Wyot meer oorlogen heeft mee gemaakt dan de meeste mensen ooit zullen doen, is hij nog altijd een opgewekte en meestal vrolijke jongen. Hij heeft de neiging om altijd naar de positieve kant van gebeurtenissen te kijken en dit heeft hem in staat gesteld om zich in met volle moed in iedere strijd te gooien die op zijn pad komt. Toch beginnen de eeuwige gevechten en vooral het verlies waar hij regelmatig mee geconfronteerd wordt hun tol te eisen. Hoewel Wyot nog altijd makkelijk vrienden maakt, zal hij zich niet echt snel meer écht aan iemand hechtte. Dit betekend niet dat hij niet zijn best zal doen om iedereen die hij maar enigszins mag te beschermen, want dit doet hij wel degelijk. Wyot is er van overtuigd dat hij gemaakt is om te strijden voor de onschuldige mensen, al begint hij steeds meer te twijfelen aan of dit soort mensen daadwerkelijk bestaan. Overigens is Wyot niet echt het type dat je zou verwachten wanneer je hoort dat hij gemaakt is om oorlog te voeren. Ja, hij is moedig en hij zal zeker niet aarzelen om een pijl dwars door iemands hart te schieten wanneer hij dit noodzakelijk acht maar hij is ook bijzonder lief en vriendelijk. En hoewel Wyot een intelligente jongen is, snapt hij nog weinig van de tijd waarin hij terecht is gekomen en dit maakt dat hij zo nu en dan wat verward en wereldvreemd over kan komen.
Mutation Everlasting soldier, dat is de verzamelnaam voor wat Wyot kan en ook gelijk het doel van zijn mutatie. Wyot is daadwerkelijk een eeuwige soldaat, zijn leven staat in het teken van het verdedigen van zijn land en in tijd van burgeroorlogen in teken van het verdedigen van de onschuldigen. Ieder onderdeel van Wyot’s mutatie draagt bij aan zijn vermogen deel te nemen aan oorlogen en maken dat hij meerdere keren als held uit de strijd is gekomen.
Weapon creation Wyot is in staat wapens te creëren. In het begin moest hij iets vast houden, maar toen hij eenmaal een concreet beeld had van het gene wat hij wou creëren was dit niet meer nodig. Hierdoor zal hij in een gevecht nooit zonder wapen staan en raken zijn pijlen, mocht hij zijn boog gebruiken, ook nooit op. De wapens die Wyot creëert kunnen enkel door hem gebruikt worden. Wanneer iemand ander zijn wapens pakt zullen ze verdwijnen, dit geld alleen wanneer iemand het wapen daadwerkelijk pakt. Dus wanneer hij een pijl door iemands hand schiet zal deze niet verdwijnen. Wyot kan overigens alleen maar wapens creëren die al bestonden toen hij geboren werd. Dit is één van de belangrijkste beperkingen van zijn mutatie.
Weapon mastery Wyot heeft een talent voor vechten en het beheersen van wapens. Ieder wapen weet hij binnen enkele uren te doorgronden, zijn technieken zijn praktisch feilloos. Hoewel hij dus ook goed om kan gaan met nieuwe wapen als pistolen en geweren, gaat zijn voorkeur toch uit naar de oudere wapens. Het wapen dat hij het liefst in zijn handen heeft is pijl en boog. De techniek die hij gebruikt is een haast vergeten techniek, die effectiever is dan de technieken die tegenwoordig gehanteerd worden. Hierdoor is Wyot in staat om binnen een seconden vier pijlen af te schieten, is hij in staat een pijl die iemand anders schiet te vangen en direct terug te schieten en is hij in staat terwijl hij beweegt op bewegende doelwitten te schieten.
Healing Wyot heelt razendsnel en is hierdoor praktisch onverwoestbaar. Diepe wonden zijn binnen enkele minuten praktisch verdwenen, waardoor het voor hem onmogelijk is om dood te bloeden. Ook giftige stoffen en ziektes heeft zijn lichaam vaak al uitgeschakeld voor hij er erg in heeft. Eigenlijk wordt alles wat als bedreiging of achteruitgang van zijn lichaam wordt gezien, direct verholpen. Dit is ook de rede waarom Wyot vanaf negentienjarige leeftijd niet meer ouder werd. Toen hij negentien was, was zijn lichaam volledig gegroeid en wat daarna zou komen zou alleen maar achteruitgang zijn. Doordat Wyot zo snel geneest en niet ouder wordt, is het voor hem bijna onmogelijk om te sterven. Alleen wanneer hem iets overkomt waardoor hij opslag dood is, zoals een mes steek in zijn hart of het breken van zijn nek, is het einde verhaal. Al hoewel niet helemaal einde verhaal en daarmee komen we ook bij het laatste onderdeel van Wyot’s mutatie: time travel. Maar voor ik daar iets over vertel, vertel ik nog snel iets over het nadeel van dit onderdeel van Wyot’s mutatie. Doordat zijn lichaam giftige stoffen direct zijn lichaam uit werkt, hebben drugs waaronder alcohol nauwelijks effect op hem. Hoewel dit niet heel negatief klinkt, is het best vervelend voor iemand die in zijn leven meer oorlogen heeft gezien dan de meeste mensen ooit zullen zien.
Time travel Wyot is in staat door de tijd te reizen. Dit is iets waar hij geen controle over heeft en waar hij ook nooit controle over zal krijgen. Wanneer Wyot ‘sterft’ zorgt dit onderdeel van zijn mutatie ervoor dat hij ergens in de toekomst weer waker wordt. Waar hij ook waker wordt altijd is er een oorlog gaande en altijd vecht hij aan de kant van zijn land of zoals al eerder gezegd aan de kant van de ‘onschuldigen’. In totaal heeft Wyot al 23 keer door de tijd gereisd. Iedere keer dat hij door de tijd reist verschijnt er een cirkels aan de binnen kant van als de ouderdomsringen van een boom. Door dit aspect van zijn mutatie is Wyot in staat deel te nemen aan meerdere oorlogen en zal hij niet echt sterven zolang er oorlogen blijven bestaan, dus waarschijnlijk voor eeuwig. Dit is iets waar Wyot zelf niet altijd even enthousiast over is want hoewel zijn persoonlijk er voor zorgt dat hij redelijk ongevoelig is voor het ontwikkelen PTSS. Laten de jaren van oorlogen wel hun sporen bij hem achter en zou hij soms willen dat het gewoon over is.
History 25 februari 1154 “Are you giving up?” zei Wyot, terwijl hij met zijn houten zwaard tegen die van Elizabeth sloeg. “Never!” antwoorde ze lachend, terwijl ze bovenop een boomstronk sprong. Haar wangen waren vuurrood en haar haren stonden alle kanten op. Wyot wist dat het niet lang zou duren voor ze op zou geven. Met een brede grijns op zijn gezicht haalde hij nogmaals uit. Elizabeth gilde, liet geschrokken wat er over was van haar houten zwaard vallen. Met grote ogen staarde ze naar het zwaard in Wyot’s handen. Voorzichtig liet Wyot zijn vingers langs het vlijmscherpe lemmet glijden. Hoe was dit mogelijk? “Wauw, that’s awesome!” Met pretlichtjes in haar ogen keek Elizabeth hem aan. Hij trok zijn wenkbrauw op, keek haar voor een moment niet begrijpend aan. “I almost killed you!” zei hij, terwijl hij het wapen voorzichtig rond draaide. “Yeah, but you didn’t! And you made a sword, a real sword! Can I hold it?” zei Elizabeth, die van de boomstronk af was gesprongen en nu naast hem stond. Hij knikte, gaf haar het zwaard maar zodra haar kleine hand het gevest omvatte veranderde het zwaard weer in het houten ding dat het nog geen drie minuten gelden was geweest. “That’s weird. Try it again Wyot!” zei Elizabeth die het zwaard weer in zijn handen drukte. “How?” Aarzelend keek hij haar aan, niet goed wetend wat hij moest doen. “I don’t know, whatever you did when it changed.” zei ze, terwijl ze van haar ene been op het andere sprong. Wyot knikte, richtte zijn blik op het houten zwaard en klemde zijn beide handen stevig om het gevest. Er gebeurde niks, helemaal niks. “Think about how it looked like or about fighting with it.” zei Elizabeth. Het voelde stom, staren naar een stuk speelgoed en je inbeelden dat het echt was, maar het werkte. Het was geen geleidelijke verandering, geen flits of magische tinteling. Nee, hij had gewoon ineens een vlijmscherp zwaard in zijn handen.
4 april 1157 Vanuit zijn ooghoeken keek Wyot naar Elizabeth die in kleermakerszit naast hem zat en geconcentreerd bezig was met het in elkaar vlechten van madeliefjes. “I have to show you something.” Met die woorden verbrak hij de stilte, die er korte tijd tussen had gehangen. “What is it?” vroeg ze, terwijl ze hem voor een moment onderzoekend aan keek. Even aarzelde Wyot, toen liet hij een smal werp mes verschijnen. Legde het vlijmscherpe mes tegen zijn arm, klemde zijn kaken op elkaar en maakte een diepe snee in zijn huid. “What the hell are you doing!” gilde Elizabeth. “Calm down Liz! I heal fast, that’s what I wanted to show you!” zei hij rustig. Voor een moment keek ze hem verbijsterd aan, om vervolgens zijn arm te pakken en die naar zich toe te trekken. Haar ogen werden groot toen ze zag dat er al een korstje op de wond was verschenen. Met haar vingers gleed ze voorzichtig langs de snee, waar steeds minder van te zien was. “That’s not normal.” Mompelde ze. “And making weapons appear is?” vroeg Wyot, die ondertussen het bebloede werp mes weer had laten verdwijnen. “No.” zei ze zacht. Voor een moment keek hij haar bezorgd aan. Deze reactie had hij niet verwacht, hij had verwacht dat ze net zo enthousiast zou zijn geweest als drie jaar geleden toen ze erachter waren gekomen dat hij wapens kon doen verschijnen.
13 august 1161 “Be carefull son! Don’t try to be the hero, you’re just an archer, okay?” zei Edmund, die met zijn hand door zijn warrige grijze haar ging. Wyot kon aan zijn vader zien dat hij het moeilijk vond om afscheid te nemen. “Don’t worry, I’ll be back before you know it.” zei hij, waarna hij zijn vader een knuffel gaf. Beide wisten ze dat ze elkaar waarschijnlijk nooit meer zouden zien. Edmund was al veertig en zijn gezondheid ging snel achteruit. Van de welbekende jager die hij ooit was geweest was weinig over. Bovendien was er nog niemand terug gekeerd uit de oorlog, waar Wyot deel aan zou gaan nemen. “I’ll leave you two alone.” zei Edmund, waarna hij zich omdraaide en in de richting van hun huisje liep zwaar steunend op de houten wandelstof die Wyot het voor hem gemaakt had. “I’m going to miss you.” zei Wyot, terwijl hij zacht Elizabeth’s handen in de zijne nam. Ze had zwijgend toe gekeken terwijl hij afscheid van haar vader had genomen en de eenzame traan die langs haar wang was gerold was hem niet ontgaan. “I know you’re not coming back, Wyot.” zei ze zacht, terwijl ze hem met betraande ogen aan keek. “Of course, I’m coming back! I heal fast, remember.” Een een geruststellende glimlach speelde op zijn lippen. “That you heal fast, doesn’t mean you can’t dye.” Antwoorde ze, waarna ze haar hoofd tegen zijn borst liet zakken. Hij sloeg zijn armen om haar heen, drukte zacht een kus op haar blonde haren. “I can make my own weapens, I’m one of the best archers and one of the best sword fighters. I’ll be okay, I’m made for war.” zei hij. “No one is made for war.” zei ze. Ze had haar hoofd weer opgeheven, zodat ze hem aan kan kijken. “I coming back for you. I love you.” zei hij, waarna hij zijn lippen voor een moment zacht op de hare drukte. “I love you too.” prevelde ze tegen zijn lippen.
17 januari 1267 Met een ruk schoot Wyot overeind, zijn hand ging naar zijn borst. Er was geen spoor van het zwaard dat voor zijn gevoel nog geen seconden geleden dwars door zijn hart gestoken was. “What te hell are you doing here!” Een man greep hem bij zijn pols en trok hem overeind. Tijd om ook maar enigszins te acclimatiseren kreeg Wyot niet, hij werd mee gesleurd. Dwars over de weide, die in geen enkele zin leek op de openplek waar hij zojuist gestorven was. Zou dit de hemel zijn? Het getrappel van paardenhoeven drong zijn oren binnen. “Run!” riep de man naast hem, die nog altijd zijn pols stevig beet had. Zonder er echt over na te denken deed Wyot wat hij zij. Zo hard als hij kon rende hij in de richting van het bos, dat slechts tien meter van hen verwijderd was. Net op tijd hadden ze de bosrand bereikt. Hijgend drukte Wyot zijn rug tegen een dikke eikenboom, terwijl hij voorzichtig keek naar wat er op de heide gebeurde. Een leger bestaande uit tenminste veertig man ter paard, waarvan twintig een harnas droeg kwam langs galopperen. Twee van hen hielden een vlag vast waarop een wapen stond dat hij niet herkende. Waar was hij terecht gekomen? Lang duurde het niet voor het leger in de verte verdwenen was en Wyot stapte achter de boom vandaan, liep naar de man die zich iets verderop achter een boom verscholen had. “How are you?” vroeg hij, terwijl hij de man nieuwsgierig in zin op nam. Hij droeg een groenige bruine mantel, waarvan hij de kap over zijn hoofd had getrokken. In zijn linker hand had hij aan de boog en aan zijn riem hing een pijlenkoker. “I’m Robin and how are you? And what in God’s name were you doing in the middle of the meadow?” zei de man, die hem voor een moment hoofdschuddend aan keek. Kennelijk was het een hele domme actie om midden in die wei te gaan liggen, niet dat Wyot er enige invloed had gehad, maar oké. “Wyot and I haven’t got a clue about what I was doing there. The last thing I remember was getting stabbed in the chest by one of king Henry Curtmantle’s soldiers.” zei hij aarzelend, niet goed wetend of hij Robin vertrouwen kon. “Henry Curtmantle died almost hundred years ago.” zei de man zacht.
6 september 1271 Het hout van het kampvuur knapperde en de vlammen verjoegen iets van de kou die zijn intreden had gedaan. Er hing een gemoedelijke zweer en de wijn vloeide rijkelijk. Geamuseerd keek Wyot naar Sigeweard die vol enthousiasme vertelde hoe de landheer op had gekeken, toen hij erachter was gekomen dat al waardevolle spullen die in de koest hadden gezeten gestolen waren. Puck lachte zachtjes, haar hoofd rustte tegen zijn schouder en zijn arm lag rond haar smalle schouders. “Wyot, can I talk to you?” zei Robin, die de hele avond zijn gezicht nog niet had laten zien. Wyot knikte, drukte een vluchtige kus op Pucks voorhoofd en kwam overeind. Zwijgend liepen ze een eindje bij de anderen vandaan. Wyot kon niet ontkennen dat hij enigszins zenuwachtig was. Hoewel hij het goed kon vinden met Robin en de man onderhand ook vrede gesloten leek te hebben met het feit dat hij wat met zijn dochter had, bleef het iemand voor wie je soms beter kon uit kijken. Het was niet voor niets dat Robin een ware legende was, Robin Hood werd hij genoemd. “How old are you Wyot?” vroeg Robin. Wyot trok zijn wenkbrauw op, wat was dat nou voor een vraag. “Twenty-three, why?” zei Wyot, terwijl hij wat onzeker met zijn hand door zijn donkere haren ging. “You haven’t changed at all since I met you. It’s like you never get any older.” zei Robin rustig. “Four years isn’t that long.” zei Wyot, al wist hij dat Robin gelijk had. Het was hem ook al opgevallen dat hij niet ouder leek te worden. Nu kon het natuurlijk toeval zijn, misschien dat die vier jaar gewoon niet zo veel verschil maakte. Of misschien dat zijn lichaam de ouderdom net als iedere verwonding die hij opliep razendsnel de wereld uit werkte. “What if you don’t age Wyot.” zei Robin. Wyot haalde zijn schouders op, het was iets waar hij liever niet over na wou denken. Want als enige niet ouder worden, betekende iedereen om je heen verliezen.
31 juli 1402 “Here.” Eén van de mannen die hem zojuist uit het water getrokken had reikte hem een deken aan. Dankbaar sloeg Wyot het kleed om zijn lichaam, zijn doorweekte kleren kleefde aan zijn lichaam. Nog geen kwartier geleden was hij boven water gekomen. Het had even geduurd voor hij zich gerealiseerd had dat hij zich midden op zee bevond en dat het schip dat aan de horizon verschenen was onderdeel uit maakte van de Engelse vloot. “So were are you from?” vroeg een man, die een hogere rang leek te hebben dan degene die hem zojuist gered hadden. “From England, our ship was shipwrecked two days ago.” zei Wyot. Onderhand was hij erachter dat hij beter kon liegen wanneer mensen hem vroegen waar hij vandaan kwam. Ze zouden hem waarschijnlijk toch niet geloven als hij zei dat hij zojuist was opgehangen, hij geloofde het zelfs nauwelijks. “So you’re one of us? Were you on board of Cog Thomas?” vroeg de man, terwijl hij het zwaard wat hij in zijn hand had rond draaide om op die manier naar Wyot te seinen dat hij zich niets stoms in zijn hoofd moest halen. Wyot’s zwaard was afgepakt en lag bij de voeten van de kapitein van het schip. “Yeah, I was.” antwoorde Wyot rustig. Wetend dat het waarschijnlijk niet heel lang zou duren voor ze hem in vertrouwen zouden nemen. Het was duidelijk dat hij Engels was en ze konden zijn hulp waarschijnlijk goed gebruiken. In tijden van oorlog kon men hulp altijd goed gebruiken. “How did you survive at sea for two days?” vroeg de man bedachtzaam. “I hold on at a piece of wood, it sank a few hours before you saved me.” Liegen was onderhand een tweede natuur van Wyot geworden. Iets wat hij vooral te danken had aan de tijd die hij in Nottinghamshire had doorgebracht. Achtennegentig jaar had hij daar door gebracht. Twaalfjaar was hij één van de Merry Man van Robin geweest, daarna had hij zelf de leiding over genomen. Hij had al zijn vrienden ouder zien worden, had ze allemaal zien sterven. Ook Puck, drieëndertig was ze geworden, best oud maar niet oud genoeg.
1 juli 1916 De zweer in de Britse loopgraaf was gespannen, het zou niet lang meer duren voor ze de aanval zouden open. De afgelopen vijf dagen was een bijna constant bombardement geweest en nu hoopte ze dat de Duitse linie genoeg schade had opgelopen voor een meer directe aanval. Wyot controleerde een laatste keer of zijn wapen geladen was. Nog drie explosies en toen werd het stil, ijzig stil. Jefrey die naast hem gehurkt zat schoof nerveus heen en weer. Ook Wyot voelde zich alles behalve op zijn gemak, hoewel dit zeker niet z’n eerste oorlog was voelde hij zijn hart in zijn keel kloppen. Nooit eerder had hij zo veel verwoesting in enkele minuten gezien als hij in de afgelopen weken had gezien. Een harde schreeuw, de eerste soldaten verlieten de loopgraven waagde zich op het niemandsland. Wyot ging iets hoger zitten, zodat wanneer hij zich lang maakte hij net over de rand van de loopgraaf kon kijken. Een harde klop, aarde dat meters de lucht in vloog samen met een tenminste twee soldaten. Hoe groot het slagveld echt was zag Wyot pas toen hij uit de loopgraaf kwam en zich samen met tenminste 300 andere soldaten in de richting van de Duitse loopgraven begon te lopen. Het geratel van mitrailleurs, het geschreeuw van soldaten en met enige regelmaat een harde klap wanneer er een mijn ontplof. Het prikkeldraad was niet verwoest, wat het moeilijk maakte om vooruit te komen. Ook een groot aantal Duitsers was uit de loopgraven gekomen, kogels vlogen heen en weer. Wyot klemde zijn kaken op elkaar toen hij in zijn schouder geraakt werd, wetend dat de pijn niet lang zou duren. Drie meter rende hij al schietend door, voordat hij zich realiseerde dat Jefrey niet langer naast hem liep. Jefrey Anderson, het was vanaf de eerste dag zijn maatje geweest. Samen hadden ze geprobeerd iets te maken van het afschuwelijke leven in de loopgraven. Tijd om zich om te draaien om te kijken of hij zijn vriend kon helpen was er niet. Een kogel boorde zijn weg door Wyot’s knie, voor een moment zakte hij in elkaar. Zijn oren suisden en zijn keel voelde droog. Naast zich zag hij tientallen lichamen liggen. Het was alsof er elke minuut meerdere soldaten om het leven kwamen en misschien was dat ook wel zo. Wyot kwam weer overeind, zowel zijn knie als schouder waren weer volledig hersteld. Hoe dichter hij bij het de Duitse loopgraven kwam, hoe meer lichamen hij zag liggen. Vooral Britse en Fransen soldaten, maar ook enkele Duitse. Waarom hij nog doorliep wist hij eigenlijk niet. Het was duidelijk dat hun aanval niet zou werken. De Duitse soldaten hadden het bombardement van de afgelopen dagen veel beter doorstaan dan verwacht en de kans was groot dat zij deze slag zouden winnen. Wyot vloekte toen hij erachter kwam dat zijn geweer leeg was, zonder er over na te denken griste hij een wapen van de grond. Het levenloze lichaam van de soldaat in wiens hand het had gezeten negerend. Het werd steeds moeilijker om te zien. Rook, opspattende aarde en een gas dat hoogstwaarschijnlijk giftig was, beperkte zijn zich. Toch bleef hij schieten, hopend dat het Duitse soldaten waren die getroffen werden door zijn kogels en wetend dat stoppen geen optie was. Hij was niet meer dan dertig meter van het Duitse loopgraaf verwijderd toen een kogel regen een eind maakte aan zijn leven.
29 mei 1940 “Hunter wake up.” Jack schopte tegen Wyot’s been, wachtte ongeduldig tot de jongen zijn ogen opende en hem wat verward aan keek. “What’s wrong Jackson?” bromde Wyot, terwijl hij overeind kwam. Buiten begon het al ligt te worden, het gefluit van de vogels deed een lichte glimlach op zijn gezicht verdwijnen. “Don’t smile you idiot, Rick is gone.” zei Jack, die nerveus aan de mouw van zijn uniform trok. “How do you mean gone?” zei Wyot die overeind kwam en snel zijn kleren aantrok. “I haven’t seen him. We got high and when I came to, he was gone." Antwoorde Jack zacht, bang dat één van de andere soldaten het zou horen. Al leek het er op dat de meeste van hen nog vast lagen te slapen. “You got high, again? I thought you said you would stop.” siste Wyot, die zijn geweer pakte en samen met Jack naar buiten liep. De eerste keer dat zijn vrienden de heroïne in hun aderen hadden gespoten had hij mee gedaan. In de hoop dat de drugs hem voor even alle verschrikkingen zou kunnen doen laten vergeten, maar zoals hij al had verwacht had de giftige stof nauwelijks effect op hem. “I’m sorry it just isn’t so easy to stop. I wish I stopped after that first shot.” zei Jack zacht, terwijl ze probeerde zo rustig mogelijk te blijven terwijl ze door het kamp liepen. “Yeah well, it’s to late for that.” zei Wyot. Uiteindelijk vonden ze hem, hij lag een eindje van het kamp af tegen een boom. Zijn gezicht was lijk bleek en om zijn arm zat de riem die hij er om had gedaan toen hij de heroïne in zijn aderen had gespoten. Wyot handen trilde enigszins toen hij zijn vingers tegen Rick’s nek legde in een poging zijn hartslag te voelen. Niks. Weer had hij een vriend verloren en dit keer was het niet eens aan vijandig vuur.
2 februari 2035 “Who are you!” De stem van de man klonk dwingend, maar niet zo dwingend als het pistool dat op zijn slaap was gericht. Wyot kneep zijn ogen dicht tegen de het vele licht dat in zijn ogen scheen. Nog nooit eerder had hij dit mee gemaakt. Nog nooit was hij door zijn eigen troepen voor meer dan een dag behandeld als een vijand. “I told you! I’m Wyot Hunter.” zei Wyot, die probeerde zijn stem zo rustig mogelijk te laten klinken. “What are you doing here?” Het was een vraag die hij onderhand al minstens twintig keer had gehoord, maar kennelijk was dat nog niet voldoende. “I’m here to help you. I’m one of you, but you don’t believe me, do you?” antwoorde hij enigszins geïrriteerd. Hij werd gek van al die vragen en van het feit dat ze hem behandelde als een vijand. Vijf dagen geleden was hij midden in de woestijn wakker geworden. Twee uur had het geduurd voor hij het kamp had gevonden. Britse, Amerikaanse en Duitse soldaten. Het was een combinatie die hij nog nooit eerder had gezien, maar kennelijk werkte het. Kennelijk waren de Duitsers tegenwoordig niet meer de vijand. Nee, nu waren er hele andere vijanden. De allianties was niet het enige wat veranderd was. Alles wat anders, de voertuigen, de wapens en de technologie. Twee dagen hadden ze hem in het kamp ondervraagd, uren lang. Geen eten, geen drinken en geen slaap. Uiteindelijk hadden ze hem op een vliegtuig gezet en nu zat hij hier, in een duistere kamer in een gebouw dat in geen enkele zin leek op de gebouwen die hij gewend was. In welk jaar was hij terecht gekomen? “General Holden, we’ve to let him go.” zei een man, die met een wat verwarde blik in zijn ogen de ruimte binnen kon lopen. “Who says that?” zei Holden, die overeind kwam uit de stoel waarop hij had gezeten en zijn handen op de houten tafel zetten. “The president. Jean Grey and Norah Morgan, are here to pick him up.” Antwoorde de man en Wyot keek hem verbijsterd aan. Wie waren Jean Grey en Norah Morgan? En waarom kwamen ze hem ophalen?
|
|