Het was een mooie voorjaarsmiddag om de tuin in te gaan, al was tuin in Fiona's geval een beetje een groot woord. Er moest namelijk nog een hoop aan gebeuren. De achtertuintuin was, net als de rest van het huis, smal, maar diep, en dit was te danken aan het feit dat Fiona midden in een lange straat van oude, maar identieke en ietwat fantasieloze rijtjeshuisjes woonde. De voortuin was praktisch non-existent en bestond uit een piepklein strookje grond waar Fiona niet echt iets mee deed.
De achtertuin, echter, was haar plekje om zich terug te trekken bij mooi weer en waar Remy graag doorheen banjerde. Aan drie kanten was hij omringt door ietwat scheefhangende schutting en in de schutting die parallel liep aan de gevel van het huis zat een deurtje dat naar een steegje leidde dat achter alle huizen door liep. Die deur was eigenlijk altijd op slot en de enige gasten die zomaar de achtertuin in kwamen waren buurtkatten.
Een deel ervan maakte zich kort na aankomst vaak al weer direct uit de voeten als een onstuimige Remy op ze afkwam, maar enkele andere katten, vermoedelijk dieren uit een gezin waar ook een hond was, konden goed met de Australische herder opschieten, die toch geen kwaad in de zin had.
Er ging sowieso niet zo heel veel in Remy's hoofd om. Haar hobby's bestonden uit het achtervolgen van dingen, het apporteren van andere dingen, het eten van nog meer dingen, proberen op Fiona's schoot te kruipen, maar vooral; het graven in elk stukje tuin dat nog niet overhoop was gehaald.
En dit was dus ook de reden dat Fiona niet de moeite nam om voor een bloemperk te gaan. Zo'n masochist was ze nou ook weer niet.
Wel was een deel van de tuin inmiddels een zithoek, met wat weerbestendig houten meubilair en een gietijzeren tafeltje.
Fiona was bezig de tuin aan te harken terwijl Remy naar binnen slenterde, op weg naar haar voerbak. Kort hiervoor was een dikke, rode kater er al vlug via de schutting weer vandoor gegaan nadat Remy een enthousiaste poging had gedaan vriendschap te sluiten.
Fiona was nog altijd druk bezig de hond dergelijk gedrag een beetje af te leren, maar ze wist ook wel dat het ijdele hoop was; de hond was al bejaard toen ze haar adopteerde en alle lastige onderdelen van haar gedrag nu nog bijschaven had geen zin. Het hielp ook niet dat Remy niet het slimste wezen op aarde was. Ze schrok nog steeds met regelmaat van haar eigen scheten, bijvoorbeeld.
Na een minuut of tien zag de boel er weer redelijk netjes uit en Fiona knikte tevreden, leunend op de hark. Ze streek een paar donkere lokken weg die aan de knot waren ontsnapt waar de rest in zat en trok haar overhemd uit, waar ze een mouwloos shirt onder droeg.
Nu het nieuwe graszaad erin en hopen dat het gras het dit jaar wel van Remy zou winnen.