Onderwerp: Anna van Houten za feb 15, 2014 1:01 am
***
• Naam Anna Ciara van Houten • Alias Crystal • Leeftijd 18 jaar. • Geboorteplaats Nederland. • Geboortedatum 11 juli
***
Oke, mag ik eens iets geks zeggen? Veel mensen die anderen pijn hebben gedaan met hun mutatie zijn opgesloten geweest – door anderen of doordat ze zelf de beslissing genomen hebben om met niemand om te gaan. Maar ik ben niet zo, want ik weet dat eenzaamheid juist tegen werkt op mijn emoties, en mijn emoties beheersen mijn mutatie. Daarnaast vind ik het veel, VEEL fijner om vrij en vrolijk te zijn. Ik ben wat impulsief en denk niet altijd na over wat ik doe of zeg, maar mijn hart zit op de goede plek en ik sta altijd, maar dan ook echt ALTIJD klaar om anderen te helpen, omdat ik zat zelf heb gemist toen ik jonger was. Ik ben een zorgzaam persoon en zal altijd mijn best doen de mensen om me heen te helpen, zelfs als ik ze eigenlijk niet heel erg mag, puur omdat ik vind dat iedereen een kans verdient. Ik heb natuurlijk ook negatieve emoties, maar deze probeer ik te verdringen voor zover dat kan. Het probleem is dat het er dan extra krachtig uit komt en ik nog wel eens wat scherp uit de hoek kan komen, maar ik meen lang niet alles wat ik zeg als ik boos ben of op een andere manier pijn lijdt. Ik hou van iedereen, echt waar! Ook ben ik wat naief en goedgelovig, waardoor je me makkelijk voor de gek kan houden... Nee, dit is niet een uitnodiging om dat dan ook te doen.
***
Over mijn uiterlijk heb ik echt niet veel te zeggen. Ik heb donker haar – al zegt dat niet veel, want je kan je haar in letterlijke elke kleur verven tegenwoordig. Mijn gezicht is vrij herkenbaar, vooral mijn volle lippen en grote ogen. Die overigens koffiebruin zijn. Denk ik. Ik hou van jurkjes en vintage kleding en hoeden, dus daar zal je me vaak mee zien lopen. Alles waar ik me vrij en lekker in kan bewegen draag ik eigenlijk, hoewel ik kleding vermijd die mijn vrouwelijke figuur verhullen.
***
Mijn mutatie is Crystallokinesis – De kracht om kristallen te creëren en manipuleren. Ik ben geboren met de kracht om kristallen te laten ontstaan – vaak wanneer ik dit zelf niet wil. Mijn emoties hebben er namelijk de controle over, en hoewel ik aan het oefenen ben om het zelf te leren, weet ik niet of ik dat ooit voor elkaar ga krijgen. Er zijn twee soorten kristallen die ik kan laten ontstaan: de harde, puntige variant, waar je waarschijnlijk aan dacht de eerste keer dat het woord ‘kristal’ viel, en een... sierlijkere soort, die voornamelijk andere voorwerpen bedekt Beide varianten zijn vrij afhankelijk van oppervlaktes. Om het duidelijker te maken, zal ik wat voorbeelden laten zien van beide kristalsoorten! 1 en 2.
***
Ik groeide op in een grote boerderij in het noorden van het kleine landje Nederland. Ons huis was afgelegen van beschaving: het was minstens 10 minuten fietsen om bij de meest dichtbijzijnde supermarkt te komen. We haalden daarom zoveel mogelijk van onze voedingswaarden van onze eigen dieren en tuin. Ik leerde simpel leven, maar gelukkig. Zelfs na het eerste ongeluk bleef ik gelukkig. Het eerste ongeluk heeft mij waarschijnlijk het meest aangedaan. Ik was niet ouder dan 4 jaar. Mijn broer en ik waren in een speeltuin aan het spelen op een dagje uit met onze ouders. Alles ging goed, we speelden vrolijk samen, tot mijn broer op de kabelbaan ging. Ik was te klein er voor en durfde daarom niet zo goed, maar hij kon er op en liet zichzelf gracieus door de lucht glijden. Tot vooral mijn schrik verloor hij halverwege de controle. Ik zag hoe hij zijn best deed om op de kabelbaan te blijven zitten en ondanks mijn jonge brein besefte ik me dat hij het niet lang zou volhouden. Het was een reflex, dat ik naar voren stapte en naar hem uitreikte, maar in plaats van hem te helpen joeg ik hem alleen maar zijn ondergang in. Ik snapte toentertijd niet dat het kristal wat hem van de kabelbaan af duwde mijn creatie was. Het was het kristallen pad tussen mij en het scherpe kristal in dat het verraadde. Mijn broer was nooit meer dezelfde. Ik denk dat hij bang was dat ik hem pijn deed, en dat hij zich daarom maar voor me afsloot. Ik zag hem nog wel vaak, maar echt contact hadden we niet meer, ondanks mijn vele pogingen. Mijn ouders waren ook bang, maar sloten zich niet af voor mij. Ze wilden het beste voor me, en hoewel ik door had dat ze me vreesden, waardeerde ik hun warme knuffels. Toen ik ook op gewone dagen soms kristallen begon te produceren, bevolen ze mij om altijd sokken en handschoenen te dragen, zodat niemand van mijn gave af zou weten. Ik stribbelde niet tegen, want natuurlijk wilde ik geen anderen pijn doen, en zo kon ik nog redelijk normaal blijven leven.
Het tweede ongeluk gebeurde drie jaar later, op de dag dat mijn vader me meenam naar zijn werk. Hij was de baas van een groot kantoorbedrijf en hoewel ik nu al wist dat ik wilde zingen en dansen vond ik het geweldig dat ik mee mocht naar zijn kantoor. Hij leidde me rond met alle passie die hij in zich had – en dat was een hoop. Dit was zijn leven, en om te zien hoe blij hij er mee was, was fantastisch. Ik... zou willen zeggen dat het ongeluk niet mijn schuld was, maar dat was het zeker wel. Mijn vader kreeg een belangrijk telefoontje en lette even niet op mij, en ik had het besluit genomen dat ik een kopje thee wilde. Alleen kon ik niet zo goed bij de machine, en ik weet niet of ik het al gezegd heb, maar soms ben ik nogal onhandig – dus dat liep niet goed af. Niet alleen was de warme vloeistof over mijn huid gekomen, het had ook mijn handschoenen helemaal heet en nat gemaakt, dus die gooide ik zo snel ik kon uit. Op dit punt zat ik al te huilen, en toen ik me wilde omdraaien om mijn vader te laten zien wat een kluns ik was, maakte ik een verkeerde stap en viel ik van het krukje af waar ik op had gestaan om bij het koffie en thee apparaat te kunnen. Eigenlijk herinner ik me verder alleen nog de koude vloer, en toen de gloed rondom mijn handen, en toen de kristallen die zich overal vormden. Dit was het resultaat van pure pijn en angst, niet alleen een schrikmoment zoals toen mijn broer bijna viel. De lange gang was al snel bedekt met beide soorten kristallen, en elke keer als ik weer adem had gehaald en opnieuw zo hard mogelijk krijste, verschenen er meer van die puntige dingen. Ik herinner me ook nog de warme armen van mijn vader die me optilden, maar me niet konden troosten. Ik voelde zijn angst en schrik door hem heen stromen en dat stelde me alles behalve gerust. En terwijl wij ons verplaatsten door de gangen, deden ook de kristallen dat. Ik weet niet hoe het is gegaan, hoe snel en alles, en of de hele binnenkant van het gebouw wel bedekt was of alleen de gangen waar wij doorheen kwamen. Ik weet alleen dat toen we buiten stonden mijn vader me neerzette, een traan van mijn wang af pinkte, en vervolgens opkeek naar wat ooit zijn werkplek was. Ik kon het niet helpen om zijn blik te volgen en in plaats van een gewoon kantoorgebouw, stond er een bouwwerk dat volledig gehuld was in kristal. Mijn kristal.
Mijn vader was niet boos, maar hij liet me zelden nog alleen. Hij had zijn vertrouwen in mij verloren en dat begreep ik. Dus ik stond het toe dat hij me constant verbeterde en waarschuwde en me dingen verbood.
Misschien had ik ergens moeten vermelden dat mijn ouders ontzettend fan waren van Amerika en er maar al te graag wilden leven. Dat gebeurde een half jaar na het ongeluk bij mijn vader’s werk. Blijkbaar was het telefoontje dat hij toen had gekregen een bevestiging dat de kantoorruimte die hij wilde hebben beschikbaar was en kon hij zijn bedrijf daar opnieuw op weg helpen. Dus we verhuisden, naar Washington, waar ik Engels leerde spreken en ook beter leek te worden in het verbergen van mijn mutatie. Het huis zat op een soortgelijke locatie als ons vorig huis: Tussen weilanden met de eerstvolgende supermarkt op 10 minuten afstand.
Helaas houdt het ongeluk hier niet op. Sterker nog, toen ik 11 was raakte ik in het meest duistere deel van mijn leven. Ik herinner me nog dat we de verjaardag van mijn broer vierden en mijn ouders een week daarna op zakenreis gingen, samen. Mijn broer moest voor me zorgen. Echter... Kregen we enkele dagen na hun vertrek een telefoontje. Peter had opgenomen en ik herinnerde me nog hoe zijn normale, neutrale uitdrukking opeens veranderde in eentje van iemand wiens wereld was ingestort. Hij bedankte degene die belde, hing op en keerde zich tot mij. Ik was bang dat hij boos was en zou schreeuwen, zo zag hij er wel uit. Maar hij zei alleen waarom er gebeld was: “Mam en pap zijn dood.” Ze waren in een auto ongeluk terecht gekomen en hadden het niet overleefd. Niet wetend wat ik moest doen sloot ik me de week die volgde op in mijn kamer en ik wist dat Peter hetzelfde had gedaan. Maar ik deed het niet uit eigenbelang, ik deed het omdat mijn mutatie uit de hand liep door mijn emoties. Ik denk dat mijn kamer die week wel drie keer per dag volledig bedekt is geweest met kristal. Maar ik wist het onder controle te houden, en liet mezelf al snel weer uit mijn kamer om weer een poging doen om te leven. Peter was nu mijn voogd en moest voor me zorgen, maar het meeste deed ik zelf omdat hij zich nog steeds verstopte.
De eerste dag nadat mijn ouders overleden waren en ik weer op school kwam, was wanneer het volgende ongeluk gebeurde. Het spijt me als ik teveel door ga over deze ongelukken trouwens, ik heb echt geen slecht leven maar ik dacht dat het de bedoeling was om zo uitgebreid mogelijk alles te vertellen en nouja, om mijn mutatie te leren kennen is dit best belangrijk. Eén van mijn vrouwelijke klasgenoten besloot me te vragen waarom ik die handschoenen aan had ondanks dat het best warm weer was. Ik zei haar dat het een keuze was en dat het voor haar veiligheid was, en zeker in een emotioneel instabiele tijd als deze was dat waar. Ik weet eigenlijk niet meer zeker waarom ik toegaf aan haar gezeur – typisch zo’n voorbeeld van een keuze waar ik niet goed over nagedacht had. Maar toen mijn handschoen uit was, tikte ik met mijn wijsvinger voorzichtig op drie plaatsen op mijn bureau, waar direct de sierlijkere variant van mijn kristallen ontstond. En voor het eerst durfde ik in te zien hoe mooi mijn kracht was. Hoe het langzaam groeide, zich uitbreide, tot het het hele oppervlak van de tafel bedekt had en zich verder verspreidde richting de vloer... Wacht, wat- Hier realiseerde ik me dat ik een grote fout had gemaakt en beveelde ik iedereen het lokaal te verlaten. Het meisje dat me gevraagd had om het te laten zien gilde hard, en trok haar vriendinnen meteen mee. De leraar was niet in het lokaal geweest dus het kostte even voor de leerlingen mijn kristallen zagen en doorhadden dat ik serieus was. Ik durwde mijn laatste klasgenoot de deur uit en sloot die vervolgens veilig met het slot dat aan de binnenkant zat. Ik wilde immers niet dat een van mijn klasgenoten pijn zouden lijden door mijn mutatie. Op dit punt raak ik in paniek, want ik heb eigenlijk geen idee hoe ik mijn kristallen weer weg kan krijgen. Ik heb wel eens een kleintje op laten gaan in niets, maar dit was een veel grotere uitdaging. De gehele vloer zat al onder het kristal en het verspreidde zich langzaamaan ook over de muren omhoog. Mijn tweede handschoen gooide ik ook maar uit en hoewel ik het liefst ook mijn schoenen en sokken uit had getrokken om nog beter te werk te kunnen gaan, had ik daar geen tijd voor. Met een aantal bewegingen van mijn handen, wist ik de kristalsituatie nog tien keer zo erg te maken. Toen de leraar binnen kwam, had ik alle hoop eigenlijk opgegeven. Ik was doodsbang voor wat er komen zou, want hier kwam ik sowieso niet zomaar mee weg. In plaats van mijn kristallen te hebben weggehaald, had ik een hoop van die puntige kristallen er bij gemaakt, die op sommige plekken door tafels heen staken zodat die van de grond opgetild werden. Er was één tafel die zelfs volledig door midden gebroken was. Ik had geloof ik ook een raam gesloopt want de kristallen waren ook naar buiten gekropen. De leraar was furieus en stuurde me direct naar de directrice, die eigenlijk meer verward was dan boos. Ze liet me op school blijven, maar onder voorwaarde dat ik mijn kracht onder controle zou krijgen en dat als het nog eens gebeurde, ik wel weggestuurd zou worden. Ook kreeg ik een andere klas aangewezen, met het idee dat hiermee pesten voorkomen werd. Ik werd niet gepest hoor, ik werd juist wel als cool gezien omdat ik nu een schoollegende over mezelf had. Mijn sociale vaardigheden hielpen ook.
Het laatste zielige hoofdstuk uit mijn verhaal was een jaar na de dood van mijn ouders... het was een van die zeldzame dagen waarop Peter zijn kamer uit gekomen was en we samen beneden waren. Ik weet niet zeker waarom hij rond dezelfde tijd als ik ’s ochtends beneden was. Dat vertelde hij me ook niet en zou hij zeker niet doen als ik het hem vroeg. Ik had hem begroet met een vrolijk “Goedemorgen,” zoals ik ’s ochtends bij iedereen deed. Zijn reactie was een soort grom geweest. Duidelijk geen ochtendmens. Ik was bezig mijn eigen lunchpakket voor school voor te bereiden en besloot voor hem ook een broodje klaar te maken. Omdat ik vaker eten voor hem maakte wist ik wat hij lustte en wat niet. Als hij het niet hoefde at hij het niet op. De keuze die ik maakte beviel hem want hij at het broodje op toen ik het voor zijn neus neerzette. Het deed me goed om dit tafereel mee te maken, omdat het me onze afstandelijke situatie liet vergeten. Tot hij zijn mond open trok en een aantal woorden sprak. “Je bent tenminste nog ergens goed voor...” Ik denk niet dat het echt de bedoeling was dat ik het hoorde, maar dat deed ik wel degelijk, en daar zou ik geen gras over laten groeien. “Excuse me?!” had ik gereageerd. Hij stond op van zijn stoel en keek me aan met een blik die kon doden. “Wat? Denk je nou echt dat je waardevol bent met je vreemde kracht? Open je ogen, Ciara.“ Ik hield mijn mond. Als hij iets te zeggen had, dan deed hij dat maar. Mijn reactie werd duidelijk niet door hem gewaardeerd. “Je weet niet eens hoe je met kritiek om moet gaan. Je bent niets meer dan een freak.” Op dit punt draaide hij zich om, en besloot ik om alsnog op hem in te gaan. “Oh, dus dat is waarom je je altijd opsluit? Omdat je niet gezien wil worden met een freak als ik?” Ik deed een stap naar voren en pakte zijn arm vast, zodat hij niet weg kon lopen. “Ik kan het leren beheersen, Peter! Ik ben er al veel beter in dan eerst. En mijn mutatie bepaalt niet hoe ik ben! Ik laat het mijn leven niet beheersen, in tegenstelling tot jou!” Dit scheen zijn aandacht te vangen. Ik liet hem los en deed weer een stap naar achteren. “Peter... Je bent familie. Als ik van iemand steun nodig heb, dan ben jij het wel..” “...Ik ben geen familie van een monster als jij.” En met die woorden liep hij de ruimte uit en liet hij mij radeloos achter.
Dit was voor het eerst in lange tijd dat ik een echt ‘gesprek’ gehad had met mijn broer. Omdat het zo’n bijzonder moment was heb ik het goed onthouden, maar daarom niet alleen. Dit was het laatste gesprek wat ik met hem had. Toen ik na een lange dag op school terug naar huis kwam, trof ik het huis aan met een nog stillere sfeer dan gewoonlijk. Ieder mens had kunnen merken dat er iets mis was. Daar hoefde je geen mutant voor te zijn. Blijkbaar was ons meningsverschil de druppel geweest tot het besluit om zichzelf het leven te ontnemen.
Ik trof hem aan in de keuken. Zijn hart klopte niet meer, maar ik had eerder het gevoel dat het mijn leven was dat was beeindigt. Ik liet me op mijn knieën vallen naast zijn lichaam en huilde alsof ik mijn hele leven nog nooit gehuild had. Zijn dood was immers mijn schuld. Tot op deze dag mis ik mijn broer nog steeds, ondanks dat we nauwelijks meer met elkaar om gaan.
Ik heb die hele nacht gehuild, en toen eindelijk het zonlicht weer het huis in scheen, voelde ik ook een andere warmte op mijn schouder. Een hand. Ik dacht dat het iemand van een weeshuis was of iets dergelijks, die mij kwam ophalen zodat ik geadopteerd kon worden, maar het tegendeel bleek waar te zijn. Dit was Jean Grey, het schoolhoofd van de mutantenschool waar ik mij nu al... 6 jaar bevind? Ze nam me mee het huis uit, en pas nu besefte ik me wat ik had gedaan. Ondanks de handschoenen en schoenen die mijn handen en voeten warm hielden, hadden mijn kristallen werkelijk het hele huis in kristal bedekt, en ook een deel van de velden er omheen. Terwijl ik in het huis liep was ik nog te emotioneel om er echt een mening over te scheppen, maar toen we eenmaal het gebouw uit waren en in de helikopter stapten en ik een goed uitzicht had op wat ik gemaakt had, besefte ik me voor de tweede keer in mijn leven hoe mooi mijn kracht eigenlijk was. En terwijl Jean me uitlegde over de school en wat er daar met me ging gebeuren, begon ik al hoop te krijgen dat ik later vrijwillig zulke mooie creaties kon laten ontstaan.
Ik had heel veel moeite met me aanpassen aan mijn nieuwe leven. Niet alleen omdat mijn laatste ongeluk met mijn mutatie veel schade had aangericht en ik zeker niet wilde dat dat hier ook gebeurde, maar ook omdat ik sociaal heel erg on mezelf gedoken was. Ik rouwde dagelijks om het verlies van mijn broer, en ook om mijn ouders. Toen mij gevraagd werd mijn mutatie te testen in een van de speciale trainingsruimtes, twijfelde ik, maar uiteindelijk voerde ik de training uit. De test hield in dat ik drie poppen die op zo’n twintig meter afstand van me stonden van hun voet af moest krijgen. Ik was heel angstig in het begin, en dat bleek niet voor niets te zijn: toen Jean terugkeerde naar de ruimte, had ik alles gekristalliseerd. Jean werd niet boos, tot mijn verbazing. Ze heeft me sinds dien ontzettend geholpen en gesteund in het vinden van de controle over mijn krachten.
Jean was niet de enige die me steunde. Ik vond op de school al snel een vriendin, genaamd Claudia. Haar mutatie was dat ze controle had over het weer – wat ironisch genoeg goed bij haar naam paste. Ik heb ontzettend geluk gehad dat zij mij kamergenootje was, en hoewel ze nu is afgestudeerd en op zoek is naar haar plek in de wereld, zal ik haar nooit vergeten. Claudia was een betere vriendin dan ik ooit voor had kunnen wensen, en ze heeft mij geholpen om te worden wie ik nu ben.
***
Dansen en zingen is mijn leven! Ik hoop na de mutantenschool daar iets mee te kunnen doen, al weet ik niet of ik daar geschikt voor ben, aangezien mijn mutatie soms niet in de hand te houden is. Ik draag om mijn rechter middelvinger een zwarte ring. Voor degenen die weten wat dat betekent: gefeliciteerd~ Voor zij die het niet weten, laat ik het er op houden dat deze ring van mijn broer is geweest en Jean hem mee heeft genomen uit ons huis en hem aan me gaf als aandenken. Ik leerde later pas de betekenis kennen. Ik zou eigenlijk niet weten waarom je dit zou willen weten maar ik ben panromantisch aseksueel. Ik voel nooit de behoefte om iets seksueels te doen met een ander, maar ben wel verliefd geweest op mensen van verschillende geslachten... Hier is echter allemaal niets interessants uit gekomen. Ondanks dat mijn voornaam Anna is, had mijn familie de gewoonte om me bij mijn tweede naam te noemen: Ciara. Mij maakt het niet uit welke je gebruikt, ik ben inmiddels beide gewend. Ik ben zwaar onhandig. Ik wou dat dit een grapje was, maar helaas – ik ben gewoon niet aangelegd om handig te zijn. Het enige wat ik kan zonder te stuntelen en vallen, is dansen. Trouwens, mijn naam is uitgesproken op de Europese manier. 'Ah-na'. Niet 'Enna'. Veel Amerikanen hebben dat nog wel eens fout.