History
3281 V.Chr.In zijn lange leven heeft Gahiji veel Farao’s geadviseerd en geholpen. Hij maakten oorlogsplannen of bedacht nieuwe bouwprojecten. Veel mensen zagen hem als een God ondanks dat het in die tijd normaal was om enkel de Farao als persoon te beschouwen die dicht bij de Goden stond. Een echte kwam nooit naar de aarde of liet zich nooit zien. Ze waren altijd aanwezig, maar niet zichtbaar. Dat was hoe ze er in die tijd over dachten en toch beschouwde ze Gahiji als een God en hij werd ook echt al heilig beschouwd. Op straat zouden mensen buigen en nooit oogcontact maken. Dat werd beschouwd als onbeleefd en je sprak enkel tegen hem wanneer hij begon met spreken. Zelf zag Gahiji zich niet als een God want hij wist beter. Zijn leven was niet altijd zo luxueus geweest. Vroeger had hij niet alles wat hij wilde, lag er niet iedere dag bergen eten op hem te wachten. Hij behoorde tot de laagste klasse van de bevolking en dat als sinds hij jong was. Pas later wanneer zijn mutatie kwam opspelen begon het goede leven en gingen mensen hem anders behandelen, alleen maar zodat het later weer verkeerd kon gaan.
Gahiji zijn ouders waren beide slaven en dagen lang moesten ze werken aan nieuwe piramides en tombes. Zelfs zijn moeder wanneer ze hoogzwanger was bleef ze aan het werk want het werd niet toegelaten dat ze stopte. Mannen en vrouwen werden gelijk behandeld en dat was duidelijk. Gahiji werd geboren terwijl zijn moeder aan het werken was. Ze zakten uiteindelijk door de pijn door haar benen omdat ze niet meer kon. Ze wist dat haar kind eraan kwam, maar de Egyptenaren hielden daar geen rekening mee. Verschillende zweepslagen werden nog uitgedeeld voor enkele andere slaven ten hulp schoten. De Egyptenaren wisten tegen dan wel dat het zinloos was. Hardhandig werd de vrouw van het werkveld weg gesleurd naar een andere plek waar de bevalling kon worden verdergezet.
Helaas had zijn moeder het niet overleefd en het was onbekend wie de vader was. Vele veronderstelde zelfs dat het één van de slavendrijvers was, maar daar had ze nooit wat over verteld. Gahiji had zijn naam nog wel van haar gekregen, maar groeide op zonder ouders en bij mensen die dat werkonbekwaam waren. Daar bleef hij tot dat ook de jongen oud genoeg was om te werken.
Gahiji was een magere jongen en dat werkte niet in het oordeel bij het werken. Hij was niet zo sterk als andere van zijn leeftijd en kreeg vaak te maken met zweepslagen. Soms had hij het gevoel dat iedereen het op hem gericht hadden. Zijn rug stond vaak vol met wonden en wanneer daar geen plek meer was gingen ze over naar uit buik en borst. Al snel stond zijn bovenlichaam vol en oude wonden werden vaak weer open gehaald. Het moest gewoon eens gebeuren dat de wonden gingen ontsteken en eenmaal dat gebeurde kwam er een ziekte bij. Dat was natuurlijk geen excuus en hij moest gaan werken enkel om daar in de gloeiend hete zon in elkaar te zakken. Op voorhand zag alles al wazig en het lukte Gahiji niet om zich ergens op te concentreren. Het zweet liep over zijn gezicht heen en hij had totaal geen kracht in zijn armen noch zijn benen. Uiteraard kwam er iemand kwaad op ham aflopen wanneer hij eenmaal op de grond viel. Hardhandig werd zijn schouder vast genomen en zo probeerde ze hem recht te trekken zonder enig succes. De man nam Gahiji uiteindelijk bij zijn keel vast, klaar om hem te wurgen, maar zover is hij nooit geraakt.
Alles leek vanzelf te gaan. Gahiji nam de man zijn voorhoofd vast met één hand die ondertussen een blauwe gloed gekregen had en ook zijn ogen waren van het ene moment op het andere veranderen. Het was alsof al het vocht uit het lichaam van de man die hem vast had verdween. De ogen werden als eerst volledig grijs en wazig en nadien begon ook de huid volledig uit te drogen tot het een donkergrijze kleur had. Dat terwijl Gahiji weer in orde was en recht stond zonder enige moeiten. De greep waarmee hij de nek van de dode persoon vast hard werd nog krachtiger tot het hoofd van de romp viel. Mensen keken hem aan met hun monden open van verbazing. Het rumoer van eerst was verdwenen en had plaats gemaakt voor complete stilten. Na verschillende seconden ging de eerste dichtstbijzijnde persoon op zijn knieën zitten met zijn armen voor zich uit gestrekt op de grond. Enkele anderen volgde het voorbeeld, tot iedereen wel een buigende houding had aangenomen. Of toch bijna iedereen want iemand had met zijn speer tegen zijn achterhoofd geklopt wat er meteen voor zorgde dat hij het bewustzijn verloor en hij de grond op viel.
Wanneer dat Gahiji eenmaal weer ontwaakten werd hij door wee wachters meegesleurd. Ze hielden hem beide vast onder zijn armen en zijn benen schoven mee over de grond. Het drong niet meteen door hoe hard zijn hoofd zeer deed, maar de pijn die hij op zijn romp had gevoeld was weg. Hij voelde zich niet meer ziek. Er was enkel nog de hoofdpijn die hij aan de klap te danken had. Voor zover dat het ging probeerde hij naar zijn lichaam te kijken en hoewel de wonde haast genezen was, waren de diepe littekens er allemaal nog wel. Eerlijk? Gahiji wist niet wat hij anders had verwacht en eigenlijk had hij ook geen idee wat er juist gebeurd was. De klap was harder geweest en hij zou even tijd nodig hebben om het op een rij te plaatsen. Dat lukte enkel niet goed als mensen je de grond op gooien en je de farao voor je neus ziet staan als je opkijkt. De man stond een eind verder op van zijn troon en vol interesse had hij heel de tijd naar Gahiji zitten kijken.
Heel de situatie was zo vreemd geweest. Je hoorde zoveel verhalen over de machtige koning die dicht bij de Goden stond. Iedereen boog voor hem, maar hij boog voor niemand. Tot op dat moment. De Farao ging op één knie zitten en hield zijn hoofd licht gebogen. Iedereen in de zaal deed hetzelfde, maar Gahiji snapte er helemaal niks van. Zijn hoofd bonkte hevig van de pijn, maar later kon hij terug aan die dag denken als de dag dat zijn leven volledig veranderen.
Mensen zagen hem als een soort God en al snel trok hij in het paleis van de Farao in om daar verder voor de man te werken, al werd er later een kleiner paleis gebouwd waar hij zou wonen. Gahiji begon beter te beseffen wat er die ene dag gebeurde en het was hem gelukt om het nog enkele keren te doen. Hij doden iemand door letterlijk het leven eruit te zuigen en zelf in zich op te nemen. Het voelde goed en hij hield van de macht die hij ermee kreeg. In het begin doden hij om de paar weken wel iemand en het lichaam dropte hij in de Nijl. Ondanks dat betere status wilde hij niet dat mensen erachter kwamen wat hij deed. Zo ging het een lange tijd door. Gahiji leerde hoe het paleisleven was en ook werd hij haast de rechterhand van de Farao.
Naarmate de tijd vorderde merkte hij wel op dat er iets niet klopte. Om hem heen werd iedereen ouder en dat zag je, maar hij bleef precies hetzelfde. De link tussen zijn krachten en het niet ouder worden legde hij al snel. Mensen werden daardoor enkel zekerder van hun gedachten. Iemand die niet ouder werd en beschikte over krachten moest wel iemand zijn met een Goddelijke afkomst.
In het begin wilde Gahiji de slaven nog helpen omdat hij zelf ooit onder hen had geleefd. Hij had er vrienden en mensen die naar hem op hadden gekeken zonder dat hij speciaal was, maar het was nooit wederzijds meer. De keren dat hij naar de werkplaatsen ging kreeg hij enkel vieze blikken. Mensen spuugde naar hem of vielen hem aan. Natuurlijk begreep hij het. Terwijl dat hij ineens goede kleren kreeg, genoeg eten voor de rest van zijn leven en een eigen paleis had veranderde er voor de slaven niks. Ze hadden gehoopt dat hij er wat aan zou doen, maar dat deed de jongen niet. Gahiji verloor ook al zijn respect voor de slaven wanneer een groep hem wilde doden. Dat was wel het moment dat hij erachter kwam dat hij nog krachten had. De leider van de groep wilde aanvallen, maar alsof het automatisch ging en Gahiji wist waar hij mee bezig was stak hij zijn hand op en staakte de slaaf zijn actie. De jongen zelf wilde dat de man naar achter zou stappen en zich vervolgens op de grond zou gooien en dat was ook wat er gebeurde. Uit angst voor wat er gebeurde wilde de andere van de groep weg lopen, maar één voor één werden ze door de wachters gedood met een hoop zweepslagen.
Ergens had Gahiji zich schuldig gevoeld omdat hij wist hoe het voelde, maar dat gevoel zetten hij aan de kant. Vanaf die dag beschouwde hij zichzelf ook niet langer als slaaf en dacht hij niet meer terug aan die tijd. Hij zorgde ervoor dat zijn eigen littekens altijd bedekt waren en dat niemand ze nog zag, deels door schaamte.
1478 V.Chr.Gahiji heeft Farao’s zien komen en gaan. Voor vele jaren lang. Hij was zichzelf ook als een Goddelijk wezen gaan aanzien doordat iedereen dat ook van hem verwachten. Iedereen aanbad hem, maar daar kwam verandering in wanneer er weer een nieuwe Farao kwam. Met iedere Farao kwam hij goed overeen, één had hem zelfs een kat gegeven die dankzij Gahiji ook veel langer leefde dan hoorden. Het leven dat hij van mensen stal kon hij ook doorgeven en dat was precies wat hij deed met zijn kat. Toch was er die ene Farao die helemaal niks met hem had. De man kon het niet verdragen dat er iemand anders was die bezien werd als een Goddelijk iets.
Het begon met vieze blikken, maar het liep over toch woordwisselingen en nooit waren ze het met elkaar eens. Als de Farao wat zei keurde Gahiji het af met een hoop argumenten en andersom net hetzelfde. De twee konden het bloed vanonder elkaars nagels halen en als blikken konden doden vielen ze met twee op de grond neer. De spanning was in het paleis dan ook altijd te voelen en heel het rijk merkte dat ook. Niets verliep nog vlot en bouwplannen werden steeds gewijzigd. Zelfs een heel groot bouwproject dat was opgestart door de vorige Farao en zijn laatste wens was mocht eraan geloven. De nieuwe Farao had het opgezet en dat was de druppel geweest. Wanneer dat Gahiji ervan hoorden ging hij meteen naar het Paleis.
Zonder iemand te verwittigen was hij de troonruimte binnen gewandeld waar de Farao zat. Vanaf het eerste moment was het al helemaal mis geweest en het was de ergste ruzie dat de twee al hadden gehad. Zo erg dat de Farao een mes trok en deze richting Gahiji zijn hoofd stak. Iedereen wist wat de jongen kon en waarom hij beschouwd werd als een God. Hij had Goddelijke krachten waar een sterveling niet tegenop kon. Nog voor het mes zijn gezicht had kunnen raken stond de Farao stil midden in zijn beweging. Gahiji waarschuwde de man nooit meer een mes naar hem te trekken of hem aan te vallen en voor dan schoot de macht hem naar zijn hoofd. Hij deed iets wat hij nooit had mogen doen, hij liet de Farao gedwongen voor hem buigen. Natuurlijk kregen de wachters toen allemaal het bevel om hem op te sluiten en dat was ook precies wat er gebeurden. Gahiji was krachtig, maar tien man kon hij niet aan. Wanneer hij zelf overmeesterd was en hij de grote grijns op de andere man zijn gezicht zag wist hij ook pas wat hij had gedaan. Wat er gebeurd was, was precies wat de Farao wilde want vanaf dat moment had hij een reden om hem op te sluiten.
Het plan was al langer in werking zonder hij het wist. Ver buiten de stad was al een tombe gebouwd diep onder de grond zodat niemand het ooit nog zou zien. Dat ging Gahiji zijn graf worden waar hij tot in de eeuwigheid zou vast zitten. Al zij spullen, ieder bewijs dat hij ooit had geleefd werd bij hem gegooid voor de deuren achter hem sloten en hij nooit had nooit nog iets van de Farao gehoord. Of van iemand anders.
2036 N.Chr.In het jaar 2036 was een hele groep Archeologen naar een pas ontdekte plek gegaan. Een nieuwe Tombe die ze nog nooit hadden gezien. Zwaar beveiligd met vallen om elke hoek. Wanneer ze eenmaal in de echte tombe zaten wisten ze ook waarom. Het lag er vol goud en juwelen. Verschillende rollen en muurschilderingen. Wat het meest opvallende was, was toch wel het lichaam dat in één van de hoeken op de grond lag tegen een muur aan. Voor jaren lang dood te zijn zag het er redelijk goed uit en was het niet volledig vergaan. Eén iemand was dichterbij gegaan om het lichaam te onderzoeken, maar niemand had verwacht dat een hand van het skelet zich om de vrouw haar nek sloot en zo al het leven uit haar haalde. Zichtbaar begon het lijk nog meer vorm en kleur te geven en nadat iedereen in de ruimte dood was zag het lichaam er weer volledig levend uit.
De hele crew die op dat moment in de Tombe zat sneuvelde. Niemand daarbinnen overleefde het, maar buiten hadden anderen al een heel kamp opgezet. Met trage en moeizame passen begaf de jongen zich naar de uitgang. Al zijn gedachten waren vaag. Hij had op dat moment geen idee wie hij was, waar hij was of zelf wat hij was. Van niks was hij zich bewust en er was zoveel dat hij in zich moest opnemen wanneer hij weer bovengrond kwam. Zoveel kleuren en onbekende zaken. Andere mensen die van alles riepen en op hem af kwamen. Zo snel als hij wakker was geworden uit een lange slaap viel hij ook weer bewusteloos op de grond.
Al de herinneringen in zijn hoofd waren nog steeds een onsamenhangende boel. Gahiji had nog steeds geen idee wat er allemaal gebeurd was, maar dat maakten niet uit, hij was ergens waar hij niet hoorden. Er was niet één voorwerp dat hij herkende. Zelfs buiten zag het er helemaal anders uit. Veel meer groen dan hij al die jaren gewoon was, rijdende dingen en vooral veel mensen die gewoon rondliepen. In de kamer waar hij zat lagen verschillende dozen waar zo goed als al het materiaal dat bij hem in de tombe had gelegen in zat. Het waren verschillende dozen die hij niet allemaal kon dragen, maar Gahiji wist twee op elkaar te stapelen en zo de kamer te verlaten. Zelfs de geur in het gebouw was volledig anders dan alles wat hij had gekend. Zonder dat hij wist waar hij heen ging wandelde hij door de gangen heen met de dozen die zijn zicht ook nog eens versperde. Veel mensen keken hem raar aan of riepen wat wanneer hij ertegen aan liep zonder een verontschuldiging.
Eén iemand had hem uiteindelijk wel tegen gehouden. Zo goed als het kon probeerde de man uit te leggen waar ze waren, wat er verder zou gebeuren en ook wat er precies gebeurde. Een makkelijke taak was het niet geweest aangezien dat Gahiji de taal niet sprak. De plek waar hij was zou een ziekenzaal zijn en daar bleef de jongen voor een redelijk lange tijd, gewoon al omdat hij niet naar buiten wilde. Zijn herinneringen waren na zijn tijd op de ziekenzaal ook allemaal weer terug gekomen en ze hadden hem ook de alledaagse taal geleerd. Het is niet dat hij ieder woord kent, maar de basis was er. De rest leerde hij nog wel. Schrijven was echter iets dat hij niet kon. Gahiji vond de plek waar hij was echter niks. Vroeger was hij speciaal en iedereen keek naar hem op. Het eiland waar hij zat bleek een school te zijn vol speciale mensen en dat vond hij niks.