Onderwerp: Re: And everybody wants to be touched /Open di maa 08, 2016 6:41 pm
.Always live before you die.
‘Devon is oké.’ Het kwam er veel sneller uit dan hij had gewild en dus leek het of het hem niet al te veel kon schelen. Maar het kon hem daadwerkelijk iets schelen, hij had afgelopen weken aan niets anders gedacht dan aan zijn beste vriend en wat er die nacht was gebeurd. Maar het was duidelijk dat hij het niet wilde tonen, net als hij niet wilde denken aan de confrontatie die hij zou krijgen met Devon eens hij hier ontslagen was uit de ziekenboeg. Ze sliepen tenslotte samen op de kamer, het was onvermijdelijk dat ze elkaar ooit eens zouden tegen komen. Hij staarde zo danig voor zich uit dat hij het amper door had dat Kat alweer was beginnen praten. Hij draaide zijn hoofd haar kant uit en hoorde nog net haar vraag. Zijn ogen zochten de hare en hij haalde kort zijn schouders op. ‘Ik zal hem wel tegen het lijf lopen als ik uit de ziekenzaal ben ontslagen, kan ook niet anders,’ hij zweeg en keek terug voor zich uit. ‘We liggen op dezelfde kamer.’ Mompelde hij er nog achter. Het was niet dat hij Devon niet meer onder ogen wilde komen, het was gewoon de nacht die hij niet meer onder ogen wilde komen en dat zou sowieso terug komen als hij Devon zou zien.
Ze beloofde het, ze beloofde het en hij zag dat ze het meende. Hij zag dat ze zich met ieder beetje kracht van lichaam zou inzetten voor zijn veiligheid en die van anderen. Storm had zich al afgevraagd waar ze dit het best konden doen, hij had geen zin om terug te gaan naar de bossen al leek dat de enige oplossing. Maar de trainingsruimtes zouden voor komende volle maan ook voldoen aangezien hij er vrij zeker van was dat Lupos die compleet zou kunnen transformeren dankzij de pijn. Het was iets dat hij met Kat zou moeten bespreken eens het zover was, alhoewel de bossen voor hem nog steeds het veiligste waren. Maar trainingsruimtes zouden hem misschien kunnen tegenhouden … het was een dilemma, iets waar hij momenteel nog niet wilde aan denken. Maar de dankbaarheid was er wel voor haar, zijn onschuldige Kat. Dat verdiende eigenlijk meer dan één cupcake als het haar zou lukken.
Toch wel één van de voordelen aan Kat was dat je echt over alles kon praten, zo ook over vervelende kantoorbaantjes. En enkel dat was één van de dingen die hij zo waardeerde aan haar, ze was een geweldige vriendin geworden voor hem. Storm leunde achterover op ellebogen en keek naar de grijns op haar lippen, wat er automatisch eentje teweeg bracht bij hem. ‘Wat zou je doen?’ Vroeg hij nieuwsgierig. Hij had het hele scenario al voor zich in zijn hoofd, nu wilde hij wel weten wat ze allemaal zou uitsteken als ze zich echt zou gaan vervelen. Haar opmerking betreffend haar eigen look deed Storm zijn ogen automatisch over haar lichaam glijden, en of ze er sexy zou uit zien in zo’n zakelijk pakje. ‘Kom dan vooral eens bij mij langs achteraf,’ hij maakte zijn zin niet af en haalde zijn ogen weer weg van haar lichaam en richtte zich weer volledig op haar. ‘Want ik wil dat ook wel eens zien, uiteraard. Al is het maar om je eruit te helpen, het schijnt dat die pakjes super strak zitten.’ Hij kon zijn eigen lach niet onderdrukken dus grinnikte hij zachtjes hoofdschuddend. Misschien waren dat de pijnstillers en andere medicatie aan de praat. Zo had haar “angst” ook weer een mooi einde gehad, net als de zijne kreeg door een ritje op een Pegasus. ‘Als het ooit nog eens op grenzen verleggen aan komt dan hou ik dat in gedachten.’ Knipoogde hij. Niet dat hij ooit nog eens zou denken aan grenzen verleggen, de laatste keer dat hij extreem had gedaan was hij een mutant gaan zoeken in een bos en gebeten door een weerwolf. Zie waar hem dat had heen gebracht.
Ze wilde de Storm Hall uit Londen leren kennen. Hij keek haar aan met één van zijn onbegrensde charmante glimlachen aan en bedacht zich plots dat hij vaker en vaker die Storm was bij haar dan de voorzichtige Storm die hij was geworden hier. ‘Jij maakt wel meer Londen los bij mij,’ hij keek haar aan en glimlachte gemeend. ‘Nee, het is echt waar Kat. Ik weet niet wat ervoor zorgt maar ik heb altijd het gevoel dat ik meer kan vergeten als ik bij jou ben.’ Hij zweeg en keek bedenkelijk voor zich uit. ‘Alsof ik geen weerwolf ben.’ Prevelde hij voor zichzelf. Hij herpakte zich en keek haar weer aan. ‘Dus misschien ken je al meer Storm Hall van daar dan van hier.’ Knipoogde hij. Hij zou haar toch niet meer kwijt willen. En zo dacht ze er ook over want ze zei niet veel later hetzelfde, dat ze hem niet in de steek zou laten. En dat was het mooie aan dit alles, dat ze er voor elkaar waren ongeacht. Hij hoopte dat hij op een bepaald punt Lupos zo ver zou krijgen dat hij het zou opnemen voor mensen, mensen zou beschermen, dan zou Kat gegarandeerd ergens in die lijst horen. Al wist hij maar al te goed dat ze voor zichzelf kon zorgen. Hij liet zijn blik kort naar opzij glijden toen ze zei hoe geweldig de reis zou worden, hij glimlachte opgetogen. Eigenlijk had hij nooit meer van de wereld gezien buiten Londen voor hij een weerwolf werd. Dus het zou mooi zijn, een avontuur dat hij nog niet had beleefd en kon beleven met Kat en eventueel anderen. De warme landen, de koudere, de culturen, de feesten, alles. Geweldig was misschien zacht uitgedrukt, het zou epic worden.
Gek worden was voor haar een heel klein begrip terwijl het voor Storm behoorlijk groot was want hij verdwaalde letterlijk in de gedachten aan gek worden. Alles wat sinds acht maanden geleden was gebeurd was om gek van te worden. En dood gaan was nog een veel gevaarlijker begrip voor hem dan gek worden. Want … hij was dood gegaan, twee uur maar hij was dood geweest. En dat was niet iets waar hij lichtelijk over ging, het maakte het hele perfectief van sterven zoveel anders. Storm had altijd geweten dat hij zou sterven door Lupos, het meemaken was iets helemaal anders. Maar zolang ze niet gek zouden worden of niet zouden dood gaan dan hadden ze elkaar om plezier te hebben, gezelschap te houden en dat was alles.
Hij voelde de slagroom nog gewoon zitten en in eerste instantie liet hij het er gewoon ook zitten zodat Kat haar plezier erom kon hebben. Hij probeerde oprecht zijn best te doen serieus en kwaad te kijken maar het lukte langs geen kanten. Dat ze teveel plezier had in haar leven was een feit en dat het geen slecht ding was, was nog een groter feit. Hij schudde grijnzend zijn hoofd en begon zorgvuldig de slagroom van zijn neus te halen. Toen ze immers begon over een neuzeneetmonster stopte hij en keek haar met een merkwaardige frons aan terwijl hij probeerde uit te vogelen hoe zo’n beestje er dan zou uit zien. ‘Ik krijg enkele vreemde beelden voor mijn netvlies Kat, mijn versie van een neuzeneetmonster lijkt iets sterk in de trant van een insect en het laatste wat ik in de buurt van men neus wil is een insect.’ Greens hij zachtjes, hij schudde zacht zijn hoofd in de hoop de beelden er daarmee weg te schudden. Haar fantasie rijkte ook onmenselijk ver. Het slagroom bus idee zou hij sowieso ooit eens zien zitten, beter zelf, hij zou haar wel eens in haar slaap verrassen met slagroom … als hij beter was. ‘Slagroomoorlog, dat klikt zo leuk, al zeg ik het zelf.’ Hij wiebelde zijn wenkbrauwen alsof hij haar al de waarschuwing gaf dat hij haar wel eens kon verrassen met een slagroomgrap. Ze boog naar voren en drukte haar lippen kort op zijn neus … oké, zo kon het ook. Veel beter dan dat neuzeneetmonster. Toen ze haar lippen liet zakken naar de zijne proefde hij gelijk de slagroom, hij bracht zijn hand omhoog en liet zijn vingers vederlicht langs haar wang strijken. “Beter.” Het duurde even voor hij zijn ogen opende en haar met een tevreden glimlach weer aan keek. ‘Veel beter.’ Stemde hij in. Zijn blik gleed naar haar cupcake bij haar woorden en hij schudde zachtjes glimlachend zijn hoofd. ‘Het is jouw verjaardag, eet hem maar helemaal zelf op. Ik overleef het wel op dat eten in de ziekenzaal.’ Knipoogde hij in een lief gebaar. Hij wist hoezeer ze van haar eten hield, hij zou haar dit niet ontnemen, al zeker niet op haar verjaardag …