“Whoa…” Verbijsterd keek de blondine om haar heen, overrompeld door de gigantische boekenkasten die haar omringden. Ze was weer eens op ontdekkingsreis gegaan in het schoolgebouw, iets wat ze de afgelopen dagen vaker had gedaan. Elise was uiteindelijk aangekomen bij de bibliotheek, iets dat haar aangenaam had verrast. Als klein kind had ze van lezen gehouden. Daarna was het helaas wat weggeëbd. Niet omdat ze niet meer van lezen hield, maar omdat de bibliotheken van de school waar ze daarna naar toe was gegaan een stuk minder goed was geweest. Ze had in eerste instantie alleen gehoopt dat de bibliotheek fatsoenlijk zou zijn. Dat er op zijn minst wat boeken in zouden staan die niet alleen verouderde encyclopedieën of atlassen waren. Maar dit… Ze had het gevoel alsof ze letterlijk in een hemel van boeken was beland. Er stonden meerdere rijen met gigantische boeken kasten, die stuk voor stuk vol stonden met boeken. En de stilte. Ah, de stilte. Geen gegil of gekrijs. Geen gesis van een bibliothecaresse die probeerde de leerlingen stil te houden. Het enige geluid dat echt hoorbaar was, was het geritsel van pagina’s die om werden geslagen, of het zachte klakkende geluid dat hoorbaar was als een boek terug in de kast werd gezet. Langzaam maar zeker verscheen een steeds bredere grijns op Elise’s gezicht. Waar ze voorheen nooit zo’n grote lezer was geweest, mede dankzij de veel te kleine boeken collectie die haar oude school had, kreeg ze het gevoel dat dit drastisch zou gaan veranderen. Zoveel boeken… Het zou zonde zijn om er niet op zijn minst een paar door te lezen.
Dit zou de perfecte kans zijn om haar oude hobby weer op te nemen. Het was niet alsof ze ontzettend veel te doen had buiten de lessen om. De school verkennen, dutjes doen op tijden die alles behalve geschikt waren, bomen zoeken die geschikt waren om eerder genoemde dutjes in te houden, alhoewel het daar eigenlijk iets te koud voor was, meer deed ze eerlijk gezegd niet. Voor de meeste andere activiteiten had ze andere personen nodig. En dat was nou net iets dat ze niet had. Maar dat gaf niet, want nu had ze de bibliotheek ontdekt. Nu had ze een plek waar het okay was om alleen te zijn. Waar ze in stilte kon zitten zonder dat iemand haar stoorde. Want alhoewel Brandi zeker geen onaangename kamergenote was, koesterde ze nog steeds de zeldzame momenten waarop ze het voor elkaar kreeg om volkomen alleen te zijn, al was het maar omdat ze er de laatste jaren zo erg aan gewend was geraakt. Een gewoonte, dat was het. Een slechte gewoonte. Maar ze deed al haar best om terug te praten wanneer ze aan werd gesproken in plaats van dat ze prompt weg liep, en dat vond ze al een hele verbetering.
“Hmm…” Langzaam liep Elise langs een van de boekenkasten, haar blik gleed kort over de ruggen van de boeken heen, de titels las ze maar half. Ze zocht naar een boek om te lezen, maar wist eigenlijk niet waar ze precies naar op zoek was. Iets dat informatief was? Of wilde ze liever een roman of iets? Aan de hand van de titels kon ze eigenlijk niet eens bepalen naar wat voor boeken ze precies keek, dat was hoe vreemd de titels waren. Alhoewel, ze dacht een titel te hebben gezien die verdacht veel op 50 Shades of Grey leek, maar dat zou ook heel ergens anders over kunnen gaan dan het boek dat ze in gedachten had. Haar blik gleed verder omhoog, waar ook nog rijen en rijen van boeken waren. Huh. Haar blik bleef hangen op een boek dat op de een of andere manier haar interesse had weten te wekken. Elise fronste, de titel maakte haar nieuwsgierig naar waar het boek over ging. Alleen… hoe wilde ze het boek ooit te pakken krijgen? Was er misschien ergens een trapje dat ze zou kunnen gebruiken? Ze liep terug naar de ingang van de bieb, vanuit waar ze opzoek ging naar een trapje, dat ze uiteindelijk wist te vinden.
Elise zette het trapje naast de kast neer, waarna ze er voorzichtig op klom. Dang. Het trapje was niet hoog genoeg, of wel soms? Ze rekte haar arm zo ver uit als ze maar kon, om het boek op een paar centimeter na aan te kunnen raken. Natuurlijk. Net een paar centimeter te weinig. Dat was nou net weer haar geluk. Hmm… misschien dat ze er wel bij kon als ze op haar tenen ging staan? Ze verzette haar gewicht, om nog net niet naar het boek toe te springen in haar poging om hem te pakken te krijgen. Elise merkte te laat hoe onverstandig haar beslissing was geweest. Ze had niet recht op het trapje gestaan, waardoor deze onder haar voeten weg gleed. Instinctief greep ze het enige dat ze vast kon grijpen vast; de kast. Dit bleek alleen maar een nog slechter idee te zijn. De boekenkast kon de boeken misschien prima hebben, maar plotseling het gewicht van een mens? Nee, dat kon hij niet hebben. De kast maakte een krakend geluid, waarna ze hem langzaam voelde kantelen. “Shit.” Met een luide dreun viel de kast omver, om als een domino steen tegen de volgende kast om te vallen, die het gewicht eveneens niet aan kon. Dreun na dreun was hoorbaar, het was duidelijk dat haar kast niet de enige was die was omgevallen. Als verstijfd bleef ze op de kast liggen. Ze zat in de problemen, of niet soms?
Met haar rooster in haar hand strompelde de blonde tiener die luisterde naar de naam Emma Bailey door de gangen. Ze had niet echt veel zin in de lessen, die voor haar volgende week zouden beginnen. Ze had langer vrij gekregen van school dan de meeste nieuwe leerlingen in het begin hadden, waarschijnlijk omdat er met haar allerlei medische onderzoeken gedaan moesten worden. Er was haar verzekerd dat ze hier later geen last meer van zou hebben, tenzij haar lichamelijke situatie op onverklaarbare wijze veranderde. Dat had het echter al 17 jaar lang niet gedaan, dus ging Emma er van uit dat dat ook nooit zou gebeuren. Helaas betekende dat dat ze geen excuses had om de lessen te vermijden en zelfs al had ze een hekel aan schoolsituaties, zag ze er eigenlijk toch wel naar uit om aan de lessen te beginnen en meer te leren over wat het nou betekende om een mutant te zijn. Ook was ze benieuwd wat ze van de andere mutanten kon verwachten, want het was nu al gebleken dat er veel meer dingen mogelijk waren dan Emma voorheen had gedacht.
Ze was naar de bibliotheek gegaan omdat ze verwachtte dat boeken haar wel informatie konden geven voor de aankomende lessen. Ze was nooit echt een actieve lezer geweest en verwachtte ook niet dat ze dat zou worden, maar dat betekende niet meteen dat ze boeken verafschuwde. In tegendeel. Ze was alleen verschrikkelijk lui, en had bovendien niet de tijd om lang genoeg stil te zitten om een boek te lezen. De echte wereld interesseerde haar sowieso meer dan fantasie dingen, en van die technische boeken met handige informatie waren naar haar mening vaak te saai geschreven.
Ze vouwde haar rooster op en stopte het in de broekzak waar ook haar mobiele telefoon zich al in bevond. In haar telefoon was een snoertje gestoken wat verbonden was met de twee oortjes die muziek afspeelden in haar oren. Emma had de bibliotheek bereikt, en aangezien je daar toch stil moest zijn en zij niemand had om mee te praten, kon ze net zo goed haar muziek aan laten staan.
Waar ze precies naar zocht, wist ze niet. Ze zou eerst maar even bij de geschiedenisboeken kijken en besloot dan wel wat ze ging lezen. Helaas was Emma niet bekend in de bibliotheek en liep ze meteen totaal de verkeerde kant op. De titels die ze op de boeken zag staan hadden niets te maken met mutantengeschiedenis. Ze wilde zich net hoofdschuddend omdraaien om een kast te zoeken met boeken die wel over het gekozen onderwerp gingen toen ze iets heel vreemds achter zich hoorde. Ze wist niet precies wat het was, omdat haar muziek hard genoeg stond om het geluid te verhullen, en toen ze zich omdraaide was het enige wat ze zag de boekenkast die op haar af kwam. Als een soort reflex riep ze heel luid “OH SHIT” en deed ze een poging nog weg te rennen, zelfs al was het allang te laat. Die poging verpestte het alleen maar erger voor haar, want in plaats van weg te komen struikelde ze over haar eigen voeten en viel ze op de grond. Dit bleek uiteindelijk niet heel erg te zijn, want de kast die haar kant op gevallen was landde tegen de volgende kast, en hoewel ze wel bedolven werd onder boeken hoefde ze zo niet bang te zijn om het harde hout op haar hoofd te krijgen. Haar poging tot ontkomen had er ook voor gezorgd dat haar hand net onder de boeken en de kast uit te zien was, terwijl de rest gevangen was onder een lading boeken. Emma had nou net de pech dat ze zo weinig fysieke kracht had, dat ze niet in haar eentje onder de boeken weg kon komen. Een paar boeken kon ze nog wel optillen, maar de hele inhoud van de kast? Dat was haar te veel. Om nog maar niet te beginnen over de deuken die over haar gehele lichaam waren ontstaan. “What the fuck?” bracht ze uit toen ze eindelijk een beetje van de schrik bijgekomen was – wat niet langer dan een minuut had geduurd. Wat had ze immers te vrezen? Ze voelde toch geen pijn, en één van haar ledematen verliezen was ook geen groot probleem.
Laatst aangepast door Emma Bailey op wo jul 02, 2014 9:24 am; in totaal 1 keer bewerkt
“Shit.” Roerloos bleef Elise op de kast liggen, wachtend tot ze allemaal om waren gevallen. Ze meende een gil te horen, maar was er niet helemaal zeker van, omvallende kasten bleken behoorlijk wat geluid te produceren. Ook de boeken die er achteraf nog steeds uit bleven vallen maakten het lawaai er niet veel beter op. Hoe veel kasten stonden er wel niet in deze bibliotheek? Had ze het soms voor elkaar gekregen om ze allemaal om ver te gooien? Was dit soms een van die bibliotheken waarbij de kasten zo waren opgesteld dat een onhandig persoon ze allemaal om zou kunnen gooien? Of was de ruimte gewoon groter geweest dan ze in de eerste instantie had gedacht? Eindelijk, het geluid van vallende boekenkasten was weggestorven. De laatste kast die om had kunnen vallen was blijkbaar ten gronde gegaan. Voorzichtig hees Elise zich overeind, waarna ze een poging deed om de schade die ze had aangericht te bekijken. Dit ging je toch niet menen. Elke, maar dan ook echt elke kast die in de bibliotheek stond bleek te zijn omgevallen. Dit moest een grap zijn. Een zieke, zieke grap. Als er iemand achter kwam dat dit haar schuld was…
Haar blik schoot door de ruimte heen. Had iemand haar gezien? Of eerder, had iemand gemerkt dat zij het was die de kasten omver had geduwd? Ze zag niemand, maar… met zo’n school als waar ze nu op zat wist je het nooit zeker. Voor zover zij wist konden de helft van de leerlingen onzichtbaar zijn zonder dat zij er ook maar iets vanaf zou weten, wat eigenlijk ook het punt van onzichtbaar zijn was. “What the fuck?” hoorde ze plotseling iemand zeggen. Terwijl dat niet de plek was waar het gepraat vandaan was gekomen, schoot Elise’s blik naar de deur, verwachtend dat er iemand binnen was gekomen die de ravage die ze had aangericht zag. De deur was echter nog even dicht als hij voorheen was geweest, wat maar één ding betekende: er was nog iemand in de ruimte. Maar waar? Toch niet onder een van de kasten? Ze hoopte toch echt van niet. Ze had zelf al geluk gehad dat ze bovenop de kast was beland in plaats van er onder. Ze moest er niet aan denken wat er zou zijn gebeurd als de kast de andere kant op was gevallen. Dat ze er onder was beland. Dat zou op zijn zachtst gezegd pijnlijk zijn geweest. Langzaam begon ze langs de omgevallen kasten te lopen, zoekend naar een teken van leven.
“Hallo…?” zei Elise zachtjes. Ze schraapte haar keel. “Is daar iemand?” vroeg ze opnieuw. De bibliotheek was behoorlijk groot, waardoor ze niet zeker wist of haar stem overal hoorbaar was geweest. Ergens hoopte ze dat ze de stem had ingebeeld. Dat er niet ergens iemand onder een boekenkast half dood lag te zijn. Als het, in de ergste situatie, niet helemaal dood was. Nee, wacht, dat kon vast niet zo zijn. Ze had de persoon net nog iets horen zeggen. Dode mensen zeiden geen dingen. Niet zover zij wist, in ieder geval. Tenzij de persoon een zombie of iets dergelijks bleek te zijn. Maar daar wilde ze niet eens aan denken. Als bleek dat het een zombie was dan zou ze direct de bieb uit rennen, ongeacht of er nog iemand anders ergens door een boekenkast verpletterd lag te worden. In het midden van de ruimte stopte ze met lopen, waarna ze opnieuw op haar heen keek. Wauw. Ze had echt een ravage aangericht. “Yo, ligt er toevallig ergens iemand onder een kast?” riep ze, deze keer een stuk harder dan haar eerdere vraag. Ze hoopte ergens dat ze geen antwoord zou krijgen. Dat ze gewoon de bibliotheek uit kon lopen. Doen alsof er niets was gebeurd.
Emma had veel dingen meegemaakt in haar leven die voor een mens zonder haar mutatie erg pijnlijk geweest zouden zijn. Gelukkig voor Emma, had zij wel haar mutatie. Dit betekende echter niet dat deze situaties prettig waren voor haar. In tegendeel. En van alle situaties waar ze in terecht was gekomen, was het vastzitten onder een boekenkast waarschijnlijk een van de vreemdste. Het missen van pijn zorgde er onder andere ook voor dat Emma’s gedachtestroom anders was dan die van een mens die wel zijn of haar botten zou hebben gebroken door het gewicht van de boeken en de kast. Zo iemand zou huilen en wensen dat hij niet in deze situatie verkeerde, en natuurlijk veel tijd besteden aan het denken aan zijn eigen pijn. Het enige waar Emma op dit moment aan dacht, was dat ze zich afvroeg wie er zo oliedom kon zijn om de kasten om te gooien. Oke, de blondine wenste ook dat ze niet vast zat, maar dat was meer in de vorm van het wensen dat ze sterker was. Als ze niet de fysieke kracht van een marshmallow had gehad, had ze zichzelf nog wel kunnen bevrijden, maar omdat ze nou eenmaal was wie ze was, was ze compleet afhankelijk van de mensen om haar heen, en dus waarschijnlijk van de idioot die de oorzaak was van de gevallen kasten. Echter was er één ding waar Emma chagrijnig van werd: afhankelijk zijn van anderen. Er moest vast wel een manier zijn waarop ze zichzelf kon bevrijden, zelfs al zag de situatie er niet rooskleurig uit voor haar. Ze besloot om de weinige ruimte die ze had in haar voordeel te gebruiken en verplaatste wat boeken. Dit bleek al snel een slecht idee te zijn, want niet alleen kostte het veel energie, maar de boeken maakten ruimte voor meer boeken, die blijkbaar nog in de kast hadden gehangen en tegen werden gehouden door wat er op Emma gelegen had. Nu raakte ze echt gefrustreerd. Een boek was plat op haar gezicht gevallen en ze voelde hoe haar wang ingedrukt werd. Natuurlijk, dat kon er ook nog wel bij. Als ze hier onder weg kwam, moest ze waarschijnlijk naar de ziekenzaal toe omdat ze nooit in haar eentje haar hele lichaam weer in vorm kon krijgen. Maar dan moest ze zichzelf wel eerst weten te bevrijden.
Emma meende al eerder een stem te hebben gehoord. Ze was echter te druk geweest met de boeken van zich af schuiven dat ze niet zeker had geweten of ze het zich ingebeeld had of dat het waar was. De stem die ze nu hoorde, was zeker niet ingebeeld, en ze legde meteen de link dat dit waarschijnlijk de stem was van degene die de kasten omgeduwd had. Ze had een heel ander soort stem verwacht. Op zijn minst een mannelijke, maar de stem die ze hoorde was niet van een jongen. Ze fronste, besefte zich dat ze teveel tijd aan het verspillen was aan het nadenken over de stem, dat ze bijna vergat om te reageren. “Ja!” was haar antwoord. “Heel toevallig wel, ja!” Ze riep het zo luid ze kon, niet zeker wetend hoe ver de persoon van haar af was, hoe goed het gehoor was van deze persoon, en niet wetend hoeveel geluid de boeken en kast door zouden laten. Als toevoeging besloot Emma een poging te doen tegen de boekenkast aan te slaan met de hand die daar het beste bij kon – de hand die niet onder de kast en boeken uit stak. Veel effect had het niet, Emma had immers niet veel meer kracht dan een kitten, maar ze hoopte dat het de andere persoon die zich in de bibliotheek bevond meer inzicht gaf over haar locatie.
Laatst aangepast door Emma Bailey op wo jul 02, 2014 9:23 am; in totaal 1 keer bewerkt
Twijfelend keek Elise om zich heen, wachtend op een mogelijk antwoord waarvan ze nog steeds hoopte dat het niet zou komen. Ze had het bijna opgegeven, toen ze plots een luide ‘ja’ onder een van de kasten vandaan hoorde komen. Oh nee toch. Nee, nee, nee. Dit was fout. Dit was heel erg fout. Er was alsnog een tweede persoon in de bibliotheek geweest. Ze had het verprutst. “Heel toevallig wel, ja!” zei de stem vervolgens. Een vrouwelijke stem, wel te verstaan. Wel, dat klonk ook niet bepaald aardig. Maar dat was ergens wel te begrijpen. Ze zou waarschijnlijk zelf ook niet bepaald blij zijn geweest als ze ergens onder een kast lag. Sterker nog, waarschijnlijk zou ze behoorlijk hard hebben gegild. Ze had dus het volste recht om chagrijnig te klinken. “Ah, shit,” zei Elise hardop, zich realiserend dat ze ditmaal haar best zou moeten doen om daadwerkelijk iemand onder een van de kasten te vinden. Misschien was het verstandiger om er iemand bij te halen. Iemand die geen moeite had met het vinden van mensen. Het enige probleem was dat ze niemand kende die dat kon. Ze kon altijd nog een leraar er bij halen, maar dan zat ze natuurlijk met een ander probleem. Dan zou ze moeten uitleggen wat er met de kasten zou zijn gebeurd. En aangezien ze het gevoel had dat niemand haar zou geloven als ze zei dat iemand anders ze omver had gegooid, leek het haar een beter idee om er geen leraren bij te halen.
Ze dacht nog steeds na over wat ze het beste kon doen, toen ze een zacht geklop begon te horen. Was het de persoon onder de kast die dat geluid maakte? Wel, dat kon ook. Als dat zo was, dan had ze tenminste een oplossing voor een van haar problemen. Het andere probleem… Dat kwam later wel. Elise concentreerde zich op het geklop, dat langzaam maar zeker sterker werd naarmate ze dichter in de buurt kwam van een van de iets verderop gesitueerde kasten. “ ’s dit de kast?” vroeg Elise, starend naar de loeizware kast waarvan ze vrijwel zeker wist dat er geen mogelijkheid was waarop ze hem in haar eentje weer overeind zou kunnen krijgen. Haar blik viel plotseling op iets bleeks dat, half verborgen onder een stapel boeken, nog net onder de kast uit stak, wat ze na een paar seconden wist te identificeren als een hand. “Zeg me alsjeblieft dat die van jou is, die hand,” zei Elise. Ze moest er niet aan denken dat er ergens nog iemand onder een kast half dood lag te zijn. Voor nu zou ze proberen om er in te geloven dat er maar een iemand bijna was verpletterd door haar toedoen.
Elise hurkte, waarna ze de boeken om de arm heen aan de kant begon te gooien. Nou ja, gooien, het was niet alsof ze de boeken door de ruimte heen smeet. Het was meer een kwestie van teder ergens op een hoopje gooien. Ergens waar ze niet in de weg lagen. Daar. Een deel van de arm leek bevrijd te zijn. Nou ja, in ieder geval het deel dat niet onder de kast en de rest van de boeken lag. “Waarom ben ik niet weggelopen toen het nog kon, ugh,” mompelde ze. Ze zou alsnog weg kunnen lopen. Natuurlijk kon ze dat. Niets dat haar tegen hield. Opnieuw schoof ze wat boeken aan de kant. Was ze überhaupt wel iets nuttigs aan het doen door de boeken te verwijderen. Het leek er in ieder geval op dat er alsmaar boeken bij bleven te komen. Maar wat had ze ook verwacht, het was een boeken kast. Daar zaten boeken in. Het was te verwachten dat er meer zouden zijn dan ze in het eerste oogopzicht had gezien. Elise slaakte een zucht, om zich vervolgens op haar achterwerk te laten vallen. Dit had zo niet echt veel zin. “Je bent niet claustrofobisch ofzo, hoop ik? Want het kan nog wel even duren voordat je hier onderuit bent.”
De blondine mocht dan wel geen pijn voelen, ze had wel een voorkeur wat comfort betreft. Zonder bloed was het vrijwel onmogelijk om haar ledematen af te knijpen, maar haar lichaam had wel een soortgelijke reactie. Als het door had dat er veel druk op een lichaamsdeel zat voor langere tijd, begon het te tintelen – als soort waarschuwing. Als Emma niks aan deze waarschuwing deed, dan zou haar lichaam zelf actie ondernemen en het lichaamsdeel afstoten, zodat ze niet meer vast zou zitten.
Dit was een effectief systeem geweest als Emma er niet op gefocust was haar armen en benen zo lang mogelijk bij zich te houden, zelfs al zat ze vast, en ze zorgde er daarom voor dat zodra ze het tintelende gevoel in haar rechter voet begon op te merken, ze haar voet verplaatste naar een plek waar er minder druk van de boeken op lag. Ze kreeg het voor elkaar om de boeken te verwijderen van haar voet, en terwijl ze dat deed hoorde ze naderende voetstappen. Ook een stem liet nu van zich horen. Iets waar Emma heel dankbaar voor was, want zo te horen was het dezelfde persoon als eerst en was deze persoon naar haar toe gelopen met het doel om haar te bevrijden. Ze zou de persoon beantwoord hebben als ze een duidelijker beeld had gehad van waar haar blik op gericht was. Pas toen het onderwerp op een hand kwam, ging Emma er van uit dat de persoon echt haar kant op keek. Haar eigen blik verplaatste zich ook naar haar hand. Ze bewoog hem – voor zo ver ze dat kon – alle kanten op die beschikbaar waren. “Als het nu beweegt, is het de mijne.” Voor een moment vroeg ze zich af of er nog anderen onder een van de kasten zouden liggen. Toen realiseerde ze zich dat ze eerst zichzelf gered wilde hebben voor ze zich zorgen ging maken om anderen.
Tot haar geluk had de persoon besloten om wat van de boeken van haar arm af te halen. Emma liet een opgeluchte zucht horen. Ze had prima in de gaten dat ze nog steeds een tijd vast zou zitten, maar er was een begin. Terwijl de vreemdeling de boeken weghaalde, besloot ze zichzelf verder te helpen door wat andere boeken naar de open zijde van de boekenkast te schuiven. Zo zou ze zelf wat meer ruimte krijgen om te bewegen en kon ze eventueel zelfs zichzelf onder de kast weg schuiven. Bij het verplaatsen van de boeken merkte ze echter dat het er veel meer waren dan ze had ingeschat – en ze had geschat dat het er veel waren. “Nee, gelukkig niet,” zei Emma, bijzonder rustig voor iemand die onder een boekenkast vast zat. “Ik vraag me alleen af welke sukkel er zo stom is om alle kasten om te duwen... Ik hoop niet dat het als grap bedoeld was, want grappig vind ik het absoluut niet.”
Laatst aangepast door Emma Bailey op wo jul 02, 2014 9:23 am; in totaal 2 keer bewerkt
Elise twijfelde of ze na dit incident ooit nog ook maar een voet in de bibliotheek zou durven zetten. Nou ja, als ze niet al voor het leven verbannen zou worden uit de bibliotheek. En als ze haar niet al uit de bibliotheek zouden weren, dan zou ze dat zelf wel doen. “Nee, gelukkig niet,” had het meisje haar vraag beantwoord. Wel, dat was tenminste een schrale troost. Ze had alle tijd van de wereld om te besluiten of ze er uiteindelijk iemand anders bij zou moeten halen. Of in ieder geval tot er iemand anders de bibliotheek binnen zou komen lopen. Wat zou die persoon wel niet moeten denken bij het aantreffen van de chaos die zij had aangericht. Het leek een waar slachtveld. Een andere beschrijving was er niet voor hoe de bibliotheek er uit zag. Het enige lichtpuntje was waarschijnlijk dat iemand niet direct zou denken dat zij degene was die de ravage had veroorzaakt. Nee, iets zoals een reus was nodig om al die kasten om te kunnen gooien. Of iemand die ongelooflijk sterk was. En zij bezat geen van beide kwaliteiten, gelukkig. Ze was enkel verschrikkelijk onhandig. Meer niet. Tenzij iemand had gezien hoe zij alle kasten omver had weten te duwen, zou niemand, hopelijk, te weten komen dat zij de schade had aangericht. Zou de persoon onder de kast weten dat zij de dader was…? “Ik vraag me alleen af welke sukkel er zo stom is om alle kasten om te duwen... Ik hoop niet dat het als grap bedoeld was, want grappig vind ik het absoluut niet.” Elise snoof. Blijkbaar had wie het ook was die onder de kast lag geen idee dat de kasten door haar toedoen waren omgegooid. “Ja, wie is er nou zo idioot om zoveel kasten omver te gooien,” zei Elise met een zenuwachtig lachje. Yeah. Zoals het er nu uit zag zou ze het best kunnen doen alsof ze een onschuldige bijstander was. Als ze ook maar een beetje geluk had, dan zou ze er nog mee weg kunnen komen ook. “En dan niet eens een enkele kast, maar ze allemaal. Hoe krijgt iemand dat in hemelsnaam voor elkaar,” voegde ze er aan toe. Ze rolde met haar ogen, alhoewel dat meer was omdat ze het zelf ook onzin vond dat ze allemaal om waren gevallen. Een was nog oké geweest. Daar had ze nog mee kunnen leven. Dat had ze zelfs nog durven bekennen dat zij degene was die de kast had omgegooid. Maar nu niet, nee. Elise was kort gestopt met het verplaatsen van boeken om zich wat beter te kunnen positioneren, maar was nu weer begonnen met het aan de kant schuiven. Had het eigenlijk wel zin dat ze de boeken aan de kant schoof. “Uhm... Ik denk eerlijk gezegd niet dat ik het in mijn eentje voor elkaar krijg om je onder deze kast vandaan te krijgen,” bekende ze. Yeah, ze kon het maar beter bekennen nu ze nog niet al te veel tijd had verspild aan het weghalen van de boeken. “Ik kan boeken blijven verplaatsen tot ik een ons weeg, maar ik denk dat we daar geen van beide echt veel mee opschieten, aangezien ik het toch echt niet voor elkaar ga kunnen krijgen om die enorme kast op te tillen.” Elise haalde diep adem en legde het boek dat ze zojuist had opgepakt naast haar neer. Het was misschien nogal stom om het nu al op te geven, maar ze gaf liever nu op dan dat ze onnodig werk deed. Daar was zelfs een heel mooi gezegde voor. Ze was liever lui dan moe. Dat was, helaas voor de persoon onder de kast, gewoon hoe zij in elkaar zat.
“Alle kasten? Serieus?” Emma zuchtte en rolde met haar ogen, hoewel dat niet te zien was voor de persoon die niet onder de kast lag. Zelfs als er iemand naast haar onder de kast had gelegen had die het waarschijnlijk niet gezien, omdat het nou niet bepaald licht was in de kleine ruimte die ze had. De vreemde scheen haar pogingen Emma te helpen op te geven vanwege de grote hoeveelheid boeken. Opnieuw had ze de neiging met haar ogen te rollen, maar deze keer deed ze het niet. Een reactie vormen met woorden was belangrijker. “Oh.” Jep. De perfecte reactie. Emma keek om zich heen voor zover ze dat kon. Er lagen nog steeds een hoop boeken, maar de hoeveelheid die op haar gelegen had was flink afgenomen. Toch was ze niet comfortabel, en hoe langer ze hier lag, hoe liever ze hier weg kwam. Ook dat de persoon die haar in eerste instantie geholpen had nu zomaar ineens op scheen te geven, gaf haar alleen maar meer zin om zich onder de kast weg te duwen. Helaas had ze niet genoeg kracht van zichzelf om dat te doen. En dat wist ze – en dat haatte ze. “Wacht even,” zei Emma, nog steeds proberend haar ogen te laten wennen aan het duister onder de boekenkast. Ze trok de arm die er onder weg was gekomen naar haar toen en probeerde hem zodanig te gebruiken als ondersteuning dat ze beide armen naar de opening toe kon richten. Ze merkte meteen dat deze houding stukken minder comfortabel was geweest dan hoe ze eerder had gelegen. Voornamelijk doordat er één boek was dat doodleuk besloten had om met zijn scherpe punt recht in haar wang te prikken. Bloedirritant, maar het moest maar even. Nu haar armen onder de kast uit staken, had ze geen zin meer om ze naar haar toe te halen en het boek te verplaatsen. Dan maar even lijden. Als het meisje haar snel hielp, en als ze er uberhaupt nog wel was, dan zou het het allemaal wel waard zijn.
“Oké... Oké.” Emma wist niet of ze het tegen zichzelf had, of tegen de andere persoon in de ruimte. Het volume duidde er op dat ze meer tegen zichzelf sprak. “Zie je me?” Deze keer had ze het wél tegen de ander. Ze bewoog haar vingers, om te bewijzen dat de twee handen die onder de kast uit staken van haar waren. “Pak m’n handen en trek.” Het boek in haar wang begon te irriteren. Ze gaf het een soort kopstoot, waardoor het iets verder van haar gezicht verwijderd was en haar even rust gaf. Als de ander aan haar begon te trekken zou het weer in haar gezicht belanden, maar dat negeerde ze nu even. Wat ze niet negeerde, was dat ongemakkelijke gevoel wat haar houding haar plotseling gaf. Beide benen besloten even heel vrolijk te gaan tintelen. Emma’s humeur was al verpest, en dat werd door dat rotgevoel alleen nog maar erger. “Kan het vandaag nog?”
Laatst aangepast door Emma Bailey op wo jul 02, 2014 9:23 am; in totaal 1 keer bewerkt
Een alles behalve tevreden klinkende oh was van onder de kast hoorbaar geweest nadat Elise had aangekondigd dat ze niet van plan was om verder te gaan met het verwijderen van boeken. Een begrijpelijke reactie. Maar wat moest ze anders? Haar inspanningen leken tot nu toe niet bepaald een effect te hebben gehad. Nee, het leek zelfs of de situatie er op achteruit was gegaan door haar poging om wat van de boeken te verplaatsen. Maar dat kon natuurlijk ook gewoon aan haar hebben gelegen. “Wacht even,” zei de persoon onder de kast nu. Elise fronste. Sure, ze wilde wel even wachten. Heel even maar. Dat kon vast geen kwaad. Zoveel geduld kon ze nog wel opbrengen. Het was niet alsof ze iets beters te doen had. Er klonk wat gerommel van onder de kast, wat suggereerde dat het meisje minder vast had gezeten als Elise in eerste instantie had gedacht. Hadden haar inspanningen zowaar effect gehad? Of was ze onder minder boeken bedolven dat ze had gedacht? Wat zou het ook. “Oké... Oké. Zie je me?” Elise trok haar wenkbrauwen op, zich afvragend wat het was dat ze precies zou moeten zien.
Het duurde echter niet langer dan een paar seconde voordat ze doorhad wat ze moest zien; een stel wiebelende vingers had haar aandacht weten te trekken. “Yeah, ik zie je handen,” antwoordde ze. Niet dat het echt iets nieuws was, aangezien sowieso een van de twee handen eerder ook al had gezien. “Pak m’n handen en trek.” Elise trok haar wenkbrauwen nog wat verder omhoog dan ze al waren. Als ze nog verder omhoog zouden kunnen, zouden ze waarschijnlijk de lucht in zijn gelanceerd. Trekken? Gewoon trekken? Deed dat niet verschrikkelijk pijn ofzo? Zou ze dan niet haar schouders uit de kom trekken? Of erger, misschien trok ze haar armen er wel af. Maar dat soort dingen gebeurden alleen in tekenfilms, right? Dat hoopte ze in ieder geval.
“Kan het vandaag nog?” hoorde ze het meisje weer zeggen. Elise snoof geïrriteerd. Over ongeduldig gesproken. Ze had evengoed weg kunnen lopen. Gewoon niet kunnen helpen. Zelfs het kleinste beetje dankbaarheid zou ze al waarderen. Dat het haar schuld was dat de persoon onder de kast was beland, dat deed er niet toe. Ze probeerde in ieder geval te helpen. Nou ja, ze dacht in ieder geval dat ze dat deed. En het was de gedachte die telde, right? “Alleen maar omdat je het zo aardig vraagt, anders had ik toch morgen gewacht,” zei Elise, het woord bijna uitspuwend. Ze reikte voorover naar het paar handen, waarna ze deze stevig bij de polsen vastgreep. Elise haalde diep adem, zette haar rechter voet tegen de kast bij wijze van een plateau om zich tegen af te zetten, en begon zo hard als ze kon aan de armen te trekken.
Het onder de kast uit trekken leek redelijk soepel te gaan, al helemaal als je naging dat Elise had verwacht dat er nog een paar miljoen boeken boven op de ander hadden gelegen. Had het verplaatsen van boeken dan alsnog geholpen? Wauw, het voelde nu bijna alsof ze iets nuttigs had gedaan. Elise zette een stap naar achter, wat geen slim idee bleek te zijn, aangezien ze op de plek waar ze haar voet neer had willen zetten eerder een stapel boeken had neergezet. Elise struikelde achterover, om nog net voordat ze viel haar evenwicht weer te kunnen hervinden. Ze had het meisje echter los gelaten. Iets dat bij nader inzien niet zo’n verschrikkelijke ramp leek te zijn, aangezien ze deze al bijna helemaal onder de kast uit had getrokken. Lichtjes hijgend door de inspanning die ze zojuist had verricht bleef Elise stilstaan. “Ben je… verder okay? Niets aan de kast overgehouden?”
Emma kon zich niet voorstellen hoeveel pijn het wel niet zou doen voor een gewoon iemand om onder de kast weg getrokken te worden. Niet omdat haar verbeelding niet zo ver reikte – hoewel dat mogelijk ook meespeelde – maar voornamelijk omdat ze zelf gewoon geen idee had wat pijn nou eigenlijk was. Het had haar vroeger geïnteresseerd. Als ze een paar jaar eerder onder een boekenkast terecht was gekomen, had ze zich afgevraagd hoe het gevoeld had. Nu niet meer. Nu was ze tevreden met het gevoel dat ze wel voelde, wat niet anders te beschrijven was dan het gevoel dat ze gemaakt was van pudding, die door de kracht van het meisje werd uitgerekt.
Het uitrekken viel in de realiteit wel mee. Immers had Emma ook nog een huid die alles stevig op zijn plaats hield, en het was niet alsof haar ‘vlees’ nou echt zo zacht was dat het constant uitrekte. Oke, het was best extreem vergeleken met gewone mensen, maar Emma was het gewend, en ze had wel eens ergere momenten meegemaakt. Daarnaast wist Emma zichzelf ook nog te helpen door met haar benen mee te bewegen, in plaats van als een zak te gaan hangen. Zo kostte het veel minder tijd dan verwacht om de vrijheid te proeven die bekend stond als – nouja, als niet vastzitten onder een kast. De meid die haar gered had viel achterover, maar liet gelukkig Emma op tijd los. Die liet haar armen met een zachte plof op de grond landen, waarna ze zichzelf overeind tilde. Haar voeten lagen nog onder de kast, maar deze had ze er gemakkelijk onder weg getrokken.
Ze stond op, veegde haar kleding en handen af, en richtte zich toen weer op de blondine die haar gered had. “Het gaat.” Haar benen stopten met tintelen. Dat was een goed teken. Hier en daar scheen ze nog wel deuken in haar lijf te hebben, maar veel last had ze er niet van. De plekken waar ze bij kon wreef ze enkele tellen op met haar vingers, waardoor het er weer iets beter uit kwam te zien. “Een beetje gedeukt,” gaf ze toe, terwijl ze een deuk op haar linker schouder bewerkte, “maar meer niet.” Haar blik volgde het spoor van boeken wat zich op de grond bevond naar het meisje die haar onder de kast weg getrokken had. “Dank je.” Wow. Kwam dat uit Emma’s mond? Dat was wel heel vriendelijk voor haar doen. Misschien was er toch meer beschadigd toen de kast op Emma viel, want ze kreeg het zelfs voor elkaar om vriendelijk te glimlachen en het ook nog eens te menen.