Onderwerp: Songs for dads - The Walters do mei 05, 2016 1:55 pm
If I were someone else I think I would still be mentally ill.
Zijn kamer was de eerste dagen echt een rotzooi geweest, en de bende deed Shia zich haast schamen. Hij had er enkele dagen over gedaan om een mooie orde te vinden. Hij had zijn kleren netjes in de kast gelegd; de broeken links, de hemden links achter de broeken, de dassen allemaal mooi bij elkaar, de schoenen stonden onder de kast (in compacte, plastic zakjes zodat de schoenen niet zouden bestoffen) en natuurlijk waren zijn jasjes niet te vergeten. Die hingen allemaal op de kapstok. De zwarte jasjes links, de donker gekleurde niet-zwarte hingen er rechts van, de lichter gekleurde jasjes nog meer naar links en zijn enkele gelige/beige en heel erg licht gekleurde jasjes hingen helemaal rechts aan de kapstok. Als ik kapstok zeg, bedoel ik een staaf in de kast die van de linkerwand van de kast naar de rechterwand loopt. Daar op hingen dan allemaal kapstokken waaraan Shia's teerbeminde jasjes hingen. Hij koesterde ze echt. Het waren zijn schatten. Links van de kast (die trouwens heel erg leuke deuren had, mooi hout en alles) stonden zijn vioolkisten. De oudere kist met de viool in die hij ergens gevonden had, en later opgeknapt had, en de nieuwere kist met zijn eerste viool in. Die die hij al lang had. Die hij nog van zijn ouders gekregen had toen die nog niet uit elkaar waren. Ook deze instrumenten koester Shia. Hij was een groot muziekliefhebber. Maar ook een grote muziekliefhebber. Want zijn lengte was toch ook wel opvallend. Niet dat hij zo bijzonder groot was, maar zijn leeftijdgenoten reikten toch maar tot aan zijn schouders op iets hoger. Er waren tegenwoordig veel kleine jongemannen. Jammer genoeg had hij geen piano mee kunnen nemen. Hij had ook geen piano. Vroeger had zijn moeder een vleugel gehad, maar zijn vader heeft die vernield. Hij zou nog wel een piano vinden, ergens op school. Misschien in het muzieklokaal. Er zou toch wel muziekles zijn? Hij hoopte het oprecht. Voor deze dag had de jongeheer besloten dat hij van het aangename weer kon genieten en er van gebruik kon maken om de kassen met een bezoekje te verblijden. Weekenddagen waren toch redelijk saai, want hij had geen bezoek, of hij ging ook niet vragen of hij zijn moeder mocht contacteren. Hij zou met zijn hond kunnen gaan wandelen, maar daar had hij ook geen zin in. Lezen deed hij al genoeg, dat deed hij ook liever 's nachts, en studeren was nu gewoon niet van toepassing. Hij had werkelijk vrije tijd en Shia maakte er graag gebruik van. Hij had de kassen ook nog niet echt kunnen bezichtigen en hij wou toch wel eens gaan kijken naar de bloemen en planten. Hij zou misschien notities kunnen maken. Shia had zijn kamer verlaten nadat hij een kauwgom in zijn mond gestoken had. Geen kauwgomsmaak, geen muntsmaak, deze keer ook geen kaneelsmaak. Hij was met een simpelere smaak gegaan vandaag; perzik. Hij hield natuurlijk van speciale smaken, maar vandaag was hij in het humeur geweest voor een simpele perzikkauwgom. Onder zijn rechterarm klemde hij een notitieboek. Een zwarte kaft. Glimmende kaft, maar niet te glimmend. Als je het boek open deed, stond op de linkse pagina (die eigenlijk de achterkant van de voorkant was) in een elegant geschrift "Shia Reuben Silas Leif" geschreven. Het was elegant, maar zelf had hij niet zo'n net geschrift. Hij had heel erg zijn best gedaan op het nette geschrift. Als hij snel schreef of als hij 'gewoon' schreef, dan schreef hij redelijk rommelig zelfs, eigenlijk. Hij had dan ook en zeer verstrooid hoofd. Hij was altijd bezig met perfect zijn. Te druk bezig met perfect zijn om werkelijk een gezond leven te leiden. De jongeman haalde zijn linkerhand door zijn warrig, bruin haar en wreef vervolgens - met dezelfde hand - door zijn ogen die voor het eerst die week echt vermoeid waren. Hij was moe. Maar niet moe genoeg om te slapen. Niet overdag. Overdag slapen kon gewoon niet. Als Shia aan glimlachen deed, zou hij op dat moment waarschijnlijk heel kort geglimlacht hebben, want hij stelde vast dat hij zijn vijfde kruiswoordraadsel van de dag opgelost had in zijn hoofd. Nu kon hij doen wat hij wou voor de rest van de dag. En de dag was nog niet zo lang bezig! Het was nog maar in de vroege namiddag. Shia had niet gemerkt dat hij de kassen genaderd was, en pas toen hij binnen stond, drong het tot hem door. Het was er rustig, weinig mensen. Weinig mensen leken respect te hebben voor planten. De meeste meisjes leken sowieso al iets tegen planten en (ongeplukte) bloemen te hebben door de insecten die er op konden zitten. Stereotype, ja, Shia deed normaal niet aan stereotypen, maar hij zei ook 'de meeste meisjes'. Plus, hij had het zelf genoeg vastgesteld. Shia nam met zorg een stoel. De stoel had aan een houten tafeltje gestaan, ongeveer in het midden van de kas. Wat er was een heel klein 'terrasje' aangelegd. Hij zette de stoel neer, wreef over de zitting en ging voorzichtig zitten. Hij wou zijn broek niet vuil maken, want het was een redelijk nette broek. geen kostuumbroek, maar ook zeker geen jeansbroek. Gewoon een donkergrijze, stoffen, nette broek met een ferme, lichtbruin lederen schoen oner. Zijn hemd was wit en zijn jasje was ook dezelfde soort lichtbruin als zijn schoenen. Het jasje had hij keurig op de rugleuning van de stoel gehangen, en de mouwen van zijn hemd had hij tot aan zijn ellebogen opgestropt. Zijn 'vrijetijdshemd'. Netjes, maar handig, geen stijf stof, maar aangenaam stof. Shia opende zijn aantekeningen boek. Op de eerste echte, effectieve pagina stond tekst. Geen aantekeningen, of ja, eigenlijk wél aantekeningen. Aantekeningen van de lyrics van een nummer dat hij graag hoorde. 'Wat denk je? Ik ben het, die jongen die lijkt op die foto’s in dat blad. Met z'n haar zo en zijn strakke broek. En z'n fashion. Is dit oogschaduw? Wat denk je zelf? Misschien wel, misschien ook wel niet'. Hij las het vier keer, dacht even na over het nummer, en begon toen notities te maken over de tulpen die voor hem stonden. Hij ging de gele tulpen vergelijken met de rood/roze tulpen. Hij had eerst weer even moeite met de kleuren. Shia schreef 'groene tulp'. Dan vervloekte hij zijn vader, haalde hij de kleurnaam door en schreef er 'gele' boven. Misschien kwam het ooit nog wel goed met zijn kleurenafwijking. Nu was het nog maar een kwestie van niet afgeleid worden, dan kon hij misschien goede aantekeningen maken.
Onderwerp: Re: Songs for dads - The Walters zo mei 08, 2016 6:08 pm
Vincent Dublin .
De kiezelsteentjes die het pad vormden richting de kassen, produceerden een vrolijk geluid onder zijn gepoetste, glanzend zwarte lederen pronkstukjes; de schoenen aan zijn voeten. En welja, dat hij hier bewust koos voor een 'vrolijk' geluid en niet een storend of aanhoudend of simpelweg 'aanwezig', was opmerkelijk te noemen. Het was heerlijk weer en van jongs af aan had heerlijk weer de donkerharige jongen absoluut niets kunnen doen. 'Goed' weer betekende evenveel als hitte, hieruit voortkomend zweten, verbranden, het kweken van rimpels en huidkanker en wat al dan niet meer. Nu deed Vincent over het algemeen nooit zo veel, maar de weinige activiteiten die hij dagelijks moest uitvoeren werden omgedoopt tot helse verplichtingen in de brandende zon. Maar vandaag dus, had Vincent voor het gemak besloten om zijn gebruikelijke afkeurende houding tegenover het dagelijks leven even op zijn kamer te laten, netjes weggestopt tussen een stapel tekeningen die hij jaren geleden had gehouden. Nee, goed, flauw. Vincent was gewoon op merkwaardige wijze oprecht opgewekt wakker geworden en voor het eerst sinds lange tijd, was de streep zonlicht die door zijn gordijnen naar binnen viel, niet frustrerend maar verrassend welkom geweest. Het was nooit erg lastig voor Vincent om zijn goede humeur te vinden in zijn kamer. Daar waar alles perfect, schoon en opgeruimd was, was het haast ondenkbaar dat hij ooit zo hoefde te klagen, maar een simpele stap buiten die steriele witheid van zijn kamer was genoeg om het tij te doen keren. Hier was Vincent zich van bewust en om deze reden kon hij erop inspelen. Toen hij uiteindelijk, na ruim een uur te hebben besteed aan het uitzoeken van de perfecte outfit en het wanhopig in gareel krijgen van zijn kapsel, met zijn aktetas in zijn hand voor de deur van zijn kamer had gestaan, ademde hij dan ook eens diep in ter voorbereiding op wat komen ging. Zijn vrije hand had hij lichtjes richting de deurklink bewogen. De beweging was zo klein dat hij voor menig toeschouwer onopgemerkt zou blijven en eigenlijk was de hele actie overbodig, want ook zonder dat kleine tikje van zijn hand zou de deur openen, maar toch deed hij het altijd. De klink had als altijd soepel naar beneden bewogen, de deur was open gegleden en Vincent had zijn adem kunnen laten ontsnappen in een zucht. Het was zorgwekkend hoeveel moeite het hem zelfs na twee jaar nog kostte om die eerste stap over de drempel te zetten, maar de jongen zelf was allang blij dat de moeite momenteel voor het grootste deel alleen nog maar zat bij die drempel. Waar hij vroeger een beknellende angst had gevoeld bij de hele school, kon hij zich nu makkelijk door de gangen begeven zonder ook maar een klein beetje blijk te geven van zijn ongemak. Alleen die eerste drempel dus, maar dat lukte hem iedere dag – en steeds beter. Zijn misplaatste optimisme over de dag had hem naar buiten geleid, de open lucht in. Hoewel Vincent gewoonlijk niet zo te spreken was over zonneschijn, hield hij wel degelijk van het buiten zijn, van natuur. Organische asymmetrie was de enige die hij zonder twijfel zou omarmen, de enige waar hij zich doelbewust mee kon omringen. Het eiland was voor een groot deel versteend en bebouwd, maar de oprichters hadden er juist aan gedaan om een heel stuk natuur te behouden. En zelfs waar de natuur niet behouden had kunnen worden, was plaatsgemaakt voor een nieuw soort natuur, weliswaar heel wat meer gecontroleerd, maar nog altijd groeiend en bloeiend en algeheel levend. Jawel, de kassen. Gezien vuiligheid als beestjes en modder hem in minder gecontroleerde natuurgebieden nog wel eens in staat waren Vincent af te schrikken, was hij regelmatig te vinden in te kassen, omringd door bloemen uit werelddelen waar hij tot zijn spijt nog nooit was geweest, zittende aan een tafeltje, tekenend en wegdromend over hoe het had moeten zijn, al die honderden jaren geleden, om dergelijke bloemen als eerste westerling te ontdekken, om mee te mogen op ontdekkingsreizen en tekeningen te mogen maken voor het onwetende maar naar kennis gierige volk dat was achtergebleven in het vaderland. Het mocht bekend zijn dat Vincent graag, maar dan ook erg graag tekende en dat hij zich over het algemeen beperkte tot het vastleggen van de werkelijkheid. Hoewel hij net zo goed al dan niet beter was in het tekenen van een fictief scenario, was er een zeer goede reden voor zijn keuze. Persoonlijk zag hij het zo: wanneer hij zich alleen bezig hield met alles wat al bestond, bloemen die al bloeiden, ontmoetingen die al plaatsvonden, dan kon hij onmogelijk een van dergelijke zaken per ongeluk tot leven wekken. Hij was namelijk bezig met realiteit en niet met mogelijke realiteit. Wat kon er nou helemaal mis gaan wanneer hij orchideeën of rozen rekende? Precies. Voor het betreden van de kassen, die hij inmiddels bereikt had, nam hij even om zijn kleding glad te strijken. Gezien de hitte en voor het comfort had hij vandaag zijn blazer achterwege gelaten. In plaats daarvan droeg hij slechts een wit, perfect afgemeten overhemd. Hieronder een van zijn zwarte, nette broeken en, zoals al eerder genoemd, zijn prachtige schoenen. Zijn witte handschoentjes, die hij in het openbaar gewoonlijk bij zich droeg, had hij rond het handvat van zijn aktetas gevouwen, zodat hij beiden makkelijk mee kon dragen. Hij betrad de kassen en liet zijn ogen vrijwel direct vallen op zijn gebruikelijke plek. Of wel, eerder de persoon óp zijn gebruikelijke plek. Natuurlijk was Vincent helder genoeg om te begrijpen dat in de publieke ruimte niets als eigendom te bestempelen was, maar Vincent was tevens nét autistisch genoeg om toch wel degelijk moeite te hebben met plotselinge veranderingen als deze. Opnieuw ademde Vincent eens diep in en uit om tot bedaren te komen, voor hij met gerechte rug en gecontroleerde stappen de jongen naderde. De opmerkelijk goed geklede jongen, moest hij toegeven. De opmerkelijk goed geklede jongen die daadwerkelijk schreef, met een pen, in een notitieboekje. Schrijven, met de hand! Wie deed dat tegenwoordig nog? Aangekomen bij zijn vaste tafeltje, schraapte Vincent eens zijn keel om te jongen van zijn aanwezigheid op de hoogte te stellen. Vervolgens knikte hij vriendelijk naar de bruinharige jongeman met een toegegeven allerliefst gezichtje en schoof hij, zonder hem ook maar met een vinger aan te raken, het vrije stoeltje achteruit. “Een allerbeste middag,” groette hij de stoelendief. De zwarte aktetas zette hij netjes naast zich op de grond en na deze geopend te hebben, plaatste hij de benodigde materialen met zorg op het tafeltje. De witte handschoentjes ernaast.