Onderwerp: Bang the doldrums zo jul 03, 2016 12:56 am
Zijn handen trilden lichtjes terwijl hij zijn blik rond liet glijden. Hij zag gewoon hoe mensen met opgetrokken wenkbrauwen naar hem keken en ergens joegen die blikken hem angst aan. Hij wist dat iedereen die hier rondliep een mutant was en het feit dat hij niet wist wat de mutaties van al die mensen inhielden, zorgde ervoor dat hij nerveus werd. Wat als ze er direct achter kwamen dat hij hun angsten letterlijk kon lezen en die informatie ook heel makkelijk tegen hen kon gebruiken? Dan zouden ze hem waarschijnlijk ook ergens opsluiten waar hij niemand kwaad kon doen, dat was toch iets wat hij zou doen als hij in de schoenen van andere mensen stond. Pas toen hij merkte dat sommige mensen eerst naar hun ogen leken te wijzen en dan naar hem terwijl ze tegen elkaar aan het fluisteren waren, besefte hij dat ze helemaal niet wisten wat zijn mutatie juist inhield. De reden dat mensen zo naar hem keken was omdat hij zijn zonnebril nog altijd op zijn neus had staan terwijl hij zich binnen de muren van de school bevond. Eoin zou zijn zonnebril best wel willen afzetten, maar dan kreeg hij weer last van zijn ogen door de lichten. Het zou misschien wel niet zover komen dat hij echt blind werd als hij zijn zonnebril binnen afnam, het was gewoon erg irritant aangezien hij zijn ogen toch altijd tot spleetjes zou knijpen uit gewoonte.
Het duurde niet erg lang voordat de jongen toch maar besloot om naar buiten te gaan. De zon scheen, dus mensen zouden het minder raar vinden als hij buiten met een zonnebril ging rondlopen. Eoin had zijn armen om zijn lichaam geslagen, alsof hij zichzelf bij elkaar probeerde te houden terwijl hij zich een weg door de gangen naar buiten baande. De jongen was een paar keer op zijn passen terug moeten schreden aangezien hij nog geen twee dagen geleden aangekomen was op het eiland en de school nog niet goed genoeg kende om zijn weg makkelijk te vinden. Hij weigerde echter om de weg te vragen aan anderen. Aan de ene kant omdat hij te verlegen was en aan de andere kant omdat hij iemand niet rechtstreeks wilde aankijken. Hij hoefde nu echt nog niet geconfronteerd te worden met de angsten van anderen, al wist hij wel dat dat moment ooit wel zou komen. Hij kon mensen moeilijk voor eeuwig ontlopen.
Eenmaal op de binnenplaats van de school aangekomen, bleef hij even aarzelend staan. Op elk plekje waar je kon gaan zitten, zat minstens een iemand. Andere mensen zouden dan waarschijnlijk gewoon verder gelopen zijn in de hoop ergens anders wel een plekje te vinden. Eoin was echter niet verder dan de binnenplaats geweest waardoor hij bang was dat hij makkelijk zou kunnen verdwalen als hij besloot om toch verder te lopen. In plaats daarvan pakte hij al zijn moed bij elkaar en liep naar een plekje ergens aan de rand van het plein. Het was een beetje afgelegen en voor zover hij zag, zat er maar een persoon op het bankje. De jongen zette zich naar op de rand van het bankje, klaar om terug recht te springen als de ander liever niet had dat hij erbij kwam zitten. Eoin keek naar zijn bleke armen, leek de conversatie zo veel mogelijk uit te willen stellen. Misschien had hij toch eerst een vest moeten gaan halen vooraleer hij naar buiten gekomen was. Als hij te lang in de zon bleef zitten, werd zijn huid al erg snel rood en zal hij er een paar dagen last van hebben voordat zijn huid zijn ziekelijk bleke huid weer terugkreeg. Pas na een paar minuten keek hij op en richtte hij zijn blik voor een kort moment op de persoon naast hem. ”H..hey” Meer durfde hij gewoon niet te zeggen, bang dat zijn stem veel te hard zou gaan trillen als hij echt zinnen zou gaan maken.
Onderwerp: Re: Bang the doldrums zo jul 03, 2016 1:26 pm
Death is so final
Ondanks dat buiten de zon scheen en het warm was, liep de jongen toch rond in zijn bruine leren jas die een maat te groot leek te zijn en afgedragen was. Dat terwijl je iedereen zag rondlopen in T-shirts, shorten, topjes en rokken of kleedjes voor de meisjes. Echt geen weer voor een dikke jas, maar het deerde de jongen niet veel. Hij had het noch te warm, nog te koud en dat terwijl hij momenteel een lichaamstemperatuur had van onder nul. Niet de reden dat hij een jas aan had, maar hij droeg de jas gewoon graag. Na dat hij een hele tijd buiten wat had zitten rond lopen, kwam hij uit op het binnenplein, met de fontein in het midden. Daar besloot hij zich neer te zetten op het enige vrije bankje. Voor een bepaalde tijd had hij gekeken naar al het volk dat er rond liep of de andere bankjes bezet hielden. Tot dat één iemand met een vieze blik had terug gekeken. Nick was toen maar naar het water van de fontein gaan kijken, tot iemand naast hem plaats nam.
Nick keek opzij wanneer er een jongen naast hem kwam zitten. Verder werd er niks gezegd en hij keek gewoon even naar de bleke huid van de jonge voor dat hij zijn blik afwenden. Er waren genoeg andere bankjes waar je kon gaan zitten. Ze waren misschien allemaal wel bezet, maar dat er werd gekozen om naast hem te komen zitten? Dat verbaasde Nick. Zijn warrige bos haar, de baard en zijn onnatuurlijk blauwe ogen. Hij had meer weg van een gipsy dan van een normale burger. Als hij de keuzen had moeten maken, zou hij niet naast zichzelf gaan zitten. Eigenlijk had Nick gewoon liever dat er niemand naast hem kwam zitten, want iedereen op dit eiland was hetzelfde. Allemaal mutanten, geen mensen. De jongen naast hem was een mutant en de bleke huid had er misschien zelfs wat mee te maken. Het kon zelfs zijn dat het geen toeval was dat die naast hem was komen zitten.
Nick nam uit de zak van zijn jas het witte potje met pillen. Het dekseltje draaide hij eraf, voor hij één rond bolletje in zijn hand liet glijden. Nadat hij het in zijn mond gestoken had slikte hij het snel door en stak hij het potje weer weg. Hij voelde haast hoe dat zijn gedachten weer rustig werden en niet alle mogelijke scenario’s bedacht waar het verkeerd ging. Voor hem was het ook veel aangenamer als hij zijn gedachten op een rijtje had en maar goed ook. Niet lang nadien sprak de andere jongen dan toch eindelijk op. Een moeizame begroeting kwam uit de andere zijn mond en Nick keek even wat vreemd op naar de anderen. ‘Uhm hey,’ beantwoorde hij. ‘Tis hier druk, vind je niet?’ vroeg hij maar om een gesprek te voeren. Eigenlijk wist hij niet eens waarom dat hij de moeiten nam, maar toch deed hij het.
Onderwerp: Re: Bang the doldrums vr jul 29, 2016 8:36 pm
Zijn blik was kort naar de persoon naast hem gegleden toen deze een potje tevoorschijn had gehaald. Door de donkere zonebril die op zijn neus stond, was het niet direct te zien waar hij naar keek, maar zijn psychiater had hem er al meerdere keren op gewezen dat hij soms intensief staarde en het ervoor kon zorgen dat mensen zich ongemakkelijk begonnen te voelen. Hij kon haar al op een verwijtende toon tegen hem horen spreken, dus zorgde hij ervoor dat een begroeting zijn lippen verliet voor hij zijn blik van de ander afscheurde. Misschien had hij niet direct een antwoord terug verwacht, laat staan dat hij verwacht had dat de ander echt zou proberen een conversatie te starten. De meeste mensen wilde altijd het liefst zo snel mogelijk uit zijn buurt zien te komen. Niet perse omdat hij er misschien anders uitzag. Hij zag er eigenlijk best gewoontjes uit als je zijn bleke huid niet direct meetelde. Nee, mensen liepen meestal met een boog om hem heen omdat hij gewoon duisternis uitstraalde en hen meestal een ongemakkelijk gevoel gaf.
De reden dat hij juist deze plek had uitgekozen om te gaan zitten, was omdat de jongen naast hem er net zo ongewoon uitzag als hoe hij zich voelde. Het kon Eoin helemaal niet schelen dat de ander er misschien wat ‘ruiger’ uitzag. Eoin was hier diegene die er normaal uitzag, maar alles behalve normaal was. Als mensen wisten wat zijn mutatie juist inhield, zou niemand waarschijnlijk ooit nog een gesprek met hem willen aanknopen. Het duurde even voor de jongen zijn mond opentrok om te antwoorden op de vraag die gesteld was. ”H..het is best druk ja. Ik ben het niet gewend om zoveel mensen op een plaats te zien.” De jongen wreef even over de achterkant van zijn nek terwijl hij iets probeerde te verzinnen om nog te zeggen. De reden dat zijn psychiater hem gepusht had om met de andere mutanten mee te gaan, was omdat ze wilde dat hij een normaal leven ging leiden en bij een normaal leven hoorden sociale contacten. ”Vind je dat de zon ook zo hard schijnt?” Even een pauze terwijl hij zijn tong over zijn droge lippen liet glijden. ”Of ligt dat aan mij?” Hij had tien jaar opgesloten gezeten in een ondergronds laboratorium. Als de zon maar een klein beetje geschenen had, zou het voor hem al erg fel geweest zijn. Hij kon gewoon voelen hoe de huid op zijn armen langzaam aan het verbranden was door de zon die erop stond. Misschien moest hij straks toch maar weer naar binnen gaan en eens een bezoekje aan de ziekenzaal brengen met de vraag of ze misschien iets tegen het verbranden hadden.