Daphne Leto - District 3
Stilletjes liep ze naast Dahlia richting het plein, richting het stadhuis, mogelijk richting haar ondergang. Dahlia had haar op het hart gedrukt dat geen van hen getrokken zou worden, en deel zou moeten nemen aan de spelen. Daphne was hier echter niet zo zeker van, het voelde niet goed. Ze was niet bang voor wat haar te wachten stond. Ze hoefde nog maar 2 reapings te doorstaan, dan had ze het overleefd. Beide zusjes hadden hun naam maar één keer in de glazen bol zitten, voor Daphne was het een keer te veel. Ze wilde niet naar dit soort evenementen, ze wilde naar huis. Ieder jaar had ze de Spelen gekeken op tv of met haar vrienden op het plein. Ieder jaar waren er dierbaren van hun gestorven, maar tot nu toe hadden ze het nog overleefd. Haar moeder, Dahlia en Daphne, dat was het in hun huis. Haar moeder had een goedbetaalde baan, net zoals haar vader had gehad blijkbaar. Ze had hem nooit gekend, hij was bij hun weg gegaan toen haar moeder de tweeling had gekregen. Hij was een aantal jaar later overleden, en had een flinke erfenis achtergelaten. Als een laatste cadeau voor haar moeder. Van zijn kinderen had hij niets willen weten.
"Dahlia ik heb er geen goed gevoel over." Zei ze nogmaals tegen haar zus. Als antwoord pakte die haar hand vast, en kneep er even zacht in. Dahlia was een meisje van minder woorden, een meisje van de nacht. Daphne was een meisje van emoties, ze was open, en hield van de dag. Ze waren qua karakters zo verschillend als het maar kon, ze leken soms elkaars tegenpolen. Toch waren ze zusters, zo close als het maar kon zijn. Daphne was verder stil, ze wist dat Dahlia toch niet veel zou zeggen, haar acties spraken voor zich.
Na het bloedprikken werden ze in hun vak geplaatst. Ze zag hoe Dahlia zoekend over het plein ging met haar ogen, en hoe die uiteindelijk bleven hangen op een bepaald punt. Daphne ging er naar opzoek, en had toen gevonden waar Dahlia naar had gezocht. Sullivan. Hij stond vrijwel tegenover hen, in het vak van de jongens. Daphne kreeg een glimlachje geschonken van hem, en hij kreeg een glimlachje terug. Hij was een goede vriend van haar, maar hij was nog belangrijker voor Dahlia. Ze wist dat haar zus verliefd was, het was heerlijk om die twee samen te zien. Dit gelukkige moment werd verbroken toen Macy Olsen het podium op stapte.
‘Welkom op de boete van de 45ste Hongerspelen.’ Begon de vrouw te praten. Er lag een kleine glimlach op het gezicht van de vrouw, en de glimlach van Daphne verdween van haar gezicht. De vrouw hield het kort, godzijdank, en liep naar de glazen bol vol kaartjes toe. Daphne pakte Dahlia's hand vast, en keek haar even kort aan. Dahlia knikte zelfzeker naar haar, en Daphne liet haar blik weer naar het podium glijden.
‘Daphne Leto voor de dames.’ Klonk het vanaf het podium.
Daphne Leto. De naam drong tot haar door alsof het de eerste keer was dat ze die hoorde. Ze staarde voor zich uit, liet het tot haar door dringen.
Daphne Leto, zij, Daphne. Langzaam keek ze om zich heen, maakte haar ogen los van het podium en leek eindelijk weer wat leven in haar te krijgen. Erg lang keek ze niet naar de blikken van haar leeftijdsgenoten, haar blik ging meteen door naar Dahlia. Haar zus keek voor zich uit, en keek haar toen aan. Daphne zag hoe Dahlia haar mond wilde open trekken, meteen wist ze welke intenties haar zus op dit moment had. Vliegensvlug schoten haar ogen heen en weer over het plein, naar Sully en weer terug naar Dahlia. De automatische piloot het over van haar. Snel kneep ze in de hand van haar zus, zodat die haar mond dicht hield en Daphne vragend aan keek. Langzaam schudde die haar hoofd. In die paar seconden had ze besloten dat Dahlia zich absoluut niet als vrijwilliger mocht aan stellen. Over het feit dat ze zelf moest gaan had ze nog niet gedacht. Wel wist ze dat ze alles voor Dahlia zou doen en andersom, zelfs sterven. Alleen zou Dahlia meer mensen gebroken achterlaten als Daphne, Sully was er ook nog. De meisjes om hun heen gingen uit elkaar, maakten plaats. Daphne streek met haar hand over de arm van Dahlia, die haar blik niet los had gelaten.
"Laat me gaan." Sprak ze heel zachtjes. Met een enorme pijn in haar hart keerde ze zich weg van Dahlia, maar die liet haar hand niet los. Nog nooit had ze haar zus zo emotioneel gezien. En hoewel dat voor anderen nog steeds weinig emotie zou zijn, wist Daphne dat Dahlia dood ging van binnen.
"Dahlia." Sprak ze,
"je moet me laten gaan. Ik heb geen keus." Dahlia schudde haar hoofd, pakte haar hand nog wat steviger vast. Daphne zag peacekeepers aan komen lopen, en probeerde nog eens zich los te maken van Dahlia. Het werd moeilijker iedere keer dat ze het probeerde. Jezelf af scheuren van je wederhelft, dat ging niet zomaar. Inmiddels waren de peacekeepers gearriveerd, en trokken aan Dahlia haar schouders. Haar grip op Daphne's hand verzwakte, maar ze wilde nog steeds niet loslaten. Ook bij Daphne was er een peacekeeper verschenen, die zijn handen op haar arm legde, om haar zacht weg te trekken bij Dahlia. Daphne keek om zich heen, en voelde toen hoe Dahlia's hand die van haar los liet. Dahlia vocht als een tijger, ze wilde haar zus niet laten gaan. Een traan was verschenen in Daphne's ooghoek, en zachtjes schudde ze van nee. Ook bij haar zus was er een enkele traan verschenen, en ze stopte eindelijk met vechten. Na een klein duwtje van de peacekeeper kwam Daphne in beweging. Ze liet de blik van Dahlia los, om richting het podium te lopen.
"Daphne!" Klonk het van achter haar. Daphne keek om, en zag Dahlia staan. Sully was bij haar gearriveerd, en keek Daphne hulpeloos aan. De jongen had Dahlia stevig vast, zodat ze niet weg kon, naar Daphne toe. Die schudde weer haar hoofd, en zei heel zachtjes:
"Laat me gaan."De rest van de ceremonie ging aan haar voorbij. De jongen die werd gekozen, Vick Moore, kende ze. Ze keek hem even kort aan toen hij ook op het podium was gaan staan, maar haar blik gleed daarna weer naar voren. Enkele tranen gleden over haar wangen bij het zien van Dahlia, die er erger aan toe was dan Daphne. Wat haar toekomstige mentor allemaal zei hoorde ze niet meer, het was nu onbelangrijk voor haar. Het boeide haar niet, het enige waar ze aan dacht was Dahlia. Ze had een breuk in haar hart gevoeld net, die niet meer zou kunnen helen. Tweelingen behoorden niet uit elkaar gehaald te worden, zeker niet op deze manier. Ze werd het stadhuis in geloodst, en keek nog een keer achterom naar het plein voor de deuren dicht gingen.
Daphne keek lusteloos om zich heen, ze was er niet meer helemaal bij. Haar ogen vonden die van Vick, die haar nu pas aan keek. Ze probeerde hem een glimlach terug te geven, maar slaagde daar maar half in. Het lukte haar simpelweg niet meer na alles wat net was gebeurd. De vreugde die in haar zat leek gedoofd. Hij wist vast dat ze het probeerde, en morgen zou ze wel met hem kunnen praten, misschien vanavond al. Nu niet.
‘We gaan er het beste van maken.’ sprak haar mentor, en legde haar hand even op Daphne's wang. Daphne knikte maar wat afwezig, en liep naar de ruimte waar ze haar familie zou mogen zien.
Toen Dahlia door de deur kwam begonnen de tranen bij Daphne meteen weer te lopen. Ze vloog haar zus om de hals en begroef haar gezicht in haar schouder. Ze was redelijk in het bewaken van emoties, maar niet vandaag. In het aankomende spektakel zou ze het misschien voor elkaar krijgen, met veel moeite. Dahlia sloeg haar armen om Daphne heen, zo stonden ze een tijdje. Daphne huilend, Dahlia over haar rug aaiend. Na enkele minuten maakten ze zich los van elkaar, en liep Daphne naar haar moeder. Ze had een sterke band met haar, maar haar moeder was niet Dahlia, dat wist ze zelf ook.
"Moeder." Sprak Daphne zacht. Haar moeder knikte medelevend, en omsloot Daphne in haar armen. Dit was hun gedag, meer had Daphne niet van haar moeder nodig. Het ergste moest nog komen, dat was Dahlia. Ook Sully was er. Ze keek hem aan met een magere glimlach, en zei zachtjes:
"Zorg goed voor haar." De jongen knikte, en ook hem gaf ze een knuffel.
"Ik ga je missen, maar je komt terug." Sprak de jongen wat hees, en Daphne glimlachte een beetje.
De zussen liepen weer naar elkaar toe. Dahlia drukte een kettinkje in de handen van Daphne.
"Ik weet dat je me niet zal vergeten, ik weet dat ik altijd bij je ben." Zei haar zus zachtjes. Ze drukte even op de plaats waar Daphne's hart zat.
"Hier." Daphne keek naar het kettinkje, het was Dahlia's kettinkje, niet die van haar. Ze maakte de ketting om haar eigen hals los, en gaf die aan Dahlia.
"Hetzelfde geldt voor jou." Sprak ze, en de kettinkjes werden gewisseld. Er hing nu een maan aan Daphne's nek, en een zon aan die van Dahlia.
"Als ik niet terug kom," begon Daphne, maar haar zus schudde haar hoofd. Ze wilde het duidelijk niet horen. Daphne pakte haar hoofd vast, legde haar handen op de wangen van Dahlia.
"Als ik niet terugkom, ga dan verder. Ik ben altijd bij je, dat weet je. We zijn samen één, en als ik sterf, dan moet jij voor ons beiden verder gaan." Sprak ze met trillende stem en handen. Dahlia knikte, ook bij haar liepen de tranen over de wangen. Daphne werd in een omhelzing genomen, en weer stonden ze een tijdje zo, nu beide huilend. Het signaal klonk dat de bezoekers moesten gaan. Daphne keek haar zus aan, vol emotie, er was niet eens te beschrijven welke.
"Ik hou van je, ik denk aan je." Sprak ze zacht, en er verscheen een glimlach op haar gezicht, een verdrietige. Ze liep naar de deur, en bleef daar even staan. Haar blik gleed langs de gezichten, haar moeder, Sullivan. Ze knikte even naar de twee. Ze eindigde weer bij Dahlia, en keek haar aan.
"Ik ben bij je, altijd." Sprak haar zus, en ze legde een hand op haar hart. Daphne knikte, en legde ook een hand op haar hart.
"Altijd." Sprak ze, en ze ging door de deur. Op het laatste moment draaide ze zich nog even om, en schonk Dahlia een glimlach. Een oprechte, lieve glimlach. Misschien de laatste die ze haar ooit zou schenken. Het was een ware glimlach, voordat ze door de deur ging. Een glimlach die de zon nog even liet schijnen in de kamer.
May the odds be ever in your favor