Onderwerp: Invaders must die | Aëshma do jan 19, 2017 10:11 pm
H
aar hakken tikten mee op een ritme dat zich alleen afspeelde in haar hoofd en dat, met dank aan haar hakken nu door de grote gangen galmde. Ze had het tempo er behoorlijk in zitten, waardoor zowel haar haar als haar halflange bontjas lichtjes naar achteren wapperden bij iedere stap die ze zette. Ze ging ervan uit dat Aëshma geen probleem had met het hoge tempo waarin ze zich door de gangen bewoog. Zijn benen waren lang genoeg. Hij was prima in staat ze ook daadwerkelijk te gebruiken. En als dat niet zo was, dan moest hij er maar wat van zeggen.
Haar gezicht stond strakker dan strak, zoals men van haar gewend was. Niets aan haar lichaamshouding toonde dat ze hier nieuw was, dat ze de weg niet kende of ook maar enigszins onzeker was over wat ze moest doen. Het enige dat haar overduidelijk als nieuwkomer bestempelde, was de koffer die ze achter zich aan trok. Hoewel ze erin slaagde – en na jaren training mocht dit ook wel – om haar gezicht vrij van enige verbazing of enthousiasme te houden, moest ze toegeven dat ze redelijk onder de indruk was. Ze kon er dan ook niets aan doen dat ze overal waar mogelijk een blik naar binnen of buiten wierp en was niet in staat om een zekere spanning, zin om te zien wat dit eiland nog meer voor hen in petto had, te onderdrukken.
Ze wist haar ogen los te trekken van al het onbekende schoon rondom haar om ze te vestigen op bekender schoon: Aëshma. Ook zijn haar maakte met iedere stap die hij zette een dansje. En hij wist dat het hem sierde. Zoals die van haar, was zijn tred zelfverzekerd. Ook hij gaf er geen blijk van dat hij hier niet thuishoorde, op diezelfde koffer na dan. Ze ving zijn blik en wierp hem een van haar zeldzame semi-glimlachjes, waarna ze iets van haar zakelijke, vreugdeloze air liet varen door haar rechter arm – die aan zijn kant – om zijn middel te slaan en zich iets tegen hem aan te drukken. Zo bleef ze naast hem lopen, in de filosofie dat hij zijn arm om haar schouders zou slaan. Haar ene mondhoek bleef omhoog gekruld, met dank aan de gedachte dat ze wist dat de manier waarop ze nu met Aësh liep Theo waarschijnlijk allerminst zou aanstaan. Misschien zouden ze er zelfs wel ruzie over krijgen. Of wel – zelfs? alsof dat ook maar enigszins uitzondering op de regel was in hun relatie. Ja, ze zouden er ruzie over krijgen. Ongetwijfeld.
Op de manier waarop ze zo samen liepen na, bleef ze voor de buitenwereld het meest kille figuur ooit. Haar ogen staarden leeg en recht voor haar uit, naar een punt in de verte waaraan haar het zicht werd ontnomen door de muur die het einde van de gang voorspelde en haar mondhoek was alweer terug op zijn plek, iets naar beneden gebogen, hoe amusant ze de gedachte aan Theo ook had gevonden. Het was ongetwijfeld een bijzonder gezicht, hoe zij en Aëshma daar liepen, met de weinige woorden die er tussen hen gewisseld werden en de zowel boze als verlangende blikken die ze vingen van de mutanten die ze passeerden. Kon dat? boos en verlangend kijken? je überhaupt zo voelen? Schijnbaar wel. Jezebel voelde het in ieder geval overal waar ze gingen. En ze genoot ervan.
Maar goed, de kwestie van hoe mooi de twee daar door de gangen liepen daargelaten, ze waren hier met een reden. En wel het uitzoeken van een kamer. Moest niet heel moeilijk zijn, had ze al weten vast te stellen. Het zag er hier prima uit. Zeker beter dan de weeshuizen waar ze het grootste deel van hun leven hadden doorgebracht. Haar enige eis was dat ze een kamer zouden vinden die drie plekken telde. Voor Aësh, haar, en voor Theodore. Wist ze dat de combinatie van die drie samen – zeker op een kamer – hét recept was voor drama? Absoluut. Vond ze dat erg? Allerminst. Ging ze er stiekem van genieten? Zonder twijfel.
Onder het nummer op iedere deur hing een kleiner bordje, met daarop het aantal personen waarvoor de kamer bestemd was. De aantallen twee en vier waren zeer veelvoorkomend, maar een kamer voor drie personen was zo makkelijk nog niet gevonden. De driepersoonskamers waar ze tot dusver langs waren gelopen, waren allemaal bezet geweest. Aan het begin van de gang had het haar nog maar weinig kunnen schelen, maar de liepen inmiddels op de hoogte van nummer 60 en nog altijd was er geen geschikte vrije kamer voorbij gekomen. Het begon nu toch wel op zijn minst een beetje lang te duren. Een beetje vervelend te worden. En Jezebel begon zich, shocking but true, duidelijk te ergeren. “Twee woorden, negen letters,” sprak ze op een verveeld toontje. Net op het moment dat ze dacht het echt niet meer te trekken, passeerden ze een nummer dat haar wel aansprak. “Deze?” sprak ze, terwijl ze hem aan zijn mouw tot stilstand trok. Ze wees op het bordje, nummer 66 en vervolgens op het bordje eronder dat duidelijk maakte dat het hier ging om een driepersoonskamer. “Hij mist een zesje, maar dat is te fixen.” Bóven het kamernummer, hing nog iets. Een triestige versiering, met hierop twee namen. Jezebel besloot niet moeilijk te doen en ervan uit te gaan dat de namen toebehoorden aan de bewoners van de kamer. Als dit zo was, betekende dit dat de kamer, de driepersoonskamer, hun driepersoonskamer, bezet was door maar twee mensen. Het idee alleen al deed haar bloed koken. Een hele gang gevuld met tweepersoonskamers, en Jake en Quinty – zo las het blaadje – moesten zo nodig met zijn tweeën die driepersoonskamer bezetten. Het egoïsme! Klootzakken.
Het maakte haar al lang niet meer uit of die derde persoon inderdaad niet bestond, in haar hoofd was de knop om. Haar lippen vertrokken tot een streep en boos trok ze het zielige papiertje van de deur om hem in haar vuist fijn te knijpen terwijl ze de deur open gooide. Eerlijk, ze had niet verwacht dat hij open zou gaan. Of eigenlijk had ze er gewoon niet bij stilgestaan. Maar nu ging hij open en dat betekende hoogstwaarschijnlijk dat de bewoners van hun toekomstige kamer thuis waren. Wat een gezelligheid. Bij binnenkomst werden direct de drie bedden zichtbaar, waarvan er twee naar elkaar toe waren geschoven. De derde was niet eens opgemaakt. Het feit dat ze gelijk had, voelde als een persoonlijke overwinning. Haar prijs zou de kamer zijn. “Oké,” begon ze, stilstaand midden in de kamer. Twee paar overrompelde ogen keken hun kant uit. “Voordat dit uit de hand loopt..” Haar hand was nog altijd tot vuist verkrampt. “Geven wij jullie de kans uit jezelf te vertrekken. Ik denk niet dat het nodig is uit te leggen dat een driepersoonskamer –“ Ze wierp het verfrommelde papiertje passief-agressief op de grond, keek de jongen en het meisje véél bozer dan terecht was aan, “bedoeld is voor drie personen. Dus toedeloe.” Haar woorden gingen gepaard met een wapperend gebaar richting de deur, alsof de twee onschuldige mutanten het goorste waren wat ze ooit had gezien en ze hen zo snel mogelijk uit het zicht wilde.
Onderwerp: Re: Invaders must die | Aëshma ma jan 23, 2017 2:38 pm
H
et was een verschijning, wonderlijk en intens. Een levend schilderij, met lijnen die alleen de beste schilders op het doek konden plaatsen. De twee gestaltes die zich op hun eigen tempo door de gangen begaven trokken blikken weg van hun bezigheden en hielden ze vast totdat ze uit het gezichtsveld verdwenen waren. Hiermee kwam Aëshma’s een van zijn favorieten bezigheden meteen tot goede uiting. Het beantwoorden van enkele van deze blikken, het zien van de verandering in de ogen. Soms zo subtiel als een ritseling door het gras van de zwakke lente wind. Soms zo plots en intens als de explosie van kleur op een expressionistisch schilderij. Hij genoot ervan, beantwoorde ze in de enkele secondes die hij hen gunde en wist dat - uit zijn jarenlange ervaring - hij de onthutste eigenaar van de blik achterliet met grote verwarring en lust. Jezebels gezelschap gaf een extra dimensie aan deze gevoelens. Hij zag de verwarring bij sommige, het oppervlakkige besef dat hun gevoelens even niet in hun eigen controle lagen, maar ze zich er maar al te graag aan over wilde geven. Even liet Aësh zijn hobby voor wat het was en richtte zijn aandacht op de jonge vrouw die voor hem liep. Haar vuurrode haar was een blijk van de passie die zich in haar hulde. Een storm waar hij zo van kon houden, waar hij nog steeds van hield. Haar hakken tikte ritmisch op de plavuizen van de oude stenen in het schoolgebouw. Overal waar hij met haar was voelde als thuis,en zo ook dit nieuwe gebouw. Geen moment voelde hij een roering van ongemak, onzekerheid of misplaatstheid terwijl hij ontspannen en vertrouwt achter haar aan liep. Zij was zijn vrijheid, ondanks dat hij genoot van wie hij was. Zijn donkere haar, gesierd door het verzorgde baardje en de intense ogen, was keurig in stijl gebracht met de nonchalante look. Al was hij een typ dat er nog onweerstaanbaar uit zag als hij net wakker werd - zo is hem meerdere malen verteld. Achter hem rolde de koffer achter hem aan. Jezebel had haar blik naar hem gebracht, waarbij hij haar aankeek en haar heerlijke zeldzame glimlachje beantwoorde met zijn schuine grijns. Naast hem hoorde hij een gesprek tussen twee mensen stil vallen op dat moment en voelde hun blikken in zijn rug terwijl hij doorliep zonder hen maar enig moment van zijn aandacht te gunnen. Ze moesten maar even teren op het zeldzame moment van die samenkomst van glimlachen. Jezebel was nu half uit zijn blikveld verdwenen omdat ze naast hem was gaan lopen. Zoals ze verwachtte sloeg hij zijn arm om haar schouders en liet zijn hand losjes hangen. Samen liepen ze door, bevestigde met elke stap hun aanwezigheid hier in het enorme gebouw. Hij moest toegeven dat de school waarin hij zich nu begaf er beter uitzag dan enig weeshuis wat hij van binnen had gezien. Nu had hij zich op menig mooie locaties begeven, in de gezelschap van menig mooi mens. Maar toch was dit anders, er hing een andere sfeer en ander gevoel doordat hier heel ander soort mensen bij elkaar waren dan buiten dit eiland. Naast de kille uitstraling die Jez naast hem uitstraalde - ach wat kon hij daar van genieten om haar zo rond te zien lopen tussen mensen - leek zijn verschijning te stralen. Zijn ontspannen gezicht stond vriendelijk, maar zijn donkere en intense blik sprak anders. Een blik die door je heen kon kijken tot het diepste in je ziel, waarvan je wist dat hij zelf niets losliet. Een blik waarvan je wist, of je het nou wilde of niet, dat je zou doen wat hij wilde. Een blik die in het diepste van je eigen, opgesloten emoties iets losmaakte van zijn ketens en uit de diepte omhoog trok. Lust naar macht, naar hem. En als je echt ten prooi viel aan zijn volledige aanval, de lust om er alles aan te doen te behalen wat je wilde - of eigenlijk wat hij wilde dat jij wilde. Ten koste van alles. Met Jezebel mee keek hij naar de kamers en wist dat zij graag een drie-persoonskamer wilde. In tegenstelling tot sommige van zijn geliefelijke aangenomen broers en zussen was hij niet zo moeilijk in dit soort gevallen. Al wist hij dat dit een samenstelling zou zijn die niet rustig de tijd door zouden komen. Ach, als hij maar het grootste bed kreeg vond hij het prima. Wat Jezebel en Theo deden moesten ze zelf weten. Even richtte hij zijn blik op de roodharige onder zijn arm, voelde haar irritatie en glimlachte eventjes. ‘We vinden wel w…’ wilde hij haar antwoorden toen ze hem opeens tot stilstand trok. Het glimlachje kwam terug in grotere maten toen hij haar uitleg hoorde en de cijfers zagen. ‘Sssht, zusje. Straks verklap je nog alles,’ grinnikte hij haar goedkeurend toe. Aëshma bleef nog even naar de naampjes kijken terwijl Jezebel haar zinnen had gezet op de kamer en naar binnen stapte. In een volkomen ontspannen manier bewoog hij zich een beetje opzij zodat hij de kamer in kon kijken waar het interessante tafereel zich afspeelde. Zijn lieftallige assistente - god wat kon ze boos worden als hij dat zei… - stond midden in de kamer met haar tas. Een stel medemutanten staarde haar met geshokeerde ogen aan. Een tandontblotende grijns trok over zijn gezicht heen, had niets anders verwacht van haar. ‘Dat loopt het altijd,’ sprak hij zachtjes als antwoord voor zichzelf op haar waarschuwende woorden. Na haar wapperende gebaar bracht hij de rest van zijn lichaam naar de deuropening, zette zijn koffer neer en leunde tegen de deurpost aan. Zijn armen losjes over elkaar en zijn voet over de ander geslagen. Alsof modellenwerk bij hem natuurlijk kwam en er geen photoshopprogramma aan te pas hoefde te komen stond hij in het middaglicht die zijn intense ogen een extra diepgang gaven. Hiermee keek hij het stelletje aan, die nog steeds perplext op hun plek zaten. Enkele seconde streken voorbij terwijl er niets gebeurde. Toen begon het meisje onverstaanbaar te hakkelen. Uit ervaring wist hij dat dit het laatste was wat het meisje nu bij Jezebel moest doen. Voordat Jezebel compleet zichzelf zou zijn stapte Aëshma naar voren. ‘Kom kom, deary,’ sprak hij haar sussend toe met een halve glimlach. Direct schoten haar ogen naar hem toe en bleef de rest van het gestamel in haar keel hangen. Langzaam liep hij naar haar toe en ging schuin naast haar zitten, bracht zijn blik bij haar op ooghoogte en stopte een lok achter haar oor. Elk normaal functionerend mens had hem een klap verkocht. Laat die capaciteit in Aëshma’s bijzijn nou vaak wegsijpelen. ‘Wat mijn lieftallige metgezel bedoeld, is dat wij op zoek zijn naar een nieuwe kamer. En deze, het uitzicht, alles zou perfect zijn voor ons en onze medereiziger. De locatie alleen al!’ sprak hij zachtjes en uiterst vriendelijk, trok zijn mondhoeken omhoog in een glimlach waarbij het meisje hem direct spiegelde in zijn beweging. ‘Het zou toch onredelijk zijn om nog een andere te zoeken, vind je niet?’ vroeg hij haar met een oprechte toon, waarbij het meisje haast direct met hem mee knikte en bleef glimlachen. Op dat moment besefte haar vriendje wat er aan de hand was - bij mannen ging het altijd net wat langzamer helaas. ‘Zeg, ga lekker ergens anders iemand lastig vallen..’ begon hij zijn tirade. In een oogwenk stond Aëshma voor hem, zo dichtbij dat er nog maar enkele centimeters tussen hun gezichten zaten. Aëshma’s knokkels duwde zijn kin zachtjes omhoog. Uit stomme verbazing liet de kamereigenaar het toe en staarde hem aan. ‘Kom, kom. Nergens voor nodig om zo je stem te verheffen. Ik kan je verzekeren dat mijn lieftallige assistente hier dat vele malen beter kan. Dus als je slim bent, pak je je belangrijkste spullen nu op en verlaat je onze kamer,’ sprak zijn stem op een lage toon, terwijl de ledematen van de jongen langzaam slapper werden en zijn hart begon te bonken uit andere beweegredenen dan angst. Het zou zo zonde zijn als Jezebel haar controle nu al zou verliezen en ze alsnog een andere kamer moesten vinden omdat deze nu al verwoest zou zijn.
Onderwerp: Re: Invaders must die | Aëshma wo jan 25, 2017 10:49 pm
D
at loopt het altijd,” klonk het zachtjes vanachter haar. Ze wist dat de opmerking niet per se voor haar oren bedoeld was, maar ze hoorde het en dat was genoeg. Ze stond op het punt om net zo boos te worden op Aësh, maar bedacht zich op het moment dat ze zich wilde omdraaien om hem eens goed te vertellen waar het op stond, dat hij simpelweg gelijk had. Of wel, gelijk genoeg om er in ieder geval nu geen probleem van te maken. Ze hadden een ander probleem en om dit probleem op te lossen konden ze het best hun krachten bundelen. Niet dat ze het niet gedaan zouden krijgen zonder elkaar, maar met zijn tweeën was het dramatisch effect toch een stuk groter. Wie moest er anders met spullen gaan gooien of haar stem verheffen? Aësh zou het vermoedelijk in ieder geval niet doen. Paste niet bij zijn gelikte imago. Wat wél bij zijn gelikte imago paste was een opvliegend zusje waar hij sarcastische opmerkingen over kon maken. Kwam dat even goed uit.
Hij stond inmiddels mooi te zijn in de deuropening. Dit wist ze niet omdat ze over haar schouder had gekeken om het te controleren, maar omdat het simpelweg logisch was dat hij zou gaan voor de plek waar het licht hem perfect wist te bereiken, de plek waar hij met zijn modellengrijns en zijn sarcastische, diepdonkere ogen de situatie in zich kon opnemen tot het tijd was om in actie te komen. Goed, en Jezebel speelde een klein beetje vals. Ook de blik van het meisje, die steeds langer op een punt achter Jezebel bleef hangen en die naast verbazing tevens iets weeks had, was een goede indicatie dat Aëshma zich op dat punt bevond.
Het bleef stil, een aantal seconden, maar te lang in Jezebel haar ogen. Wat er na de stilte kwam, was zo mogelijk nog erger en direct wenste Jezebel – compleet gepaard met het rollen van haar ogen – dat de meid gewoon haar bek had gehouden. Ze voelde de woede in haar opborrelen, groeien en opstijgen en stond op punt van ontploffing toen Aëshma besloot dat dit het moment was om in actie te komen. Het was te zien aan de reactie van het meisje. Eerder had ze af en toe zijn kant opgekeken, maar nu leek het alsof ze hem voor het eerst zag. Hij had zich losgemaakt uit de deuropening en was de kamer binnengestapt, gepaard met een passende “kom, kom, deary.” Direct schoten haar ogen zijn kant op en viel ze – godzijdank – stil. Ook Jezebel volgde hem met haar ogen, maar om een hele andere reden dan het meisje voor haar. Waar zij duidelijk direct in de spagaat zou gaan voor Aësh als hij dat van haar zou vragen, wilde Jezebel simpelweg weten wat hij nu weer zou gaan doen. Soms was liefelijk knipperen met zijn wimpers genoeg. Meestal nam hij daar zelf geen genoegen mee. Liever kwam hij zó dichtbij dat hij meisjes de adem in de keel deed stokken, het kippenvel op hun huid deed staan. Zo ook nu. Hij hield haar blik vast, schoof een lok haar achter haar oor, sprak zachtjes, verleidelijk, deed het overkomen alsof wat hij zei de normaalste, meest redelijke zaak van de wereld was en schonk haar één van zijn perfecte glimlachjes. Jezebel nam het tafereel met een lichte glimlach in zich op, deels sarcastisch, zowel gericht op hoe zwak het meisje was als hoe stoer haar liefelijke broer deed, maar deels ook volledig oprecht gezien het tafereel prachtig was en misschien zelfs een tikje om zichzelf een houding te geven, omdat ze ergens, heel diep vanbinnen, nog wel kon begrijpen hoe het meisje zich voelde.
Dit deel, echter, was zo klein dat het eigenlijk niet eens het noemen waard was en werd hard overstemd door het plezier dat ze haalde uit het zien van de machteloosheid van het meisje. Nog leuker dan de machteloosheid van het meisje, was de machteloosheid van de jongen. Hij had, net als Jezebel, in stilte het tafereel gade geslagen maar, niet als Jezebel, met de meest domme, verbaasde uitdrukking die ze ooit op een gezicht had gezien. Op het moment dat het meisje zeer gewillig haar instemming had gegeven, leek de jongen eindelijk te beseffen wat er gaande was. De lul was zijn bitch aan het stelen! En wel zonder er iets voor te doen. De reactie op zijn gezicht was onbetaalbaar en zijn zielige poging tot zichzelf verdedigen eveneens. Waar Aëshma direct in actie kwam, voor de jongen kwam te staan en zijn gezicht dreigend omhoog duwde met zijn knokkels, schoot Jezebel in de eerste instantie hard in de lach.
Aëshma zijn stem klonk zwaar en intimiderend door de ruimte. “Kom, kom. Nergens voor nodig om zo je stem te verheffen. Ik kan je verzekeren dat mijn lieftallige assistente hier –“ Hij sprak verder, maar Jezebel luisterde al niet meer. Haar gezichtsuitdrukking had een U-turn gemaakt, van hardop lachend naar bijzonder not amused.
“Godverdómme Aësh,” brieste ze, waarna ze een kleine salontafel vol onbelangrijke zooi omkantelde met een trap van haar hakken. Ze wist dat híj wist waarom ze boos was, wist ook dat de twee koters die hun kamer bezetten dat níet wisten en wist tevens dat ze hier gebruik van kon maken. Want zolang zij niet wisten dat haar boosheid niet langer alleen gericht was op hun, waren zij nog in het voordeel. Was zíj nog in het voordeel, in ieder geval. Aësh moest zijn bek houden.
Ze zuchtte eens diep, om iets van de frustratie die ze momenteel richting Aëshma voelde weg te doen ebben en richtte zich op het meisje, dat nog altijd met een mengeling van angst en verlangen toekeek naar hoe Aëshma haar vriendje aanpakte. “Show's over, honey,” gooide ze eruit en ze stapte op het meisje af. Ze pakte het kind stevig bij haar pols vast en trok haar omhoog. Direct begon ze tegen te stribbelen. Nu Aëshma zijn aandacht niet meer volledig op haar gericht was, was de betovering een stuk minder en Jezebel begreep ook wel dat een rode furie die aan je arm stond te trekken een stuk minder prettig was dan een mysterieuze knul die verleidelijk je kapsel weer in orde maakte. Maar goed, daar had Jezebel al op gerekend. Maakte haar ook niet meer uit. Vol kracht sleepte ze het meisje overeind. In de beweging liet ze haar pols los, waarbij het meisje naar voren viel toen ze eindelijk van dat bed af was. Jezebel slaakte een geïrriteerde zucht en commandeerde het meisje overeind te komen. “Tijd om te vertrekken,” sprak ze terwijl ze het meisje hardhandig richting de deur bewoog. Hoe harder het meisje zich bleef verzetten, hoe woedender en daarmee hardhandiger Jezebel werd. “Maak het nou niet zo godverdomme moeilijk voor jezelf,” klonk ze, bijna oprecht teleurgesteld in het meisje.
Onderwerp: Re: Invaders must die | Aëshma za feb 25, 2017 11:28 am
A
ëshma’s knokkels lagen lichtjes tegen de kin van de jongen. In diens ogen schoten allerlei emoties en aan de uitdrukking van zijn gezicht zag Aëshma dat hij momenteel in grote strijd zat in zichzelf. Verwarring, acceptatie, opstand en gevoelens die hij niet kon thuisbrengen of wilde thuisbrengen. Vrouwen waren altijd makkelijker, gewend aan emoties en hun heftigheid. Mannen leken vaker tegen hem te vechten van binnen, hadden meer moeite om te volgen wat er aan de hand was. Aëshma zelf had hierdoor een lichte voorkeur voor vrouwen in zijn armen, maar ergens was hij niet zo pietluttig als het om geslacht ging. Zolang hij maar plezier kon hebben. Aëshma had niet naar Jez hoeven te kijken om te weten hoe ze had gereageerd op zijn uitspraak. Stiekem vond hij het heerlijk om haar te treiteren, uiteraard enkel met liefde. Haar echt pijn doen zou hij nooit doen. Daarnaast moest hij dat niet eens proberen, behalve als hij een gebouw graag binnen vijf minuten gesloopt zou willen hebben. Wellicht is dat nog altijd een goede optie als carrière switch voor haar. Hij zou het er een keer met haar over hebben.
Bij de lichte uitbarsting van zijn zusje draaide zijn kin een klein beetje om zij zodat hij haar vanuit zijn ooghoeken aan kon kijken. Zijn al aanwezige glimlach kreeg iets meer sterkte, maar al gauw richtte hij zijn aandacht weer op de jongen. Aëshma's blik gleed over zijn gezicht, zijn ogen, jukbeenderen, kaaklijn en bleef hangen op zijn lippen. Als in een reflex voelde hij het lichaam van de jongen week worden, hoorde hij haast zijn hartslag versnellen en wist dat hij eindelijk tot hem door gedrongen was. Nu zou het niet heel moeilijk meer moeten zijn. Even verloor hij zichzelf in het spelletje terwijl Jezebel het nodig vond om met brute kracht het meisje de kamer uit te sleuren. De glimlach op zijn gezicht zakte een beetje in, kreeg een dralend karakter op zijn gezicht terwijl zijn blik weer in die van hem richtte. ‘Je weet dat je het wilt,’ murmelde hij op zijn adem terwijl de jongen, vastgepind in zijn blik, bevestigend knikte. Langzaam had Aëshma zichzelf dichter bij de jongen gebracht, maar werd met een ruk uit zijn spelletje gehaald toen Jezebel haar stem verhief. Met een zucht sloot hij even zijn ogen en draaide zich vervolgens zonder enige waarschuwing weg bij de jongen die verbluft, gedesoriënteerd en letterlijk wankelend op zijn benen achter bleef. Hij had zich omgedraaid en bekeek nu op enkele passen afstand het tafereel van Jezebel. ‘Dit doet me een beetje denken aan die straathond die je vroeger een keer binnen had gehaald en die doodsbang voor je was…’ sprak hij bedenkelijk terwijl hij in zijn hoofd het tafereel van Jezebel sleurend aan een jankende hond vergeleek met wat hij voor zich zag. Naarmate Jezebel bezig was zag hij haar invloed op het meisje groter worden, verdween zijn effect op haar en zag hij het meisje alleen maar bozer worden. Lichtjes draaide hij zijn hoofd zodat hij indirect over zijn schouder kon spreken terwijl hij zijn armen over elkaar sloeg. ‘Begeleid jij je vrouw eens hier vandaan en neem wee wat je mee wilt nemen,’ sprak hij met een warme en lage stem tegen de jongen - die de gehele tijd zijn blik niet van hem los gehaald had - achter hem. Hij knikte vaagjes, begon spullen om zich heen te pakken en liep daarna naar zijn vriendin. Hiervan pakte hij de hand van de nog vrije pols en keek haar aan. Met een vage blik die haar niet echt zag sprak hij tegen haar dat ze mee moest komen. Bijna direct lanceerde het meisje haar woede op hem. Hoewel hij zielsveel van Jez hield en kon genieten van de effecten die ze had op mensen, vond hij die van zichzelf altijd wat effectiever. Minder materiële schade enzo. Zijn plan leek te werken. Terwijl het meisje haar vriend de huid vol schelde liep de jongen verdoofd met haar weg. Nadat haar stem was weggevaagd kroop de stilte langzaam terug de kamer in.
‘Zo…’ sprak Aëshma vervolgens om de stilte te verbreken terwijl er een brede, oogverblindende glimlach op zijn lippen pronkte. ’En we hoeven alleen maar een nieuwe salontafel!’ sprak hij goedkeurend en haast complimenterend naar Jezebel . ‘Jez..’ sprak hij terwijl hij zich omdraaide om de kamer te bekijken. Enkel de mensen die hij respecteerde sprak hij bij hun naam aan. Zijn koosnaampjes hadden bij hem in het algemeen en andere lading. ‘Zijn er nog spullen die je sowieso pleite wilt? Ik heb niet zoveel zin om de hele kamer opnieuw in te richten dus grotendeels houden we gewoon,’ uit zijn woorden straalde dat hij gewend was om te krijgen wat hij wilde van mensen, al wist hij dat dat bij Jezebel niet altijd zo werkte. Al dacht hij dat ze in dit geval het waarschijnlijk wel met hem eens was. ‘Aangezien ik ingestemd heb bij jullie in te trekken neem ik dat bed,’ terwijl hij naar het grote bed wees dat gedeeltelijk afgeschermd stond van de rest van de kamer liep hij door de rest van de ruimte. ‘Dat bureau kan alleen echt niet,’ mompelde hij terwijl hij stil stond voor het ikea-gehalte van een bureau. Dof, karakterloos en goedkoop. ‘Dus als jij het wilt hebben…’ grijnsde hij lichtjes terwijl hij zich naar zijn zusje richtte, dondersgoed wetend dat ze de liefelijke belediging door zou hebben.
Onderwerp: Re: Invaders must die | Aëshma di apr 04, 2017 5:27 pm
A
lsof ze niet al gefrustreerd genoeg was, was Aëshma daar weer met een zoveelste opmerking die bij Jezebel het verkeerde keelgat in schoot. Hij begon over het hondje dat ze ooit had gevonden – voor de supermarkt, aan een lijn, absoluut niet verdwaald of zonder eigenaar – en dat ze met liefde als de hare had willen opvoeden. De hond was het hier niet mee eens geweest en op haar beurt was zij het daar weer niet mee eens geweest. Aëshma had haar, zoals ze van hem gewend was, vierkant staan uitlachen terwijl het hondje uit alle macht van Jezebel vandaan probeerde te komen. Pas toen Jezebel een van haar woede-uitbarstingen op het hondje had gericht, hadden de begeleiders doorgehad wat er gaande was en snelden ze toe om het beestje van de rode furie te redden. De gelijkenis was groot want het meisje dat ze de deur uit probeerde te werken piepte en blafte de ene belediging na de andere naar haar. Geen zo goed als de opmerkingen die ze uitwisselde met haar broer of Theodore, maar hé. Jezebel hoopte in ieder geval niet dat er ook nu een half weeshuis aan begeleiders nodig was om haar en het blafbeest uit elkaar te halen.
Na de opmerking van Aëshma had ze geërgerd gekreund, maar voor een echte reactie was geen tijd want ze had nog altijd haar handen vol aan het meisje wiens woede naarmate Jezebel haar aandacht op haar gericht had steeds groter werd. Jezebel had niet in de gaten gehad dat haar broer het vriendje op een missie had gestuurd om zijn spulletjes bij elkaar te zoeken. Pas toen hij voor haar verscheen, het meisje van haar overnam en zij vervolgens al haar woede op hem projecteerde, besefte Jezebel dat het Aëshma wederom was gelukt. Het stelletje verliet te kamer, het volledig door het lint gaande meisje aan de hand van een verdwaasde, verwarde jongen. Het duurde lang voordat het meisje niet meer te horen was en toen de stilte eindelijk was teruggekeerd, draaide Jezebel zich naar haar broer.
“Zo,” klonk hij, die arrogante, brede glimlach terug op zijn gezicht. “En we hoeven alleen maar een nieuwe salontafel!” Jezebel balde haar vuisten, klaar om de afstand die tussen de twee bestond te overbruggen en een storm aan vuisten op haar lieftallige broer neer te laten. Immers, die salontafel was zijn schuld geweest. “Jez..” sprak hij vervolgens, volledig blind of Oost-Indisch blind voor de woede die ze op hem wilde ontladen. Hij draaide zich om en onderwierp de kamer aan een kort onderzoek voor hij weer sprak. “Zijn er nog spullen die je sowieso pleite wilt?” vroeg hij haar, met de toevoeging dat hij geen zin had om de kamer te herinrichten en dat het overgrote deel dus maar zo zou blijven. Jezebel, haar handen nog altijd tot vuisten gebald, volgde zijn blik door de kamer om tot dezelfde conclusie te komen. Het was de tijd niet waard om hier iets anders van te maken. Dat kwam met de tijd wel. Vervolgens deelde Aëshma haar mee dat hij het grote bed zou krijgen. Jezebel trok haar wenkbrauw op, maar haalde vervolgens haar schouders op. “Geniet van je grote bedje, als Theodore hier eindelijk is hebben wij met drie dagen een groter bed,” sprak ze met een sarcastisch glimlachje. Terwijl Aëshma de kamer doorliep en stil bleef staan bij een bureau, werkte zij haar haar bij door het warriger te maken dan het nu al was. “Dat bureau kan alleen echt niet,” was zijn commentaar op het ding. Jezebel bewoog zich, nog altijd bezig met haar haar, richting haar broer om met haar eigen ogen het schijnbaar verschrikkelijke bureau te bekijken. “Dus als jij het wilt hebben..” besloot hij. Nog voor Jezebel het bureau goed en wel had bekeken, landde haar vuist in zijn zij. “Bek dicht, Aësh,” brieste ze, waarna ze over zijn schouder een blik wierp op het bureau. “Kan écht niet,” moest ze vervolgens beamen. Ze concentreerde zich op het afzichtelijke ding, dat aan alle kanten begon te kraken. De schroeven schoten los, er ontstonden scheuren in het goedkope nephout en even later knalde het ding uit elkaar.Een tevreden glimlachje verscheen op haar lippen.
“Dus,” begon ze, zich weer wegdraaiend van de jongen die haar in het afgelopen kwartier al drie keer opnieuw bijna had doen ontploffen. Ze bleef staan voor een kast, waarvan de deuren volledig bestonden uit twee grote spiegels, en bekeek zichzelf goedkeurend terwijl ze verder sprak. “Aangezien we niets gaan veranderen aan de kamer, hebben we hier niet echt meer iets te doen he?” Ze trok haar kleding recht en haalde nog eens een hand door haar haar. “Dus ik stel voor dat we onze spullen hier achter laten en onze medestudenten eens goed leren kennen.” De duistere glimlach die op haar gezicht rustte terwijl ze dit voorstelde, maakte meer dan duidelijk dat ze nooit van plan was zich daadwerkelijk voor te stellen aan haar medestudenten. Ze was verdomme niet gek. Nee, ze bedoelde simpelweg dat ze maar eens Aëshma’s spiegeltjes moesten gaan verstoppen, zoals ze bij iedere nieuwe plek deden.
Onderwerp: Re: Invaders must die | Aëshma wo apr 05, 2017 4:26 pm
D
e enkele bijna-uitbarstingen van zijn lieftallige, roodharige vulkaan waren hem zeker niet ongemerkt gebleven. Echter was hij er zo gewend aan geraakt dat hij ze weinig aandacht meer schonk. Het was het normatieve communicatie niveau die zijn geliefde zus had, hoewel het wel opvallend werd dat het meer omhoog kwam als hij in de buurt was. Of Theo, maar Theo was irritant. Dus dat kon Aëshma heel goed begrijpen, zelfs hij - die bijna nooit zijn emoties verloor - kon al geirriteerd raken door zijn broers aanwezigheid. Al kwam dit meer tot uiting in een pesterige vreugde, omdat de woede die Theo uitte eigenlijk te vermakelijk was. Zo negeerde Aëshma dan ook Jezebels opmerking over het bed en Theo. Het zou ook niet lang duren voordat er een muur tussen hen in zou worden geplaatst, dacht hij in stilte als antwoord op haar woorden. Dit meer ter bescherming van het gebouw en de nachtrust van andere. Vliegende meubelen, wilde nachten en schreeuwende jongeren waren nu vaak niet iedereen zijn favorieten tafereel. Hij kon enkel alleen zijn pesterige opmerking over het niveau van het bureau en suggererend dat zijn zus op hetzelfde niveau zat uitbrengen voordat er een vuist op zijn nieren belandde. Hij hield de ‘oef’ in en keek alleen even moeizaam toen hij de scheut pijn voorbij liet gaan. Met licht samengetrokken wenkbrauwen keek hij zijn zus aan. Die blauwe plekken waren een ontsiering voor zijn tot perfect getrainde lichaam. Michelangelo zou er nog jaloers op raken. Maar zijn aandacht werd getrokken toen voor zijn neus het bureau moeizaam begon te kreunen en vervolgens het begaf onder de onzichtbare kracht. En flauw glimlachje kwam op zijn gezicht. ‘Seks met jou is echt levensgevaarlijk,’ sprak hij plagend onder zijn adem, waarna hij haar een betoverende glimlach toewierp, doelens op het feit dat de term ‘choke sex’ bij haar een heel andere betekenis zou krijgen. Hoewel ze op beheerste momenten dit onder controle had, had hij ook vaak gezien dat deze kant van haar soms lichtelijk uit zijn grenzen raakte als ze echt in één van haar vierdaagse-woedenuitbarstingen was. Er waren meer redenen soms waarom hij niet thuis sliep.
Aëshma bleef nog even nonchalant naar het bureau kijken, even in zijn eigen gedachte verzonken. Maar bij de kleine hint in de stem van Jezebel keek hij naar zijn zus op waarbij hij rustig zijn gespierde armen over elkaar sloeg. ‘Momenteel niet echt nee,’ beaamde hij haar kalm. Aëshma’s mondhoeken krulde omhoog in de spiegeling van de uitdrukking die op zijn zus haar gezicht lag. De uiterst aantrekkelijke blik in zijn ogen kreeg iets duisters, waarin zijn innerlijke aard even achter de poppetjes van zijn ogen danste. ‘Jezje, dat ik er zelf nog niet op gekomen was,’ sprak hij haar liefelijk toe, waarbij hij naar haar toe liep en haar kin even tussen zijn vingers nam. ‘Ik zal ze even pakken,’ liefelijk drukte hij even zijn lippen tegen haar voorhoofd die zich ergens onder zijn kin begaf en gaf aan met deze woorden dat ze even op hem moest wachten. Met de soepele tred van iemand die totaal geen zorgen had liep hij naar zijn leren schoudertas. Hij had een voorliefde voor leer. De geur, hoe het aanvoelde en hoe mooi het kon worden als het verouderde sprak hem aan. Een materiaal wat alleen maar meer karakter kreeg naarmate het gebruikt werd. Terwijl hij de tas open ritste neuriede hij zachtjes een deuntje. Het was een bedrijmpje, maar de manier waarop hij de zachte klanken uitte had het iets griezeligs. De plezier die hij van te voren al had was te zien in het kleine glimlachje op zijn lippen, de zachte en ontspannen blik in zijn donkere ogen en het vertrouwen in zijn handen terwijl hij het fluweel zwarte zakje pakte. Met het zakje haast teder in zijn handen draaide hij zich om naar Jezebel. ‘Is die van jou nog heel? Of was je hem kwijt?’ vroeg hij zijn zus. Het waren breekbare dingen, en hoewel hij graag had dat zijn bijna tweejaarlijkse cadeau aan zijn lieve zus heel bleef, het was een haast onredelijk iets om aan haar te vragen. Door de jaren heen, gevoed door zijn liefde voor Jezebel, was hij vakkundig geworden in het versieren en graveren van glas. De spiegeltjes die hij zijn zus gaf werden per keer mooier. Hij had besloten toen ze op reis waren naar Genosha dat hij spiegels zou creëren voor al zijn broers en zussen. Deze omgeving was in zekere zin gevaarlijker, en hoewel hij het niet met alle even goed kon vinden was elke broer en zus hem zeer dierbaar. Voorzichtig liet hij het fluwelen zakje in de jas van zijn duur ogende leren jas zakken. ‘Klaar?’ vroeg hij zijn zus met een glimlach, verwachtte dat ze nog even nodig had om haar prachtige, vurige bos haar te perfectioneren. ‘Het lijkt mij het handigste om te beginnen op de openbare plekken, zoals buiten, de eetzaal en algemene ruimtes,’ opperde hij aan haar. De spiegelstukjes in het zakje waren niet zo rijkelijk versiert als zijn cadeautjes voor Jezebel. Ze moesten onopvallend zijn, strategisch geplaatst kunnen worden zodat hij zoveel mogelijk informatie kon verkrijgen. Beelden waren wenselijk, maar aangezien ze ook tot zekere hoogte geluid aan hem door konden spelen waren plekken als achter stoffige boeken - zoals er veel in de weeshuizen gebeurd was - ook een redelijk goede plek. ‘Buiten als eerste doen?’ vroeg hij zijn zus terwijl hij zich richting de deur begaf.
Onderwerp: Re: Invaders must die | Aëshma di apr 11, 2017 1:17 pm
Z
ijn opmerking, dat seks met haar levensgevaarlijk moest zijn, deed haar mondhoeken omhoog glijden. Seks met haar wás levensgevaarlijk. Al was het alleen omdat dit betekende dat je zo dusdanig dicht bij haar had kunnen komen dat iets tot seks kon leiden. Een dergelijke band met Jezebel betekende automatisch dat je ook zo dichtbij haar stond dat de kans dat één van haar woede-uitbarstingen op jou was gericht gevaarlijk groot was. Groter dan wanneer je braaf je afstand bewaarde en je ogen neersloeg wanneer ze naar je keek. Maar goed, tot dusver had ze nog geen lijk de slaapkamer uit moeten zeulen, of moeten verstoppen in de kast. Kortom, tot dusver had ze zich heel braaf gedragen in bed.
Met weinig woorden en een veelzeggende blik had ze haar broer voorgesteld om de spiegeltjes over het eiland te verbergen. Hij sprak goedkeurend, maar begon zijn goedkeuring met een zoveelste koosnaampje. Dit woord was genoeg om haar hand, die in de zak van haar bontjas aan het graven was naar een lipstick, te doen stokken in haar beweging. Haar vuist sloot zich rond het koele metaal en dit was, voor nu, genoeg om haar te kalmeren en geen verdere problemen te maken. Hij klonk immers goedkeurend en dit op zich deed Jezebel al goed. Via de grote spiegels waar ze voor stond, had ze hem gevolgd met haar ogen. Hij stond nu bij haar en nam haar kin tussen zijn vingers. Zij keek hem aan, uitdagend en fel als altijd, en hij liet haar weten dat hij de spiegeltjes zou pakken, om vervolgens zijn lippen op haar voorhoofd te drukken. Het gebaar was zacht, teder, en Jezebel sloot kort haar ogen, ademde zijn lichaamsgeur in. Toen liep hij op zijn gemak van haar weg, richting de leren tas waar ze vaak grappen over maakte omdat het een tas voor oude mannen was – hij stonk ook naar oude mannen – maar die ze stiekem eigenlijk wel oké vond.
Jezebel hield haar broer via de spiegel in de gaten terwijl hij in zijn tas op zoek was naar het fluwelen zakje waarin hij de fragiele spiegeltjes bewaarde. Hij neuriede een kinderliedje dat ze alleen herkende als kinderliedje omdat zij het samen aangeleerd hadden gekregen, al die jaren terug. Eén van de begeleidsters in het eerste weeshuis waar ze hadden gezeten was ervan overtuigd geweest dat de kinderen niets door zouden hebben van het onrecht dat hen daar werd aangedaan als ze maar zo vaak en zo veel mogelijk met de kinderen zong. Alsof de ouderloze kinderen hun straf van die middag, een opsluiting in de bezemkast of in de kelder, zouden vergeten als ze maar genoeg extreem gedateerde kinderversjes in hun hoofd getimmerd kregen. Needless to say werkte dat niet en onthield iedereen naast de vele liedjes ook de vele straffen. Maar de kinderen hadden geen ouders, daarmee niemand om in te lichten over deze straffen en dus geen voet om op te staan. Uiteindelijk, nu na jaren, waren het de kinderliedjes die haar direct terug konden slingeren in het verleden. Ze maakten dat ze bepaalde gebeurtenissen uit die tijd glashelder voor zich zag. Jezebel vond het grappig, een misplaatst soort grappig, dat de zorgvrouw met haar boeken vol bedrijmpjes precies het tegenovergestelde had bereikt van wat ze wilde bereiken.
In gedachte weggezonken had ze in de spiegel staan staren. Maar toen hij zich omdraaide en aan haar vroeg of ‘die van haar’ nog heel was, vond ze zichzelf weer terug in hun nieuwe kamer. Ze knikte, op zijn eerste vraag en haar mondhoek gleed omhoog bij de vraag die hierop volgde. “Of was je hem kwijt?” “Je weet dat ik nooit iets kwijt raak. Daarvoor gaan dingen te snel kapot. Maar nee, hij is nog heel.” Haar oog viel op een pluk haar dat niet zat zoals zij wilde dat het zat, hoewel dat precies de look was waarvoor ze ging. Ze schoof de krul opzij, verplaatste hem meerdere keren en besloot uiteindelijk met een gefrustreerde zucht dat ze hem maar moest laten hangen. Er was niets aan te beginnen. “Klaar?” vroeg hij haar en ze knikte afwezig, daarna pas besefte ze zich dat ze nog altijd die lipstick in haar hand had. Uit haar binnenzak toverde ze het spiegeltje dat ze van haar broer had gekregen. De randen waren prachtig versierd, Aëshma had zichzelf overtreft met dit exemplaar. Ze had het altijd hilarisch gevonden om te bedenken hoe hij waarschijnlijk voornamelijk zo zijn best deed op de spiegeltjes omdat hij dan geoorloofd lange tijd naar zichzelf kon kijken. Terwijl hij nu opperde dat het het handigst was om eerste de drukke, openbare plekken af te gaan, werkte zij haar lippenstift bij. Hier en daar knikte ze, en toen hij voorstelde om buiten als eerste te doen, klikte ze de dop van haar lipstick weer terug en keek ze met een glimlach op van het spiegeltje. “Let’s,” stemde ze in, terwijl ze hem de kamer uit volgde.
Het duurde niet lang voor ze een weg naar buiten hadden gevonden. Ze volgden gewoon de stroom mensen en hier en daar behulpzaam geplaatste bordjes naar beneden en vervolgens naar de binnenplaats. Het was er overwegend druk. Bankjes en muurtjes werden bezet door studenten, van dat verschrikkelijke volk dat graag in het eerste beetje zon van het jaar buiten móét zitten, want stel je voor dat je die lichtstralen zou moeten missen! Mensen deden gezellig, hadden het leuk, moesten lachen. Vooral met dat laatste kon Jezebel precies niks. Ze haatte het, voelde de irritatie groeien naarmate ze langer tussen deze mensen spendeerde. En hoe groter de irritatie, hoe sterker ook de werking van haar mutatie. Hoe langer ze daar buiten waren, hoe meer mensen ze met een gefrustreerde en hier en daar zelfs woedende blik rond zag kijken, alsof ze in de ruimte op zoek waren naar hoe ze deze plotselinge ergernis moesten plaatsen. Het gelach was in ieder geval snel weggestorven, en met een tevreden blik keerde ze zich tot haar broer. Haar handen, die ze onbewust tot vuisten had gebald, ontspanden zich weer en liefdevol haakte ze hier één van aan zijn onderarm. “Goed, tijd om de paaseitjes te verstoppen,” verzuchtte ze nu ze zich weer kon concentreren op het werk dat gedaan moest worden.
Onderwerp: Re: Invaders must die | Aëshma wo apr 12, 2017 8:00 pm
S
Amen, als een klassiek duo van uiterste desinteresse en verleidelijke aantrekkingskracht wandelde Aëshma en Jezebel samen door de gangen. Hun passen brachten hen naar buiten, langs de andere mutanten. Ondanks dat Aëshma zichzelf nog altijd het belangrijkste aandachtspunt vond, viel zijn aandacht af en toe om een voorbijkomende mede mutant. Hoezeer de mutatie die hij met zich mee droeg niet direct zichtbaar was, zo liepen sommige rond met blijvende herinneringen dat ze anders waren dan de diersoort die de Aarde op het moment bezette. In tegenstelling tot zijn lieftallige zuster kon Aëshma zelf wel genieten van het genot dat mensen om hen heen begingen. Het plezier dat men haalde uit dingen zoals sociale gesprekken, de zon en het gelach van een ander. Hij voedde zich ermee, tot het moment dat hij wilde spelen. Op enkele groepjes richtte hij zijn aandacht, gaf ze werkelijk een blik waardig. De blikken die hem dan kruiste bleven hangen, zinnen stokte langzaam achter in de keel en verschillende reacties waren van de gezichten af te lezen. De mensen waarop hij specifiek zijn aandacht had gericht begingen de langzame, soms onopmerkelijke veranderingen, maar hij was niet lang genoeg in de buurt om ze te voltooien. Toen ook de zonnestralen Aëshma’s volmaakte gezicht streelde merkte hij dat de vreugde langzaam uit de omgeving verdween. ’Jezebel,’ sprak hij om de aandacht van zijn zusje te krijgen. Hij had een arm om haar heen geslagen en zijn lippen naar haar slaap gebracht, uit de liefelijke omhelzing waarbij haar bijna een rondje had laten draaien. Alleen al het uitspreken van haar echte naam was blijk van het respect wat hij voor haar had. ‘Laat mijn lachende tortelduifjes eens met rust,’ glimlachte hij tegen haar slaap aan, waarna hij zijn gezicht wat terug bracht en haar glimlachend aankeek. Uiteraard doelde hij op het feit dat ze het plezier in de omgeving leegzoog uit de mensen als een leeglopende ballon. ‘Hoe moet ik nu door jou heen als contact met ze wil leggen,’ knipoogde hij, waarna hij zijn arm terug nam en het fluele zakje uit zijn zak haalde. Teder opende hij het voorzichtig, waarna hij enkele stukken spiegel te voorschijn nam. Even verdiept in zijn eigen werk stond hij stil en keek naar zijn eigen spiegelbeeld. Het oppervlakte van de spiegeltjes leek even te trillen en de golven, waarna Aëshma teder glimlachte. Zijn spiegelbeeld beantwoorde dit in gelijke mate. De rest van het zakje stopte hij weg, waarna hij zijn hand uitstak naar zijn zusje. ’Ga je mee?’ de vraag was hoffelijk maar overbodig. Hij wist al dat ze zou volgen. Samen liepen ze langs de muren, waarbij Aëshma ongezien hier en daar spiegels ongezien wegstopte. Voor zover het ongezien ging met een aandacht trekkende duo dat ze waren. ’We moeten ook zo snel mogelijk er achter komen wie hier de meeste touwtjes in handen heeft,’ sprak hij zacht en bedachtzaam waarbij hij zijn donkere ogen op de roodharige furie naast hem richtte. ’Er blijken ook trainingen te zijn, maar ik weet niet in hoeverre het wel verstandig is om al onze kaarten al op tafel te leggen bij dat soort dingen,’ hij bracht zijn gedachtes zachtjes naar buiten zodat enkel Jezebel ze kon horen terwijl ze nu over een groot grasveld wandelde.
Onderwerp: Re: Invaders must die | Aëshma di mei 02, 2017 11:53 pm
Heel geconcentreerd hield Sverrir de honkbal in de gaten. Altijd naar de bal blijven kijken, dat was het geheim van een goeie slagman. Met de knuppel losjes rustend op zijn schouder wachtte hij geduldig tot Roran de bal gooide. De blonde jongen kon echt hard gooien, maar hij wist zeker dat hij er in zou slagen om de bal een ferme mep te verkopen. Hij pakte de knuppel nog net iets anders vast en knikte toen naar Roran. Die trok zijn arm achteruit en slingerde de bal toen richting hem. Instinctief wachtte hij op het juiste moment en liet de knuppel toen in een perfecte boog naar voren gaan. De bal maakte een droog ‘tok’ geluidje toen hij hem hard raakte. Toch was er iets mis gelopen, gezien de bal niet rechtdoor vloog, het veld in.
Nope, de bal suisde tussen de bomen weg. Damn. ”Ik haal hem wel”, Glimlachte hij naar zijn gezelschap, waarna hij de knuppel neer legde en richting de begroeiing jogde. Na wat een eeuwigheid geduurd leek te hebben, kwam hij onsuccesvol terug het veld op. Roran was ondertussen op de tribune gaan zitten, al viel zijn blik -of eerder, werd zijn blik getrokken naar- twee nieuwkomers op het veld. Impulsief liep hij op het duo af. Het was een vreemd gevoel. Enerzijds wilde hij dolgraag met hen praten, anderzijds wilde hij niet in hun buurt komen. Maar ach, het was te laat. Hij was al zo dichtbij. ”Hoi”, Begroette hij hen opgewekt, het gevoel van naderend onheil negerend. ”Hebben jullie toevallig een honkbal gezien?”
Onderwerp: Re: Invaders must die | Aëshma zo mei 07, 2017 10:59 pm
O
ok haar broer had door dat ze de vreugde uit de omgeving trok als een parasiet. Om haar uit haar frustratie te trekken, had hij haar naam gesproken. Het werkte. Jezebel was zich ervan bewust dat het feit dat hij haar überhaupt bij haar naam noemde bijzonder was. Het was daarom dat ze zijn glimlach beantwoordde met haar eigen, daadwerkelijk oprechte glimlach nadat hij zijn lippen naar haar slaap had gebracht en haar op zachte toon had opgedragen het vreugdepeil rondom hen niet verder te laten zakken. “Hoe moet ik nu door jou heen als ik contact met ze wil leggen,” besloot hij, waarop Jezebel haar schouders ophaalde en met een arrogante blik de ruimte rondkeek. “Maar lief, je hebt mij. Waarom zou je contact willen leggen met hen?” Het was een grap, natuurlijk was het een grap, maar de walging in haar stem bij het laatste woordje was wel degelijk oprecht. Wat was het toch een leuke meid.
Hij had de spiegeltjes tevoorschijn gehaald en gevraagd of ze mee ging. Een onnodige vraag, want Jezebel voelde vooralsnog geen drang om in haar eentje het eiland te verkennen en Aëshma bleef haar favoriete persoon om de boel mee op stelten te zetten nu haar geliefde, gemiste klootzak zich nog op het vasteland bevond. Ze pakte zijn hand beet, kneep er lichtjes in en met zijn tweeën bewogen ze zich langs de muren. Terwijl Aëshma hier en daar spiegeltjes wegstopte, speelde zij het mooie poppetje dat simpelweg diende als decor, afleiding, met hier en daar een sarcastische opmerking. Ze moest toegeven dat ook zij kon genieten van de zon, gezien het gouden licht de contouren van haar gezicht nog beter liet uitkomen, het haar haar nog roder en glanzender deed ogen. Dus dat ze er gewoon bij stond terwijl Aëshma zijn spionagenetwerk opstelde, deerde haar niet. Vond ze stiekem wel prettig. Ze was toch niet gemaakt voor echt werk.
“We moeten ook zo snel mogelijk erachter komen wie hier de meeste touwtjes in handen heeft,” sprak hij zacht, zodat alleen zij het kon horen. Ze had zijn hand losgelaten, zodat de hare over zijn onderarm naar boven kon glijden en ze hem weer aan zijn arm kon haken – for some reason vond ze dit het prettigst lopen, het deed haar voelen alsof ze een belangrijk iemand was die zich alleen in het bijzijn van haar bodyguard op straat kon begeven. Nu had ze natuurlijk geen bodyguard nodig want God knows dat uitgerekend Jezebel zonder moeite voor zichzelf op kon komen, maar toch, een meisje mocht dromen. “Er blijken ook trainingen te zijn, maar ik weet niet in hoeverre het verstandig is om al onze kaarten al op tafel te leggen bij dat soort dingen.” Jezebel had tot dusver nog niet geantwoord en begon nu met een zoveelste, bijna vertederde glimlach. De zachte, samenzweerderige toon in zijn stem klonk heerlijk. Haar broer had altijd de meest ambitieuze plannen voor de groep en hoewel ze vaker dan niet geen idee had wat hij nou eigenlijk van plan was, vond ze het heerlijk om per definitie deel te zijn van zijn plan, als een soort privilege waar ze recht op had dankzij de bijzondere band die ze met hem deelde. “We kunnen best meedoen maar ons gewoon inhouden. Mijn bijtjes kunnen het best rustig aan doen. Of ik toon ze gewoon niet,” dacht ze hardop met hem mee.
Ze liepen inmiddels over een veld, waar een aantal studenten zich in een groep hadden verzameld om ogenschijnlijk niks te doen. Ze stonden daar maar wat te staan, te wachten, leek het wel. Jezebel haar aandacht was voor de helft bij haar gesprek met Aëshma, maar de andere helft was gericht op de mensen op het veld die zich, zo zag ze nu, hadden verzameld rondom een honkbalknuppel. Terwijl ze luisterde naar Aëshma, tuurde ze de groep rond, instant chagrijnig om het feit dat mensen hier gezellig, in hun vrije tijd en dus vrijwillig een sport beoefenden. Als klap op de vuurpijl, kers op de taart of simpelweg als de druppel die de emmer deed overlopen, kwam een van de honkbalspelers hun kant op lopen. Jezebel was allereerst met stomheid geslagen dat iemand ervoor koos om haar en haar broer te benaderen. Maar toen ze zich bedacht dat ze dus met Aëshma was, werd het haar weer iets duidelijker. Toen de jongen dichtbij genoeg was, kraamde hij een enthousiaste begroeting uit, gevolgd door de vraag of zij hun honkbal hadden gezien. Jezebel, het nare kind dat ze was, beantwoordde zijn vraag met een schamper lachje. Vervolgens keek ze haar broer aan met het sarcastische, onheilspellende glimlachje dat ze eerder, toen ze had voorgesteld of ze niet eens die spiegeltjes moesten gaan verspreiden over de campus, ook op haar gezicht had gehad, en vroeg hem met een poeslief maar mocking stemmetje: “Hebben we zijn honkbal gezien? Zoek je één of twee ballen, lieverd?” Bij deze laatste toevoeging keek ze de ongewenste vreemdeling weer aan, haar blik leeg en koud.
Onderwerp: Re: Invaders must die | Aëshma do mei 18, 2017 9:39 pm
Z
ijn blik gleed rustig naar de ogen van zijn aangenomen zus. Hij had hardop zijn gedachten uitgesproken, haar aandacht getrokken en haar aan het denken moeten zetten. Hoewel het niet een hele lastige vraag was geweest waar hij zelf waarschijnlijk ook gauw genoeg het antwoord op had geweten had hij zijn korte gedachtes met haar gedeeld. Een van de weinige waarbij hij dat enigszins vrij kon doen. Kira was ook een van de personen waarbij hij dat kon. Maar, hoe diep deze mensen ook in zijn hart lagen, hij zou nooit het achterste van zijn tong laten zien. Een overlevingsstrategie die hij uit noodzaak onbewust geïntegreerd had en waarschijnlijk nooit geheel zou verdwijnen. Andere mensen zou hij nooit alles kunnen laten weten, daar kon alleen maar misbruik van gemaakt worden. Nooit had hij iemand ontmoet die het tegendeel had bewezen. Sinds dien had hij het ook nooit meer gedaan. Tenslotte, hij zou het zelf ook doen. Elk beetje informatie kon gebruikt worden. Aëshma knikte op haar woorden, was het met haar eens. Dit had hij zelf ook al bedacht, maar hij wilde dat het in de rest van de groep van broeders en zusters ook zou verspreiden. En hoewel hij het idee best van zichzelf kon laten zijn bij de meeste van zijn familie, Theo was een voorbeeld die keihard de andere kant op zou rennen enkel en alleen omdat Aëshma het plan had geopperd. Op deze manier zou het de hele groep bereiken zonder dat het alleen van hem kwam. ’Inderdaad,’ beaamde hij haar dan ook alleen maar. De plekken waar ze langs hadden gelopen waren voorzien van kleine, haast onzichtbare spiegeltjes. Terwijl Aëshma zijn werk afmaakte zag hij Jezebel lichtelijk afgeleid zijn door de drukte op een klein stukje afstand. Al kon hij zich goed voorstellen dat deze afleiding niet op een positieve indruk op haar zou zijn. Op het moment dat Aëshma zich omdraaide en zich weer op zijn zus richtte zijn hij de lichte flikkering op haar gezicht die zijn aandacht trok. Rustig volgde zijn donkere ogen haar blik en zagen de jongen die op hen af kwam lopen. Hij had weinig aandacht gehad voor het spel wat een stuk verderop had afgespeeld. Haast onzichtbaar gleed het fluweel zwarte zakje terug in zijn zak, waarna hij kalm zijn brede armen over elkaar sloeg en de jongen aankeek terwijl hij sprak. Zijn blik bleef op de jongen rusten, iets te geïnteresseerd, terwijl Jezebel haar schampere lachje liet horen. Even gleed zijn blik opzij toen Jezebel die van haar op hem richtte. De zachte blik in zijn ogen was compleet het tegenovergestelde van die van Jezebel. Beide leken ze compleet verschillend, maar ach. Ze waren enkel twee kanten van dezelfde munt. Echter uitte het zich compleet verschillend. In tegenstelling van zijn zuster kon hij de heldhaftigheid van de jongen wel waarderen. Het lammetje wist niet waar hij aan begonnen was. Een enkele mondhoek trok lichtjes omhoog bij het horen van Jezebels antwoord op de vraag van de jongen. Rustig en ongegeneerd gleed de blik van Aëshma over de jongen heen. ’Ach Jez, je moet toegeven dat hij die vast wel moet hebben als hij zich helemaal deze kant op zou begeven om dit te vragen. Vind je niet?’ sprak hij meer gericht op zijn zus dan als beantwoording op de vraag van de jongen. Terwijl hij Jezebel beantwoorde bleef zijn blik zacht op het gezicht van de jongen hangen. ’Wat doe je bedenken dat wij hem hebben gezien?’ stelde hij nu wel de vraag direct aan de jongen. Zijn zware stem vriendelijk.
Onderwerp: Re: Invaders must die | Aëshma vr mei 19, 2017 4:03 pm
Zelf merkte de onschuldige jongen er helemaal niks van, maar zijn humeur onderging wel degelijk veranderingen. Veranderingen die hem niet opvielen, maar zich wel steeds heftiger begonnen te manifesteren. Subtiel, maar onoverkomelijk. Hoewel hij echt alleen maar zijn bal terug wou, bevond hij zich nu in een situatie die wel eens slecht kon uitlopen. Voor hem dan. En hij was zich er niet eens bewust van. De onderlinge blikken die het duo wisselde, had hem ergens al moeten waarschuwen. Maar dat deed het niet. In plaats daarvan vroeg hij zich af waarom de jongen zo onmogelijk knap was, en waarom hij het niet kon uitstaan dat het meisje dichter bij hem stond dan hij zelf.
“Hebben we zijn honkbal gezien? Zoek je één of twee ballen, lieverd?” Vroeg het meisje hem toen verveeld. Het bracht hem even uit zijn focus op de jongen. ”Eh, gewoon, één honkbal”, Antwoordde hij, een tikkeltje verward en misschien ook wat geïrriteerd. Was hij niet duidelijk geweest misschien? ’Ach Jez, je moet toegeven dat hij die vast wel moet hebben als hij zich helemaal deze kant op zou begeven om dit te vragen. Vind je niet?’ Zei de jongen vervolgens, en hoewel hij helemaal niks van zijn woorden snapte, vond hij dat helemaal niet erg. Het geluid van zijn stem klonk hem immers als muziek in de oren, en hij wou dat hij nooit meer zou ophouden met praten.
Sverrir besloot om enkel nog op de jongen te letten. Het meisje fokte hem ergens op, op een manier die hij van zichzelf niet verwacht had. Hij was een heel sociaal iemand, maar hij wilde eigenlijk alleen maar dat ze op zou rotten. ’Wat doet je denken dat wij hem hebben gezien?’ Vroeg de jongen ondertussen vriendelijk. Zijn zachte blik deed hem wat ontspannen. De kleine glimlach van net kwam terug om zijn lippen. ”Omdat ik hem denk ik deze richting heb uit gemept, en toevallig staan jullie hier, dus misschien hebben jullie hem wel zien langskomen”, Legde hij uit, waarna hij kort knikte, om het verhaal voor zichzelf ook nog even te bevestigen.