D
e jongen blies zijn wangen bol terwijl hij zich omdraaide op de tafel zodat hij met zijn hoofd over de rand hing en alles ondersteboven kon bekijken. Hij verveelde zich gewoon dood. De bibliotheek was nooit een plaats waar hij uit zichzelf heen zou gaan, maar een van zijn ‘siblings’ had erop gestaan dat hij mee zou komen. ”Ga je hier nog lang blijven zitten? Ik begrijp echt niet wat je leuk vind aan al die stoffige boeken.” Op het moment dat het bloed toch grotendeels naar zijn hoofd gestegen was en zijn hoofd daardoor waarschijnlijk een rode kleur had gekregen, draaide hij zich terug om en schoof hij een stukje naar achteren zodat hij zijn armen op tafel kon leggen en zijn hoofd dan daarop kon laten steunen. Een dramatische zucht verliet zijn lippen toen de ander weer een nieuw boek opensloeg, een teken dat ze nog lang niet weg waren. ”Oké genoeg. Ik ga de school nog wat meer verkennen, je roept maar als je me nodig hebt.” Zonder nog echt op een antwoord te wachten, zette Maxwell zich recht waarna hij zijn benen naar de rand van de tafel zwiepte en er in een soepele beweging afsprong. No way dat hij hier nog een halfuur ging blijven zitten. De spanning die in de school hing, was hem eerder al opgevallen, maar hij had er eigenlijk nooit echt aandacht aan geschonken. In eerste instantie had hij gedacht dat het gewoon iets was dat bij een school vol mutanten hoorde, maar de angstige blikken die hij her en der op sommige gezichten zag, vertelden toch een heel ander verhaal. Verschillende verhalen gingen de ronde en eerlijk gezegd kon hij gewoon niet zeggen wat er nu juist gebeurd was. Het enige waar iedereen het wel over eens leek te zijn, was dat er iets ernstigs aan de hand was. Iets ernstigs betekende chaos en chaos betekende meestal dat Maxwell ongezien kon wegkomen met een heleboel dingen die in principe niet van hem waren.
Met een lichtvoetige tred liep de jongen de living room binnen. Heel even bleef hij in de deuropening staan om rond te kijken, maar hij besloot al snel om verder te wandelen toen hij de jongen met zijn schaakbord opmerkte net op het moment dat de zandloper over de grond rolde. Maxwell zakte door zijn knieën van zodra hij dichtbij genoeg was en gritste de zandloper weg voordat de ander hem kon vastpakken. Met het ding in zijn handen, plofte hij op de stoel tegenover de jongen, zijn bruine kijkers gefixeerd op de zandloper terwijl hij het object in zijn vingers ronddraaide. ”Wat ben je aan het doen? Tegen jezelf aan het spelen?” Pas nadat hij de woorden had uitgesproken, scheurde hij zijn ogen los van de zandloper om deze daarna op de ander te fixeren. De zandloper zelf hield hij wel stevig vast aangezien hij niet direct van plan was om het object terug te geven. Zo eentje had hij nog niet in zijn collectie zitten.