Onderwerp: You wear the marks of my distruction. [Denni] zo jan 15, 2017 3:21 pm
.Always live before you die.
Er was niet veel waar je hem echt oprecht kon kwaad mee krijgen maar nu was hij het voor de volle honderd procent geweest. Hij was in zijn leven waarschijnlijk niet zo kwaad geworden tegen een kind als nu, en waarom … Dalton had hem verplicht te transformeren naar Lupos voor zijn eigen zelfverdediging. Hij was verplicht moeten gaan doen wat hij het meeste haatte, controle geven aan dat andere deel van hem. Lupos had gedaan was hij nooit zou kunnen, hij had Dalton tegen gehouden, hij had dat monster tegen gehouden en Storm in het proces gered. Dus ergens was hij die wolf dankbaar … als het niet was voor zijn eigen veiligheid. Om de situatie nog erger te maken had Denni zichzelf opnieuw in gevaar had gebracht voor zijn veiligheid, en ze was opnieuw gewond geraakt. En daar zat een groot deel van zijn kopzorgen, bij haar terwijl hij letterlijk alles van die woede had losgelaten op Dalton. Hoe de jongen hier ging van terug komen kon hem momenteel zelf niet schelen. Hij keek naar de spalk rond zijn pols en rolde met zijn ogen. Denni had hem gedwongen naar de ziekenzaal te gaan en enkel omdat hij niet kwaad wilde worden op haar was hij gegaan. Voor de rust … en op die manier had hij ook een gaatje om Dalton op te zoeken.
Het was zo stil op de gang, een groot deel van de studenten zaten beneden in de Lounge, genoten van de avond net als hij had willen doen. Zijn zintuigen gingen uit naar alles in zijn omgeving alvorens hij Lupos liet zoeken naar haar om op te maken waar ze was, zijn kamer of de hare. Met de striemen die Dalton haar hand bezorgt, het bloed, vond Lupos haar vier keer zo snel terug tussen alle andere studenten in het slaapgebouw. Hij nam de kortste weg, eerst naar zijn eigen kamer voor hij naar de hare zou gaan. In de spiegel kijken was een geruststelling, zijn blik had zo koud en afstandelijk gestaan dat hij schrik kreeg voor de impact waarmee hij Denni kon confronteren. Maar nu … zijn bruine ogen waren rustiger, de pijn en woede was weggeëbd, desalniettemin nog niet verdwenen. Hij staarde een minuut lang naar zijn eigen onrustige bruine ogen voor hij een diepe teug adem nam, iets anders aan trok en zich richting haar kamer begaf.
Op de weg naar daar probeerde hij zoveel te doen, zichzelf compleet rustig te houden maar iedere keer opnieuw kreeg hij dat beeld van haar voor dat reusachtige monster met een opgegeven klauw. Alsnog waren haar armen rond zijn magere zwarte wolvenlichaam één van de meest rustgevende momenten geweest in dat hele moment. Hij wist niet hoelang hij was weggebleven maar hij was blij terug wat houvast te vinden. Hij klopte één keer aan en wandelde dan haar kamer in, zijn ogen gleden kort naar het andere deel van haar kamer waar zoals meestal geen kamergenoot te bespeuren viel alvorens hij naar haar keek. Haar ogen gingen meteen naar zijn pols, hij stak zijn hand omhoog en toonde de spalk. ‘Ik kan daadwerkelijke wel luisteren, wat we niet kunnen zeggen van jou.’ Hij trok zijn mondhoek flauw naar boven. Nee, ze kon niet luisteren, als hij zei “ren” dan bleef ze gewoon in plaats van te rennen. En het frustreerde hem zo dat ze zo roekeloos was tegenover Lupos. Ze had de eerste keer geluk gehad maar het zou niet altijd zo gaan, al had ze hem wel het tegendeel bewezen … Lupos had haar niet aangevallen, hij had haar beschermd en Storm terug gegeven. Hij wandelde naar haar toe, bleef voor haar staan en legde zijn vingers onder haar kin, draaide haar hoofd een beetje zodat hij de striemen kon zien. ‘Waar is je ehbo kistje?’ Vroeg hij zonder haar nog opnieuw aan te kijken. Het deed hem altijd pijn, als ze meer pijn leed dan hem. Zijn pols was onderhands al genezen, zij zou nog dagen rond lopen met die striemen waarbij iedereen vragen kon stellen. Hij liet haar los, nam terug afstand om zo niet in de verleiding te komen om naar dat breekbare deel van hem om te schakelen. Hij wilde sterker zijn en hij kon haar niet duidelijk maken hoe het zat als hij half gebroken op de grond zat …
Onderwerp: Re: You wear the marks of my distruction. [Denni] zo jan 15, 2017 4:48 pm
Dennimae Elscot
TAG:: Stormiewormie I love you like a love song, baby
De klap van de deur die in het slot viel was het enige geluid dat de stille kamer vulde, voor een kort moment. Toen de deur dicht zat en het geluid verdwenen was, was er enkel nog het zachte geluid van Dennimae haar ademhaling. De blonde meid keek naar het raam, naar de donkere lucht die langzaam begon aan te tonen dat het avond was geworden. Een trillende hand liet ze naar haar wang gaan, om de warme, nattigheid van het bloed te voelen. Voor een kort moment staarde ze enkel naar haar vingertoppen, naar het kleine beetje bloed dat zich er op bevond. Langzaam trok ze haar jas uit, bekeek ze de scheur die in de mauw zat. De nagel van het beest was dwars door de stof gegaan. Ergens was ze haar jas dankbaar, het had er voor gezorgd dat de wond op haar arm minimaal was gebleven. Ook haar trui was op diezelfde plek gescheurd. In hetzelfde trage tempo, want aantoonde dat de schok van het hele gebeuren nu pas insloeg, trok ze de trui uit. Beide kledingstukken gooide ze op een stoel, om vervolgens de badkamer in te lopen. Voor de spiegel bleef ze staan, probeerde ze wat grip op haar weerspiegeling te krijgen. Door de adrenaline die ze eerder gehad had, sloeg de vermoeidheid en de schonk nu nog zwaarder in. Denni zuchtte, probeerde zichzelf wat meer onder controle te krijgen waarna ze een wc papiertje pakte om de snee op haar gezicht en arm wat schoon te deppen. Maar haar gedachtens waren totaal niet bij haar wonden, of uberhaupth bij zichzelf. Het enige beeld dat ze steeds op haar netvlies kreeg was het beeld van de donkere wolf, levenloos op het verdorde gras. Zijn ogen wanhopig, hulpeloos met een blik die als opgeven voelde. Het gestrompel dat Storm had gehad onderweg naar de school, de korte discussie die ze gehad hadden over de ziekenzaal. En het monster.. Het monster dat hun beide had willen en kunnen vermoorden. Weer een monster waar Denni kansloos tegenover had gestaan en op de een of andere manier toch van had weten te winnen. Hoe? Ze had werkelijk geen idee, begreep niet wat het geen was zij had, dat de monsters liet stoppen. En toen Storm vertelde dat het Dalton was, schattige Dalton, had het haar hart net dat ietsjes meer gebroken. De lieve jongen die ze in de kantine was tegengekomen, was een heus monster geweest. En die realiteit kon Dennimae niet bevatten. Net als met Storm en Lupos, had ze dat nu met Dalton en Anubis. Het klopte gewoon niet. Niks van dit hele verhaal klopte voor haar.
Het schoondeppen van de wonden had ze opgegeven, haar hoofd stond er simpelweg niet naar. Ze liet de doekjes met bloed in de wasbak liggen, het kwam niet in haar op om het op te ruimen. Niks kwam momenteel in haar hoofd op. Het was alsof ze uitstond, enkel de dingen die vandaag gebeurd waren kon herhalen en herhalen. Proberend het een beetje een plekje te geven, wat rust in die warboel te geven. Tevergeefs. De blonde meid trok een vest uit haar kast, die ze voordat ze zichzelf op haar bed liet vallen dicht ritste. Verder kwam er ook niet in haar op om iets van een shirtje aan te trekken. Het feit dat ze een vest had aangedaan en niet enkel in haar bh op het bed was gaan liggen, was puur omdat het automatische was. Dennimae sloot haar lichte ogen, legde de rug van haar hand op haar voorhoofd terwijl ze het hele gebeuren nogmaals door haar hoofd haalde. En nogmaals, en nogmaals.
Het feit dat er op de deur werd geklopt, glipte haar voorbij. Ze zat te diep in haar gedachtens om het op te merken. Het schrale, branderige gevoel van de sneeën en hoofdpijn waren het enige waar ze zich momenteel op kon concentreren. Pas toen ze Storm binnen hoorde komen, kantelde ze haar hoofd en opende ze haar ogen. Meteen viel haar blik op zijn pols, op de spalken die het geheel bij elkaar zouden moeten houden. Alsof zijn hand er anders af zou vallen. Denni duwde zichzelf overreind, gooide haar benen in kleermakerszit onder haar lichaam. Rustig bond ze haar blonde haren in een staart, niet in staan om iets te zeggen. Ze wist niet wat te zeggen, ze wist niet hoe ze deze situatie moest aanpakken. Hoe ze dit hele gebeuren een plekje moest geven. Toen in het bos met Lupos was het veel gemakkelijker geweest, uiteindelijk. Maar dit? ‘Ik kan daadwerkelijke wel luisteren, wat we niet kunnen zeggen van jou.’ Storm trok zijn mondhoeken wat flauw omhoog maar Denni kreeg zichzelf niet zo ver om te glimlachen. Dus wendde ze haar blik naar haar handen. "Iemand moet jou toch af en toe eens tegenspreken." Reageerde ze uiteindelijk even flauw terug op zijn opmerking. Toen ze opkeek zag ze hoe Storm naar haar toe kwam gelopen, volgde met haar ogen hoe hij voor haar bleef staan. En natuurlijk legde hij zijn vingers onder haar kin om haar hoofd te draaien, om de wond te bekijken. Het was allemaal zo minimaal dat Denni, behalve het schrale gevoel, niet eens echt opmerkte dat het er was. "Het is enkel een krasje," Probeerde ze hem gerust te stellen, maar ze wist dat dat Storm niet zou helpen. "Ik heb het een beetje proberen te deppen met doekjes, in de badkamer." Ze wees met haar vinger richting de badkamer deur. Haar lichte ogen probeerde die van Storm te vinden, Denni legde haar hand op de zijn goeie, waarbij ze haar vingers eromheen sloot. "Hoe gaat het met jou?" Vroeg ze vervolgens zachtjes. Haar prioriteiten lagen nog steeds bij hem, niet bij de kleine krasjes die zij had opgelopen.
Onderwerp: Re: You wear the marks of my distruction. [Denni] zo jan 15, 2017 6:52 pm
.Always live before you die.
Zelf met zijn ogen dicht zou hij perfect altijd zijn weg vinden naar haar. Het ging nu gewoon zoveel gemakkelijker vanwege haar bloed en het idee dat ze gewond was geraakt, opnieuw. Hij hoefde niet op te letten, Lupos manoeuvreerde hem met gemak door het gebouw heen rechtstreeks naar haar kamer. Hij wist niet hoe ze het deed, maar ze had de connectie met Lupos die zelf hij niet had. De eerste keer dacht hij aan puur toeval maar nu, ze had het gewoon opnieuw gedaan. Ze had de wolf terug gedrongen en Storm terug met zijn hoofd boven water gekregen. Maar hij wist nog steeds niet hoe ze het deed, of waarom Lupos het toe liet. Hij kon niet met Lupos praten, communiceren, hij stond nooit tegenover de wolf, enkel Denni kon dat. En ergens was hij bang, want als zij het enige was dat Lupos echt onder controle kon houden, hoe kon hij dan ooit leven zonder haar? Dat idee deed hem huiveren, hoe loyaal hij ook mocht zijn er stonden nog honderden obstakels tussen hen in waar hij de uitkomst niet van kende. En dat was twijfel, twijfel genoeg om tot de conclusie te komen dat Denni er misschien niet altijd zou zijn en dat hij zich op een dag echt zou moeten weren tegen de wolf.
Toen hij in haar kamer kwam lag ze op het bed, ze bewoog twee seconden niet voor haar hoofd draaide en hem aan keek. Ze lag in gedachten verzonken en die gedachten kon enkel maar naar afgelopen uren zijn gegaan. Ze zou het niet eens mogen merken hebben, ze zou hem niet eens mogen komen zoeken zijn. Nu was er weer dit, het moment dat hij haar ogen vond en de woorden bijna ongenoemd aan elkaar voorbij gingen. ‘Niet op dat vlak.’ Reageerde hij meteen op haar woorden. Ze moest luisteren als het ging om Lupos, voor haar eigen veiligheid. Zijn blik gleden kort langs haar lichaam, ze droeg enkel een vest, alvorens hij naar toe wandelde. Ze was ondertussen recht gekomen en hoe dichter hij kwam hoe meer ogen houvast vonden op de lichte striemen om haar wang. Zijn vingers waren voorzichtig ondanks de storm die hij vanbinnen nog steeds voelde kolken. Ze reageerde niet op wat hij zei, niet meteen. Zijn vingers maakte zich los van haar kin, drukte zich op haar sleutelbeen waar hij de vest over haar schouder duwde zodat hij naar haar arm kon kijken maar die was praktisch ongedeerd door de laagjes kleding die ze had aangehad. Zijn adem ontsnapte hem zachtjes alvorens hij weer afstand probeerde te creëren.
Toen hij vroeg achter het ehbo kistje reageerde ze met een minimalisatie van de situatie. Storm hield zijn hoofd schuin, met een blik waaruit ze waarschijnlijk meteen zou kunnen opmaken dat hij het niet aanvaardde. Lupos ging op zoek door de kamer naar ontsmettingsmiddel waardoor hij meteen zou weten waar het ehbo kistje lag. Hij volgde met zijn ogen haar vinger richting de badkamer, dus ze had zichzelf al wat verzorgd. Lupos vond het ontsmettingsmiddel, hij herkende de geur onderhands maar al te goed maar nog voor Storm zich richting de badkamer kon bewegen greep Denni naar zijn hand. Ze strengelde haar vingers erdoorheen en hij liet het haar toe. De vraag … altijd dezelfde vraag deed hem opkijken, recht in die blauwe ogen van haar. ‘Ik ben oke, dit,’ hij stak zijn pols omhoog. ‘hangt er ondertussen voor de show.’ Verduidelijkte hij met een blik op de spalk. Hij zuchtte en wreef zijn vingers over zijn voorhoofd. ‘Denni, waarom doe je het elke keer? Waarom ga je altijd lijnrecht op mijn vraag om weg te gaan in? Hij kon je vermoord hebben, ik,’ hij zweeg en klemde zijn lippen op elkaar, sprak het niet eens luidop uit. Ja, ook hij kon haar vermoord hebben. ‘Hecht jij zo weinig belang aan je eigen leven dat je overal moet opduiken waar er gevaar is?’ Vroeg hij haar dan zacht. Hij wilde niet kwaad worden, niet op haar in ieder geval. Hij keek omlaag naar haar vingers die door de zijne zaten gesloten. ‘Hoe hard gewond moet je geraken voor je beseft dat wegblijven van hem de beste optie is?’ Vroeg hij dan verder. Hij zou haar nooit opzettelijk pijn doen maar het was nog steeds zijn grootste angst, om wakker te worden van een transformatie en haar in een ziekenhuisbed vol slangetjes en monitors te vinden …
Onderwerp: Re: You wear the marks of my distruction. [Denni] zo jan 15, 2017 8:56 pm
Dennimae Elscot
TAG:: Stormiewormie I love you like a love song, baby
Misschien was het niet verstandig dat Dennimae zich mengde in de dingen die Lupos deed, misschien moest ze zich er ook wel buiten houden. Want wat je er ook van maakte, uiteindelijk liep ze telkens verwondingen op. Maar eerlijk kon het haar niet zoveel schelen. Ze wilde Storm helpen, op welke manier dan ook. Al was het enkel om het gevaar van hem af te houden, dat het zich op haar zou wenden. De drang om hem veilig te brengen was groter dan de drang om zelf te overleven. Voor een ander had ze het misschien niet gedaan, zelfs niet voor Devon. Maar voor Storm.. Ze moest hem hoe dan ook in veiligheid houden. En op de een of andere manier was dat gelukt, op de een of andere manier had ze toch meer controle over Lupos dan beide dachten. En schijnbaar had ze dat ook bij Dalton gehad, over Anubis. Denni zou nooit kunnen omschrijven hoe ze het voor elkaar had gekregen, ze zou amper kunnen omschrijven wat er de afgelopen uren gebeurd was. En hoewel het tafreel zich constant in haar hoofd opnieuw en opnieuw afspeelde, zou ze het niet in woorden kunnen uitdrukken. Want wat was er eigenlijk gebeurd? Ze kon het zelf amper bevatten.
Haar gedachten waren dan ook mijlen ver terwijl ze zichzelf een beetje probeerde op te lappen. Maar ze kon niet helder denken, ze kon niet aan zichzelf denken. Zelfs het idee om aan te kleden kwam niet echt in haar op. Een vest was het enige dat ze aantrok. Het was warm op haar kamer waardoor ze niet eens merkte dat ze zich niet voldoende had aangekleed. En misschien was het wel te koud, misschien had ze het wel koud. Maar ze merkte het niet. Ze voelde niks anders dan hoofdpijn, het schrale branderige gevoel van de wonden en emoties die zich weer ophoopte. Het idee dat ze Storm had kunnen verliezen vandaag brandde in haar achterhoofd. Het aanzicht van het wolven lichaam dat amper tot niet kon bewegen.. Maar ook het beeld van Anubis dat zich terug duwde. Het enorme monster dat afstand van haar nam, in tweestrijd was met zichzelf. Alles van de afgelopen uren zorgde ervoor dat ze niet meer helder was. Grip op de realiteit een beetje verloren was en het was alles behalve gezond. Eigenlijk zou ze moeten gaan slapen, het gebeuren in haar slaap verwerken. Maar zelfs toen ze haar ogen sloot, kon ze de rust niet vinden om zichzelf in slaap te laten vallen. En echt de tijd kreeg ze niet, aangezien Storm binnen was gekomen. Waarschijnlijk even gebroken als zij was. ‘Niet op dat vlak.’ Reageerde Storm meteen op Denni haar woorden. De blonde meid keek hem aan, kreeg uiteindelijk een ietwat flauw glimlachje op haar lippen. Wat had hij dan gedacht? Dat ze hem alleen zou laten, het zelf zou laten uitzoeken? Waarom mocht hij altijd voor ridder spelen, haar altijd redden met de dingen die zij deed en mocht zij enkel van de zijlijn toekijken? Ze kon het niet. Toen in het bos niet, nu niet en misschien nooit niet. Ze waren een team, toch? Dennimae zei niks terug. Ze wist niet welke woorden haar gedachtens konden omschrijven. Wat haar gedachtens eigenlijk wel niet waren. Als Storm in haar hoofd had kunnen kijken, was hij waarschijnlijk gek geworden van de warboel die hij daar zou aantreffen. En Dennimae werd er gek van. Ze wilde het ordenen, structuur aan haar gedachtens brengen en controle hebben over de situatie. Maar ze had niet eens controle over haar eigen handelingen, over de dingen die ze nu eigenlijk zou moeten doen. Als bijvoorbeeld fatsoenlijke kleding aantrekken, haar wonden schoon maken en gaan slapen. Tegen Storm aankruipen en hem toe fluisteren dat het morgen allemaal beter zou zijn. Maar zelfs daar had ze de controle niet over, zelfs dat lukte momenteel niet. Storm trok haar vest over haar schouder en pas op dat moment besefte Denni dat ze verder niet veel aanhad. Al deed ze geen moeite om op te staan. Enkel Storm was er, hij zag niks dat hij nog niet gezien had. Dus stelde ze andere prioriteiten en dat waren de bewegingen en de woorden die Storm maakte en zei. Haar arm was vrijwel ongedeerd en dat stelde Storm duidelijk gerust. Ze zou een paar dagen de kras op haar wang houden, die zou zichtbaar zijn. Maar ook dat zou langzaam aan genezen en verdwijnen. Geen blijvende schade als de klauwen van Lupos, die kleine littekens had achtergelaten op haar andere arm. Storm vroeg naar het verbandkistje, natuurlijk. Dennimae vond het echter niet nodig en wuifde dat op haar manier dan ook vrijwel meteen af. Nog voordat Storm zelf op zoektocht kon gaan, omsloot ze zijn hand met de hare. Ze wilde zijn warmte voelen, het veilige gevoel van dicht bij haar. ‘Ik ben oke, dit,’ Storm stak zijn pols omhoog. ‘hangt er ondertussen voor de show.’ Denni keek naar de spalk, knikte vervolgens rustig. Hij genas gelukkig enorm snel, het zat er waarschijnlijk inderdaad alleen omheen om de verplegers gerust te stellen. "Gelukkig," Kwam er zacht, ietwat verslagen over haar lippen. Zijn volgende opmerking had ze echter niet verwacht. Haar wenkbrauwen vormde zich dan ook tot een verontwaardigde frons en bij zijn tweede opmerking schudde ze haar hoofd. Je kon zien dat ze lichtelijk geïrriteerd raakte van het geen hij zei. Voor Storm was het waarschijnlijk wanhoop, een poging haar veilig te houden. Maar wat betekende haar veiligheid, als Storm in gevaar was? "Snap je dat echt niet?" Vroeg ze hem verontwaardigd, de irritatie in haar stem te horen. "We zijn toch een team, Storm? Waarom mag jij mij dan wel altijd te hulp schieten, als ik van de zijlijn moet toekijken?" Vroeg ze vervolgens, haar stem wat wanhopiger. Haar lichte ogen stonden strak op die van hem gericht, probeerde de antwoorden er in te vinden. "Ik zag Lupos in gevecht met iets dat zeker twee keer zo groot als hem was. Jullie waren aan het verliezen.. Jij was aan het verliezen." Ze begon het maar uit te leggen, hoe het vanuit haar er uit gezien had. "Moest ik dan toekijken hoe Dalton je uiteindelijk zou afmaken? Je kan toch niet verwachten dat ik weg ga, terwijl jij duidelijk in de problemen was. Ik kon niemand bereiken en ik was bang dat ik te laat zou zijn, als ik hulp zou halen.." Haar stem schrokte aan het einde, haar ogen werden ietwat waterig. "Ik kan je toch niet verliezen, Storm. Wat moet ik dan? Wat heb ik er aan als ik veilig ben en jij aan stukken word getrokken? Op dat moment is mijn leven inderdaad niet zoveel meer waard, niet als het joune er voor in de plaatst staat." Vervolgde ze uiteindelijk zachtjes. Voor een moment keek ze hem enkel aan, voordat ze zichzelf van het bed af duwde en haar armen om Storm zijn nek sloeg, om haar lichaam in een omhelzing tegen hem aan te drukken. "Ik hou van jou, Storm Hall. Accepteer dan eens." Ferluisterde ze vervolgens tegen zijn schouder.
Onderwerp: Re: You wear the marks of my distruction. [Denni] zo jan 15, 2017 9:39 pm
.Always live before you die.
Ze sprak hem niet tegen, hij zou het ook waarschijnlijk niet helemaal aanvaarden. Letterlijk, ze kon hem alles vragen, ze kon hem op alles tegenspreken maar niet als het op Lupos aan kwam. Lupos was zijn domein en hij was er eerlijk ook behoorlijk bazig en vastberaden over. Hij liet één iemand toe hem te helpen … Devon, zijn allerbeste vriend en nu droegen ze beide de littekens van die nacht. Storm zou nooit vergeten wat Lupos toen had gedaan bij zijn beste vriend, hoe ze er beide uit waren gekomen. En sindsdien … hij kon het niet. Hij kon het mentaal niet aan dat iemand anders Lupos van hem over nam. Zelf al was het maar om te helpen, om zijn leed en pijn te verzachten, hij kon het niet. In de grond van zijn hart wist hij hoeveel liefde er in daden als deze zaten van Denni, hij wist het en hij hield van haar ervoor. Maar de angst om haar te verliezen was groter, zou altijd groter zijn. De angst om Lupos weer een rondje te laten winnen was te groot. Maar hoeveel keer hij haar dat zei, ze ging altijd in tegensprak, ze vond altijd een manier om nog dichter te komen terwijl hij haar zo veraf mogelijk wilde houden. Dat was haar sterkste punt, het feit dat ze wist hoe zwak hij werd van haar.
Ze verroerde zich niet op haar bed, ze bleef keurig op de rand zitten terwijl hij voor haar stond en nog steeds te vaak naar de striemen keek. Haar arm was er beter aan toe maar dat belette hem er natuurlijk niet van om onwillekeurig naar haar andere arm te kijken als een reminder voor hoe erg dingen uit de hand konden lopen. Lupos had haar al één keer goed vast gehad, de littekens herinnerde hem daar iedere keer opnieuw en opnieuw van. Hij joeg de warmte rechtstreeks door haar lichaam toen ze haar vinger door ze zijne strengelde en het waren aanrakingen als deze die hem zwakker maakten. Die hem vulde met dat verdriet, die wanhoop na dingen als eerder. Die put, dat klif leek weer zo dichtbij te komen maar hij weigerde zichzelf om erheen te wandelen, wat zichtbaar gemakkelijker ging als hij maar net genoeg staarde in die blauwe lichte ogen van haar. Alsof ze een baken waren voor het strand, die hem iedere keer opnieuw en opnieuw zouden thuis brengen als hij voor even de weg kwijt was. Was hij de weg kwijt? Nee, maar zijn emoties waren niet gesetteld waardoor hij nog steeds een beetje onvoorspelbaar was.
De verslagenheid van het woord “gelukkig” gaven hem dezelfde verslagenheid als er bij haar woorden waren geweest. Hij zou altijd oke zijn, fysiek althans. Fysiek was hij de sterkste van de twee. Mentaal … dat was een heel ander verhaal. Hij had niet verwacht dat ze zou stilzitten en knikken na de dingen die hij zei. Dus het verbaasde hem niet dat ze er meteen op in ging. Zijn blik staarde door het raam naar buiten, de duisternis in. De irritatie was bij haar vraag zo duidelijk dat zijn blik terug naar de hare gleed terwijl ze verder ging. ‘Omdat ik niet kan sterven, daarom.’ Hij haalde zijn hand door zijn haar en keek haar wanhopig aan. ‘Darling, hij laat me niet sterven, ik heb het geprobeerd. Niet één keer, twee keer en hij laat me niet gaan.’ Hij zweeg en sloot zijn ogen terwijl hij haar verder liet gaan. Ze had een punt, ze waren een team maar dat wilde niet zeggen dat hij haar roekeloos al het gevaar zou laten binnen lopen. ‘Het is een groter risico voor jou om daar te staan dan voor mij. Je bent veel te waardevol voor me om je dat te zien doen.’ Dat laatste slechts een geprevel over zijn lippen. Hoe meer ze zei, over de situatie, over wat ze zag hoe meer hij zich opnieuw voelde kraken vanbinnen. Voor hem was het gemakkelijk, hij hoefde het niet te doorstaan voor haar … hoe moest het zijn voor haar om hem zijn leven te zien riskeren? Ze zei dingen die hem week maakte in zijn benen. Hij keek haar aan, geen frustratie, geen boosheid, enkel maar die triestige wanhoop die hij wel vaker uitstraalde. Dalton kon hem aan stukken hebben getrokken, met een hoofd af zou hij waarschijnlijk niet meer leven. Hij voelde de realiteit op hem neer zinken en kon niets anders doen dan op haar neer kijken. Ze duwde zichzelf af en gooide haar armen rond zijn hals. Zijn warme vingertoppen gleden over haar huid tot ze elkaar terug vonden op haar onderrug. Hij sloot zijn ogen en duwde zijn neus in haar haren terwijl hij luisterde naar de woorden die hij nooit beu zou zijn. ‘Ik wil niet dat je de littekens draagt van al mijn fouten.’ Fluisterde hij tegen haar oor. Hij hief zijn hand op, en streek het door haar haren, ondersteunde haar wang en keek haar aan. ‘You’re way to gorgeous fort hat.’ Vervolgde hij met een lichte optrekking van zijn mondhoek. Hij keek in haar lichte ogen en knikte zachtjes. ‘En ik heb al lang geaccepteerd dat je van me houdt, dit bewijst trouwens niet enkel jouw liefde voor mij maar ook mijn liefde voor jou, anders zou ik er niet lastig om doen. Ik kan je niet verliezen.’ Hij streek zijn duim langs haar wang en bestudeerde haar gezicht met alle zachtheid in zijn blik. ‘Ik hou ook van jou, vergeet dat niet.’ Hij drukte zijn lippen tegen haar voorhoofd alvorens hij haar terug aan keek. ‘Accepteer dat ook maar eens.’ Glimlachte hij voorzichtig terwijl zijn hand van haar wang in haar nek bleef rusten …
Onderwerp: Re: You wear the marks of my distruction. [Denni] di jan 17, 2017 8:57 pm
Dennimae Elscot
TAG:: Stormiewormie I love you like a love song, baby
De mensen die de echte Dennimae kende, zoals Storm, wisten dat ze eigenlijk behoorlijk eigenwijs kon zijn. Het feit dat ze dan ook niet naar Storm geluisterd had, was te voorspellen. En het was niet zo zeer omdat ze niet wilde luisteren, ze het niet van hem aanwilde nemen, maar puur omdat ze het op dat moment het beste had geleken. Uiteindelijk waren ze er goed uitgekomen, Denni had op de een of andere manier toch geholpen. Ze had Storm veilig terug kunnen brengen. En daar ging het haar uiteindelijk om, de schade die ze in het proces moest oplopen was een bijzaak. Voor haar dan, ze wist hoe anders Storm daar over dacht. En misschien was dat iets dat hun relatie zo sterk maakte, het geen dat ze beide alles voor de ander over hadden. Als ze maar veilig waren. Samen, veilig bij elkaar waar niemand hun wat zou kunnen maken.
Denni voelde hoe de ogen van Storm de striemen op haar wang nauwkeurig bekeken. Alsof hij hoopte dat hij op die manier haar wang kon genezen, alsof hij zo de pijn weg kon nemen. Maar ze had amper pijn, voelde amper dat de wonden er zaten. Naast de uithaal van Lupos, voelde dit als een muggenbeet. En dat wist Storm ook, misschien dat hij zich er daarom zo druk over maakte. En hoewel de blonde meid nu wel helemaal gek kon worden van zijn bezorgdheid, was het wel iets waarvoor ze van hem hield. Dat Storm altijd zo goed voor haar wilde zorgen, zijn best deed om haar gelukkig en veilig te houden.. Ze hoefde enkel in die prachtige bruine kijkers van hem te kijken om te verdwalen en vervolgens haar thuis te vinden. Want dat was wat hij was voor haar, haar thuishaven. ‘Omdat ik niet kan sterven, daarom.’ Denni keek hem zwijgend aan, liet de woorden kort op haar inwerken voordat ze hem zou antwoorden, bang de verkeerde dingen te zeggen. Dit was toch altijd wel een gevoelig onderwerp in haar ogen, omdat ze wist hoe erg Storm met bepaalde dingen had gezeten. Dat hij vertelde dat hij het al meerdere keren had geprobeerd, kwam dan ook niet als verrassing. "Maar hij, kan wel dood. Als dat monster zijn kans had gekregen," Dennimae slokte de laatste woorden in, ze hoefde haar zin niet af te maken om het hem duidelijk te maken. "En het zag eruit alsof dat zou gaan gebeuren. Dan heb ik liever mij, dan jou." Ferluisterde ze zachtjes terwijl er een klein glimlachje rond haar lippen ontstond. ‘Het is een groter risico voor jou om daar te staan dan voor mij. Je bent veel te waardevol voor me om je dat te zien doen.’ Ookal werden de woorden heel zacht uitgesproken, ze waren ontzettend waardevol. Het voelde altijd goed als hij zulke dingen zei, zulke dingen meende. Dennimae had af en toe even een bevesteging nodig, van hoeveel ze voor hem betekende. En ookal wist ze het wel, het was toch fijn om te horen. Terwijl ze sprak, haar frustratie in haar woorden leggen ondanks dat ze dat eigenlijk niet wilde, zag ze wat het met hem deed. Alsof het een deur voor hem opende en hij het eindelijk eens van haar kant kon bekijken, hoe het voor haar moest voelen. Denni zag zijn wanhoop, kreeg hetzelfde gevoel van hem en stopte met praten. Ze had genoeg gezegd, haar punt zou duidelijk zijn. Maar ze hadden beide een punt, een situatie waar ze het waarschijnlijk nooit eens zullen worden. En het raakte haar om Storm zo te zien, heb zo verdrietig te zien staan. Alsof ze net al zijn hoop uit zijn lichaam had getrokken. Dus duwde ze zichzelf van het bed, omhelsde ze hem om haar gezicht tegen zijn schouder te verbergen en hem te vertellen dat ze van hem houd. Ze houd van hem, zo ongelofelijk veel dat het haar nog af en toe beangstigd. Denni had nooit verwacht dat ze zo veel om iemand kon geven, dat ze daadwerkelijk haar leven op het spel zou zetten voor iemand die niet haar broer is. Maar ondertussen voelde hij even belangrijk, even speciaal. Ze hield van hem met alles dat ze had en het idee alleen al om hem te verliezen, brak haar hart in kleine stukjes. ‘Ik wil niet dat je de littekens draagt van al mijn fouten.’ Dennimae sloot haar ogen bij het voelen van zijn hand door haar haren, maar reageerde niet op de woorden. Ze wist niet welk antwoord een goed antwoord zou zijn. ‘You’re way to gorgeous fort hat.’ Vervolgde Storm met een lichte optrekking van zijn mondhoek. Ook Denni haar mondhoeken trokken iets omhoog en ze nestelde haar ogen in die van hem. Ze luisterde naar zijn woorden, kreeg een iets grotere glimlach om haar lippen bij het zien van de zachtheid in zijn blik. Meteen begonnen haar ogen weer te twinkelen, de twinkel die ze altijd had als ze gelukkig was, die ze eigenlijk altijd had in zijn bijzijn. ‘Ik hou ook van jou, vergeet dat niet.’ Bij die woorden, bij het kusje op haar voorhoofd, smolt de blonde meid langzaam weg. Je zag het aan haar blik, aan de manier hoe haar gezicht zich totaal ontspande, aan de manier hoe ze ademhaalde. Hij had haar weer rustig gekregen, zoals hij dat altijd voor elkaar kon krijgen. "Ik accepteer het, als je eens me beloofd om niet nog eens zomaar weg te gaan met Dalton zonder dat te zeggen." Zei ze vervolgens zachtjes, met een klein pruillipje. Denni zou er uiterst zorgzaam op zijn als Storm ooit nog eens met Dalton ergens heen zou gaan. Als hij dat zelf uberhaupth nog eens zou doen. "Hoe is het nu met hem, weet je dat?" Vroeg ze vervolgens voorzichtig, waarbij ze hem losliet. Denni bestudeerde Storm zijn gezicht, voordat ze zichzelf weer op het bed liet zakken en zichzelf onder de deken nestelde. Het was nu toch wel koud geworden, met enkel een vest. "Kom," Was het enige wat ze zei, waarbij ze de deken iets open sloeg en haar hand naar hem uitstak.
Onderwerp: Re: You wear the marks of my distruction. [Denni] di jan 17, 2017 9:52 pm
.Always live before you die.
Sinds hij weerwolf was geworden was alles een beetje onrealistisch geweest. Plots kon hij meer dan vroeger en werd hij minder snel gewond. Dat maakte hem niet roekeloos, hij zou altijd voorzichtig blijven maar het maakte hem er wel van overtuigd dat sterven lang niet zo gemakkelijk meer zou zijn als het vroeger zou zijn geweest. Dus als hij zich tegenover een monster moest bewijzen dan zou hij niet bij de gevolgen stil staan. Hij had zijn best gedaan om zich terug te trekken uit te situatie maar het was tot het onvermijdelijke gekomen … hij had gewoon geen keuze. Hoe Denni het beschreef leek het alsof hij een heel erg roekeloze zet had genomen, terwijl het enkel pure zelfverdediging was. Als ze hem eens echte roekeloos wilde zien dan zou ze zichzelf eens in gevaar moeten brengen want voor haar zou hij meer dan alleen de weerwolf op het spel zetten, voor haar zou hij werelden willen verzetten.
Aan haar eind moest het er verschrikkelijk hebben uit gezien, kleine Lupos tegen een monster dat rechtopstaand vier keer zo groot was als hem. En hoe meer hij probeerde om het vanuit haar standpunt te zien, hoe meer hij besefte dat ze ergens gelijk had, hij kon zijn gestorven, ondanks al het protest dat hij gaf. En dat benadrukte ze voorzichtig omdat ze wist hoe gevoelig het onderwerp “Lupos” eigenlijk voor hem was. Storm kon zich bewust weg trekken uit gevaar, Lupos zou dat nooit doen, die ging enkel voor dat instinct, de jacht. Hij liet zijn blik afzakken naar Denni en staarde haar aan terwijl hij de beelden die Lupos hem had gegeven terug voor zijn netvlies liet afspelen. ‘Hij is sterker dan mij, zelf als ik was getransformeerd,’ hij zweeg en schudde zachtjes zijn hoofd. Hij, met zijn eigen bewustzijn, kon nooit iemand als Dalton aan, zelf als hij naar de witte wolf was gesprongen. Hij had Lupos nodig gehad en god hij was blij dat hij het had gedaan. Hij wilde niet dat Denni de eerste zou zijn om hem halfdood op dat grasveld terug te vinden. Toen ze benadrukte dat ze liever zichzelf zou geven dan hem schudde hij weemoedig zijn hoofd. ‘Je mag dat niet zeggen,’ hij zweeg en vermande zichzelf een beetje. ‘Maar ik ben blij dat je het hebt gedaan.’ Gaf hij uiteindelijk toe. Het was haar gelukt om Lupos tegen te houden, terug te roepen en dat betekende dat Denni een hele hoop macht over hem had. Ze kon de wolf aan, dat betekende voor hem meer dan woorden ooit zouden kunnen benadrukken.
Waarschijnlijk zou dit een discussie zijn die vaker zou terug keren, de ene die de andere wilde beschermen en daarmee meer op het spel zette dan nodig was. Maar het was een teken dat ze meer om elkaar gaven, alsof het was voorbestemd. Devon vond het absurd, de intensiteit die tussen Storm en Denni in zat maar voor hem was het pure logica. Alles had een plaatsje gevonden vanwege haar. Maar het besef kwam wel keihard aan en het was alsof hij in één sprong weer aan de afgrond stond, zijn blik weerspiegelde dat waarschijnlijk een beetje want Denni kwam van het bed en omhelsde hem, drukte haar hoofd tegen zijn schouder. Voor een seconde voelde het leeg, alvorens haar weinige warmte zijn onrustig achterna zat en op sloot. Alle zorgen ademde hij in kleine beetje uit terwijl Lupos haar geheel begon te analyseren, van de striemen op haar wang tot de hartslag in haar borst. Wat de wolf van haar vond wist hij niet maar Storm begon te merken dat Lupos houvast aan haar vond en hij wist niet of dat een goed of een slecht ding was.
Hij vond zoveel liefde en rust in haar blik na de kus op haar voorhoofd dat hij zelf voor een stuk alles rondom zich heen vergat. Maar haar woorden brachten dat gelijk allemaal terug, hij schudde meteen zijn hoofd. ‘Ik was niet met Dalton, ik was gaan joggen en kwam hem tegen. En ja, ik beloof dat ik nooit meer met hem ergens heen ga zonder het jou te zeggen. Trouwens, jij ook niet, hij is gevaarlijk Denni en jij hebt al gevaar genoeg aan mij alleen.’ Bij dat laatste kon hij het echt niet laten kort te knipogen, op zijn gewoonlijke charmante manier. Hij zuchtte uiteindelijk en schudde zachtjes haar hoofd. ‘Hij kwam gewoon onder mijn huid met zijn woorden en ik kon niets anders dan transformeren.’ Hij trok een moeilijk gezicht. Bij haar vraag keek hij stuurs door het raam naar buiten. ‘Na mijn preek zal hij waarschijnlijk de hele nacht niet slapen en liggen huilen maar voor één keer, ik was zo kwaad,’ hij stak zijn handen op. Ze wist maar al te goed hoeveel hij gaf om kinderen of jongeren, over iedereen in het algemeen. Maar dit, dit zat diep, je zag het aan de korte frustratie in zijn bruine ogen. ‘Hij dwong me Denni, hij dwong me controle weg te geven aan Lupos, ik heb aan niets meer een hekel dan aan transformeren.’ Verklaarde hij zijn frustratie dan stilletjes, op een verslagen manier. En hij bracht Denni in gevaar, nog erger. Ze maakte zich van hem los, zijn vingers gleden over haar huid weg maar hij had het amper door. Was hij te hard geweest voor Dalton? Hij wilde er eigenlijk helemaal geen aandacht meer aan geven maar het was het soort luxe dat hij niet had. “Kom.” Hij schrok op uit zijn gedachten en schopte zijn schoenen uit voor hij naast haar op het bed zakte, hij staarde naar het plafond alvorens hij zijn pols draaide maar zijn hartslagmeter minste, hij liet zijn pols weer zakken en keek opzij naar Denni. ‘Heb je vrij vannacht?’ Alsof ze iets anders te doen had s’nachts. Hij probeerde zichzelf gewoon rustiger te krijgen en er was maar eentje die dat kon en ze lag naast hem…
Onderwerp: Re: You wear the marks of my distruction. [Denni] vr jan 20, 2017 4:22 pm
Dennimae Elscot
TAG:: Stormiewormie I'm lucky I'm in love with my bestfriend
Sinds Dennimae een voet op Genosha had gezet, had het werkelijk haar leven veranderd. Alles was zo anders geworden, niet alleen het feit dat ze hier niet zo heel anders was. Maar de vrienden die ze had gekregen, echte vrienden die oprecht van alles voor haar overhadden. Waar zij zelf bijna alles voor over had. Een relatie die zo onverwachts tot stand was gekomen, gevormd uit ervaringen die ze niet had kunnen dromen. Feestjes, drankjes, gekkigheid.. Ze beleefde het hier allemaal. Haar het idee dat ze met dingen als Lupos en Anubis in aanraking zou komen, dat had ze echter echt nooit verwacht. Het was haast onwerkelijk en af en toe moest de blonde meid zichzelf nog steeds in haar arm knijpen om te voelen of het wel echt was. Maar het was allemaal echt. Dit eiland was echt, haar leven op deze manier was echt en Storm was al helemaal echt. Hij was haar stukje realiteit die ze nodig had op momenten als deze, nodig had om haar weer terug naar de werkelijkheid te roepen en in te laten zien hoe naïf ze eigenlijk kan zijn. Want natuurlijk vond ze dat ze er goed aan gedaan had om Storm te helpen, hem en Lupos te beschermen tegen Anubis. Maar het was naïf geweest. En daar had ze Storm voor nodig, om haar op de feiten te drukken en haar de comfort te bieden om het te verwerken.
Het zal Denni altijd beangstigen, het idee dat Lupos Storm de kop kon kosten. Niet wetende hoe hij uit een volle maan zou komen, niet wetende wat hij kon doen als iemand hem zou uitdagen. Want vandaag bewees maar weer dat Lupos geen enkele uitdaging uit de weg ging, ookal was het bijna kansloos. En het was niet dat Dennimae Lupos wilde afschrijven, dat hij zijn leven niet zou verdedigen, maar ze wilde er haar vertrouwen niet inleggen. De blonde meid durfde bijna te zeggen dat ze haar leven wel bij Lupos vertrouwde, maar die van Storm nog langer niet. En dat maakte haar zo machteloos, zo angstig. Want eigenlijk het enige dat Storm echt kon vermoorden, was het geen binnen in hem. ‘Hij is sterker dan mij, zelf als ik was getransformeerd,’ Storm zweeg en Dennimae bekeek hoe hij zijn hoofd schudde. Ze sprak niet, knikte enkel. Ze begreep het wel, snapte hem. En ze wist hoe moeilijk het voor hem moest zijn om die controle aan Lupos over te laten, het geen hij het meeste haatte. Maar ze bleef bij haar standpunt dat ze liever zichzelf zou geven voor hem, dan hem te moeten verliezen. Want ze zag het gewoon niet voor zich, dat zij ergens levend uit zou komen terwijl Storm zijn leven zou geven. Nee, dat stond niet in haar boekje. En ook dat was een teken hoeveel er veranderd was sinds ze op Genosha gekomen was. Ze was zo gegroeit, had zoveel over haarzelf geleerd hier. Denni was zo veel sterker geworden, standvaster en zelfverzekerder. En daar had ze de squad voor te danken, daar had ze Devon en Storm voor te danken. De weemoed in Storm zijn blik terwijl hij zijn hoofd schudde, liet Denni haar ogen doen sluiten. ‘Je mag dat niet zeggen,’ De blondine opende haar ogen weer op het moment dat Storm zweeg, om zijn gezicht in haar op te nemen. ‘Maar ik ben blij dat je het hebt gedaan.’ En bij die woorden vormde een klein glimlachje rond haar lippen. "Vergeet niet hoe trots ik op jou ben, Storm." Ferluisterde ze hem zachtjes, maar gemeend toe.
De meid vroeg zich af of dit nu haar leven zou zijn, op deze manier. Twee mensen die ontzettend veel voor elkaar over hadden en daardoor onvoorspelbare dingen zouden doen. Hun levens voor elkaar zouden geven, zichzelf in problemen brengen om de ander te kunnen beschermen. Of ze de littekens die haar liefde voor Storm benadrukte, zou blijven dragen. En Denni zou liegen als ze zou ontkennen dat ze er 's nachts niet over piekerde, of ze dit wel wilde voor haarzelf. Of ze wel in de angst wilde blijven leven, of de littekens haar niet eens te veel zouden worden. Het uiteindelijk open wonden zouden blijven die bij elk beetje onzekerheid bleven steken. Maar dan draaide ze haar hoofd, bekeek ze het rustige gezicht van Storm die elk beetje schoonheid van hem toonde. En dan kreeg ze een gelimlach op haar lippen die maar dan geluk uitstraalde. Want dan besefte ze zich dat ze hem had, zijn liefde, zorgzaamheid en al dat gevoel dat hij haar gaf. En dat wilde ze voor zichzelf, ze wilde Storm. Dennimae zou hem voor niemand anders willen ruilen, ook al betekende dat dat alle nadelen zouden verdwijnen. Als je de nadelen niet bij de voordelen nam, wat had het dan voor zin? Het hoorde bij hun, bij hun relatie en dat was alles dat ze wilde. Dus als dat inhield dat ze één keer per maand een nacht vol spanning zou liggen, littekens voor de rest van haar leven zou moeten dragen, dan zou ze dat doen. Voor hem, voor hun. Voor de liefde die ze samen deelde en het geluk dat hij haar bracht. En in haar ogen was dat wat houden van betekende.
‘Ik was niet met Dalton, ik was gaan joggen en kwam hem tegen. En ja, ik beloof dat ik nooit meer met hem ergens heen ga zonder het jou te zeggen. Trouwens, jij ook niet, hij is gevaarlijk Denni en jij hebt al gevaar genoeg aan mij alleen.’ Bij zijn laatste woorden gooide Storm zijn charmes terug in en Denni grinnikte zachtjes. Het was nooit eerlijk wanneer hij zijn charmes gebruikte. "Ik beloof het ook," Zei ze zachtjes. "En over dat gevaar van jou, je weet wat ze zeggen toch? In voor en tegen spoed.." Greens ze klein voordat ze zachtjes op haar onderlip beet. Dennimae probeerde er wat luchtigheid in te gooien, ookal was het een onderwerp die ze zelf naar boven had gebracht. Ze had niet door gehad dat haar hoofd eigenlijk te vol zat voor dit soort gesprekken, ze wat tijd nodig had om alles een plekje te geven. Maar ze zou naar hem luisteren, naar wat hij te zeggen had. Ze zou altijd naar hem luisteren als hij het nodig had. Want het was al een hele vordering dat Storm over moeilijke dingen wilde praten en dat zou ze altijd met open armen ontvangen. Dus luisterde ze naar zijn deel van het verhaal, zonder hem daarin te onderbreken. Af en toe knikte ze begrijpelijk, want ze begreep hem ook. Begreep waarom hij gehandeld had zoals hij gehandeld had. Of ze het er mee eens was of niet, dat was een tweede maar nu niet aan de orde. Dennimae zag de frustratie die hij had, Dalton moest echt goed onder zijn huid gezeten hebben. Storm werd niet snel geïrriteerd, niet rond deze tijd van de maand en al helemaal niet tegen kinderen. "En ik ben nog steeds trots op je, je deed wat jij dacht dat nodig was. Als je niet was getransformeerd, dan had het misschien heel anders afgelopen.. Soms is Lupos er ook juist om te helpen, zoals vandaag." Wat onwetend haalde ze haar schouders op, probeerde het onderwerp zo een beetje af te sluiten, al leek Storm in zijn gedachtens verzonken te zijn. En de meid gaf hem dat moment, wist dat het soms nodig was om even de ruimte te krijgen dingen te verwerken. Dus liet ze hem los en nestelde ze zichzelf in het bed. Toen ze hem vroeg te komen, bracht ze hem terug op aarde en schopte hij zijn schoenen uit. Denni glimlachte klein, maar tevreden. Meteen kroop ze naar hem toe, zocht ze zijn warmte en geborgenheid op. In stilte staarde ze naar de zijkant van zijn gezicht, een glimlach rond haar lippen en besefte ze weer hoeveel geluk ze eigenlijk had met Storm. ‘Heb je vrij vannacht?’ Vroeg hij haar en voor een moment keek ze zwijgend naar zijn prachtige, bruine ogen. "Toevallig wel," Sprak ze serieus, alsof ze echt iets gepland had. "Er is namelijk een Brit waar ik de hele nacht bij wil zijn." Grinnikte ze vervolgens zachtjes, voordat ze haar hoofd naar voren bracht en een klein kusje op zijn lippen druke. Ze liet haar hand op zijn borst rusten, sloeg haar ene been over de zijne heen en nestelde haar gezicht tegen zijn nek. "Wat waren jou plannen voor vannacht?" Vroeg ze hem zachtjes, terwijl ze voorzichtig een kusje tegen zijn nek drukte.
Onderwerp: Re: You wear the marks of my distruction. [Denni] vr jan 20, 2017 8:44 pm
.Always live before you die.
Hij zou nooit oprecht weten hoe ze het deed … hoe ze zich tegenover Lupos opstelde met de angst die ze had maar de vastberadenheid om te blijven. En zelfs nu, met dat monster. Hij had enkel de beelden die Lupos hem had gegeven om vanuit te gaan maar het was genoeg om te weten dat ze was gebleven. Dat ze dat monster liever wilde confronteren dan hulp te gaan zoeken voor Storm. Hij was zeker dat hij Anubis nog wat langer had kunnen tegenhouden, dat risico zou hij wel nemen. Maar nee, Denni was gebleven, had Lupos het commando gegeven zich terug te trekken en die wolf had het ook nog eens gedaan. Ergens moest er dus een connectie zijn tussen hem en Lupos want zijn liefde voor haar was genoeg om de weerwolf tegen te houden haar aan stukken te scheuren. Dat idee bracht hem altijd van slag. En op zo’n momenten probeerde hij terug te denken aan die nacht in het observatorium onder de sterren. De dans in Londen op James Blunt en alles viel toen oprecht op zijn plaats. En dat moment versloeg alles, versloeg het idee dat Lupos haar zou kunnen verwonden iedere keer opnieuw. En was dat niet net genoeg om vol te houden? Hij moest vasthouden aan de goede dingen, net als zij dat deed want hoe zou ze anders voor monsters kunnen staan zonder weg te rennen?
Aangezien hij wist dat op Denni in gaan een verloren zaak was maakte hij er niet al teveel woorden meer aan vuil, zolang ze maar wist hoe hij het zag, hoe het voor hem voelde. Hij wist in welke machteloosheid hij had gestaan en hij wist dat ze ergens gelijk had. Ondanks dat hij het nooit echt oprecht zou toegeven, ze was goed voor hem op dat vlak. Ze hield zijn hoofd strategisch koel als het aan kwam op Lupos. Hij zou geen fouten kunnen maken als zij in de buurt was. Kon alleen die weerwolf maar zo goed luisteren. Toen ze sprak over trots fronste hij langzaam zijn wenkbrauwen. In welk opzicht kon ze nou trots zijn op hem? Hij had geen controle kunnen houden, hij had enkel een verstandig besluit gemaakt om Lupos de zaak te laten afhandelen. ‘Waarom?’ Kwam er absurd uit. Hij was er niet trots op, op niets wat met Lupos te maken had. Het enige wat hij kon was zichzelf net snel genoeg redden zodat hij niet in een donkere afgrond zou vallen en zelf daarvoor had hij hulp nodig. Hij kon haar nog niet eens fatsoenlijk beschermen tegen zichzelf, daar hadden de littekens hun blijvende verhaal van over gehouden. Dus hij begreep echt niet van waar haar trots kwam, ja … hij overleefde het iedere keer opnieuw, en dat was het dan. Het was eerder andersom, hoe dom haar ideeën ook waren om een monster en een weerwolf van hun speeluurtje te beroven, ze had het gedaan. En daar was hij dan weer trots op. Hoe ze zich iedere keer weer aanpaste. Als er iemand over heel Genosha de grootste groei had gemaakt dan was het Denni wel. Hij herinnerde zich nog goed het verlegen meisje met de blauwe plek in het zwembad … die versie zou zich nooit voor een monster als hem stellen. En nu … hij keek naar haar en glimlachte uiterst zwak om zijn eigen gedachten. Ja, hij mocht best trots zijn over haar.
In de momenten dat ze geen woorden wisselden keken ze elkaar aan, niet gewoon kijken, meer het onderzoekend kijken. Alsof er in hun blikken een woordeloze conversatie aan de gang was. Zijn ogen zagen alles, haar gladde huid, haar lippen, de lichte blos op haar wangen, haar waanzinnig blauwe ogen … de minieme glimlach. Zelf zonder wolvengehoor kon hij weten dat ze oprecht en compleet op haar gemak was. En hij vroeg zich oprecht af wat ze momenteel dacht terwijl het enige waar hij aan kon denken voor hem stond. En hij werd er zelf kalmer van, Lupos settelde zich een beetje waardoor de onrust voor een groot deel in zijn ogen verdween. Dat was wat het staareffect van Denni voor impact op hem had.
Maar toen ze terug over Dalton begon keerde een beetje van die boosheid weer terug, niet genoeg op zichtbaar te uiten maar genoeg om het vanbinnen de voelen woelen. Heel het gesprek met Dalton keerde terug naar hem en zorgde ervoor dat hij een beetje afweziger werd. Hij zou niet meer met de jongen alleen weg gaan, zelf niet na wat er allemaal was gezegd. De grootste hekel die hij had was controle bewust weg geven en dat zou hem niet nog eens overkomen hier. Hij beloofde het en zij beloofde het ook waardoor hij haar met een geruste blik aankeek. Pas toen ze verder ging kwam zijn mondhoek naar boven en sloeg hij zijn armen net iets steviger rond haar heen. Hij keek naar de manier hoe ze in haar onderlip beet en schudde zachtjes zijn hoofd. ‘In voor en tegenspoed,’ herhaalde hij terwijl hij een korte kus op haar neus drukte. ‘Laten we daar maar niet in overdrijven.’ Zei hij er nog achter. Hij hoefde niet nog meer tegenspoed te kijken, hij had er zijn deel namelijk al van gehad. Hij bleef naar haar geconcentreerde blik kijken terwijl hij vertelde, ze onderbrak hem geen enkele keer en hij zag het medeleven, het begrip en de verstaanbaarheid bij iedere knik. Toen hij was uitgepraat begon ze opnieuw met het feit dat ze trots was. Hij kneep zijn ogen lichtjes samen en liet haar verder gaan. En ze had gelijk, Lupos was er geweest om te helpen, zonder hem had hij het nooit gehaald. ‘Misschien is hij toch niet helemaal slecht,’ hij zweeg en keek naar het raam. Wat als Lupos goede bedoelingen had?
Van zodra ze hem uit gedachten had gesleurd door in bed te kruipen volgde hij haar bijna meteen. Zijn warmte was als een baken in het duister voor haar, ze nestelde zich meteen tegen hem aan, staarde naar de zijkant van zijn gezicht terwijl hij naar boven staarde, alsof daar iets mooier was dan wat naast hem lag. Uiteindelijk schopte hij alle slechte gedachten weg en concentreerde hij zich op haar, vroeg haar of ze wilde plannen had. Voor even was hij met haar antwoord weg en zou hij al meteen in protest zijn gegaan. Maar toen ze verder ging glimlach hij zijn eens zo onbegrensde charmante glimlach. ‘Ah, die Brit.’ Knikte hij zachtjes. Ze leunde naar voren, drukte haar lippen in een korte kus tegen de zijne en hij sloot genietend zijn ogen. ‘Hmmm.’ Stemde hij in met zichzelf. Hij hief zijn hand op, liet zijn vingers door haar lange blonde haar gaan terwijl ze hem de vraag terug stelde. Weer dat kusje, hij trok zijn mondhoek op en opende opnieuw zijn ogen. Zijn plannen? ‘Weerstaan aan jou?’ Antwoordde hij haar meteen. Zijn andere hand vond haar koele huid onder de vest, zijn vingers maakte een doelloos tekeningetje over haar huid alvorens hij ze stil hield en haar blik zocht. ‘Wat verschrikkelijk moeilijk is.’ Gaf hij met een charmante glimlach toe. Alles aan haar was moeilijk te weerstaan …
Onderwerp: Re: You wear the marks of my distruction. [Denni] za jan 21, 2017 12:35 am
Dennimae Elscot
TAG:: Stormiewormie I'm lucky I'm in love with my bestfriend
Genieten van de kleine dingen, dat was iets dat Denni al als klein kind had geleerd. De momenten dat ze met haar broers kon spelen, de weinig momenten dat haar moeder liefde aan haar toonde. Toen haar broertje voor het eerst Denni kon zeggen, hij zijn eerste stapjes zette en dat haar oudste broer een zandkasteel voor haar had gebouwd. Of het moment dat een vlinder naast haar op de schommel kwam, met al zijn pracht en kalmte. Toen ze haar eerste tien op school kreeg, het complimentje van haar moeder toen ze de afwas had gedaan. Of had gestofzogen, de gelukkigheid in de ogen van haar broertje toen hij zijn eerste eigen tekening had gemaakt. De glimlach op Storm zijn gezicht, de kleine kringentjes die zich dan rond zijn ogen vormde. Het moment waarop Devon een stomme opmerking maakte, maar je zag hoeveel hij eigenlijk om haar gaf. De trotse blik van Taylor als een kookwerkje is gelukt, of Storm die haar haar favorite koffie bracht. Al die kleine dingentjes waren meer dan genoeg voor de blonde meid. Ze genoot ervan, hield ervan. En dat waren ook de dingen die haar overreind hielden, die haar haar doelen deden behalen. En ze zou altijd blijven strijden voor die kleine momenten, die kleine dingen die voor haar zoveel betekenis hadden. De goede dingen waar ze haar kracht aan vond en zich aan vast hield, nooit los zou laten.
Het was heel fijn dat Dennimae zich zo op haar gemak voelde bij Storm, dat ze vrijuit over van alles kon praten. En hij even zo. Misschien waren ze het niet met elkaar eens, proberen ze het elkaar vanuit hun standpunt te laten zien. Maar ze begrepen elkaar, of deden in ieder geval hun best. En dat maakte het praten met Storm zo fijn, zijn begrip en geduld. Dat hij echt moeite deed haar te begrijpen, naar haar te luisteren ookal was hij het er totaal niet mee eens. Denni deed dat hetzelfde, zou hem altijd de kans geven zijn mening te uitten ookal was het niet het geen zij vond. Het onderwerp dat ze nu voerde was een gevoelig puntje bij beide, maar kon op een soort manier toch open besproken worden. Echter leek Storm niet te begrijpen waarom ze trots op hem was, vroeg hier ook naar. Dennimae fronste haar wenkbrauwen iets, alsof ze niet begreep waarom hij haar niet begreep. "Omdat ik het knap van je vind, dat je zo sterk blijft." Begon ze zachtjes. "En oké, je hebt je momentjes dat je niet zo sterk bent. Maar dat heeft iedereen en daar is niks mis mee." Denni glimlachte iets, probeerde haar woorden daarmee te versterken. "Ik vind het knap dat je de controle aan Lupos kon geven, ook al had je niet echt een andere keus. Je hebt het toch gedaan. En ik ben er echt trots op dat je eindelijk andere toelaat. Mij, toelaat." Het laatste werd heel zacht uit gesproken, maar ze wist dat Storm haar kon horen. Ze meende het, Denni meende elk woord die ze gesproken had. Ze was trots op hem en Storm mocht dat meer dan weten. De blonde meid wachtte nog steeds op de dag dat hij trots kon zijn op zichzelf, hem zelf kon zien zoals zij hem zag. "Want voor mij straal je, als de felste ster. Vergeet dat niet." Glimlachte ze lief. En ze bleef achter die woorden, zou ze hem altijd blijven vertellen. Want in haar ogen straalde hij zo fel, zo mooi. Hij lichtte haar wereld op.
Misschien had ze niet over Dalton moeten beginnen, het moment daarvoor was heel vredig geweest. Nu leek een beetje frustratie bij Storm terug te komen. Maar Denni zou Denni niet zijn als ze niet zou willen weten hoe het met hem gaat. Hij bleef een kind, iemand waar ze op het eerste moment al een soort bezorgdheid over had gevoeld. Alsof Dalton toen in de kantine voor dat moment haar verantwoordelijkheid was. Het moedergevoel dat altijd in de blonde meid schuil ging. Maar dat Dalton woede bij Storm opriep, was meer dan logisch. Want wat ze vanavond had gezien.. Dennimae kon enkel hopen dat ze zo iets nooit meer zou hoeven zien. Het was alsof de duivel zelf naar beneden was gekomen, klaar om Storm met hem mee te nemen. Echter kreeg de blondine het wel voor elkaar om een glimlach rond Storm zijn lippen te krijgen. Ze voelde hoe hij haar steviger vastpakte en ze maakte een instemmend geluidje terwijl ook haar mondhoeken zich verder optrokken. ‘In voor en tegenspoed,’ Herhaalde Storm haar woorden terwijl hij een korte kus op haar neus drukte. Bij zijn tweede opmerking grinnikte Denni kort. Het zou inderdaad fijn zijn als ze zich voorlopig, in ieder geval tot aan de volle maan, konden richten op het 'voor' gedeelte. ‘Misschien is hij toch niet helemaal slecht,’ Verontwaardigd trok Dennimae haar wenkbrauwen op, niet wetend of ze het wel goed gehoord had. Maar bij het zien van de bedenklijke blik van Storm, concludeerde ze dat ze het wel zeker goed gehoord had. En ook dat bood haar wat confort, het kleine beetje hoop dat Storm misschien ooit toch 'vrede' zou kunnen vinden bij zijn mutatie. Nee, vrede was zeker niet het goede woord. Acceptatie, misschien.
Storm kon niet snel genoeg voor de meid in het bed komen en eenmaal hij lag, kroop ze dan ook meteen naar hem toe. De nachten dat ze niet samen sliepen voelde een stuk kouder, eenzamer. Denni miste hem echt als hij er niet was, miste zijn warmte en rust. Ze concentreerde zich op zijn ademhaling, als ze altijd deed. Het gaf haar de geruststelling dat het goed zou komen als hij rustig ademde. En sloeg ook meteen alarm als dat niet zo was, wetende dat hij met iets van Lupos zat. Nu klonk het gelukkig rustig. Haar opmerking liet Storm zijn charmante glimlach weer terug komen en de blonde meid voelde hoe de vlinders in haar buik weer kriebels maakte. ‘Ah, die Brit.’ Een kleine grinnik ontging haar lippen voordat ze die tegen de zijne drukte in een korte kus. "Mijn favorite Brit, wel te verstaan." Ferluisterde ze zachtjes voordat ze voelde hoe hij door haar haren streek. Dennimae zag hoe haar opmerking zijn mondhoeken optrokken en moest moeite doen om niet te grinniken. Het zorgde ervoor dat ze in een grote grijns op de binnenkant van haar wang beet. ‘Weerstaan aan jou?’ En toen ontsnapte de grinnik waarvoor ze zoveel moeite had gedaan hem in te houden. Haar huid kreeg kippenvel door de tekeningentjes die Storm met zijn vingers op haar rug maakte. Ze duwde zichzelf op haar onderarm omhoog, legde haar hand plat op zijn borst. ‘Wat verschrikkelijk moeilijk is.’ En daar was die charmante glimlach weer. Dennimae liet haar blik voor een moment in de zijne verdwijnen, voordat ze zichzelf naar voren boog en haar lippen nogmaals op de zijne drukte. "Je hoeft," Begon ze zachtjes toen ze haar lippen van de zijne had afgehaald, om ze vervolgens op zijn kaaklijn te drukken. "Het niet te weerstaan." Denni volgde een weg met haar lippen over zijn wang, naar zijn nek terwijl ze met haar nagels zachtjes op zijn borst drukte. "Toch?" Vroeg ze hem, een klein maar verleidelijk glimlachje op haar lippen. Ze duwde zichzelf meer overreind, gooide ook haar been over zijn beide en liet zichzelf voorzichtig wat meer over hem heen hangen. "Tenzij je toch andere plannen had?" Vroeg ze hem zachtjes, de verleiding en lust in haar ogen te vinden terwijl ze met haar handen de huid van zijn buik onder zijn shirt zocht.
Onderwerp: Re: You wear the marks of my distruction. [Denni] zo jan 22, 2017 8:08 pm
.Always live before you die.
Toen ze zei dat ze trots was moest hij eventjes zijn wenkbrauwen omhoog trekken in een vragend gebaar. Trots … hij zelf was trots geweest op veel dingen sinds hij op Genosha was aangekomen. Hij was trots geweest op Devon toen hij besloot over het verleden te vertellen, hij was trots geweest op Denni. Als hij alle dingen af liep die zij al voor elkaar had gekregen, de goede en de slechte, dan was het wel iets om trots op te zijn. Maar trots op zichzelf … nee, dat was hij in een hele lange tijd nog niet geweest. Het enige positieve dat hij had ondervonden, het enige waar hij misschien ergens een beetje trots om mocht zijn was het feit dat Denni nog leefde na twee ontmoetingen met de weerwolf. En dan kon hij nog niet eens trots zijn op zichzelf maar moest hij eigenlijk een beetje trots zijn op Lupos. Het was zo ingewikkeld als het kwam maar op het vlak van zichzelf en Lupos was … en zou Storm de koppigste ezel blijven die in dit universum rond wandelde. Er was niets om trots over te zijn, al zou Denni hem dit met glans gaan tegen spreken, daar was hij nu al zeker van. Dus hij vroeg het maar gewoon, want als hij het niet vroeg dan zou ze het waarschijnlijk wel zien aan zijn blik.
“dat je zo sterk blijft.” … Hij keek haar aan, opende zijn mond maar zweeg uiteindelijk wijselijk omdat ze nog meer te zeggen had. Zijn blik lag geconcentreerd op haar gericht terwijl ze verder vertelde, over de trots van zijn sterkte en het feit dat hij controle kon weggeven aan Lupos, dat hij die bewuste keuze kon maken. En uiteindelijk kwam ze bij het stuk waarin ze zei dat hij haar toe liet en zijn mondhoek kroop een beetje omhoog. ‘Als ik dan op iets trots moet zijn dan neem ik die wel.’ Knipoogde hij haar toe. Ja, het had enorm veel van hem gevraagd om haar erin te laten, om haar niet enkel in zijn hart te laten maar haar ook nog eens toe te vertrouwen met zijn mutatie. Hij had het nooit gedacht, tot dat ene moment. Tot de andere helft van hem over haar heen stond en ze met vier simpele woorden alles keerde … ik hou van jou. Dat moment stond in zijn hart gegraveerd als de heftigste maar tegelijk ook beste ervaring in heel zijn tijd hier op Genosha. En ondanks dat het er nadien nog wat gebroken uit had gezien, Storm had geen enkel moment oprecht getwijfeld over het idee dat hij haar had toegelaten. Toen ze hem nog zei dat hij straalde als de felste ster smolt alle resterende frustratie en woede die er nog was weg. Hij hief zijn hand op en streelde zijn vingers langs haar wang. ‘Ik denk dat je best trots mag zijn op jezelf ook. De eens zo altijd onzekere en voorzichtige Dennimae Elscot is ook ergens verdwaald in het bos. De nieuwe versie neemt het risico om iets met mij en een weerwolf te beginnen.’ Hij zweeg en schonk haar zijn meest liefdevolste glimlach. ‘Maar ik hou van je erom.’
En het was haar weer gelukt, ze had hem door simpele woorden, liefdevolle blikken weer helemaal kalm gekregen. Hij hoefde geen hartslagmeter om zijn pols te hebben om te weten dat zijn hart de volkomen rustige hartslag klopte die hij gewoon was. Dat zijn ogen hun eens altijd zo vertrouwde kalme bruine glans hadden en dat zijn glimlach altijd dat vleugje van charme bezat. En dat kwam door haar, het zou altijd door haar komen. Als er één iemand was die hem kon terug trekken vanuit de diepste afgrond, dan was het Denni wel en het zou altijd Denni blijven.
Dat hij vrede vond, een beetje erkenning vond in het feit dat Lupos misschien nog niet zo slecht was deed haar wenkbrauwen meteen naar boven gaan. ‘Wees nou niet zo verbaast ook.’ Glimlachte hij haar meteen toe nadat hij de bekentenis had gedaan. Hij en Lupos zouden nog een lange weg te gaan hebben. Hij was zelfs zeker dat Lupos en Denni het sneller onderling zouden kunnen oplossen dan hij en de wolf zouden doen. Maar dat was omdat ze hem niet kende van binnen. Ze kende het monster, ze kende zijn daden maar ze wist niet hoe het voelde. Ze kende de pijn niet, zijn tal van ontsnappingspogingen voor controle, zijn instincten. Zijn grootste struggle zou daar altijd liggen, met het delen van zijn lichaam. Zou het beter zijn moest Lupos hier naast hem lopen … waarschijnlijk zou het dragelijker zijn. Maar nu waren ze één, deelde ze hetzelfde lichaam en dezelfde verantwoordelijkheden en dat zou iets zijn dat Storm nooit oprecht zou kunnen accepteren. Het was een triestig vooruitzicht, het zou beteren uiteindelijk maar hij zou er nooit volledig vanaf geraken. Dat was het leven, het kon nooit compleet goed gaan.
Storm zijn beste gevoel om te hebben, als ze zo dicht mogelijk naast hem lag. Hij genoot ervan, maakte het mogelijk nog rustiger dan het al was. “Mijn favoriete Brit wel te verstaan.” Verbeterde ze hem. Storm keek haar aan, met die onbegrensde scheve glimlach van hem. ‘En jij,’ hij zweeg en deed alsof hij heel hard nadacht. ‘Ik weet niet eens waar ik moet beginnen met jou.’ Ze was zijn favoriete meisje maar daar kon hij wel honderd mogelijke dingen bij verzinnen om dat duidelijk te maken. Maar hij wist uit de grond van zijn hart dat ze dat al wist. Zijn antwoord op de vraag immers bracht haar meteen aan het grinniken. ‘Wat nou, is dat zo onlogisch. Heb jij wel al eens in de spiegel gekeken Darling.’ Ging hij er meteen op in, ze was moeilijk te weerstaan en dat zou ze altijd blijven. Ze drukte zich af, legde haar hand op zijn borst en keek hem aan eventjes aan voor ze nog een kus op zijn lippen drukte. En toen begon ze hem echt uit te dagen. Zijn ogen kregen iets geconcentreerder, donkerder alvorens hij ze sloot toen haar lippen langs zijn kaaklijn drukte. Ze kwam noch meer over hem heen hangen en echt iedere aanraking die ze maakte prikkelde hem extra. Toen ze de vraag stelde, met die verleidelijke glimlach van haar liet hij zijn adem langzaam ontsnappen. Normaal ging hij rechtuit in protest, ze wist de keerzijde van zijn mutatie, Lupos kon gelijk wanneer proberen overnemen. Maar eerlijk, hij was het zat, daarnaast had Lupos eerder zijn tijd gehad met het monster dus … Zijn ogen staarde naar de hare, naar de verleiding erin terwijl haar handen op zoek gingen naar zijn blote huid. Hij bracht zijn hand omhoog, naar weerzijde van de kraag van haar vest tussen zijn vingers en trok haar zo dicht als hij mogelijke kon. ‘Je hebt geen idee,’ hij brak zijn zin af en drukte zijn lippen tegen de hare, intenser, met meer verlangen en minder voorzichtigheid. Hij gaf haar het vertrouwen, zij zou de hartslagmeter moeten zijn die hij nu niet om had. Hij had het haar niet gevraagd, hij had het haar niet gezegd want hij wist dat ze wist hoe dit kon aflopen. Maar hij vertrouwde haar, meer dan eens was ze weer die baken van licht. En hij liet zich niet tegen houden door het idee wat als …
Onderwerp: Re: You wear the marks of my distruction. [Denni] di feb 21, 2017 4:46 pm
Dennimae Elscot
TAG:: Stormiewormie I'm lucky I'm in love with my bestfriend
Er waren veel dingen waar het tweetal over eens was, maar zoals elk koppel waren er ook dingen waar ze beide geheel anders over dachten. Dat is logisch, gezond en iets dat je altijd zou blijven houden. Maar de blonde meid wilde dat Storm zichzelf kon zien zoals zij hem zag, dat hij kon inzien waarom ze zo van hem hield en waarom hij zoveel voor haar betekende. Waarom ze trots op hem was. Dat Storm niet trots was op zichzelf, kon Dennimae begrijpen. Maar in haar ogen was het heel anders. Dus daar kwam haar waterval aan redenen waarom ze trots op hem was. Denni haar lichtte ogen keken naar Storm, probeerde een beetje te peilen of hij wilde tegenstribbelen of niet. En hij opende zijn mond om tegen te spreken, maar Denni gaf hem die kans niet. En toen ze bij het einde van haar stukje kwam, zag ze hoe zijn mondhoeken iets omhoog trokken. En dat was wat ze wilde bereiken, hem te zien glimlachen.
‘Als ik dan op iets trots moet zijn dan neem ik die wel.’ Knipoogde hij haar toe. Het had hun beide heel wat gekost om elkaar toe te laten, elkaar te vertrouwen. Storm had er wat meer mee in strijd gezeten dan Denni en het had zelfs een ruzie gekost om tot hem door te dringen. Eerlijk, het moment dat ze de ziekenzaal toen verliet, had ze niet gedacht dat het nog goed zou komen. Tenminste niet op de manier zoals het was en al helemaal niet op de manier hoe het nu was. Ze had gedacht hem kwijt te zijn, voor altijd. Wilde zichzelf van hem afsluiten, woede en verdriet namen toen de overhand. Toen hij zijn excuses kwam aanbieden, opende hij een deur die Dennimae twijfelend met één voet was binnen gestapt. Maar tijdens de avond bij de sterren, had ze haar gehele lichaam door die deur geduwd. En in het bos bij Lupos, had ze haar hart door die deur geschoven. Daar zal het blijven, voor zolang hij het zou willen dragen. Warm, opgeborgen in zijn vertrouwen en liefde. Daar waar hij straalde, als de felste ster. Denni haar mondhoeken trokken op een in tedere glimlach toen ze de aanraking van zijn vingers langs haar wang voelde. ‘Ik denk dat je best trots mag zijn op jezelf ook. De eens zo altijd onzekere en voorzichtige Dennimae Elscot is ook ergens verdwaald in het bos. De nieuwe versie neemt het risico om iets met mij en een weerwolf te beginnen.’ Hij zweeg en de meid voelde hoe ze langzaam wegsmolt van zijn glimlach. ‘Maar ik hou van je erom.’ Haar glimlach werd groter, brak open en zachtjes boog ze iets op haar tenen om hem een kleine kusje op zijn lippen te geven.
Er was iets dat Storm bij haar voor elkaar kreeg, dat nog geen enkel persoon gelukt was. Een gevoel dat moeilijk te omschrijven was. Hij liet haar glimlachen, ook al was daar geen reden voor. Hij gaf haar kriebels, alsof haar hele buik op hol sloeg. Storm dwaalde door haar gedachtens waardoor er bijna geen ruimte meer was om ergens anders aan te kunnen denken. Hij gaf haar zelfvertrouwen, het gevoel om geliefd te zijn en het gevoel van thuis. Hij was de persoon waarbij ze thuis kwam, de persoon waarbij alles klopte. Waar alle puzzelstukjes in elkaar vielen en ze wist dat ze hoorde. Dennimae hield van hem, van de manier hoe hij naar haar glimlachte. De liefde die in zijn prachtige ogen te zien was en de stomme grapjes die hij maakte. Het klopte, het zat goed en voelde nog veel beter.
Dat Storm vertelde dat Lupos misschien nog niet zo slecht was, verbaasde de blonde meid en dat was dan ook van haar frons af te lezen. Ze had niet verwacht dat Storm zoiets zou zeggen, dat hij ook maar iets positiefs over Lupos te zeggen had. Ze had het iniedergeval nog nooit eerder gehoord, maar het was een vooruitgang. Het was iets, iets waar Denni van hoopte dat het ooit meer zou worden. Dat hij wat meer rust kon vinden omtreft Lupos. En ze hadden nog een lange weg te gaan, dat was zeker. Maar elk beetje vooruitgang was er weer ééntje en aan die positiviteit wilde Dennimae zich vasthouden. Het was natuurlijk makkelijker voor haar om met de wolf te moeten leven, voor Storm was dat een heel ander verhaal. Ze wilde het beste voor hem en zou alles in haar kracht doen om het net dat beetje dragelijker te maken. Denni zou er altijd haar moeite in steken, al betekende het dat ze voor nog veel meer monsters zou moeten staan. Als dat Storm net dat dagje verder trekt, dan was het haar dat meer dan waard.
Dennimae voelde zich pas echt op haar plek als ze dicht bij hem was. Ze zijn warmte kon voelen, de manier van zijn ademhaling en de rust en de kalmte die hij met zich mee bracht. Onbewust kalmeerde hij haar gedachtens, leken de moeilijke problemen ontzettend ver weg te staan. Ging het om hun en hun alleen, de liefde die ze voor elkaar voelde en het fijne gevoel van veiligheid. De blondine verbeterde Storm als haar favoriete Brit om vervolgens zijn prachtige glimlach te mogen ontmoeten. Vanaf hun eerste ontmoeting tot nu nog steeds, wist hij haar te winnen met die glimlach van hem. En dat zou hij altijd doen. Denni moest grinniken toen hij deed alsof hij heel hard moest nadenken. ‘Ik weet niet eens waar ik moet beginnen met jou.’ Quasi beledigd keek ze hem aan, voordat haar glimlach weer doorbrak en ze haar gezicht tegen zijn arm verborg. Ze wist het, zou het altijd weten. Storm sprak misschien niet altijd met veel woorden, maar ze merkte het aan de manier hoe hij keek. Hoe hij voor haar zorgde en de liefde die hij in alles stopte wat met haar te maken had. ‘Wat nou, is dat zo onlogisch. Heb jij wel al eens in de spiegel gekeken Darling.’ Ging Storm meteen op haar gegrinnik in, alsof dat haar gedachtens zou veranderen. "Ik kijk elke dag in de spiegel," Probeerde ze op een serieuze manier over te brengen waarna ze een aantal tellen in stilte naar zijn gezicht staarde. Ze nam elk detailtje dubbel in zich op, alsof ze bang was zijn gezicht te vergeten. "Ik kijk gewoon veel liever naar jou." Zei ze vervolgens zachtjes voordat ze haar lippen op de zijne drukte. Denni daagde hem uit door de manier waarop ze hem de kusjes gaf, de verlangen en verleiding die op elke manier van haar af straalde. Normaal zou Storm het afkappen, op een lieve manier duidelijk makend dat het vanwege Lupos niet ging lukken. Denni had helaas niet de gave die Kat had, ze kon Lupos niet op die manier tegen houden. Dus verder dan hier waren de twee eigenlijk nog nooit geweest. Maar Storm ging niet in de aanval, liet het juist toe. Hij pakte de kraag van haar vest en trok haar dichter naar zich toe. Denni voelde hoe de warmte van zijn adem over haar gezicht streelde en een kleine grijns sierde rond haar lippen. Storm maakte zijn zin niet af en drukte zijn lippen op de hare. Een kus die veel interser was dan eerder bracht de verlangen over die beide momenteel voelde. Het was duidelijk dat Lupos op dit moment geen rol speelde, maar het bleef wel in Denni haar achterhoofd. Onbewust hield ze zijn ademhaling en hartslag in de gaten, aangezien hij geen hartslagmeter droeg. Ze wilde geen fout begaan op dit moment, hem in een positie zetten waar hij al die keren voor had uitgeweken. Maar ze genoot, genoot van dit moment en het feit dat de wereld momenteel alleen om hun draaide. Ze pakte zijn handen bij haar kraag weg en legde ze beide op de achterkant van haar bovenbenen. Denni haalde haar lippen van de van Storm, om haar bovenlichaam wat recht te trekken. Ze omsloot het ritsje van haar vest met haar vingers en haalde het langzaam naar beneden, om vervolgens het vest uit te trekken en naast het bed te gooien. Haar handen zochten weer de warmte van zijn buik en met knedende bewegingen duwde ze zijn shirt iets omhoog terwijl haar lippen de zijne weer gevonden hadden.
xo
Gesponsorde inhoud
Onderwerp: Re: You wear the marks of my distruction. [Denni]