S
chijnbaar was er iets heftigs gaande op het eiland. Oorlog, dat soort dingen. Jezebel was meer verbaasd over het feit dat ze er zo weinig van had meegekregen dan over het feit dat ze momenteel op een pittig gevaarlijke plek zat. Zij en haar broers en zussen zouden in principe best handig zijn in de strijd tegen – wel, tegen wat er dan ook precies gaande was, maar voor zover zij wist had geen van hen echt de drang gevoeld actie te ondernemen. Het waren tijden als deze waarin hun zondes heerlijk konden gedijen, en feitelijk gezien hielp alleen hun aanwezigheid al mee in het steunen van de school. Of toch in ieder geval Jezebel. Een beetje woede kon nooit kwaad in een gevecht op leven en dood.De rode furie zag zichzelf liever als neutraal. Net als Nederland in de Eerste Wereldoorlog hield ze wijselijk haar mond. Ze behield afstand en negeerde de problematiek. Dus, toen ze hoorde dat er een of ander ondergronds feest werd gehouden ter ere of juist in opstand tegen de oorlog die zich bovengronds afspeelde, vond ze dat ze hier best heen kon gaan. Wat kon er nou helemaal mis gaan? En laten we eerlijk zijn, wat is een feest zonder de aanwezigheid van ten minste één hoofdzonde? Precies.
Jezebel had zich uitgeleefd wat betrof haar uiterlijk. Haar haar zat nog wilder en groter dan gewoonlijk en ze had een vol uur besteed aan de donkere oogschaduwlook en strakke eyeliner. De hakken aan haar voeten waren erg duur geweest (cadeautje van Theodore) en hoe dichter ze de locatie van het feest naderde, hoe meer ze hier spijt van kreeg. De hele reis tot het feestje was prima begaanbaar geweest en tot dusver had ze haar hele outfit én gezicht droog weten te houden. Maar nu stond ze, met Google Maps aan op haar mobiel, te staren naar het bericht dat ze haar bestemming had bereikt en het gigantische gat met één miezerig laddertje waar ze naast stond. Iedereen en je moeder had haar kunnen vertellen dat ze tot onder de grond zou moeten afdalen voor een ondergronds feestje, maar niemand had haar verteld dat ze het zó letterlijk had moeten nemen. Ze slaakte een geïrriteerde kreun uit, maar toen ze opkeek en merkte dat ze nog altijd alleen was – en dus niemand had om tegen uit te vallen – stak ze haar mobiel terug in haar met flessen gevulde tas en sloeg ze deze tas over haar schouders, om vervolgens de stangen van de ladder met beide handen beet te pakken.
Ze plaatste haar voet op de ladder en schoot praktisch gelijk weg, gezien de lader was voorzien van zeer smalle treden en haar hakken haar minimale grip boden. Al vloekend daalde ze verder af, zich bewust dat de schoenen met iedere trap steeds meer beschadigd zouden raken. Het was een heel eind naar beneden, waar ze onnodig lang over deed, en halverwege was ze meer dan klaar om het op te geven. Toen ze eindelijk met beide benen weer op de grond stond, richtte ze haar hoofd op om de afstand te zien die ze zojuist had afgedaald. Met haar ogen tot spleetjes geknepen tegen het licht, besloot ze dat ze een andere weg naar buiten zou moeten nemen. Ze stapte weg van de ladder en draaide zich om, om de geweldige opkomst van wel één persoon onder ogen te komen. Was dit daadwerkelijk waarvoor ze bepakt met flessen drank, gestoken in onpraktische en te dure kleding, een ellenlange ladder was komen afdalen? “Eh – is dit het?” begon ze op een snerend toontje. “Waar is de rest? Waar is de muziek? Fucking klootzakken.” Demonstratief trok ze haar tas open om hier zowel haar mobiel met Google Maps nog aan én een fles drank uit te halen, welke ze aan haar lippen zette terwijl ze online verwoed op zoek ging naar het antwoord op haar vragen. “Hmm?” mompelde ze, niet opkijkend van haar telefoon, terwijl ze de fles in de jongen zijn handen drukte.