.Always live before you die.
It takes ten times as long to put yourself back together than is does to fall apart
Devon had vermoedens in wat het kon uitdraaien … vermoedens. Hij zou beter moeten geweten hebben dan dat. Storm kon nu regelrecht terug naar de ziekenzaal, dezelfde zaal waar hij eigenlijk nog maar net uit ontslagen was. Hij was zeker dat die hartslagmeter de verplegers nu al had gealarmeerd. Eigenlijk wilde hij zijn eigen hartslagmeter terug, hij was het zat dat iedereen hem vroeg hoe het met hem was, of hij nog pijn had of dergelijke dingen. Hij was het gewoon compleet zat om in dit soort van aandacht te staan. Dat was misschien ook de reden dat hij hier in het bos liep, om te vermijden dat iedereen naar hem toe zou komen en vragen waar hij al die tijd had uit gehangen. Maar nu zou hij terug moeten, hij kon zich zo al inbeelden wat de verpleegster zou gaan zeggen,
“heb ik je niet gezegd dat je je rustig moest houden?” of
“Wat is gebeurd? Je kunt ook nooit eens luisteren Hall.” De blik op Storm’s gezicht bij die gedachten zei al genoeg. Hij zou Devon wel ompraten om niet naar de ziekenboeg te gaan, eens zien hoelang het zou duren voor de verpleegsters hem vonden op het schoolterrein.
‘Gek is zacht uitgedrukt.’ Merkte hij kermend op. Het was meer iets als een zelfmoordpoging maar dat zou hij nu ook niet luidop zeggen. Zeker niet omdat alles eindelijk weer een beetje normaal begon te worden. Het was alsof de poging tot transformeren weer alleen op de juiste plaats had gezet bij Storm. Hoe cru het ook was van Devon om dit te proberen, het had gewerkt want de frustraties en haat waren bij Storm verdwenen. Hij keek nu weer met een normale blik naar Devon, eentje die de vrienden altijd hadden gedeeld. Maar inderdaad, Devon zag er niet uit, zelf Storm zag er verzorgder uit en dat had hij ook enkel te danken aan Nadya en de verplegers. Het werd hoog tijd, duidelijk, dat StormOn weer op track kwam want met deze versie van Devon zouden er niet veel dames komen aandraven. Misschien was dat wel zijn bedoeling geweest.
“Wat had ik nog meer te verliezen dan jou.” Bij die woorden keek Storm zijn beste vriend meteen aan.
‘Echt? Meen je dat nou?’ Hij zweeg en sloeg zijn blik kort opzij naar de bomen, naar de kettingen die daar onaangeroerd op de grond lagen.
‘Devon,’ hij zweeg en keek terug naar zijn beste vriend. Maar wat moest hij zeggen … dat hij het niet zou toelaten dat Devon zich vast klampte aan het idee van enkel Storm te hebben? Iedereen wist hoe koppig Devon kon zijn, het zou verloren moeite zijn. Dus Storm zei niets en dacht enkel in zichzelf om er de volle honderd procent te zijn voor Devon, net zoals vroeger.
‘Ik zal mijn best doen om mezelf niet meer te verliezen.’ Zei hij uiteindelijk wat zachter. Nee, achteraf gezien kon hij het niet, het was verkeerd. Het was verkeerd geweest van zodra hij het had gedaan toen hij hoorde dat hij twee uur dood was geweest. Het was verkeerd geweest om Denni de kamer uit te jagen, om Devon op stang te jagen, Nadya het ongemakkelijk te maken. De enige die er eigenlijk helemaal geen last van had gehad was Kat, had zij even geluk.
Devon schoot hem meteen ter hulp toen hij recht probeerde te geraken en Storm was dankbaar voor die hulp, het zou hem niet gelukt zijn alleen. De opmerking over het worstelen deed daar eigenlijk geen goed aan want Storm moest zachtjes lachen en dat deed pas veel pijn. Devon liet hem los en Storm wist zichzelf recht te houden op zijn kruk.
‘Je kunt het goed maken.’ Hij bleef tegen de boom rusten en gespte zijn hartslagmeter los die hij van de dokter had meegekregen. Het meet niet enkel zijn hartslag, het was zo geavanceerd dat het ook de pijn kon opmeten, bepaalde facetten van zijn lichaamsfuncties. Hij greep Devon’s pols en gespte de hartslagmeter eromheen.
‘Ik wil niet terug naar de ziekenzaal dus,’ hij zweeg en keek zijn beste vriend met een kleine grijns aan.
‘Ik ga ze ook geen reden geven om me te gaan zoeken.’ Hij liet Devon’s pols los en wreef zijn hand rond zijn eigen pols, het was er leeg nu. Als ze de nieuwe functies zouden lezen in de ziekenzaal dan zouden ze hem vast niet komen zoeken als ze zagen dat alles terug in orde was.
Toen Storm hem had gewaarschuwd om dat nooit meer te doen waren de woorden terug even serieus en bevestigend.
‘Bedankt, dat betekent genoeg.’ Zei hij gelijk. Het was voor hem goed genoeg dat Devon twee keer zou nadenken, zeker wat betrof Lupos. Hij probeerde iets van zijn lichaam in beweging te zetten maar het ging moeizaam, Lupos had meer tijd nodig om te recuperen dan vroeger en Storm hoopte dat het enkel maar zou beteren. Dus ja, de weg zou lang zijn, hij moest zachtjes lachen om te woorden, hij bracht zijn hand naar zijn rug en kreunde verslagen.
‘Je mag me niet doen lachen.’ Zei hij quasi beschuldigend tegen Devon, al kon hij er nog steeds om lachen. Precies of dat ooit zou lukken, elkaar niet doen lachen. Toen Devon hem opnieuw ter hulp schoot sloeg Storm bijna automatisch zijn arm om Devon’s hals.
‘Ik ben ontslagen uit de ziekenboeg, ik mag hier zijn dus,’ hij haalde zijn schouders op en keek kort naar de hartslagmeter rond Devon’s pols, hij nam de pols en keer ernaar.
‘Daarnaast is alles in orde met me, goede hartslag, geen pijn, alles is in orde. Ze hebben geen reden om me terug te roepen.’ Knikte hij haast tevreden. Maar er was wel iemand die hier niet blij mee zou zijn, dus het was inderdaad misschien beter dat ze hier weg kwamen, voor Nadya zou opduiken.
‘Maar we kunnen misschien maar beter naar ons kamer terug gaan. Nadya zou het idee niet appreciëren.’ Hij gaf Devon een bezorgde blik en begon te stappen, het was dragelijk dus het ging vlotter naarmate de afstand vorderde en hij minder en minder moest leunen op Devon.
‘Daarnaast, wij moeten nodig terug in de startblokken en dat gaat niet als je er zo uit ziet.’ Hij liet kort zijn blik over Devon glijden alvorens een kleine grijns op zijn lippen sprong. Daar was een beetje van StormOn terug, eindelijk …