Storm nam in de korte pauze die er was voor een moment zijn omgeving rond. Het laatste wat hij nu wilde was andere studenten die passeerden als de weerwolf in het jongetje nog maar net was verdwenen. Hij had er namelijk geen zin in om weer te moeten transformeren, ondanks dat hij alle energie ervoor had en hij al compleet geheeld was, was het iets waar hij liever niet naar uit keek. Dus zijn zintuigen strekten zich over de omgeving, hij scherpte zijn gehoor aan tot hij de geluiden van aan de bosrand kon horen. De studenten die over het pad wandelden, een haas die tussen de bomen schoot, een mutant die naar een vogel transformeerde en weg vloog richting het schoolgebouw. Hij hoorde het riviertje in het noorden kabbelen. Wat hij rook was vaak nog intenser … Maar nu was zijn geur gefixeerd op het bloed dat door Cole zijn aderen stroomde. Daarnaast rook hij niet zoveel, buiten de mossige bosgrond, de zachte dauw die nog ergens in de bomen zat aangezien het nog niet warm genoeg was. Maar er was niets in een straal van vijfhonderd meter dat een potentieel gevaar vormde voor Cole, of voor Storm. Ondanks dat Storm beter en meer met Lupos kon omgaan deed het er niet toe, als de wolf het echt wilde dan zou hij het gewoon eisen.
Hem vertellen dat het idee aan Nadya hem kon tegenhouden was iets dat hij normaal niet zo snel zou doen. Omdat Nadya gewoonweg niet als alle anderen was. Maar het voelde als iets dat hij de jongen verschuldigd was, alsof het zijn schuld was dat Cole een weerwolf was. Hij had het idee dat hoe meer hij zou zeggen hoe gemakkelijker het misschien zou worden voor Cole om ermee om te gaan. Maar ze konden zoveel van elkaar verschillen, misschien waren ze wel niet zo hetzelfde als het er op het eerste zicht uit zag. Toch vertelde Storm het hem, beantwoordde hij de vragen alsof ze van levensbelang waren. Toen Cole hem vertelde dat hij niet wist of hij goede herinneringen had schonk Storm hem een bezorgde blik. Hoe kon je geen goede herinneringen hebben? Storm had er zelf, uiteraard allemaal van voor hij weerwolf was. ‘Het ligt in de details, er is altijd wel ergens een beeld, een zin, een ketting of een voorwerp dat je een goede herinnering geeft. Zoniet,’ hij zweeg en schudde zachtjes zijn hoofd. Zoniet wat? Hij wist het zelf niet. Maar toen begon Cole over iets helemaal anders. Storm keek naar de speelse glimlach en trok zelf een scheve glimlach op zijn gezicht. ‘Niet op die manier.’ Staakte hij meteen het idee. ‘Mijn eerste volle maan hier heeft ze mijn weerwolf tegen gehouden. Toen ontdekte ik dat als ik erg veel pijn had mijn weerwolf automatisch terug transformeerde naar mijn menselijke lichaam omdat ik dan meer slaagkansen heb in overleven. Het was haar gelukt, ze deed me zoveel pijn dat ik midden in de nacht terug transformeerde.’ Hij zweeg voor een moment en staarde naar Cole. ‘Ze hield me de rest van de nacht menselijk door mijn hand er haast af te vriezen. Mijn weerwolf is bang van haar, van haar mutatie dus denken aan haar maakt hem onzekerder, minder gewillig om te transformeren.’ Zie, er kwam helemaal geen verliefdheid aan te pas. ‘Dat had je niet zien aankomen he,’ knipoogde hij geamuseerd. Dat Nadya meer was dan een vriendin hoefde niemand te weten, dat ging tussen hem en Nadya en zolang hij zichzelf niet onder controle had zou daar weinig van in huis komen.
Negen … het aantal klonk zo zwaar, zo geweldig zwaar. Al negen maanden ging hij de strijd aan met zichzelf. Al negen maanden was hij mentaal tot het uiterste gedreven en de diepte in gegooid. En vreemd genoeg wist Storm nog steeds stand te houden na negen maanden. Maar zou Cole het kunnen? Zou Cole alles kunnen verwerken wat zijn kant zou uitkomen? Het was een heel apart leven in je leven, een weerwolf. Storm zou zichzelf bijna de stempel geven van een gespleten persoonlijkheid want ondanks dat hij Lupos al negen maanden “kende” wist de weerwolf hem elke maand met iets nieuws te verrassen. Het idee dat Cole door hetzelfde heen moest maakte Storm ergens bang en dat zou de jongen kunnen merken aan zijn blik. De jongen begon snel te praten, het ene achter het andere en Storm keek hem enkel weemoedig aan. Besefte hoe weinig de jongen van het weerwolf zijn af wist. ‘Vandaag liet ik hem verdwijnen, dat is waarschijnlijk enkel omdat je jonger bent en ik sterker. Maar dat kan veranderen. Als ik Lupos controle had gegeven dan zou je daar niet eens gezeten hebben.’ Wees hij naar de plek waar Cole nu zat. ‘Dus het was geluk om zacht uit te drukken.’ Temperde hij de woorden een beetje. Hem bang maken op volle maan? ‘Ten eerste, kettingen helpen de eerste maan, de tweede al minder en tegen de derde volle maan word je weerwolf sterker en slimmer en krijgt hij ze kapot. Ik heb het geprobeerd en het helpt me nu voor amper een tiental minuten.’ Hij moest onrechtstreeks denken aan Devon. Devon die recht tegenover Lupos had gestaan en die de kettingen forceerde. ‘Ik kan je niet helpen op volle maan want ik heb geen controle, ik heb zelf geen bewustzijn.’ Dat was de keiharde waarheid. Voor nu was hij voorlopig veilig bij Kat, ze kon Lupos onderdrukken op volle maan. Hij zou veilig zijn maar wat met Cole? ‘Wist je wat er daarnet gebeurde? Was je erbij toen je weerwolf me aan viel?’ Vroeg hij nieuwsgierig. Dat zou al een positief iets zijn, als Cole in het hoofd bij de weerwolf was. ‘Hoelang ben je al zo?’ Was hij gebeten geweest? Net weerwolf? Storm had zoveel vragen waar hij dringend een antwoord naar zocht. Want iedereen die een weerwolf kende wist dat tijd ontzettend kostbaar was. Iedere seconde was er eentje dichter bij volle maan …
What you can't see, is the soul that needs the surgery
Cole leerde hier echt wel dingen uit. Misschien niet meteen op het eerste zicht, maar het waren deze gesprekken die hij moest proberen te onthouden. Storm was degene met ervaring in dat soort dingen, dus het was maar al te logisch dat hij luisterde naar wat hij te zeggen had. Of het hem werkelijk zou helpen, wel ja dat viel alleen maar af te wachten. Het kon net zo goed zijn dat hij hier nu gewoon zijn tijd zat te verdoen en dat Cole hier binnen de kortste keren een groot deel van de mutanten had uitgeroeid zonder dat hij er zelf bewust van was. Niet dat hij dat wilde zijn als het werkelijk op zoiets zou neerkomen. Hij zou het helemaal niet aan kunnen waarschijnlijk. Zou dieper in die put zakken waar hij nog steeds niet helemaal uit was en wie weet wat er dan zou gebeuren als Dux het over nam? De bezorgde blik die hij op zich kreeg deed hem kort slikken. Het klonk misschien vrij ongeloofwaardig in de oren van Storm, maar het was zo. Elke keer als hij dacht aan vroeger voor hij was meegenomen werd hij extreem triest, omdat hij dat leven nooit meer zou kunnen hebben. Zijn ouders zouden waarschijnlijk nog steeds van niets weten, zouden hun kleine jongen nog steeds missen. Kort beet hij op zijn lip, weerhield zich er zo van om aan te denken. Het zorgde er toch alleen maar voor dat hij verdrietig werd, en dat wilde hij niet. Voor even haalde hij zijn schouders op. ‘Dan denk ik dat ik nieuwe herinneringen zal moeten maken, dit is al een goed begin.’ Dit gedeelte dan, niet het gedeelte van hun gevecht. Maar dat zou ook wel duidelijk zijn.
Maar ja hoor, kleine Cole had iets gehoord wat zijn aandacht ten zeerste trok. Hoe Storm over het meisje praatte, hoe hij alles beschreef wat met haar te maken had deed hem zachtjes lachen. Hallo, duidelijker kon het niet als zelf hij het al zag. Maar toch ontkende hij het. Yeah, maak dat de kat wijs kerel. Toch luisterde hij zwijgzaam naar het verhaal dat er werd vertelt. Pijn zorgde er bij Storm voor dat hij normaal bleef? Wel, dat was iets wat het bij hem alleen maar erger maakte. Dat was juist het gene waar hij imuum voor was gemaakt. ‘Doe me er aan denken dat ik haar nooit wat aan doe, ik wil mijn handen liefst houden waar ze zijn.’ Sprak hij kort. For real hoor, dat meisje moest hij niet leren kennen. Cole schudde even lachend zijn hoofd. ‘Je weerwolf is misschien bang van haar, maar jij. Dat is een ander verhaal.’ Nee man, hem kon je niets wijs maken. Hij had misschien 4 jaar niets van de buitenwereld gezien, maar de manier waarop Storm over haar sprak zo sprak zijn vader over zijn moeder.
Het aantal manen dat Storm al meegemaakt had boezemde hem ergens angst in. Zou hij het ook zo lang kunnen trekken? Zou hij zelfs zijn eerste maan overleven? Was hij daar al wel sterk genoeg voor, fysiek en mentaal? De kleine jongen had geen idee wat hij er van mocht veranderen en alles wat hem verteld werd maakte het ergens alleen nog maar erger, maakte hem banger dan hij al was. Zou de pijn voor hem ook zo fel zijn? Of was dat juist hetgene wat hij minder zou gaan voelen door alles wat hij had meegemaakt? Cole knikte begrijpend. Natuurlijk begreep hij maar al te goed dat hij hier nu ook had dood kunnen gaan. Al viel dat misschien ergens nog een beetje te betwisten, wat als hij niet was terug gekomen? Dux zou hebben doorgezet tot het einde dat stond vast. Maar wat als hij niet in zijn eigen lichaam zat als hij werd vermoord door een andere mutant? Dat van de kettingen leek hem een goed idee tho, het zou hem toch kunnen tegenhouden als hij goed vast zat? ‘Ik wil geen onschuldige aanvallen Storm. Ik heb al teveel onschuldig bloed verspilt.. Ik kan voelen dat Dux bang van je is. Hoe hij luisterde naar jouw, jij hebt hem terug gedreven.’ Klonk het wanhopig. Het stond vast, bij zijn eerste volle maan had hij iemand nodig die hem kon bedwingen desnoods met brute kracht. ‘Is er iemand die me wel kan helpen?’ Ergens wist hij hoe dom die vraag klonk. De kans was heel miniem dat er iemand was die hem hiermee kon helpen, maar hij moest het proberen. Voor de veiligheid van de andere leerlingen hier, voor de veiligheid van Storm. Wat als hij hem tegenkwam? Bij een volle maan nam je kracht toe als weerwolf zijnde, wat als hij hem wat aandeed?
Beschaamd schudde hij zijn hoofd waarop zijn haren heen en weer leken te dansen. ‘Als Dux me overneemt verdwijn ik. Ik was er pas weer toen jij me door elkaar schudde, ik weet niet hoe het kwam. Maar Dux verdween, hij had zijn meerdere gezien en legde zich erbij neer dat hij dat gevecht niet kon winnen.’ Moeizaam slikte hij waarop hij onbewust toch wat meer tegen Storm aan kroop. Nee man, hij zou dit totaal niet alleen kunnen. ‘Ik ben al 4 jaar zo. Van wat ik weet is dat mijn vader er ook een was, maar bij mij is het gen geactiveerd..’ Even haalde hij zijn schouders op. Het was duidelijk dat Storm ook vragen had, maar was hij al klaar om er antwoord op te geven? Het moest maar. ‘Storm, als je vragen hebt stel ze me dan. Ik weet niet waarom alles met me gebeurt is, maar ik kan er wel enkele beantwoorden denk ik.’ Sprak hij rustig.
Het waren de herinneringen die het maakte, de goede en de slechte. Storm kon heel moeilijk vergeten, vooral de slechte dingen hadden een echte beetje kracht om te blijven hangen in zijn hoofd. Zoals Devon zei, hij zou meer moeten vergeten en Devon meer moeten gaan herinneren. Storm stelde zichzelf capabel om ieder detail van iedere afgelopen maand te herinneren in de hoop dat al die puzzelstukjes een gigantisch geheel zouden worden en zo iets zouden bloot geven over de weerwolf. Maar zelf had hij er niets van geleerd omdat hij noot zijn bewustzijn had, het waren anderen die hem de informatie gaven die hij zocht. Het was Nadya die hem toonde dat pijn hem forceerde om terug te transformeren, het was Kat die had ontdekt dat Lupos ook zijn menselijke kant kon overnemen. Het was Devon die hem had bewezen dat de weerwolf slimmer werd en het was Clyde die hem aantoonde dat hij niet kon sterven, ookal stopte zijn hart ruim twee uur moet kloppen. Ieder beetje informatie leidde naar kennis, kennis was Storm zou hard naar op zoek ging. Maar tot nu toe had hij nog niets gevonden om de weerwolf tegen te houden anders dat wat Kat kon doen. Niets buiten een handjevol herinneringen en een sterke wilskracht.
Toen Cole weer sprak keek Storm kort op van het stokje waar hij mee in de grond zat te graven. Hij gooide het futloos was verder en haalde zijn hand door zijn haar. ‘Het is niet slecht hier Cole.’ Glimlachte hij zwakjes. ‘Ik denk altijd dat het beter is om hier een volle maan te hebben tussen mutanten die hun mutaties tegen me kunnen gebruiken om zichzelf te verdedigen dan daar waar de mensen ongewapend zijn.’ Wees hij kort richting de zee, richting het vasteland. ‘Drie volle manen ben ik hier al en ik maakte nog geen doden en dat omdat het mutanten zijn.’ Zijn gezichtsuitdrukking had iets zwaar, iets waar je de verslagenheid voor kort van af kom lezen. Hij had geen doden gemaakt maar het had niet veel gescheeld bij die tweede volle maan hier. De herinneringen zouden vanzelf komen, Cole zou vanzelf wel iets vinden dat hem sterker zou maken. Net als Nadya hem sterker maakte.
Zeggen hoe gevaarlijk Nadya was, was geen overbodige luxe. Maar ze was niet opzettelijk gevaarlijk, ze deed het enkel omdat het noodzakelijk was, om hem te helpen. ‘Ze zal je niet opzettelijk pijn doen.’ Stelde Storm hem gerust. Hij draaide zijn hand en keek er naar, alsof hij op zoek was naar resten van wat ze die eerste volle maan hier had aangericht. De draak had Lupos in eerste instantie niets gedaan, hij was er niet bang van geweest, het was wat ze kon aanrichten, wat voor pijn ze hem kon bezorgen, daar was de wolf bang voor. Toen Cole weer sprak sprong een scheve glimlach op zijn lippen. ‘Nee,’ stemde hij zachtjes in, zijn blik bleef even dromerig voor zich uit staren naar de schors van een boom. ‘Ik ben niet bang van haar.’ Besloot hij uiteindelijk te zeggen. Zijn blik ging terug naar Cole, de zachte glimlach om zijn lippen verdween. ‘Heb jij trouwens geen andere dingen om je op te focussen.’ Veranderde Storm met een lichte grijns glad van onderwerp. No way dat Nadya hun onderwerp ging worden. Het was al erg genoeg dat het blijkbaar van zijn blik viel af te lezen als hij eerder over haar had verteld.
Maar net toen alles een beetje luchtiger werd, kwam de zware realiteit weer op hen neer gedaald. Alsof er altijd dat duiveltje was op hun schouder dat hen er verzekerde dat er geen leuke aangename dingen waren om over te praten. Toen Cole hem zei dat hij al genoeg onschuldig bloed had verspild kreeg zijn blik iets gekweld. Cole klampte zich vast aan het idee dat Storm of Lupos hem konden tegen houden, hij wilde het idee hoop geven. Net als Storm het idee hoop wilde geven. Dux … dus zo noemde de wolf, het had ook een naam gekregen net als de zijde Lupos heette. Toen hij vroeg of er iemand was die kon helpen keek Storm hem aan. ‘Hey, Cole,’ hij wachtte tot hij de jonge kon vastgrijpen in zijn blik. ‘Je hoeft dit niet alleen te doen. Ik help je buiten volle maan, dat is een belofte die ik je maak. Ik ben volop bezig om ermee te werken, met de weerwolf. Volle manen zijn voorlopig voor mij kalmeringsmiddelen en Katerzyna, we beginnen vat te krijgen. Ik begin met hem te kunnen samen werken van zodra ik dat kon tijdens volle maan dan richt ik me tot jou. Maar je bent jong, de trainingsmuren zouden je kunnen tegenhouden, kalmeringsmiddel kan je misschien vertragen.’ Hij moest denken aan wat Nadya had gezegd van die simulatie in de danger room. Misschien was dat ooit nog een optie. Tot dan moesten ze zich redden met de middelen die ze hadden. Hij zou Kat hierbij kunnen halen maar Storm wist dat ze niet voor twee de energie zou hebben, al zou ze dat waarschijnlijk tegen spreken. ‘Je bent niet de enige weerwolf hier, wij zijn niet de enige weerwolven hier, de docenten weten dat, ze werken eraan.’ Hij glimlachte bemoedigend in de hoop dat het voor Cole enige geruststelling kon bieden. Storm wilde hem door volle maan sleuren maar dat kon hij niet als hij zichzelf niet eens onder controle had. Vandaar de vragen, hoe meer informatie hij had hoe meer hij kon helpen of althans … proberen helpen. Dux werkte op dezelfde manier als hem, alleen was het niet de pijn die hem had weggedreven, het was de dominantie van Lupos. ‘Herinner je iets van de momenten dat Dux er is en jij niet?’ Vroeg hij vervolgens bijna gelijk. Was het voor hem net zo’n zwart gat als het voor Storm was? Cole kwam dichter geschoven en Storm had bijna de neiging om zijn arm over zijn schouder te slaan, maar voor de rust en vrede van de twee weerwolven binnenin deed hij dat niet. De woorden die volgden slaagden Storm met stomheid, hij staarde voor zich uit en probeerde het te verwerken. Hij was al vier jaar een weerwolf? En hij zei eerder dat hij nog geen enkele volle maan had gehad … hoe deed hij dat? En het was geactiveerd? Hoe? ‘Het zit in je bloedlijn, het wolvengen. Je bent niet gebeten zoals ik?’ Vroeg hij wat voorzichtiger. Dat was nieuw, misschien was er alsnog een verschil tussen hen beide. Cole was zo vrij om te zeggen dat hij alles mocht vragen wat hij wilde weten. ‘Dat geld voor jou ook.’ Zei hij meteen terug. Als Cole vragen had kon hij ze meteen stellen. ‘Ik begrijp niet dat je al vier jaar een weerwolf bent en nog geen volle manen hebt gehad. Hoe is dat mogelijk? Je zou technisch gezien meer moeten weten over de wolf dan ik.’ Zei hij meteen bedenkelijk. Hij liet zijn hoofd tegen de boom rusten en staarde met een bedenkelijke frons voor zich uit het bos in, hoe was dat in godsnaam mogelijk …
What you can't see, is the soul that needs the surgery
Cole wreef even over zijn wang. Storm had zeker en vast wel gelijk. Als hij zijn eerste volle maan had beleefd toen hij nog bij de normale mensen leefde zou het misschien erger aflopen dan het hier kon. Natuurlijk waren hier mutanten die tien keer sterker waren als hem, zorgen maken moest hij zich niet. Begrijpend glimlachte hij even kort naar de jongen. Oké, hij moest het maar van zich af zetten dat hij hier mensen werkelijk pijn zou kunnen doen. Ergens was dat misschien nog wel de moeilijkste taak van al, momenteel dan toch. Cole kende niets anders dan dieren pijn doen als hij was veranderd. De echte bedoeling van degene die hem hadden gevangen was om hem te gebruiken als een moordwapen maakte niet uit voor welke doeleinden, het was nooit duidelijk tegen Cole gezegd maar ergens wist hij het wel. Het was niet zo heel moeilijk om de eindjes aan elkaar vast te knopen, hoewel hij daar toch ook wel wat moeite mee had uiteindelijk maar wie zou dat niet hebben? Als Storm hier al drie manen kon overleven zonder gewonden, of doden dan zou hij dat ook wel kunnen right? Hij was jonger, nog niet zo sterk als hem. ‘Ik hoop enkel dat ze me hier niet opsluiten.’ Sprak hij op een zachte toon. Nee, hij had lang genoeg vast gezeten in een ruimte van misschien twee op twee zonder dat er licht binnen viel. Dat wilde hij absoluut niet meer.
Opgelucht haalde hij diep adem. Nee, tegenover Nadya wilde hij nooit staan hoor. Hoe mooi Storm haar misschien net had beschreven, nope. Nah, stiekem maakte hij maar een grapje hoor natuurlijk wilde hij haar ooit wel eens ontmoeten dan kon ze hem meteen ondervragen over Storm en alles. Hoe kort hij hier nog maar zat met de jongen, hij had al verscheidene emoties weten af te leiden enkel en alleen van wat zijn ogen leken uit te stralen. Echt no way in hell dat Nadya enkel maar de persoon was die hem in toom kon houden. Met een grimas tot achter zijn oren keek hij hem triomfantelijk aan. Hij wist het wel. Lachend haalde hij zijn schouders op. ‘Als je er niet over wilt praten moet je het gewoon zeggen hoor. Zo meteen word je nog verlegen.’ Daagde hij lichtjes uit. Hoewel hij waarschijnlijk een punt had. Maar aye, gewoon wat random geklooi kon hij op dit moment echt wel gebruiken hoor. Maar aye, hij hield zijn mond wel hoor. Anders ging hij misschien weg, en dat was sad.
Voor hun was het niet weg gelegd om een normale grappige conversatie te houden blijkbaar. Nee, de volle maan zou snel genoeg komen. Elk beetje informatie dat hij kon verzamelen er over zou hij goed kunnen gebruiken. Natuurlijk had hij er hulp bij nodig dat was zeker. Van wat hij begreep wist hij dat Storm hem deze jammer genoeg niet kon geven, het zou een grote hulp voor hem zijn maar alsnog momenteel had hij er niets aan. Zijn vriend, hoopte hij, had er nog net zo min de controle over als hij. Maar er moest wel iemand anders zijn. Liefst iemand die hij snel kon vinden. Want voor hij het zou weten zou de volle maan er zijn en wat er dan zou gebeurden was nog maar de vraag. Cole besefte maar al te goed hoe paniekerig zijn stem had geklonken, ergens wilde hij nu al beginne schreeuwen dat hij dit nooit zou aan kunnen maar Storm hield hem tegen. Misschien niet fysiek, maar de manier waarop de jongen hem bekeek bracht hem weer een beetje tot rust. De belofte van hulp deed Cole kort knikken. Dat was geruststellend, ook al kon dat misschien nog wel even duren. Maar het zou net die belofte zijn die hem misschien kalm hield of iets in die aard. Katerzyna, dus er was nog iemand anders. Like hold your horses mate, zo snel kon hij nog niet volgen hoor. Maar hij had een punt, natuurlijk waren ze hier niet de enige van hun soort. Iets wat de docenten ook wel zouden weten, misschien was er dan toch nog een oplossing. ‘Als ik hulp zou gaan vragen aan de docenten, zouden ze me dan in de trainingsruimtes of wat dan ook kunnen opsluiten? Of althans me proberen daar te houden zodat ik maar weinig schade kan aanrichten?’ Misschien, het was een hele kleine kans dat zoiets zou mogen. Maar hij ging het wel proberen, natuurlijk moest hij het proberen het was momenteel zijn enige toevluchtsoord. Dat werd dan ook meteen zijn volgende stap, hij ging Jamie zoeken zodra hij weer in het schoolgebouw was en kleren had aanegdaan. Hoe sneller hij die vraag aan iemand stelde die er wat over had te zeggen, hoe sneller hij zich er op zou kunnen voorbereiden.
Moedeloos schudde hij zijn hoofd. ‘Helemaal niets. Na mijn eerste slachtoffer werd ik wakker onder het bloed. Ik was als de dood voor mezelf.’ Sprak hij zachtjes. ‘Is dat erg?’ Misschien herinnerde Storm zich wel iets van de momenten dat dat gebeurde, misschien was net door het feit dat het gen bij hem geactiveerd was op zo’n brute wijze wel zo dat hij zich nooit iets zou kunnen herinneren van de escapades. Kort begon hij te prullen aan het uiteinde van het shirt. Zou hij zich ooit wel iets kunnen herinneren? Ergens hoopte hij van niet, het was hem beschreven wat hij had gedaan toen hij vast zat toen hij werd gedwongen maar de beelden waren nooit terug gekomen. Enkel van die golden retriever, haar angst zou hij nooit meer vergeten dat was iets wat zeker was. Heel kort trok hij zijn wenkbrauw op toen Storm weer begon te praten. ‘Nee, nooit gebeten. Geloof me, ergens wou ik dat ik was gebeten in plaats van alles wat ik heb meegemaakt.’ Klonk het op een gekwelde toon. Zijn blik was nog steeds gericht op de stof die steeds heen en weer ging tussen zijn vingers. Nee, het was waarschijnlijk niet makkelijker om gebeten te zijn, maar misschien als het wel zo was had hij Slager nooit leren kennen, was hij gewoon bij zijn familie opgegroeid.. Het was maar al te logisch dat Storm ook vragen mocht stellen, Cole had er ondertussen als zo veel gesteld. Zijn blik ging uiteindelijk naar een afdruk op de grond wat verderop, een perfecte wolvenpoot in het zand. Voor een tijd bleef hij zwijgzaam naar die afdruk staren. Tot de woorden van de andere jongen door begonnen te dringen. Meteen richtte hij zijn blauwe ogen op hem. De vraag was wel zo eerlijk. Maar het antwoord lag moeilijk, misschien zou hij het wel niet begrijpen? ‘Ik zat opgesloten. Ik zag geen daglicht, kon al helemaal niet onderscheiden wanneer het dag of nacht was. Hoe ze het hebben gedaan weet ik ook niet. Maar ik werd de maancyclus nooit gewaar, misschien had het te maken met de ruimte waarin ik vast zat. Maar om eerlijk te zijn, een juist antwoord heb ik daar niet op.’ Voor enkele seconden bleef zijn blik nog hangen op Storm, om daarna toch weer te staren naar de stof die nu tegen zijn lichaam aan rustte te staren. Medelijden zocht hij niet met zijn verhaal, helemaal niet zelfs.
“Ik hoop enkel dat ze me hier niet opsluiten.” Merkte Cole stilletjes op. En wat wilde dat zeggen? Dat hij bang was voor opgesloten te worden om wat hij was? Dat de weerwolf niet wilde opgesloten zijn? Dat hij eerder al was opgesloten? Alle drie waren het misselijke dingen om aan te denken. Hij wist het zelf ook maar al te goed, hij wilde hier ook niet opgesloten worden en bij hem was dat omdat de weerwolf dat niet wilde. Soms konden de klaslokalen hem zo verstikken dat hij naar buiten moest. En na die ene volle maan was dat enkel maar verergerd. Devon had geprobeerd om Lupos tussen drie muren en een ijsbeer op te sluiten en was daarin gefaald. Lupos had voor het eerst een echte haat emotie ontwikkeld en was sindsdien altijd een stukje onrustiger als Storm binnen was, zeker met een drukte om hem heen. Ontsnappen aan muren was iets wat hij nu wel vaker deed dus hij wist maar al te goed waarom Cole het zei. ‘Dat doen ze niet, niet zolang je het niet wilt.’ Prevelde hij als geruststelling. Storm had ermee ingestemd zichzelf te laten opsluiten voor volgende volle maan, in een Danger Room en het was iets waar hij iedere nacht van wakker lag. Altijd dezelfde hardnekkige vraag, wat als?
Hij vroeg zich voor een moment af hoe het onderwerp in godsnaam bij Nadya was beland, van alle personen op dit eiland .. uitgerekend Nadya. Hij praatte nooit veel over haar omdat het in een zekere manier te intens was om erover te praten. Wat hij en Nadya hadden was meer dan vriendschap, het was een zekere verbondenheid, begrip, overleven met elkaar. Storm wist niet hoe hij het in zijn gedachten moest formuleren, laat staan dat hij het luidop tegen een prille tiener moest gaan uitleggen. Maar het klaarde de hele sfeer wel wat op want Storm maakte meteen een opmerking waar Cole een gepast antwoord op had. Zelf met dat plagerige toontje … hij moest meteen aan zijn eigen broertje denken. Storm porde hem kort met zijn elleboog, een glimlach van oor tot oor. ‘Ik word niet verlegen.’ Zei hij haast beledigd. ‘Wat weet jij daar nou van.’ Mompelde hij er nog achter. Hij keek opzij naar Cole en gaf hem een korte knipoog. ‘Maar je hebt gelijk, ik wil er niet over praten, dat is te ingewikkeld voor jogentjes van jouw leeftijd. Grote mensenpraat enzo.’ Hij haalde nonchalant zijn schouders op, luchtige grapjes onder weerwolven, het moest ook eens kunnen vond hij zou.
Maar net zo snel als die luchtigheid er was gekomen was het ook weer langzaam verdwenen. Het kon ook niet anders, het wateroppervlak zat vol vragen en het was niet iets waar ze zo gemakkelijk doorheen konden breken. Storm wilde Cole helpen maar hij was zelf ook nog volop in het proces van hulp aanvaarden. Daarnaast waren het twee weerwolven naast elkaar, ze moesten opletten met wat ze zeiden of deden, er kon namelijk altijd één van de twee terugvallen op de weerwolf en het instinct laten overnemen. Luchtigheid was dus niet echt van toepassing momenteel en Storm vond het jammer. Hij vond het jammer dat hij Cole niet het gevoel kon geven dat het wel in orde zou komen. Maar was hij had geleerd van het schoolhoofd was dat de harde waarheid vaak beter was om te horen, dus antwoordde hij alle vragen eerlijk en rechtuit.
Cole kwam meteen met een voorstel van zichzelf, naar de docenten gaan en hen vragen om hem op te sluiten in de trainingsruimtes. Als Storm enig vertrouwen zou hebben in zijn weerwolf dan zou hij Cole meenemen in de Danger Room. Maar hij was te bang voor de reactie van Lupos … met een andere weerwolf, in een gesloten ruimte. Als Lupos het niet door zou hebben was het al veel, maar dan nog zou hij met een andere weerwolf moeten samen zitten en dat leek hem nou ook niet meteen het beste idee. ‘Ja.’ Gaf hij meteen antwoord. Hij keek opzij naar Cole en knikte zekerder. ‘Ze zouden je helpen, hun trainingsruimtes zijn ervoor uitgerust om meer te weerstaan dan een weerwolf.’ Hij zweeg en glimlachte zwak bemoedigend. ‘Voor mij is het niet van toepassing, mij kun je niet opsluiten, het zou werken die nacht maar ik transformeer dan vaker door de maand en dat kan ik er gewoon niet nog bij hebben dus,’ hij maakte zijn zin niet af, Cole zou het waarschijnlijk wel begrijpen. ‘Ik weet niet hoe het is voor jou.’ Hij haalde kort zijn schouders op. Er was een grote kans dat Cole de nacht daar kon doorbrengen en er verder geen last van had. Ze konden nu ook niet identiek dezelfde weerwolven zijn. Hij hoopte het ergens wel, voor de jonge zijn goede wil. Het laatste wat hij wilde was dat Cole alleen zou wakker worden met bloed aan zijn hand. Dat zou een nachtmerrie zijn, zelf voor Storm. ‘Ze kunnen je begeleiden, dat kan ze met me ook doen, dat doen ze momenteel.’ Zijn blik dreef voor een kort moment naar de hartslagmeter die hij vanuit de ziekenzaal had gehad. Alles voor de wetenschap, right?
Waar hij had gehoopt dat Cole zich iets van bewust was tijdens een transformatie, vervloog dat ook meteen in de lucht. En hij had er nog een slachtoffer bij gemaakt ook. Storm keek naar zijn eigen handen alsof ze onder het bloed zaten. Zijn blik had iets mistroostig, een kind van zijn leeftijd hoorde niet zo wakker te worden. Is dat erg? Storm keek opzij naar Cole en haalde zijn schouders op. ‘Het is te zien vanuit welk standpunt je het bekijkt.’ Gaf hij eerlijk antwoord. Zelf kon hij die vraag nog niet beantwoorden voor zijn situatie. ‘Je niet bewust zijn van wat je doet geeft je het voordeel dat je niet weet en ziet wat je weerwolf doet. Maar je wel bewust zijn,’ hij zweeg en keek voor zich uit. ‘Ik denk dat je sneller controle kan terugnemen dan, er gemakkelijker kan gewerkt worden naar een oplossing als je je bewust bent van wat er dan gebeurd. Dat is wat ik erover denk in ieder geval.’ Legde hij zachtjes en duidelijk uit. Storm wist niet wat Lupos deed en daar was hij verdomd heel blij mee maar soms wilde hij het weten, omdat hij het misschien beter kon voorkomen. Hij had al vaker eens korte beelden door gekregen van Lupos maar hij kon zich nooit volledige nachten herinneren. Toen Cole weer sprak keek Storm doelloos voor zich uit. Nooit gebeten maar … Hij knikte, begreep de woorden en keek kort opzij naar Cole. ‘Beter geen van beide, maar dat geluk hebben we niet.’ Merkte hij meer voor zichzelf op. Ze hadden geen geluk gehad, geen van beide maar veranderen konden ze niet. Dit was wie ze waren, terugkeren naar hun oude zelf was taboe. Toen Cole begon te vertellen waarom hij nog geen volle maan had meegemaakt keek Storm hem nieuwsgierig en medelevend aan. En toen hij gedaan was kon Storm voor het eerst in dit gesprek een verschil tussen Lupos en Dux aanwijzen. ‘Dus als je geen maan ziet transformeer je niet.’ Merkte hij stilletjes op. Wauw, die luxe had hij nu niet bepaald, hij was zich enorm bewust van de maancyclus, Lupos transformeerde altijd, of hij nu onder de grond begraven zou worden of niet. ‘Of in ieder geval toen niet.’ Vervolgde hij. Er kwam een bedenkelijke frons in zijn voorhoofd. ‘Dan denk ik dat het beter is dat je je eerste volle maan in een trainingsruimte door brengt.’ Hij keek opzij naar Cole. ‘Als je niet transformeert is dat goed, er is een verschil tussen een weerwolf bij volle maan en eentje erbuiten. We zijn meer gedreven, meer gefocust op dat jagen.’ Hij zweeg en staarde opnieuw naar de bosgrond. ‘Wat kan je me noch vertellen?’ Vroeg hij toen zachtjes. Hoe meer gelijkenissen, hoe beter hij kon helpen, hoe meer verschillen hoe beter Storm kon denken naar een oplossing …
Onderwerp: Re: Reckless & Relentless wo mei 04, 2016 3:12 pm
What you can't see, is the soul that needs the surgery
Opgesloten worden, het was waarschijnlijk een van die dingen waar hij een eeuwige angst aan zou hebben. Nee, hij wilde nooit meer zoiets mee maken. Tenzij het voor zijn eigen veiligheid was. Maar alsnog hij wist dat nu Dux de vrijheid had geproefd dat hij er alles aan zou doen om vrij te kunnen blijven rondlopen. Iets wat vreselijk in zijn eigen nadeel kon gaan spelen. Kort knikte hij op de toch wel geruststellende woorden van Storm. Ergens wist hij gewoon dat deze jongen niet tegen hem loog. Dat alles wat hij vertelde de waarheid was. Misschien was Cole zijn sociale skills toch niet helemaal verleerd. Als je hun ontmoeting eventjes weg dacht dan toch. Al was dat niet iets geweest waar hij werkelijk de controle over had gehad. Maar dat gedeelte was momenteel eventjes voorbij, gelukkig maar.
De zachte stoot knalde tegen zijn schouder aan. Maar Cole kon niet anders doen dan er gewoon mee lachen. You know, momenten als dit. Misschien was dat wel de sleutel tot het onder de knie krijgen van het veranderen en het onder drukken van zijn instinct? Nog steeds lachend schudde hij zijn hoofd. Goed hoor, hij zou maar eventjes doen alsof hij het geloofde. Maar hier kwam hij later nog op terug! En voor het volgende wat hij zei ook. De kleine jongen zijn mond viel lichtjes open. Hea, dat was even niet cool. ‘Van mijn leeftijd?’ Sprak Cole op zijn beurt weer wat beledigd. ‘Ik ben oud genoeg om dingen te zien hoor. Zeker aan dat hoofd van jou. You can’t fool me mate.’ Grijnsde hij uiteindelijk. Met die woorden besloot hij het onderwerp toch wel af te sluiten hoor. Uiteindelijk kon hij het maar zo ver drijven voor Storm echt boos zou worden. Toch vond hij deze korte onderbreking van de echte grote mensenpraat nog wel passend hoor. Het was letterlijk geleden van sinds hij nog met zijn tweelingbroer op trok dat hij dit soort gesprekken had kunnen voeren. Geluidloos liet hij een zucht ontsnappen. Damnit wat miste hij Heath.. Zijn evenbeeld, maar toch niet. Het was een feit dat ze een tweeling waren, maar de twee leken qua uiterlijk helemaal niets op elkaar, gedrag was echter een ander verhaal.
Het leek hem het beste plan om naar de docenten te gaan. Het waren docenten, ze moesten hem toch kunnen helpen uiteindelijk? Anders waren ze hem heus niet komen halen uit dat verdomde hok waar hij in had vastgezeten al die tijd. Storm leek het een goed idee te vinden dat hij die stappen ondernam. Mooi, dat maakte Cole zelf ook al een hoop zekerder om het werkelijk te doen. ‘Wel, ik weet ook niet hoe het is nu met de maan en alles. Maar ik moet op zijn minst iets proberen right? Ze hebben me niet voor niets naar dit eiland gebracht, ik moet het leren te beheersen.’ Sprak hij kalm. Natuurlijk moest hij dat. Cole had nog genoeg op zijn planning staan voor zijn verdere leven, dan moest hij de mutatie niet bekijken als een vloek of als iets dat hem tegenhield. Voor een moment kreeg hij een vragende uitdrukking op zijn gezicht. ‘Wat bedoel je met begeleiden?’ Zoiets kon gebeuren op veel manieren leek het hem. Maar wie weet konden ze met wat ze bij Storm deden, hem ook beter proberen te snappen of iets?
Cole wist niet wat Dux deed voor het meeste van de tijd. Soms kwam er wel eens iets door van beelden, maar daar bleef het dan ook bij echte antwoorden kreeg hij er ook niet mee. Gelukkig voor hem wist hij wel dat zijn eerste slachtoffer een hond was geweest en geen mens. Niet dat het niet minder erg was wat hij had gedaan of zo, maar het maakte het ergens toch iets meer draagelijker voor de kleine jongen. Ergens snapte hij Storm zijn woorden wel. Misschien was het langs de ene kant wel beter dat je je er niet bewust van was, puur omdat als het wel iets was wat je vaak terug kon oproepen in je hoofd je ook echt als persoon veranderde in de moordenaar die je was als je een weerwolf was. Dat idee beangstigde hem ergens wel. Misschien liepen er wel soortgenoten rond die echt wisten wat ze bij elke verandering deden, die er niets aan probeerde veranderen. ‘Maar stel nu dat ik het bijvoorbeeld wel wist, dat ik echt perfect de handelingen wist van Dux maar dat ik toch de controle niet kon terug nemen. Zou ik dan worden bestempelt als moordenaar?’ Misschien was dat juist erger? Persoonlijk zou hij er niet mee kunnen leven als iemand hem een moordenaar noemde. Nee, hij moest er niet aan denken als zijn ouders er ooit achter kwamen moest hij werkelijk iemand vermoorden, hoe ze hem zouden bekijken. Zacht schudde hij zijn hoofd. Nee, daar moest hij niet aan denken. Cole wilde zich de teleurstelling in de ogen van Casey en Ruby echt niet voorstellen. Het beeld verdween al heel snel weer uit zijn hoofd dankzij Storm. ‘Daar heb je gelijk in. Al zie jij het misschien anders als mij, omdat je al meerdere manen hebt meegemaakt.’
Zacht knikte hij. Nog steeds probeerde hij er achter te komen hoe het werkelijk kwam. Maar misschien was het iets in de muren dat er voor zorgde dat het maanlicht niet kon doordringen of wat dan ook. Dat waren waarschijnlijk vragen die altijd onbeantwoord zouden blijven. Maar dat gaf natuurlijk niet veel informatie waar Storm mee kon werken jammer genoeg. ‘’Ik weet niet hoe ze het deden, maar ik was me van niets bewust dag of nacht ik kon het echt niet onderscheiden. Al ben ik er ergens zeker van dat het door iets kwam wat zij hadden gedaan. Misschien door iets wat er in de muren zat van het gebouw, ik heb echt geen idee.’ Sprak hij hoofdschuddend. Er moest een verklaring voor zijn waarom hij toen niet veranderde, het kon bijna niet anders. Oke, dat was dus iets wat hij zeker ging doen. Zijn eerste maan doorbrengen in de trainingsruimtes, hoeveel schade hij daar ook mocht aanrichten als hij werkelijk veranderde. Ergens was Cole wel zeker dat hij ging veranderen. ‘Elke keer dat zij mijn verandering activeerde, werd ik pijn gedaan.’ Kort staarde hij naar zijn handen. ‘Het gebeurde op alle mogelijke manieren die je je kan bedenken. Ik werd vastgebonden op een metalen tafel en dan jaagde ze oftewel zoveel elektriciteit door me heen of staken ze me in brand of wat dan ook. Zolang het maar pijn deed, dat zorgde ervoor dat Dux wakker werd. Zodra Dux dan ook was verschenen, verdween ik. Ze stopte Dux dan in een andere ruimte, een grotere verlicht door tl-buizen en er zat altijd een andere hond. Mijn slachtoffers.’
Onderwerp: Re: Reckless & Relentless ma mei 09, 2016 7:28 pm
.Always live before you die.
Het leek een constante struggeling voor Storm, om een gulden middenweg te vinden tussen de spanning en de ontspanning. Om een beetje ontlading te vinden tussen twee weerwolven was al net zo moeilijk als het onder controle houden voor hem. Hij voelde de spanning maar hij voelde ook de bezorgdheid en de angst. En het was moeilijk voor Storm om daar een weg tussen te vinden, grotendeels omdat ze hier met twee zaten, twee weerwolven, twee monsters die geen grenzen kende. Dus de spanning zou er onrechtstreeks altijd een beetje blijven hangen. Toch, het was een zekere ontlading als het onderwerp een iets rustigere kant aan nam. Als het even ging om iets onzinnigs of als hij even kon glimlachen.
Maar Nadya was geen onderwerp waar hij om kon lachen, nog niet op die manier. Maar het was goed om te zien dat de jongen wel nog in staat was een zekere vorm van “plagen” aan te nemen. Hij kon evengoed helemaal geobsedeerd zijn door zijn problemen waardoor hij over helemaal niets wilde praten. Dus Storm kon niets anders doen dan erop in gaan, grotendeels omdat het hem ook een beetje aan zijn eigen broer deed denken. Die had soortgelijke dingen ook altijd gezegd over hem en Camille, al was Nadya in dit geval zoveel anders. Met leeftijd doelde hij meer op de intensiteit ervan, Cole kon nog niet begrijpen hoe het was. Storm ontkende dat het liefde was, hij bande het gevoel dat bij het woord kwam ook bijna rechtstreeks. Op een dag zou, hij hoopte het, Cole het misschien ook leren. Zou hij te weten komen wat het was om iemand te hebben die er dag in en uit voor je was en je hielp zoals Nadya dat voor hem was. Hij keek met nog steeds een glimlach op zijn lippen opzij naar Cole toen hij aangaf dat hij niet om de tuin te leiden was. Wat hij ook niet van plan was. Maar de glimlach stierf zo langzaamaan weg, verdween in de altijd bezorgdheid om al wat leefde rondom zich. ‘Was het maar zo gemakkelijk.’ Hij liet zijn blik naar de grond gaan, nam opnieuw het takje en speelde er doelloos mee. Hij was een gevaar voor Nadya maar zij was eveneens een groot gevaar voor hem. En met die woorden lieten ze het onderwerp achterwege, Storm liet zijn hoofd tegen de stam van de boom rusten en staarde voor een moment lang naar de hemel, alles zou zoveel gemakkelijker zijn zonder weerwolf. Op een dag zou Cole dat ook merken.
Hij moest het leren beheersen, dat waren zijn eigen woorden, exact de woorden die Storm zichzelf zo vaak luidop herhaalde. Het was moeilijk, Storm probeerde een onderscheidt te maken tussen zijn weerwolf en die van Cole maar het was dus duidelijk dat Cole nog maar heel weinig wist. Dus het opsluiten tijdens volle maan was een goed idee geweest maar nu was hij het niet meer zo zeker … wat als het tot hetzelfde zou leiden? Wat als de weerwolf dan vaker tevoorschijn kwam buiten volle maan? ‘Het is goed dat je zo gedreven bent om naar manieren te zoeken, dat betekend dat je het nog niet hebt opgegeven.’ Glimlachte hij zwakjes. Zelf had hij het af en toe al opgegeven, maar zijn vrienden hier gaven hem iedere keer dat beetje nieuwe hoop om verder te gaan. ‘Als het lukt is het goed, lukt het niet ik kan je helpen buiten volle maan. Probeer het gewoon en we zien wel,’ hij glimlachte bemoedigend. Hiermee drukte hij zichzelf nog eens een extra last op maar het was een typische grote broer instinct, hij wilde Cole veilig houden. Bij de vraag tikte hij kort op zijn hartslagmeter. ‘Ik heb een redelijk zwaar ongeluk gehad bij mijn voorlaatste volle maan, ik ben twee uur klinisch dood geweest en het is precies of die nacht iedereen een beetje in actie heb gezet. De hartslagmeter meet al mijn functies, zo kunnen ze in de ziekenzaal via grafieken zien hoe het met me gaat en wat er met mijn lichaam gebeurd.’ Hij zweeg en gespte de hartslagmeter rond. ‘Mijn weerwolf reageert buiten volle maan op hartslag.’ Hij nam de pols van Cole en drukte de hartslagmeter erop zodat de cijfers begonnen te veranderen naar de normen van Cole. ‘Ik leer nu mezelf onder controle houden, dat zijn mijn trainingslessen nu. Het is niet veel maar het is een begin.’ Hij haalde zijn schouders op en keek naar de hartslag van Cole. ‘Ze doen wat ze kunnen voor me, en dat zullen ze ook doen voor jou.’ Hij nam zijn hartslagmeter terug weg en gespte hem terug rond zijn eigen pols. Het was weinig, maar het was beter dan niets.
Moordenaar … van zodra Cole die speculaties naar voor bracht verstrakte de spieren in zijn lichaam een beetje. Hij zag meteen de krantenkoppen voor zijn ogen vanuit Frankrijk, van toen hij op de vlucht was. Moordenaar, ze hadden hem en Lupos ook een moordenaar genoemd. ‘Nee, dat zijn we niet.’ Hij keek opzij naar Cole, keek hem een tijdje in stilte aan. ‘Dux en Lupos zijn moordenaars.’ Verduidelijkte hij. Maar dat was het nou net … dat was nu net waar Storm niet overheen kon geraken. Hij was Lupos, Lupos was hem. ‘Helaas zijn wij degene in wie ze huizen dus misschien,’ hij maakte zijn zin niet af. Misschien waren ze wel moordenaars, zo had Storm zichzelf maanden lang gezien. Tot hij hier kwam, tot iedereen hem op een vreemde manier leek wakker te schudden.
Cole sprak over verschillende dingen, allemaal dingen die tot Dux leidde en die Storm een zeker beeld gaven van gevangenschap. Hij sprak over anderen, in het meervoud, en dat staafde zijn theorie nog wat meer. Cole had lange tijd tussen vier muren doorgebracht, met andere mensen, hoe kon dat nou geen opsluiting zijn? Was het een gewilde keuze? Er ging zoveel door hem heen, dingen die hij wilde vragen of waar hij meer duidelijkheid over wilde. Maar hij liet het voorlopig voor wat het was, gaf Cole de kans om het uit te leggen. Storm dacht mee, probeerde achter een logische verklaring te zoeken waarom hij nooit was getransformeerd. ‘En je hebt nooit de drang gehad? Dux heeft zelf nooit beslist om te transformeren?’ Vroeg hij verdergaand op die woorden. Als er iets was wat Dux toen had kunnen tegen houden kon het misschien wel hier op een positieve manier gebruikt worden. Maar de jongen wist net zo weinig over de methodes van zijn opsluiting dan dat hij wist van de weerwolf. Toen hij verder ging keek Storm hem gelijk weer geïntrigeerd aan. ‘Dus pijn is je trigger om te transformeren?’ Vroeg hij verbaast. Bij hem was het omgekeerd, pijn hield Lupos tegen. De woorden die hij sprak, de gruwelen deden Storm zijn gezicht wit trekken. Hij keek voor zich uit, slikte de misselijkheid weg, alleen daarom zou hij Lupos de overhand laten nemen, om dié mensen eens een lesje te leren. ‘Hoelang?’ Vroeg hij traag. Hoelang had Cole daar gezeten, opgesloten met de pijn en Dux. Hij keek de jongen weer aan, iets in zijn blik was gekweld door wat hij net allemaal had gezegd. ‘Ik kan het niet geloven,’ hij zweeg en keek terug voor zijn hoofd en schudde zachtjes zijn hoofd. ‘Je bent veilig hier, misschien wil je dit niet maar je bent veilig hier Cole, jij en Dux, dat beloof ik je.’ En dat meende hij met ieder woord van die zin, Cole zou niets overkomen zolang Storm en Lupos er waren om hem te beschermen. Al zou hij wel nog een beetje moeten sleutelen aan dat laatste, Lupos …
Onderwerp: Re: Reckless & Relentless zo mei 29, 2016 5:51 pm
What you can't see, is the soul that needs the surgery
Liefde was inderdaad een begrip dat hij nog niet had mogen mee maken. Toch niet op die manier. Om over de laatste jaren nog maar te zwijgen, Cole had geen enkele vorm van liefde ontvangen toen hij gevangen. Toen ervaarde hij enkel en alleen woede, pijn en angst. Dat waren de emoties geweest die zijn leven hadden beïnvloed en dan niet op de positieve manier er van. Maar hij probeerde toch nog zo goed als hij kon normaal om te gaan met deze situatie. Dux was nog steeds niet helemaal op zijn gemak in de buurt van de jongen, of om het beter te stellen in het buurt van de weerwolf die zo nu en dan waarschijnlijk eens kwam loeren. Zacht knikte hij op de woorden van Storm die inmiddels weer een afwezige indruk wekte. Cole snapte het wel, ergens dan. Voor hun soort was het gevaarlijk om iemand lief te hebben, het maakte al niet uit op welke manier. Leven in die altijd aanwezige angst om iemand wat aan te doen. ‘Op een dag komt het in orde. Maakt niet uit of het met Nadya is of met familie of wat dan ook. Voor ons zal er een dag aanbreken waarop we het hopelijk niet meer zo lastig zullen hebben met alles en kunnen we de mensen die het verdienen liefhebben op een manier die puur is, zonder de constante angst.’ Het was iets waar hij echt in geloofde. Of dat moment nu over een week, of pas over enkele jaren zou zijn, het zou er in ieder geval toch komen.
Vastbesloten knikte hij. Natuurlijk had hij nog niet opgegeven. ‘Ik heb vaak genoeg op het randje van opgegeven gestaan, geloof me.’ Maar dan was zijn overlevingsinstinct tevoorschijn gekomen en had hij de drive gevonden om door te gaan. Had hij zichzelf sterker gemaakt dan zij die hem op hadden gesloten, en dat had uiteindelijk geleid tot het eiland. Hopelijk lukte het. Dan zou het zoals Storm probeerde te zeggen een oplossing zijn, maar als het niet lukte dan stond hij weer bij af en zou hij andere manieren moeten gaan zoeken om het onder controle te krijgen. Geïnteresseerd staarde de kleine jongen naar de hartslagmeter die om zijn pols vast zat. Een ongeluk? Twee uur klinisch dood, en dat noemde Storm redelijk zwaar? Dit bezorgde hem ergens toch wel angst, wat als er zoiets zou gebeuren met hem? Storm was groot en sterk en was er door gekomen, maar wat als hij het zou zijn? Cole was nog jong en klein. Wanneer de nummertjes op het ding begonnen te veranderen trok hij even zijn wenkbrauw op Heel veel snapte hij er niet van, maar als het Storm hielp was het vast wel goed. ‘Het spijt me van je ongeluk.’ Sprak hij zachtjes. ‘Hoe hebben ze je terug tot leven gebracht? Als ik dat mag weten.’ Misschien moest hij zijn vragen toch maar even intomen, of toch niet meer de persoonlijke kant op gaan of zo. Want wie weet ging dit voor hem juist iets te ver.
De manier waarop Storm had gesproken gevolgd door de lange, bijna dodelijke stilte maakte hem bang. Meer dan hij wilde toegeven. Had Lupos iemand vermoord? Cole moest op zijn onderlip bijten om het niet meteen te gaan vragen. Dan zou hij een pad betreden dat waarschijnlijk geen goed einde zou kennen. Misschien wat? Waren ze wel moordenaars zonder dat ze het in de hand hadden? Kort staarde hij naar de grond wist niet meteen hoe hij hier een gepaste reactie op kon geven, dus zweeg hij maar gewoon. Om de rust die momenteel aanwezig was te bewaren. Er was maar een domme reactie van hem nodig om Lupos in actie te laten schieten, laat staan wat Dux dan weer zou doen..
Praten over zijn gevangenschap was iets wat hij niet graag deed. Puur om de zaken die het op riep, het maakte hem kwaad. Vooral kwaad op zichzelf omdat hij nooit zelf stappen had proberen onder nemen om te ontsnappen. Nee, hij had die mensen laten begaan. Puur uit angst. Beelden flitste door zijn hoofd, hoe hij altijd getriggerd werd om een ander levend wezen het leven te ontnemen, de pijnstoten. Een ruime tijd sloot hij zijn ogen en haalde hij diep adem, probeerde zo de korte herinneringen te verdrijven. ‘Soms waren er wel momenten waarop hij wilde uitbreken, maar hij leek vast te zitten in mijn lichaam. Vond geen manier om te ontsnappen, alsof iets hem werkelijk tegen hield. Iets dat van in de ruimte waar ik zat zelf kwam.’ Probeerde hij zo goed mogelijk uit te leggen. Ergens wou hij dat hij meer antwoorden wist, maar Cole was onwetend gehouden op elke manier mogelijk. Een simpel knikje, meer was er niet nodig om te bevestigen wat Storm net had gezegd. Pijn in elke mogelijke vorm, zolang hij maar veel te verduren kreeg zodat zijn schild het uiteindelijk begaf en Dux tevoorschijn kon komen. Nogmaals sloeg Cole zijn blik neer. Hij kon het beslist niet aan om Storm te zien zoals hij er nu bij zat. Gekweld om het verhaal van een ander terwijl hij misschien zelf ook al meer dan genoeg had meegemaakt. ‘4 jaar.’ Mompelde hij. 4 jaar van zijn leven had hij daar besteed. Zonder familie, zonder vrienden, zonder nieuws van de buitenwereld. Vier jaar in een donker hok. Hij en Dux in een piepkleine ruimte waar hij soms uit mocht om gruwelijke dingen te doen. Beschaamd staarde hij naar de tippen van zijn voeten. Zijn tenen hadden zich diep in de aarde gekliefd. Of het nu geloofd werd of niet, dit was hetgene wat hij had meegemaakt. Een mager glimlachje brak kort door op het gezicht van Cole, terwijl hij zijn blauwe ogen weer richtte op Storm. Beloftes, iets waar hij niet al te goed mee kon omspringen momenteel. Maar de manier waarop hij het zei, Cole wilde hem echt geloven. ‘Niemand zal me meer pijn doen?’ Het klonk stom maar Cole snakte naar de bevestiging daarvan.
Onderwerp: Re: Reckless & Relentless zo mei 29, 2016 8:18 pm
.Always live before you die.
Kinderen hadden altijd dat geloof dat alles goed zou komen, de oprechte drang om optimistisch te zijn. Storm had daar bewondering voor, zelf iemand als Cole wist positief te blijven in al dit. Het optimisme in de woorden van Cole was iets dat hij eigenlijk zou moeten zeggen, als oudste zijnde maar het lukte hem tegenwoordig niet meer. Hij had Nadya al tal van keren gezegd dat het in orde zou komen maar iedere keer weer leek hij ergens te liegen. En nu hoorde hij dat optimisme van Cole, een jongen die nog maar half van de wereld had gezien en nu al het leed ervan droeg. Hij wilde de woorden niet afkraken, hij wilde niet zeggen dat houden van … een werkwoord was voor de verleden tijd. Want dat was ook niet waar, hun definitie eronder was gewoon compleet anders. Ze zouden zich altijd moeten aanpassen, altijd oplettend zijn, altijd luisteren naar hun eigen lichaam en zintuigen. Hij staarde voor zich uit, de pijn in zijn blik was er, terwijl ieder woord van Cole zonk naar de bodem van zijn lichaam. Uiteindelijk forceerde hij een gemeende glimlach op zijn lippen en keek hij opzij naar Cole. ‘Als jij erin geloofd dan zal ik dat ook doen.’ Zei hij zachtjes. Ze konden beter geloven in het haast onmogelijke samen dan alleen. Voor Storm was Cole nu iemand geworden die onder zijn bescherming viel, waar hij hopelijk meer succes mee had dan hij met zichzelf had. ‘We dragen een grote last op onze schouders, ongetwijfeld zijn we niet de enigen maar,’ hij zweeg en haalde zijn schouders op. ‘Wat ons niet breekt maakt ons enkel maar sterker.’ En daar loog hij weer, al zag je het niet in zijn blik. Hij was al verschillende keren gebroken maar hij had nooit het gevoel er sterker van te worden, integendeel, dat zwarte gat om in te vallen leek altijd een beetje aantrekkelijker te worden.
De zelfzekerheid die Cole uitstraalde gaf Storm ook een beetje van die zelfzekerheid, hij keek opzij en ondanks dat de woorden die Cole sprak het allemaal weer duidelijk maakte hoe hard zijn leven was geweest, toch kon Storm de glimlach niet van zijn gezicht halen. ‘Je bent jong, je hebt het recht nog niet om op te geven.’ Knipoogde hij. Hij wist maar al te goed waar Cole het over had, dat randje … dat randje dat iedere keer een beetje verleidelijker werd. Waar hij zelf al tientallen keren had opgestaan maar slechts twee keer was over getuimeld. Het leek niet veel, maar twee keer was voor Storm voldoende. Het springen was geen probleem, het landen ook niet maar achteraf weer naar boven geraken was een stuk moeilijker. Storm had niets willen zeggen over wat er was gebeurd bij volle maan maar hij wist dat Cole dat recht had. Hij wist dat Cole ergens moest horen hoe hard het leven was voor een weerwolf. En toen hij had verteld over dat “ongeluk” zag hij ergens de angst naar boven komen. Zelf zijn hartslag ging een beetje naar omhoog, Storm fronste zijn wenkbrauwen en keek op van de hartslagmeter naar Cole bij zijn woorden. ‘Het was mijn schuld, mijn kamergenoot verzekerde me dat hij kon helpen en ik was zo dom om het te geloven. Lupos heeft het tegendeel bewezen,’ hij viel stil, de woorden leken in het bos te blijven hangen terwijl Storm terug dacht aan die nacht. De haartjes op zijn armen kwamen ervan omhoog. Cole rukte hem terug uit gedachten door de vraag. ‘Lupos.’ Hij keek opzij naar het jongetje alvorens hij verder ging. ‘Ik was nog wolf toen ze me binnen brachten in de ziekenzaal, ze hebben drie kwartier geprobeerd om zijn, mijn, hart terug aan de praat te krijgen maar het lukte niet. Na twee uur begon het vanzelf terug te kloppen, over vastberadenheid gesproken.’ Hij lachte vreugdeloos en schudde zachtjes zijn hoofd. ‘Ik had ooit al eens geprobeerd of ik kon sterven. Na twee pogingen kan ik toch wel zeggen dat ik soort van onsterfelijk ben, zolang hij tenminste wil leven.’ Het was een akelige gedachte, dat onsterfelijke, maar hij wist niet hoe hij het anders moest uitleggen. ‘Het heeft overlevingsinstinct, in zekere zin ben je altijd wel een beetje veilig zolang Dux er is, als het op dezelfde manier werkt tenminste.’ Het was een magere troost, maar het was iets. Lupos hield Storm in leven en omgekeerd, hopelijk werkte dat ook zo voor Cole en Dux.
‘Je moet er vrede mee nemen.’ Zei hij na die hele lange bijna onrustige stilte waarin het woord “moordenaar” eigenlijk het enige was waar Storm aan kon denken. Cole was zover misschien nog niet gekomen, hij had het in ieder geval nog niet gezegd, en hij hoopte … hij hoopte met hart en ziel dat het nooit zover zou komen voor Cole. ‘Als je het niet accepteert dan is het enkel moeilijker.’ Dat was de enige raad die hij kon geven. Hij was Lupos pas gaan accepteren na die volle maan, wat voelde alsof het gisteren was. Dan pas had hij ingezien dat heel zijn leven samen zou zijn met die moordenaar, met die wolf. Cole moest dat ook doen, hoe sneller hij zou aanvaarden dat Dux een deel van zijn leven was, hoe sneller hij vooruit zou kunnen gaan, hoe sneller het dragelijker zou worden.
Hij zag hoe zwaar het was voor Cole, om de dingen te beantwoorden die Storm had gevraagd. Hij probeerde dan ook niet opdringerig over te komen, hij wachtte af in alle rust en stilte. Gespte zijn hartslagmeter langzaam weer rond zijn eigen pols en keek een tijd lang naar de cijfertjes tot Cole weer begon te praten. Hij fronste zijn wenkbrauwen bedenkelijk, wat Cole hem uitlegde leek wel voor een goede horrorfilm. Hij wilde niet weten wat voor effect het op Lupos zou hebben, de wolf was altijd gewoon geweest om zijn eigen zin te doen en dan vier muren? Het zou niet goed komen, niet voor Storm en niet voor zijn omstaanders. Maar iets in die kamer had er duidelijk voor gezorgd dat Dux niet kon transformeren. ‘Misschien een andere mutant.’ Merkte Storm zachtjes op. Hij had hier geen goed antwoord voor, eerlijk, hij was verbaast dat er zoiets bestond. Tegenwoordig moest je van niets meer schrikken maar dit … nee, dit was verschrikkelijk in zijn ogen. Hij staarde bedenkelijk voor zich uit, probeerde een beetje licht op de zaak te schijnen maar het kwam er niet. Toen Cole knikte op zijn vraag trok Storm een peinzend gezicht. ‘Pijn is mijn trigger naar menselijkheid.’ Hij keek Cole aan en haalde zijn schouders op. ‘Hoe meer pijn je Lupos doet, hoe sneller hij zich zal terug trekken. Heb je niets dat je je kunt herinneren als een zwak voor Dux?’ Vroeg hij zachtjes. De dominantie van Lupos had hem het zwijgen opgelegd, maar op volle maan zou Lupos er niet zo over denken, dan zou hij Dux waarschijnlijk gewoon vermoorden. “Vier jaar.” Antwoordde Cole. Storm staarde voor zich uit, slikte de misselijkheid weg van het idee dat de jongen vier jaar lang in die kamer had gezeten. Hij wist niet hoe lang hij had zitten staren, gechoqueerd door het antwoord maar uiteindelijk kreeg hij zichzelf zover om wat veiligheid te schenken. ‘Niemand zal je opzettelijk pijn doen.’ Beloofde hij meteen. ‘Maar weet dat als Dux komt anderen zich moeten verdedigen. Net zoals ik dat net moest doen,’ wees hij naar de plek waar beide wolven hadden staan vechten. Zelf hield hij er al lang geen schrammetje meer van over. ‘Hier sluiten ze je niet op, hier doen ze je terug leven. Neem het van me aan, mijn leven is net iets beter geworden sinds ik hier ben.’ Fluisterde hij met een zwakke glimlach. Het was niet veel, maar het was iets …
Onderwerp: Re: Reckless & Relentless do jun 02, 2016 2:40 pm
What you can't see, is the soul that needs the surgery
Natuurlijk zou het in orde komen. Daar moest hij heilig in blijven geloven. Hij zou zijn ouders binnen kort weer terug zien en hopelijk was alles dan zoals vroeger. Het was misschien heel naiëf om zo te denken maar hij kon niet anders. Hij wilde niet anders denken. Want als hij daar niet in geloofde, wat had hij dan eigenlijk nog om in te geloven? Juist ja helemaal niets. Dan was het enkel hij en Dux, en dan zou die tweede de bovenhand krijgen en dat wilde hij niet. Klaar om op te geven was hij zeker nog niet, al zou dat moment ooit wel gaan aanbreken, waarschijnlijk veel sneller dan hij zelf wilde. Maar daar zou hij op dat moment zelf wel mee dealen, voor nu moest hij gewoon blijven geloven in zichzelf maar ook een beetje in Storm. Hoe absurd het ook mocht klinken, de oudere jongen was als een voorbeeld gaan dienen voor hem. Zelfs al kenden hij hem in werkelijkheid misschien een half uur of zo, dat maakte voor hem helemaal niets uit. Pas nadat hij was uitgesproken keek hij weer terug op naar Storm die er inmiddels met een zachte glimlach zat. ‘Het is geen kwestie van willen geloven, het is een kwestie van moeten voor mij.’ Sprak hij zachtjes. Cole wist niet of Storm het werkelijk meende, maar hij apprecieerde zeker en vast wel dat hij het toch gewoon zei. Bevestigend knikte hij op wat de jongen zei. Het was niets anders dan de waarheid. Klaar om zich te laten breken was hij nog niet, dus hij zou er sterk uit gaan komen. Net als Storm samen zouden ze er even sterk uit komen en een steun aan elkaar hebben. ‘Vallen is geen optie, dat zei mijn vader me altijd.’ Sprak hij op een nog zachtere toon dan eerst.
Met een kleine frons keek hij even zijdelings naar Storm. Hoezo het recht niet? Met alles wat hij had meegemaakt? Met dat hij zijn bloedeigen familie niet eens meer zou herkennen na al die jaren? Een zucht schoof over zijn lippen. Opgeven was iets geweest wat hij al had overwogen, maar elke keer was er wel iets geweest wat hem er had van weerhouden. Een kleine herinnering of een beeld van een goeie toekomst. Cole begreep wat Storm zei. Hij had gelijk, hij was nog te jong om op te geven. Wie weet werd voor hem alles wel beter? Al leek die hoop toch elke keer wat verder van hem te worden verwijderd. Dat was iets waar zijn gezelschap waarschijnlijk ook kon over meespreken. Die had waarschijnlijk nog veel meer meegemaakt dan hij zelf. Het was onbewust geweest dat hij angst had getoond toen hij was begonnen over een ongeluk. Cole wilde absoluut niet zwak of nieuwsgierig lijken. Beide waren iets negatief in zijn ogen, het eerste omdat hij zijn zwakte toonde en het tweede omdat het gewoon onbeleefd was. Zwijgzaam luisterde Cole naar de korte uitleg over het hele gebeuren. De woorden brachten niet veel goeds met zich mee, dat kon hij aflezen aan de uitdrukking van Storm en gewoon aan de sfeer die helemaal leek om te slaan. Kort legde hij zijn hand op de schouder van de jongen en zette een kleine glimlach op. ‘Jullie hebben het beide gehaald, jij en je kamergenoot. Dat is het belangrijkste.’ Prevelde hij kort. Al was dat ook maar een pure gok. Maar hij kon hier niet gewoon zitten zonder iets van reactie te geven daarop. Lupos had hem gered? Hoe was dat zelfs mogelijk? Zijn vraag werd al heel snel beantwoord. Na al het proberen met alle manieren mogelijk hadden ze hem opgegeven, en toen was Lupos uiteindelijk terug in actie geschoten? Of als hij het begreep het helingsgedoe dan toch. Wat verbaasd staarde hij naar zijn eigen handen. Cole wist dat ze konden helen, dat bewees hij hier momenteel zelf met wonden die bijna terug dicht waren gegroeid maar op zo’n manier. Het leek hem vreemd om uiteindelijk terug levend te worden. ‘Deed het pin, toen je terug tot leven kwam?’ Sprak hij kort. Ergens stond hij erop gebrand om er achter te komen. Al zorgde de volgende woorden van zijn maatje ervoor dat hij even leek stil te vallen. Geprobeerd om een einde aan je leven te maken.. Stond hem dat ook nog te wachten? Als teken dat hij het begreep knikte hij even. Dus als ze werkelijk hetzelfde waren, in zover dat kon, dan was hij dus ook onsterfelijk.
Er vrede mee nemen? Hoe was dat mogelijk als 12 jarige? Hoe kon hij vrede nemen met zo’n bestempeling? Ergens begon de kleine jongen wanhopig te worden. Aan zijn mutatie was dus niets goed verbonden als hij het zo begreep? Moedeloos wreef hij door zijn haren om uiteindelijk zijn blik weer op de andere jongen te richten. ‘Hoe?’ Mompelde hij zacht. Al wist hij bijna zeker dat hij daar heen antwoord op zou krijgen, of toch niet het antwoord dat hij wilde horen. Het accepteren dat hij in werkelijkheid een monster was had hij ergens al heel lang gedaan, maar dat hij ook nog eens zou uitgroeien tot een moordenaar. Hoe moest hij dat aanvaarden?
Cole was blij, maar triest tegelijk met het praten over deze dingen. Het feit dat hij eindelijk zijn verhaal kwijt kon aan iemand die hem misschien kon helpen maakte hem blij, het terug proberen op roepen was een ander verhaal. Zijn respect voor Storm begon te groeien. De manier hoe hij gewoon om ging met alles wat hij vertelde, de rust die de jongen uitstraalde of toch al probeerde uit te stralen zorgde bij Cole voor een innerlijke rust terwijl hij verder ging met zijn verhaal. Voor een kort moment haalde hij zijn schouders op. ‘Als er al een andere mutant was, dan bevond die zich buiten het hok waar ik in opgesloten zat.’ Cole was zich nooit gewaar geworden van een andere aanwezigheid in het hok waar hij in vast zat. Dat vertelde hem genoeg dat er ook werkelijk niemand was, al gaf hem dat nog steeds geen antwoord. Wat er dan gezegd werd wilde hij eigenlijk niet horen. Het was nuttige informatie voor Dux voor als het ooit nog eens tot een gevecht kwam. Al was het al wel een groot verschil wat er tussen de twee weerwolven zat. Dux werd getriggerd door pijn en Lupos kon je er mee laten verdwijnen. Vermoeid schudde hij zijn hoofd. ‘Ik veranderde uiteindelijk altijd terug als ik in mijn hok was, als hetgene wat ik moest doen afgelopen was. Het enige wat helpt, is wat je zo net zelf hebt gezien. De dominantie die Lupos toonde maakte Dux bang, hij erkende hem als zijn meerdere en wist dat hij niet zou kunnen winnen.’ Sprak hij op een kalme toon. Misschien was het net die dominantie, al kon dat eigenlijk ook niet want degene die hem hadden ontvoerd hadden zich vaak genoeg dominant opgesteld. Maar dat had nooit geholpen. ‘Hoe zit het eigenlijk met een roedel of iets?’ Cole had vroeger genoeg boeken gelezen om te weten dat bij wolven het roedelsysteem van toepassing was. Maar of dat bij weerwolven zo was wist hij niet. Cole’s stem was weg gestorven toen hij vertelde over de tijdsduur dat hij vast had gezeten. Ergens wilde hij de reactie van Storm daar zelfs niet op zien. Hij wist toch al ongeveer hoe die zou reageren. Toch was het niet hetgene wat hij had verwacht. Of toch niet volledig, er werd hem veiligheid geboden. Een belofte van dat niemand hem meer zou pijn doen als Dux niemand zou aanvallen. Ergens was er toch een beetje hoop terug gekeerd bij Cole met die woorden. Een hoopvolle blik schoot dan ook uiteindelijk weer naar Storm toen hij was uitgesproken. ‘Ik hoop dat ik binnenkort het zelfde mag zeggen.’
Onderwerp: Re: Reckless & Relentless do jun 02, 2016 9:26 pm
.Always live before you die.
Het was misschien een extra last voor Storm, een extra last die hij zich eigenlijk niet kon permitteren maar die hij er toch bij nam. Ze hoefden niet te weten hoe kapot hij mentaal was en de enige manier om dat schild op te houden was ervoor te zorgen dat hij zich meer druk kon maken om anderen dan om zichzelf. Dus Cole onder zijn bescherming nemen, hoezeer Devon en Nadya hier ook tegenop zouden zien, het was iets dat hij wilde. En eens Storm iets wilde dan was het moeilijk hem van idee te laten veranderen. Als hij Cole net genoeg kon helpen zodat zijn leven weer normaal werd, zodat hij alles onder controle had en terug naar huis kon … dat was wat hij wilde, aan zichzelf zou hij in dat geval niet denken. Cole was zoveel jonger, had nog zoveel meer te zien dus Storm gunde hem de vrijheid. Een vrijheid die hij niet had met Dux in de buurt, net als Storm zich nog geen enkel moment echt vrij had gevoeld sinds Lupos er was. Cole had dus voor een zekere focus gezorgd, al hadden ze net nog maar in elkaars vacht gezeten met hun tanden … hij geloofde er oprecht in dat het met Cole in orde zou komen. Over zichzelf uitte hij geen mening, Storm had de hoop al veel te vaak opgegeven om nog echt te gaan geloven in beterschap. Een kwestie van moeten … Storm keek hem kort aan, knikte langzaam, blij dat de jongen net zoveel vechtlust had als zijn weerwolf eerder had gedaan. Dat zou zijn redding zijn! Hij had nog te weinig slechte dingen gedaan om geloof te verliezen. “Vallen is geen optie, zei mijn vader altijd.” Zei Cole zachtjes. Storm glimlachte kort, gemeend. ‘Dat is iets dat mijn vader ook zou zeggen. Maar voor mij geld meer; met vallen en opstaan.’ Hij keek opzij en haalde zijn schouders op. ‘Hou die instelling Cole, het zal je leven redden.’ Hij duwde kort zijn schouder bemoedigend tegen Cole aan, blij met het vooruitzicht om zo’n levendig sterk ingestelde weerwolf naast hem te hebben.
Zijn woorden waren misschien niet wat Cole wilde horen, tuurlijk had hij het recht op te geven. Maar op die leeftijd hoorde niemand op te geven, op die leeftijd hoorde je niet zo’n dergelijke zwaar leven te hebben. Dus nee, ergens had hij niet het recht om op te geven, enkel en alleen omdat hij moest doorzetten. Storm had dat recht ook niet, en hij brak het. Hij wilde niet dat Cole ging twijfelen aan zichzelf, zeker niet met die ingesteldheid. Cole was een vechter, meer dan Storm ooit zou kunnen zijn. Misschien als hij op die leeftijd weerwolf was geworden het beter zou zijn, dragelijker, maar dat lot had hij niet. Om te vertellen wat er met hem en Devon waren gebeurd was één ding, hij liet de emoties hem niet veranderen, hij bleef in zekere zin star voor zich uit kijken terwijl hij alles zorgvuldig bij elkaar hield. Het lukte gemakkelijker en gemakkelijker naarmate hij het meer deed. Toen Cole een hand op zijn schouder legde en sprak glimlachte hij futloos. Hoe kwam het dat deze jongen al zoveel meer wist van de wereld dan een normaal kind van zijn leeftijd. ‘Inderdaad.’ Stemde Storm zachtjes in. Ze hadden het overleefd, Storm had er enkel voor gezorgd dan zijn kamergenoot bijna dood was, dat een meisje bijna stierf aan de beet, of erger, weerwolf werd … dat Nadya Clyde aan viel en hij met enorme brandwonden op de ziekenboeg lag en dat diens vriend er ook nog eens erg aan toe was. Hij zag het allemaal als zijn schuld, maar hij zei er niets van tegen Cole, hij hoefde niet te weten hoe zwaar een kettingreactie kon eindigen. Dat hij terug tot leven was gekomen zorgde voor enige verbaasdheid bij Cole, eerder had hij nog niet echt geweten dat hij kon helen en nu zei Storm dat hij misschien helemaal niet meer zou kunnen sterven. Bij de vraag keek hij een moment lang bedenkelijk voor zich uit. ‘Ik zat in het lichaam van Lupos, dus ik kan me niet herinneren hoe het voelde. Achteraf, na het moeizaam terug transformeren had ik pijn maar dat kwam grotendeels door wat er was gebeurd.’ Zijn stem stierf weg, Cole hoefde echt niet te weten wat Clyde had gedaan om hem te stoppen. ‘Ik heb een lange revalidatie gehad, het heeft even geduurd voor Lupos weer genoeg kracht had om me te helen.’ Hij keek opzij naar Cole en staarde hem eventjes in stilte aan. ‘Ze zijn sterker, ze krijgen ons er altijd door, of we dat nu willen of niet.’ Hij glimlachte zwak, niet echt blij met de eigen woorden die hij sprak.
Hij zag aan Cole zijn blik dat het woord “vrede nemen” hem net zo weinig aan stond als dat het bij Storm deed. Maar het was iets dat hij na acht maanden nu eenmaal had geleerd, het was een beetje op hem geforceerd, vrede nemen of afzien. Storm zag nog steeds iedere dag af maar na die volle maan had hij vrede genomen met Lupos, niet met zijn situatie … enkel met de wolf. Daardoor was het voor hem mogelijk geweest om Cole nu tegen te houden, het zou niet gelukt zijn als hij er geen vrede mee had genomen, als hij Lupos niet had aanvaard. Alsof Cole die gedachten las vroeg hij hoe het mogelijk zou zijn. ‘Geen idee Cole, ik heb zeven maand lang gevochten tegen dat deel van mezelf tot die ene volle maan. Ik accepteer hem maar ik nog steeds aan het vechten tegen de situatie. Maar door hem te accepteren lukt het net iets beter om op elkaar te reageren, in te spelen, anders had ik je daarnet onmogelijk kunnen tegen houden, hij zou andere dingen gedaan hebben.’ Hij keek opzij naar Cole en zuchtte, een lange dramatische zucht. ‘Maar ik kan je niet zeggen hoe, op een dag lukt het misschien. Het zal nooit geen complete vrede zijn, dat is niet voor ons weggelegd maar ik denk wel dat het beter kan gaan.’ En dat laatste was misschien ook meer een schijn dan de werkelijkheid. Was het beter nu Lupos en hij er vrede mee hadden genomen? Ja, een beetje maar het maakte de situatie nog steeds niet dragelijk.
Hij keek bedenkelijk opzij naar Cole toen hij zei dat er geen andere mutant was geweest, of tenzij buiten zijn hok. Maar hoe, hoe kon een ruimte een weerwolf in tomen? ‘Dat zou je moeten voelen, Dux zou het ruiken.’ Prevelde hij langzaam bedenkelijk, alsof hij tegen zichzelf bezig was. Hij nam de situatie grondig in zich op, in de hoop dat er iets kleins was dat kon verklaren wat er toen allemaal gebeurde, waarom Cole nooit transformeerde. Toen hij verder ging werd de frons enkel maar groter op Storm’s voorhoofd. ‘Dus ze hadden controle over je? Over Dux?’ Vroeg hij met een verbaasde blik naar de jongen. ‘Ik begrijp niet,’ hij zweeg en dacht een moment langer na. ‘Lupos kent geen gehoorzaamheid. Hij transformeert bij volle maan pas terug als de maan weer weg zakt en de zon op komt. Mijn uitbarstingen daar buiten zijn allemaal afhankelijk van hem, wil hij drie mensen aanvallen dan zal hij dat doen. Wat jij zegt is dat hij een taak moest doen en je dan kon terug transformeren, en dat ging zonder protest? Heb je ze ooit horen praten over Dux?’ Vroeg hij gefronst. Dit was goed fout, wat hadden ze met Dux allemaal gedaan? Storm had nu meer dan anders de drang om Cole en Dux veilig te houden, alleen ging dat gevoel niet tot bij Lupos, die zou Dux nooit meer kunnen verdragen dan een soort van onderdaan die niet in de weg zou lopen. Toen hij vertelde over Lupos knikte Storm langzaam en zachtjes. ‘Dus dominantie zou misschien kunnen werken,’ hij aarzelde over zijn eigen woorden, gewoonweg omdat hij er zelf geen ervaring in had. Bij de vraag over de roedel wist Storm even helemaal niet wat te zeggen. ‘Geen idee, ik heb nooit andere wolven tegen gekomen en als ik ze tegen zou gekomen zijn zou ik het me niet meer herinneren. Als iets niet in zijn weg loopt dan is er geen probleem, dus ik weet niet of een onderdanige wolf die met hem jaagt een probleem zou zijn.’ Hij zweeg en haalde kort zijn schouders op. ‘Dat is iets dat we zouden moeten uit proberen.’ En eerlijk, daar was hij niet al te happig naar. Lupos evolueerde maar hij had waarschijnlijk geen zin in experimentjes met soortgenoten. Zijn leven was daadwerkelijk een beetje beter geworden sinds hij weerwolf was en hier was aangekomen. Maar het zou nooit zo goed zijn als zijn leven daarvoor. De hoopvolle blik die Cole hem schonk maakte hem ergens verdrietig vanbinnen, net als de woorden. ‘Dat hoop ik ook.’ Glimlachte hij zwakjes, hij hoopte het met hard en ziel, de jongen moest en zou beter krijgen dan dit …
Onderwerp: Re: Reckless & Relentless do jun 09, 2016 2:02 pm
What you can't see, is the soul that needs the surgery
Dat hij deze instelling moest houden had hij zichzelf al meerdere malen op het hart gedrukt. Als hij dat ook nog ging verliezen wat soms al het geval was geweest dan zou hij nooit meer hetzelfde zijn. Dan zou hij toegeven aan Dux, toegeven aan de moordenaar die in zijn lichaam huisde en dan zou er niets meer van het dynamische kind overblijven. Dat kon hij niet laten gebeuren. Nu nog niet in ieder geval. Een glimlach sprong op zijn gezicht en voor heel even leek het alsof hij een normaal kind was dat niet al die gruwel had meegemaakt, een oprecht gelukkig kind dat hier zat met iemand die net zo goed zijn broer zou kunnen zijn. ‘We kunnen het samen wel. Hoop ik toch.’ Samen, hoe zo’n simpel woord zo goed kon klinken was hem een raadsel. Maar met Storm aan zijn zijde zou alles misschien toch nog goed komen, of hij zou er toch niet alleen voor staan. Nee, er was nu een hele nieuwe wereld open gegaan. Eentje die misschien kon terug vechten als hij eenmaal van de rails ging, al was dat momenteel nog geen optie.
Opgeven was momenteel nog uit den boze. Die ingesteldheid had hij zelf ook nog wel. Al vond hij het maar niets dat Storm het zo zei, niet dat hij de oudere jongen kon blamen. Hij stond al verder in zijn leven en had verscheidene manen meegemaakt, dan was het niet aan hem, de ukkepuk om te zeggen wat hij wel en niet kon. Nee, elk woord dat Storm al had gezegd zou hij zeker onthouden. Want hij was hierin de leerling terwijl Storm ergens toch al de stok oude professor was. Het was dan ook hartbrekend om aan te horen hoe hij vertelde over het ongeluk. Daarmee voelde Cole zich ergens een beetje gedwongen om hem op te vrolijken, het was maar niets om Storm droevig te zien, laat staan als het ging over iets wat uiteindelijk niet de schuld was van de jongen zelf maar van het wezen aan de binnenkant. Cole zijn nieuwsgierigheid was geprikkeld, maar hij vroeg niet door. Iets vertelde hem gewoon dat de rest van het verhaal nog gruwelijker zou worden en daar waren zijn oortjes nog niet aan toe. Misschien kwam het er ooit op een dag wel is uit, maar voor nu vond hij dit meer dan genoeg. Om het verhaal een beetje op de achtergrond te zetten had Storm iets gezegd over terug tot leven komen, dat leek hem uiteindelijk wel heel speciaal tho? Als ze niet konden sterven zouden ze blijven leven. Al was dat niet meteen iets positief, als dat werkelijk de waarheid was dan zou de kleine Cole zijn eigen familie misschien ooit over leven. Dat beeld kon hij gewoon niet vatten om eerlijk te zijn. ‘Ik hoop dat je niet te veel pijn hebt gehad.’ Mompelde Cole zachtjes. Nee, for real hij wilde niet dat de mensen dicht bij hem veel pijn zouden hebben dat was absoluut niet cool en het deed hem uiteindelijk ook pijn. En dat was iets wat hij moest vermijden, zowel fysieke als mentale pijn. Zolang Dux wilde leven, zou hij leven. Dat was de waarheid. Persoonlijk had hij nog niet echt een mening over of het goed was of niet. Maar als hij goed kon aflezen, dan leek Storm daar niet vrolijker door.
Vrede nemen met zoiets? Dat was iets wat hij niet kon vatten, en momenteel eigenlijk ook nog helemaal niet wilde. Natuurlijk wist hij dat er geen weg terug was, maar hij zou blijven vechten om niet nog meer bloed aan zijn handen te hebben. Er zou wel een manier zijn waarop hij kon samen leven met Dux, op een vredige manier zonder al te veel slachtoffers te maken. Dat moest gewoon. Cole was niet gemaakt om te moorden, daarvoor was Dux getraind. Met genoeg wilskracht zou hij hem uiteindelijk toch kunnen tegen houden? In stilte luisterde hij naar de andere jongen terwijl er door zijn hoofd mogelijke scenario’s vlogen waarvan hij uiteindelijk ooit eens kon winnen van Dux. Mogelijke scenario’s die met enkele woorden van Storm compleet gewist werden uit zijn hoofd. Natuurlijk begreep hij wel wat hij zei, maar het maakte hem ergens zo boos dat er geen andere mogelijkheid voor hen was. ‘Ik hoop gewoon dat het mij ooit ook lukt, ook al lijkt dat misschien op deze moment vrij onmogelijk voor me.’ Prevelde hij meer tegen zichzelf dan tegen Storm. Het zou uiteindelijk beter kunnen gaan, maar alles zou ook ineens slechter kunnen gaan en als hij dan de controle verloor dan stond hij helemaal nergens in zijn leven. Dan zou hij gevaarlijker worden dan ooit. Misschien was zijn verblijf op dit eiland dan toch niet het meest geweldige idee dat de mensen hier ooit hadden gehad? ‘Zijn er nog andere weerwolven hier? Die er wel mee hebben kunnen leven? Die zich niet constant zorgen moeten maken?’ Ergens hoopte hij op een ja, maar hij wist ook wel dat die kans kleiner zou zijn dan wat dan ook. Maar hij moest het gewoon weten. Dan kon hij met allemaal gaan praten. Al zou Storm degene zijn die hij altijd in vertrouwen zou nemen, dat zou zeker nooit iemand anders worden dat wist hij nu al.
Storm had gelijk. Dux zou het hebben moeten ruiken, maar dat was nooit het geval geweest. Al zou dat alles wel veel makkelijker maken natuurlijk, maar makkelijk was niet voor hen weg gelegd. Dat was iets waar hij al wel vrede mee had genomen, de makkelijke weg was voor hun soort afgesloten. En ze konden die afsluiting niet dwarsbomen, moesten altijd het meest moeilijke pad nemen. Cole knikte. Daarop leek het toch. Dat ze iets hadden gevonden om hem te kunnen controleren. Misschien omdat het er zo was ingeprent, omdat Dux zelf nooit vrijheid had gekend. Iets wat ook nog zou kunnen veranderen nu hij hier was. ‘Meestal duurde het een aantal uren of soms dagen voor ik terug transformeerde maar uiteindelijk deed hij het wel.’ Bedenkelijk schudde hij zijn hoofd. ‘Als ze over Dux praatte gebeurde dat in een van de ruimtes aan de andere kant van de plek waar ik zat. Ik heb nooit iets gehoord, het enige contact wat ik met ze had was toen ze me vastbonden op een ijzeren tafel om me pijn te doen. Van zodra Dux los was, waren zij uit de kamer en kon hij zijn gang gaan.’ Wat er ook met hem gedaan was, wat de plannen ook waren geweest voor Dux. Cole was bijna zeker dat het gelukt was, Dux zou alles doen wat hem was opgedragen. Al had de jongen in werkelijkheid geen idee wat hetgene was wat hij moest doen. Dominantie. Cole haalde even zijn schouders op waarna hij toch knikte. Dat was misschien wel het enige wat ooit zou werken, tenzij Dux helemaal krankzinnig werd en gewoon alles aan hem voorbij liet gaan. Toch had de dominantie van Lups ergens voor gezorgd, een opschudding in zijn binnenste wat Dux tot bedaren had gebracht. Of het bij een volle maan zou werken was nog maar de vraag. Maar blijkbaar wist Storm daar net zo weinig over als hij zelf. ‘Misschien moeten we dat inderdaad eens proberen. In een veilige ruimte of zo? Met iemand die alles in het oog houdt.’ Dat leek hem wel het veiligste eigenlijk, want anders zouden de twee weerwolven elkaar waarschijnlijk af maken en daar zat hij nog niet op te wachten. Voor even trokken zijn mondhoeken omhoog, tot een rilling onder het shirt schoot. Wat er voor zorgde dat het Cole het ineens een stuk kouder kreeg. ‘Misschien moet ik maar eens gebruik maken van mijn persoonlijke gids? Ik begin het namelijk koud te krijgen.’ Gaf hij met een kleine grimas toe. Ja ja, weerwolven hadden het altijd warm. Maar hij had amper kleren aan dus kreeg hij het koud.
Onderwerp: Re: Reckless & Relentless zo jun 12, 2016 7:21 pm
.Always live before you die.
“We kunnen het samen wel, hoop ik toch.” Storm keek opzij naar de jongen, voor het eerst voelde hij het beetje druk wegvallen, alsof dit zo’n geweldig mooi vooruitzicht was. Maar het was niet dat, wat de druk weg nam, het was het feit dat hij dit niet alleen moest doen. Nadya begreep hem, ze wist hoe het was een monster te zijn, Kat en Devon begrepen het in de mate dat ze konden. Maar Cole … hij begreep het niet, hij wist het gewoon. Hij moest nog een heel deel te weten komen maar hij kende het gevoel. Hij kende het gevoel dat leek alsof er twee personen waren in je hoofd. Storm besefte dat Lupos er was, een deel van hem was en zo wist ook Cole dat. En dat was iets wat niemand kende, waar niemand hen ook maar mee kon helpen. Alleen zij wisten het en alleen zij zouden het van elkaar begrijpen. Ze kende de pijn, ze kenden het gevoel, het leed, de hartverscheurende tweestrijd. Althans … Cole zou het leren kennen. Want hij werd niet beschermd door een kamer, hij werd niet beschermd door mensen die hem onder controle dwongen, hij had niets, hij was alleen met Dux. Dux zou het misschien eerst niet merken maar de wolf zou zich evolueren, zou merken dat hij vrijheid had en dat … zou zorgen voor meer problemen dan Cole waarschijnlijk wilde. Dus het was Storm zijn taak om dat tegen te gaan en dus was de hoop om dit samen te doen net voldoende om stand te houden.
Het had geen zin om dingen achter te houden, feiten te verzachten of wat dan ook. Dat verdiende Cole niet, dat kon hij ook niet krijgen. Hoe hard het misschien was hij moest het weten … hij moest weten waar hij stond, wat met hem kon gaan gebeuren en wat de gevolgen ervan waren. Storm had niemand echt verteld dat hij er nog steeds mentaal door was gebroken, dat hij waarschijnlijk nooit meer zijn oude zelf zou worden. Er zou altijd iets duisters op zijn schouder rusten, iets gebroken in zijn ogen schuilen. Uiteindelijk zou hij ermee leren leven, net als hij iedere maand was door gekomen maar dat maakte het niet minder dragelijk. De kettingreactie die hij had veroorzaakt had impact op de hele school, het had twee studenten, het meisje met de beet en Devon gekost nadat hij was bijgekomen. Door Nadya waren daar nog eens twee docenten bovenop gekomen, zowel Clyde als Damian hadden het ongeluk gekend er op hun manier in betrokken te zijn. Toen Cole zei dat hij hoopte dat Storm niet teveel pijn had gehad kon hij niet anders dan recht voor zich uit staren. ‘Fysiek niet nee,’ het was amper een fluistering, hij wist niet eens of Cole het zou kunnen horen. Fysiek had hij enorme pijn gehad, verlamde benen en brandwonden waren niet te ontkennen maar het kon niet op tegen de mentale pijn. En vooral, de pijn waar anderen moesten door gaan voor zijn stomme acties. Zijn blik werd donkerder naarmate de herinneringen en de pijn langzaam weer door zijn lichaam begonnen te vliegen. Hij wilde zeggen dat er altijd slachtoffers zouden zijn, of ze dat nu wilden op niet, maar hij kon het niet. Hij kreeg het maar niet over zijn lippen. Dus hij zei niets, hij haalde ieder gezicht voor zich die moeten lijden had onder zijn weerwolf … Devon … Nadya … het meisje … Clyde … Damian … Kat in zijn vorige volle maan. En dan te zwijgen over de vrienden die de last droegen maar er niets konden mee doen. Teveel, het waren er teveel en Cole werd daar één van. Hij was één van de personen die vanaf nu deel zou uitmaken van al dit, deze drama, was het niet voor Storm dan was het voor Lupos en als het niet voor Lupos was dan was het voor Dux.
Hij en Lupos hadden een zekere verstandhouding weten te ontwikkelen. Storm wist waar Lupos in staat tot was maar hij liet Lupos net los genoeg zodat de wolf kon doen waar hij goed in was. Daardoor waren zijn zintuigen nog meer aangesterkt, was een transformatie net zoveel gevaarlijker. En toch … Storm kon Lupos ergens beter tegen houden en hem meer laten gaan zonder bang te hoeven zijn over de gevolgen. Dat was de reden waarom hij Dux aan kon want Storm zou het nooit kunnen, zelf niet in het lichaam van de witte wolf. Hij was geen moordenaar, Lupos was dat. ‘Ik denk dat het ergens wel moet lukken, niets is onmogelijk,’ hij zweeg en dacht erover na alvorens hij opzij keek naar Cole. ‘het is te zien hoe lang je volhoudt. Je bent jong, je zit hier, je zit veilig, je zal het sneller onder de knie hebben. Ik? Ik heb zeven maanden in de mensenwereld gezeten, alleen, iedere dag na volle maan kon ik tellen hoeveel mensen hij had vermoord. Dat breekt je, ik mag zo sterk zijn, iedereen mag zo sterk zijn maar mentaal kan je dat niet aan.’ Negentien, hij zei het niet luidop maar dat was het aantal mensen dat gestorven was door Lupos, negentien onschuldige mensen waaronder een kind van negen. ‘We leren allebei nog, op een ander niveau, maar we leren. Misschien zullen we het van elkaar leren en misschien ook niet. Ik denk het belangrijk is om elkaar op de hoogte te houden.’ Cole zijn heus zat vast in het hoofd van Storm. Wat wilde beteken dat hij Cole nu overal zou kunnen vinden. Bij de vraag of er nog andere weerwolven waren kreeg Storms blik iets bitter en afstandelijk. ‘Ik weet van eentje, Hati.’ Hij zweeg en keek opzij naar Cole. ‘Hij is behoorlijk harteloos, het eerste wat hij probeerde toen hij me zag was Lupos uitdagen,’ zijn stem stierf weg en hij gaf Cole een veelbelovende blik. ‘Volgens mij kan hij er wel mee leven, ik probeer hem en eventuele andere te vermijden. Hati is geen goed gezelschap Cole.’ Hij keek de jongen aan. ‘Zoek hem niet op, voor je eigen bestwil.’ Meer dan die raad kon hij niet geven. Als Cole het wilde doen kon hij, Storm hield hem niet tegen, hij raadde het enkel heel sterk af. Zelf deed hij er alles aan om zover mogelijk van Hati weg te blijven, hij dacht dat hij de alpha was, de baas en dat niets hem kon raken. Storm hoopte dat volgende volle maan voor hem in de Danger Room zou zijn, desnoods moest hij Cole maar mee nemen, daar zouden ze veiliger zijn.
Uren, dagen … Cole had nooit een houvast over hoelang ze hem wolf hielden of wat ze van hem verwachtte. Het was enkel hij en Dux tegen hun wil in, tegen hun verlangens in naar wat vrijheid. Storm vond het luguber om te horen en deels was hij verbaasd dat het Cole niet gebroken had. Dat was iets wat hij waarschijnlijk te danken had aan zijn jonge leeftijd, kinderen waren taaier en meer flexibeler dan volwassenen. Dus Cole kon het langer uithouden, langer dan Storm in ieder geval zou doen. Hij kneep zijn ogen samen toen Cole vertelde hoe ze hem vastbonden aan een tafel om pijn te doen. En hij denken dat zijn weerwolvenleven al erg was. ‘Moest ik zo’n plek tegen komen dan zou ik met plezier Lupos laten voor gaan.’ Hij keek opzij naar Cole en schudde zachtjes zijn hoofd. ‘Ik weet niet hoe je het hebt gedaan, maar je deed het, je overleefde het.’ Hij gaf een kneepje in de jongen zijn schouder, omdat er niets meer was dat hij kon zeggen over dat onderwerp.
Toen ze het hadden over het uit testen van dat roedelgebeuren keek Storm twijfelend voor zich uit. Zou Jamie hem in de Danger Room durven laten op volle maan met Cole? Normaal zou hij het met iemand anders doen, iemand die hem en Lupos kon tegenhouden en tegelijk kan laten ontwikkelen. Overleggen met Devon had geen zin, die zou het afkeuren en Nadya wilde hij er niet mee lastig vallen. Dus moest hij terug naar Jamie gaan? ‘Misschien.’ Hij zweeg en keek Cole weer aan. ‘Er is een veilige plaats met begeleiding, ik weet alleen niet of het veilig genoeg is om Lupos en Dux tijdens volle maan tegenover elkaar te zetten.’ Hij glimlachte krampachtig. Hij had geen idee hoe het zou uitdraaien. Van wat hij nu wist jaagde Lupos enkel om mensen, dieren of dingen die hem in de weg kwamen negeerde hij gewoon, of viel hij aan als het teveel was. Maar was als er een andere wolf zou mee jagen? Die gedachten bleven even spoken tot Cole weer sprak. Meteen kwam er een glimlach op Storm’s lippen en keek hij opzij. ‘Misschien moet je dat maar eens doen.’ Grinnikte hij terwijl hij recht kwam. ‘Het voordeel van dat evolueren is dat je op een dag nooit meer koud zult hebben, enkel na transformaties.’ Moedigde hij de jongen aan. ‘Misschien moet je eerst maar eens naar je kamer om iets anders aan te trekken.’ Knikte hij naar de veel te grote trui en jas die Storm hem eerder had gegeven. ‘En dan zal ik je gids zijn.’ Knipoogde hij. Misschien was een iets luchtiger onderwerp wel goed voor hen beide …
Onderwerp: Re: Reckless & Relentless do jun 23, 2016 2:36 pm
What you can't see, is the soul that needs the surgery
Storm en Cole, Lupos en Dux. Samen moesten ze het zien klaar te spelen. Een idee dat hem meer en meer begon aan te staan, want zo was hij uiteindelijk toch niet helemaal alleen en dat was waar het om draaide voor hem. Hij had eindelijk weer iemand die hij in vertrouwen kon nemen en dat was het belangrijkste. Cole moest terug leren hoe het was om met andere om te gaan en dit was een perfect begin. Eentje dat bijna verpest was geweest door Dux uiteindelijk, maar alsnog er was al één iemand. Dat gaf hoop voor een mogelijke toekomst. Als hij alles tenminste overleefde wat er op zijn pad werd gesmeten. Want dat zou voor hem de ultieme beproeving gaan worden, dit alles overleven en in leven blijven. Voor meer durfde hij zelfs op dit moment niet te vragen. Een gemeende glimlach was even doorgebroken op het gezicht van de kleine jongen wanneer Storm hem had aangekeken. Het gaf hem bevestiging.
Wat de jongen tegenover hem allemaal had meegemaakt was ongetwijfeld veel meer dan Cole ooit zou weten. Of hij hetzelfde zou meemaken was nog maar de vraag, maar dat liet hij voor nu even op de achtergrond. Natuurlijk hoopte hij dat Storm niet al te veel pijn zou hebben gehad, maar ergens wist hij het antwoord op die vraag ook al. Het straalde ergens gewoon van hem af dat dit alles hem meer trof dan wat dan ook. Begrijpelijk knikte hij op de zwakke woorden die waren uitgesproken. Woorden die hij toch nog had kunnen opvangen al was dat waarschijnlijk te danken aan zijn verscherpte zintuigen. Fysiek was hij compleet in orde, mentaal was een geheel ander verhaal. Iets wat Cole volledig snapte, wat hij had meegemaakt had hem eveneens gebroken. Merendeels omdat Dux niet kon doen en laten wat hij wilde, maar de mentale pijn van het weggerukt worden bij je familie en die jaren in opsluiting te hebben doorgebracht. Dat was iets wat door woog op zijn schouders, iets waar hij misschien heel langzaam ooit zou over komen al was dat nog maar de vraag of het werkelijk ging gebeuren. Voelbaar sloeg de stemming om naarmate de stilte bleef hangen. Wat onwennig staarde Cole even naar zijn voeten, wist dat het nu maar al te link kon worden als hij iets fout zei. ‘Storm?’ Prevelde hij zachtjes. ‘Gaat het wel?’ Die woorden klonken zo kinderachtig uit de mond van de jongen maar hij kon het stilzwijgen niet langer aan.
Weer knikte Cole. Storm had een punt. Moorden had hij nog niet op zijn geweten, toch geen menselijke. Al was dat eigenlijk ook nog een groot vraagteken want het kon net zo goed zijn dat hij dat ook al had moeten doen. Er was niet veel dat hij wist dat was al wel gebleken uit heel dit gesprek. Wat hij kon opmaken uit de woorden van Storm was dat hij al wel mensen had vermoord, of beter gezegd Lupos had dat gedaan. Misschien zou dat hem bang moeten maken, zou het Dux moeten wakker schudden dat ze hier weg moesten. Maar dat gebeurde in geen geval. Storm had zijn vertrouwen gewonnen als mens, de band tussen hun weerwolven was nog steeds niet optimaal zeker niet, maar Dux tolereerde de aanwezigheid van Lupos en momenteel was dat meer als genoeg. Weeral schoten de woorden hem tekort, hoewel hij vrij zeker was dat er geen reactie nodig was op wat er hem werd vertelt. Toch niet dit. ‘We zullen elkaar wel weten te vinden als er iets gezegd moet worden.’ Glimlachte hij even kort. Ergens wilde hij nog steeds dat hij dit niet had, een gewoon leven op het strand in Australië dat was er voor hem weg gelegd. Maar dit, hij wist het nog steeds niet goed. Natuurlijk wilde hij weten of er nog andere waren, wat hij te horen kreeg zorgde ervoor dat hij nieuwsgierig werd. Al besloot hij die nieuwsgierigheid maar diep weg te stoppen. Die Hati ging hij niet opzoeken, zeker niet als hij geen problemen wilde. ‘Ik zal hem niet zoeken, dat beloof ik.’ Besloot hij instemmend te zeggen.
‘Misschien moet je dat maar niet doen. Ik wist nooit wat er gebeurde, ik kon wel pijn verwachten maar het gebeurde altijd op andere manieren.’ Klonk het wat zachter. Vuur, elektriciteit, je kon het zo gek nog niet bedenken. De handeling van Storm deed hem even heel moedig overkomen, al wist hij wel dat het niet zo was. Cole was gewoon een pop geweest, een pop die zich niet had kunnen verweren. Wie weet wat voor schade er in zijn hoofd was aangericht, wat hij zou doen als hij zijn eerste maan had.
‘Misschien niet tijdens mijn eerste volle maan. Dat is te gevaarlijk denk ik. Dan denk ik zelfs dat Lupos Dux niet kan bedwingen.’ Klonk het nadenkend uit de mond van de blonde jongen. Dat werd veel te gevaarlijk op die eerste nacht. Cole zou er zelf nog aan moeten wennen om alles goe dte doorstaan. Maar dat waren zaken waar hij zijn hoofd vannacht wel verder over zou breken, als hij terug warme kleren aan had. Niet dat hij het super koud had, maar toch. Liever het zeker voor het onzekere nemen. ‘Wel, dat vind ik een heel goed idee. En ehm ja, bedankt voor je kleren. Ik zal ze wel weer terug wassen of wat dan ook, zodat je ze tenminste proper terug hebt.’ Grijnsde hij breed. Dat zou nog eens een pretje worden, Cole die een wasmachine moest bedienen. Hopelijk werd Storm niet al te boos als er kleuren gingen mixen of zo. Met een grijnsje kwam hij overeind en besloot maar op Storm voor te laten gaan in de richting van het complex.
Storm vroeg zich af moest hij iemand hebben gehad als Cole hem nu had in zijn eerste maanden als weerwolf. Hij had zich opzettelijk van Londen los getrokken omdat hij voor niemand een gevaar wilde vormen. Maar was als er iemand kon zijn die hem de weg kon leiden, niet hem kon tonen dat het niet enkel een vloek was. Zou het dan beter met Storm zijn gegaan? Zou hij het misschien al onder controle hebben? Het waren dingen die hij zich opnieuw en opnieuw af vroeg als hij s’avonds in slaap probeerde te vallen. En soms had dat precies het goede effect, soms ging hij slapen met het idee dat het beter zou zijn. Maar dan waren er de dromen, de dromen over zijn volle manen, over een klein meisje achter een toonbank die werd vermoord, over Devon die zijn volle maan haast niet overleefd, het bloed, het verdriet en dan werd hij wakker. Midden in de nacht met een honger om te rennen … dan besefte hij dat er niet toe deed wat hij hoopte en dacht. Hoe hard zijn vechtlust ook was, die van Lupos was sterker. Dus hij had kracht en macht opgegeven en probeerde het op de slimme manier te doen, alleen ging dat een stuk trager dan hij zou willen.
Hoe verder hij in gedachten weg zonk, hoe passiever hij werd, hij troebeler de omgeving, hoe meer macht Lupos probeerde te krijgen. Het waren vaak de herinneringen die de weerwolf terug tot leven bracht of net het tegenovergestelde deden. Soms leek het een film die achter zijn oogleden afspeelde en hij probeerde tegen de houden. Zijn hartslag ging een beetje omhoog, hij voelde hoe Lupos langs zijn bewustzijn streek en het was Cole die hem uit zijn gedachten trok. Die Lupos net weer naar beneden drukte door Storm wakker te schudden. “Gaat het wel?” Vroeg hij stil. Storm keek hem kort aan en knikte langzaam om daarna zachtjes zijn hoofd te schudden. ‘Het is ingewikkeld, alles is ingewikkeld.’ Hij zuchtte dramatisch en herpakte zichzelf op zijn eerdere houding. Hij wilde niet dat dit Cole zijn enige herinnering zou zijn aan Storm, depressieve woorden en gedachten … want eerlijk, meer dan dat hadden ze nog niet echt gedaan. Hij wilde dat Cole ook zag wat de goede dingen waren, hij wilde dat Cole ook nog zag dat er geluk was. Maar het was zo moeilijk, het was zo moeilijk om eerlijk te zijn tegen degene die waarschijnlijk op een bepaald punt hetzelfde lot zou onder gaan. Anderzijds had Cole wat Storm nooit had, hij had een school die zou helpen, hij had een vriend die hem zou helpen want dat was wat Storm zou doen. ‘Sorry, ik raak soms verdwaald in mijn eigen gedachten.’ Hij glimlachte onschuldig en gaf Cole een klopje op zijn schouderblad. ‘Het komt wel goed, let niet op mij. Jouw voordeel is dit,’ wees hij in het rond. Nee, Cole zou nooit geen doden maken hier, hij zou zich er nooit schuldig om moeten voelen.
Hij moest zachtjes glimlachen toen Cole zei dat ze het wel van elkaar zouden horen als er iets te zeggen zou zijn. ‘Ja, misschien wel.’ Knikte hij instemmend. Storm zou het niet bij deze ontmoeting houden, hij zou vaker Cole opzoeken dan hij waarschijnlijk zelf zou beseffen. Het zou iets automatisch worden, net zo automatisch als Nadya vinden met zijn zintuigen. Dus ja, buiten komen zou ook onrechtstreeks op zoek gaan zijn naar Cole. Ze hadden nog wat tijd tegen de volgende volle maan maar Storm moest iets vinden voor Cole en Dux. Misschien was opsluiting de beste oplossing, hij wist het niet. Hij wist wel dat hij nog lang niet alles kende van Dux … hij kende nog niet eens alles Lupos. ‘We zijn wolven, we vinden elkaar altijd wel.’ Knipoogde hij. Ze hoefden niet eens te zoeken, gewoon vertrouwen op de zintuigen was soms voldoende. Het zou wel in orde komen, dat herhaalde hij zichzelf opnieuw en opnieuw.
Cole raadde hem aan om dat maar beter niet te doen en Storm knikte geruststellend. Het laatste wat hij zou doen is wraakacties gaan uitvoeren. Hij was al niet op zoek naar actie en dat zou hij zeker nog eventjes links laten liggen. Maar het was bij wijze van spreken, hij wilde tonen aan Cole dat hij er zou zijn, al moest hij wraak uit voeren. Alleen al het idee oog in oog te staan met de mensen die dit Cole hadden aangedaan deden hem huiveren. En wat als ze hem gevangen namen? Wat als ze hem pijn zouden doen in de veronderstelling dat Lupos tevoorschijn zou komen? Het werkte niet zo voor hem, het werkte niet als bij Cole. Maar de gedachten, hij slikte ze weg, probeerde er niet meer aan te denken want ze waren angstaanjagend. Toen Cole verder ging over zijn eerste volle maan en Dux knikte Storm zachtjes. ‘Tijdens volle maan kan ik niets voor je doen, Lupos ook niet. Hij zou je niet tegen houden, hij zou gewoon niet willen dat je voor zijn poten loopt.’ Haalde hij zachtjes de schouders op. Dus nee, Dux zou kunnen gaan en staan waar hij wilde, Lupos zou hem hoogstwaarschijnlijk niets doen. De sfeer werd gelijk een stuk ontspannener toen ze er beide aan dachten om terug te gaan. Storm stond op en Cole deed dat niet veel later ook. Bij de woorden schudde Storm lachend zijn hoofd. ‘Maakt niet uit wanneer ik ze terug krijg.’ Wuifde hij het weg. Nadya en Kat hadden ook nog wel ergens kleren van hem liggen dus een trui meer of minder zou hij niet missen. Hij kende het bos al zo goed dat voor hem een fluitje van de cent is om er zijn weg uit te vinden. ‘Ik kijk of ik iets kan vinden voor volgende volle maan, voor jou om veilig te zijn.’ Hij keek opzij naar Cole en dan richting het schoolgebouw. ‘En als je me ooit nodig hebt, je kan me vinden, aarzel niet om me te vinden. Je hoeft dit niet alleen te doen Cole, ik laat het niet toe.’ Hij keek opzij naar de jongen en glimlachte bemoedigend. Hij wreef zijn hand kort door Cole zijn haar en knikte richting de schoolgebouwen. ‘Schiet je nu maar snel in je eigen kleren.’ Knipoogde hij. Devon zou zich ook wel vragen stellen als hij straks zijn kamer zou binnen komen met wat minder kleren aan en de geur van wolf rondom hem. Maar het was het waard …