Hij hief een wenkbrauw op toen hij even rondkeek. De blonde jongen zuchtte even, een duidelijk gesnuif achter het zuchten weerklonk uit zijn mond. Als een stil antwoord op zijn eigen gepuf. Hij vond het vreselijk. Dit alles. Van het begin tot het einde. Melvin voelde zich als een gevangene hier, een opgesloten iets. Hij vond het maar niks. De jonge kerel had altijd al gevonden dat hij vrij moest zijn. Toen hij die wend dan ook eindelijk had gekregen, waren er twee gekken op hem afgekomen en hadden ze hem met bruut geweld naar hier gesleurd. Hij had te horen gekregen dat dit een school was voor die zogenoemde 'mutanten'. Hij wist heel goed wat ze waren en wie de grote celebs waren van hun domein. Maar voor Mel speelde het allemaal geen rol als het aankwam op populariteit. Zijn expressie sprak wat zijn gedachten in stilte aan het vloeken was; hij haatte dit. Waarom hij hier was was voor hem een vraag, opdat hij zelf geen besef had van zijn eigen mutatie. Ze hadden hem dingen wijs gemaakt, dat hij zogezegd wel een mutant was en nog geen zo'n kleintje ook. Dat laatste was er al lachend en met enige spot uitgekomen. Hij had ze willen slaan, een gevecht man op man, zonder dat ze hun lafaardkrachten gebruikten. Maar zelfs als hij dat opbracht zeiden ze dat hij ook lafaard was voor het constante gebruik van zijn mutatie. Zo was de reis verlopen. Al bekvechtend en een bloedneus af en toe. Ze hadden gewoon hem vastgebonden opdat hij anders alles kapot zou maken. Het enigste wat hij dan ook nog maar kon doen was stampen, bijten en kopstoten geven. Het laatste was de optie geweest die hem het beste leek, opdat hij er zo onderuit kon gehaald worden bij het schoppen. Natuurlijk had dat hem wat bloedneuzen bezorgd, erger nog, gewone blauwe plekken of enige bulten waren ook wel te vinden op zijn gezicht. Gelukkig waren al die dingen sinds zijn aankomst hier als sneeuw voor de zon verdwenen.
Als er een moment was in zijn leven waar Mel een sigaret nodig had, dan was het wel nu. Hij rookte, ja, dat deed hij al een tijdje. Hij leefde op constante stress en dreiging en ookal leek het niet alsof hij een stresskip was, was hij het wel in deze situatie. Het maakte hem gek, al deze personen die zo raar waren samen te zien. Hij wilde dan ook geen contact of wat dan ook. Hij zou wel wat herrie schoppen, aandacht naar zich trekken en zoals elke deftige school zou hij vast een schorsing krijgen. Zonder ouders die er wat om konden geven en een zeker erfenis op zijn naam had hij wel een leven buiten dit eiland. Eentje die hij met gemak kon opeisen. Het enigste probleem was dat ze zogezegd hadden beweerd dat hij de moordenaar was. Met andere woorden, als het op de politie aankwam vloog hij gegarandeerd de bak in. Toch? Geen idee hoe het werkte maar hij zou het er niet op riskeren. Niet nu hij zo mooi op de achtergrond had geleefd. Tot zij kwamen natuurlijk. Hij gromde even zachtjes en wilde naar zijn pak sigaretten grijpen... Om een seconde later te beseffen dat hij sinds een klein uurtje zijn laatste had opgerookt. Hij weigerde dan ook de school verder te verkennen, want god wist wat voor geheimen er lagen. Misschien vond hij wel iets waar hij zichzelf wat kon opluchten. Dingen zoals... i don't know... Stuff waarschijnlijk. Wat moest hij zich voorstellen aan de school? Hij dacht aan een grote freak show natuurlijk. Hij vond het maar niks, echt niet. Daarom sloeg hij zijn ogen gefrustreerd af naar de grond terwijl hij even kalm verder wandelde. Een expressie van woede en frustratie was te lezen op zijn gezicht. Maar ergens leek zijn manier van doen nog genoeg kalmte te hebben om een normaal gesprek te starten. Dat was natuurlijk met de juiste persoon.