Onderwerp: Re: Closed - Who is in control? za nov 12, 2016 10:27 am
.Lupos.
I will find you, I will kill you.
Zijn nagels lieten amper afdrukken achter in het gras, zijn lichaam was zo licht en mager dat er van zijn aanwezigheid misschien niets zou te merken zijn. Lupos kon zo snel weer verdwijnen als hij was gekomen zonder een spoor na te laten van zijn aanwezigheid. In het donker was hij ook slechts maar een schaduw, iets dat snel heen en weer bewoog, iets dat leek op een zwarte wolk vol ongeduldig. Het enige wat oplichtte onder zijn maan waren die bloedrode ogen van hem en ze straalden net zoveel lust en dominantie uit als zijn hele lichaamsbouw je vertelde. Het monster … daar kon je niet naast kijken, hij was groot, opvallend maar net als Lupos een wezen van de nacht. Dus Lupos zijn nachtzicht, zijn visie om geruisloos door het donker te bewegen kon hij hierbij niet in zijn voordeel gebruiken. Net als ieder ander wezen die kon hij waarschijnlijk ook gemakkelijk in het donker zien als Lupos zelf. Aangezien beide van hen amper geluid maakten zou het ook niet hoorbaar zijn voor de omgeving, vanaf de kanten van het veld zag je misschien enkel een vage schim en die gele en rode ogen die zo gefixeerd waren op elkaar. Een goed idee om te komen kijken? Nee, Lupos kon net zo snel zijn dominantie laten varen voor dat jachtinstinct. En eens dat gebeurde kon dat monster doen was hij wilde, het zou Lupos helemaal niets kunnen schelen want dan was hij uit op bloed en bloed was nog steeds zijn meest favoriete geur, verlangen.
Toen zijn tanden in het vlees zonken van diens schouder voelde hij niet dat diepe verlangen zoals bij een normale jacht, op mensen. Er was niets hieraan wat hem aanspoorde om meer dood te veroorzaken, er was niets hieraan dat zijn visie van dominantie veranderde. De smaak was al even afschuwelijk als de geur maar het was niets iets waar Lupos voor terug deinsde. Hij gaf niet om geuren, smaken, wonden of bloed, hij gaf enkel om zijn eigen instelling en dat was bewijzen dat hij daadwerkelijk de dominantste was op deze school. Zijn gastheer was dan misschien wel populair op zijn manier, hij zou lang nooit zo dominant worden als Lupos zich nu bewees. Misschien dat ze op dat vlak elkaar dan weer goed aanvulden, hij en zijn gastheer.
Pijn veroorzaakte de aanraking niet, evenals er geen reactie kwam bij het beest toen hij zijn nagels en tanden in de vacht, het vel zette. Lupos had ook niets anders verwacht, op een zeker niveau leken ze goed op elkaar. Hij was gedreven, het monster ook. Ze wilden beide bewijzen wat ze waard waren en pijn deed hun daarbij duidelijk niets. In alle tijd dat hij op de schouder zat vastgepind was zijn huid gaan veranderen, zijn zwarte vacht kreeg van die vlezige sterk geurende plekken, zijn zwarte haren schroeiden weg door het contact en Lupos kon de wind over zijn kaal wordende huid voelen glijden. Toen het monster naar zijn verste poot greep en die naar voor trok maakten zijn klauwen een spoor in de huid, hij gaf mee maar niet zonder schade. Hij schudde zijn kop terwijl zijn tanden een weg zochten naar dat sleutelbeen. Zijn onderkaak werd vast gegrepen en naar beneden getrokken. Alle kracht die het monster erop zette om het naar beneden te trekken gebruikte Lupos om het op zijn plaats te houden. Doordat zijn ene achterpoot nu geen houvast meer al moest hij ook kracht verdelen om op het lichaam te blijven hangen. Wat het moeilijker maakte voor hem om die onderkaak vast te houden in het vlees. Er kraakte iets in zijn onderkaak toen het monster meer grip kreeg en het verder naar beneden trok. Lupos trok zijn tanden los, zijn onderkaak bungelde wat naar beneden door de breuk. Hij kon niet van het monster afspringen want die had nog steeds diens achterpoot vast. Lupos haalde uit met zijn voorpoot recht naar de lelijke kop van dat beest. Ogen uit krabben, wonden achter laten, het waren niet zijn standaard methodes maar dit was ook niet zijn standaard jacht. Hier ging het niet zo zeer om de dood, meer om het gelijk, wie was de beste? In alle tijd die hij kon steken in andere dingen zorgde ervoor dat zijn onderkaak kon helen. Wat niet meteen zo snel verliep als volle maan vanwege de mindere kracht. Zou hij zijn gastheer tonen wat hier was gebeurd? Hij mocht dan misschien wel het monster aanpakken, misschien kon hij zijn gastheer net genoeg opwinden met de gruwelijke beelden van dit gevecht zodat die het kleinzerige jongetje kon aanpakken achteraf. Er was wel één ding duidelijk, als hij dit niet kon winnen dan zou hij zijn gastheer net genoeg op stoken zodat het jongetje achter dit monster zou wensen dat hij nooit geboren was geweest …
Onderwerp: Re: Closed - Who is in control? zo nov 13, 2016 3:45 pm
YOU W†LL BE SCARED
BUT YOU WON'T KNOW WHY…
Natuurlijk werd er op dat moment zelf niet nagedacht over hoe het allemaal ging eindigen. Niet hun gevecht, maar meer de gevolgen van het gevecht. Het waren zorgen voor later waar niemand zich druk om maakte. Voor Dalton kon het heel nadelig uitlopen. Wat voor hem de gevolgen gingen zijn waren onbekend. De laatste keer dat iemand door hem was gestorven, het kleine meisje, haar familie had er niets tegen kunnen doen. Dalton was weggevlucht naar Genosha in de hoop dat zoiets niet nog eens zou gebeuren, maar hij had zich laten meeslepen. Hetzelfde kon weer gaan gebeuren als toen, enkel omdat hij het leuk vond. Anubis was geen monster dat vocht of doden omdat zijn instinct het hem vertelde. Het was meer omdat hij het wilde, hij zou doden omdat hij het leuk vond en dat was de enige reden. Op dat moment Was het omdat het leuk was, maar ook zodat hij zich kon laten gelden. Zo kon Anubis meteen laten zien wat zijn plaats was op het eiland en daar draaide het allemaal om.
Beide partijen waren wel tegen elkaar opgewassen. Ze waren allebei heel sterk en lieten zich niet zomaar doen. Hun pijngrens lag hoog, wat nog wel nadelig kon zijn. Bij Anubis was het zo, dat hij iets sneller genas, maar het was niet aan extreme snelheid. Het was niet zo dat hij zijn poot zou breken en dat hij er na enkele minuten weer vanaf was. Dat was pas in zijn voordeel kunnen spelen, maar jammer genoeg was dat niet zo. Hoe het bij de wolf zat wist hij niet, maar Anubis had het gevoel dat hij daar snel genoeg achter ging komen. Bloed ging verspild worden die avond en littekens zouden achtergelaten worden.
Wanneer dat hij de poot van de wolf had vastgegrepen en naar voor trok, liet het scharen achter over zijn buik, maar hij had de poot en daarmee kon hij de andere mee blokkeren. Geen lastige klauwen meer die zijn buik probeerden open te krijgen. Enkel nog de tanden die in zijn schouder staken, maar ook daar wist hij iets op. Hij had de onderkaak vast gegrepen en zetten er een hoop kracht op. De spieren in zijn bovenarm waren duidelijk opgespannen en trokken verder naar zijn poot. Door de onderkaak naar beneden te trekken, werden de tanden voor even harder in zijn schouder geplaatst, maar uiteindelijk moest de wolf lossen. Hij had geen keus niet meer. Anubis liet de gebroken onderkaak los. Het had geen zin om het langer beet te houden, want hij had de tanden los gekregen uit zijn schouder, maar de poot liet hij niet los. Nog niet in elk geval. De gele ogen van Anubis richten zich gelijk op de onderkaak en samen met de vreselijke huid dat het beest nog had, zag het er niet uit. Met zijn vrije poot greep hij nu wel naar de wolf en hij hoopte toch iets vast te grijpen. De nagels van één van de voorpoten kwam tegen zijn kop terecht. Een deel van de nagels gleed over zijn snuit, wat een schril geluid achterliet, maar andere nagels lieten enkele sneeën achter over zijn kaak. De wolf zag er niet meer uit door het effect dat Anubis op hem had, maar dat deed hem niets en het leek de wolf ook niets te doen. Hoe lang zou dat nog duren...Het monster besloot te bijten naar de schouder van het scharminkel of zijn keel, dat zou nog beter zijn, maar hij wilde gewoon vlees in zijn bek krijgen. Het bloed proeven dat op zijn tong terecht kwam en zijn smaakpapillen in werking zetten. Hij was zo benieuwd naar het effect dat er een hongerige blik in zijn gele ogen stond. De spanning gierde door zijn lichaam en dat alleen al maakten het fantastisch.
Onderwerp: Re: Closed - Who is in control? wo nov 16, 2016 10:29 am
.Lupos.
I will find you, I will kill you.
Snelheid, kracht, lenigheid, doorzettingsvermogen, drijfkracht, het waren vijf eigenschappen die de ene misschien meer had dan de ander. Maar op het einde van de rit zou de ene net iets meer hebben dan de ander. Zou Lupos zijn snelheid misschien net dat beetje meer in zijn voordeel werken waardoor hij die dominantie kon winnen. Of misschien zou het monster zijn kracht het uiteindelijk winnen. Beide hadden ze twee van die vijf dingen gemeen, zonder twijfelen, hun drijfkracht en doorzettingsvermogen stond op precies hetzelfde niveau. Lupos dacht er niet bij na op het moment, bij hem ging het enkel maar om schade aanrichten, kracht te winnen en macht te krijgen. Al zijn volle manen, al zijn momenten hiervoor waren misschien ervaring maar het was de eerste keer dat hij tegen een dergelijke monster op botste. De beer was zoveel groter geweest, stond ook op twee poten en die had hij overwonnen dus waarom zou hij dit dan niet kunnen. Waarom zou hij zijn jachtinstinct toch niet laten voor gaan. En dan zou hij niet vechten voor dominantie maar gewoon voor de dood. Er was maar plaats voor één leider op dit eiland, al wie hem uitdaagde betwiste zijn kracht. Op een bepaald moment zou hij het beu worden, zou hij willen doden meer dan dat hij wilde vechten. Het was gewoon … hem kwaad maken? Een emoties die hij wel had weten te ontwikkelen door zijn tijd hier op het eiland. En kwade wolven aarden niet zo goed met anderen.
Zijn onderkaak kraakte, de pijn die dat teweeg bracht duwde zich een weg door zijn lichaam maar zette hem niet aan tot terug deinzen, daarvoor zou hij beter moeten doen. Maar hij moest wel eventjes tijd rekken want hij kon zijn tanden niet gebruiken. Hij was dus genoodzaakt zijn tanden terug te trekken waardoor zijn onderkaak naar beneden ging terwijl het helingsproces al van start ging. Zijn twee achterpoten waren ook uit functie, de ene had het monster nog steeds vast, belemmerde zijn andere poot voor houvast waardoor hij enkel nog met zijn voorpoten aan het monster hing.
Het was als kleine blokjes die terug op elkaar werden geplaats, hij voelde hoe zijn kaak langzaam maar zeker terug wat houvast begon te krijgen op het weefsel. Als een klein spinnetjes die snel alles weer aan elkaar lijmde wat het monster had gebroken. Het duurde al bij al een minuut alvorens zijn onderkaak weer vast stond en zijn tanden weer hun werk konden doen. Hij haalde zijn klauwen uit naar het hoofd, vond wat grip, trok een spoor van klauwen over de al lelijke kop van het wezen. Gele ogen zo vastberaden waarin zijn rood agressieve ogen leken te weerspiegelen. Het geluid dat zijn gebaar mee nam vulde hem met iets van genoegen. Hij ontblootte zijn tanden, klaar om naar diens keel te happen, om zijn luchtweg dicht te snoeren, het leven eruit te trekken. Maar het monster was hem net voor, beet naar zijn schouder, pinde tanden erin vast en het vulde Lupos met pijn. Het was een vreemde soort pijn, pijn die niet enkel lichamelijk schade deed, het voelde alsof zijn geest werd geprikkeld, het sporen achter liet. Bijna zou hij geneigd zijn om zijn gastheer de pijn te laten dragen. Een schelle luide jank verliet zijn keel toen hij de pijn van de tanden voelde sidderen door zijn hele lichaam. Hij haalde uit, genoeg om los te komen en viel van zijn schouder naar de grond. Hij rook het bloed dat uit zijn schouder over zijn schrale zwarte vacht droop. Hij grabbelde recht, sprong op drie poten een tweetal meter van het monster vandaan. En daar bleef hij staan, die rode ogen vol haat op het monster gericht terwijl zijn poot zachtjes tintelend begon te herstellen. Er veranderde iets in zijn blik, de zelfzekerheid maakte plaats voor haat, roekeloosheid en zijn dominantie verdween onder dat jachtinstinct van hem. Zijn volgende aanval zou om te doden zijn …
Onderwerp: Re: Closed - Who is in control? wo nov 16, 2016 12:18 pm
YOU W†LL BE SCARED
BUT YOU WON'T KNOW WHY…
De duisternis die hij zelf veroorzaakte voedde Anubis met kracht en verlangen. Het verlangen om de zielige pup te laten zien waar hij thuis hoorden. Achteraf zou hij hem niet meer durven aanvallen, dat was wat hij wilde bereiken. De wolf moest schrik van hem krijgen, onderdanig doen tegenover hem, maar dat gebeurde nog niet. Anubis was niet zomaar iemand hij wilde ook wat respect krijgen van andere mensen. Of eigenlijk niet bepaald van mensen. Maar andere grotere wezens. Andere gevaarlijke wezens die moesten naar hem opkijken. Een mens zou je veel te makkelijk kunnen imponeren, maar iets dat even sterk als hem was zou veel moeilijker zijn. De wolf bijvoorbeeld.
De bek van de wolf had hij gebroken. Het leek jammer genoeg snel te genezen, maar anders had de wolf echt pech gehad. Wat zou hij doen zonder zijn tanden? Hij kon natuurlijk zijn klauwen gebruiken, maar er was maar zoveel schade dat die konden aanrichten. Het zou nooit hetzelfde effect hebben als een stel tanden, maar als je onderkaak wat zielig aan je schedel hing te bengelen, had je er weinig aan. Maar Anubis vond het zeker leuk om te zien en hij wilde absoluut zien hoe de wolf ging reageren op meer pijn. Pijn. Het leek de wolf helemaal niets te doen. Net zoals hijzelf had hij nog geen enkele pijnkreet gehoord. Ook al was zijn onderkaak net gebroken geweest. Het moest toch pijn doen? Maar iedere wonden toegebracht op Anubis hoorde ook pijn te doen, maar dat was ook niet te merken aan hem.
Anubis zijn beet deed wonderen, al ging niet iedereen daarmee akkoord gaan. Zijn plan was gelukt, precies zoals hij gehoopt had. Voor het eerst hoorde hij de wolf kort janken van de onbekende pijn die dat hij voelde. Het moest ook gewoon verschrikkelijk zijn, al kon Anubis daar niet over meespreken. Zelf had hij de pijn nog nooit mogen ervaren en dat wilde hij ook absoluut niet. De wolf wist dan ook los te komen uit de greep waarmee Anubis hem vast had en het monster kon enkel tevreden toekijken. Enkele keren had de wolf hem daarvoor nog weten toe te takelen, waardoor er nog meer klauw sporen achterbleven op zijn lichaam. Iedere snee was diep, de één al wat erger als de anderen, maar als normaal mens had hij op de grond gelegen. Dan had hij de pijn niet kunnen doorstaan. En toen stond de wolf maar daar. Nadat hij zich even had teruggetrokken bleef hij staan waar hij stond en keek Anubis enkel aan met die rode ogen van hem. Het drong niet tot hem door dat de blik in de ogen van het beest was veranderd. Dat was nu ook iets waar hij niet naar keek. In plaats daarvan bleef hij ook hij staan en keek naar de anderen. Bloed sijpelde uit zijn wonde en vielen neer op de grond. De klauwen van zijn achterpoten drukte hij wat in de grond en hij zakte wat door zijn benen. Eén voorpoot plaatste hij op de grond en dan schoot hij vooruit. Voor die keer zetten hij de aanval in en hij liep op vier poten op de wolf af. Een meter ervoor zetten hij zich weer af met de bedoeling om op de wolf zijn rug te geraken, met zijn kop naar de flanken. Anubis had zeker nog wat in petto en één bijtwonde en wat scharen gingen hem niet tegenhouden. Niet op dat moment althans. Zijn voorpoten had hij ook naar voor uitgestoken, met de bedoeling zijn lange vingers rond een lichaamsdeel van de wolf te binden om hem zo met meer grip beet te kunnen nemen.
Onderwerp: Re: Closed - Who is in control? zo nov 20, 2016 11:46 am
.Lupos.
I will find you, I will kill you.
Actie vroeg voor reactie, zo ging het in Lupos zijn hoofd en zo zou het altijd blijven. Aanvallen, jagen tot er niets meer was om aan te vallen of te jagen. Zijn impulsieve aard werd daarbij als grote drijfveer, maar zo weinig voelen, zo weinig om iets geven werkte ook in zijn nadeel. Lupos stond niet stil bij de consequenties, hij was al lang vergeten waarom hij controle had gekregen en wat vooraf was gegaan aan dit gevecht. Het was alsof hij oogkleppen droeg, waardoor hij enkel zicht had op dat monster. Alsof zijn geest, zijn neus, zijn ogen, zijn oren alleen maar gericht waren op dat monster. Dat was dat dierlijke instinct dat hem dreef, het instinct om te doden. Elke stap die hij nam, iedere actie die hij uit voerde was enkel maar voor dat ene doel, hij wilde domineren maar meer dan anders wilde hij hem nu doden en daar had hij geen hersenen voor nodig, daar had hij enkel maar die kracht voor nodig, die tanden, die klauwen, die agressie in zijn ogen.
Hij had al veel pijn gekend, pijn als deze ging door merg en been. De tanden van het monster viseerden niet enkel zijn schouder, het leek alsof het door heel zijn lichaam kroop, hem vulde met die onuitstaanbare drang om zich los te trekken en weg te rennen van de pijn. Dat was ook wat Lupos instinctief deed, zich losmaken en de pijn in een korte scherpe jank naar buiten sturen. En zelf toen hij zich los kreeg, zelf toen hij op de grond viel voelde hij de pijn nog nazinderen. Als duizend kleine naaldjes die zijn schouder tatoeëerden. Zijn bloed ging gemengd onder de scherpe rottende geur die van het monster afkomstig was. De verdorde grond onder zijn poten, het duister, de huid die langzaam maar zeker weer terug kwam op zijn lichaam, het waren beelden voor in een zware griezelfilm.
Zijn kaak mocht dan misschien weer genezen zijn, nu hief hij zijn poot van de grond. Hij bleef onbeweeglijk staan. Zijn flanken bewogen niet, zijn haren stonden stuug overeind en zijn rode ogen stonden op het monster gericht. Geen ademhaling, geen geluid. Het enige wat bewoog was die poot, hij hief hem hoog van de grond maar iedere seconde die passeerde heelden het weefsel waar het bloed uit druppelde en zorgde ervoor dat zijn poot weer functioneel werd. Op drie poten zou hij zichzelf kunnen verdedigen, beter dat dan een paar tanden die niet zouden kunnen werken. Uiteindelijk kwamen de klauwen, de tenen, de poot weer op de grond en voelde hij enkel nog het zachte protest van zijn schouder. Haar hij bewoog niet, alsof zijn lichaam al de kracht in het lichaam bundelde om te gaan gebruiken tegen het monster. Het monster kwam op vier poten, waardoor hij niet meer in de hoogte de grootste was. Hij was alsnog groter, breder dan de magere vorm van Lupos, maar hij stond nu lager bij de grond, als een dier, als hem. Het duurde amper enkele seconden voor dat beest in beweging kwam, voor het vooruit stormde. Lupos zou iets van een ziekelijke glimlach tonen moest hij het kunnen maar net als eerder bleef hij onbeweeglijk. Keek hij toe naar de meters waarmee het monster op hem in liep. En het leek zo traag te gaan, hoe het monster naar boven sprong, zijn armen strekte om zo Lupos in zijn geheel te kunnen vast grijpen. De tanden zouden in zijn flanken komen, de klauwen zouden heel zijn lichaam kunnen vast pinnen tegen de grond en dan zou hij geen kant meer op kunnen. Lupos handelde altijd op het laatste moment, hij draaide zichzelf een kwart waardoor het monster niet zijn flanken zou kunnen krijgen. Maar hij mocht wel Lupos zijn voorhand hebben. Hij zette zijn voorpoten schrap voor de impact, een impact waarbij het monster hem half te pakken kreeg maar hij meer dan anders meer toegang had tot die keel. En Lupos deed, meedogenloos snel grepen zijn tanden naar de huid, naar de keel. Ondanks wat het monster met twee vrije armen en een heel lichaam kon doen met Lupos, hij had beet, hij had zijn tanden gezet in het meest geliefde deel van ieder slachtoffer, en lossen zou hij niet doen …
Onderwerp: Re: Closed - Who is in control? zo nov 20, 2016 12:24 pm
YOU W†LL BE SCARED
BUT YOU WON'T KNOW WHY…
Bloed druipte uit de wonden van het monster terwijl hij in volledige stilte keek naar de wolf iets verder. Zijn poot was voor even onbruikbaar, maar het ging vast weer helen. Net zoals de kaak. Die was ook op een magische wijze genezen en hij kon niet vatten hoe dat het kon. Bij Anubis zelf veranderde er niks aan de wonden. Ze bleven waar ze waren en helen zat er nog niet gelijk in. Hij kon alleen maar de pijn negeren die hij voelde en dat ging hem beter af dan hij dacht. Zolang er geen enkel letsel was dat hem echt tegenhield, een breuk bijvoorbeeld, zou hij de pijn kunnen negeren. Toch in elk geval voor een hele lange periode. Dat zorgde voor een gevecht waarbij één echt hulpeloos moest neervallen, zonder dat het nog wat kon doen. Beide waren aan elkaar gewaagd en wat pijn ging ze niet tegenhouden.
Tanden door boorden het vel ter hoogte van zijn keel. Als een klem die niet meer los zou laten totdat Anubis door op de grond neer zou vallen. Dood. Hij kon niet dood. Hij was de dood. Hij bracht dood bij een ander maar niet bij zichzelf. Heel zijn voorkomen, alles aan hem schreeuwde de dood uit en het was angstaanjagend om te zien als normaal mens. Alsof een nieuwe soort kracht zich een weg begon te zoeken door de aders van het monster, kreeg hij meer energie. Meer adrenaline gierde door zijn lichaam en zijn gele ogen stonden groter, feller. Als een zaklamp die de duisternis zou gaan verlichte en daarvoor diende ze. Anubis zijn ogen paste zich enkel aan, aan de omgeving en die werd alsmaar donkerder. Een duisternis die zo dik zou worden dat je helemaal niets zag. Je zou helemaal alleen zijn in een zwarte holte waar je niet uit kon komen. Enkel was het niet alleen je zicht dat het zou afnemen. Maar de duisternis kwam langzaam op. Anubis wilde niet dat het te snel ging gaan. Van elk moment wilde hij genieten, zelfs wanneer zijn keel verder werd afgesloten en licht moeizamer naar zijn longen kon gaan. Maar dat spelletje kon hij ook spelen. Niet met tanden, maar met klauwen. Eén voorpoot die greep naar de keel van wolf, om zijn klauwen er diep in te steken. Hij ging niet onderdoen voor een simpele hond. Want dat was wat de wolf was. Een grote hond met net wat meer kracht dan zijn soortgenoten. Er was niks speciaal aan een zoveelste hond. Maar Anubis wel. Hij was superieur. Dat was wat er in zijn hoofd om ging. Tegenover de hond was hij superieur. De wolf was in zijn ogen verandert naar een hond.
Zijn nek en hoofd hield Anubis volledig stil, om verdere schade te voorkomen. Als hij zich zou beginnen lostrekken uit de greep van de hond, zou het enkel erger worden. Daarom bleef hij stil en terwijl één poot ging voor de keel van de wolf, haalde hij met zijn andere voorpoot uit naar de hond zijn buik. In hoeverre dat het mogelijk was, want doordat zijn keel slachtoffer geworden was, had hij een meer beperkte bewegingsruimte. Natuurlijk had hij ook voor de ogen kunnen gaan, maar dat zou alles verpesten. Er stond nog teveel te wachten om meteen voor de ogen te gaan. Zijn achterpoten zochten daarom voor een houvast, tot hij verlost was van de tanden. De nacht was gelukkig nog jong. Anubis had alle tijd van de wereld.
Onderwerp: Re: Closed - Who is in control? zo nov 20, 2016 2:17 pm
.Lupos.
I will find you, I will kill you.
Toen hij daar zo onbeweeglijk stond … amper ademhalend veranderde alles in zijn hoofd. Waar hij eerder misschien dominantie had getoond in zijn rode ogen, of haat, woede … verdween dat nu allemaal in het niets. Het was alsof het allemaal weg smolt en plaats maakte voor die leegte. Een leegte die hem helemaal vulde, een leegte die hem in staat stelde ieder geluidje, iedere andere geur in de omgeving uit te schakelen. Alsof het duister nog duisterder kon worden, alsof het groene gras, de flauwe kleuren van de omgeving zwarter werden met hoe meer hij naar het monster keek. Alles bleekte af terwijl hij in een donkere ruimte leek te staan. Hij en dat monster helemaal alleen, nergens om naar te rennen, nergens om zich aan vast te klampen. Zo zag Lupos het … het enige beetje kleur was de gestage hartslag die onder zijn mismaakte huid door stroomde, en het leek op de lichten net op die plaats, in zijn keel. Het zoog zijn rode ogen ernaar toe, hij kon naar niets anders kijken dan naar die aderen waar hij zijn tanden in wilde zetten.
En terwijl hij zo graag in de aanval ging was nu het monster degene die eerste bewoog. Zijn andere zintuigen namen alle andere facetten van de aanval in hun vizier terwijl zijn ogen enkel maar naar die keel konden kijken, naar de plaats waar hij zijn tanden in moest zetten om een einde te maken aan dit gevecht. Waar hij eerder nog iets had gegeven om dominantie, om tonen wie de betere is wilde hij nu enkel maar doden. Hij wist dat hij de betere was, hij wist dat niemand hem kon stoppen om iets te kunnen krijgen. Zijn lichaam maakte zich automatisch klaar voor impact, zo’n mager ding als hem kon je gemakkelijk kraken, dus hij verdeelde de kracht die hij had over zijn hele lichaam om zo een soort van schild te vormen die de kracht van de ander zou kunnen afweren. En het was behoorlijk de impact, hij had stil gestaan maar de ander maakte snelheid. Zijn tanden klikten vast in de ander zijn keel, nepen op zen minst of zijn ademhaling of zijn bloedbaan dicht. Er was iets dat het monster zou moeten tegen houden … het bloed dat niet meer naar hoofd ging of de lucht die ontbrak in zijn longen?
Het monster greep ook naar zijn keel, Lupos voelde de nagels erdoorheen gaan terwijl ook hij voelde dat iets begon te ontbreken. Net als eerder bewoog hij niet, als het monster zou gaan recht staan dan zou hij daar weer hangen, voor nu zaten ze beide in een onbeweeglijke knoop waarvan de ene of de ander het eerder zou moeten opgeven. Lupos proefde bloed, deed hem hunkeren naar meer van die keel, meer van dat bloed. Dood was zo dichtbij, hij kon het proeven maar daarnaast voelde hij dat de lucht bij hem ook begon te ontbreken. Voor enige tijd waren ze standbeelden op een plein, de ene wachtte op de ander om los te laten voor het zelf iets zou aanrichten. Hoe minder zuurstof hij kreeg hoe meer hij van zijn kracht verloor, dat wist hij. Zijn flanken gingen razendsnel met korte pompende bewegen op en neer. Ze grepen het klein beetje zuurstof dat er nog door kon en probeerde er een heel lichaam mee te voorzien, maar er was gewoon niet genoeg. Het monster begon uit te halen met zijn andere poot, Lupos voelde de nagels over zijn buik gaan terwijl hij een beetje meer kracht verloor door het zuurstof te kort. Roekeloos als hij was deed hij het enige wat hij wilde, hij wilde de ander dood dus afgezien van zijn eigen pijn en wonden begon hij zijn hoofd te schudden. Stak hij al de kracht in zijn tanden om maar net genoeg vlees los te krijgen en zo nog meer te kunnen ontbloten van die keel, van dat deurtje waarachter de dood zat te loeren. Hij voelde hoe zijn beweging schade aanrichtte bij zichzelf maar het stopte hem niet … hij zou daadwerkelijk kunnen sterven om dit voor elkaar te krijgen. En als hij stierf dan deed zijn gastheer dat ook …
Onderwerp: Re: Closed - Who is in control? zo nov 20, 2016 2:46 pm
YOU W†LL BE SCARED
BUT YOU WON'T KNOW WHY…
De twee hadden elkaar vast in een stevige greep en niemand die wilde loslaten. Veel beweging zat er voor de rest niet in. Het was alsof beide individuen aan het wachten waren tot de andere ging opgeven. Bij Anubis was dat toch het geval want hij was niet van plan om op te geven. Hij zou niet de eerste zijn die ging los laten. Dat hoopte hij in elk geval toch. Zijn luchtpijp werd dan wel afgesnoerd, hij zou niet opgeven. Met één poot had hij nog even willen uithalen naar de hond, maar daar hield het bij op. Verder hield hij zichzelf ook stil en probeerde hij vooral niet los te laten, ook al werd het waziger in zijn hoofd, hij hield vol. Was hij van plan om de hond te gaan vermoorden? Misschien wel. Eerst wilde hij enkel aantonen wie bovenaan stond, maar doden kon zoveel leuker zijn. Het was iets unieks en de wolf was ook al overgegaan op agressiever gedrag. Zo was het dan maar.
Anubis was slim genoeg om niet recht te gaan staan. De hond ging dan niet loskomen en al het gewicht dat het beest met zich meedroeg ging aan Anubis zijn keel komen te hangen. Misschien was hij een monster, maar hij had een geweten. Hij gebruikten het geweten van Dalton als zijn eigen en ook zijn verstand. Ze waren niet voor niets één. Zo was Anubis in elk geval in staat om meer logisch na te denken over bepaalde aspecten. Hij vocht nooit puur op instinct. Was het dat wat hem zo gevaarlijk maakten? Misschien wel. Hij zag eruit als een monster, maar hij dacht haast hetzelfde als een normaal mens.
De greep waarmee Anubis de keel vast had van de hond probeerde hij kosten van kosten sterk te houden. Hij kon het niet hebben als de andere zichzelf wist los te krijgen door het zuurstoftekort bij hem. Maar hij wist dat hij moest overgaan op iets anders. Als hij de hond gewonnen gaf, dan lag hij dood op de grond. De tanden klemde zich enkel harder op elkaar. Zijn huid scheurde daardoor harder en het liet de nodig schade achter. Hij kon voelen hoe het meer dan alleen huid vernielde, maar zijn eigen nagels hadden ook nog steeds de keel van de andere beet. Voor beide was het niet comfortabel. Bij Anubis hing ondertussen zijn onderkaak wat naar beneden en zijn borstkas ging zwaar op en neer. Met moeite probeerde hij zoveel mogelijk zuurstof binnen te krijgen. Hij kon zijn bewustzijn nog niet verliezen en hij moest snel werken. De duisternis die eerder traag opkwam, ging ineens veel sneller. Alles was zwart en het zou niet lang duren voordat de hond Anubis zelfs niet meer kon zien. De duisternis schakelde zintuigen uit bij de andere. Zijn zicht zou achteruitgaan, tot er niks anders was dan duisternis. Hetzelfde gold voor de reukzintuigen, die werden ook zwakker tot er geen geuren meer waren. Ook je gehoor en je tastzin gingen erdoor beïnvloed worden. Alles ging één voor één uitgeschakeld worden tot je niks meer had. Het was de enige manier om uit de beet te ontsnappen. Een zekere nieuwsgierigheid kwam op dat moment ook bij hem naar boven. Hoe zou de wolf gaan reageren op de nieuwe situatie waarin hij terecht zou gaan komen?
Onderwerp: Re: Closed - Who is in control? wo nov 23, 2016 9:19 pm
Dennimae Elscot
TAG:: Dalton The last cupcake
Zenuwachtig tikte de blonde meid met de achterkant van haar pen in een snel ritme op de tafel, terwijl haar lichte ogen vast op de klok gericht waren. Ze ondersteunde haar hoofd door op haar vrije hand te leunen en beet zachtjes op de onderkant van haar lip. De informatie die de leraar vertelde ging totaal aan haar voorbij en ook de stem van Devon drong niet tot haar door. Pas toen hij een gummetje haar kant op gooide, en die met een tik tegen haar hoofd tot stilstand kwam, drongen de geluiden van het klaslokaal haar weer binnen. Geïrriteerd draaide ze haar gezicht naar Devon, waarbij ze met haar handen een 'wat?' gebaar maakte. "Wil je die pen door je tafel drukken ofzo?" Mompelde Devon haar toe en abrupt stopte Denni met tikken. Ze had het zelf niet eens doorgehad. "Ik wil gewoon dat deze les zo snel mogelijk voorbij is." Ferluisterde ze haar vriend toe, om zichzelf vervolgens achterin de stoel te laten zakken. Dit ging gepaard met dramatische bewegingen en een zeer overdreven zucht. Devon grinnikte iets, schudde grijnzend zijn hoofd. "Is het zo moeilijk om Hall die paar uurtjes te missen?" Denni probeerde haar glimlach in te houden, maar Devon kon zien hoe het spiertje langs haar mond ietwat trilde. "Ik heb honger, daarom wil ik dat deze les opschiet. En ik moet nog douchen, mijn kast inruimen en,-" De blondine stopte met praten aangezien Devon nogmaals een gummetje haar kant op gooide. Ditmaal raakte hij haar schouder. "Kap eens, blaag." Mompelde Denni voordat ze van hem wegdraaide en zijn kus geluidjes negeerde. Ze had inderdaad honger, moest nog douche en haar kast inruimen. Maar Devon had gelijk, ze wilde dat dat allemaal zo snel mogelijk voorbij was zodat ze Storm bij het eten zou kunnen zien. Want eigenlijk vond ze het maar helemaal niks, zo lang zonder hem. Ze had hem afgelopen nacht in bed moeten missen en was niet van plan om dat deze nacht weer te hebben.
Met een handdoek op haar hoofd, een fijne legging en een zachte trui liep de kleine meid met haar handen vol kleren door haar kamer. Ze was haar zomer kleding voor haar winterkleding aan het omwisselen en Denni was vergeten hoeveel kleding ze eigenlijk wel niet had. Veel truien, als de gene die ze aanhad, waren lang en vielen bijna als een jurk. Andere waren weer kort, ook had ze vesten en shirts. Alle standaard winterkleding waren wel in haar kast te vinden, als ieder ander. Het vest die ze van Storm gestolen had legde ze netjes opgevouwen aan het einde van haar bed. Nadat alle kleren in haar kast lagen en ze haar nog vochtige haren in een staart had gebonden, verliet ze haar kamer opweg naar de eetzaal. Devon zat al aan een tafeltje te wachten. Ofja, 'wachten', hij was al begonnen aan de eerste ronde van zijn maaltijd. "Waar is Storm?" Vroeg Dennimae eenmaal ze bij de jongen was gaan zitten. "Sporten." Antwoordde Devon zodra hij zijn eten had doorgeslikt. Het verbaasde Denni dat hij uberhaupth de moeite had genomen eerst te slikken. "De andere komen er zo aan, denk ik." Ging Devon verder voordat hij een volgende hap in zijn mond stopte. De blonde meid fronsde haar voorhoofd iets, voordat ze haar blik door het grote raam naar buiten liet gaan. "Nu aan het sporten? Op het veld?" Devon knikte en zonder iets te zeggen stond Denni op, verliet ze de tafel en liet ze Devon alleen. "Gezellig, Elscot. Zal nog eens op je wachten!" Hoorde ze Devon naschreeuwen, waardoor ze met een grijnsje de eetzaal verliet.
Dennimae had een omweg gemaakt naar buiten, aangezien ze eerst langs haar kamer was geweest om haar jas te pakken. Het was officieel koud geworden buiten en helaas had zij geen warm lichaam van haarzelf. Niet als de jongens hadden, iniedergeval. De meid werd dan ook meteen begroet met een koude windvlaag zodra ze de buitendeuren opende. Ze begroef haar gezicht totaan haar neus in de kraag van haar jas en liep in een rustig tempo richting de sportvelden. Storm sportte wel eens vaker rond dit tijdstip, als zijn dag niet zo geweldig verlopen was. Maar het stelde haar nooit gerust als hij niet zou eten, of de drukte van de kantine ontweek. Wat de reden precies was wist ze niet, maar ze had er geen goed gevoel over. Haar lichte ogen gleden over de omgeving terwijl ze naar hem zocht. Het geen ze aantrof, was echter alles behalve de persoon waar ze naar opzoek was. Hij viel niet te missen, ze kon hem van de andere kant van het veld al zien staan. Denni stopte met lopen, voelde hoe haar hart als een gek begon te kloppen. Haar lichaam verstijfde ietwat en niet enkel om de zwarte gedaante die ze kende, maar om de zwarte gedaante die ze niet kende. Haar lichte ogen zagen Lupos in gevecht met een of ander monster, dat zo te zien redelijk veel kracht bezitte. Dennimae liet haar trillende hand naar haar broekslag glijden en een vlaag van paniek bekroop haar toen ze voelde dat ze geen mobiel bij zich had. Ze had een tijdje verstijfd aan de grond naar het tweetal staan kijken, tot ze voldoende moed verzameld had om op de twee af te lopen. Qua mutatie maakte ze nu geen schijn van kans, ze wist dat ze nog niet sterk genoeg was om hun beide aan te kunnen. Zeker niet als het om Storm ging, haar gevoelens mee speelde. Ze naderde het tweetal steeds meer en bij elke stap die ze zette voelde ze zich krachtig, maar ook angstig. "Lupos," Zei ze zacht, haar stem onzeker. Ze stond zo'n 5 meter van hem verwijderd en zeker nog een paar meter meer van het monster achtig beest af. Dennimae slikte, rechtte haar rug en trok haar voorhoofd tot een ietwat strenge frons. "Lupos." Zei ze nogmaals, haar stem ditkeer iets harder en feller. Denni probeerde net als toen in het bos geen angst te tonen, liet enkel haar vertrouwen en liefde voor Storm en daardoor ook Lupos, zien. Vanbinnen werd ze gek van de angst, maar de adrenaline nam de overhand. Net als toen in het bos. En ze zou ditmaal weer voor Storm vechten, net als in dat bos. "Stop met vechten, alsjebliefd. Je bent niet sterk genoeg nu. Het heeft geen zin, laten we terug gaan." Probeerde ze terwijl ze naar de achterkant van de zwarte wolf staarde. Lupos stond voor het andere monster, waardoor ze die niet kon zien. Niet wetend of ze die wel van deze afstand zou willen zien. Dennimae stond echter ver genoeg om haar mutatie altijd in te gooien, mocht één van de twee haar kant op komen. "Lupos, het heeft geen zin." Denni glimlachte zwak. "Wil je alsjebliefd Storm terug geven?" Het was waarschijnlijk kansloos wat ze probeerde, het idee alleen al om dit gevecht te kunnen stoppen. Maar wat moest ze anders?
Onderwerp: Re: Closed - Who is in control? do nov 24, 2016 8:30 am
.Lupos.
I will find you, I will kill you.
Lupos voelde wat het gebrek aan zuurstof met zijn lichaam deed. Het zorgde voor duizeligheid, iets waardoor hij zijn gedachten niet meer geordend kon houden maar geen last van had. Waarom zou hij zijn gedachten geordend moeten houden als hij maar één ding wilde? Maar hij voelde ook hoe zijn hart sneller begon te werken en te weinig zuurstof kreeg om het te doen waardoor het bloed dat naar zijn hersenen liep te weinig zuurstof kreeg en dus delen van het lichaam in de steek begonnen te laten. Hoe voelde hoe zijn achterpoten begonnen te tintelen, beginnend bij de tenen maar uiteindelijk zachtjes zijn hele linker achter poot. Maar hij liet niet los, waarom zou hij, waarom zou hij loslaten als hij zo dicht bij zijn doel was? Zijn ademhaling werd oppervlakkig en snel waarbij iedere teug van zuurstof dat hij binnen kreeg een gepiep achter laat in het donker. Hij was precies een piepende hond, niet uit angst of pijn maar om het feit dat hij daadwerkelijk niet wilde toegeven. Loslaten was geen optie, waarom zou het een optie zijn? Hij had geen opties, hij had enkel een doel en dat was om dit monster het zwijgen op te leggen. Niet om hem nu de baas te blijven, wel om hem kortom volledig te roven van het leven.
Dus Lupos schudde zijn kop ten koste van zijn eigen lichaam. Hij proefde bloed, hij rook zijn eigen bloed. Het overstemde de rottende geur die van het monster vrij kwam. Zelf het hevige bloedverlies die de nagels van het monster konden aanrichten waren niet genoeg om Lupos over de rede te brengen om gewoon te stoppen. Tot er niets meer was … Lupos voelde hoe zijn zicht erop achteruit ging, hij proefde niet meer dat bloed, hij rook niet meer de rottende geur in de omgeving, hij voelde zelf de grip niet meer die hij had om het monster zijn nek. Er was niets, enkel duisternis, alsof hij in een zwarte kamer stond met niets rondom zich heen. Hij kende het gevoel, hij voelde zich altijd zo opgesloten als zijn gastheer de controle had. Lupos liet los, hij bewoog weg, twee meter, drie meter en bleef onbeweeglijk staan terwijl zijn ademhaling luid en haperig zuurstof naar de belangrijkste delen van zijn lichaam stuurde. Had zijn gastheer weer controle? Nee, anders zou hij het wel voelen. Dit was de tweede keer dat iemand zijn realiteit weg nam en het verwarde hem. Zijn rode ogen gingen wild heen en weer, op zoek naar dat monster, op zoek naar geuren en aanknooppunten.
Het bloed druppelde langzaam uit de wonde langs zijn keel, het enige gestage tempo dat je eraan hield herinneren dat hij daadwerkelijk nog leefde, voor de rest was hij doodstil. Tot alles weer langzaam terug kwam, hij kreeg zijn reukzin, zijn tast terug, opeens zag hij het monster weer staan maar het was lang niet zo afleidend als de stem. “Lupos.” De ene prioriteit werd de andere, het aanvallen van het monster was niets nu hij echt menselijk bloed rook. Zijn kop draaide zich langzaam weg van het monster, recht naar het meisje … dat meisje, Denni. Hij keek haar onbeweeglijk aan, terwijl haar lippen woorden vormde waaraan hij niets had. Zijn neusgaten namen haar geur op, die geur die hem altijd liet twijfelen. Hij was kwaad op haar, ze maakte hij onrustig, ze maakte hem zwak, hij wilde haar hier niet. Dus voor één keer liet hij het monster achter, wandelde hij naar haar toe, wilde hij haar vlees meer proeven dan dat van het monster. Hij trok zijn lippen op, het zware gepiep van zijn ademhaling mengde zich onder een grom, het bloed liet een spoortje achter op het verdorde gras. “Wil je me alstublieft Storm terug geven?” De naam deed hem vestarren. Storm? Hij voelde hoe ieder deeltje van zijn bewustzijn alle kanten werd opgegooid, hij voelde hoe de twijfel hem besloop als een moordenaar bij de nacht. Waarom zou hij naar haar luisteren? Waarom gaf ze zoveel om hem dat hij twijfel had over dat bloed en vlees van haar? Zijn oor keerde zich een beetje, omdat hij het monster achter zich hoorde bewegen. Lupos keek terug naar haar, de gigantische wolf met gemak op haar ooghoogte, op slechts een meter, hij kon haar zo vermoorden … maar plots kreeg het monster weer de preoriteit. En niet voor zichzelf, niet omdat hij dat eerder zo graag wilde. “Wil je me alstublieft Storm terug geven?” De woorden galmde na. Lupos keek haar nog steeds met die nijdig verward blik aan maar hij gaf iets, hij gaf haar niet Storm, Storm was te zwak om haar te beschermen, hij zou het nooit halen tegen dat monster. Maar het voelde als een dwang, het voelde aan alsof hij haar moest beschermen. Hij draaide zich langzaam terug om naar het monster en voor één seconde lang was hij de muur tussen haar en het monster in, voor één seconde lang was haar leven net iets belangrijker dan het zijne … hij had een hekel aan haar, net als hij een hekel had aan dit monster …
Onderwerp: Re: Closed - Who is in control? do nov 24, 2016 4:53 pm
YOU W†LL BE SCARED
BUT YOU WON'T KNOW WHY…
Anubis zijn plan had gewerkt. Hij had de zintuigen succesvol kunnen uitschakelen en het was geweldig om te zien hoe dat de wolf van hem afsprongen en ruimte creëerde tussen de twee. Om van het moment te kunnen genieten, besloot hij om niet gelijk terug in de aanval te gaan, hij wilde eerst het beest zien sukkelen met de nieuwe situatie en dan wilde hij nog wat plezier hebben. Misschien zou hij om te beurten een zintuig teruggeven en dan weer afnemen, het klonk als muziek in zijn oren, maar helaas kon het nooit zo ver komen en dat was wat een woede opwekte in Anubis.
Er was iemand bijgekomen. Een meisje met blond haar benaderde de twee schepsels en had gelijk Anubis zijn aandacht te pakken gekregen. Hij had geen idee wat ze er kwam doen, maar zo snel als ze kon lopen moest ze hier weer weg. Dat was de gedachten die door het monster zijn hoofd ging. Voor het eerst die avond liet hij dan ook een duidelijke grom horen. Het geluid klonk misvormd en het was niet duidelijk of het kwam door zijn uiterlijk, of de verwondingen die hij had. Zijn gele ogen boorde zich enkel op het meisje en hij keek niet weg. Duidelijk was dat het meisje en de wolf elkaar herkende, want het meisje begon tegen het ding te spreken. Ze vroeg het te stoppen en Storm terug te geven omdat het niet zou kunnen winnen. Nee, dat kon het inderdaad niet, maar het gaf haar niet het recht om Anubis zijn speeltje af te pakken. Wie dacht ze wel niet dat ze was. Heel stoer de twee benaderen en denken dat het goed ging komen. Zijn grom werd enkel nog duidelijker toen de wolf genaamd Lupos tussen beide in ging staan. Wat? Ging hij het meisje nu echt beschermen? Was dat het soort wezen waar hij het tegen op had genomen. Bijna zou hij teleurgesteld worden door het monster. Anubis kwam er op dat moment ook pas weer achter dat zijn aanval was gestopt, want de wolf had zijn zintuigen weer.
Zo kon het niet eindigen. Dit ging niet stoppen omdat een meisje dat zo graag wilde. Misschien moest ze maar een onschuldig slachtoffer worden, iemand die op het verkeerde moment op de verkeerde plaats was geweest. Anubis zorgde er dan ook voor dat hij zichzelf groter maakten, door met wat moeite recht te staan op zijn achterpoten. Ze moest hier weg en dat was zijn enige doel voor het moment. Op zijn achterpoten liep hij op het meisje af, maar uiteraard stond de wolf nog in zijn weg. In een poging de wolf uit de weg te krijgen, haalde hij met één poot naar hem uit. Het enige wat hij wilde bereiken was de wolf opzij kloppen en vervolgens voor het meisje te gaan. Dat was zijn plan.
Onderwerp: Re: Closed - Who is in control? vr dec 02, 2016 8:57 pm
Dennimae Elscot
TAG:: Dalton & Storm The wrong place at the wrong time
De blonde meid had zich wel eens afgevraagd of ze de verkeerde dingen over zich afriep, of dat ze echt een manier wist ze vinden om vaak op het verkeerde moment ergens te zijn. Misschien kwam het ook deels door de naïfheid in haar karakter. Het idee dat ze dingen wel kon oplossen, terwijl ze het alleen maar verergerde. Misschien was het omdat ze zich zorgen maakte om die ene persoon die haar zo dierbaar was, dat de liefde die ze voor hem voelde haar vertrouwen gaf die ze misschien beter niet kon hebben. Wat het ook mocht zijn dat haar nu naar het sportveld gebracht had, het feit dat ze moest komen tijdens het gevecht, nam niet weg dat ze er nu gekomen was. En wat moest ze in hemelsnaam doen?
Haar hoofd gaf een bonkend gevoel af terwijl ze over de mogelijkheden nadacht en haar ogen het tafreel bekeken. Dennimae zag twee enorme wezens tegen over elkaar staan, elkaar in de haren vliegen, weer terug krabbelen om zichzelf vervolgend klaar te maken voor een volgende aanval. En één van de wezens herkende ze uit duizende. De slanke, afgrijzelijke, zwarte wolf kon ze zelfs van deze afstand meteen herkennen. Haar ogen bleven dan ook gebrand op zijn gehaverde lichaam terwijl haar hoofd nog steeds een soort van uitweg zocht. Maar was dat er wel? Natuurlijk kon ze terug gaan naar de school, maar ze zou nooit snel genoeg zijn om Storm te kunnen helpen. Ze zou Devon dan kunnen halen, of een leraar die zou kunnen helpen. Maar zou ze er wat mee opschieten? Tegen de tijd dat er iemand hier gekomen was, dat het andere monster van Lupos zijn maaltijd gemaakt. Het enige andere dat haar te binnen kwam, zodra ze merkte dat ze geen telefoon bij zich had, was er zelf op af stappen. Was het verstandig? Nee. Had ze er uberhaupth verder over na gedacht? Nee. En toch kwamen haar voeten in beweging, brachten de vertrouwen in Storm en haar naïfheid haar naar het gevecht toe.
Wat ze daar aantrof maakte de situatie alleen maar erger. Lupos was duidelijk zwakker en het monster leek niet te stoppen tot Lupos zijn laatste adem uitgeblazen had. Maar Lupos zijn laatste adem betekende ook die van Storm. Dennimae beet zacht op haar onderlip, terwijl ze het tweetal naderde. Ze verschold zich een beetje achter Lupos. En niet zozeer zodat het monster haar niet zou zien, maar omdat ze hem zelf niet wilde zien. Denni wilde niet weten wat het geen was waar Lupos tegen vechte. Ze wilde dat het stopte, ze wilde Storm in veiligheid. Echter had ze geen enkel idee hoe. Zachtjes en vervolgens iets harder, had ze Lupos zijn naam uitgesproken. Lupos reageerde als een hond dat reageerde op het fluitje van zijn baas. Maar ze kon niks van het beest peilen, haar lichte ogen keken ietwat machteloos naar zijn bloedrode. Storm was nergens te bekennen en Denni kon er werkelijk geen knoop aan vast binden. Het was geen volle maan, hoe kon Lupos de hele controle hebben? Waarom had Storm die aan hem afgegeven? Maar tijd om de puzzelstukjes in elkaar te leggen had ze niet. Momenteel bevond ze zich in een enorme kwetsbare, stomme stituatie. Eentje waar ze helemaal niet in had mogen komen. En ergens wist de blonde meid dat wel.. Een stemmetje in haar achterhoofd vertelde haar om zo snel mogelijk weg te rennen. Maar als ze iets geleerd had in haar confrontatie met Lupos, dan was het dat rennen geen zin had. Ze was niet snel genoeg om aan één monster te ontkomen, laat staan twee. Dus moest ze het slim spelen, proberen om haar gedachtens een beetje te ordenen terwijl de adrenaline haar lichaam overnam. Het enige waar ze aan kon denken was om Storm in veiligheid te brengen, ongeacht de gevolgen die het voor haar zouden hebben. Al zou ze zich voor het monster moeten gooien. Ze zou Storm hier levend uit krijgen.
Denni begon op Lupos in te praten. Ze was wanhopig, machteloos. Stond te kijken naar een gevecht waar ze niet in kon helpen, maar oh zo graag wilde. Echter kwam haar stem en houding overtuigend over, had de adrenaline zijn plek gevonden en wist de vertrouwen die ze in haar relatie met Storm had haar genoeg overtuiging te geven om dit aan te kunnen. Lupos reageerde op haar woorden, of op haar. Dennimae kon niet goed plaatsen waar hij precies op reageerde, want hij gaf haar niks van Storm. Maar hij draaide zijn lichaam terug naar het monster, waardoor Dennimae een korte glimp van zijn beangstigende gele ogen zag. Kippenvel bekroop haar armen en de meid beet haar kaken op elkaar om niet te schreeuwen. Lupos was beangstigend, maar hij was niks vergeleken met dat. Een harde, misvormde grom was te horen en Denni was er van overtuigd dat nu alle haren op haar lichaam overreind stonden. Lupos was tussen haar en het monster in komen te staan, beschermde haar. Dennimae had geen tijd om dit allemaal een plaats te geven, het te ordenen. Ze moest hier weg. Ze moest hier weg, samen met Storm. Wat kon het haar schelen ook, al ging ze hier met Lupos weg. Ze moesten weg van het monster en Storm moest in veiligheid gebracht worden. Maar Denni had geen idee hoe. En terwijl ze zichzelf zo staande probeerde te houden, een plan probeerde te bedenken, zag ze hoe het monster op zijn achterpoten kwam om duidelijk te maken hoe gevaarlijk hij was. En de enige moed die ze nog had, zakte de blonde meid meteen in de schoenen.
"Lupos!" Riep ze na een aantal seconde die ze nodig had om zichzelf te herpakken, om de adrenaline weer door haar aderen te laten gieren. "Kappen nou, klaar nu! We gaan, we gaan nu!" Denni haar stem klonk boos, erg boos. Haar lichaam vulde zich met een woede die ze helemaal niet van zichzelf kende. En of ze boos was, boos op alles. Op deze situatie, op het idee dat Storm en Lupos zich in zo'n situatie hadden weten te werken. Op haarzelf, dat ze zelf in deze situatie gekomen was. Op het monster, dat hij haar dierbare in gevaar bracht. Dennimae balde haar handen tot trillende vuisten en zette een stap richting Lupos. "Je pakt me beet, nu, en je rent. Zo hard je kunt, richting de school. Lupos!" Beval ze het beest schreeuwend, alsof het enig sinds naar haar zou luisteren. Maar ze wist het niet, ze wist niet wat ze anders kon doen. Een traantje gevuld met enorm veel verschillende emoties spijbelde langs haar wang. Haar mutatie werkte nu onmogelijk, ze zou maar één van de twee kunnen afleiden. Pas als ze wist dat ze Lupos enig sinds kon vertrouwen, zou ze zich op het beest kunnen richten. Maar daar had ze Lupos voor nodig. En hoe kon je samen werken met een beest dat je het liefst van je leven beroofde?
Onderwerp: Re: Closed - Who is in control? vr dec 02, 2016 10:07 pm
.Lupos.
I will find you, I will kill you.
Zijn wereld bleef draaien, Lupos bleef zich bewust van het gevaar, het monster dat ieder beetje huid en bot van zijn lichaam wilde scheuren … maar door haar leek het alsof hij nu ook een strijd moest strijden tegen zichzelf. Hij wilde zichzelf onder controle houden, hij wilde zichzelf gefocust houden op dat monster. Ze stelde niets voor, slechts een prooi die zou volgen als hij dit monster had afgemaakt. Maar waarom trok ze hem weg van die focus, waarom voelde het aan alsof hij een tweestrijd met zichzelf moest voeren en hij alle focus van het monster verloor? Hij kon zich draaien, haar eerst opjagen naar de dood … tot haar laatste adem en dan was hij weer alleen met het monster. Maar van zodra hij zijn hoofd draaide en haar aan keek was daar die twijfel. Die lichte blauwe ogen van haar duwde twijfel in de al gaande oorlog van twee verschillende kanten van hem. Emoties van haar naar hem, van zijn gastheer terug naar haar. Herinneringen, flash backs … hoe hij was gestopt toen ze die paar woorden in het bos had gezegd. Ze was een probleem, en problemen moest je elimineren. Maar het lukte het hem niet, het enige waartoe hij zichzelf kreeg was tussen haar en het monster gaan in staan, als een schild, een muur, iets dat haar een beetje veiliger zou houden van dat monster. Want er was maar één iemand die haar leven mocht nemen, en dat was hij, dus het was aan hem om haar te beschermen van het monster dat haar leven nu wilde nemen. Niemand kwam aan Denni, ze was van hem en van hem alleen.
Hij hield zijn aandacht zorgvuldig verdeeld terwijl hij terug dat standbeeld werd tussen twee pionnen in. Zijn ogen waren gefixeerd op het monster, net als zijn ruikzin, hij zag het monster, hij zag hoe het keek naar haar en hij wist waarschijnlijk wel wat het nu voelde. Ze had hun gevecht onderbroken en bij monsters als hen kwam je niet zomaar tussen beide. Zijn gastheer was er niet, niet voor zolang hij dat niet zou toelaten. Hij had controle gekregen en hij zou het behouden. Hij staarde het monster aan, hoe het op zijn achterpoten kwam te staan en daardoor gevaarlijk groot werd. Zijn kop bewoog miniem, zijn lippen trokken zich op waardoor zijn tanden zichtbaar werden. Hij zou dit winnen, hij had niet dominantie om voor te strijden, hij had haar leven om voor te strijden en dat maakte hem een veel gevaarlijkere tegenstander. Dit was zijn prooi, zijn doelwit, kwam nu niet in zijn weg.
Denni, de enige naam die hij echt kende, leidde hem immers wel af. Ze riep zijn naam maar hij bewoog niet. Zijn oor draaide een centimetertje maar zijn ogen stonden nog steeds op het monster. Maar haar boze stem maakte andere dingen in hem los, ongeduld, woede, frustratie. En toen ze een stap naar voor deed, zijn kant op en begon te schreeuwen … woorden die hij niet begreep of wilde begrijpen knapte hij. Hij was snel, razendsnel als hij het wilde. Hij draaide zich grommend naar haar, sprong naar haar toe en werkte haar uit haar evenwicht waardoor ze viel. Exact hetzelfde scenario als die ene nacht in het bos. Hij bleef over haar heen staan, twee voorpoten naast haar hoofd, een neus die bijna de hare raakte terwijl twee bloedrode ogen haar aan staarde onder een gevaarlijk laag gegrom. En hoe langer hij staarde hoe erger de twijfel werd. En het was haar vastberadenheid, haar angst en woede op dit moment die het drastische verschil gaven, die het rood in zijn blik iets geelachtigs liet krijgen waardoor niet Lupos de controle had maar Storm het terug overnam. Hij staarde haar aan, verwarring, angst, een hele hoop emoties waar zelf Denni geen wegwijs in zou geraken. Waarom was ze hier? Waarom bracht ze zichzelf altijd zo in gevaar? Hij staarde haar aan alvorens zijn zintuigen andere dingen oppikten. Hij draaide zijn kop en keek met gele ogen naar het monster naar zijn aandacht allemaal naar Denni had gefixeerd. Storm was lang zo efficiënt en snel niet als Lupos was, hij gaf Denni één blik, één blik dat maar één ding zei … ren.
Nu wist hij waarom hij Lupos controle had gekregen, nu wist hij wie hier tegenover hem stond. Ondanks dat hij nog steeds in wolvenlichaam zat was Lupos wel weg en Storm wist van zichzelf dat hij geen schijn van kans zou maken. Hij kwam van over Denni weg en draaide zich terug naar het monster, naar Dalton. Hij kon maar één ding doen, Denni veilig houden en hopen dat ze slim genoeg was om hulp te halen. Hij gromde waarschuwend maar het koste slechts één klop van Dalton en de vertraagde reflexen van Storm om als een steentje te worden weg gekatapulteerd. Hij lande met gemak zes meter verder over het gras, voelde weer iets knappen in zijn poot waardoor hij niet op tijd weer recht kwam. Dus hij lag daar, tegen het gras gedrukt met zijn gele ogen op haar gericht. Dit kon niet weer gebeuren, dit kon niet opnieuw plaats vinden. Niet opnieuw Denni, het vrat hem van binnen uit alweer helemaal open, het maakte hem niet kapot of zwak maar gewoon heel erg kwaad. Hij bracht zijn zwarte kop in een laatste gebaar naar boven en huilde de nacht in, een stress signaal voor de hele school om te horen …
Onderwerp: Re: Closed - Who is in control? vr dec 02, 2016 10:42 pm
YOU W†LL BE SCARED
BUT YOU WON'T KNOW WHY…
Alles was perfect geweest. Het gevecht verliep in zijn voordeel en als het door bleef gaan, ging hij er uit komen als de overwinnaar. Daar was Anubis zeker van, maar hij wilde dat het ook echt gebeurde. Hij wilde dat de wolf weg liep van hem met zijn staart tussen zijn achterpoten, maar zo ver kwam het nooit. Eén dom meisje en de wolf plaatste zich als schild tussen haar en Anubis in. Hij wilde haar haast beschermen alsof ze het belangrijkste was dat er was. Veel oog had het monster niet meer voor de wolf, ook al waren zijn rode ogen strak op hem gericht. De gele ogen van Anubis keken alleen maar naar het meisje terwijl hij gevaarlijk stil bleef staan. Pas wanneer het meisje weer begon te praten en vervolgens ging schreeuwen vond Anubis dat het genoeg was. Ze had alles verpest. Natuurlijk had hij de verandering gezien in het gedrag van de wolf. Het was overduidelijk en kwam door het meisje. Het mormel had het meisje op de grond gekregen en zat boven haar, maar lang duurde het niet voor anubis op de twee af kwam. Zo kon het niet verder. Met één slag van zijn klauw wierp hij de wolf van haar af en daardoor lande hij een eind verder.
Sinds het meisje verschijnen was, waren er enkel frustraties bij Anubis naar boven gekomen en dan moest de wolf er nog wat bovenop doen. Het moest huilen voor iedereen te verwittigen. Het maakte hem kwaad. Niet gewoon kwaad maar woedend. Ze had niet tussenbeide moeten komen. Ze had moeten op rotten wanneer ze nog maar gezien had wat er aan de hand was, maar dat had ze niet gedaan. Domme stomme zwakke waardeloze mensen. Ze bemoeide zich altijd met anderen hun zaken en daardoor waarschuwde de andere wolf ineens een hele school. Dat mocht hij niet doen. In een ruk had Anubis zijn kop dan ook naar de wolf gedraaid. Het meisje kon wachten. Ze was maar een mens en ze had nog niks gedaan, wat wilde zeggen dat ze niks kon doen tegen hem. Voor even kon hij haar laten voor wat ze was, dus keerde hij zich volledig even naar de gewonde wolf. Anubis maakten zichzelf zo groot als dat hij kon voor hij een luide brul liet horen. Het was een misselijkmakend geluid, maar de woede erin was duidelijk te merken. Eerder was alles voor hem als een spelletje geweest, maar je zag de verandering in zijn gedrag. Zijn spieren die zacht aan het trillen waren en de bloedlust in zijn gele ogen. De brul was enkel voor de wolf geweest en voor niemand anders. Het was om te laten weten dat hij niet nog zo een actie moest uitvoeren. Een waarschuwing dat het de volgende keer niet gewoon een brul zou zijn. Als hij zich weer op de wolf moest storten, was het niet meer om te laten zien wie de dominantste was. Het zou zijn om blijvende schade toe te dienen. Om misschien zelfs een leven te nemen, maar hij zou niet met de wolf beginnen. Eerst mocht het mormel waarnemen wat er met zijn mens zou gebeuren terwijl hij niets kon doen.
Zo snel als Anubis zich tot de wolf had gericht, draaide hij zich weer naar het mens en in die beweging had hij één klauw al omhoog gebracht en kwam die met veel kracht weer naar beneden. Het was geen slach om meteen te doden, wat dat gunde hij haar niet meer. Ze moest eerst beseffen dat alles wat er nog ging gebeuren, haar fout was. Het was haar fout en ze zou er voor boeten. Maar wanneer zijn ogen eenmaal op het meisje vielen, werd zijn actie veel twijfelachtiger. Zijn klauw kon haar net zo goed nog hebben geraakt, of het had haar gemist. Daar kon hij zelfs niet meer opletten want ineens was het niet meer belangrijk. Het was haar gezicht dat Anubis bekend voor kwam en iets triggerde in zijn onderbewustzijn. Ze verdiende het om te sterven, maar hij wilde haar niet dood. Hij wilde wel haar bloed zien vloeien, maar wilde niet dat ze pijn had. Eigenlijk wilde hij haar helemaal niet doden, maar hij wilde niets liever dan het leven langzaam uit haar zien gaan. De wonden over zijn lichaam deden ineens verschrikkelijk veel zeer en een angst kwam naar boven, maar de wonden konden hem ook niets schelen.
Trillende passen zetten Anubis naar achter, om zo de afstand tussen hem en het meisje te vergroten. In zijn hoofd was het één chaos waar hij geen orde in kon brengen. Een hoofdpijn die hij nog nooit had ervaren barstte los en hij greep naar zijn eigen hoofd. Hij had niet door dat zijn klauwen diepe scharen achter lieten op zijn hoofd en aan de zijkanten. Wat was er zonet gebeurd? Het was ziekelijk dat hij het meisje zo graag wilde doden en nog steeds. Anubis zijn ademhaling was zichtbaar sneller geworden doordat hij in een paniekaanval was gezakt. Vanaf het moment dat hij passen naar achter gezet had, was hij niet kunnen blijven stil staan. Hij moest verschrikkelijk veel moeite doen gewoon recht te blijven staan, maar hij wist met zichzelf geen blijf. Ondertussen begon het schuldgevoel ook naar boven te komen wanneer hij zich bewust werd van alles wat er gebeurd was. Alles wat hij had gedaan en had gedacht.
Onderwerp: Re: Closed - Who is in control? zo jan 15, 2017 12:59 am
Dennimae Elscot
TAG:: Storm/Lupos & Dalton/Anubis The wrong place at the wrong time
Het was een beetje alsof de blondine een gave had om op verkeerde plekken te komen, zichzelf in de problemen te werken. Maar er was geen andere optie, ze moest Storm veilig proberen te krijgen. Want vanaf de plek waar zij stond, machteloos en verstijfd, leek het alsof hij zou verliezen. Alsof Lupos zou verliezen. Lupos, een monster waar Dennimae eerder zoveel angst voor had gehad. Een monster die haar toen in dat bos had moeten vermoorden, een monster waar ze op de een of andere manier een beetje een band mee had gekregen, was aan het verliezen. En het monster dat tegenover hem stond.. Denni durfde er niet eens naar te kijken. Hij was reusachtig en waarschijnlijk nog angstaanjager dan Lupos al was. En toch, tegen beter weten in, kwamen Denni haar benen in beweging en bracht ze zich naar het tweetal. Hopeloos, machteloos en kansloos. Niemand die zou kunnen bijspringen, geen Devon die haar zou kunnen redden. Ze zou het zelf moeten doen, met Lupos. Met een monster die haar eigenlijk heel graag zou willen vermoorden. Maar haar vriend, haar geliefde die haar hart bij zich droeg, bevond zich in dat donkere lichaam. En daar deed ze het voor, daar wilde ze haar leven voor geven. Hoe kansloos het ook zijn mocht, ze kon niet enkel toekijken. Dus begonnen haar lippen woorden te vormen, woorden die namen werden en namen die geluid kregen. Geluid dat met zo weinig mogelijk emoties gezegd werd, emoties die ze sterk wilde laten lijken. Maar het leek Lupos enkel te ergeren. Dennimae kon het andere monster niet zien, omdat ze achter Lupos was gaan staan en hij haar zicht blokkeerde. En misschien was dat wel goed ook, ze zou niet willen zien welk monster zich momenteel aan het irriteren was. Lupos draaide zich met een ruk om en zo snel hij was, drukte hij haar op de grond. Hij kwam over haar heen, zijn twee voorklauwen over haar blonde haren en zijn bloedrooie ogen die angstig dichtbij waren. Denni voelde hoe zijn warme, rotruikende adem haar wangen beklamde en hoe zijn ogen zich in die van haar boorde. Haar hartslag ging snel, ongecontroleerd snel. Maar haar lichaam wist nog enigsinds rust uit te stralen en ze verbood zichzelf enig ander emotie dan kracht los te laten. Ze had zichzelf hier in getraind tijdens de lessen, deed ademhalings oefeningen en probeerde zichzelf zo sterk mogelijk in haar schoenen te laten staan. Misschien was het wat tervergeefs, schatte ze haar kansen te hoog in. Maar er was geen andere keus. Er zat niks anders op dan proberen. Haar hoofd maakte overuren terwijl ze allerlei oplossingen probeerde te bedenken. Ze keek naar Lupos, naar de manier hoe hij terug staarde en hoe ze hoorde dat het andere monster klaar was met dit toneelstuk. Maar ergens was ze er ook weer niet bij, waren haar gedachtens zo bezig met oplossingen zoeken dat ze maar 80% van het geheel meekreeg in plaats van de volle 100%. Haar mutatie was nog te zwak om nu voor beide in te kunnen zetten. Ze probeerde het andere monster zijn gedachtens te bereiken, maar had niet genoeg van hem om dit voor elkaar te krijgen. En net op het moment dat haar hoofd alarm sloeg, ze geen oplossing leek te vinden, liet Lupos haar met rust. De rode ogen vonden rust en dat was voor Denni genoeg om te zien dat Storm terug controle had. Denni haar ademhaling werd iets rustiger, maar ze was nog verre weg van rustig. Dat andere monster kwam steeds dichterbij, ze kon zijn voetstappen door de grond heen voelen trillen. Storm keek om, voordat hij terug naar haar keek. En de manier hoe hij naar haar keek, die laatste blik die hij haar gaf, verwarde haar. Het was alsof hij wilde dat ze zou rennen. Natuurlijk wilde hij dat. Maar wat verwachtte hij? Echter kreeg de meid niet verder de tijd om er overna te denken. Het monster was er klaar mee, haalde uit naar Storm en leek hem met een gemakkelijke beweging een eind verderop te slaan. "Storm!" Kwam er schreeuwend uit de blondine haar keel, terwijl ze zichzelf vol adrenaline overreind duwde. Haar lichte ogen die zich vulde met paniek, keken naar het levenloze wolven lichaam. Denni had zichzelf op haar knieën geduwd, keek naar de gele ogen van Storm. Ze kon zijn machteloosheid voelen, zijn wanhoop. En ze wist gewoon niet wat te doen. Ze wist niet hoe ze uit deze situatie moest komen, hoe ze Storm hier veilig uit kon krijgen. En toen richtte het monster zijn aandacht haar kant op. Denni zag hoe hij zijn klauw omhoog hees, probeerde haar met haar blik de zijne te vinden. Ze probeerde die zelfde kracht uit te stralen die ze bij Lupos gehad had, kreeg zelfs dat beetje extra adrenaline mee omdat ze nu voor twee sterk moest zijn. En op dit soort momenten besefte ze hoe sterk ze eigenlijk was. Dat haar drang om voor Storm te vechten sterker was dan ze zelf verwacht had. Maar of het genoeg was, of ze ooit genoeg zou zijn om dát te kunnen tegenhouden.. Het monster liet zijn klauw met flinke kracht naar beneden komen, waarschijnlijk om haar angstig te maken. En diep van binnen lukte hem dat. Ze was bang, doodsbang, maar vast beraden. Ze zou Storm hier weg krijgen, al koste het haar laatste adem. Dus zocht ze langs het monster een weg om naar Storm te geraken, of juist een andere richting in te rennen. Misschien zou het haar volgen, dan had Storm de kans om geholpen te worden. Maar er was niet echt ruimte om helder na te denken. En wat haar opviel, in het moment dat het monster een slag naar haar uithaalde, was dat het twijfelachtig was. Echter voorkwam het niet dat de klauw langs haar wang en arm schaafde. Het waren geen diepe wonden, maar genoeg om een streep van roodbloed achter te laten. En net op het moment dat Denni een kans zag naar Storm te geraken, haar adrenaline haar overreind bracht, zette het monster een aantal passen naar achteren. Hij vergrootte de afstand tussen hem en haar en Denni kon zien dat het in strijd met zichzelf was. Echter nam ze niet de tijd of de aandacht om zich langer op het monster te richten. Ze snelde haar pas, maakte haar weg naar Storm. Eenmaal bij hem aangekomen liet ze zichzelf op haar knieën in het gras vallen, werden haar handen in die beweging rond zijn hals geslingerd. "Storm," Kwam er zachtjes, verslagen over haar lippen. En op dat moment kwamen er tranen, kon ze de emoties niet tegenhouden. "Het spijt me, sta op. Alsjebliefd, sta op." Zei ze tegen hem, haar stem wanhopig. Kort draaide ze haar hoofd om te zien dat het monster hun nog steeds met rust liet. Wie het was of wat het was wist ze niet, maar haar prioriteiten lagen bij Storm. Hij moest hier weg en wel nu. "Sta op, Storm. Nu. Sta op." Haar stem werd langzamer wat dwingender, terwijl ze met haar handen in zijn doffe vacht kneep. Kansloos probeerde ze hem overreind te trekken. "Storm, nu!" Door de wanhoop begon haar stem steeds harder te klinken en bij elke beweging die ze van het monster hoorde, draaide ze meteen haar hoofd zijn kant op. Wat er allemaal gaande was wist ze niet, ze begreep er niks van. Maar ze volgde haar instinct, haar instinct om Storm hier weg te krijgen.