Onderwerp: Tell the world that I’m coming home. do aug 18, 2016 8:44 pm
Storm Hall
“Home wasn't a set house, or a single town on a map. It was wherever the people who loved you were, whenever you were together. Not a place, but a moment, and then another, building on each other like bricks to create a solid shelter that you take with you for your entire life, wherever you may go.”
WOORD VOORAF
Ja, ik doe het zoals het in echte boeken ook gaat, Toen ik Storm Hall aanmaakte had ik nooit gedacht dat een char op een RPG als hem zoveel van mijn “schrijverziel” kon stelen. Maar hij deed het, hij doet het nog steeds. Ondanks dat ik probeer hem goed neer te zetten en hem de nodige diepgang te geven heb ik dat niet te danken aan mezelf … maar aan jullie. Prophecy of Fate is onwaarschijnlijk de meest geweldigste RPG die ik in al mijn jaren van schrijven heb gezien. Dat is niet enkel te danken aan het geweldige beheer achter de site maar ook nog eens door alle mensen eromheen, de plots, de chars, de gezelligheid en de ontelbare topics die we samen hebben. Dus ergens wil ik jullie allemaal bedanken, dit zou er nooit gekomen zijn door ieder van jullie. Ik denk dat ik het V en Max al veel te vaak gezegd heb maar (en ik denk dat ik niet enkel voor mezelf spreek) ze zetten geweldig werk neer en ze verdienen ieder beetje activiteit van deze site. Het is als een kleine familie in een hele aparte wereld en ik voel me hier zo ontzettend thuis op. Dus ja, Storm Hall zou er niet geweest zijn zonder al jullie geweldige mensjes! En zo’n dingen moeten af en toe wel eens gezegd worden. <3
Dit is het Storm-project waar ik al een hele lange tijd aan bezig ben en dat na dit ook nog niet gedaan zal zijn want ik blijf doortypen tot deze jongen een beetje zijn happy ending heeft die hij verdiend. Maar ik had het waarschijnlijk niet kunnen uitwerken zonder de steun van drie PoF-leden, die ik zo heel stiekem wel eens extra wil bedanken. Eerst en vooral, Janne, niet enkel vanwege ons gedeelde “geest” zo nu en dan maar ook nog eens vanwege haar constante aanmoediging en enthousiasme. Nog meer dank waarschijnlijk aan haar char Devon Garnet, wel ja … zonder hem zou Storm waarschijnlijk nog harder zijn best gedaan hebben om een eind aan zijn leven te maken. Maar we weten allemaal dat er geen Storm is zonder een Devon en omgekeerd. Er is niemand meer waar ik op kan rekenen, vertrouw of om raad kan vragen dan aan Janne en ik ben haar ook ontzettend dankbaar dat ik Devon mocht lenen voor dit Project. Second is Jara, ze is zo geweldig! Ik herinner me nog dat we op whatsapp tegen elkaar bezig was over hoe goede vrienden Storm en Denni waren en dan was er dat ene topic in het Observatorium en vroeg ze mij op een avond of ik ook merkte dat dit subtiel een andere kant uit ging. En ik had net datzelfde idee op dat moment. Ik plot nooit vooraf, het gebeurd allemaal in het verhaal dus we hadden het beide totaal niet zien aankomen wat er afgelopen paar topics is gebeurd tussen onze chars in. Maar geheel onverwachts dus is het Storm en Denni geworden. Hoe meer je leest over Denni hoe meer ik begin te beseffen dat zij inderdaad de “ware” kan zijn voor Storm en dat zou zo niet lukken zonder Jara, want ze zet Denni zo goed neer. Niet enkel in RPG maar er ook naast zitten we stiekem altijd te hypen over deze plottwist. Ben haar dan ook super dankbaar dat ik Denni mocht lenen voor dit kleine projectje. Maar wie het meest hyped over heel dit project, wie er de meeste drijfkracht en motivatie achter steekt is toch wel Emma. Ik sta altijd versteld hoe creatief ze kan zijn en hoe ver ze al kan vooruit denken (ja hoor, trouwen, kindjes and stuff) op mijn kleine projectje hier. Ze is net Taylor maar dan nog enthousiaster, kan dat? Ben haar super dankbaar voor het hele project dat ze heeft meegelezen en ideeën die ze heeft aangebracht. Ik denk dat we met ons vieren nog heel veel projecten gaan mogen uitwerken.
Algemeen gewoon aan iedereen super veel dank voor alles! Hope you enjoy. Lot’s of Love, Jennifer
Geschreven door: Jennifer Ontworpen door: Jara – Janne – Jennifer Goedgekeurd door: Emma
Onderwerp: Re: Tell the world that I’m coming home. do aug 18, 2016 9:13 pm
Storm Hall
“Home wasn't a set house, or a single town on a map. It was wherever the people who loved you were, whenever you were together. Not a place, but a moment, and then another, building on each other like bricks to create a solid shelter that you take with you for your entire life, wherever you may go.”
The Messenger
Hij sloot de deur van het kantoor en bleef een moment lang tegen de muur staan terwijl hij ongelovig voor zich uit keek. Hij had toestemming, na al die maanden, na drie jaar had hij de toestemming gekregen om naar huis te gaan. Achter alles wat er was gebeurd, achter alle training en al het verdriet was dit het moment dat ja werd gezegd op zijn grootste wens … hij mocht terug naar Londen. Storm had het niet door gehad dat hij zijn adem in had gehouden tot het beklemmend voelde in zijn keel. Hij ademde uit en duwde zichzelf dan af van de muur, wandelde door de gangen met dat verdoofde gevoel van geluk en opluchting. Hij wilde het niet geloven, hij wilde niet geloven dat ze hem net toestemming hadden gegeven om zeven dagen terug naar Londen te gaan. Hij zou Camille terug zien, hij zou Levi terug zien en hij mocht het doen met degene die hem zo nauw aan het hart lagen.
Hoe dichter hij bij zijn kamer was hoe meer het gevoel ruimte begon te nemen in zijn lichaam. Hij liep met twee treden tegelijk de trappen op terwijl hij iedereen op dezelfde charmante manier een goede morgen wenste. Want ja, dat was het voor hem, een goede morgen. Waarschijnlijk de op één na beste dag uit zijn leven sinds Lupos erbij was gekomen. En de wolf had niets gedacht, hij had zich zelf niet verroerd terwijl Storm vol ongeloof naar het schoolhoofd had gekeken en zijn hart overuren klopte in zijn borst. Hij duwde zijn kamerdeur open, wilder en opgewekter dan hij ooit zou zijn. ‘Drie keer raden waar wij heen gaan.’ Maar Devon bewoog niet, beter, zijn kamergenoot was ver weg in dromeland. Het enige zichtbare was zijn bruine haar die van boven het deken uit stak en een arm die over de bedrand hing. Storm staarde een seconde lang naar de tatoeage van zijn beste vriend, hun kamernummer, 21, wat in zoveel verschillende manieren zoveel betekende. Hij nam zijn hoofdkussen van het bed en gooide het op Devon zijn hoofd waardoor er meteen humeurig beweging kwam in zijn kamergenoot. ‘Devon.’ ‘Wat?’ Vroeg Devon hem kwaad, nog steeds maar voor tien procent echt wakker. ‘Drie keer raden waar hij heen gaan.’ Begon Storm opnieuw. Hij had altijd onmenselijk veel geduld maar nu stond hij daar stijf van verwachtingen en vol energie. Niet dat Devon het merkte, hij was te druk bezig met wakker worden. ‘Waar?’ Mompelde Devon terwijl hij het deken van zich af sloeg en zijn kamergenoot met samengeknepen boze ogen aan keek. ‘Londen.’ En toen Storm dat zei was Devon meteen binnen de drie seconden wakker en rechtop naast zijn bed. ‘Meen je dat?’ Vroeg hij ongelovig. ‘Je hebt toestemming?’ ‘Ik heb toestemming gehad.’ Stemde Storm met die enorme grijns in. Devon haalde zijn handen door zijn haar en keek een moment lang verbaast naar Storm. ‘Damn,’ hij draaide zich half om en keek terug naar zijn lege bed. ‘daar moeten we iets op drinken.’ Kondigde hij uiteindelijk enthousiast aan. ‘Het is tien uur, in de ochtend.’ Benadrukte Storm. Devon liet zich terug vallen op zijn bed en keek grijnzend naar hem opzij. ‘StormOn gaat naar Londen.’ Greens hij opnieuw. Storm knikte bevestigend … ze gingen naar Londen. Het was hen na al die tijd wel gegund, niet enkel Storm maar ook Devon hunkerde naar een beetje vrijheid. Vooral Devon keek er het meest naar uit, weg van de drama, zijn pauzemomentje in de relatie en de vier muren van dit gebouw. Er was geen stad die hen dat meer kon geven dan Londen. Hoe meer hij de gedachten herhaalde in zijn hoofd hoe geweldiger hij het vond, ze zouden naar Londen gaan. Dat waren al twee blije gezichten voor de rest van de tijd, nog één persoon te gaan.
Lupos was razendsnel in het opzoeken van die ene persoon doorheen heel Genosha. Ondanks dat de gangen al naar het aankomende middagmaal roken was het voor de weerwolf niet zo afleidend dan dat het was voor Storm’s hongerige maag. Lupos elimineerde iedere persoon apart, wist de geur van haar lichaam, haar bloed, haar shampoo en kleren haast blindelings te vinden tussen de honderden andere studenten die van de ene les naar de andere gingen. Lupos was zo ontzettend gedreven als het op haar aan kwam dat hij Storm haast vooruit trok. Storm zou het ook moeten doen, naar de les gaan maar na al dit nieuws had hij niet echt zin in zenuwslopende lessen. Hij had teveel energie, energie die hij enkel maar kon kwijt geraken door dingen te doen die hem uiteindelijk naar Londen zouden brengen … zoals Camille schrijven. Denni was waarschijnlijk de meest herkenbaarste persoon op aarde voor hem en Lupos. En terwijl het niet gemakkelijk was om Storm te verrassen of doen schrikken was het voor hem wel heel erg gemakkelijk om dat bij Denni te doen. Ze liep door de gang, net als al de rest maar op één of andere manier was haar door de gang zien wandelen zoveel specialer. Hij besloop haar langs achter en sloeg zijn armen om haar heen, drukte zijn lippen tegen haar blote schouder. ‘Mag ik vijf minuten van je tijd?’ Vroeg hij haar fluisterend. Denni klaarde gelijk helemaal op van zijn aanwezigheid. ‘Goedemorgen trouwens, je ziet er weer stralend uit.’ Hij liet haar tegen zijn zin los zodat ze zich naar hem kon omdraaien. Ze merkte het, de vrolijkheid in zijn ogen, de energie die zo anders was dan andere dagen. ‘Jij krijgt tien minuten van mijn tijd.’ Fluisterde ze terug. Storm zou niets liever willen dan haar tegen zich aantrekken of haar mee smokkelen uit de les, maar hij deed het niet omdat hij zijn energie op het nieuws had gericht dat hij haar wilde vertellen. Dus hij keek haar enkel maar aan met die pure affectie in zijn ogen en charmante glimlach op zijn lippen. Ze haakte haar vinger achter de knop van zijn hemd en trok hem uit de chaos van de gang weg. ‘Wat is al dit?’ Vroeg ze met een kleine glimlach wijzend op zijn veel te vrolijke energieke houding. ‘Weet je nog dat ik je eens had gezegd dat ik alles in de strijd zou gooien om je op de Londen Eye te krijgen?’ Vroeg hij haar met een onderzoekende blik. Haar ogen vernauwde zich meteen een zijn glimlach werd gelijk een beetje breder. ‘Dennimae Elscot, wil je met mij en Devon mee naar Londen?’ Vervolgde hij zijn echte vraag. Ze keek hem verbaast aan, haar ene hand nog steeds op die ene knop geklemd van zijn hemd. ‘En Lupos?’ Vroeg ze een tikkeltje bezorgd. Storm zijn gezicht betrok kort, maar op een niet al te ernstige manier. ‘Ik heb in maanden geen uitbarstingen meer gehad, trouwens, Devon is bij me en jij,’ hij legde zijn vinger onder haar kin en gaf haar de volle lading van de liefde die hij voor haar bezat. ‘jij hebt controle over hem, net als je controle hebt over mij.’ Hij liet haar kin los en tikte zijn eigen hartstreek aan om aan te geven dat ze alles onder controle had wat hij bezat, niet enkel zijn weerwolf maar ook nog eens zijn hart. Meer had Denni niet echt nodig om over haar twijfels te komen, als die er al waren want ze stemde meteen in om mee te gaan.
Voor Storm was er dus geen betere dag dan die specifieke dag. De dag waarin hij te horen kreeg dat hij naar Londen mocht en dat zowel Denni en Devon hem zouden vergezellen op de reis. De dag waarin hij besefte dat hij Camille zou terug zien, de dag waarop hij besefte dat na al die tijd het leven altijd weer iets moois in het vooruitzicht had. De enige die deze vakantie niet zag zitten was Lupos maar Storm was al heel lang voorbij het punt waar Lupos nog iets te zeggen had over zijn leven. Toch … voor een heel kort moment maakte hij zich zorgen maar dat werd overschaduwd door het witte papier aan Camille en de zorgvuldige woorden, “Ik kom naar huis.”
Onderwerp: Re: Tell the world that I’m coming home. za aug 20, 2016 10:24 am
Camille Troy
“You have to love dancing to stick to it. It gives you nothing back, no manuscripts to store away, no paintings to show on walls and maybe hang in museums, no poems to be printed and sold, nothing but that single fleeting moment when you feel alive.”
The Craving News
“Ik kom naar huis.” Haar groene ogen schoten terug naar de bovenkant van het papier, waar in zorgvuldige letters haar naam stond geschreven; “Aan mijn allerliefste Camille.” En dan schoten ze naar helemaal onderaan het papier waar al even sierlijk zijn naam stond genoteerd. Hij kwam naar huis? Storm Hall kwam naar huis? Haar ogen gleden opnieuw over de regels terwijl ze zich met één hand overeind hield aan het keukenblad. Had ze iets gemist in de brief waardoor die vier eenvoudige woorden plots geen mening meer hadden? “Ik ben gelukkig nu.” … “Ik heb groot nieuws voor je.” … “Ik kom naar huis.” Ze keek op van de brief en staarde in het lege huis. Het lege huis van een al even lege straat in één van de buitenwijken van Londen. Ze had geen idee hoe lang ze daar al stond tot haar bloeddruk een beetje begon tegen te werken en ze zich op de barkruk liet zakken. Hoe kon het dat vier eenvoudige woorden haar zo konden raken. Na al die tijd, na al die tijd kwam haar allerbeste vriend eindelijk naar huis.
Het zweet lag in pareltjes op haar voorhoofd toen ze haar flesje water van de grond nam en zich liet neer zakken op één van de banken. Haar voeten voelden branderig en pijnlijk aan. ‘Camille, in godsnaam,’ Camille keek op naar haar ballet coacht die van tussen de andere meisjes haar kant kwam uit gewandeld. ‘Waar zit jij met je gedachten dat je zo slecht presteert?’ Vroeg ze kortweg. Camille draaide het dopje op haar flesje water en liet gewillig haar make up bijwerken door één van de crewmembers. ‘Ik presteer als iedere andere voorstelling.’ Protesteerde ze respectvol. Niet dat ze het veel langer kon uithouden met deze vrouw maar haar toekomst lag praktisch in de vrouws handen. ‘Je zit niet met de juiste focus, je bent slordig, afgeleid.’ Ja, ze was afgeleid, ze had net gelezen dat haar beste vriend terug naar huis zou komen voor een week, mocht ze dan niet een beetje afgeleid en blij zijn? ‘Oke, goed, ik heb niet de juiste focus.’ Gaf ze dan met tegenzin toe. Ze kromp een beetje in elkaar toen ze haar point voorzichtig van haar voet schoof en daarmee een volledig verminkte voet tevoorschijn toverde. ‘Ga naar huis, ik heb niets aan je. Viv,’ de vrouw draaide zich om en richtte haar blik op het meisje vijf meter verder. ‘Je neemt Camille haar plaats voor de tweede helft.’ Zei ze meteen. Vivian keek haar na voor ze langzaam weer opzij keek naar Camille en een woordloze “sorry” vormde met haar lippen. Camille schudde kort haar hoofd en trok haar tweede point af. Ze had geen idee gehad of ze het de tweede helft van de voorstelling zou kunnen volhouden op die tenen. Ze haalde de verstevigende tape uit haar zak en begon voorzichtig haar tenen in te tapen. ‘Ja, waar zit je met je gedachten?’ Vroeg Lorenzo. ‘Sorry dat je Viv hebt in de tweede helft, ik weet dat jullie twee het niet zo goed met elkaar kunnen vinden.’ Excuseerde Camille zich meteen. Ze keek opzij naar haar balletpartner die nonchalant zijn schouders ophaalde. ‘Ik overleef het wel. Wat is jouw probleem?’ Vroeg hij haar meteen terug. Camille stopte het tapen en ging terug recht zitten. ‘Storm komt naar huis.’ ‘Hall? Als in Storm Hall?’ Vroeg Lorenzo verbaast, Camille knikte opgewekt haar hoofd. ‘Oh jee, waarschuw de autoriteiten, Londen is niet langer veilig meer, sluit alle dames op.’ De manier waarop hij het zei stond haar niet zozeer aan, maar ze negeerde het. Hij was haar vaste danspartner, dus ze moest de kritiek over haar beste vriend wel verdragen. ‘Hij heeft een vriendin, iedereen is dus volkomen veilig,’ ze zweeg en stopte opnieuw het tapen. ‘trouwens zo erg was hij niet.’ Mompelde ze boos. ‘Storm Hall heeft een vriendin?’ Vroeg Lorenzo verbaast, Camille schonk hem haar meest nuchterste blik en ging dan weer verder met het verzorgen van haar voeten. Op de achtergrond klonk een kort applaus en naast haar kwam Lorenzo weer recht. ‘Wel, geef hem de groeten van mij.’ ‘Dat doe ik niet.’ Prevelde Camille amper hoorbaar terwijl ze toekeek hoe Lorenzo weer zijn plaats ging gaan innemen tussen de anderen jongens en meisjes. De muziek begon opnieuw en daar ging deel twee van de voorstelling, eentje die Camille moest uitzitten, wat ze dan ook weer helemaal niet erg vond. Eigenlijk had ze zin om iets te gaan drinken, feestje vieren op Storm’s terugkeer. Ze keek bedenkelijk naar haar gsm, misschien moest ze Tamara opbellen en vragen voor gezelschap. Maar dan viel haar oog op haar achtergrond, een foto van haar, Storm en Levi en ze wist meteen wat belangrijker was dan Tamara, het was Levi. Ze moest Storms kleine broer zeggen dat hij voor eventjes naar huis zou komen.
Ze stond nog steeds voor het zwart ijzeren hekje ten huize Hall, Levi liet zijn ogen over de woorden in de brief gaan, één keer, twee keer, drie keer voor hij aarzelend naar boven keek. ‘Het is geen grap?’ Vroeg hij serieus. Camille schudde glimlachend haar hoofd. Ze was blij dat ze niet de enige was geweest die zo verstomd reageerde op de brief van Storm. Levi was ouder geworden, slimmer, wijzer, Camille had geen idee hoe Storm zou reageren op zijn kleine broertje … al was hij lang zo klein niet meer. Angstaanjagend genoeg begon Levi Hall heel wat gelijkenissen te krijgen van zijn broer. Levi las het nog allemaal eens opnieuw en Camille bleef fronsend staan afwachten. Uiteindelijk gooide hij de brief omhoog en rende naar binnen. ‘Mam, broer komt naar huis!’ Schreeuwde hij zodat de hele buurt het kon horen. Er stopte een motor op de oprit en Camille keek over haar schouder naar Ethan die zijn helm van zijn hoofd trok. ‘Hall komt naar huis?’ Vroeg hij verbaast. ‘Waarom is iedereen daar zo verbaast over? Ik wist dat hij op een dag thuis zou komen.’ Merkte Camille kritisch op. Ze draaide zich naar Ethan, hij stapte van de motor af en nam de brief van haar over, las het even aandachtig als Camille en Levi het hadden gedaan. ‘We zijn niet allemaal zo hoopvol als jou Cam, wat met zijn mutatie?’ Dat laatste vroeg hij net iets zachter. Niet heel Londen wist over Storm Hall en Lupos, het waren enkel zijn ouders, Levi, Ethan, Tamara en zij die ervan wisten. ‘Hoe moet ik dat nu weten, Devon is mee, hij zal wel,’ ze trok een moeilijk gezicht en schudde verward haar hoofd. ‘Laten we daar niet aan denken, het belangrijkste is, is dat hij naar huis komt voor een weekje.’ Zei de dan weer compleet opgewekt terwijl ze Ethan het huis in duwde. Levi stond voor zijn moeder, ratelend, opgewonden en zo ongelofelijk blij. Camille glimlachte vertederend door het beeld, zijn moeder stond met de vaatdoek tegen haar borst gedrukt, vol ongeloof. ‘Hij brengt zijn vriendin toch mee?’ Vroeg ze meteen aan Camille. ‘Ja, Denni komt mee.’ Knikte Camille instemmend, alsof dit het allergewoonste was op de wereld, Storm met een vriendin. Ethan wreef in zijn handen en nam een biertje aan van Levi’s moeder. ‘Ik ga hem zo roosteren.’ Grinnikte hij. ‘Niemand roostert hier niemand.’ Waarschuwde Camille hem meteen. ‘Al zeker niet over hun relatie.’ ‘Hij zal het ook doen over mijn liefdesleven.’ Protesteerde Ethan meteen. Camille fronste haar wenkbrauwen en keek hem veelbelovend aan. ‘Jouw liefdesleven? Die knipperlichtrelatie met Tamara? Ik kan wedden dat hij haar nog steeds beter kent dan jou. Wat ik wil zeggen, het zal al vreemd genoeg zijn om drie mutanten in dit huis te hebben, ik wil niet dat Denni zich ongemakkelijk voelt in al dit,’ ze wees de omgeving rond en mevrouw Hall keek meteen beledigd. ‘Je wilt gewoon alles eerst zelf weten.’ Concludeerde Ethan gelijk. Camille opende haar mond om iets te zeggen maar sloot hem dan weer wijselijk. Misschien wilde ze wel alles als eerste weten. ‘Hij is mijn beste vriend.’ Besloot ze. ‘Ook de mijne.’ ‘Hij is mijn broer.’ Protesteerde Levi meteen. ‘En mijn zoon.’ Vulde de moeder van Levi aan. Camille grinnikte om dit gedeelde enthousiasme. Na lange tijd kwam de verloren zoon eindelijk thuis.
Onderwerp: Re: Tell the world that I’m coming home. wo aug 24, 2016 1:01 pm
Storm Hall
“Home wasn't a set house, or a single town on a map. It was wherever the people who loved you were, whenever you were together. Not a place, but a moment, and then another, building on each other like bricks to create a solid shelter that you take with you for your entire life, wherever you may go.”
Landing home
Hij had gedacht dat hij enige vorm van misselijkheid of duizeligheid zou voelen van zodra hij in de lucht zat samen met Lupos. De wolf was overprikkeld, hij was zo intensief bezig met zijn omgeving dat Storm eigenlijk amper rust vond op dat vliegtuig. Alle geuren, de hoogte waarin ze zaten stonden zijn afgrijselijke wederhelft totaal niet aan. Het koste Storm niet veel energie om de wolf tegen te houden maar het was een knagend gevoel ergens onderaan zijn maag. Op één of andere manier zou hij altijd onrust vinden in situaties als deze, altijd vroeg hij zich ergens af; wat als? Lupos had veel meer bewegingsruimte maar dat belette hem er niet van dat hij niet uithaalde naar Storm zelf. Dus Storm had een zekere focus nodig in dit alles en voor nu was dat Denni’s hoofd die zwaar tegen zijn schouder rustte, haar rustige ademhaling, haar langzaam kloppende hart. Als hij net genoeg focus legde in dat, dan verdween Lupos vanzelf weer naar zijn eigen ruimte en kon Storm toch ergens wat rust vinden.
‘Je zou haar moeten wakker maken Hall.’ Zei Devon zachtjes. Storm keek langs hem heen naar Denni die opnieuw in slaap was gevallen. Het was duidelijk dat ze liever de hele vlucht door sliep zodat ze niet zou moeten stressen om de kleine dingetjes, zoals hoogtevrees. Ondanks dat Storm het ook had voelde hij zich niet direct bedreigd door deze hoogte, niet zo erg als Lupos in ieder geval. ‘Waarom? Zodat ze zenuwachtig kan worden?’ ‘Voor dit uitzicht, kijk nou eens.’ Wees Devon door het raampje naar buiten. Storm volgde grijnzend zijn blik naar buiten. Ze vlogen tussen de wolken door langzaam naar beneden, richting Engeland. Maar het was inderdaad een spectaculair zicht. Soms zag je niets door de stapelwolken maar dan een andere moment kon je Engeland gewoon van bovenaf zien, de oceaan er rond omheen, alle kleine stukjes natuur en alle drukbevolkte stukken. En Devon keer ernaar met die grijns van oor tot oor. ‘Jij bent opgewonden.’ Merkte Storm oppervlakkig maar met een kleine grijns op. ‘Na al die tijd vast te zitten op dat eiland ben ik blij dat ik eens ergens heen kan. Met jou dan nog wel. Dit is een foto waard,’ hij nam zijn gsm en maakte gelijk een foto, hij, Storm en Engeland van door het raampje. ‘Heel Genosha moet weten dat StormOn in Londen is geweest.’ Merkte Devon op terwijl hij zijn wenkbrauwen tweemaal ophield. ‘En je vind het niet erg gezien de omstandigheden tussen jou en,’ hij zweeg en zijn gezicht kreeg iets bedrukts terwijl hij Devon afwachtend aan keek. Devon keek even star voor zich uit, probeerde het in zijn hoofd te beantwoorden voor hij het luidop zou zeggen. ‘Ze heeft ook haar leven.’ Besloot hij. Storm knikte in alle redelijkheid, het was waar. Wat zij mocht … mocht Devon ook, zo klaar duidelijk was het tussen hen momenteel. Althans, dat was de instelling van zijn beste vriend. ‘Trouwens, ik krijg al die Britse meiden te zien waar jij zoveel over te vertellen hebt.’ Ging Devon enthousiast verder. ‘Maak maar geen roekeloze beslissingen die je je later gaat beklagen.’ Reageerde Storm meteen. Devon rolde enkel eens met zijn ogen en schudde zijn hoofd. Hoe dichter ze bij Engeland kwamen hoe meer Storm door het raam naar buiten staarde. Daar ergens beneden was Camille op van de zenuwen naar het vliegveld aan het racen om hen op te wachten. En hij zat hier boven met hetzelfde gevoel naar buiten te kijken. ‘Ik hoor je hart razen tot hier.’ Merkte Devon grijnzend op. Storm ging terug goed in zijn stoel zitten en keek opzij naar Devon. Hij wierp een korte blik naar Denni voor hij zich terug op Devon richtte. ‘Worst case scenario,’ ‘Ik sla je KO en neem je mee naar het eerste beste bos. Hall, er gaat niets gebeuren.’ Stelde Devon hem meteen gerust. Storm kauwde bedenkelijk op zijn wang terwijl hij naar één van de stewards keek. ‘Wat als,’ ‘Geen wat als. Je gaat al maanden goed door, zelf je volle manen heb je onder controle. Hoe meer aandacht je aan hem geeft hoe erger je het zelf maakt.’ Onderbrak Devon hem meteen. ‘Devon heeft gelijk.’ Ze draaiden beide hun hoofd naar Denni die slaperig haar vingers over haar ogen liet gaan. ‘Trouwens, Lupos is een tamme hond bij Denni hier, je bent volkomen veilig.’ ‘Goed.’ Storm ademde diep in en keek terug naar buiten, geen Lupos, hij had het onder controle. Nee, hij had het niet onder controle, Denni had het onder controle.
Het voelde alsof hij niet vertrokken was in de eerste plaats. Het voelde zo vertrouwd, zo gewoon alsof hij hier nooit zo lang was weg geweest. Ondanks dat hij maar op een vliegveld stond leek het alsof hij hier honderd keer was geweest. De drukte immers zorgde ervoor dat Lupos een beetje feller werd, nieuwsgierig zelf omdat hij eens iets anders te ruiken kreeg dan een eiland als Genosha. En hij kende de weg blindelings, hij nam Denni aan haar hand en Devon langs de andere kant van zich mee richting de aankomsthal. Drie weken geleden had hij Camille voor het laatste geschreven en nu zou hij haar na al die jaren terug zien. Lupos had haar nooit goed gekend, al was één beeld en een herinnering genoeg voor de weerwolf om alle mensen in de aankomsthal te onderzoeken naar dat ene bekende … en dat vond hij al snel. Ze was amper veranderd, ouder maar ze had nog steeds dat brutaal “onschuldige” en hartverwarmende in haar blik. Het was alsof tijd was blijven stilstaan voor haar. Voor haar duurde het een heel stuk langer voor ze hem opmerkte, haar blauwe ogen kruiste de zijne en zelf vanop deze afstand kon hij zien dat ze al vreugdetranen in haar ogen had staan. De glimlach brak bij Storm open toen ze begon te rennen, tussen alle mensen door recht naar hem. Storm liet zijn rugzak op de grond zakken terwijl Lupos zich klaar maakte voor de volle impact van haar lichaam tegen het zijne. Ze gooide haar armen rond zijn nek en Storm ving haar behendig op, klemde haar tegen zich aan terwijl hij zijn hoofd tegen haar schouder begroef. En Camille begon te huilen, tranen van geluk weliswaar maar ze begon te huilen. ‘Je hebt me beloofd niet te huilen.’ Zei Storm meteen. Ze trok zich terug en keek hem met haar rood betraande ogen aan. Haar handen langs zijn wangen, tegen zijn borst alsof ze niet kon geloven dat hij het echt was. ‘Het is echt jij, god, Storm!’ Ze omhelsde hem opnieuw, steviger en harder. ‘Ik zou dit kunnen blijven doen Cam maar we zijn niet alleen.’ Bracht Storm haar na nog een volle minuut terug op aarde. En het was alsof zijn beste vriendin wakker schrok, ze maakte zich los en wierp een snelle verlegen blik naar Devon en Denni. ‘Camille dit zijn,’ ‘Devon en Denni.’ Maakte ze zijn zin met een kleine glimlach af. Ze richtte zich eerst naar Devon, gaf hem een vlug ietwat onzekere glimlach en omhelsde hem dan hartelijk. Bij Denni vond ze meer geruststelling en comfort. Storm voelde iets in zijn hart groeien toen hij toe keek hoe Denni en Camille elkaar kort omhelsde. Hij keek opzij naar Devon, zag hoe hij evenzeer naar de omhelzing keek. ‘Ze is off limits broer, je blijft van Camille af.’ Hij sprak het zo zacht maar met het gerust geweten dat Devon het perfect zou kunnen horen. Zijn beste vriend gaf hem enkel een geruststellend grijnsje en een schouderklopje en daarmee wist Storm al meer dan voldoende. ‘Ik had me dit moment op honderd verschillende manieren voor de geest gehaald,’ Camille zweeg en glimlachte liefdevol, gooide haar armen terug om Storm heen. ‘welkom thuis, ik heb je gemist.’ Prevelde ze. Storm sloeg een arm om haar middel en hield het gevoel vast. ‘Ik jou ook, meer dan je zou denken.’ Hij trok zich terug en schonk haar een glimlach. ‘Breng me naar huis Cammie.’ ‘Komt in orde.’ Knipoogde ze. Ze richtte haar blik naar Devon en Denni, opgewekte, vrolijker, socialer. ‘Ik hoop dat jullie klaar zijn voor een beetje Londen.’ Kondigde ze aan. ‘Ik ben klaar voor veel meer dan enkel dat.’ Klapte Devon wrijvend in zijn handen. Storm schudde glimlachend zijn hoofd en hief zijn arm op voor Denni om zich weer tegen hem aan te nestelen. Hoe onzekerder de omgeving, hoe dichter ze liever was. En dat gebaar had Camille meteen gezien.
Onderwerp: Re: Tell the world that I’m coming home. ma aug 29, 2016 8:22 pm
Camille Troy
“You have to love dancing to stick to it. It gives you nothing back, no manuscripts to store away, no paintings to show on walls and maybe hang in museums, no poems to be printed and sold, nothing but that single fleeting moment when you feel alive.”
Long time no see
Er was niemand meer voorbereidt op aankomend week dan Camille. Ze had letterlijk bijna al haar trainingen verzet om een hele week lang bij Storm en zijn vrienden te kunnen doorbrengen. Maar haar nauwkeurigheid had natuurlijk ook effect op de andere dichte vrienden en familie van Storm Hall. ‘Het is niet de President die langs komt hoor Cammie.’ Lachte Ethan geamuseerd. Camille bleef staan en richtte haar ogen kort naar Levi die serieus knikkend naast Ethan op de barkruk zat. Ze zuchtte en keek een tijdje in stilte naar de klok. ‘Daarmee zal het ook niet sneller vijf zijn Cammie.’ Merkte Levi grijnzend op. ‘Ik ben blij dat je broer naar huis komt, zo kan hij je eens wat bijschaven.’ Ging Camille er gelijk op in. Levi zette zijn hand onder zijn hoofd en keek schuin opzij naar Ethan die hem kort tegen de schouder stootte. ‘Zoveel valt er niet bij te schaven. Hij was maar drie jaar weg.’ Fluisterde hij geamuseerd. Levi greens breed en keek terug naar Camille die ijsberend door de keuken wandelde. ‘Kunnen we iets doen?’ Vroeg hij voorzichtiger. ‘Je moeder helpen uitladen.’ Wees Camille naar de achterdeur. Ze nam haar sleutels en draaide zich naar Ethan. ‘Denk je dat het goed komt, deze week? Ik ben bang dat ik dingen verkeerd ga doen?’ Vroeg ze hem zacht wanhopig. ‘Je bent Camille Troy, er is niemand die Storm Hall beter kent dan jij.’ ‘Ja maar ze zijn mutanten.’ Ging ze nerveus verder. Ethan kwam van de barkruk en duwde haar naar buiten richting haar auto. ‘Het is nog steeds gewoon Hall.’ Zei Ethan, hij bleef naast haar auto staan en keek kort naar Levi en zijn moeder. ‘Ja maar,’ ‘Oh my God Camille. Ik wil wedden dat Hall om dezelfde reden zit te panikeren in de lucht. Ga naar het vliegveld en wacht ze op. Ze zouden hier niet komen als hij het niet onder controle had.’ Hij trok de deur open en duwde haar de auto in. Camille gaf hem een strenge blik, al smolt dat door de twijfel en de onzekerheid. ‘Ik kom vanavond wel langs. Have fun.’ En hij sloeg de deur dicht. Camille keek naar haar stuur en besloot uiteindelijk de auto te starten. Het kwam in orde, ze ging naar de luchthaven en ze ging haar beste vriend na drie jaar terug zien. Ze kon dit.
Het verschrikkelijke aan al dit was wachten. Ieder geluid deed haar hoopvol opkijken, iedere bruine bos haar deed haar hunkeren naar de juiste persoon erbij. Ondanks dat zijn vlucht nog even niet zou landen was Camille al bezig met rond kijken. Ze was thee gaan halen, had wat rond gewandeld en had een tijdschrift gekocht waar ze honderd keer was door gebladerd, ze had zichzelf een tijd lang voor het raam geinstalleerd waardoor je de vliegtuigen kon zien staan, ze had zelf haar laptop mee. Tamara hield haar bezig door van die belachelijke Snap Chats te sturen waar Camille een beetje ontspanning bij vond. Ze haalde haar handen door haar lange lichtbruine haar, trok haar T-shirt recht en moest dan denken aan wat Ethan had gezegd … het was niet de President. Toch was ze zenuwachtig toen de vlucht werd aangekondigd, niet enkel voor Storm maar ook voor Devon en Denni. Ze wist dat hij het al over haar had gehad daar op het eiland en ze hoopte dat ze zou voldoen aan al die verhalen. Haar ogen gingen even naar het bankje achter zich, zich af vragend of ze erop zou staan en zo de aandacht naar zich te trekken zodat Storm haar gemakkelijk kon vinden. Maar hij was een weerwolf, hij zou wel snel zien … right? En naarmate meer mensen door de aankomsthal kwamen hoe meer ze de tranen achter haar ogen voelde prikken. ‘Komt je vriendje thuis?’ Vroeg een oud vrouwtje. ‘Wat? Nee,’ ze lachte onzeker en schudde heftig haar hoofd. ‘Mijn beste vriend komt op bezoek. Hij studeert in Amerika en ik heb hem drie jaar niet gezien.’ Legde ze snel uit. ‘Dan heb je veel om over bij te praten.’ Ze gaf Camille een beverig schouderkneepje en schuifelde dan weer weg. Camille keek haar paniekerig na, ja, ze hadden veel bij te praten na al die tijd. Ze voelde zich een sukkel, hoe ze hier stond te wiegen op de balen van haar voeten. Ze had Levi moeten mee nemen om haar gerust te stellen. Nu gingen er allerhande scenario’s door haar hoofd die ze liever niet werkelijk zou zien worden. Ze kneep in haar eigen handen terwijl haar voet tokkelde op de grond en haar ogen nog steeds over alle mensen gleden. En toen zag ze hem, eigenlijk viel haar oog eerst op Devon want hij was nu wel de persoon waar je niet naast kon kijken. Maar het kon niet op tegen Storm, ze voelde de tranen prikken achter haar ogen en ze begon te rennen. Ze wist niet of het een goed idee was vanwege zijn weerwolf maar ze deed het gewoon, ze rende op hem af en sprong hem in de armen. En ze begon te huilen, ze had zichzelf voorgehouden dat niet te doen. En omdat Storm dat ook opmerkte moest ze meteen ook zachtjes lachen terwijl ze hem helemaal bekeek. Hij was zoveel veranderd, zoveel ouder geworden, volwassener, wijzer? Hij had meer kleur, zijn haar was een tint bleker en hij zag er kortom zo gezond en gespierd uit dat ze zich begon af te vragen in welke staat ze hem had weggestuurd drie jaar geleden. Eigenlijk wilde ze daar uren staan, uren tot ze het zou beseffen dat hij de komende zeven dagen niet meer zou weg lopen. Maar zoals hij zelf aan gaf was hij niet alleen en meteen schoot die onzekerheid terug naar boven. ‘Sorry.’ Excuseerde ze meteen waarna ze zich naar Devon draaide. Ze beet onzeker op haar onderlip en omhelsde hem uiteindelijk toch hartelijk. Zijn omhelzing was al even stevig als die van Storm. Ze schonk Devon nog een snelle blik voor ze zich draaide naar Dennimae, er veranderde iets in haar blik, dankbaarheid? Vertrouwen? Herkenning? Ze liep op Denni af, met dezelfde onzekerheid in haar blik als de meid zelf ook had. Maar de omhelzing bracht een zekere warmte met zich mee waardoor Camille zich meteen thuis voelde in de situatie. Als er één ding was waar ze Storm nog niet in kende dan was het in een vaste relatie. Van binnen smolt ze helemaal bij het automatisme waarmee Storm zijn arm over Denni’ schouder legde en zij de veiligheid ging opzoeken van zijn lichaam. Ze had geen idee hoelang ze had zitten staren maar uiteindelijk richtte ze zich weer op het drietal. De opmerking die Devon maakte deed haar met een kleine glimlach naar hem opkijken. ‘Ik zal zien wat ik voor jullie kan doen.’ Besloot ze vriendelijk voor ze het drietal naar buiten leidde. Ze had zoveel vragen voor Storm, zoveel dat ze wilde weten maar hij moest eerst veilig thuis zijn, bij Levi en zijn ouders. Ze had nog zeven dagen om hem uit te horen.
Onderwerp: Re: Tell the world that I’m coming home. za sep 03, 2016 10:11 am
Storm Hall
“Home wasn't a set house, or a single town on a map. It was wherever the people who loved you were, whenever you were together. Not a place, but a moment, and then another, building on each other like bricks to create a solid shelter that you take with you for your entire life, wherever you may go.”
Home Sweet Home
‘Home sweet home.’ Kondigde Camille aan toen ze de bekende straat in reed waar de familie Hall al jaren woonde. Storm herkende nog alles, hij herkende de lelijke peperdure eiken voordeur van de buren en hij zag dat zijn vaders eindelijk zover geraakt was om eens een nieuw voorhekje in het smalle voortuintje te steken. Hij voelde zich niet zenuwachtig maar er was wel iemand anders in de wagen van wiens hart hoorbaar sneller klopte. Storm keek opzij naar Denni, hij wilde zijn blik geruststellend houden maar ze staarde naar buiten, in gedachten verzonken met waarschijnlijk een hoop gruwelijk vragen als; wat als zijn ouders haar niet aardig vonden? Storm had er nooit een moment aan getwijfeld dat iemand ook maar niet voor Denni zou kunnen vallen maar voor haar was het anders. Ze was zo zelfzeker niet en dat merkte zelf Camille op met een snelle blik door haar achteruitkijkspiegel. Ze parkeerde de auto aan de kant van de baan en iedereen stapte uit, Devon was al gelijk helemaal in een gesprek gedoken met Camille waardoor Storm twee seconden de tijd had om zich tot Denni te richten. ‘Ze gaan van je houden Denni.’ Sprak hij haar liefdevol toe. Hij had nooit gedacht dat er een dag kwam dat hij zijn vriendin aan zijn ouders zou moeten voorstellen. Zeker niet met de persoonlijkheid die hij had maar het was duidelijk dat Lupos ook goede dingen in het leven bracht, want hij had Denni en dat was het beste dat hem was overkomen sinds de weerwolf er was. En toch, na al die tijd leek ze te twijfelen over zijn woorden. Storm richtte een korte blik naar Camille en Devon voor hij zich weer op Denni richtte, zijn grootste zorg, nu op dit moment was de aanhoudende onzekerheid in Denni’s blik. Hij bracht zijn handen naar omhoog en omvatte haar gezicht. Hij behandelde haar altijd alsof ze zou breken onder hem, dus zijn aanraking was even zacht en voorzichtig als altijd. ‘Weet je hoe graag ze dit willen zien. Ondanks dat ze niets tegen mijn vrije karakter hadden waren ze stiekem wel op zoek naar de ware voor me. Jij,’ hij zweeg en streek een pluk van haar blonde haar naar achter. ‘gaat harten doen smelten. Weet dat je daar aardig goed in bent.’ Hij trok haar hoofd een beetje dichter en drukte zijn lippen tegen de hare in een korte kus. Toen hij zich terug trok straalden haar ogen zowel de vastberadenheid als de liefde uit naar waar hij op zoek was. ‘Zo ken ik je weer.’ Hij drukte een kus tegen haar voorhoofd en leidde haar dan terug naar Devon en Camille. Camille schonk hen beide een glimlach die Storm van mijlenver kon herkennen, ze was opgewonden om dit. Dit, de relatie die hij met Denni had was nieuw voor haar en ze was duidelijk van plan hen beide in de gaten te houden en helemaal te ontleden. ‘Broer!’ Storm zag in zijn ooghoeken iets naar zich toe rennen, hij liet Denni voor enkele seconden los en keek vol ontzag naar zijn tien jaar jongere broer. Levi sprong hem in te armen en Storm hield hem stevig vast. ‘Ik heb je zo gemist, ik ben zo blij dat je er bent en ik, ik,’ Levi zweeg, hij bleef maar ratelen en trok zich uiteindelijk van zijn broer los. Storm keek hem van top tot teen aan. ‘Levi Hall, ik zou je haast niet meer herkennen.’ Greens Storm verbaast. Wauw, zijn broer was veranderd, hij had eerlijk gezegd meer weg van hun moeder, een smal lang ventje met blondbruin haar en die enthousiaste blik. Maar Levi was trots, heel erg trots op zichzelf en dat deed Storm stralen. Om te weten dat zijn broertje het in die drie jaar had gered, dat maakte hem trots. Levi richtte zijn blik opgewonden naar Devon. ‘En jij bent Devon, je bent zo’n coole beer,’ ‘Levi.’ Onderbrak Camille hem streng. Het jongetje keek onschuldig over zijn schouder naar Camille. ‘Je weet wat ik heb gezegd.’ Waarschuwde ze hem met een kleine glimlach. ‘Zijn ego mag je strelen, hij heeft niets liever.’ Zei Storm terwijl hij Devon een geamuseerd schouderklopje gaf. Levi wilde eigenlijk meteen verder in gaan op Devon maar zijn ogen gleden dan naar Denni en hij kreeg een beleefd charmante uitdrukking op zijn gezicht waar zelf Storm zijn wenkbrauwen van fronste. Het was schattige charme, niet zo overheersend als de charme die Storm had maar even doeltreffend. ‘Het is heel leuk je hier te hebben Dennimae, ik hoop dat je het naar je zin zult hebben.’ Sprak hij haar beleefd en met dat uitgesproken Britste accent toe. Storm zijn mond zakte zachtjes open en hij keek meteen opzij naar Camille. ‘Van wie heeft hij dat geleerd?’ Wees hij zijn kleine broer aan. Er kon maar één iemand de charmante zijn in dit huis en dat was altijd Storm geweest, al had Levi blijkbaar geleerd hoe hij dat ook moest doen. ‘Hij is een Hall, wat had je verwacht.’ Greens Camille. ‘Bedankt Levi.’ Zei Denni, die ook duidelijk haar lach moest onderdrukken door op haar lip te bijten. Storm wreef zijn hand door Levi’s haar en keek dan naar zijn beide ouders die in de deuropening stonden toe te kijken. Er veranderde misschien iets in zijn blik, hij was ze beide meer verschuldigd dan enkel excuses. Beide zijn ouders hadden hem de beste opvoeding gegeven die hij zich maar kon missen, door hen was hij geworden wie hij nu was. Afgelopen drie jaar voelden als een soort leegte, een leegte waar hij nooit hun raad kon vragen of op hun steun kon rekenen. Storm liet Denni haar hand los eens ze bij de voordeur kwamen en zijn moeder zich losmaakte van haar man en op haar zoon afwandelde. ‘Mam.’ Begroette Storm haar liefdevol. Ze gooide haar armen om hem heen en Storm werd emotioneel in het moment, maar ook zijn vader en Camille werden dat. ‘Ik heb je zo gemist lieverd.’ Ze trok zich terug, legde haar hand langs zijn wang en keek hem met tranen in haar ogen haar zoon onderzoekend aan. ‘Je ziet er zo volwassen uit.’ Merkte ze meteen op. Ze haalde haar hand langs haar wang om een traan te bestrijden en richtte zich dan naar haar twee andere gasten. ‘Sorry, hoe onbeleefd van me.’ Excuseerde ze meteen. Storm draaide zich half om en legde zijn hand op Devon’s schouder. ‘Devon Garnet, ik heb heel erg veel aan hem te danken, niet enkel de vriendschap maar ook mijn leven.’ Stelde hij Devon voor aan zijn ouders. Mevrouw Hall schudde hem meteen hartelijk de hand en Devon toonde al zijn charme en beleefdheid van zijn kant. ‘Aangenaam je te leren kennen, Hall spreekt met altijd heel veel lof over jullie.’ Zei Devon gelijk. ‘Het is hem geraden.’ Bromde zijn vader van tegen de deurpost. Storm gaf zijn vader een glimlach voor hij zich tot Denni richtte. ‘Mam, dit is Dennimae Elscot.’ Hij hield zijn hand op naar Denni voor haar om het hare erin te leggen en trok haar een beetje vooruit. Ze was zo onzeker en verlegen dat Storm er zelf stil van werd. ‘En zij heeft mijn hart.’ Vervolgde hij half in gedachten verzonken terwijl hij Denni een glimlach schonk. ‘Nooit gedacht dat ik dit zou mogen mee maken, het is zo geweldig om je eindelijk in het echt te mogen ontmoeten Dennimae.’ Zei zijn moeder meteen gepassioneerd waardoor Denni een licht roze kleurtje op haar wangen kreeg. ‘Inderdaad, wie had dat gedacht.’ Merkte zijn vader gelijk op. Hij deed zich streng en helemaal stoer en ouderlijk voor maar Storm kon zien dat zijn vader even blij was met dit weerzien als de rest. ‘Je hoeft je niet groot en sterk te houden hoor pap.’ Glimlachte Storm. Zijn vader stak zijn hand uit maar Storm trok zijn vader kort in een omhelzing. ‘Blij je terug thuis te hebben jongen.’ Zei hij zachtjes. Storm keek hem grijnzend aan en richtte zijn blik dan terug naar de personen die hij drie jaar lang had moeten missen. ‘Het voelt goed om terug thuis te zijn.’ Knikte hij langzaam instemmend, vooral omdat hij dat met Denni en Devon kon doen.
Het waren heel wat mensen in één standaard huis maar het zorgde voor een zekere drukte, afleiding, exact wat Denni nodig had om zich niet al te onzeker voelen en exact wat Devon nodig had om zijn natuurlijk charmante zelf te zijn. Camille nam het op zich om Denni te “beschermen” als Storm niet in de buurt was en Levi had één en al oor voor Devon. Maar het was familie Hall op zijn maximum, de beleefdheid, de hoffelijkheid, de etiquette en het accent, het was alsof er meerdere versies van Storm door het huis wandelden. Iedereen was aangeschoven aan tafel, Camille recht tegenover Storm met naast zich Levi en Storms moeder. Storm met Devon en Denni naast zich en de vader des huize zat aan het hoofd. Mevrouw Hall had zich overtroffen met het eten, gevulde pasta, gevulde kip met een heerlijk sausje. ‘Dit is zo voortreffelijk mevrouw.’ Complimenteerde Devon zijn moeder. ‘Zeg gerust Dianna.’ Verbeterde ze hem meteen beleefd. Storm wist dat zijn moeder er een hekel aan had om met mevrouw aangesproken te worden, of bij haar achternaam. ‘Dianna, het is heel erg lekker.’ Corrigeerde Devon zichzelf glimlachend. Zijn moeder keek glimlachend naar alle tafelleden, blij om te zien hoe iedereen genoot van de maaltijd. ‘Hebben jullie een goede vlucht gehad?’ Vroeg hun vader beleefd. ‘Uitstekende vlucht, beetje last van de hoogte maar voor de rest was alles in orde.’ Antwoordde Storm met een korte blik naar Denni naast zich. ‘Geen hoogtepersoon?’ Vroeg Camille haar nieuwsgierig. Denni schudde zachtjes haar hoofd, richtte haar blik snel weer terug naar het eten. ‘Ik ben geen waterpersoon.’ Haalde Camille haar schouders op alsof ze er Denni mee wilde gerust stellen. ‘En ik ben bang voor,’ Levi keek afwachtend naar zijn grote broer. ‘Spinnen?’ ‘Niet meer, ik ben groot nu.’ Schudde Levi gelijk zijn hoofd. ‘De monsters onder je bed?’ Vroeg Storm hem meteen verder uit. ‘Ik heb hem gezegd dat als hij de monsters onder zijn bed voldoende eten geeft dat ze niets zullen doen.’ Onderbrak Camille hen meteen, ze gaf Storm een strenge blik. ‘Ik heb ze vandaag geen eten gegeven.’ Merkte Levi fronsend op. En iedereen begon te lachen over de onschuldigheid waarmee Levi op het onderwerp in ging. ‘Over bedden gesproken. Jullie hebben voor vannacht geen hotel.’ Bracht Camille ongemakkelijk naar voor. Storm keek haar onmiddellijk onbegrijpend aan. ‘Wat, je kunt niet hier allemaal slapen, er is te weinig plaats. Vanaf morgen gaan jullie op hotel, ontbijt enzo inbegrepen.’ ‘Devon kan op de grond slapen, beren slapen in het wild ook op de grond.’ Grapte Storm gelijk. Iedereen was gelijk stil door het “mutantengrapje” … enkel Devon, die zat te lachen. ‘Waar zijn je manieren?’ Vroeg Dianna dan uiteindelijk. ‘Het is een grapje mam, ik zal geen mutantengrapjes meer maken.’ Hij rolde ongezien met zijn ogen naar Devon die zijn flesje bier erbij nam terwijl nog steeds zat te grijnzen. ‘Wij kunnen wel op de bank slapen.’ Zei Devon meteen joviaal. ‘Je bent in Londen maat, ze laten je hier nooit op de bank slapen.’ Zei Storm meteen. En zo was het, ze waren zo in de wolken met hun gasten dat waarschijnlijk geen één van alle drie op de bank zou hoeven te slapen. ‘Storm heeft gelijk, dat is veel te ongepast.’ Zei Storms moeder, ze gaf Denni een bekommerende blik. ‘Er kunnen er twee op mijn kamer slapen.’ Stelde Levi gelijk voor. ‘En we hebben één gastenkamer voor jou Devon.’ ‘Levi slaapt wel op de bank.’ Knikte hun vader meteen instemmend alsof het de normaalste zaak in de wereld was dat de jongste zoon maar op de zetel moest slapen. Maar voor gasten moest iedereen ruimen, gelukkig vond Levi het geen probleem. ‘Dus ik moet het monster onder je bed eten geven?’ Vroeg Storm aan zijn broer. Levi grinnikte en schudde geheimzinnig zijn hoofd. ‘Monsters bestaan niet broer.’ Fluisterde hij over de tafel heen waardoor iedereen weer begon te glimlachen. ‘Ik ga wel thuis gaan slapen.’ Gaf Camille tegen haar zin toe. ‘Ik loop niet weg.’ Knipoogde Storm haar toe, ze klaarde gelijk weer op. ‘Waarom is de draak niet mee?’ Vroeg Levi nieuwsgierig. Storm keek zijn kleine broer fronsend aan, hij was er een stuk directer op geworden in die drie jaar. ‘Er moet iemand het eiland bewaken als ik er niet ben.’ Greens Devon. Levi keek meteen afwachtend naar zijn grote broer. ‘Het is waar hoor. Trouwens, die draak heeft ook een naam.’ ‘Nadya.’ Vulde Camille het gesprek meteen aan. Camille stond op en gaf Devon, Storm en hun vader nog een biertje terwijl ze zelf weer de fles rode wijn bovenhaalde. Storm wees meteen naar het lege glas van Denni. ‘Storm, nee.’ Protesteerde ze amper hoorbaar. ‘Komaan, klein beetje, om te ontspannen.’ Zei hij met een verleidelijke blik naar de wijn, Denni was altijd stuk meer chatty als ze wat drank binnen had. ‘Ik wil geen,’ ‘Darling, ze zijn mij gewoon. Ik ga je niet dronken voeren,’ Ze haalde haar hand langzaam weg van het glas zodat Camille het kon aanvullen. ‘Vandaag toch niet.’ Hij knipoogde naar haar. Camille gaf hem een strenge blik. ‘Je bent geen haar veranderd, weet je dat?’ Merkte ze kritisch op. Ze gaf geen vol glas, ze gaf iets minder dan de helft en glimlachte kort naar Denni, ter bemoediging. Storm liet zijn arm achter Denni’s armleuning rusten en tokkelde zijn vingers kort op haar schouder. ‘Je weet dat ik je nooit zou dronken voeren waar mijn ouders bij zijn?’ Vroeg hij haar zachtjes. Haar lichtte ogen keken hem een tel aan voor haar glimlach tevoorschijn kwam, wat meteen ook de zijne wat liet verbreden. Toen hij opkeek zaten zowel Camille en zijn moeder naar hen beide te kijken. Denni sloeg haar blik neer en Storm haalde zijn arm weg van achter haar armleuning, zij zou pas ontspannen als ze alleen was in de kamer met Storm of ze weg was uit deze situatie.
‘Dus vertel eens over het eiland waar jullie zitten?’ Vroeg hun moeder uiteindelijk nieuwsgierig toen ze het dessert aan bracht. Ze hadden het er de hele maaltijd niet over gehad maar nu kwamen de meer mutant gerichte vragen naar boven. Dat werd onderbroken door de deurbel. ‘Ik ga wel.’ Zei Camille meteen. Ze legde haar servet naast haar bord en liep richting de voordeur. Storm had zijn beste vriend in drie jaar niet gezien maar de geur herkende hij meteen. De lange jongen kwam binnen en Storm stond gelijk op om hem te begroeten. ‘Storm Hall.’ Begroette Ethan hem met die glimlach van oor tot oor. Ze gaven elkaar een hand en een vriendschappelijke omhelzing. ‘Wauw, het mutant zijn doet je goed Hall.’ Zei hij blikkend op Storms gezond gespierde uitstraling. Maar Ethan zelf zag er ook een stuk beter uit, zelfzekerder. Storm wist dat Ethan altijd een beetje in de schaduw van Storm had gestaan maar nu had hij dat ruimschoots ingehaald. ‘Waar is Tamara?’ Vroeg Camille meteen. Ethan keerde zich naar haar en rolde zijn ogen. ‘Ze studeert voor haar herexamens.’ ‘Ik geloof je niet, jullie zijn gewoon niet meer samen,’ Camille zweeg eventjes. ‘weeral.’ Benadrukte ze er gelijk na. ‘Ik heb het gehoord.’ Knikte Storm veelbelovend. ‘Waar is die partner in crime van je die het voor elkaar kreeg de naam beste vriend te stelen?’ Vroeg Ethan gelijk. ‘Hij is een betere beste vriend weet je.’ Wees Storm kort naar Devon. Ethan grinnikte meteen. ‘Ik heb gehoord waarom dat is.’ Knikte Ethan meteen terwijl hij Devon met een stevige handdruk begroette. ‘Het is echt leuk om je te mogen ontmoeten Devon.’ Zei Ethan gelijk opgewekt. Camille keek goedkeurend toe, dat beloofde feest te worden. ‘En deze knappe jongedame,’ draaide Ethan zich naar Denni. ‘Als je je charme-kaart gaat bovenhalen weet dat het niet gaat werken want ze is meer gewoon van mij.’ Glimlachte Storm terwijl hij over zijn stoelleuning stond gebogen en toe keek hoe Ethan zijn gezicht kort betrok. ‘Alsnog,’ benadrukte Ethan terwijl hij zich terug naar Denni richtte. ‘Ik begrijp waarom Storm settelt voor jou.’ Storm trok een pijnlijk gezicht en keek grijnzend opzij naar Devon. ‘Aangenaam je te leren kennen Dennimae.’ ‘Genoeg met haar lastig te vallen, wil je nog dessert mee eten of niet?’ Redde Camille de akward situatie terwijl Denni naar haar glas wijn greep. Storm schonk Camille een dankbare glimlach en ging terug zitten. Denni legde haar hand voorzichtig op zijn bovenbeen zonder dat het teveel opviel. De blik die ze hem gaf sprak boekdelen, ze was moe, ze was gespannen en ze wilde weg uit de situatie. Camille wierp een blik naar haar en dan naar Storm, knikte zachtjes. ‘Mam, is het goed als ik Denni naar haar kamer breng, ik denk dat de jet lag zijn werk begint te doen.’ Merkte hij met een kort bezorgde blik naar Denni op. Dianna sprong gelijk van haar stoel. ‘Natuurlijk!’ Zei ze meteen. Storm legde zijn hand tussen Denni’s schouderbladen en leidde haar richting de juiste kant. ‘Ik ben straks terug.’ Zei hij tegen Devon, maar die was zo opgegaan in het gesprek met Ethan en zijn vader dat Storm niet eens wist of hij het wel had gehoord.
Het was pas als de deur van zijn oude kamer toe viel dat Denni eindelijk begon te ontspannen. ‘Je had meer wijn moeten drinken.’ Glimlachte hij terwijl zijn lichaam tegen de gesloten deur bleef rusten. ‘Nu denken ze vast dat ik,’ ze haalde haar handen door de lucht en wandelde op Storm af, sloeg haar armen rond hem heen. Storm drukte zijn lippen tegen haar hoofd en greens zwakjes. ‘Je bent uitgeput, ik zou het ook zijn maar Lupos houd me wakker.’ Hij trok zich een stukje terug, omvatte haar gezicht haast teder. ‘Rust uit, slaap, morgen zal het allemaal beter zijn.’ Beloofde hij haar zachtjes. ‘Kun je blijven?’ Vroeg ze fluisterend. Storm nam haar gezicht onderzoekend, van de vermoeidheid in haar gezicht tot de lichte wanhoop in haar ogen. ‘Ben je bang voor het monster onder het bed?’ Vroeg hij met een gespeelde glimlach. Hij masseerde zijn handen kort over haar schouders terwijl zijn ogen ieder detail van haar gezicht bleven opnemen. ‘Nee, maar ik hou niet van drukte en ik denk altijd dat ik de verkeerde indruk ga nalaten. En ik wil niet alleen zijn.’ Ze baalde haar handen tot vuisten en drukte ze tegen zijn borst aan, sloot haar ogen een moment lang. Storm kon haar haast zichtbaar voelen ontspannen onder zijn handen. ‘Ik loop nergens heen, trouwens, Camille zal het altijd voor je opnemen.’ ‘Ze is aardig.’ Stemde Denni zachtjes in. ‘Dat is ze inderdaad. Maak je klaar,’ hij haalde zijn handen van haar schouders. Ze keek hem meteen weer aan. ‘ik blijf.’ Stemde hij in. Ze drukte een snelle kus op zijn lippen en liep dan naar haar bagage om zich klaar te maken voor de nacht. En in die minuten bleef hij beweegloos tegen de muur staan, want Denni vond rust bij Storm en Lupos vond dat bij Denni dus onrechtstreeks ontspande hij ook net iets meer omdat Lupos dat ook deed nu Denni kalmer was. Hij schopte zijn schoenen uit en ging op zijn rug in het bed liggen waar hij vroeger jarenlang had in geslapen. Denni nestelde zich meteen tegen hem aan, haar hoofd in de kromming van zijn arm, haar hand op zijn borst. Zijn vingers gleden met zekere regelmaat door haar blonde haar terwijl hij de kamer rond keek. Alles was een beetje hetzelfde gebleven. Aan de rechterkant hingen de tekeningen van zijn broertje, links nog steeds die grote wereldkaart. Alleen sliep hij nu aan de rechterkant, in het bed waar Storm altijd in had geslapen. Het vulde hem met herinneringen, herinneringen waar hij aan zijn bureau zat te studeren terwijl zijn broertje lag te slapen of waarin Camille wild op zijn bureaustoel rondjes draaide terwijl Storm dilemma’s probeerde op te lossen. Hij had geen idee hoe lang hij daar lag, maar uiteindelijk was het voelde. Hoorde hij de diepe regelmatige ademhaling van Denni en kon hij naar beneden geraken zonder haar wakker te maken.
Onderwerp: Re: Tell the world that I’m coming home. wo sep 07, 2016 7:15 pm
Camille Troy
“You have to love dancing to stick to it. It gives you nothing back, no manuscripts to store away, no paintings to show on walls and maybe hang in museums, no poems to be printed and sold, nothing but that single fleeting moment when you feel alive.”
Morning Persons
Al van bij zessen was ze wakker, aangekleed en had ze al aangeschoven bij de bakker voor verse ontbijtkoeken. Ze had Storm’s lievelingsthee mee en was blij om te zien dat het huis van familie Hall er even uitgestorven bij lag als iedere vroege ochtend dat ze hier kwam. Vroeger deed ze het veel vaker maar in de laatste jaren viel ze de familie niet meer zo vaak lastig als ze vroeger zou doen. Ze stak de sleutel voorzichtig in het sleutelgat en liet de voordeur even zachtjes weer dicht vallen terwijl ze door de woonkamer naar de keuken sloop. ‘Heb jij nog altijd een sleutel van de voordeur?’ Ze schrok zo hard dat een kort gilletje haar keel verliet. ‘Storm,’ siste ze kwaad. Hij zat aan de keukentafel en keek haar grijnzend aan. ‘je bent nooit vroeg wakker.’ ‘Sinds drie jaar wel.’ Gaf hij haar gelijk het tegen antwoord. ‘Wat is vroeg?’ Vroeg ze terwijl ze de keukendeur zachtjes sloot omdat Levi in de zetel nog lag te slapen. ‘Normaal rond drie of vier uur, als Lupos wil rennen. Denni maakt het niet iets dragelijker voor me.’ Antwoordde Storm haar zachtjes. ‘Je weet toch hoe ongelofelijk romantisch dat klinkt?’ Vroeg Camille met een kleine grijns. Storm draaide zich op zijn stoel en keek haar met een zwakke glimlach aan. ‘Ik weet het.’ Hij staarde een tel lang dromerig voor zich uit tot Camille zijn aandacht trok met het zakje thee. ‘Dat had je niet hoeven doen.’ ‘Je bent hier maar zeven dagen dus ik geef je het beste van Londen.’ Ze nam gelijk twee koppen en zette warm water op. Het was stil terwijl ze de thee klaar maakte, aangenaam stil. Camille keek zwijgend naar Storm, die op zijn beurt zwijgend naar de waterkoker keek. Dit was zo’n vertrouwd beeld, een oud beeld maar zo vertrouwd. Toen de thee klaar was zette ze één kop voor hem neer, zette de tafel en ging dan zelf tegenover hem zitten. ‘Gisterenavond was geslaagd.’ Begon Camille gelijk. Storm keek naar het cirkelende water en knikte langzaam instemmend. ‘Ik heb zo lang uitgekeken naar een moment als dit, terug komen,’ hij liet zijn blik terug naar haar toe gaan en schudde zachtjes zijn hoofd. ‘soms vergat ik het maar ergens diep van binnen zal het daar nooit thuis zijn zoals het hier was.’ ‘Hoeft ook niet.’ Zei Camille meteen. Ze nam hem onderzoekend op en glimlachte dan flauw. ‘Je bent gelukkig, toch?’ Vroeg ze voorzichtig. Storm keek haar een hele lange tijd in stilte aan en knikte dan zachtjes. ‘Ondanks alles wel. En dat heb ik niet aan mezelf te danken.’ Glimlachte hij wrang. Ze zag hoe hij zijn handen rond zijn tas thee klemde en er in stilte naar staarde. ‘Storm,’ ze legde haar hand op zijn pols en probeerde zijn blik te vangen. ‘Je hebt het onder controle?’ Vroeg ze voorzichtig. Hij kneep in zijn neusbrug en als ze hem nog steeds even goed kende als vroeger wist ze dat het een hoop opgekropte emoties waren die vrijheid zochten. ‘Nee, zij heeft het onder controle.’ ‘Denni?’ Storm keek haar aan en knikte langzaam. ‘Waarom enkel zij?’ ‘Omdat ik van haar hou.’ Prevelde Storm zonder zijn blik op haar te richten. Camille keek hem in stilte aan, kneep in zijn pols. ‘En zij houdt van jou. Jullie alle drie, jullie wisselen blikken met zoveel inhoud die ik zelf niet kan ontcijferen. Jij beschermt haar en Devon beschermt jou maar onrechtstreeks is hij er ook voor haar. De band die jij met zowel Devon als Denni hebt is speciaal.’ Legde ze geduldig uit. Ze zuchtte en klemde haar handen weer om haar eigen kop. ‘Devon doet het meeste, als ik hem niet als kamergenoot zou hebben gehad dan,’ hij schudde zijn hoofd en glimlachte zwak. ‘dan had het allemaal zoveel anders kunnen uitpakken. Maar Devon is als een broer voor me, beter, hij is een broer. Hij redde me meer van mezelf dan ik kan tellen.’ ‘Ik weet het.’ Glimlachte Camille, alsof ze al die tijd er ook was bij geweest en het had gezien. Maar ze had de vele brieven gelezen en ondanks dat ze die momenten er niet was kon ze het zo lezen in zijn woorden. ‘Zou je naar huis gekomen zijn zonder hem?’ Vroeg ze na een kleine stilte. Storm schudde langzaam zijn hoofd. ‘Nee, ik zou hem niet achterlaten op een eiland om hierheen te komen. Hij heeft hier evenveel nood aan als ik. Hij toont het niet maar hij heeft een zwak hart ergens diep vanbinnen.’ ‘Wel, dat is niet de eerste keer dat ik dat zie.’ Greens ze opgewekt, en dat zorgde ervoor dat hij dat ook onrechtstreeks weer werd. ‘Devon is een hardere noot om te kraken dan ik.’ ‘Geef me een week, ik kraak hem wel.’ Zei ze terwijl ze haar wenkbrauwen tweemaal ophaalde. Storm leek eventjes verder weg met zijn gedachten. ‘Is zijn relatie nog steeds zo wisselvallig?’ Raadde ze zijn blik. Storm keek haar aan en haalde zijn schouders op. ‘Hij zegt er niet zoveel over.’ ‘Hmm.’ Reageerde ze enkel bedenkelijk. Camille zag de klink van de keukendeur naar beneden gaan en Denni stak haar hoofd om de hoek, haar ogen schoten automatisch naar Storm voor ze verlegen glimlachte naar Camille en de keuken binnen wandelde. ‘Jij bent vroeg op.’ Merkte Storm meteen op. ‘Vreemd bed, gok ik.’ Raadde Camille. ‘Zoiets.’ Glimlachte Denni. ‘En het feit dat jij er niet was Storm.’ Ze schonk haar beste vriend een schalkse glimlach. ‘Ook.’ Stemde Denni knikkend in. Camille keek toe hoe Storm Denni op zijn schoot trok en haar begroette met een kus. De blikken die ze wisselde was zoveel meer dan enkel een goedemorgen, het was zo … intens? ‘Ga je dat zeven dagen lang doen?’ Trok Storm haar uit haar gestaar. Camille beet op haar onderlip en richtte zich op haar thee. ‘Het is grappig.’ ‘Grappig?’ Vroeg Storm. ‘Ik ken je op ieder vlak, maar een vaste relatie heb je nooit langer dan vier maand volgehouden. Dit is even nieuw voor mij als het is voor jou.’ Verklaarde ze het terwijl ze Denni een kleine glimlach toe wierp. ‘Hoe was hij hiervoor?’ Vroeg Denni dan plots. Camille fronste haar wenkbrauwen en keek bedenkelijk naar Storm. ‘Hoe is hij op Genosha?’ Vroeg ze gelijk terug. ‘Charmant, uitgaand, zorgzaam, voorzichtig maar,’ Denni zweeg en keek bedenkelijk naar Storm. ‘Gebroken?’ Maakte Camille de zin suggestief af. Denni haalde haar blik weg van Storm en knikte langzaam. ‘Hij onderdrukte het maar het was er wel.’ ‘Dat is Storm, hij onderdrukt alles.’ Glimlachte Camille. ‘Mag ik jullie dames eraan herinneren dat ik hier ook nog zit?’ Vroeg Storm met een charmante glimlach. Camille zwaaide haar hand kort door de lucht en richtte zich weer naar Denni. ‘Dat zorgzame heeft hij altijd gehad, alleen toonde hij het niet zo vaak als hij nu doet. Hij was die charmant bekende Brit waar iedereen voor in katzwijm viel en daar hoorde natuurlijk een beetje ego bij. Voorzichtig is hij hier nooit geweest.’ Bedacht ze luidop. ‘Geef Denni geen verkeerd beeld over mij.’ ‘Dat is aan haar om te bepalen.’ Glimlachte Camille opgewekt. Storm keek afwachtend naar Denni, ze streek haar vingers door zijn warrige haar en drukte een kus op zijn lippen. Daarmee was genoeg gezegd. ‘Ik wil zo graag alles over jullie twee weten.’ Biechtte Camille op. Storm keek haar glimlachend aan voor zijn blik naar Denni gleed. ‘Dat zijn vrouwenzaken.’ ‘Maar goed dat ik Denni dan mee uit shoppen neem.’ Reageerde Camille gelijk, en daar was Denni duidelijk ook blij mee.
‘Hoe lang slaapt hij normaal gezien?’ Vroeg Camille aan Storm terwijl ze in de deuropening van de gastenkamer stonden te kijken hoe Devon lag te slapen. ‘Daar plakt hij geen uur op.’ ‘Doen beren een winterslaap?’ Vroeg Levi die tussen hen in stond. ‘Hij wordt een ijsbeer in de winter maar hij doet geen winterslaap. Hij slaapt gewoon in het algemeen heel erg graag.’ Gaf Storm grijnzend antwoord. ‘Hoe maak jij hem altijd wakker?’ Vroeg Camille nieuwsgierig. ‘De harde manier maar,’ hij wees haar de kamer in. ‘geef het je beste kans.’ Daagde hij Camille uit. Ze kneep haar ogen samen en keek twijfelend naar het slapende lichaam van Devon. ‘Gaat hij boos worden?’ Vroeg ze voorzichtig. ‘Op jou? Nee. Ik denk dat hij er al zijn hele leven van droomt om wakker gemaakt te worden door een Britse knappe jongedame.’ Wiebelde Storm uitdagend met zijn wenkbrauwen. Camille ademde eens diep in, trok haar stoute schoenen aan en liep de kamer binnen tot het bed waarom Devon lag te slapen. Ze twijfelde even maar duwde haar vingertoppen dan voorzichtig tegen zijn blote schouder. ‘Devon, opstaan.’ Fluisterde ze luid. Camille keek over haar schouder naar Storm die grijnzend vanuit de deuropening stond te kijken. ‘Devon!’ Riep ze wat luider. Devon bewoog miniem maar het was gelijk weer stil. ‘Meen je dat nou?’ Vroeg ze aan Storm. Ze draaide zich terug naar Devon, hurkte neer naast het bed en keek hem aandachtig aan. ‘Ik zou hem hier gewoon ook kunnen laten liggen, de deur op slot doen en dan kan hij vanavond niet mee naar je party.’ Begon Camille gelijk. ‘Ik ben een beer, ik beuk die deur open als het moet.’ Mompelde Devon. Camille keek hem fronsend aan, met een tevreden glimlach. ‘Zie,’ ze keek naar Storm. ‘Een beetje liefde maakt zelf de diepste slaper wakker.’ ‘Dat is omdat het enkel van jou komt.’ Knipoogde Devon. Camille rolde haar ogen en kwam recht. ‘Opstaan, we hebben een drukke dag voor de boeg.’ Commandeerde ze hem. ‘Ja baas.’ Kreunde Devon terwijl hij zich uit rekte. Camille liep de gang op maar niet zonder de laatste woorden van Devon te horen. ‘Gelukkig dat ze er zo goed uit ziet. Van jou had ik het nooit gepikt.’ Camille glimlachte zelfvoldaan en liep naar beneden. Goed, precies zoals het hoorde. Alles verliep volgens plan en zou hoogstwaarschijnlijk eind deze avond compleet uit de hand lopen.
Onderwerp: Re: Tell the world that I’m coming home. di sep 13, 2016 9:04 pm
Storm Hall
“Home wasn't a set house, or a single town on a map. It was wherever the people who loved you were, whenever you were together. Not a place, but a moment, and then another, building on each other like bricks to create a solid shelter that you take with you for your entire life, wherever you may go.”
Party Hard
Om de hele dag rond te trekken door Londen, met een gids als Camille en Storm, het was wel iets. Het deed gegarandeerd ook pijn aan de voeten, niet zijn voeten maar die van Camille en Denni. Toch … de sfeer zat zo goed dat niemand klaagde over pijn of vermoeidheid. Storm had zich in maanden niet zij vrij gevoeld als nu, wat in zekere zin wel opletten was want Lupos had al meermaals blijk gegeven van zijn aanwezigheid door te drukken op Storm waardoor soms zelf wolvenzicht getriggerd werd. Maar het was dragelijk, hij werd er niet onrustiger door en hij was blij dat Devon er was om hem tegen te houden indien nodig. In Londen werden mutanten niet geapprecieerd dus ze moesten sowieso een beetje meer gaan oppassen met wat ze deden. Ze waren allemaal naar het huis van Camille getrokken om zich klaar te maken voor een nachtje feesten, zelf Ethan was erbij. Storm keek naar zichzelf in de spiegel, hij kneep zijn ogen dicht en schudde zijn hoofd. ‘Oke?’ Vroeg Devon hem met een onderzoekende blik. Storm drukte zijn handen af van de wastafel en keek opzij naar zijn beste vriend. ‘Voor nu wel maar ik denk dat ik vannacht wel ga moeten rennen, uit veiligheid.’ Hij wierp een snelle blik naar Denni en Camille die druk bezig waren met hun make up. De laatste wie hij wilde dat zich zorgen zou gaan maken om hem was Denni en Camille. ‘Is goed, ik ga wel mee. Ik denk niet dat er veel slapen van in huis zal komen.’ Grinnikte Devon terwijl hij een nummer aanduidde in zijn afspeellijst en met de muziek mee de badkamer uit slierde. Storm maakte zich verder klaar alvorens hij de badkamer uit liep. Ondertussen had Camille iedereen al bevoorraad van een biertje. Buiten zij en Denni, zij hadden Gin Tonic in hun glas. ‘Dit is een veel te groot huis.’ Merkte Devon op terwijl hij het huis rond keek alsof hij in een museum woonde. ‘Ik heb rijke ouders.’ Reageerde Camille waarna iedereen op keek toen de deurbel ging. Ze slierde over de gladde vloer naar de voordeur en trok die open. Ondanks dat Storm in de woonkamer stond bij de andere kon hij heel gemakkelijk de stem herkennen. Camille verscheen in de deuropening en wierp Storm een korte blik alvorens ze Tamara binnen liep. ‘Storm Hall.’ Zei ze een kleine glimlach. ‘Tamara Ozera. Je ziet er steeds even stralend uit.’ Glimlachte Storm. ‘Jij mag er anders ook wel wezen. Doet je mutatie dat of doe je extra hard je best om er goed uit te zien.’ Ze kneep in zijn bovenarm voor ze haar armen om hem heen sloeg. ‘Ik heb je gemist Hall.’ Zei ze enthousiast. Ze trok zich terug en drukte een kus op zijn wang, gaf hem die glimlach waar hij vroeger meteen voor zou bezwijken. ‘Tamara, Devon Garnet.’ Stelde hij Devon voor. Tamara draaide zich naar Devon, met een stralende glimlach en die blik over zijn lichaam voor ze hem ook begroette met een kus op zijn wang. Zo was ze nu eenmaal, vrijuit, onbegrensd, ze dacht nooit na voor ze iets zei. Ze was Italiaans, bloedmooi maar fel. ‘En Dennimae Elscot, mijn vriendin.’ Wees hij dan richting Denni. Storm zijn ogen gleden kort over het zwarte jurkje dat ze aan had, zwart was altijd haar kleur geweest. ‘Ik had al gehoord dat Hall een vriendin had. Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?’ Vroeg ze aan Denni terwijl ze haar ook vrolijk begroette met een kus op haar wang. ‘Liefde.’ Antwoordde Camille gelijk. ‘Jij en Ethan schijnen ook wat te hebben.’ Veranderde Storm het onderwerp meteen. Hij zette zijn flesje bier tegen zijn lippen en keek tussen Tamara en Ethan in. ‘Te zien wat je definitie is onder wat hebben.’ ‘Mijn definitie is dat we nu vertrekken.’ Besloot Camille. Ethan en Tamara wisselden een paar korte blikken waarvan Storm meteen moest grijnzen. ‘Dat komt mij bekend voor.’ Zei hij met een subtiele blik opzij naar Devon terwijl iedereen naar buiten wandelde. ‘Lach maar.’ Zuchtte Devon grijnzend. ‘Ik ben bezig.’ Storm ontweek een schouderklop en zweeg voor de rest wijselijk.
Storm en de partysquad had vroeger hun vaste stek gehad in Londen waar ze samenkwamen op vrijdagavonden of feestjes hielden. Ook nu had Camille één van die vaste plekken gekozen waar al tal van oud bekende gezichten zaten samen gescharreld. ‘Ik veronderstel dat ze allemaal denken dat ik studeer in Amerika?’ Vroeg hij voor de zekerheid aan Camille. ‘Niemand weet iets.’ Stelde Ethan hem gelijk gerust. Camille baande zich meteen een weg naar de bar terwijl Storm en de anderen rond één van de bartafels gingen staan. Er waren veel bekende gezichten, de ene al meer verbaasd dan de andere om er Storm terug te zien. Maar één ding hadden ze allemaal te zeggen, hij zag er goed uit. Als je hem drie jaar geleden zou terug zien zou het niet zo geweest zijn, dat deel had hij grotendeels te danken aan Devon en Denni, en half Genosha. ‘Hou je niet in.’ ‘Alsof ik dat van plan was.’ Zei Devon grijnzend terwijl hij zich draaide en zijn ogen langs alle vrouwen in de club liet gaan. Camille kwam terug met kleine shotglaasje, iedereen nam meteen een glaasje. ‘Op Londen en op vanavond.’ Zei Camille terwijl ze klinkte met Denni en beide de inhoud gelijk naar achter kieperde. Storm keek fronsend naar de twee dames en keek dan opzij naar Devon en Ethan. ‘Op ons.’ Ze klinkten en goten de inhoud naar achter. ‘Wie wordt hier niet snel dronken?’ Vroeg Camille actief boven de muziek uit. Storm stak zijn hand op en sloeg het dan op tafel. ‘Waarom wil je dat weten?’ Vroeg hij meteen. ‘Omdat ik niet van plan ben sober te blijven!’ Riep Camille terug. Ze wierp een actieve glimlach naar Denni, die meteen werd beantwoord. Oh boy. Tamara kwam aangewandeld met bier en sterke drank en in no time had iedereen drinken voor zijn neus. ‘Zoals oude tijden Hall.’ Greens ze uitdagend. Storm wierp een blik naar Denni die om iets wat Camille zei om te lachen alvorens hij opzij keek naar Devon die al half tussen de massa was verdwenen. Hij nam zijn flesje bier en hield het naar Ethan en Tamara op. ‘Op de partysquad.’ Knipoogde hij. Ethan knikte instemmend en herhaalde die woorden. Ze waren dan maar met twee, de herinnering aan Londen en zijn partysquad zou blijven hangen. ‘Het is niet meer hetzelfde Hall.’ Zei Ethan na een kleine stilte. Storm keek zwijgend naar Camille en Denni die over de muziek tegen elkaar zaten te schreeuwen. ‘Je weet dat als ik de tijd zou kunnen terug draaien, ik het zou doen.’ ‘Hebben ze daar geen mutanten voor?’ Vroeg hij met een grijnsje. Storm grinnikte en schudde zachtjes zijn hoofd. ‘Bij wijze van spreken. Ik zou niet hebben wat ik nu heb zonder die mutatie.’ Zei hij gelijk. ‘Maar daar gaan we het vanavond niet over hebben. Ik ben blij dat je er bent maat.’ ‘En ik ben blij hier te mogen zijn.’ Knipoogde Storm. Ze klinkten hun flesjes en dronken er tegelijk van.
Hij werd echt niet dronken, hij probeerde maar het bleef nooit lang genoeg hangen. Uiteindelijk had hij het ergens tegen drie uur opgegeven omdat hij zag dat de rest dat al wel aardig was. Enkel Ethan was noch nuchter genoeg om een conversatie mee te houden. ‘Ik dacht dat ze het verlegen type was.’ Merkte Ethan fronsend op. Storm volgde zijn blik naar Denni die naast Camille stond de dansen op de dansvloer. ‘En ik dacht dat Camille geen haar veranderd was.’ Kaatste hij de bedenking terug. ‘Ze is meer gaan groeien, jouw afwezigheid heeft haar harder gemaakt maar ook losser zoals je kunt zien.’ Zei Ethan over de muziek heen. Storm keek naar zijn beste vriendin die wild met haren stond te schudden op het ritme van de muziek. Hun blik werd getrokken door Devon, die met een biertje en een Britse schoonheid aan zijn arm hun kant kwam opgewandeld. ‘Weet je noch wie we zijn?’ Vroeg Storm grijnzend. ‘Hall en Ethan, zo dronken ben ik nou ook weer niet.’ Hij zweeg en hield zijn vinger op. ‘Al denk ik dat ik het me morgen niet meer zal herinneren.’ Hij keek grijnzend opzij naar het meisje aan zijn arm. ‘Jij hebt nog lang niet genoeg op!’ Protesteerde hij tegen Storm, schonk hem zijn eigen flesje bier. Storm nam het over en begon ervan te drinken, in één keer leeg. Hij kneep zijn ogen samen en schudde zijn hoofd. ‘Ik moet op jullie allemaal babysitten.’ Wees Storm naar de anderen. ‘Wel, Ethan kan dat toch?’ Hij sloeg Ethan zo hard op de rug dat de jongen er kort van kreunde. ‘Man, kan het noch harder.’ Greens Ethan. ‘Nee, niet op jou in ieder geval.’ Grinnikte Storm. Devon moest zich langer concentreren dan normaal dus hij was al wel ergens een beetje dronken. ‘Geen probleem, je hoeft op mij niet te babysitten, ik ga ervandoor met deze schoonheid.’ Hij trok het meisje een beetje dichter tegen zich aan, ze greens breed. ‘Is dat een verstandige keuze?’ Vroeg Storm hem met een taxerende blik. Hij zou wel weten waar het over ging, gedronken of niet. ‘Je verpest het.’ Mompelde Devon meteen. Hij fluisterde iets tegen het meisje en ze liep tegen haar zin weg. Storm was er ergens blij om, hij had geen zin om een preek te krijgen eens hij terug was op Genosha. ‘Ik wil het nachtleven ontdekken.’ ‘Ik moet op die twee daar letten.’ Wees Storm naar Camille en Denni. Devon keek hem meteen teleurgesteld aan. ‘Ik kan je het nachtleven tonen!’ Kondigde Tamara aan terwijl ze zich tussen Storm en Ethan kwam in duwen. ‘Ja?’ Vroeg Devon gelijk weer helemaal in zijn element. Wie wilde nou niet door Tamara vergezeld worden door stad. ‘Ik zal mee gaan.’ Stelde Ethan gelijk voor. Tamara schonk hem zo’n lieve glimlach waar Ethan bijna meteen voor bezweek. ‘Dus ik zie je morgen.’ Besloot Devon met die charmante grijns van hem. Storm deed geen moeite om Devon binnen deze club te houden, zeker niet als Devon zo graag de vrijheid wilde. Hij zou hem morgen wel vinden op geur, of een telefoontje krijgen van hem met het probleem dat hij verdwaald was ten midden in Londen. Hij keek Devon na en richtte zich dan tot zijn twee dames, waarvan Camille hem dansend gebaarde te komen. Hij wurmde zich door de massa naar Camille en Denni. ‘Jij bent dronken.’ Wees hij Camille gelijk aan alvorens hij naar Denni keek. ‘Jij,’ hij zweeg en ze glimlachte uitdagend. ‘Niet zo heel dronken.’ Gaf ze eerlijk toe. ‘Beetje maar.’ Ze haalde haar wijsvinger en duim een klein beetje van elkaar om aan te tonen hoeveel ze had gedronken. Camille ging al half aan zijn arm, keek hem dromerig aan. ‘Waar is Devon?’ Vroeg ze met een zuchtje. ‘Devon is weg. En hoog tijd voor jou om ook een bed op te zoeken.’ ‘Maar ik wil nog een beetje blijven.’ Zeurde ze meteen. Hij had zijn allerbeste vriendin in zijn leven nog nooit zo dronken geweten als nu, meestal waren de rollen omgedraaid. ‘Komaan, dans nog een beetje met ons.’ Ondersteunde Denni haar nieuwe vriendin meteen. Storm zuchtte dramatisch en keek Denni onderzoekend aan, ze knipperde lief met haar ogen. ‘Goed.’ En het was inderdaad niet slecht om te blijven, zeker niet om te zien hoeveel plezier de twee dames hadden, zeker niet als hij dan toch ook eens met Denni kon dansen.
Het was vijf uur s ’morgens als hij de twee eindelijk mee kreeg naar buiten. Camille kon amper nog op haar eigen benen staan en Denni stond nog half mee te dansen op de muziek. Normaal zou hij het te voet doen, het hotel was zo ver niet maar hij hield een taxi aan. ‘Ik voel me duizelig.’ Mopperde Camille toen ze bij het hotel uitstapten. ‘Wel, dat komt ervan als je teveel drinkt.’ Merkte Storm kritisch op. Moest het zo voor haar geweest als hij eens zo dronken was geweest vroeger? In de lift zakte Camille meteen langs de muur in elkaar. Denni leunde half tegen hem aan, ook in grote nood naar wat ondersteuning. ‘Had je plezier?’ Vroeg hij haar terwijl hij naar de cijfertjes in de lift keek. ‘Heel veel.’ Antwoordde ze. Storm keek haar aan en glimlachte kort alvorens de liftdeuren weer open gleden en hij zich weer tot Camille moest richten. Het lukte hem tot in hun hotelkamer te geraken. ‘Ik ben misselijk, ik moet overgeven.’ Zei Camille, met haar hand voor haar mond. De wc was gelukkig een stuk dichterbij. Storm schudde zijn hoofd, hield Camille haar haren vast terwijl ze luidop overgaf. ‘Is ze oke?’ Vroeg Denni voorzichtig. ‘Jij gaan slapen.’ Beval Storm haar zachtjes. Ze zag er ook niet bepaald fris en monter meer uit, ze trok haar neus op toen Camille verder overgaf. Maar ze protesteerde niet meteen, ze hield de muur vast als ondersteuning en zocht naar de slaapkamer. Pas toen Camille klaar was lukte het hem om haar in de reservekamer te krijgen. Hij trok haar schoenen af en legde haar met kleren en al onder het laken. Daarna ging hij op zoek naar Denni, die was in de zetel in slaap gevallen. Storm legde zijn hand achter haar rug en achter haar knieën en hief haar op van de zetel. Ze nestelde haar hoofd tegen zijn borst maar verder kwam er geen beweging in. Hij bracht haar naar het bed en legde haar voorzichtig neer op het matras, ze zocht meteen een comfortabele houding en sliep gewoon door. Storm bleef voor een moment lang staan en ademde langzaam uit. ‘Alles onder controle.’ Hield hij zichzelf voor. Het was een beetje uit de hand gelopen. Maar iedereen had plezier, zelf Storm vond dit op een bepaalde manier amusant. Hij zou het zeker amusant vinden als ze morgen allemaal met een kater zouden op staan en hij lekker fris voor de dag zou komen.
Onderwerp: Re: Tell the world that I’m coming home. di sep 20, 2016 8:40 pm
Camille Troy
“You have to love dancing to stick to it. It gives you nothing back, no manuscripts to store away, no paintings to show on walls and maybe hang in museums, no poems to be printed and sold, nothing but that single fleeting moment when you feel alive.”
Hangover
Ze schrok zo hard wakker dat ze meteen de misselijkheid weer naar boven voelde komen. Haar ogen kreeg ze amper open door de immense hoofdpijn die ze had. Waar was ze? Ze ging recht gaan zitten in het bed en keek de keurig ingerichte kamer rond. Een hotel? Haar ogen gleden naar de wekker, zeven uur? Dan gleden haar ogen naar haar eigen kleren, waarom had ze geen pyjama aan? Hoe langer ze daar bleef zitten hoe meer ze besefte dat ze een kater had en dat er iets met een feestje van Storm was. En ze had gedanst met Denni en van dan af was het allemaal nog wat vaag. Ze kwam uit het bed, nam haar schoenen van aan het bed en probeerde een weg naar buiten te vinden. Toen ze een kamer langs kwam keek ze kort naar binnen waardoor ze Storm en Denni aantrof, nog beide diep in dromeland. Ze sloop langzaam de hotelkamer uit. Alles was zo fout, ze kon zich niet oriënteren, ze voelde zich nog steeds misselijk en god die hoofdpijn. Maar ze vond de lift! Door de weerspiegeling van de liftdeuren kon ze zichzelf eens goed bekijken terwijl ze wachtte. Ze zag er verschrikkelijk uit, ze schrok van zichzelf. Hoe was dit zo snel uit de hand kunnen lopen? Ze haastte zich de lift uit, natuurlijk niet gezien dat er ook iemand uit stapte. Ze riep verschrikt en keek op naar … ‘Devon?’ Vroeg ze met samengeknepen ogen. ‘Camille?’ Vroeg hij even verward. ‘Ben je nu nog maar terug? Waar heb jij al die tijd gezeten?’ Ze had geen flauw idee hoelang ze al had liggen slapen. ‘Ik heb nog twee pubs bezocht, vrienden gemaakt en nu,’ hij wees richting zijn kamerdeur. ‘moet ik slaap inhalen.’ Vervolgde hij. Camille stak haar duim op en strompelde de lift in. ‘Ga jij zo naar huis?’ Vroeg Devon. ‘Wat? Naar huis?’ Haar ogen gingen de lift weer in, waar was ze ookal weer. Devon hield de liftdeur tegen en trok haar aan haar elleboog uit de lift. ‘Blijf gewoon hier slapen.’ ‘Ik ga echt niet bij Storm en Denni op de kamer blijven slapen. Dat verpest alles.’ Gromde ze humeurig. ‘Gelukkig slaap ik alleen.’ Zei hij gelijk. Camille bleef hem met een open mond aankijken. ‘Ik zal een gentlemen zijn de hele tijd lang.’ Beloofde hij haar. Hij trok haar mee en ze liet zich door hem mee sleuren naar de juiste kamer. Zijn kamer was kleiner dan de kamer van Storm en Denni. Devon trok zijn T-shirt over zijn hoofd en Camille kon enkel maar staren, met haar mond zachtjes open gezakt. Oh God, ze voelde zich nu al wakkerder. Ze kneep onopgemerkt in haar eigen arm om te checken of ze echt wakker was. Devon keek haar fronsend aan. ‘Heb je nog nooit een jongen gezien in zijn bloot bovenlijf?’ Vroeg hij met een kleine grijns. Ze smakte haar lippen kort op elkaar om wat speeksel te produceren en keek hoe Devon naar de badkamer verdween. ‘Niet dat soort jongens.’ Mompelde ze tegen zichzelf. Ze liet haar schoenen op de grond vallen en schuifelde naar het bed en weer, met kleren en al zakte ze er half slapend op neer. Ze voelde hem niet op het bed neer zakken, ze had zich alleen ergens gedraaid halverwege de ochtend waardoor ze tegen zijn verschrikkelijke warme lichaam terecht kwam. En dat lag nog heel erg comfortabel ook.
Ze kreeg haar volledige bewustzijn terug kort na de middag. Ze opende haar ogen, wat haar bijzonder goed lukte en keek naar de wekker, half twee in de middag. Dan gleed haar blik opzij naar Devon, helemaal lang uitgerekt in zijn blote borstkast en een hand dat ergens halverwege haar lichaam kruiste. Ze moest zich even concentreren op de feiten, ze was hem tegengekomen in de lift, hij had gezegd dat ze hier kon blijven en ze was in slaap gevallen. Ja, dat klopte zo ongeveer. Ze duwde zich voorzichtig af en kroop half over hem het bed uit, hij bewoog niet. Ze rook aan haar eigen kleren die muf en naar sigaretten roken. Haar ogen gingen de kamer rond tot ze op zijn koffer bleven rusten. Ze tuitte bedenkelijk haar lippen, keek nog even naar Devon en viste er dan een schoon hemd uit. Ze trippelde naar de badkamer, nam er razendsnel een douche en trok het veel te grote hemd aan. ‘Waar ben ik mee bezig.’ Mompelde ze tegen zichzelf. Ze stak haar hoofd om de hoek, maar Devon lag nog steeds te slapen. Ze stak haar hoofd de gang in, het was er doodstil. Ze stak haar schoen tussen de deur en negeerde haar hongerig maag terwijl ze snel naar Storm’s kamer rende. Ze klopte er uiterst zachtjes aan. ‘Storm?’ Vroeg ze stil. Hij trok de deur open en staarde haar een moment lang aan, van top tot teen. Hij zag er goed fris uit, geschoren, gedoucht, niet zo miserabel als de rest van hen zich waarschijnlijk zouden voelen. ‘Wat doe jij in Devon zijn hemd?’ Vroeg hij meteen gealarmeerd. Ze wrong zichzelf zijn kamer binnen zodat niemand haar zo op de gang zou moeten aantreffen. ‘Ik kwam hem daarstraks tegen op de gang en hij wilde me niet laten gaan.’ ‘Dus hij was nog nuchter genoeg om de beslissing te maken. Nog iets?’ Vroeg Storm. Ze gaf hem een kwade blik en keek kort om de hoek, Denni sliep nog. ‘Er is niets gebeurd, je kent me toch.’ Ze sloeg hem kwaad op zijn arm en ging op zoek naar eten. ‘Na vannacht weet ik dat niet meer zo zeker.’ ‘Het was leuk.’ Zei ze schouderophalend. ‘Dat heb ik gemerkt.’ Glimlachte Storm zwak. ‘Heb je eten?’ Vroeg ze na lang zoeken. Storm liep haar voor naar de tafel waar al een dienblad stond met verse eieren en spek. Ze begon gelijk te watertanden. ‘Neem mee, zorg dat hij ook iets eet.’ Wees Storm het eten aan. ‘En Denni dan?’ ‘Denni leeft op de liefde, we redden het wel.’ Knipoogde hij. ‘Dat is zó niet grappig Storm.’ Mopperde ze gelijk. Toch nam ze het eten mee, ze voelde zich er eerlijk gezegd niet schuldig om. Ze sloop terug naar Devon zijn kamer waar hij natuurlijk nog steeds lag te slapen. Ze ging aan de tafel zitten en keek zwijgend naar het eten. Ze kon het allemaal alleen opeten maar daar zou Storm niet blij mee zijn. Gelukkig leek de geur van versgebakken eieren met spek hem wakker te maken, al was dat niet het eerst waar hij naar keek. ‘Goedemorgen, middag.’ Zei ze verward. Ze volgde zijn fronsend blik naar zijn hemd dat ze aan had. ‘Owh, mijn kleren stonken dus ik dacht,’ ze zette haar vork onschuldig tegen haar onderlip en wees dan naar het eten. ‘Ook een beetje?’ Vroeg ze opgewekt. Devon wreef de slaap uit zijn ogen en keek haar dan opnieuw bedenkelijk aan, alsof hij zich af vroeg of hij iets had gemist. ‘Er is niets gebeurd hoor, als je je dat afvraagt. Je bracht me naar je kamer omdat ik er nogal slecht bij liep deze morgen.’ Haar stem stierf langzaam weg. En daar was die trage glimlach van hem, een mooi moment om mee wakker te worden voor mocht ze niet wakker geweest zijn. Ze volgde nauwgezet zijn bewegingen, hij trok een T-shirt over zijn hoofd en kwam naar de tafel geslenterd. ‘Storm zegt dat je moet eten.’ Wees ze naar het eten. Hij ging zitten aan een stoel, nog steeds zwijgend. ‘Hall zegt zoveel.’ Mompelde hij terwijl hij zijn handen door zijn haar krabde en kort naar haar blote benen keek. ‘Doe je dat voor iedereen?’ Vroeg hij toen nieuwsgierig. ‘Nee,’ ze zweeg even en glimlachte haar charmante glimlach, ja, ook Camille had een beetje Britse charme. ‘Enkel voor goede vrienden van Storm.’ Knipoogde ze terwijl ze zijn bord toe schoof. Hij kon niet klagen over zijn ochtend … middag.
Onderwerp: Re: Tell the world that I’m coming home. do sep 29, 2016 1:33 pm
Storm Hall
“Home wasn't a set house, or a single town on a map. It was wherever the people who loved you were, whenever you were together. Not a place, but a moment, and then another, building on each other like bricks to create a solid shelter that you take with you for your entire life, wherever you may go.”
Lazy, tea, cuddles
Hij stak zijn hoofd om de hoek en keek hoe Camille met het eten terug trippelde naar de kamer van Devon. Hij was wel blij dat Devon zelfstandig de weg had terug gevonden naar het hotel en dat hij Camille had tegengehouden om zelf de weg naar huis te vinden. Hij sloot de deur en liep langzaam terug naar de kleine lounge, zette er thee. Hij bleef met zijn thee eventjes naar buiten staren, naar Londen vanop het zevende verdieping. Na drie jaar was hij nooit vergeten geweest hoe deze stad eruit zag. Hij kende nog alle belangrijke punten, alle leuke plekjes, vannacht had dat bewezen. Hij was het niet verleerd maar op een bepaalde manier voelde het wel allemaal anders aan. Was het omdat hij weerwolf was? Hij duwde de gedachten weg en liep terug naar de kamer, bleef tegen de deurpost staan en keek naar Denni die met een hoofdkussen in haar armen geklemd lag te slapen. Waarschijnlijk één van zijn favoriete bezigheden als het aan kwam op haar, kijken hoe ze sliep. Storm had gedacht dat na twee jaar samen het verlangen langzaam zou temperen maar het stopte niet. Hij hunkerde nog steeds evenveel naar haar dan in die eerste maand, hij voelde nog steeds evenveel liefde als toen … daar had hij waarschijnlijk Lupos voor te danken. Hij zette de tas tegen zijn lippen en dronk voorzichtig van de thee toen ze begon te bewegen. Ze kreunde kort en tastte naast zich in het bed, Storm moest glimlachen om het gebaar. Uiteindelijk ging ze wat rechter zitten en keek ze de kamer rond tot ze hem vond. ‘Hoe voel je je?’ Vroeg hij. Ze haalde haar hand slap door de lucht en gebaarde hem te komen. Hij duwde zich af van de deurpost en zette de thee neer op haar nachtkastje. Hij zette zijn handen langs weerskanten haar hoofd en keek haar onderzoekend aan. ‘Hoofdpijn.’ Gaf ze hees toe. Er kwam een kleine glimlach op zijn lippen. ‘Dat kan ik me wel inbeelden na vannacht.’ ‘Hoe laat is het?’ Vroeg ze op een flauw toontje. ‘Twee uur gepasseerd.’ Antwoordde hij haar met een korte blik op de radiowekker. Ze sloot haar ogen en geeuwde luidruchtig. ‘Wat wil je vandaag nog doen?’ Vroeg ze uiteindelijk, een beetje tegen haar zin. ‘Het zal je niet aan staan.’ Hij trok zijn eigen neus op bij zijn woorden. Ze keek hem meteen serieus aan, afwachtend. ‘Wat dan?’ Vroeg ze gelijk. ‘We moeten om zeven bij mijn ouders zijn, die vijf resterende uren tot dan kan ik hier doorbrengen, met jou,’ hij bracht zijn hoofd dichter naar het hare. ‘Alleen.’ Hij drukte een kus op haar neus. Ze sloeg haar armen rond zijn nek en Storm liet zich veel te gewillig op het bed meetrekken. ‘Afschuwelijk.’ ‘Ik vind het ook.’ Stemde hij grijnzend. Ze hield haar handen rond zijn nek geklemd en drukte haar lippen tegen de zijne aan. Hij kreunde protesterend en duwde haar een stukje terug, keek haar met zijn liefdevolle ogen aan. ‘Ben je echt in orde?’ Vroeg hij voor de zekerheid. ‘Moet ik het je bewijzen?’ Vroeg ze met een speelse ondertoon. Zijn uitdrukking werd gelijk een beetje heftiger. ‘Tegenover mij hoef je je niet te bewijzen, maar als je aandringt.’ Hij liet zijn vinger over haar sleutelbeen glijden, keek haar met die intense blik van hem aan. ‘Hoe is Camille?’ Vroeg ze dan een tikkeltje bezorgd. ‘Goed, ze is bij Devon.’ Denni haar blik werd meteen verward. ‘Niet op die manier. Devon heeft haar deze morgen gewoon niet laten gaan omdat ze nog te veraf was, ze slaapt bij op zijn kamer.’ Verklaarde hij het nader. ‘Enkel slapen?’ ‘Enkel slapen. Ze is daarnet langs geweest om ons eten te stelen.’ Hij tikte zijn vingers op haar sleutelbeen terwijl hij naar haar gezicht keek. ‘Wat moeten wij dan eten?’ Vroeg Denni op een vals beledigde toon. Storm drukte haar in de matras en bleef boven haar hangen. ‘Ik heb gezegd dat je leeft van de liefde.’ Greens hij charmant. ‘Daar heb je nou niet meteen ongelijk mee.’ Giechelde ze zachtjes. Storm drukte zijn lippen tegen de hare, liet zich mee gaan in het gevoel dat ze iedere keer weer gaf als ze zo dichtbij was. ‘Dus,’ vroeg hij met een lichte versnelde ademhaling. ‘mevrouw Elscot, is er nog iets dat je in die vijf uur wilt doen? Of waarmee ik je van dienst kan mee zijn?’ Vroeg hij haar beleefd. ‘Een douche,’ hij drukte zijn lippen tegen haar kaak. ‘ontbijt,’ hij drukte een kus in haar nek. ‘mij,’ hij trok zich terug en keek in haar lichte ogen. ‘Alle drie?’ Fluisterde hij. Ze duwde haar handen tegen zijn borst, duwde hem in het matras en bleef boven hem hangen. Storm liet zijn vinger traag langs haar blote benen naar boven glijden. Ze had niet zo heel veel aangetrokken gisterenavond, het was al zo warm buiten en iedereen met een beetje ervaring wist hoe het was in een club. ‘Jou,’ ze drukte een kus op zijn wang. ‘Een douche,’ ze drukte een kus op zijn kaaklijn. ‘ontbijt.’ Maakte ze haar keuze. Storm maakte een instemmend geluidje en knikte zachtjes. ‘Dat kan ik wel voor je regelen.’ Stemde hij in. Ze liet haar gewicht op hem zakken en Storm bracht zijn vingers omhoog, streek ze door haar warrig blonde haar en verloor zich in het moment.
De hele hotelkamer zat in een mix van frisse vrouwenshampoo en goed ruikende mannenshampoo. En ergens daartussen de subtiele geur van ontbijt … al was het al ver na de middag. Storm zat in en simpele zwarte trainingsbroek op het bed, zijn blote rug tegen het bedeinde leunend. Denni lag languit op het bed met haar hoofd op zijn schoot en zijn T-shirt aan. Tussen hen in verschillende borden, het ene met fruit, het ander met ontbijtkoeken of yoghurt. ‘Wat zouden ze op Genosha doen?’ Bedacht Denni luidop. Storm stopte de beweging die hij maakte door haar nog licht vochtige haar en haalde nonchalant zijn schouders op. ‘Les volgen waarschijnlijk.’ Hij zweeg en kauwde bedenkelijk op een druif. ‘Vind je het niet rustiger? Zonder mutanten die in je hoofd kunnen zitten, of voetstappen op de gang, geschreeuw, gelach, constante bezigheid. Hier is het zo,’ ‘stil.’ Maakte ze zijn zin af. ‘Stil inderdaad.’ Hij zweeg en keek door het raam naar buiten. ‘Maak je je zorgen?’ Vroeg Denni na een lange stilte. ‘Om wie?’ ‘Lupos, je bent soms mijlenver weg met je gedachten.’ Bracht ze voorzichtig naar voor. Storm keek naar beneden, naar de lichte ogen waarin hij uren zou kunnen blijven staren. ‘Merk je dat?’ Vroeg hij met een zwakke glimlach. ‘Ik merk alles aan jou.’ Glimlachte ze liefdevol. Ze greep zijn hand en hij liet zijn vingers gewillig tussen de hare in glijden terwijl ze hun handen langzaam op haar buik liet rusten. ‘Hij is onrustiger, ik moet hem vandaag of morgen eens laten rennen. Ik had gehoopt dat je het niet zou merken, ik wil je er op je enige week vakantie niet mee lastig vallen.’ Gaf hij met tegenzin toe. Haar wenkbrauwen kwamen samen in een boze en ze ging recht zitten op het bed, keek hem vastberaden aan. ‘Wanneer ga je leren dat Lupos geen last meer voor me is, ook niet voor jou?’ Hij sloeg zijn ogen neer maar ze legde meteen haar hand voorzichtig tegen zijn wang. ‘Storm.’ Hij keek op, recht in de liefde die nog steeds even sterk was als twee jaar geleden. ‘We kunnen hem aan.’ Glimlachte ze zelfzeker. ‘Jij kunt hem aan.’ Verbeterde hij haar zachtjes. Ze wilde nog iets zeggen maar hij schudde zijn hoofd en boog naar voor, drukte zijn lippen tegen de hare en kuste haar teder, intens, met alle liefde die hij bezat. ‘Ik hou van je weet je dat.’ Prevelde hij tegen haar lippen. Ze trok zich terug en glimlachte zachtjes. ‘Ik word het nooit beu om dat te horen.’ Ze beet op haar onderlip en ging weer languit op het bed liggen. Ze greep nog naar wat fruit en Storm keek in stilte toe hoe ze at. ‘Wat zouden Devon en Camille aan het doen zijn?’ Vroeg Denni nieuwsgierig. Storm scherpte zijn gehoor aan en kantelde zijn hoofd een klein beetje. Dat er iemand over de gang liep en bij hem aanklopte pikte hij net te laat op. ‘Daar komen we zo achter.’ Zei Storm. Ze hief haar hoofd van zijn schoot en Storm kwam van het bed af, liep naar de deur. Camille keek hem met een kwade blik aan. ‘Je bent dan een week in Londen en je doet de moeite niet om je gsm op te nemen als je moeder belt.’ Zei ze meteen ferm. ‘Ik had andere dingen aan mijn hoofd.’ Hij liep terug zijn kamer in en nam zijn gsm van het nachtkastje. Camille zwaaide even vrolijk naar Denni voor ze zich weer naar Storm draaide. ‘Hij stond op stil. Wat is er?’ Vroeg hij gelijk. ‘Kleed jullie mooi aan voor vanavond, dat moest ik van je moeder zeggen.’ Ze draaide zich alweer om naar de deur. ‘Hoe is het met Devon?’ Vroeg hij nonchalant, met een geamuseerde blik in zijn ogen. ‘Goed, we hebben echt een fantastisch gesprek gehad, veel aangename onderwerpen.’ Ze wierp hem een sluwe blik en wandelde de kamer uit. ‘Over mij?’ Riep hij Camille na maar er kwam geen antwoord. Hij sloeg de deur weer dicht en liep terug tot het bed. ‘Hopelijk heb je iets moois mee om aan te trekken.’ Glimlachte hij naar Denni terwijl hij op zijn gsm keek naar de berichten die zijn moeder al had gestuurd, hij begon zich aardig schuldig te voelen. Denni kwam van het bed en rende naar hem toe. Hij ving haar behendig op, ondersteunde haar terwijl ze haar armen en benen rond hem heen sloeg. ‘Ik was je vergeten zeggen dat ik ook van jou hou.’ Glimlachte ze onschuldig alvorens ze hem kort kuste. ‘Het is je al vergeven, maak je klaar.’ Hij liet haar los en keek hoe ze vrolijk naar de badkamer huppelde. ‘Storm.’ Hij keek verstrooid op. ‘En vanavond ga je Lupos laten rennen.’ ‘Als het moet.’ Gaf hij met tegenzin toe. Ze knikte en draaide zich weer de badkamer in. De energie spatte van haar af, het was duidelijk aan beide te zien dat ze hun vijf uur heel erg nuttig hadden besteed.
Storm keek naar zijn eigen spiegelbeeld terwijl hij het bovenste knopje van zijn witte hemd toe knoopte en zijn mouwen netjes recht trok. Denni wurmde zich tussen hem en de spiegel en sloeg het ene uiteinde van een das rond zijn nek. ‘Zo chique hoeft nou ook weer niet.’ Glimlachte hij terwijl hij haar kort van boven naar onder aankeek. Ze zag er zelf weer oogverblindend uit, met een mint groen jurkje wat enkel maar meer accent legde op haar waanzinnige ogen. ‘Maar ik zie je graag met een das.’ ‘Jij ziet alle mannen in uniform of pak graag komen.’ Grapte Storm meteen. Hij kreeg een strenge blik maar algauw verscheen daar weer die onschuldige glimlach op haar lippen. ‘Mag ik zeggen hoe geweldig jij er weer uit ziet?’ Zijn ogen gleden onschuldig langs haar lichaam. Ze beet op haar onderlip en richtte al haar concentratie op de das. ‘Gaat het lukken vanavond?’ Vroeg hij haar dan nieuwsgierig. Het was nog maar de derde avond hier, het tweede etentje dat ze bij hun ouders zouden doorbrengen. ‘Tuurlijk, zolang jij er bent om me zelfzeker te maken.’ Ze streek haar hand over de das en schoof hem correct op zijn plaats. ‘Komt helemaal in orde.’ Knipoogde hij. Ze trok kort aan zijn das en drukte haar lippen tegen hem aan. Het geklop op de deur onderbrak dat. ‘Ik hoor wat jullie doen hoor!’ Riep Devon van aan de andere kant van de deur. Storm gaf Denni nog een glimlach voor hij naar de deur wandelde en die open trok. Beide keurig gekleed, Devon in pak, Camille in een prachtig blauw cocktailjurkje. ‘Hoe kom jij daaraan?’ ‘Tamara is het komen brengen.’ Zei Camille terwijl ze kort om haar as draaide om zich van alle kanten te tonen. ‘Ik hoop dat het een duur restaurant word want ik heb honger!’ Besloot Devon meteen ferm. Storm sloeg zijn vriend kort op de schouder en trok de deur achter zich dicht. ‘Iedereen klaar?’ Vroeg Camille opgewonden. ‘Honger honger.’ Was het enige wat Devon zei en bij dat was ook de sfeer voor de avond gezet.
Onderwerp: Re: Tell the world that I’m coming home. do okt 13, 2016 1:01 pm
Camille Troy
“You have to love dancing to stick to it. It gives you nothing back, no manuscripts to store away, no paintings to show on walls and maybe hang in museums, no poems to be printed and sold, nothing but that single fleeting moment when you feel alive.”
Dinner and the wolf
Ze schrok zo hard wakker dat ze meteen de misselijkheid weer naar boven voelde komen. Iedereen wierp onheilspellende blikken naar elkaar, blikken met een betekenis. Storm en Denni wisselden blikken, Devon en Storm, Camille en Devon en Camille dan terug met Denni. Alsof ze elkaar probeerden te ondervragen over de dag zonder er woorden bij te gebruiken. Van Storm straalde het in ieder geval af, hij was zo ontspannen, zo op zijn gemak naast Denni dat ze er haast jaloers van werd. Maar ook Denni voelde zich duidelijk veel meer op haar gemak ondanks dat ze in een restaurant zaten en met Storm’s ouders in de buurt. Toen Denni haar kant uit keek glimlachte ze kort naar haar. ‘Wat hebben jullie vandaag allemaal gedaan?’ Vroeg Levi nieuwsgierig nadat iedereen een glas bubbels had gekregen. ‘Een rustig dagje op hotel.’ ‘Nu al, jullie zijn hier nog maar net.’ Merkte hij meteen kritisch op. Camille onderdrukte een glimlach en keek naar Storm. ‘Uit geweest en te lang in bed gelegen.’ Antwoordde hij droogjes. Hij kreeg meteen een blik van zijn moeder, Storm glimlachte enkel geruststellend. ‘Teveel gedronken broer?’ Vroeg Levi met samengeknepen ogen. ‘Ik niet nee.’ Antwoordde Storm terwijl hij een veelbelovende blik naar Camille keek. Camille keek naar het plafond en greep naar haar glas bubbels. ‘Wil je dat wel drinken?’ Vroeg Devon haar fluisterend. Ze keek hem aan en keek dan bedenkelijk naar haar glas bubbels. ‘Nee?’ Vroeg ze zachtjes. Devon haalde zijn schouders op en liet zijn hand op de achterkant van haar stoel rusten. ‘Was je dronken?’ Vroeg Levi verbaast. ‘En jij niet?’ Vroeg de vader van Levi en Storm verbaast aan zijn zoon. ‘Ik kan niet meer dronken worden, moeilijk in ieder geval.’ Gaf Storm gelijk antwoord. Zijn ouders keken hem een tijd lang in stilte aan. ‘De rollen kunnen ook wel eens omdraaien hoor.’ Wierp Camille het onderwerp overboord. Levi grinnikte zachtjes en trok zijn glas fruitsap naar zich toe. ‘Wat staat er nog allemaal op de planning voor deze week?’ Vroeg Dianna nieuwsgierig. ‘Ik ga morgen met Denni shoppen!’ Riep Camille veel te enthousiast. Sommige andere mensen keken kwaad of verstrooid op van hun bord door het volume waar ze mee had gepraat. Ze kromp een beetje in elkaar en wierp Devon een valse kwade blik toen hij begon te lachen. ‘Ik ga morgen met Denni schoppen.’ Herhaalde ze stilletjes, wierp Denni een enthousiaste blik. ‘En Storm gaat ook een dag met mij weg, ja toch broer?’ Vroeg Levi hoopvol. Storm knikte geruststellend naar zijn kleine broer. ‘En ik kook ook eens voor jullie.’ Knipoogde hij zijn ouders toe. Zowel de moeder als vader van Storm keken elkaar veelbelovend aan. ‘Heb je veel vrije tijd daar op het eiland?’ Vroeg zijn vader nieuwsgierig aan het drietal. ‘Tuurlijk.’ Zei Devon gelijk. ‘Als je amper lessen volgt heb je inderdaad veel tijd.’ Grinnikte Storm meteen. ‘Ik vind van wel.’ Ging Denni er voorzichtig op in. Camille keek haar glimlachend aan, ze wilde zoveel meer weten. Dat shoppen ging morgen geweldig worden. ‘Het is niet zoveel anders dan scholen hier.’ Merkte Storm meteen op. Nu het over mutanten en scholen ging was Levi één en al oor. ‘Ik wil je wel eens als wolf zien hoor broer.’ ‘Niet hier Levi.’ Berispte zijn vader hem meteen. Storm keek kort over zijn schouder naar de andere tafels maar er was niemand die aandacht aan hen schonk. De serveerster kwam langs met het voorgerecht en iedereen verloor gelijk zijn interesse in het onderwerp. ‘Ze hebben hier wel goed eten in Engeland.’ Merkte Devon goedkeurend op. ‘Is dat het enige goede aan Londen?’ Vroeg Camille hem met een kleine glimlach. ‘Nee, ze hebben hier heel wat gastvrijheid, goed gezelschap.’ Hij haalde tweemaal zijn wenkbrauwen op en ging dan verder met zijn eten. ‘Hoe voelt het om terug te zijn Storm?’ Vroeg Storms vader nieuwsgierig. Storm keek kort naar Devon voor hij naar Levi en zijn ouders keek. ‘Goed, echt. Het voelt in eerste instantie alsof ik nooit weg geweest ben. Maar zonder Devon en Denni denk ik niet dat het zo goed zou voelen.’ Hij wisselde een blik met de twee. Camille kon het zien, de ene blik was pure vriendschap en de andere was pure liefde. ‘Hoe hebben jullie elkaar leren kennen?’ Vroeg zijn moeder nieuwsgierig. Camille ging gelijk een beetje rechter zitten, nieuwsgierig om het uit zijn mond te horen ondanks dat ze het allemaal in de brieven had gelezen. ‘Devon heb ik leren kennen in,’ ‘het bos, de arme stakker stond aan een beekje naar zichzelf te staren.’ Glimlachte Devon breed. ‘Storm in the Hall of Devon.’ Zei Storm zachtjes. Camille glimlachte en keek opzij naar Devon, ondanks dat hij zich zo stoer en groots voor hield zag ze ook wel het gewicht, de zekere vriendschap van het onderwerp in Devon’s blik. ‘Wat is dat?’ Vroeg Levi nieuwsgierig. ‘Onze kamer.’ ‘Vast heel erg populair bij de dames.’ Greens de vader van Storm naar de twee jongens. ‘Klein beetje maar.’ Antwoordde Denni in hun plaats. ‘Beetje veel kan ik gokken.’ Zei Camille meteen. Ze wierp een blik naar Devon en dan naar haar beste vriend. Hij was al zo populair hier, hij zou dat overal zijn. En Devon was als een spiegelbeeld. De moeder van Storm keek de meid glimlachend aan. ‘Dit hadden we niet verwacht van onze zoon, dat hij iemand zou vinden als jou Dennimae. Je ziet er me zo’n aangename lieve jongedame uit.’ En de manier waarop hun moeder het zei deed Camille haar hartje smelten. Ze keek naar Denni die een glimlach naar Storm wierp en dan verlegen naar haar bord terug keek. ‘En toen stond ik er alleen voor.’ Zei Devon met een treurig gezicht. Storm grinnikte zachtjes en schudde zachtjes zijn hoofd. ‘Meer prooi voor jou maat.’ ‘Ik heb je er nooit over horen klagen hoor.’ Protesteerde Denni ook meteen. Nee, Devon klaagde niet over zijn vrijheid. Althans, hier deed hij alsof hij een vrij persoon was, naast Camille was er niemand die wist van de korte pauze in zijn relatie. Storm had ook altijd van zijn vrijheid gehouden maar Lupos had hem doen hunkeren naar iemand om tot rust bij te komen en dat was Denni. ‘Er zitten kinderen bij.’ Wees Dianna richting het jongetje. ‘Ga maar verder hoor, ik begrijp alles.’ Zei Levi serieus waardoor de hele tafel begon te lachen. ‘Hoe hebben jullie elkaar dan leren kennen?’ Vroeg Levi met een blik tussen Denni en Storm in. Camille onderdrukte een glimlach en keek afwachtend naar Storm, maar die keek op zijn beurt naar Denni. ‘Aan het zwembad.’ Antwoordde ze zachtjes. ‘En was je toen al verliefd broer?’ Vroeg Levi in opperste concentratie. ‘Nee, ze was een vriendin.’ ‘Een vriendin waar je verliefd op werd?’ Vroeg Levi meteen. Camille grinnikte en wreef haar vingers kort door Levi zijn haar. ‘Ooit kleine vriend mag je misschien hetzelfde meemaken.’ Ze duwde zijn hoofd een beetje aan de kant en Levi sloeg haar hand grijnzend weg. De rest van de tijd verliep met van die praatjes waar iedereen altijd om zat te lachen. Het ergerde misschien zelf de klanten rondom hen heen maar Camille had een echt familie gevoel. Niet enkel Storm en zijn ouders maar ook met Denni en Devon erbij voelde het als één grote familie.
‘Is het veilig?’ Vroeg Camille voorzichtig. ‘Ik wil Storm als wolf zien.’ Zeurde Levi fel. Camille schonk hem een korte blik voor ze haar blik terug naar het drietal legde. Ze keek niet naar Storm, ze keek eerder naar Denni en Devon. ‘Het is veilig, het is niet Lupos die zal rennen, het is gewoon Storm die energie af laat als wolf zodat Lupos kalmer word.’ Probeerde Devon uit te leggen. Levi hing aan haar arm en keek hoopvol naar zijn broer. Storm zag er niet echt zelfzeker uit maar voor zover ze wist was hij dat altijd als het aan kwam op zijn mutatie … zelf na al die tijd. ‘Het komt goed.’ Stelde Denni ze beide gerust. ‘Ik dacht dat je er niet meer zoveel last van had?’ ‘Ik had kunnen voorspellen dat Londen hem onrustiger zou maken.’ Zei Storm zachtjes, hij kneep zijn vingers in zijn neusbrug en trok zijn das wat losser. Ze stonden nog steeds voor het restaurant, zijn ouders hadden ermee toegestemd dat Levi wat langer bij hun kon blijven zolang ze zich allemaal zouden gedragen. ‘Maar het is niet ernstig?’ Vroeg Camille voor de zekerheid. Storm keek haar aan en glimlachte geruststellend. ‘Ik ben blij dat je er zo bezorgd om bent maar nee,’ hij keek kort opzij naar Denni en schudde dan zijn hoofd. ‘het is niet zo erg. Hij wil gewoon energie kwijt.’ Besloot Storm. Denni kneep hem kort in zijn hand en Camille glimlachte ontspannen. ‘Goed dan, je mag je broer als wolf zien.’ Besloot ze uiteindelijk. Levi begon meteen als een hysterisch rond te springen en vloog zijn broer in de armen. Camille gaf haar sleutels aan Devon, liet hem rijden omdat haar eigen hoofd er waarschijnlijk niet naar stond. Hij volgde haar instructies naar het eerste beste bos … wat wel eventjes rijden was. Ze keek wel altijd over haar schouder naar Storm, onrustig en een beetje zenuwachtig. Hij staarde in gedachten verzonken uit het raam. ‘Het is oke Camille.’ Stelde Devon haar gerust. Ze keek hem aan en knikte langzaam, het zou vast goed komen. Bij het bos aangekomen stapten ze allemaal uit. Storm trok zijn das los en gaf hem aan Denni. ‘Het stelt niets voor Storm, het is niet anders hier of in Genosha.’ Hoorde ze Denni geruststellend zeggen. ‘Je weet wat je moet doen als het wel tot dat komt.’ ‘Tuurlijk.’ Ze glimlachte en gaf een kneepje in zijn elleboog. Camille ging op de motorkap van de auto zitten, trok Levi naast zich. Het jongetje was merkwaardig stil, hij keek zijn grote broer met onzekere ogen aan. Storm was gespannen, hij liep in een rechte lijn het bos in, Devon volgde hem voorzichtig. ‘Is het altijd zo geweest voor hem?’ Vroeg Camille zachtjes. Denni kwam naast haar zitten en keek zwijgend naar de plek waar Storm en Devon naar waren verdwenen. ‘Zelf na al die tijd, zelf na al de vlekkeloze maanden en alle goede volle manen kan hij het niet van zich afzetten.’ Ze keek opzij naar Camille en schudde mistroostig haar hoofd. ‘Hij twijfelt.’ Prevelde Camille. ‘Ja, over dat deel van zichzelf twijfelt hij altijd.’ Knikte Denni. Camille voelde een zekere pijn in haar borst, gewoonweg omdat ze er nooit voor Storm was kunnen zijn zoals Devon en Denni dat hadden kunnen doen. ‘Is het niet frustrerend? Om te weten dat die donkere kant er is en hij er zo verkeerd mee om gaat?’ Vroeg Camille zachtjes verder. Denni sloeg haar armen voor haar borst samen en haalde haar schouders op. ‘Ik ga niet zeggen dat we er nog geen ruzie om hebben gehad. Het vraagt veel van hem, dat weten we allemaal. We kunnen het ook niet begrijpen, wij moeten niet door de pijn, wij moeten niet door de angst heen maar je zou denken dat,’ ‘dat het dragelijker wordt voor hem.’ Vulde Camille haar zin aan. Denni knikte en forceerde een glimlach op haar lippen. ‘Dat is Storm denk ik.’ Fluisterde ze in gedachten verzonken. ‘Ik ben zo blij dat hij jullie heeft.’ Biechtte Camille uiteindelijk glimlachend op. Devon kwam terug van tussen de bomen, Denni ontspande zichtbaar en Camille keek verward. ‘Hij is oke.’ Greens Devon meteen. ‘Waar is hij?’ Vroeg Levi meteen zoekend doorheen het bos. ‘Aan het rennen.’ Glimlachte Devon. Camille kreeg het er zichtbaar kouder van, het idee dat Storm daar nou ergens was, als een wolf. ‘Waarom verander jij niet?’ Vroeg Levi nieuwsgierig aan Devon. ‘Ik denk niet dat de agenten hier gaan kunnen uitleggen van waar die grote berenpootafdrukken vandaan komen.’ Legde Devon geduldig uit. ‘Ben je dan zo groot?’ Vroeg Levi. ‘Je hebt toch een foto gehad?’ ‘Ja, maar het is niet te vergelijken.’ Haalde Levi zijn schouders op. Camille wreef haar hand kort over zijn rug en staarde dan terug het bos in. ‘Hoe gaan de volle manen voor Storm?’ Vroeg Camille na een lange stilte. Ze keek opzij naar Denni, die op haar beurt naar Devon keek. ‘Stabiel.’ Meer zeiden ze niet en Camille wist niet of dat een goed of een slecht iets was. Devon keek plots op, staarde het bos in. Iedereen volgde zijn blik, naar het paar oranjerode ogen die vanuit het bos toekeek. Je zag niets meer, enkel die ogen. ‘Is dat goed?’ Fluisterde Camille zachtjes, lichtjes bang. ‘Het is beter om zelfzeker te zijn. Je mag de weerwolf geen reden geven om meer controle te nemen.’ Prevelde Devon. De ogen knipperde in het donker en uiteindelijk maakte zich een witte wolf los van het struikgewas. Camille hield haar adem in toen de grote witte wolf langzaam naar de hen toe kwam gedraafd. Zijn oren draaide alle kanten op, zijn hoofd was wat lager gegeven. ‘Devon, je maakt ze bang.’ Glimlachte Denni zachtjes. ‘Is het Storm?’ Vroeg Levi met grote verbaasde ogen. ‘Ja, de volle honderd procent.’ Knikte Denni. Camille keek met grote ogen toe naar de enorme wolf, hij was groter dan normale wolf, een stuk groter. Maar hij was prachtig en het was Storm. Ze kon het maar niet vatten. ‘Mag ik?’ Vroeg Levi voorzichtig. Devon knikte en het jongetje kwam van zijn plek wandelde naar de wolf, naar zijn broer. De wolf spitste zijn oren, hij kwam met zijn hoofd even hoog als dat van Levi. Levi stak zijn hand uit en Storm duwde zijn kop eronder. Levi begon te lachen, luid te lachen vol enthousiasme en verwondering. Zijn broer was een wolf, een grote witte wolf. Voor een kind die altijd van fantasie en legendes had gehouden was dit heel wat.
Onderwerp: Re: Tell the world that I’m coming home. ma okt 31, 2016 11:18 am
Storm Hall
“Home wasn't a set house, or a single town on a map. It was wherever the people who loved you were, whenever you were together. Not a place, but a moment, and then another, building on each other like bricks to create a solid shelter that you take with you for your entire life, wherever you may go.”
Like the good old times
‘Mam, hij was reusachtig, hij was zo groot,’ Levi stak zijn hand op hoofdhoogte en keek zijn moeder met grote ogen aan. ‘Storm was echt mega cool.’ Vervolgde hij opgewonden. Hun moeder keek zijn kant uit, een beetje kritisch. ‘Sorry.’ Excuseerde Storm zich meteen. Ze schudde zachtjes haar hoofd en gaf hem een kop thee. Dat was het in de normale wereld, hun gedrag, mutantengedrag was vreemd. Zelf zijn ouders vonden hem op een bepaalde manier vreemd. Hij was niet meer terug gegaan naar het hotel, hij had Levi thuis gebracht en was hier gebleven uit gewoonte. ‘Wat ga je vandaag doen?’ Vroeg zijn moeder vanuit de keuken. Storm wandelde naar de keuken en bleef in de deuropening staan. ‘Denni gaat met Camille schoppen. Ik, Devon en Ethan gaan wel zien waar we uitkomen.’ ‘Het is leuk dat Camille en Dennimae zo goed overeen komen met elkaar.’ Zei ze terwijl ze op keek van haar eigen thee. Storm glimlachte en knikte instemmend. ‘Beter had ik het me niet kunnen wensen.’ Stemde hij in. Denni en Camille waren de twee belangrijkste dames uit zijn leven, dat ze nog eens goed met elkaar konden opschieten was heel wat. Zijn moeder draaide zich om en keek hem lang en onderzoekend aan, hij kende die blik. ‘Het is serieus tussen jou en Denni?’ Vroeg ze moederlijk. Storm keek haar aan en glimlachte traag. ‘Na twee jaar? Mam,’ hij zweeg en zette zijn thee aan de kant, liep op haar af en legde zijn handen op haar schouders. ‘Wat wil je dat ik zeg?’ ‘Dat,’ ze zweeg en keek hem met haar groene ontroerde ogen aan. ‘dat,’ ze zweeg en gaf het op. ‘Mam. Ik hou van haar met heel met hart en met heel dat deel van mijn mutatie ook. Maar ik moet nu gaan of zij gaat niet van mij houden als ik er niet ben voor ze vertrekt met Camille.’ Glimlachte hij snel. Zijn moeder legde haar hand kort op zijn wang en omhelsde hem kort. ‘Ga, snel, voor je te laat komt.’ Ze duwde hem op zijn schouderblad richting de voordeur. ‘Heb je niets anders om aan te trekken? Het gaat gemakkelijk dertig graden worden vandaag.’ Merkte zijn moeder bezorgd op. Storm keek naar het kostuum dat hij nog steeds aan had, zijn mouwen zaten opgesloofd en de bovenste twee knoopjes van zijn hemd stonden open. ‘Ik kleed me wel om in het hotel.’ Storm drukte een kus op haar voorhoofd en liep de voortuin uit. ‘Mam, ik heb nog liefde genoeg voor jou ook hoor.’ Glimlachte hij charmant. ‘Hou je charme maar voor haar.’ Lachte zijn moeder. Toch, hij kon horen aan haar stem dat ze er ontroerd door was. Met een tevreden glimlach nam hij snel een taxi naar het hotel. Hij stak de sleutel in de deur en liep hun kamer binnen. Hij wandelde naar de badkamer vanwaar hij geluid hoorde, stak zijn hoofd om de deur. ‘Goedemorgen.’ Begroette haar met een scheve glimlach. Ze keek hem aan vanuit de spiegel en draaide zich dan uiteindelijk naar hem om, legde haar haarborstel aan de kant. ‘Hoe voel je je?’ Vroeg ze zorgzaam. Hij liep de badkamer in en sloeg zijn armen rond haar heen. ‘Hoe voelt hij zich?’ ‘Dat is hetzelfde.’ Ze sloeg haar armen rond zijn nek, overbrugde alle afstand die er tussen hen in zat. ‘Goed, heel erg goed. Nu zelfs noch beter.’ Bekende hij. Lupos laten rennen was nodig geweest en het had hem echt goed gedaan ook. Hij kuste haar en kneep zijn armen stevig om haar geen, ze begon te giechelen. ‘Jij?’ Stelde hij de vraag terug. ‘Heb je gemist vannacht.’ Opperde ze met een pruillipje. Hij gaf haar een bekommerende blik en streek zijn handen langs haar rug. ‘Sorry, ik maak het goed.’ Knipoogde hij. Ze maakte een instemmend geluidje en verborg haar hoofd tegen zijn borst. ‘Ik zou dit een hele dag kunnen doen Darling maar jij,’ hij draaide zich met Denni tegen zich aan om en draaide de douchekraan open. ‘jij gaat met Camille weg en ik ga met de jongens weg. Tenzij je weer helemaal wilt nat worden zou je me beter loslaten.’ Dat laatste met een meer humoristische ondertoon. Ze keek op en leek erover na te denken, hij schudde gelijk zijn hoofd en omvatte haar polsen die nog steeds rond zijn nek zaten. ‘Camille kan hier elk moment staan.’ Protesteerde hij. Ze maakte zich net los als er op de deur werd geklopt. ‘Zie wel, ze komt nooit te laat.’ Hij draaide de kraan terug dicht en bleef tegen de badkamerdeur staan terwijl Denni de deur open trok. ‘Ben je er klaar voor?’ Vroeg Camille veel te actief. Zij had er in ieder geval zin in, op sandalen en in een veel te kleurrijke jumpsuit. ‘Trek goede wandelschoenen aan, Oxford Street is lang.’ Raadde hij Denni aan die terug de kamer in rende voor schoenen. Storm keek terug naar Camille en glimlachte begroetend. ‘Red je het met de jongens?’ ‘Ik red me met de jongens.’ Knikte hij instemmend, alsof hij net zijn moeder had moeten gerust stellen. Denni verzamelde al haar belangrijke spullen en kwam dan enthousiast weer naar Camille gewandeld. ‘Have fun.’ ‘Jij ook.’ Ze drukte een snelle kus tegen zijn lippen en rakette achter Camille de gang in. Het laatste wat hij van hen hoorde was hun gegiechel dat verdween in de lift.
Hij hoefde zich niet te haasten. Ethan kwam pas tegen de middag naar het hotel dus hij en Devon hadden letterlijk alle tijd van de wereld. ‘Ik weet waar we heen gaan!’ Kondigde Ethan aan toen de alle drie buiten onder de zon stonden. Storm zette zijn zonnebril op zijn neus en liet zijn blik kort over het drukke verkeer gaan. ‘Verras ons.’ Reageerde Storm. Hij wisselde een korte grijns met Devon en beide volgde ze Ethan. De zon gaf al veel te veel warmte af, wat in het voordeel werkte want alle dames op straat liepen er kort gekleed bij. Ze hadden dus veel om te bekijken terwijl ze naar hun bestemming gingen. ‘Doen jullie dit nog altijd?’ Vroeg Storm grijnzend toen ze via een park op een oud basketveldje terecht kwamen. Een paar oude schoolvrienden zaten er op de roestige tribunes, elk al met een biertje en twee koelboxen met voorraad. ‘Hall!’ Begroette ze hem meteen. Storm zette zijn zonnebril op zijn hoofd en begroette ze meteen allemaal enthousiast. ‘Damn dit is nostalgie. Guys, dit is Devon.’ Stelde hij Devon voor die ook meteen van iedereen een hand of schouderklopje kreeg terwijl ze zichzelf voorstelden aan hem. ‘Hoelang doen we dit al? Tien jaar?’ ‘Twaalf, zoiets.’ Knikte Ethan. Storm keek het veldje op en grinnikte geamuseerd. Hier had hij zoveel jaren doorgebracht met het vaste sportteam van school. En de jongens waren dit duidelijk blijven doen, zelf Steve was er, een lange smalle jongen die altijd een soort van commentator was tijdens hun vriendelijke spelletjes. Miller nam direct drie flesjes en gaf het aan Storm, Devon en Ethan. ‘Het is maar goed dat jullie in Amerika zitten, of we hebben hier geen kans meer.’ Grinnikte één van de jongens met een knikje naar een groepje meisjes die zaten toe te kijken vanop het gras stuk. Van aan de andere kant kwam Tamara afgewandeld met een zestal meisjes, ze zwaaide kort naar hen en Storm stak kort begroetend zijn flesje op. ‘Oke, we kunnen ze nu wel niet teleur stellen.’ Zei Storm gelijk terwijl hij opzij keek naar Devon. ‘Ik hoop dat je verborgen skills hebt man.’ Greens hij uitdagend. Iedereen kwam recht, dronk zijn flesje snel leeg en kwamen dan allemaal samen. ‘Deze twee gaan niet in hetzelfde team.’ Wees Ethan naar Storm en Devon. Storm knikte meteen redelijk, het zou niet eerlijk zijn. Hun reflexen en zintuigen waren al zo snel dat de tegenstander onmogelijk zou kunnen winnen als Storm en Devon in hetzelfde team zouden zitten. ‘Redelijk.’ Stemde Devon in, hij wierp Storm een uitdagende glimlach. ’Ik, Miller, Dave en Devon tegen jullie guys.’ ‘Waarom wil jij zozeer bij Devon in het team?’ Vroeg Storm zijn vriend grijnzend. Devon speelde zijn T-shirt uit en algauw floot Tamara van aan de kant van het plein hun kant op. Iedereen deed het, wat meer aandacht gaf van de dames dan ze zouden willen. ‘Ik denk dat ik meer kans maak om te winnen dan.’ Greens Ethan. ‘Dit moeten we interessant maken, wat als wij winnen?’ Vroeg Storm gelijk. Hij keek uitdagend naar Devon. ‘Als jullie winnen trakteren wij in de pub, als wij winnen trakteren jullie.’ Stelde Miller gelijk voor. ‘Deal.’ Wees Storm hem aan. Iedereen ging aan zijn kant van het veld staan terwijl Steve met een basketbal naar het midden kwam. ‘Hall en Devon.’ Greens hij uitdagend. Storm wandelde naar het midden en ging tegenover Devon staan, ze keek elkaar met die grote grijns aan. ‘Als ik dit win gaat dit je de rest van je leven achtervolgen. Verslagen in eigen land.’ Grinnikte Devon terwijl hij zijn handen tegen elkaar wreef en naar de basketbal keek. ‘Ik had niets minder van je verwacht.’ ‘Klaar?’ Vroeg Steve. Storm en Devon knikte beide gelijk, hun blik werd mee gefocust en toen de basketbal de lucht werd in gegooid was het spel begonnen. Devon sloeg hem eerst naar zijn kant van het veld. Storm zijn basketvaardigheden lagen een beetje onder het stof vanwege Lupos maar hij was het zeker niet verleerd. In die hitte immers was het dodelijk, de dames klaagden niet want het zweet droop van allemaal hun lichamen terwijl ze speelden. Ze lasten ook vaak een pauze in waardoor die twee frigoboxen sneller leeg waren dan voorzien. Hoe lang ze speelden? “En daar komt Ethan met de bal, hij dribbelt langs Wade heen, speelt hem door aan Devon en ooooh,’ Stefan zweeg terwijl de bal in een perfecte boog naar het net ging. ‘Hall klopt hem uit de lucht. Dat was nipt!’ Vervolgde hij als een echte commentator. Storm voelde zijn hart razen, hij voelde Lupos razen en voor enkele seconden triggerde het zijn wolvenzicht. Hij speelde de bal door aan zijn teamgenoot en het spel ging verder. De adrenaline, de drank, Lupos, Storm voelde zich energieker dan ooit. En toch, toch wisten Devon en Ethan het voor elkaar te krijgen hun groep op sleeptouw te nemen en uiteindelijk te winnen. ‘Het is roest he Hall.’ Greens Devon triomfantelijk. Storm wreef zijn hand door zijn haar en schudde ongelovig zijn hoofd. ‘Ik heb je wel laten winnen voor hen hoor.’ Wees hij met zijn hoofd richting de dames. ‘Zal wel.’ Lachte Devon. ‘Over twee uur hier terug, Hall en zijn team gaan trakteren!’ Schreeuwde Ethan luidruchtig. Storm keek naar zijn teammaten en haalde zijn schouders op. Het was het allemaal wel waard.
Ze hingen allemaal rond de toog, allemaal met al zeker vijf shotglaasjes en de helft van hen al ruimschoots dronken. ‘Eerste man op de maan?’ Vroeg Tamara die achter de toog stond met een fles sterke drank in haar handen. ‘Armstrong!’ Riep Ethan. ‘Drinken Hall en de anderen.’ Zei Tamara terwijl ze de glaasjes opnieuw vulde. Storm hief het shotglaasje op en goot het naar achter. ‘Wie zijn idee was dit ookal weer?’ ‘Die drinkspelletjes verruimen de geest Hall.’ Lachte Miller. Ze lachten allemaal, verliezen stond duidelijk op zijn voorhoofd geschreven voor vandaag. ‘Ik heb een heel slecht team gekozen vandaag. En ik ben hier rot slecht in.’ Gaf hij toe terwijl hij het glaasje weer op de bar zette. Jep, hij was dronken aan het worden, en nog geen klein beetje. ‘Volgende vraag is,’ Tamara zweeg en keek naar de twee teams. Storm zijn team was al in het nadeel door twee te dronken spelers. Dus het wel enkel hij en Wade. Devon zijn team wist zich aardig staande te houden in dit spelletje. ‘Eerste president van Amerika?’ Vroeg Tamara. ‘Ik weet het!’ Zei Storm. Hij zette zijn handen tegen zijn hoofd en begon heel hard na te denken. Sober zou hij het weten, zou hij alles eerder weten dan Devon en de anderen. ‘George Washington.’ Antwoordde Miller. ‘Verdomme.’ Kreunde Storm, hij liet zijn hoofd op de bar rusten terwijl hij voelde hoe Tamara het glaasje terug vulde. ‘Ik breng je wel veilig terug naar het hotel hoor.’ Grinnikte Devon. Storm mompelde iets onverstaanbaar en goot de vloeistof naar binnen. Van dan af aan was het allemaal nogal vaag om eerlijk te zijn. Hij had trouwens ook geen idee of hij het hotel nog had gehaald zonder in slaap te vallen onderweg.
Onderwerp: Re: Tell the world that I’m coming home. za dec 10, 2016 9:17 pm
Camille Troy
“You have to love dancing to stick to it. It gives you nothing back, no manuscripts to store away, no paintings to show on walls and maybe hang in museums, no poems to be printed and sold, nothing but that single fleeting moment when you feel alive.”
Pictures to remember
Camille beet op haar onderlip om niet in het lachen uit te barsten terwijl ze met Denni door alle foto’s bladerden die ze hadden getrokken gedurende de dag. ‘Oh my God, dat je dit hebt aangetrokken!’ Greens Denni enthousiast. ‘En ik denken dat geel mijn kleur was.’ Giechelde Camille. Het waren echt de meest waanzinnigste, belachelijkste foto’s ooit. Wel vijftig pashok foto’s met kleren aan die niet in combinatie pasten of gewoon waanzinnig absurd waren. Maar dat had wel de dag gemaakt. Ondanks dat ze serieus hadden geshopt ook hadden ze beide enorm veel plezier gehad. En nu zaten ze met een gigantische ijscrème ergens in Oxford Street te genieten van wat “rust”. Ze hadden beide wel wat zakken aan hun voeten staan, de jongens zouden vast eens met hun ogen rollen. Ze schudde zachtjes glimlachend haar hoofd en ging uit gewoonte door naar Instagram. ‘Oh wel, zij vervelen zich niet.’ Merkte Camille fronsend op. Denni boog dichterbij en keek mee naar de foto die Tamara had getrokken. Het basketveldje, de spelers, de hitte, de drank en de vrouwen. ‘Gaat het er hier altijd zo heftig aan toe?’ Vroeg Denni. Camille bekeek de foto zorgvuldig en richtte dan haar aandacht op haar ijsje. ‘Nu Storm weg is minder. Sinds wat er gebeurd is met de partysquad is het hier een beetje leeg geworden.’ Gaf ze eerlijk toe. Ze stak haar gsm in de lucht en legde haar hoofd op Denni haar schouder. ‘Say cheese!’ ‘Cheese.’ Greens Denni naar de camera. Een mooie foto, met ijsjes, zon, twee vriendinnen die de tijd van hun leven hadden. Camille zette er een onderschrift bij en uploadde hem naar Instagram. ‘Zo.’ Greens ze opgewekt waarna ze haar gsm weg stak en zich vol concentratie op haar ijsje richtte. ‘Wat is het tussen Storm en Tamara?’ Vroeg Denni na lang twijfelen. Camille keek haar aan en glimlachte meteen één en al onschuld. ‘Valt het op?’ ‘Dat ze iets hebben gehad, ja.’ Knikte Denni meteen. ‘Storm en Tamara zijn wel close ja. Hij heeft een relatie, wat een groot woord was voor Storm toen, gehad met haar. Vier maanden maar het was vier maanden.’ Ze haalde haar schouders op en likte weer aan haar ijsje. ‘Hmm.’ ‘Ben je jaloers?’ Vroeg Camille afwachtend. ‘Na twee jaar niet meer maar ik weet niet wat ik van haar moet verwachten.’ Gaf Denni eerlijk antwoord. ‘Tamara heeft op een zekere hoogte van Storm gehouden, ze heeft teveel respect voor hem om dat te ondermijnen. Dus je hoeft geen schrik te hebben. Ze is flirterig en actief maar ze zou nooit in de weg staan van Storm zijn geluk. Ik denk dat ze Ethan een beetje als vervanging ziet.’ Ze zweeg een tijdje en fronste uiteindelijk haar wenkbrauwen. ‘Wat wel zielig is als je het zo bekijkt.’ Vervolgde ze bedenkelijk. ‘Hoe was hij hier, Storm? Hoe was zijn leven hier in Londen?’ Vroeg Denni voorzichtig nieuwsgierig. Camille keek haar aan en glimlachte zachtjes, terwijl alle herinneringen langzaam maar zeker in haar hoofd terug kwamen. ‘Storm,’ ze zweeg en schudde haar hoofd. ‘Voor iedereen was het Hall. Hall was Londen zen meest beheerde vrijgezel. Hij was populair, hij had een ego zo nu en dan. Tamara was regelmaat maar ze was zeker niet de enige. Nu praat ik heel erg slecht over Storm.’ Ze schudde haar hoofd en keek verontschuldigend opzij naar Denni. ‘Er is meer. Maar Storm was hier altijd heel erg vrij, hij ging feesten, drinken, achter de meiden zitten en dan nog meestal zijn zin krijgen ook. Je kon hem niet echt tegenhouden, soms was hij roekeloos. Voornamelijk onbezorgd, vrijuit, genieten van het leven en van die dingen. Alles nemen en niets terug geven. Maar,’ Camille zweeg en haalde langzaam haar schouders op. ‘Hij was er dag in en uit voor zijn ouders, zijn broertje. Hij volgde de lessen, studeerde hard, werkte in een restaurant en was daarnaast nog eens mijn beste vriend. Dat zorgzame toonde hij niet vaak, het was alsof hij zich toch wat probeerde af te schermen van de realiteit. Hij had een hekel aan het idee om te settelen.’ Dat laatste met een veelbelovende blik naar Denni. ‘Ik bedoel, hij kon geen relatie langer dan vier maanden aanhouden. Als we het over de toekomst hadden dan had hij het vaak over beroepen maar als je sprak over huis, kinderen en trouwen dan zweerde hij dat meteen af. Het idee om een vast relatie te hebben, zekere verantwoordelijkheden te hebben heeft hem nooit aangestaan. Ik weet, omdat ik hem kende, dat het ergens er wel in zat maar hij geloofde het nooit zelf. Het zorgzame heeft hij wel altijd gehad, ondanks dat hij zo vrijuit is heb ik nooit een meisje horen klagen over de nachten die ze met hem doorbrachten, integendeel,’ ze zweeg en keek kort naar Denni. ‘En ik zit je dat hier allemaal te vertellen, sorry.’ Ze haalde haar vingers door haar lange lichtbruine haar en schudde opnieuw haar hoofd. ‘Hij is goed, hij toonde het gewoon niet aan iedereen. Ik denk dat zijn mutatie hem op dat vlak heel veel heeft geleerd, of niet?’ Ze keek aarzelend opzij naar Denni, ze knikte langzaam maar zei verder niets. ‘Ik zie werelden aan verschil in Storm. Ik weet dat hij een ontzettend zware drie jaar heeft gehad maar ik dacht dat zijn persoonlijkheid sterker zou zijn. Maar dat was het niet, Lupos heeft hem gekraakt. Hij koos voor de rust, om te settelen, om liefde te kennen, om zijn zorgzaamheid met iedereen te delen. Ondanks dat hij nog plezier heeft is alles zo gefocust op zijn omgeving.’ Camille zweeg en richtte zich weer eventjes naar haar ijsje, voor de hele boel zou gaan smelten. ‘Mijn Storm Hall van vroeger dacht vaak aan zichzelf, wat voor hem goed zou zijn, wat hij graag wilde. Hij was niet egoïstisch maar hij liet het ook niet blijken dat hij om anderen gaf. Deze Storm Hall,’ ze zweeg en keek Denni een lange tijd in stilte aan. ‘Hij vergeet zichzelf omdat hij zo druk bezig is met anderen. Hoe hij naar jou kijkt, het maakt me haast jaloers,’ bij dat laatste lachte ze kort en schudde haar hoofd. ‘Vind je het niet jammer dat je nooit iets meer gehad hebt dan vriendschap?’ Vroeg Denni uit het niets. Camille opende haar mond en sloot hem dan weer bedenkelijk. ‘Ik heb hem één keer gekust.’ Gaf ze onschuldig toe. ‘Echt?’ Vroeg Denni verbaast. ‘Ik wist het toen nog niet maar het was nadat hij gebeten was, na zijn eerste volle maan. Hij was een volle week weg geweest en toen zei hij dat hij terug zou komen en ik zag hem en,’ ze zweeg en haalde diep adem. ‘ik ben naar hem toe gerend en heb hem gekust.’ Beet ze op haar onderlip. ‘En wat deed hij?’ Vroeg Denni gelijk verder. ‘Wel, hij had er niet meteen een bezwaar tegen. Hij kan echt goed kussen.’ ‘Moet je mij niet zeggen.’ Prevelde Denni in gedachten verzonken. Camille gaf haar een geamuseerd elleboogduwtje terwijl ze lachte. ‘Nee, ik heb er geen spijt van. Hij is mijn beste vriend, van beide kanten is er nooit meer geweest dan dat. Hij is als mijn grote broer, hij is het waardevolste dat ik heb in het leven. Mijn ouders zijn er nooit, dus ballet en Storm was een beetje de enige houvast die ik had. Het is hard om hem niet meer rondom me te hebben maar het is oke.’ Besloot ze uiteindelijk. Ze vielen allebei in een soort van vredige stilte. Camille dacht terug aan die ene kus, ze dacht terug aan hoe moeilijk die paar dagen waren geweest met Storm. Moest ze blij zijn dat hij was gevlucht? Ja, waarschijnlijk wel. Ondanks dat het ondragelijk veel pijn had gedaan was ze blij dat hij was vertrokken want anders had hij nooit dit gehad. ‘Denni?’ ‘Hmm.’ Denni keek meteen opzij. ‘Ik wil eigenlijk al heel erg lang weten hoe het tussen jou en Storm is begonnen. Hij heeft mij er nooit iets van gezegd en ik ben eigenlijk wel een beetje nieuwsgierig.’ Ze trok een puppy face en knipperde eens lief met haar ogen naar Denni. ‘Of tenzij het te intens of privé is, in dat geval hoef je niets te zeggen.’ Vervolgde ze nog snel. ‘Heeft hij het je nooit verteld?’ Vroeg Denni fronsend. Camille trok haar benen op en vloekte kort toen er een druppel citroenijs op haar been viel. ‘Nee,’ zei ze terwijl ze het weg veegde met haar servet. ‘Ik heb het gevraagd maar hij heeft nooit verteld wat er is gebeurd.’ Ze zweeg en keek aarzelend opzij naar Denni. ‘Was het Lupos?’ Vroeg ze een beetje voorzichtiger. Denni knikte en keek in gedachten verzonken naar haar ijsje. ‘Het was drie dagen voor volle maan, ik stond er niet bij stil dat ik hem minder had gezien, dat hij iedereen begon te ontwijken maar ik kwam hem toevallig tegen in het bos.’ Ze zweeg en keek langzaam opzij naar Camille. Onrechtstreeks moest Camille denken aan die grote witte wolf die ze had gezien vorige nacht. Ze wilde zich er geen beeld bij voorstellen hoe Lupos eruit zou zien. ‘Hij wilde dat ik ging maar ik wilde blijven. Hij zag er zo slecht uit, zo ziek. Ik was bezorgd en hij werd kwaad. Ondanks dat ik wist dat ik moest gaan, dat ik moest stoppen met hem tegen te spreken, ik kon het niet. Ik denk dat ik het dat moment nog niet besefte maar ik voelde daadwerkelijk al iets voor hem.’ Ze zweeg weer en Camille gaf een kort kneepje in haar arm. ‘Ik werd boos, hij kalmeerde en het lukte hem me te overtuigen om terug te gaan. Wat ik deed, tot ik me verwonde en voor ik het wist stond Lupos daar.’ Denni huiverde bij het idee. Ondanks dat het zo warm was buiten zag ze dat Denni kippenvel kreeg bij de gedachten. ‘Ik probeerde om mijn mutatie te gebruiken maar het werkte niet. Ik dacht een moment lang dat ik zou sterven. Hij had me al verwond. Rennen was geen optie, smeken was geen optie dus zei ik hem dat ik van hem hield en op één of andere reden blokkeerde dat de weerwolf.’ Dat laatste slechts een gefluister. Ze klemde haar hand kort over de plaats waar de weerwolf haar waarschijnlijk had gegrepen. ‘Maar hij kon niet blijven?’ Gokte Camille. Ze kende Storm, ze kende Storm als geen ander, hij kon het niet verdragen dat iemand anders pijn leidde door zijn toedoen … daarom de zorgzaamheid. ‘Nee, hij vluchtte het bos in. Uiteindelijk kwam hij naar de ziekenboeg en daar,’ ze zweeg en glimlachte liefdevol. Camille hoefde niets verder te horen als ze die glimlach zag. ‘Ik ben zo blij dat hij jou heeft.’ Besloot Camille zachtjes. Denni keek een beetje verlegen voor zich uit maar knikte dan langzaam instemmend. ‘En ik ben blij dat ik hem heb.’ Zei ze zachtjes. Camille richtte zich naar haar ijsje en at het laatste beetje van het horentje op. ‘Ik ben blij jou te mogen leren kennen.’ Greens Camille dan weer enthousiast, Denni beantwoordde die glimlach meteen. ‘Geheel wederzijds!’ Knikte ze instemmend. Camille keek naar de zes zakken die naast en tussen hen in stonden, ze hadden mooi werk geleverd. ‘Devon is ook best aardig.’ Ging Camille geheel op haar gemak verder met het gesprek. Devon was net als Storm, gemakkelijk om mee te praten en zo ontzettende charmant als hij wilde. Toch verschilde het een groot deel van Storm. En hij was nu ook niet echt erg om naar te kijken. ‘Je moet oppassen van Devon.’ ‘Waarom zeg je dat?’ Vroeg Camille meteen. Ze keek opzij naar Denni en trok grote ogen. ‘Heb jij iets met hem gehad?’ Vroeg ze fluisterend, alsof elk moment één van de jongens zou kunnen opdagen. ‘Misschien, helemaal in het begin. Klein beetje maar, eenmalig.’ Beet Denni op haar onderlip terwijl ze haar blik naar een stel voorbijgangers liet gaan. ‘Neeeeee.’ Lachte Camille gelijk. ‘Dus je hebt beide jongens,’ ze brak haar zin af en grinnikte geamuseerd. ‘Ben jij even een gelukzak.’ Ging ze gelijk verder over het Devon kwestie. Devon was vooral een hoop lol hebben en na deze week wist ze niet of ze nog zoveel lol zou hebben in haar leven als nu. Camille keek naar haar gsm en trok een triestig gezicht. ‘Ik heb over twee uur training dus ik denk dat we maar beter onze jongens eens kunnen gaan tonen wat we hebben gevangen.’ Wees ze suggestief naar de zakken. De beide dames stonden op, namen elk hun spullen en legden hun weg dan verder af door Oxford Street. Camille haakte spontaan haar arm door die van Denni. ‘Het was een vruchtbare dag, eens zien hoe vruchtbaar die dag was voor de jongens.’ Besloot Camille ferm.
Terug komen op het hotel had zo wel wat verrassingen. Als eerste stond de kamerdeur van Denni wagenwijd open. ‘Diefstal?’ Vroeg Denni op haar hoede. Camille stak haar hoofd om de hoteldeur en keek naar binnen. ‘Nee, ik hoor niets.’ Fluisterde ze voorzichtig. Ze zette haar zakken neer op de grond en gebaarde Denni op de gang te blijven staan. Ze liep op haar tenen de kamer binnen, de badkamer was leeg, de lounge was leeg en de slaapkamer… ze bleef in de deuropening staan en zuchtte dramatisch. ‘Het is oke hoor Denni, onze inbreker is ver weg momenteel.’ Grinnikte ze geamuseerd. Denni kwam naast haar staan en staarde naar Storm. Hij lag languit op het bed, zijn ademhaling was rustig maar het was duidelijk dat hij hier was neergeploft bij zichzelf of was neergelegd door een ander. ‘Ik dacht dat hij niet dronken kon worden?’ Vroeg Camille zich luidop af. Ze wandelde rond het bed heen en legde haar hand tegen zijn voorhoofd. ‘Die heeft snikheet, is dat normaal?’ Vroeg ze bezorgd. Denni keek alleen maar zwijgend toe, het was pas als Camille haar afwachtend aan keek dat ze in actie schoot. ‘Storm.’ Ze duwde op zijn schouder maar er kwam geen beweging in. ‘Normaal recupereert hij wel snel maar hij heeft het inderdaad warmer dan normaal.’ ‘Jij hebt vast ook geen koud s’nachts.’ Greens Camille ondeugend. Denni schudde zachtjes haar hoofd en ging naast Storm op het bed zitten. ‘Storm!’ Zei ze luider. ‘Storm, sta op.’ Beval Camille hem kwaad. ‘Is Devon op zijn kamer?’ Vroeg ze vervolgens. Denni wilde eigenlijk gaan kijken maar Devon kwam de kamer binnen. Camille vouwde haar armen samen en keek hem afwachtend aan. ‘Hij komt wel weer bij, hij verloor een drinkspelletje.’ Glimlachte Devon opgetogen. En ondertussen bleef Denni maar aan Storm zijn schouder schudden. Er kwam beweging in Storm, hij kreunde luidruchtig en kneep zijn ogen weer dicht bij het felle licht. ‘Cami?’ Vroeg hij dwaas. ‘Ik ben blij dat je mij nog herkent.’ Merkte ze droogjes op. ‘Is Denni oke?’ Vroeg hij slap. Camille keek naar Denni, zelf als hij dronken was kon hij nog bezorgd zijn. ‘Ze zit links van je.’ Antwoordde Camille. Storm tastte rechts. ‘Andere links.’ Lachte Devon. Storm duwde zich af en kwam voorzichtig recht, hij kneep zijn ogen half dicht en zocht naar Denni. ‘Ben je kwaad?’ Vroeg hij aan haar. ‘Oh god, hoe schattig.’ Merkte Camille sarcastisch op waarna Devon hondengeblaf na bootste. ‘Het is zijn schuld.’ Wees Storm naar Devon. Camille stond op en duwde Devon naar de deur. ‘Jij moet bijslapen, ik zie je morgen wel.’ Merkte Camille op waarna ze kort naar Denni keek. ‘Succes met hem.’ Knipoogde ze naar de meid alvorens ze met Devon de kamer uit verdween. ‘Hij wordt toch weer de oude?’ Vroeg ze toen ze de hotelkamerdeur achter zich dicht trok. ‘Tuurlijk, hij zal geen kater hebben. Die weerwolf neemt alle lol weg.’ Dat eerste was een geruststelling, dat tweede niet. ‘Goed.’ Besloot Camille, ze bleef bij de lift staan en keek nog eens over haar schouder naar Devon. ‘Ik zie je morgen.’ Ze wiebelde haar vingertoppen zijn kant uit, hij knipoogde enkel.
♥ &hearts
Gesponsorde inhoud
Onderwerp: Re: Tell the world that I’m coming home.