Het ronde whiskey glas rolde behendig van zijn linker- naar zijn rechterhand terwijl zijn blik eindeloos in de verte tuurde. Als je hem vanop een afstandje zou zien, zou je nooit kunnen raden wat er zich aan de binnenkant afspeelde. Oliver had metershoge muren rond zichzelf opgetrokken, met enkel een paar schietgaten om met anderen te spreken, en eventuele uitbarstingen naar buiten te laten komen. Zijn knie had hij tot tegen zijn gespierde borst opgetrokken terwijl hij het andere been uit het raam liet bengelen. Drie verdiepingen hoog, en hij moest maar enkele centimeters bewegen om uit zijn raam te vallen. Maar hij was al van hoger gevallen. Een pijnlijk grimas vertrok over zijn gezicht, en met een frons op zijn wenkbrouwen veerde hij op van de vensterbank. Met de hand waarin hij geen glas droeg sloeg hij het raam weer in zijn slot en liep met gebogen hoofd naar de spiegel. Het whiskey glas vond plaats op de lavabo, waar Oliver zijn handen daarna aan weerszijden van liet steunen. Voorovergeboven keek hij naar zijn spiegelbeeld.
Zijn stoppelbaard was aardig lang geworden en zijn haren zaten nog steeds in de war van de vorige nacht, ookal was het nu al ver in de namiddag. Hoe laat wist hij niet precies, hij had zichzelf zo ver mogelijk van alles willen afsluiten. Met een diepe zucht draaide hij het kraantje open en kneep zijn ogen samen door het piepende geluid ervan, wat voor een nog fellere hoofdpijn zorgde. Een klets water in zijn gezicht... Niets hielp nog. Tegenwoordig hielp zelfs de alcohol niet meer om zijn hoofdpijn te doen verdwijnen en hij was ten einde raad. -Of er was nog steeds die ene oplossing...- Oliver keek recht in zijn eigen felblauwe ogen. -Nee.- Blafte hij zichzelf in gedachten toe en wendde van de spiegel af. -Gewoon een kleine aanraking.- Furieus gromde hij en liet zich met een plof op zijn bed vallen. Hij zou nooit iemand anders met opzet pijn willen doen om die van zichzelf te verlichten. Zijn mutatie was dag in, dag uit een marteling voor hem, en hij vond het onmenselijk om iemand diezelfde pijn te doen doormaken. Zijn hoofd had hij diep in zijn kussen gedrukt en hij bedekte zijn oren om alle geluiden buiten te sluiten.
Toen zijn ademhaling weer lichtjes gedaald was durfde hij weer rechtop te gaan zitten, en leunde hij met zijn gespierde schouders tegen de muur, terwijl zijn benen over de rand van zijn bed bungelden. Deze ochtend was hij weer wakker geworden met de wereld op zijn kop. Of beter gezegd, hijzelf op zijn kop. Hij had last gehad van nachtmerries, en die deden gekke dingen met hem, namelijk zijn krachten activeren. Oliver was wakker geworden met zijn rug tegen het plafond, en het bed enkele meters onder hem. Zijn aantrekkingspunt van de zwaartekracht was 180 graden gedraaid, en hij werd richting de ruimte aangetrokken in plaats van naar het middelpunt van de aarde. En zo was zijn slechte dag begonnen.
Na die eenentwintig jaar tijd was hij er nog steeds niet in geslaagd om zijn mutaties onder controle te krijgen, iets waar hij erg over beschaamd was. Er was iets vreemd aan hem, vreemder dan anderen, want hij leek -hoedanig hij ook oefende- nooit volledige controle over zijn krachten te krijgen. Iets wat niet alleen voor anderen een gevaar vormde, maar ook voor zichzelf. Een klein zuchtje verliet zijn keel en streelde zijn droge lippen. Hij sloot zijn ogen en probeerde de pijn uit te sluiten, de pijn die zijn lichaam vulde en op het punt stond om uit te barsten. Maar hoedanig hij zich ook focuste, er veroerde zich geen vin in zijn lichaam. De laatste tijd begon hij zich zelfs af te vragen of er wel een manier bestond. Met de beheersing van zijn zwaartekrachtpunt lukte het al stukken beter, sinds de drie jaar geleden toen hij hier zonder enige uitleg werd gedropt door Rosalie, en dat was iets waar hij zich aan vastklampte. Kort beet hij op zijn lip en concentreerde zich op de muur recht voor hem, aan de overkant van de kamer, en nog voor hij het goed en wel doorhand, voelde hij een ruk achter zijn navel. Een ongekende kracht spoelde over zijn lichaam heen en in een fractie van een seconde kantelde hij op zijn zij en begon te vallen. Maar niet richting de grond, wel richting de muur die net nog voor hem had gestaan, maar zich nu onder zijn voeten bevond. Een grimmige grijns speelde rond zijn mond en hij keek om zich heen. Alles was hetzelfde gebleven, alleen hij stond nu rechtop tegen een muur in plaats van op de grond. Hij kon springen, ronddraaien en zich laten vallen, zonder dat hij weer op de grond terecht kwam. De muur was nu zijn ondergrond geworden. Een zucht van opluchting verliet zijn keel. Alsof het de normaalste zaak van de wereld was, begon hij te rennen. Als springend over de schilderijen liep hij tegen de muur. Toen hij in de hoek van de kamer kwam, concentreerde hij zich op de andere muur die er horizontaal tegen stond en hij voelde weer de bekende ruk achter zijn navel. Hij sprong in de lucht en bij het neerkomen belandde hij tegen de andere muur. Zo ging hij verder, rondjes lopen tegen de muren van zijn kamer die hij met niemand anders deelde. Hij ging verder totdat zijn voorhoofd in het zweet baadde en zijn t-shirt klam was.
Er lagen enkele van de schilderijen op de grond en de sprongen die hij had gemaakt hadden enorme dreunen veroorzaakt die over heel de verdieping hoorbaar waren. De meisjes die hun kamers op dezelfde verdieping hadden, maar in een andere gang zouden waarschijnlijk geschrokken zijn. Maar het deerde hem niet. Zijn pijn had hij misschien nog niet onder controle, maar het gespeel met de zwaartekracht begon hij onder de knie te krijgen. Met een laatste zucht sprong hij weer op de begane grond en keek geschrokken op toen er op zijn deur werd geklopt. ”Ja?” riep Oliver, zonder de deur open te doen. Hij wilde eerst een naam horen voor hij de deur ontgrendelde. Met zijn ogen strak op de deur gericht greep hij naar een pull die op de grond lag en trok die over zijn hoofd. Hoe heet het ook mocht zijn, in de aanwezigheid van andere personen wilde hij zo weinig mogelijk naakte huid hebben. Zo veel te minder kans was er op aanraking.
Onderwerp: Re: Room 3 [Oliver Marron] zo jun 22, 2014 10:51 pm
hold your ground, we’re safe and sound
Room 3
De frustratie straalde van Emma af terwijl ze zich een weg baande door de gang naar de jongensslaapkamers. Ze was boos. Geïrriteerd, voornamelijk, maar boos. Wat het precies was wist ze niet, maar er was een of andere kwal die had besloten zo veel mogelijk kabaal te maken, net toen Emma zich op haar leerwerk gestort had voor het biologie proefwerk van de volgende dag. Natuurlijk had ze eerder kunnen beginnen met studeren. Zo was Emma echter niet. Zij nam de vrijheid om volledig zelf te bepalen wanneer ze leerde, en deze keer had ze besloten om dat op het laatste moment te doen, omdat ze gedacht had de meeste stof te al kennen. Helaas voor haar bleek het dat er twee pagina's vol met leerstof waren die ze over het hoofd had gezien, waar ze nu dus alle concentratie voor nodig had. Met dat idiote gebonk wat door minstens de halve school dreunde kon ze dat dus niet.
Het geluid werd harder en beter te identificeren. Als ze geen rare dingen gewend was geweest, had ze zich afgevraagd waarom het klonk alsof er iemand een grote hoeveelheid voetballen door zijn kamer aan het gooien was. Zij was echter het meisje die geen pijn voelde en bij wie je gerust een arm kon afhakken zonder dat ze er last van had - nouja, op het feit dat ze dan een arm minder had om te gebruiken na. Ze kende mutanten die met dieren konden praten en die met een simpele aanraking konden genezen, dus iets wat dingen tegen de muur aan kon gooien was niet bepaald bijzonder meer voor haar.
Net toen ze de deur had bereikt waar het geluid vandaan leek te komen, stopte het. Emma fronste. Wist hij dat ze er was? Ze ging er van uit dat het een hij was. Nou was het overdag en kon er net zo goed een meisje ergens bij iemand op de kamer zijn, maar om dingen simpel te houden ging ze er van uit dat het een jongen was die haar studie sessie had verstoord.
Emma bleef voor een moment staan. Ze was nu helemaal hierheen gelopen voor niets, of wel soms? Zou de jongen weten dat hij anderen irriteerde met zijn gebonk, of was het het waard om aan te kloppen en het hem te vertellen? Emma had eerlijk gezegd weinig zin om terug te lopen met de kans om opnieuw gestoord te worden. Ze besloot dat ze haar mening duidelijk moest maken. Daarna kon ze wel weer studeren.
Ze hief een hand op, en klopte met zo veel kracht als ze maar kon - omdat het anders weinig geluid zou maken - op de deur. Drie maal. Er kwam een antwoord. De stem klonk mannelijk, zoals Emma verwacht had. Ze ademde diep in en opende haar mond. "Yo. Ben je weer rustig? Er zijn namelijk mensen die moeten studeren."
Laatst aangepast door Emma Bailey op wo jul 02, 2014 9:22 am; in totaal 1 keer bewerkt
Onderwerp: Re: Room 3 [Oliver Marron] ma jun 23, 2014 12:45 pm
Oliver Marron ~ uncontrollable ~
Het zweet stond op Olivers voorhoofd en zijn zware kap zorgde ervoor dat de voorkant van zijn pull in zijn hals sneed. Met de nodige handelingen zorgde hij ervoor dat zijn pull fantsoenlijk over zijn torso hing. Gespannen wachtte hij af totdat de persoon aan de andere kant van de deur antwoordde. "Yo. Ben je weer rustig? Er zijn namelijk mensen die moeten studeren." De stem van het meisje klonk Oliver onbekend in de oren, maar niet abnormaal omdat hij zichzelf merendeel van de tijd opsloot in zijn kamer en geen behoefte had aan sociaal contact. In de stem van het meisje klonk enigzinds een ergernis, en Oliver fronste zijn zware, expressieve wenkbrauwen terwijl hij nadacht. Zijn ademhaling rees stilletjes en hij had de neiging om met zijn hand naar de deurknop te grijpen en het meisje voor hem te zien staan.
Er waren inderdaad leerlingen die studeerden, maar tot die categorie behoorde hij niet. Of toch niet meer. Doordat zijn mutatie zo moeilijk was om mee te leven, en bovendien zo gevaarlijk voor anderen in zijn buurt, was hij ermee gestopt. Het feit dat de andere leerlingen vooruitgang boekten -vooral op gebied van hun mutatie onder controle krijgen-, daar kon hij ook niet mee leven zonder zichzelf het nog meer kwalijk te nemen van zijn bestaan. Hoe hard hij er ook aan werkte, niets deed ertoe. Met een zuchtje keek hij om zich heen en zag welke ravage hij nogmaals aan zijn kamer had toegebracht. Gelukkig was er de mogelijkheid om geen kamergenoot te hebben.
Waarom net wist hij niet, maar hij bracht zijn grote hand naar de deurknop en draaide hem behendig om en liet hem naar binnen openzwaaien, zodat ze oog in oog stonden. Het was een blond meisje, dat zeker anderhalve kop kleiner was dan Oliver. ”Mijn excuses, het was niet mijn bedoeling geweest om je concentratie te verstoren.” Zijn stem klonk schor en diep, en hetgeen hij zei leek niet echt gemeend over te komen. Maar het was wel een gemeende boodschap, ook al moest hij moeite doen om het op een fantsoenlijke manier te laten over komen. Hij was niet goed in praten, zeker niet met vreemde mensen. Door de deuropening was de ravage in zijn kamer zichtbaar, en toen hij zich daar bewust van werd, greep hij weer naar de deurknop en trok de deur korter dicht.
De afstand tussen hem en het meisje was meer dan twee meter, en vanaf het moment dat ze korterbij zou komen, zou hij wel weten wat hij moest doen, maar voor nu ging het. Hij wilde normaal zijn, en voor zolang de situatie het toeliet, zou hij daar met volle teugen van genieten. Maar hij was er zich goed bewust van, van hoe snel zoiets kon veranderen. Zijn felblauwe ogen keken haar op een valse manier aan. Zijn blik was altijd kleinerend, te danken aan zijn zware wenkbrauwen die merendeels van de tijd gefronst stonden, en zijn fel zichtbare kaaklijn, waardoor hij een strenge blik kreeg. Maar het was nooit echt zijn bedoeling om zo over te komen, zeker niet in gewone situaties als deze. Hij kon wel niet ontkennen dat het soms handig van pas kwam om mensen op afstand te houden, zonder hen werkelijk aan te moeten raken. Onder zijn losse pull -ookal was het heet in zijn kamer-, rees zijn borst nog steeds heftig op en neer, en het zweet was ook nog altijd duidelijk zichtbaar. Aandachtig nam hij het meisje, dat heel klein was in vergelijking met hem, in zijn gedachten op.
Onderwerp: Re: Room 3 [Oliver Marron] do jun 26, 2014 9:12 pm
hold your ground, we’re safe and sound
Room 3
Eén tel. Twee. Drie. Even vroeg Emma zich af of ze wel gehoord was. Ze had haar stem genoeg verheven om door de deur heen gehoord te worden, dus tenzij de jongen aan de andere kant van de deur doof was of om een andere reden niet kon horen, was er geen probleem. Ze overwoog om zich alsnog weer om te draaien en terug te gaan naar haar eigen kamer om te studeren. Ze stond hier immers eigenlijk haar tijd te verdoen - tot op het punt waar de deur geopend werd.
Ze moest lichtelijk omhoog kijken om de jongen in zijn ogen aan te kunnen kijken. Zijn geslacht had ze in elk geval goed gegokt. Tenzij hij de mutatie had om van geslacht te veranderen, maar daar ging Emma maar niet van uit. Immers maakte het veranderen van geslacht niet zo veel lawaai als ze uit zijn kamer had horen komen. Ze nam een voorzichtig kijkje achter hem, denkend dat er misschien een tweede persoon in de kamer was, maar ze zag niemand. Alleen rommel. Schilderijen die van de muren waren gevallen, andere spullen die niet thuishoorden op de vloer en -
Meer kon ze niet zien. De jongen deed de deur verder dicht en ontnam haar het zicht. Ze stond iets schuiner op haar voeten dan ze door had gehad, en ging weer recht staan nu ze het merkte. Ze schraapte haar keel wat ongemakkelijk. Emma had best respect voor andermans privacy, maar het gebeurde wel eens dat ze zich liet meeslepen door haar nieuwsgierigheid en dat was nu het geval. Hij had het sowieso opgemerkt. Dat kon niet anders. Ze besloot zich maar te concentreren op het gesprek. Hij was immers zo aardig geweest om de deur voor haar te openen en hij had zelfs zijn excuses aangeboden. Nu was het Emma's beurt om te bewijzen dat ze niet volledig asociaal was. "Excuses aanvaard. Al moet ik zeggen dat ik heel benieuwd ben naar wat je aan het doen was." Ze hield een wenkbrauw opgetild en glimlachte scheef, wat één van de vriendelijkste uitdrukkingen was die ze op het moment kon verzinnen.
Niet alleen de rommelige kamer had haar interesse gewekt. Ondanks zijn vrij rustige uitstraling had hij zich net duidelijk ingespand. Ze had het eerst niet opgemerkt, maar nu ze hem in zich op nam in plaats van de kamer, merkte ze het zweet op. Vers mannenzweet. Lekker. Ze merkte ook op dat hij best wel knap was, al wilde ze zich niet aan dat soort gedachten wagen omdat hij ook duidelijk ouder was en zo wanhopig voor liefde was Emma nou ook weer niet. Ze kende deze knakker niet eens.
ooc; hoop dat je er wat mee kan ><
Laatst aangepast door Emma Bailey op wo jul 02, 2014 9:22 am; in totaal 1 keer bewerkt
Onderwerp: Re: Room 3 [Oliver Marron] zo jun 29, 2014 7:13 pm
Oliver Marron ~ uncontrollable ~
Het meisje had té nieuwsgierig naar binnen gekeken en Oliver fronste zijn wenkbrouwen nog wat waardoor zijn blik zwaarder en gemener overkwam. Het was dom geweest om zo roekeloos zijn deur open te slaan en niet na te denken over wat anderen binnen zouden zien. Voor hem was het bijna een alledaags tafereel: spullen die stuk gingen, een kamer die volledig overhoop lag. Maar voor zogezegde buitenstaanders kon het nog wel eens vreemd over komen. Diep vanbinnen deed hij een schietgebedje, in de hoop dat ze er niet achter zou vragen. Maar de nieuwsgierige twinkeling in haar ogen verraadde de vraag al die op haar tong brandde.
De kleine gestalte voor hem leek lichtelijk schuin te hangen. Alsof ze moeite had om haar lichaam rechtop te houden, alsof er een enorm, onzichtbaar gewicht op haar schouders rustte. Net op het moment dat Oliver het opmerkte ging ze weer rechter staan en leek het alsof ze haar lichaam met enige moeite bij elkaar hield. Een koude – maar jammer genoeg bekende – rilling liep over zijn ruggengraat en zijn gedachten draaide weer op volle toeren. Welke mutatie zou ze hebben? Zou ze het onder controle hebben? Kon ze er mensen mee verwondden? Honderd en een vragen spookten door zijn hoofd, maar hij wist dat hij het nooit in zichzelf zou durven opbrengen om het haar te vragen. Het was enkel en alleen Oliver met de metershoge muur rond zich heen, niets naar binnen, niets naar buiten.
"Excuses aanvaard. Al moet ik zeggen dat ik heel benieuwd ben naar wat je aan het doen was." De lippen van het meisje waren gevormd tot een scheve lichaam, die Oliver vanbinnen deed verkrampen. Haar lachje was vriendelijk, maar in combinatie met haar vraag maakte het Oliver doodsbang. Hij stak zo nonchalant mogelijk zijn handen in zijn zakken en probeerde steeds die kalme houding aan te houden, maar het was duidelijk dat er zich strubbelingen voordeden. Het liefst had hij zich in een fractie van een seconde omgedraaid en toevlucht gezocht in zijn kamer, maar hij besefte dat dat enkel voor meer argwaan zou zorgen. Dit was het moment om zijn metershoge muren waterdicht te houden...
De zweetdruppels parelde nog steeds op zijn voorhoofd en hij voelde hoe zijn pull langzamerhand klammer rond zijn lichaam begon aan te voelen. ”Trainen... Ik verloor mijn balans.” Zijn blik probeerde hij strak in die van haar te houden. Zijn stem wilde hij even zelfzeker als net laten klinken, maar hij slaagde er niet in zoals hij had gewild. Vanbinnen was hij bang, en tegelijk woedend op zichzelf. Steeds die drang naar sociaal contact, terwijl hij goed genoeg wist dat het zichzelf altijd in de problemen werkte. Schuifelend deed hij een stap naar achter, vandaan bij het meisje. De woede in zichzelf voelde niet goed, zijn zwemende pijnen in zijn hoofd, als gevolg van zijn gevaarlijkste mutatie, namen toe en hij wist dat als hij haar nu zou aanraken, ze op slag flauw zou vallen. Zijn kaken klemde hij op elkaar en mompelde doorheen zijn witte tanden: ”Ben gewoon gevallen.” De innerlijke strijd in zichzelf tussen -dromen van normaal zijn-, en -werkelijkheid van abnormaal zijn- maakte hem emotioneel alleen maar zwak, en fysiek steeds gevaarlijker. Hij was als een bom, die zou ontploffen als ze hem aan zou raken. Of omgekeerd. Maar hij wist van zichzelf dat hij dat nooit iemand onschuldig pijn zou doen. Hij zou zichzelf levenslang nog harder verafschuwen dan dat hij nu al deed. Niemand anders moest voor zijn gebreken opdraaien.
Wat een merkwaardige jongen. Hij deed zijn uiterste best om kalmte uit te stralen, maar kleine details verraadden dat hij in zijn hoofd een stuk minder kalm was. Hoe Emma het zag wist ze zelf niet echt. Ze was nou ook niet precies psychologisch aangelegd en wist nog minder van lichaamstaal dan van gesproken talen - op Engels na natuurlijk. Nervositeit was ook nog eens iets wat zich verschillend uitte bij verschillende mensen. Sommige gingen heel hyper doen, anderen kregen alleen maar last van hun buik, en dan had je nog de mensen die het probeerden te verhullen. De jongen voor haar paste bij die laatste categorie.
Ze ging er echter niet op in. Tenminste, niet direct. Eigenlijk hoefde hij geen angst voor Emma te voelen, gezien het feit dat ze geen spierkracht had en het ergste wat ze zou kunnen doen was hem kietelen. Tenzij hij een chronische angst voor kietelen had, was hij dus meer dan veilig. Emma was degene die angst zou moeten voelen, met haar kwetsbare lichaam en de kamer achter de jongen die zo erg overhoop lag. Haart tekortkoming aan een zenuwstelsel zorgde er echter voor dat angst iets was wat Emma zelden nog voelde. Iemand kon zo een arm afhakken en het enige waar ze last van zou hebben was dat ze een arm minder had. Dat zou ze natuurlijk niet hardop tegen de jongen zeggen, gezien het feit dat ze hem nog nauwelijks kende en hij er maar zo gebruik van zou kunnen gaan maken. Bovendien vond ze het wel leuk om eens iemand te kunnen intimideren.
"Gewoon gevallen?" Alsof het nog niet erg genoeg was dat hij een stap bij haar weg deed, besloot hij ook nog met een excuus te komen dat Emma gewoon niet goed lag. Gewoon. Dat woord verschuilde iets. Was hij überhaupt wel aan het trainen geweest in zijn kamer? Hoe meer ze er over na dacht, hoe verdachter het leek. Misschien moest ze een melding doen bij Jean of Lillian, zodat zij een oogje in het zeil konden houden - als ze dat niet al deden. "De meeste valpartijen eindigen niet in zo'n - hey, gaat het wel?" Zijn nerveuze gedrag maakte nu ook Emma ongemakkelijk. Misschien was dit zijn plan wel. Een beetje nervositeit in zijn gedrag door laten schijnen, zodat zij zich onprettig voelde en hem met rust zou laten. Maar mooi niet dat ze daar voor viel. De stap die hij naar achteren had gedaan, verdubbelde ze in de stap die ze naar voren deed. "Misschien moet je even langs bij de ziekenzaal. Hier, laat me je voorhoofd voelen." Ze bracht haar hand omhoog, naar zijn voorhoofd, met geen greintje besef van wat zijn mutatie met anderen kon doen.