Onderwerp: You have bad days and ... other bad days? [Devon] wo sep 16, 2015 9:46 pm
Het was niet gemakkelijk om te overleven in een wereld waar het haast onmogelijk was te overleven. Zeker als je een mutant was voor dat feit. Voor zolang het al mee ging werden mutanten opgejaagd, vermoord, afgeslacht, gevangen genomen, verhoord of gebruikt voor wat ze konden. Ze werden gecontroleerd door de maatschappij, beheerst door de hogeren in de wereld. Hun krachten en mutaties werden benut, ze werden onderzocht, getemd en in het leger gestoken. Was er een vrije mutant? Waarschijnlijk wel, maar die zaten dan allemaal weg gestoken in kleine hoekjes en kantjes, ze durfden niet naar buiten omdat ze bang waren. En dan had je de vrije mutanten die rebelleren tegen de oversten maar die werden gewoon plat gewalst, plat gespoten en opgepakt. Het was altijd maar die cirkel, één ding doen zorgde gelijk voor een tegenreactie, één grote kettingbotsing waarbij alles gevolgen had. Mutanten werden getraind, gedrild haast tot ze perfect waren. Iedere mutatie had zijn grenzen, niemand kon instinctief “verkeerd” of “slecht” zijn, er zat altijd wel wat goed in die mutanten. Precies alsof God hierboven het geschenk gaf met ieder zijn voordeel. Maar dan had je Storm, ontembaar, gevaarlijk, buitensporig en volledig over gelaten aan het lot van de maan … hij was een vloek. Althans, zo zag hij het.
Na zes keiharde maanden, en tal van doden, overleven had Storm het grotendeels opgegeven. Het was heel wat als je in het bos wakker werd, in bloed besmeurd, doodziek om later de kranten te lezen. “Roofdier slaat toe” Of “Seriemoordenaar is er weer” en weten dat jouw naam elk moment in het artikel kan verschijnen. Storm had er genoeg van, dat beetje doorzettingsvermogen had hij noch net. Genoeg om naar de enige veilige plek te gaan waar mutanten samen zaten, om het er zelf een stuk onveiliger te gaan maken. Maar hier was hij dan, twee weken voor de volle maan, net genoeg tijd om ergens een hok of een betonnen kamer te vinden waar hij zichzelf zou kunnen vast ketenen of om briefjes rond te hangen met “grote boze wolf bij eerstvolgende volle maan, wees gewaarschuwd” … er was een reden waarom Storm hier zo humoristisch mee om ging, het was het enige waardige dat er nog was. Hij hoopte enkel dat de mutanten hem zouden kunnen afweren eens het zover was.
De eerste week zou je Storm, of Hal, hij verkoos liever Hal. Hij haatte zijn ouders nog steeds om de naam die ze hem gaven. De eerste week zou je hem niet in de drukte binnen vinden, het was hier, in het bos al lastig genoeg om aan alle nieuwe dingen te wennen. Alles één voor één, hield hij zichzelf voor. Hij stond tegen een boom, zijn voorhoofd raakte de ruwe schors, zijn handen lagen ineen gestrengeld op zijn hoofd. Zijn ogen gesloten probeerde hij alles in zijn omgeving te leren kennen puur op gehoor en reukzin. Het was teveel informatie voor Storm om in één keer op te nemen dus hij moest constant zijn gedachten verleggen, zijn hartslag controleren voor hij terug informatie opnam uit zijn omgeving. Hij bracht zijn arm naar beneden en keek naar zijn horloge, geen klok, maar zijn hartslag, die was nog steeds rustig. Hij duwde zich af van de boom en wandelde naar een klein beekje, hij hurkte er neer en spette wat water in zijn gezicht. Dat er iemand naderde, had hij gehoord en geroken nog voor het dichtbij genoeg was …
Onderwerp: Re: You have bad days and ... other bad days? [Devon] do sep 17, 2015 12:57 am
You have bad days and ... other bad days
Nooit had Devon gedacht dat de lessen hier op Genosha Island zo serieus werden genomen. Hij had verwacht dat het een en al training ging zijn, vechten, spieren trainen, technieken leren om die verschrikkelijke verenigingen die zich tegen mutanten richtte en een doel voor ogen hadden: Hen uitroeien, tot de laatste toe. Of ja, je had er ook nog altijd die experimenten uitvoerde op mutanten, maar die arme zielen kwamen er ook vaak niet levend uit, laat staan heelhuids als ze het wel overleefden. Maar nee, integendeel. In zijn lessenpakket zat ook fysica, chemie, biologie , wiskunde en allerhande andere vakken die hem geen fluit interesseerden. Devon had nog geen enkel moment echt tijd of werk gestoken in zijn taken of testen, en dat was wel erg duidelijk aan zijn punten. Het was ook niet voor niets dat hij daarvoor een uitbrander had gekregen en was verplicht om de les te verlaten, biologie ditkeer.
Nu liep hij hier door het bos, de aarde voor zich uit schoppend waardoor de tippen van zijn schoenen aardig vuil waren geworden, maar niet dat het hem iets interesseerde, zo’n dingen had hij vaak aan de hand, wat logisch was als je al je vrije tijd in een dichtbegroeid bos doorbracht. Er waren natuurlijk ook wandelpaden voorzien, maar waarom zou je die gebruiken als je een mutatie had zoals de zijne, een reusachtige beer die gemakkelijk even groot was als een stevig trekpaard. Al liep hij nu niet in zijn ursus-vorm rond, maar was hij gewoon Devon. Een Devon die momenteel een grote, lastige brok testosteron was die hopeloos op zoek was naar iets om zijn gedachten op te verzetten. En het ‘geluk’ leek met hem gezind te zijn, want zijn ultra sensitieve zintuigen vingen een geur op en als hij zich echt focuste hoorde hij ook het geluid dat het ding veroorzaakte. Kort sloot hij zijn ogen en richtte zijn hoofd lichtjes omhoog terwijl hij via zijn neus een grote hoeveelheid lucht opnam. Het was duidelijk een jongen, en hij was niet zo enorm ver van hem af, dus Devon zette het op een lichte looppas om de vreemdeling eens van korterbij te gaan bekijken.
Na enkele minuten doorheen het dichtbegroeide bos te hebben gelopen waren zijn kleren aardig smerig geworden en zag hij er een beetje uit als een oermens. Devon zuchtte zacht, vuile schoenen waren nog wel oké, maar nu had hij het toch aardig begaaid. Hij sloeg met vlakke hand op de zijkant van zijn broek, als poging om het vuil ‘af te stoffen’, maar natuurlijk had het weinig tot zelfs geen zin. Devon was in het midden van het bos aangekomen, op de plek waar de bomen minder dicht op elkaar stonden en er een klein, kabbelend beekje zich een weg door de bosgrond had gebaand. Hij had zich even enkel op zijn kledij gefocust, maar doordat de geur van de vreemdeling feller werd, keek hij met nieuwsgierige ogen op en speurde de oever af. En daar zat hij, gehurkt aan de overkant van het beekje, water in zijn gezicht te spatten. Een scheve, uitdagende maar tegelijk ook vriendelijke blik kwam op Devons gezicht te staan terwijl hij richting de jongen wandelde, maar wel aan zijn kant van de beek bleef.
Hij had graag genoeg door het water gelopen om naar de jongen toe te gaan, zich voor te stellen en hem een hand te schudden, maar hij moest proberen om een afwachtende, beetje voorzichtige houding aan te nemen. Je wist natuurlijk nooit met wat voor persoon je te maken had, tenzij je gedachten kon lezen natuurlijk, maar dat was op Devon niet van toepassing. ”Hey daar!” riep hij de jongen zachtjes toe terwijl hij kort aan de achterkant van zijn hoofd krabde. ”Ik zou er wel niet van drinken als ik jou was.” zei hij met een gespeelde vieze blik en wees kort naar het water. ”Zelfs het zeewater smaakt beter.” Hij knipoogde vriendelijk en hoopte door zijn flauwe mopjes het ijs te kunnen breken. Of hij hoopte in eerste instantie dat de jongen met zijn mopjes overweg zij kunnen, het was nu eenmaal zo, dat waar Devon ging, de flauwe mopjes volgden. Hij vond niets zo leuk om nieuwe mensen te leren kennen, en deze jongeheer was de eerste jongen die hij was tegengekomen sinds hij hier was gearriveerd. Niet dat hij meisjes niet leuk vond, integendeel! Maar ze konden oh zó vermoeiend zijn. Hij moest even aan Aly denken en hoe ze hem had zitten uitdagen om hem toch maar te zien shiften. Hij rolde lichtjes met zijn ogen en keek daarna de jongen weer breed glimlachend aan. Nee, een vriend zou echt heel leuk zijn.
Oh cherie amour, pretty little one that I adore ♦ ♦ ♦
Onderwerp: Re: You have bad days and ... other bad days? [Devon] do sep 17, 2015 12:40 pm
Storm Hall
Voor anderen was het gewoon naar je weerspiegeling in de beek kijken, voor Storm was het zoveel meer. De stroom bracht zoveel meer mee dan het zachte geruis en de doordringende geur van rivier water, Storm kon je echt zeggen wat hier de laatste week was gebeurd. Zijn blik gleed omhoog naar een kleine rotsformatie, hij rook dat hier laatste een roofvogel een muis had gevangen, hij rook dat hier een koppeltje had zitten keuvel, hij rook zelf het verschil tussen de uil en de bosduif die hier hadden gedronken van het water. Voor hem was het allemaal heel eenvoudig maar het was veel. Hoe langer hij op één locatie bleef hoe beter hij het kende. Dit eiland zat vol van nieuwe geuren, onbekende geuren en nieuwe mensen. Hij was hier gisterenavond aan gekomen en het verwonderde hem dat hij nog niet was getransformeerd.
De voetstappen gingen over in een lichte jogpas, net genoeg om Storm uit zijn dagdromen te halen. Hij rukte zijn hoofd omhoog en kantelde zijn hoofd een klein beetje zodat hij de geluiden kon opnemen, meer gezegd, dat ene geluid. Het was een jongen, de kracht van iedere jogpas bevestigde dat evenals de geur die hij mee droeg. En hij kwam doelbewust de kant uit waar Storm gehurkt zat. De druppels kwamen nog steeds van zijn vingers toen het joggen ophield en het stil werd. Maar Storm hoorde een ademhaling, een rustige ademhaling. Er was één groot probleem aan dit eiland, hij was ervan overtuigd dat ze zich hier allemaal wel wat konden beschermen tegen iemand als Storm maar wat hij nooit wist was gelijk wie hem benaderde … of die hem iets zou doen. Dat zorgde ervoor dat Storm’s hartslag altijd voor even piekte. Vroeg ging hij maar al te graag een gevechtje aan, zeker als de dames er kwam bij kijken, maar nu, hij was te gevaarlijk.
Zijn gezicht voelde al weer droog aan, dat had hij te danken aan zijn veel te warme lichaamstemperatuur. Er drupten nog wat druppels naar beneden via zijn haar. De jongen begroette hem, Storm voelde het in zijn lichaam, hoe dat beest er het liefst van al uit wilde komen en het koste Storm alles om het te onderdrukken, wat eigenlijk nooit lukte. Zijn blik ging naar beneden, naar het horloge en hij sloot zijn ogen toen hij de licht verhoogde hartslag zag blinken op het schermpje. “Ik zou niet van dat water drinken als ik jou was.” Zei de jongen. Er viel letterlijk een last van Storm af, hij voelde alles in zijn lichaam terug tot rust komen door de smaakloze grap van de jongen.
Storm kwam recht en draaide zich om naar de andere persoon. Ze waren zo goed als dezelfde groot, dezelfde postuur, Storms haar was een klein beetje langer en wat blonder dan dat van de jongen. Er kwam een scheve glimlach op zijn gezicht bij de laatste woorden, waarna zijn blik terug naar het water gleed. ‘Daar zouden de kranten van smullen,’ hij hield zijn hand op terwijl hij een zogezegde krantenkop aanmaande; ‘Mutant dood door onzuiver drinkwater.’ Opperde hij het op een autoritair toontje, waarna de glimlach haast meteen terug kwam. Dood gaan zou vredig zijn voor zijn omgeving maar Storm wilde lang nog niet dood, hij hield teveel van zijn persoonlijkheid om het al op te geven, ondanks alle problemen. Storm volgde de rivier, die onder de rotsformatie door ging en sprong op één van de rotsblokken om zo aan de overkant te komen, naar de jongen. ‘Uitgerekend aan water, wie sterft er tegenwoordig aan water.’ Iets in zijn glimlach, duwde het beest nog water dieper weg in zijn lichaam. Toen hij boven de rotsformatie stond bleef hij staan en keek uit over wat er te zien was, de lucht was hier anders, de geuren waren minder beneveld door de aanwezigheid van mensen. ‘Heb je het ooit geprobeerd, rivier en zee water drinken?’ Het kwam er een beetje uitdagender uit dan de bedoeling was. ‘Moet haast wel, hoe kun je het mij anders afraden.’ Hij zweeg en keek de jongen aan terwijl hij langzaam terug naar beneden kwam. Zijn blik ging kort naar het horloge voor hij de laatste sprong nam en veel te soepel op zijn voeten landde. ‘En jij bent? De inspecteur?’ Hij was tenslotte wel gericht op Storm afgelopen, gejogd dan nog wel, niet dat hij dat hoefde te weten …
Onderwerp: Re: You have bad days and ... other bad days? [Devon] vr sep 18, 2015 12:00 am
You have bad days and ... other bad days
De sfeer die om de jongen hing leek gespannen, alsof hij op ontploffen stond. Devon nam het op een vreemde manier waar, zelf niet wetende hoe hij het net deed, maar het viel te vergelijken met het feit dat een hond of een paard wist wanneer je bang was. En onmiddellijk nadat Devon zijn mopje had gemaakt, was die vreemde sfeer rondom de jongen aan de oever verdwenen. Gesmolten als sneeuw voor de zon bij wijze van spreken. Devon liet zijn wenkbrauwen even in de omhoog schieten. Vreemd. Hij zag hoe de jongen opstond en zich zijn richting op draaide, waardoor Devon begreep dat hij zijn aanwezigheid wel oké vond. Op een manier die Devon aangenaam verraste begon hij te spreken. ‘Daar zouden de kranten van smullen,’ Net zoals op het gezicht van de jongen een scheve grijns verscheen, deed dat op het gezicht van Devon ook. ‘Mutant dood door onzuiver drinkwater.’ Devon keek even nadenkend omhoog en kruiste zijn armen over elkaar. Zijn schouders haalde hij kort. ”Hmm.” Kwam er op een enthousiaste manier uit en hij trok bedenkelijk een lip op. ”Dat zou een pracht van een krantenkop zijn.” opperde hij en keek hoe de jongen zich naar een stapel rotsen begaf, en er met het grootste gemak op sprong. ”Gegarandeerd uitverkocht.” Liet hij nog volgen terwijl hij omhoog keek, maar zijn ogen moest toeknijpen omdat de zon hem verblindde. Hij bracht een arm voor zijn gezicht om wat schaduw te maken zodat hij de jongen op de rotsen wel nog steeds kon aankijken.
‘Heb je het ooit geprobeerd, rivier en zee water drinken?’ Devon sloeg zijn armen weer over elkaar en trok een wenkbrauw op, waardoor ook zijn blik uitdagend werd. Zo, zo, meneertje ging hier al uitdagende uitspraken doen? ”Nog nooit een slok zeewater binnen gekregen tijdens het zwemmen?” bitste hij terug en grijnsde van oor tot oor, zich lichtjes belachelijk voelend door hetgeen hij net had moeten toegeven. Maar hé, hij kon toch echt niet de enige zijn die dat al aan de hand had gehad. ”Maar geloof me, het water uit het beekje hier een eindje rechtdoor..” Hij wees richting het Noorden van het bos. ”..is honderd keer beter als het water hier.” En op die manier gaf hij eigenlijk ook toe dat hij ook al van het beekje hier had gedronken, al was het weliswaar niet in menselijke vorm geweest. Van het vele rennen als beer kreeg je dorst, en uit een drinkbus drinken met klauwen van elk gemakkelijk tien centimeter was echt niet zo vanzelfsprekend. Devon had opnieuw zijn arm voor zijn gezicht zodat hij niet verblind zou worden, maar dat was niet langer nodig want de jongen was met een zachte plof langs hem neer gekomen, op een haast onnatuurlijke manier, veel te soepel en gemakkelijk. Waarschijnlijk had het iets met zijn mutatie te maken en Devon vond het nu al cool. Hijzelf was enorm sterk, maar minder lenig. Hij wist dat hij met een sprong gemakkelijk tot boven op de rotsformatie zou geraken, maar dat het bij hem minder zacht en soepel zou zijn.
‘En jij bent? De inspecteur?’ Devon haalde zijn schouders op en grijnsde scheef. ”Zoiets?” Lachtte hij de jongen toe en liet zijn armen weer langs zijn lichaam hangen. ”Nee, nee. Devon is goed.” zei hij met een vriendelijke knipoog. “Maar ik moet wel zeggen dat je mijn territorium binnengeslopen bent.” Zei hij met een onderdrukte lach. Niet dat het werkelijk zijn territorium was, hij had niet genoeg ‘bereinstinct’ om nood te hebben aan een territorium, maar er waren wel regelmatig bomen waarop je zijn klauwafdrukken tegenkwam. En Devon wist dat hij voorlopig het enigste en grootste beest was dat hier door het bos holderde, dus eigenlijk zag hij zich wel een beetje als de baas hier, al zou hij nooit agressief of boos worden als er iemand anders ook zo veel als hem gebruikt maakte van de dichte begroeiing hier. Iedereen was vrij om te gaan en te staan waar hij wilde, niets of niemand mocht daarbij in de weg staan. Maar dàt wist de vreemde jongen hier voor hem natuurlijk allemaal niet. "Dus mag ik ook de naam van deze behendige indringer weten?"Devon was benieuwd om zijn reactie, laat hem nog maar even denken dat hij écht zijn territorium was binnengedrongen.
Oh cherie amour, pretty little one that I adore ♦ ♦ ♦
Onderwerp: Re: You have bad days and ... other bad days? [Devon] vr sep 18, 2015 8:01 pm
Storm Hall
“Gegarandeerd uitverkocht” … jep, dat zouden ze zeker zijn. Alles waar een mutant in werd vernoemd, meestal op een negatieve manier was een uitverkocht iets. Storm had jaren lang blogs gevolgd. Niet omdat ze hem interesseerde maar gewoon, … Bovennatuurlijke krachten en mutaties waren wel cool tho. En wat je daarop las, damn, dan merkte je pas hoe om zeep de wereld eigenlijk was. De doodsbedreigingen naar mutanten ging als vuile was buiten, zo gewoon was het daar geworden. Moesten alle mutanten met een naamplaatje of een grote vette M op hun hoofd rondlopen, ach er zou bendevorming bestaan, om ter meest mutanten uitschakelen. Het enige voordeel dat de mutanten hadden was hun mutatie zelf en dat was tegelijk ook wat hun leven redde. Storm … Storm had niks om zich mee te verdedigen, ja hij was sterk en snel maar dat allemaal zorgde voor een verhoogde hartslag en dat zorgde weer voor een veel gemenere kant van hem. Eentje die hij hardnekkig probeerde onder controle te krijgen maar na zes maanden was dat zonder geluk geweest. Dus hij hoopte dat het hier iets of wat zou helpen, dat er iemand was die hem de oplossing kon geven, al betwijfelde hij het sterk, het was een wild dier, en wilde dieren temde je niet zo gemakkelijk.
Terwijl Storm over de rotsblokken klom naar de andere kant van de rivier aanhoorde hij de woorden, er kwam een korte grijns op zijn lippen. ‘Ik heb nog nooit in de zee gezwommen.’ Gaf hij eerlijk toe. Hij had altijd in het hartje van Londen gewoond, ja zwembaden genoeg maar geen zee, daarvoor moest hij een stukje rijden en hij had het eerlijk gezegd te druk met andere dingen om een stukje te rijden. De opmerking die hij maakte deed Storm zijn hoofd lichtjes draaien. Hij rook het water hier en daarginds en wat hij zei was waar, de zuiverheid kwam van opwaarts, vanuit het noorden en het verzwakte naarmate het dichter kwam. Maar er was nog iets dat Storm op viel terwijl hij rook, dat was de geur van de jongen. Hij rook iets dierlijks, grof om het zo te zeggen maar het was waar. De jongen droeg een zekere geur van bos en dier met zich mee.
Hij landde niet veel verder van de jongen en klopte het, onzichtbare, stof van zijn broek. Hij was net iets te proper gekleed om door een bos te walsen maar hij had er niet aan gedacht. Alles was op de cijfers blijven rusten op zijn horloge en als die omhoog gingen, boven de normale toelating dan repte Storm zich weg van alles wat leefde, het bos leek het minst druk te ruiken. De jongen, nog steeds grijnzend, stelde zich voor als Devon en Storm knikte begroetend, ook nog steeds grijnzend. ‘Ah dat verklaard veel.’ Zei hij zonder nadenken toen Devon zei dat hij op territorium liep. Storm’s blik ging kort in het rond terwijl zijn neus en oren alles opnamen rondom hem voor hij weer naar Devon keek. ‘Ik dacht al dat ik iets verkeerd rook aan jou.’ Hij tikte zijn vinger tegen zijn neus en hield zijn hoofd grijnzend een beetje schuin. ‘En jouw indringer heet Hal,’ hij zweeg even voor hij verder ging. ‘Storm Hall, maar ik verkies liever Hal.’ Daarmee duidelijk makend dat hij een hekel had aan de voornaam die zijn ouders hem gegeven hadden. Storm draaide zich in de richting van het bos. ‘Tot waar loopt dat territorium van jou ongeveer.’ Wees hij tussen de bomen in. ‘Ik wil liever niet op je tenen lopen.’ En het was er uit voor hij erover nadacht. Wat deels uitdagend was bedoeld maar deels ook praktisch vrij gaf dat hij ook iemand was die gesteld was op territorium, al wilde hij het absoluut niet … OOC: Zo veel lol, gewoon dat uitdagende gedrag! =P
Onderwerp: Re: You have bad days and ... other bad days? [Devon] za sep 19, 2015 8:11 pm
You have bad days and ... other bad days
Devon trok een wenkbrauw op en liet zijn mond lichtjes openvallen. ”Say whut. Nog nooit in de zee gezwommen?” Hij kon moeilijk begrijpen hoe zoiets mogelijk was, iedereen moest toch minstens één keer in zijn leven op vakantie naar zee zijn geweest? Devon moest denken aan zijn eerste pleeggezin waarin hij geplaats was toen hij acht jaar was en hij moest in zichzelf lachen. Hij moest zichzelf tegenhouden om het verhaal niet te vertellen, maar nam zich voor om het te bewaren totdat hij de jongen beter en langer kende. ”Heb jij even geluk dat je op Genosha beland bent.” zei hij met een grappende ondertoon. ”Je mag drie keer raden met wat dit eiland omringt is.” Er borrelde een zachte lach in zijn keel op door zijn eigen flauwe mopje en hij zuchtte diep om het minder te laten opvallen. Met zijn groene ogen keek hij naar de knul die op de rotsen stond en zijn neus in de lucht stak alsof hij de geuren in de omgeving gewaar werd. Hoe langer hij naar hem keek, hoe meer gelijkenissen hij zag.
‘Ah dat verklaard veel.’ Devon keek hem niet begrijpend aan en trok zijn beide wenkbrauwen op. ”Ahja?” vroeg hij nieuwsgierig, zich afvragende wat er verklarend was aan het feit dat Hal op zijn territorium liep. ‘Ik dacht al dat ik iets verkeerd rook aan jou.’ Zijn wenkbrauwen trok hij nog hoger op en liet zijn tong over zijn boventanden gaan om zo zijn lach te bedwingen. ”Ahzo, ík ruik verkeerd?” Hij rolde uitdagend met zijn ogen en snoof ook nogmaals de lucht op. ”Ik moet eerlijk toegeven dat natte hond ook niet zo aangenaam ruikt hoor.” bitste hij terug en sloeg zijn armen weer over elkaar terwijl hij zijn bovenarmen spelend opspande en weer ontspande. Ja, Devon had al lang geroken dat hij ook een speciale geur met zich meedroeg, die extra waarneemwaar was doordat hij zichzelf nat had gemaakt met het water van het beekje. Hij luisterde aandachtig naar de jongen die zich voorstelde als Storm Hal. Even had Devon willen vragen waarom hij zijn achternaam boven zijn voornaam prefereerde, maar bedacht op het laatste moment dat dat misschien een persoonlijke vraag zou zijn, zeker aangezien hij aan de manier waarop hij zijn naam zei duidelijk liet horen dat hij zijn voornaam niet graag had. Wie weet vertelde hij het hem nog wel op een ander moment, net zoals Devon hem op een ander moment over zijn voorval aan zee zou vertellen.
Devon liet zijn blik over de jongen glijden toen hij zich omdraaide en richting het bos wees, waarna hij zelf ook tussen de bomen doorstaarde. ‘Tot waar loopt dat territorium van jou ongeveer.’ Devon blies zijn wangen even bol, en zette een uitdagende grijns op zijn gezicht. ‘Ik wil liever niet op je tenen lopen.’ Hij wandelde tot langs Storm zodat ze nu eigenlijk langs elkaar het bos in stonden te staren. ”Weet je Hal..” Hij keek even opzij naar de jongen en wachtte tot hij hem in de ogen kon kijken voordat hij voortging met hetgeen hij wilde zeggen. ”Een betere vraag was geweest: Wat is niét jou territorium?” Devon haalde zijn schouders op. ”Want dan had ik simpel kunnen zeggen: Niets.” Devon bleef de blik van Hal vasthouden en zette enkele trage passen achterwaars waarbij hij zijn armen zijwaarts in de lucht hield als teken van: It’s all mine. ”Als je iets van territorium wil, zal je het voor jou moeten wínnen.” Devon liet zijn armen weer zakken en sloeg ze opnieuw over elkaar, terwijl het uitdagende in zijn gelaat en de rest van zijn lichaam geen enkele seconde verdween. Maar hij was hem maar aan het opsteuken, als Hal inderdaad écht gesteld was op territorium zou Devon hem daarbij niet in de weg staan, hij zou nooit ruzie willen maken of willen vechten om iets wat hij eigelijk niet nodig had. Zijn dierlijke instincten waren immers niet zo fel dat hij er echt hunkerde naar een stuk bos voor zichzelf, maar hij wist wel dat sommige mutanten dat wel hadden, en misschien was Storm zo iemand.
Oh cherie amour, pretty little one that I adore ♦ ♦ ♦
Onderwerp: Re: You have bad days and ... other bad days? [Devon] za sep 19, 2015 9:31 pm
Storm Hall
‘In Londen is er geen zee, man, we hebben niet allemaal zoveel geluk als jou om zeewater te drinken.’ Knipoogde hij. Het had hem ook weinig geïnteresseerd toen. Zijn opmerking bracht hem meteen grondig aan het lachen. Hij gooide zijn hoofd achteruit en zijn lach galmde kort door het bos. God, wat was hij grappig, ‘Je meent het?’ Lachte hij hoofdschuddend. ‘Er is een reden waarom dit een “eiland” heet.’ Glimlachte hij joviaal. Hij staarde naar de top van zijn klassieke schoen en schopte er zachtjes mee door het gras schopte. Misschien zou hij het echt wel eens doen, gaan zwemmen in de zee, niet dat het een topprioriteit was, maar dan anderzijds, er moesten daar veel volk lopen, dames dan wel. Misschien moest hij wel eens gewoon gaan kijken … rond dolen, zien wat zou aantrekkelijk was aan een strand. En was het geluk dat hij hier was geland? Geen idee, hij had er zelf voor gekozen maar of het geluk was. Phoe, kon hij daar later nog eens op terug antwoorden. Als hij een paar volle maanden had opzitten en geen slachtoffers had gemaakt, was een goede deal, niet?
Als Storm op keek naar Devon dan was het een beetje als in de spiegel kijken. Zoveel verschil was er niet, ze hadden beide die mistercharming look in hun blik en ook Devon had dezelfde dosis humor als Storm. Het was allemaal zo vanzelf gegaan, zonder een akward introductie, direct to the point met een glimlach en vriendschappelijke jovialiteit. Storm vond het wel wat hebben, het gaf hem een vertrouwd gevoel, een gevoel dat hij al lang niet meer had gevoeld. Sinds die vervloekte dag dat hij een weerwolf was geworden had Storm niet veel sociaal contact meer gehad. Alles was gewoon te veel, te gespannen. Het uurwerk was zijn enige vriend geworden. Devon trok zijn wenkbrauwen omhoog bij zijn opmerking en Storm keek hem met een vage amusante blik aan. Dat Devon kon zeggen dat hij naar natte hond rook deed Storm’s ogen kort samenknijpen, dus hij rook ook goed genoeg. ‘Bijna.’ Greens hij. ‘Beste dat ik voor je kan doen, eerlijk.’ En hij zei het overtuigend, als weerwolf stonk hij echt, zeker als hij gejaagd had. ‘En wat ben jij dan?’ Hij trok zijn neus kort op. Hij had tijd doorgebracht in de bossen, tijd die hij zich amper kon herinneren. Dus de geur die Devon met zich mee droeg kwam hem wel bekend voor maar hij kon er geen vinger op leggen welk dier het was. ‘Konijn? Je ruikt niet naar een prooidier, meer,’ hij zweeg en ademde langzaam diep in, haast uitdagend. Zijn ogen gleden opnieuw terug naar Devon en hij schudde langzaam zijn hoofd. ‘Geen idee, uiltje?’ Met de nadruk op de ‘tje. Hij knipoogde en draaide zich naar het bos verdergaand op zijn territorium.
Devon kwam naast hem staan, Storm zou bijna kunnen denken dat hij zijn arm om zijn schouder zou leggen maar dat deed hij niet. “Weet je Hal…” Storm was al blij dat hij Hal genoemd werd en niet Storm, niet dat hij er een opmerking op zou geven. Er kwam spontaan een glimlach op Storm’s lippen toen Devon zijn vraag verbeterde. ‘Serieus, je wilt het hier allemaal voor jezelf?’ Vroeg Storm hem doodserieus. Niet dat het waar was, zelf een dier kon zoveel territorium niet innemen en als je je als leerling daarmee bezig hield. Maar hey, Storm uitte geen meningen of verwijten. Als weerwolf was hij heel bezitterig over zijn territorium, niet dat hij daar aan kon doen. Storm draaide zich om toen Devon achteruit liep, met zijn handen gespreid. Storm keek omhoog terwijl hij de uitdagende woorden liet bezinken. ‘Goed, wat moet ik doen voor één vierkante meter van je kostbare grond?’ Hij rolde zijn schouders naar achter en baalde zijn vuisten. Hij hief zijn pols naar omhoog en keek naar zijn hartslag, ietswat gestegen. Zijn ogen gingen kort, bedeesd, naar Devon voor hij zijn arm liet zakken en naar Devon terug liep en hem een vriendschappelijk klopje op de schouder gaf. ‘Hou het maar. Ik ren wel langs.’ Hij knipoogde en staarde het bos in, taxerend naar alles in zijn omgeving. ‘Is het hier de moeite, het eiland?’ Vroeg hij uiteindelijk een beetje serieuzer dan de rest van hun “macho” gedrag. 'De inhoud?' Vroeg hij nadrukkelijk, kort grinnikend ...
Onderwerp: Re: You have bad days and ... other bad days? [Devon] vr sep 25, 2015 9:13 pm
You have bad days and ... other bad days
Verdomme, hij vond deze jongen nu al zalig, zijn opmerkingen, zijn houding.. Het bezorgde Devon een bijna instant glimlach op zijn gezicht en het wakkerde een vuurtje in het binnenste van hem aan, het haantje-de-voorste spelletje dat tussen hen speelde, die constante, speels bedoelde uitdagingen, ja dat was wel iets waar Devon gemakkelijk aan zou kunnen wennen. De lach van Hal deed in het noorden een eekhoorntje vluchten en in het westen namen er enkele reeën de benen. ”Moet jij mij eens vertellen wat er zo logisch is aan het woord eiland[i].” Devon keek hem met een lachende frons aan en trok kort zijn neus op. ”Behalve de eieren die hier in sommige nesten liggen, vind ik niet veel ‘[i]ei’ aan Genosha, ‘land’ daarintegen vind je hier genoeg, maar is ook maar een vage omschrijving, niet?” bij zowel het woord ‘ei’ als het woord ‘land’ had hij aanhalingstekens nagebootst door zijn wijsvingers boven zijn hoofd te bewegen, als het ware als konijnenoren. Met de binnenkant van zijn wang al lachend tussen zijn kiezen geklemd keek hij de naar hond ruikende jongen aan. Ja ja, Storm hal…
”Béste dat je voor me kan doen?” Devon liet het honderd keer zo overdreven overkomen dan het werkelijk was. ”Sorry knul, maar dan heb ik volgende keer een bus deodorant voor je mee, want met deze geur…” Devon kneep zijn neus dicht. ”.. blijven niet alleen de prooidieren op afstand, maar je jaagt er ook nog eens al het vrouwelijk schoon mee weg.” Hij liet onmiddellijk zijn neus los en lachtte Storm hartelijk toe, natuurlijk nam iemand anders hun dierlijke geur niet waar, tenzij ze net zoals de jongens een hypersensitieve zintuigelijke waarneming hadden. ‘En wat ben jij dan?’ Dat neusoptrekkend trekje, ze konden bijna broers zijn. Devon liet een wenkbrauw stijgen en keek Hal aan, wachtende op wat nog ging volgen, want hij kende de jongen nét goed genoeg om te beseffen dat hij hem niet gewoon zou vragen wat hij was. Nee, er zou nog een of andere uitdagende steek moeten volgen. ‘Konijn? Je ruikt niet naar een prooidier, meer,’ Zijn gezicht vertrok, er kwam een frons op maar terwijl ook een lach. Als iemand anders dit tegen hem had gezegd in een andere situatie, dan had hij zich waarschijnlijk niet onder controle kunnen houden. ’Geen idee, uiltje?’ Devon voelde hoe zijn handen zich tot vuisten balde en hij rolde speels met zijn ogen. Storm zat het vuur aardig in hem aan te stoken, hij kreeg het er warm van. En Devon moest toegeven dat hij verder niets wist om terug te stoken, dus hij sloeg zijn armen maar geïrriteerd over elkaar, al was het wel op een positieve, verdraagzame manier. Met een zucht draaide hij zich ook om en keek net zoals zijn kameraad langs hem naar het bos. ”Met een konijn vul ik amper mijn holle kies.” bromde hij nog steeds met een lachende ondertoon, maar wel bedeesder als net. ”Uilen laat ik liever voor wat ze zijn. Uiltjes zeker.” Net zoals Storm de nadruk had gelegd, deed hij dit nu ook. ”Kort veel te veel energie om ze te vangen, en die veren, bluergh nee bedankt.” Verder ging hij er niet op in, op wat voor dier hij was, op die vraag zou Storm nog wat langer op mogen teren.
Zijn blik ging rond in de omgeving en hij kwam regelmatig dingen tegen die hij zelf veroorzaakt had, een doormidden gebroken boom in de verte, hier en daar bomen verminkt doordat hij zijn nagels er op had laten ‘tekenen’, grond die omgespit was, struiken die uit de grond getrokken waren, vernietigde bijennesten… Allemaal dingen die hij kon zien omdat hij wist dat ze aanwezig waren, omdat hij ze veroorzaakt had en omdat zijn zintuigen extreem ontwikkeld waren. ‘Serieus, je wilt het hier allemaal voor jezelf?’ Devon moest moeite doen om zijn lach in te houden. Was die vraag zelfs serieus? Hij keek vanuit ooghoek naar Storm en dat bevestigde hetgeen waarover hij twijfelde. Ja, die vraag was serieus geweest, net zoals hetgeen daarop volgde. ’ Goed, wat moet ik doen voor één vierkante meter van je kostbare grond?’ Devon keek naar Storms handelingen, de manier waarop hij naar zijn horloge keek en weer naar hem. Horloge… Devon kneep zijn ogen lichtjes samen terwijl Storm op hem afwandelde en kreeg er een beter zicht op toen hij een schouderklopje ontving. ’Hou het maar. Ik ren wel langs.’ Er ging vanalles door Devons gedachten, maar niets kon een verklaring geven voor het feit waarom de jongen een hartslagmeter droeg, tenzijn hij problemen met zijn hart had ofzo.. ”Langsrennen? Kan je hart dat wel aan?” weer die uitdagende ondertoon, al wist hij niet echt of het gepast was in deze situatie, hij wist immers niet of er een dieper verhaal achter het elektronische hebbedingetje rond zijn pols zat. Al kon Hal eender welke draai aan zijn antwoord geven, het moest niet de waarheid zijn, Devon was niet iemand die anderen voor expres wilde betrappen op leugens. Soms waren die zelfs beter dan de waarheid. ”Nee, ik hou je maar aan het lijntje Hal.” stelde hij hem gerust en gaf hem ook een zacht schouderklopje. ”Ga waar je wil, van mij zal je geen last hebben. En bij mijn weten ook van niemand anders.” Vriendelijk knikte Devon en krabde zachtjes aan zijn elleboog.
Goh, of het hiet de moeite was… ”Zal ik zeggen dat het aardig wat inhoud heeft, dit eiland.” Hij moest denken aan Aly, Taylor en Dahlia en al die andere lekkere hapjes zijn neus al gepasseerd waren. Hij grinnikte en keek Storm met fonkelende oogjes aan. ”Nee, er zijn hier enorm veel mogelijkheden, al staan die niet aan de top van mijn lijstje.” Hij haalde met een vies gezicht zijn schouders op. ”Mijn favorieten zijn het skatepark, het sportveld en de speeltuin.” Hij moest lachen met het laatste dat hij gezegd had. Het klonk dom en je kon het geloven of niet maar Devon kon zich daar rot amuseren, sinds dat hij zijn mutatie kreeg was hij echt een fan van klimmen en klauteren.
Oh cherie amour, pretty little one that I adore ♦ ♦ ♦
Onderwerp: Re: You have bad days and ... other bad days? [Devon] za sep 26, 2015 11:31 am
Storm Hall
Storm had zijn blik op de omgeving liggen toen Devon begon over het hele eiland definitie. Hij had gelijk, waarom waren sommige benamingen soms zo ingewikkeld, zo helemaal niet to the point? Je kon een boom een boom noemen en land een land maar waarom eiland en niet gewoon zeeland? Of landzee? Klonk toch logischer, niet als het luidop sprak natuurlijk maar het zou logisch geklonken hebben toen je het zei als ze naar de juiste benaming zochten. Ze zouden allemaal voor Storm’s benaming gekozen hebben mocht hij het daar voor het zeggen gehad hebben. Maar eiland, nee, het klopte niet. Wat nog minder klopte was dat ze er beide zo diep op in gingen. Devon draaide een uitleg af en Storm moest denken aan hoe je het in een woordenboek las. ‘Eiland, stuk land dat aan alle kanten omringt is door water.’ Hij zei het luidop, zonder naar Devon te kijken en hij had het pas een paar seconden later door dat hij het eigenlijk luidop had gezegd. Hij keek opzij naar Devon en haalde zijn schouders op. ‘Dat is wat in het woordenboek staat.’ En nee, hij deed het niet omdat hij slim was, al was hij dat wel. En hij deed het ook niet omdat om op te scheppen. Hij had gewoon een goed geheugen. ‘Wat er helemaal niet aan klopt is dat wij daarover discussiëren, over een eiland.’ Benadrukte hij grijnzend het laatste woord. De mensen, zelf de meisjes, zouden raar staan kijken mochten ze nu langs lopen, twee malloten die staan de praten over het woord, eiland.
En dan begon het typische haantjesgedrag weer, het bracht die grijns bij Storm teweeg ondanks dat Devon’s woorden een tikkeltje beledigend waren over gekomen. Maar hey, als je geen klein beetje kritiek kon verdragen dan was niets leuk. Trouwens, als Storm alles letterlijk ging opnemen en hij zich er druk om zou maken dan was hij binnen de kortste keren getransformeerd en bleef er niets meer van Devon over. ‘Zegt degene die zelf ruikt naar dier.’ Benadrukte Storm expliciet. Al kon hij nog steeds niet zeggen welk dier Devon was, het moest dus een dier zijn dat Storm nog niet veel in het wild was tegen gekomen. Niet dat er in Engeland veel natuur was met wild in, alles stond volgestampt met huizen en gebouwen. ‘Het laatste wat ik wil is dat wegjagen.’ Hij knikte richting het pad een paar honderd meters verder waar een knappe verschijning voorbij kwam. Als hij ook een dier was dan had hij ook de zintuigen dus kon hij alles oppikken wat Storm ook oppikte. Blijkbaar was Devon van dezelfde mening, vrouwelijk schoon jaag je niet weg, onder geen enkele voorwaarde. Dat kon hij nog betere maatjes maken dan dat ze nu al waren. ‘Gelukkig voor ons kan niet iedereen zo goed ruiken.’ Greens hij met nog steeds een blik op het pad waar het meisje zonet was gepasseerd. Devon leek zijn plagerij goed op te nemen, al wist Storm dat daar de grens lag, hij voelde geen spanning maar hij wist niet hoe … Maar Devon was er een heel klein beetje door geërgerd. Terwijl Devon over de uiltjes bezig was keek Storm hem afwachtend aan, maar er kwam geen antwoord op zijn vraag dus glimlachte hij geamuseerd. ‘Dus zo gaan we het spelen, goed.’ Hij glimlachte. Dit kon hen beide zoveel plezier opleveren.
“Langsrennen, kan je hart dat wel aan.” …. Storm was even stil terwijl hij het gewicht van de woorden op hem liet doorzakken. Hij staarde naar de bomen terwijl zijn ene hand aan het gespje van zijn hartslagmeter frunnikte. ‘Langsrennen wel,’ Prevelde hij uiteindelijk. ‘Of het iets levends zal achter laten.’ Hij zweeg en hoopte dat Devon het niet had gehoord. Hij wilde niet meteen die indruk wekken, een roddel die school zou rond gaan en hem meteen in het verkeerde daglicht stelde. Maar het zou er ooit eens van moeten komen, de volle maan kwam elke minuut iets dichterbij. Toen Devon hem een schouderklopje gaf schrok hij op uit de gedachten en bracht hij meteen weer een scheve grijns op zijn lippen. ‘Goed te horen.’ Knikte hij uiteindelijk. Damn, dit zou problemen opleveren, hij moest het leren controleren, beter dan dat hij al die maanden heeft proberen doen.
“Zal ik zeggen dat het aardig wat inhoudt, dit eiland.” De manier waarop Devon het zei deed Storm nieuwsgierig opzij kijken. Een vette grijns en fonkelde ogen en Storm was haast zeker dat ze het over hetzelfde hadden want eerlijk … er was ook maar één situatie waar Storm zelf fonkelde ogen had. ‘Aah, je maakt me nieuwsgierig maat.’ Zei hij op een samenzwerig toontje. Maar het was goed om te horen dat het hier goed was, dat er veel mogelijkheden waren. Dat was precies wat Storm nodig had, afleiding, een manier om zijn gedachten weg te halen van de kalender en de hartslagmeter. ‘En het bos, je lijkt veel tijd door te brengen in het bos.’ En dat zei hij niet omdat Devon hier toevallig was, hij zei het omdat hij rook naar bos, naar natuur. Storm hield zijn hoofd een beetje schuin en glimlachte opgelaten terwijl hij het bos in staarde. ‘Ik denk dat ik het hier aardig goed zal vinden.’ Bevestigde hij, en dat voornamelijk door deze conversatie met Devon, het was een beetje als in de spiegel kijken, Devon was geweldig …
Onderwerp: Re: You have bad days and ... other bad days? [Devon] za sep 26, 2015 8:14 pm
You have bad days and ... other bad days
Hij hoorde Storm nog een eindje doorpraten over eiland, over hoe het gedefinieerd stond in een woordenboek en hoe het feit dat ze er zo over aan het discussiëren waren, eigenlijk helemaal niet oké was. Devon zei wat Storm dacht. ”We zijn twee imbecielen bijeen, gelukkig maar dat niemand ons bezig hoort.” Hij snoof zacht lachend en sloeg zijn armen over elkaar waarna hij met opgetrokken wenkbrauwen naar Hal keek. Devon moest wel toegeven dat hij zich zelf met deze kerel amuseerde, zelfs al hadden hun gesprekken weinig tot geen diepgang. Want zeg nu zelf, over het woord ‘eiland’ valt toch niet veel nuttige te vertellen? ”Island, île, insel, isola…” Devon bromde en liet zijn armen weer uit elkaar glijden om vervolgens een wegwaaiend gebaar te maken. ”Oh god why, nu ben ik er weer over bezig…” Hij wiegde lichtjes van zijn ene been op zijn andere been, omdat lang stilstaan niet echt iets voor hem was.
‘Zegt degene die zelf ruikt naar dier.’ Een harde lach galmde door het bos en met opgewekte ogen keek hij Hal aan, hij had een vurige tong, daar was geen ontkennen aan. Zijn lach stierf langzaam weg toen hij zich concentreerde op een geluid in de verte, een onregelmatige wandelpas van iemand die duidelijk niet gewoon was van boswandelingen te maken. ”Het laatste wat ik wil is dat wegjagen.” En toen concentreerde Devon zich beter, combineerde zijn gehoor met zij zichtvermogen en zag wat Storm bedoelde. Zo een tweehonderd meter verder liep een meisje, lang bruin haar dat tot ongeveer aan haar schouderbladen viel, ze droeg een grijs topje met daarover een geruite hemd dat van een schouder afgeschoven was. Daaronder droeg ze een kort jeans shortje en sneakers die eigenlijk helemaal niet gemaakt waren om boswandelingen mee te maken. ”Ruik je dat…” Hij sloot zijn ogen, ademde diep in om daarna Storm aan te kijken. ”Da’s de geur van ‘Hallo geef me aandacht’.” Devon lachte zacht om zijn eigen flauwe mop en keek het meisje nog een hele poos achterna. ”Zo een dingen moet je inderdaad niet wegjagen.” Hij beet op zijn onderlip en balde zijn hand tot een stevige vuist. ”Die moet je opjagen, damn.” Hij zuchtte zacht en draaide zich weer naar Storm toe toen het meisje uit het zicht verdween. ”Sommigen vragen er toch om, ik bedoel maar, heb je dat shortje gezien?” Al was het eerder een mededeling dan dat het een vraag was geweest, túurlijk had hij dat shortje gezien. Elke gezonde jongen die geen homo was kon zoiets niet niét zien. ‘Gelukkig voor ons kan niet iedereen zo goed ruiken.’ Devon trok een wenkbrauw op en onderdrukte een lach. ”Hoe, ruik ik niet naar Robijn dan?” grapte hij en rook onder zijn eigen oksel, om de aandacht daar meer op te vestigen dan op hetgeen hij net had gezegd, want daarbij had hij al een aardige tip gegeven. Het was een goede zaak dat ze elkaar tegen waren gekomen, daar was geen ontkennen aan.
Er was een stilte gevallen, eentje die niet onaangenaam voelde, maar meer het ‘uitdagende’ dat tussen hen hing liet temperen, wat misschien maar goed was ook. Hoezeer Devon er ook van kon genieten, er was altijd een grens. Die van hem was nog lang niet bereikt, oh nee, maar toch, voor een eerste ontmoeting was het tot nu toe toch al mooi geweest. Hij wilde de dingen niet overhaasten, hij wilde net niet dié stap te ver zetten, want wat was te ver bij hem, en wat was te ver bij Hal? ’Langsrennen wel.’ hoorde hij hem zachtjes zeggen terwijl hij zenuwachtig aan het dingetje rond zijn pols prutste. ’Of het iets levends zal achter laten.’ volgde er nog stiller achterna, en als Storm had gehoopt dat Devon dat niet zou verstaan, dan was hij mis geweest. Het klonk nog steeds duidelijker in zijn oren dan dat het voor een normaal persoon op een normaal stemgeluid geklonken zou hebben. Devon hield zijn hoofd lichtjes scheef en keek Storm bedenkelijk aan. ”Vast wel, de konijnen en uiltjes zijn aardig snel hier.” antwoorde hij hem bedeesd, zonder verdere bedoelingen. Hij wou en zou hem niet dieper invragen op hetgeen hij net gezegd had, maar een uiterst serieuze reactie kon hij ook niet geven, want dan zou het awkward worden. Devon trok een glimlach op en keek Storm licht lachend aan, er was niets waar hij zich zorgen over moest maken. Of toch niet over Devon.
De sappige grijns op zijn gezicht werkte aanstekelijk, want meteen dat Devon die bij Storm opmerkte kreeg hij er net zo eentje op zijn facade. ‘Aah, je maakt me nieuwsgierig maat.’ Devon liet een lach weerklinken en klopte Hal vriendschappelijk op zijn schouder, niet te hard, maar zeker ook niet te zacht. ”Geen reden tot haast kameraad. We zitten hier nog lang genoeg om van alles een beetje te proeven.” En met dat hij zijn hand op zijn schouder had liggen begeleidde hij hem kort de richting op waar ze net het meisje hadden zien lopen. Niet om ergens specifiek naartoe te wandelen, maar gewoon om in beweging te zijn en niet de hele tijd dezelfde prikkels te krijgen. Hij bracht zijn arm weer tot langs zijn eigen lichaam en wandelde samen met Storm naar het pad toe, dat doorheen het bos slingerde. Het was niet van Devons gewoonte om over het pad te wandelen, maar als je terwijl met iemand aan het spreken was dat toch net dat tikkeltje aangenamer dan constant te moeten opletten waar je je voet neerzette. ‘En het bos, je lijkt veel tijd door te brengen in het bos.’ Devon keek kort enthousiast opzij naar Storm die zonet zijn lijstje had aangevuld. ”Klopt, hoe kan ik dat nu vergeten te vermelden.” Hij schudde kort zijn hoofd en richtte zijn blik weer op het pad. ”Ik ben hier redelijk vaak ja, vergelijk het met een tweede thuis.” zei hij voor zich uit glimlachend. ”Sówieso dat je het hier goed gaat hebben Hal.” Devon onderdrukte een plezierige knor en bedacht dat hij net zoals zijn evenbeeld dat hier langs hem liep, oneindig veel dingen te beleven en ontdekken had hier op dit eiland.
Oh cherie amour, pretty little one that I adore ♦ ♦ ♦
Onderwerp: Re: You have bad days and ... other bad days? [Devon] zo sep 27, 2015 10:55 am
Storm Hall
Het was haast te mooi om waar te zijn, niet? Storm had zes maanden in eenzaamheid geleefd, grotendeels te bang voor wat hij anderen kon aan doen. Hij was van huis weg gegaan met de smoes dat hij zou gaan studeren en had hierbij zijn vrienden, de dames en zijn familie achter gelaten. Hij had alles waar hij van hield aan de kant geschoven omdat hij bang was dat hij misschien wel één van hen dood zou terug vinden. Geen sociaal contact meer, geen gsm, instagram, geen vrouwelijke aandacht meer, geen feestjes met drank … hij had het gewoon allemaal achter gelaten en was uit Londen verdwenen. Eigenlijk hoopte hij dat hij zelf de hele weerwolvenvloek zou onder controle krijgen maar dat was niet waar geweest. Zes maanden, tal van doden en toen gaf hij het op en kwam hierheen. Devon, hier al één van de eerste personen tegen komen was zoveel beter dan gelijk wie, het maakte hem wie hij vroeger was, wie hij hoorde te zijn. En op één of andere manier was hij een beetje gerust, ze zouden zich hier wel kunnen weren, er waren genoeg gekkere en krachtigere mutaties dan de zijne, hij hoopte dat ze hem konden tegen houden. Niettemin had hij het enige ding mee voor alle veiligheid, kettingen om zichzelf vast te leggen als het zover was. Devon was zowat de enige die het knopje meteen had weten omschakelen, die Storm nu zo maakte als vroeger, charmant, humoristisch en vrijuit. En dat was precies wat Storm nodig had, iemand die zich aan vroeger deed herinneren, die hem deed herleven.
Dat Devon nog steeds over het woord “eiland” bezig was deed Storm breed grijnzen. Hij grinnikte toen Devon van zichzelf opmerkte dat hij er weer mee bezig was en schudde lachend zijn hoofd. Hun aandacht was al snel vertrokken van een slap onderwerp naar iets veel minder slaps. Storms ogen gleden het pad af volgde het meisje en hij wist dat Devon net hetzelfde deed. Bij Devons woorden keek Storm kort opzij naar hem. ‘Het is meer dan alleen “hallo geef me aandacht”.’ Prevelde hij terwijl hij terug naar het meisje keek. ‘Precies.’ Stemde hij in met Devon toen hij zei dat je dat soort moest opjagen en niet wegjagen. Hij rukte zijn blik los van het meisje, wat moeilijker ging dan verwacht en keek terug naar Devon. Hij hief zijn handen op bij de vraag of hij het shortje gezien had. ‘Waar denk je dat ik de hele tijd naar zit te kijken.’ Lachte hij. Hij draaide zich terug naar het pad maar er was niets meer te zien. ‘En wij zijn de idioten die hier staan te praten over eilanden en slechte geurtjes.’ Merkte hij droogjes op. Hij veegde kort over Devon schouder, als soort geruststelling. ‘Ik beloof, ik zeg het niemand dat je naar dier ruikt.’ Hij knipoogde en draaide zich gelijk terug om naar het pad, zoekend, haast aasend naar nieuw volk. Dat had hij in zijn zes maanden eenzaamheid duidelijk gemist, hij had een hoop in te halen en gelukkig was Devon er als een soort strijdmakker.
“Vast wel, de konijntjes en uiltjes zijn hier behoorlijk snel.” Was het dat maar, het zou het allemaal zoveel minder ingewikkeld maken. Helaas was zijn weerwolf enkel maar op zoek naar mens en dat was al verschrikkelijk genoeg. Hij wilde het Devon wel vertellen maar hij had geen zin om deze geweldige sfeer te verprutsen met zijn persoonlijke monsterprobleem. Misschien kon hij hopen dat de mutanten ook snel genoeg waren, dat zou een hoop schelen. Alleen was volle maan zoveel ingewikkelder, hij was zoveel anders dan als hij nu zou transformeren, krachtiger, sneller, slimmer, hij was niet te stoppen. Nee, hij zou Devon nu niet op de hoogte stellen, er waren dringendere zaken te bespreken, zijn sociale status herstellen bevoordeeld.
Devon klopte hem vriendschappelijk op de schouder en begeleidde hem naar het pad. Storm stak zijn handen weg in zijn broekzakken en lachte om Devons woorden. ‘Ik denk dat ik verwisseld ben bij de geboorte, je moet familie zijn, dat kan haast niet anders.’ Hij zweeg, haalde zijn hand uit zijn broekzak en gebaarde tussen hen in. ‘Ik weet anders niet hoe ik dit moet verklaren.’ Wees hij. Het was allemaal zo vanzelf gegaan, zo heel gewoon en joviaal, het was een geweldig gevoel. ‘Wij gaan grootste dingen doen.’ Kondigde Storm plechtig aan, hij stak zijn kin naar boven en keek met een scheve grijns opzij naar Devon. Het leek alsof ze elkaar al jaren kende, voor Storm voelde het alsof hij naar een bekende keek, zo gemakkelijk aan te voelen en op in te spelen. Eens het pad op strekte Storm zijn blik voor zich uit, het meisje van net liep nog net in zijn gezichtsveld maar te ver om de details te krijgen. Bij Devons woorden dat hij het hier goed zou hebben glimlachte hij enthousiast. ‘Ik heb het hier al goed en damn,’ hij zweeg en schudde traag zijn hoofd. ‘Ik heb amper iets gezien.’ Sloot hij af. Er liep twee jongens en een meisje langs, joggend. Storms blik gleed altijd meteen taxerend langs alle mensen, ook de jongens, want concurrentie was nog ver weg in wat hij allemaal in gedachten had. ‘Zit je hier zelf ook al lang?’ Vroeg hij uiteindelijk nieuwsgierig aan Devon zonder zijn blik van het drietal weg te halen…
Onderwerp: Re: You have bad days and ... other bad days? [Devon] zo sep 27, 2015 8:12 pm
You have bad days and ... other bad days
Devon moest lachen toen Storm zo sprak over het meisje dat hen net in de verte gepasseerd was, over haar shortje om precies te zijn. Hij knikte overdreven instemmend en zuchtte gespeeld. ”Inderdaad, eilanden en slechte geurtjes, terwijl hier zoveel andere dingen voor het grijpen liggen.” Hij gebaarde alsof hij greep naar het meisje in de verte, ‘klemde’ haar als het ware vast en trok haar tot tegen zijn borst, waarna hij in het lachen uitbarstte. ”Gelukkig maar dat mijn geuren-geheim bij jou veilig is, anders kreeg ik hier misschien geen enkele vis meer aan de haak geslagen.” Met zijn grote hand streek hij door zijn haar dat nog steeds een beetje in de war zat van het rennen doorheen het bos. ”Het zijn die dierlijke instincten die ons er zo naar doen hunkeren.” verzon hij als zwak excuus, beet al lachend op de binnenkant van zijn wang en gaf Hal een stompje met zijn elleboog. Echt een zwak excuus, want zowel hij als Storm wisten beide even goed dat ze gewoon twee gezonde jongens waren in de bloei van hun leven. Net zoals alle meisjes hier. In zijn hoofd spookten al allerlei gedachten over dingen die ze hier samen konden beleven, je kent het wel, als partners in crime. Als studenten – en dan vooral meisjes – dachten dat ze ‘veilig’ waren hier op Genosha, dan hadden ze het aardig mis.
‘Ik denk dat ik verwisseld ben bij de geboorte’ Devon keek Storm met een verwarde, dolle blik aan. Wat zei hij nu? ’ je moet familie zijn, dat kan haast niet anders.’ Het gebaar dat Hal er bij maakte, deed Devon lachen, maar tegelijk ook nadenken. ”Wel ik heb er ook geen andere verklaring voor kameraad.” zei hij met een scheve, uitdagende grijns. ”Jou tegenkomen was toch wel mijn hoogtepunt op Genosha tot nu toe hoor.” Hij knipoogde hem vriendschappelijk toe en zuchtte zachtjes, van blijdschap. ’Wij gaan grootse dingen doen.’ Devon grinnikte kort en keek naar zijn voeten, waarmee hij een steentje mee naar voor trapte terwijl ze wandelden. ”Oh I bet we will..” mompelde hij half verstaanbaar doordat hij weer in gedachten verzonken was. Hij schrok weer op toen er opeens drie joggende mensen voorbij kwamen en zijn ogen bleven hangen op de twee meisjes waardoor zijn wenkbrauwen in een uitdagende vorm gingen staan, zijn mond een beetje scheef. ”Strakke joggingsbroeken, beste uitvinding ooit.” zei hij zacht lachend toen de meisjes uit het zicht verdwenen waren en hij liet zijn duim en wijsvinger raken, waardoor hij een ‘alles in orde’-teken maakte. Want dat waren ze wel ja, dik in orde. Het steentje dat hij de hele tijd voor zich uit had zitten stampen vloog van het pad af, tussen enkele struiken en hij trok een pruillip.
Devon stak zijn handen in zijn zakken en voelde zijn gsm zitten, waardoor hij bedacht dat hij Hal misschien ook wel om zijn gsm nummer kon vragen, omdat ja, dingen afspreken was altijd gemakkelijker via die weg. Maar buiten zijn gsm voelde hij ook hoe zijn pakje sigaretten daar een beetje opeen geperst zat en een zucht rolde over zijn lippen. Nu moést hij er wel een opsteken. Behendig toverde hij het pakje tevoorschijn en haalde er een sigaret uit. ”Ook eentje?” Bood hij Storm aan en hield het pakje zijn richting op, zodat hij er een kon nemen als hij dat wilde. Hij nam de sigaret tussen zijn lippen en viste met zijn vrije hand ook de aansteker uit zijn zakken waarmee hij behendig het ding aanstak en een diepe trek nam. ’Zit je hier zelf ook al lang?’ Devon bolde zijn wangen en keek nadenkend voor zich uit. ”Een kleine maand denk ik?” zei hij onzeker terwijl hij de rook uit zijn longen blies. ”Nog niet zo superlang, maar lang genoeg om al aardig in de problemen te zitten op school.” Een beetje geërgerd bij die gedachten keek hij Storm aan en haalde zijn schouders op. ”Ze hebben hier echt wel hoge verwachtingen.” vertelde hij en dacht aan de bergen huiswerk die er op zijn bureau lagen, die hij nog met geen pen of potlood aangeraakt had, of aan de bergen lessen waarnaar hij niet geweest was. Zó hoge verwachtingen hadden ze hier eigenlijk niet, het niveau was voor elke persoon individueel opgesteld, maar er moest natuurlijk wel inspanning geleverd worden. Inspanning die Devon er niet voor over had. Hij snoof lachend en keek Hal aan. ”Laten we het erbij houden dat er interessantere dingen zijn dan school.” Hij liet zijn tong kort over zijn onderlip gaan om hem wat nat te maken en glimlachte. ”Maar dat is mijn mening, ik weet niet hoe jij erover denkt?” Hij keek weer voor zicht uit naar de drie joggende personen die ondertussen al een eindje verder waren en zette de sigaret weer tegen zijn lippen.
Oh cherie amour, pretty little one that I adore ♦ ♦ ♦
Onderwerp: Re: You have bad days and ... other bad days? [Devon] zo sep 27, 2015 9:15 pm
Storm Hall
Zoals Devon het zei had dit hele eiland zoveel meer te bieden dan het eiland op zich en de slechte geurtjes. Storm was hier was, een vijftal uur nu? Hij was naar het onthaal gegaan, zijn spullen in de gang gedropt want een kamer had hij nog niet en meteen naar buiten gevlucht. Alles wat binnen vier muren was was beklemmend, zeker op een nieuwe locatie. Zijn zintuigen stonden zo scherp dat hij zich moest afzonderen, zo was hij in het bos terecht gekomen en bij Devon beland. Hij was het eerste en het beste wat hij tot nu toe al was overkomen. En als Devon zei dat dit eiland zoveel meer te bieden had dan dit … dan geloofde Storm hem haast meteen. Hij keek grijnzend toe hoe Devon het meisje gebarend naar hem toe trok. Of ze ooit in conflict zouden komen voor een meisje? Niet van Storms kant, hij was zo gemakkelijk in het loslaten van iets als je toch wist dat half de dames aan je voeten lagen. Zijn Brits accent maakte het natuurlijk veel gemakkelijker, wie hield nu niet van een beleefde engelsman. ‘Geef het vooral een excuus.’ Greens Storm. Hij was zes maanden een weerwolf en er was niets veranderd aan zijn verlangen voor bepaalde dingen, het lag dus niet aan het instinct, al was die wel verscherpt. ‘Ik zie je het al uitleggen aan iemand anders,’ hij zweeg even en zette een nepstem op, ‘Hey, hoe komt het dat jij zoveel meisjes kan krijgen?’ Storm zweeg even en schraapte zijn stem. ‘Dierlijk instinct man, grauw.’ Het extra klauwgebaar met zijn handen maakte het compleet. Hij greens en schudde zachtjes zijn hoofd, ach, die twee, de humoristen.
Dat Storm verwisseld was bij de geboorte deed Devon lachen, natuurlijk, waar had hij geen pret om. Ze waren beide zo de eeuwige optimisten die alles vanuit het juiste standpunt konden doen opklaren, toevallig lagen hun standpunten wel heel nauw bij elkaar. Hij keek opzij naar Devon die hem uitdagend toe glimlachte. Zijn woorden deden Storm grijnzen, hij dacht er hetzelfde over. ‘Same for me.’ Hij legde zijn hand in een eerbiedig gebaar tegen zijn borst. ‘Maar je bent de eerste persoon die ik spreek, na dat oude vrouwtje aan het onthaal,’ hij zweeg en trok zorgwekkend zijn wenkbrauwen op. Dat vrouwtje was zorgwekkend, alsof ze elk moment een hartstilstand kon krijgen door te stel te typen. ‘Laten we zeggen dat je wel mijn hoogtepunt bent in zes maanden.’ Hij zweeg en knikte instemmend voor zichzelf. Ja, dat was waar, heel erg waar. Hij had wel wat mensen gesproken maar niemand als Devon, Devon bracht hem meteen terug in tijd en zette hem weer klaar in startpositie … en klaar was Storm zeker. Devon zijn opmerking over de strakke joggingsbroeken ging Storm half voorbij, hij zat nog steeds met zijn gedachten in de afgelopen zes maanden in afzondering, god wat had hij zich eenzaam gevoeld.
Het was pas als Devon hem een pakje sigaretten voor hield dat Storm weer bij de dag was. Hij keek ernaar en kneep bedenkelijk zijn ogen samen. Hij strekte zijn hand uit, liet zijn vingers er boven dwalen en dacht erover na. Hij had in die zes maanden niet gerookt, hij vroeg zich af of het iets zou doen met de twee wolven in zijn binnenste, als ze zouden afsterven, althans de ene, dan zou hij roken voor door. ‘Ach, ik mag men leven leiden hoe ik het wil.’ Protesteerde hij stil tegen zichzelf. Hij nam een sigaret en stak het gelijk tussen zijn lippen. Hij bedankte Devon voor de aansteker en gaf hem terug eens hij de sigaret had aangestoken. Hij nam een diepe trek en blies de rook dan de lucht in, zijn hoofd fel achterover. Hij keek naar de sigaret en greens opgelaten. ‘Damn, dit heb ik gemist.’ Merkte hij meteen op. Hij had zoveel gemist, niet enkel de sigaretten, hoe ongezond ze ook waren.
Devon was hier een maand, wat op zich ook niet al lang was. Dat hij in de problemen zat deed Storm grijnzend opzij kijken. Alleen waren het niet de problemen die hij had verwacht, het was iets totaal anders, te hoge verwachtingen. ‘Ah crap.’ Gaf hij met tegenzin in op Devon’s eerdere woorden. Maar dan volgde de woorden van Devon opnieuw en moest Storm luidop lachen. ‘Nu begrijp ik het.’ Zei hij samenzwerig. Devon gaf niet om huiswerk, meer om andere dingen. ‘Er zijn veel meer interessante dingen dan studeren.’ Gaf Storm instemmend antwoord op de vraag. ‘Maar ik kan het gemakkelijk combineren, de pret en de niet pret.’ Hij haalde zijn wenkbrauwen tweemaal op. ‘Ik ben een sneller werker dus mocht je ooit in de problemen geraken.’ Hij wees suggestief met zijn twee duimen naar zichzelf. ‘Je weet me te vinden.’ Hij zweeg en keek bedenkelijk voor zich uit terwijl hij zijn sigaret af tikte. ‘Of niet, ik heb nog geen kamer, kun je dat geloven.’ Hij snoof minachtend maar de grijns was bijna gelijk terug. ‘Maar goed, even snel, ik heb de regelement niet gelezen,’ hij haalde vals verontschuldigend zijn schouders op voor hij verder ging. ‘Ik hoop dat er geen nachtklok is?’ Dat was één van zijn dringendere vragen. Als weerwolf moest hij buiten zijn, hij was het liefst van al buiten, dus ze konden hem niet binnen houden. Maar niet enkel voor dat, alle leuke dingen gebeurden s'nachts. Ze hadden hem niet eens echt begeleidt, wisten ze wel wat hij was? ‘Is het eten goed?’ Zes maanden op opwarmmaaltijden was nu ook niet echt ideaal geweest, hopelijk was het hier een beetje beter …
Onderwerp: Re: You have bad days and ... other bad days? [Devon] ma sep 28, 2015 12:13 am
You have bad days and ... other bad days
Devon moest moeite doen om het niet uit te proesten toen Storm even een dialoog met zichzelf speelde en hij veegde door zijn oog om een opkomende traan van het lachen weg te vegen. ”Er zijn hier expressie lessen, just so you know.” Hij kromde zijn vingers ook en klauwde door de lucht, alsof hij een vijandige tegenstander een ferme veeg wilde verkopen. Bijkomend liet hij zijn tanden zien en deed een brul na, wel zonder het geluid, want dan was het misschien een beetje té geweest. Al trok hetgeen hij nu deed ook op niet veel. ”It suits us.” zei hij toen bloedserieus, klopte het zogezegde stof van zijn schouders en trok zijn tshirt op de juiste plaats waarna hij met zijn kin omhoog naar Storm keek, alsof hij supercool was. ”Oh!” merkte hij toen op en klopte ook een nietbestaand stofje van Storms schouder. ”Zo, ready to go.” zei hij en kon niet langer zijn lach inhouden. Net zoals Storm net had gedaan schudde hij van ‘neen’ door het feit dat ze zo lang konden doordrammen over een belachelijk onderewerp. Maar hier moest het nu echt stoppen, voordat ze nog een toneelstuk zouden beginnen op te voeren met hun twee.
Het was zalig dat hun gedachten, handelingen en zelfs mutaties zo overeen kwamen. Al wist Storm dat van het laatste nog niet, aangezien Devon zijn identiteit expres voor hem achterhield, op een plagerige manier uiteraard, niet omdat hij het hem niet wilde vertellen, integendeel. De woorden brandden op zijn tong, maar hij moest nog even volhouden! Het gebaar van zijn hand op zijn borst deed hem zijn wenkbrauwen optrekken en grijnzen. ‘Maar je bent de eerste persoon die ik spreek, na dat oude vrouwtje aan het onthaal,’ Devon fronste zijn wenkbrauwen en wees op een gespeelde, dreigende manier naar Storms borst. ”Héy, niets tegen mijn Agnessie.” gromde hij en moest onmiddellijk daarna lachen om de gedachten naar de vrouw die Storm bedoelde. Hij kon haar zo voor zijn geest halen, volledig berimpeld, het weinige grijze haar dat ze had lag altijd ‘netjes’ in de plooi en haar leesbrilletje stond altijd op het puntje van haar neus, en ze kon er zo gemeen over heen kijken met haar kraaloogjes. ”Feeks.” lachte hij daarna en liet zijn hand weer zakken. ”Eerste dag dat ik hier aankwam gaf ze me al over mijn voeten omdat ik een schaaltje van mijn pistachenoten op haar balie had laten liggen, tsss.” Devon rolde met zijn ogen en luisterde verder naar Hal. ‘Laten we zeggen dat je wel mijn hoogtepunt bent in zes maanden.’ Hij trok zijn ogen groot open en keek Storm geschrokken aan. ”Zes maanden?” Vol ongeloof schudde hij zijn hoofd, hoe kon deze ontmoeting nu zijn hoogtepunt zijn van het afgelopen half jaar? ”Kerel, waar heb jij die zes maanden uitgehangen dan? Ik bedoel, ’t is echt tof dat we elkaar vandaag hebben ontmoet, maar je moet toch wel leukere dingen gedaan hebben de afgelopen periode?” Hij kon het echt niet vatten en vroeg zich werkelijk af welk verhaal hierachter zat, en dat stond duidelijk op zijn gezicht af te lezen.
Storm leek te aarzelen toen Devon hem het pakje sigaretten voor hield en hij keek met een opgetrokken wenkbrauw aan. Hij wou net zeggen dat hij niet aanstootgevend wilde doen, of hem wou dwingen om er een te nemen, maar toen begreep hij het al en kreeg hij een scheve grijns op zijn gezicht. ”Tuurlijk mag jij je leven leiden zoals je het wil. Het zou een zonde zijn moest je dat niet doen.” Met een knikje nam hij de aansteker weer aan nadat Hal zijn sigaret had opgestoken en liet hij hem samen met het pakje weer in zijn broekzak zinken. Het geluid van de knisperende sigaretten werkten bijna even rustgevend als het inhaleren zelf en Devon sloot kort zijn ogen, terwijl ze samen langs elkaar over het bospad liepen, alsof niets ter wereld dit moment kon verpesten. ’Damn, dit heb ik gemist.’ Kort kwam er een grinnik over zijn lippen, voordat hij zelf opnieuw een haal nam.
Ja ja, het was duidelijk. Devon rolde met zijn ogen terwijl er een toegeeflijke grijns op zijn gezicht stond. Oké het was allemaal zijn eigen fout, hij veegde zijn voeten aan alles waar hij tegen zijn zin moeite voor moest doen, maar het bleef onplezierig. ‘Nu begrijp ik het.’ De manier waarop Storm hem dat zei sprak boekdelen en Devon wist dat hij een ‘zwakke’ plek van zichzelf had vrijgegeven, school..”Er zijn inderdaad veel interessante dingen dan studeren, maar ik kan het niet combineren zoals jij dat kan.” bromde hij met een onderdrukte lach en sloeg zijn armen weer over elkaar in hoeverre dat mogelijk was met de sigaret in zijn hand. ”En dat is wel een domper natuurlijk. Bijna oneerlijk zelfs.” Beet hij Storm met een licht venijnige blik toe en grinnikte. ‘Ik ben een sneller werker dus mocht je ooit in de problemen geraken.’ Aha! Het venijn verdween uit zijn ogen en maakte plaats voor een snode blik, alsof hij het al allemaal voor zich zag. ”Dát..” hij wees met zijn wijsvinger richting Storm, naar zogezegd hetgeen hij net gezegd had. ”…veranderd de zaak.” En er kwam een nog snodere blik op zijn gezicht te staan toen Storm vertelde dat hij nog geen kamer toegewezen had gekregen. ”Be my roommate, please.” Lachte hij hem toe en nam nog een trek van zijn sigaret. ”Ik heb nog geen kamergenoot en het is te rustig naar mijn zin op kamer 6, dus…” Hij haalde zijn schouders op en richtte zijn handpalmen naar omhoog terwijl hij een heilig gezicht opzette. Er was geen andere optie dan dat Storm bj hem zou intrekken. Geen. Andere. Optie.
Devon lachtte om zijn volgende vragen, hij vond het grappig dat Storm de praktische kant van alle dingen zo graag wilde weten, iets wat Devon allemaal maar op zich af liet komen. Maar het had wel iets. ”Geen idee of er een nachtklok is. Maar ik ben al vaak laat naar mijn kamer gegaan en heb er nooit commentaar op gehad, dus...” zei hij schouderophalend en keek Storm zelf een beetje vragend aan. ”Het eten daarintegen…” Veel expressiever dan nodig knipoogde hij en vertrok zijn mond in een gekke houding. Zijn beide duimen wees hij de lucht in en knikte van ‘ja’. ”Supahhhhh.” hij sloot even zijn ogen en droomde over de heerlijke frietjes met stoofvlees die hij gisteren had gegeven. ”Ik vraag me af wat het vandaag is…” zei hij half tegen zichzelf, half tegen Storm en staarde dromerig voor zich uit.
Oh cherie amour, pretty little one that I adore ♦ ♦ ♦
Onderwerp: Re: You have bad days and ... other bad days? [Devon] ma sep 28, 2015 5:10 pm
Storm Hall
Hij had letterlijk op alles zijn woorden klaar, maar echt op alles. Storm deed dit, Devon reageerde met dat. Het was best grappig want meestal had Storm ook spontane woorden klaar liggen om naar je hoofd te slingeren. Nog een reden waarom ze zo goed samen zouden kunnen leven. Hij gooide zijn hoofd naar achter toen Devon luidop begon te brullen, god, gelukkig waren er geen mensen in de buurt. Wat zou het geven met nog een fles drank bij? “It suits us.” Merkte Devon doodserieus op. Storm hief zijn hoofd in een hoogachtend gebaar op en knikte instemmend. Nadat Devon het denkbeeldige stofje van zijn schouder wreef waren ze beide klaar om te gaan … zogezegd.
De vrouw achter de balie had een naam, ze heette Agnessie. Wie heette zijn kind nou zo? Oke, ze was al wat op leeftijd, haar vader zou waarschijnlijk in één of andere oorlog hebben mee gevochten terwijl haar moeder thuis kleren zat te breien maar dat gaf je niet het recht je kind Agnessie te noemen. Ze zeiden zelden dat de naam, de persoon maakte maar in dit geval zorgde een gruwelijke naam voor een gruwelijk streng persoon. Die gedachte werd door Devon bekrachtigd, zie je wel, het draaide altijd zo uit. Dat uitgerekend Devon onder zijn voeten kreeg voor iets als pistache nootjes op de balie laten liggen deed hem weer grijnzen. ‘Ik had zo’n oma, iedere keer als ze op bezoek kwam werd ik gebombardeerd met vragen, de eerste was altijd of ik al een vaste vriendin had.’ Storm bracht zijn handen omhoog om duidelijk te maken dat het eigenlijk een oprecht domme vraag was geweest. ‘In hun tijd ging het allemaal zo, verwacht ze dat ik ook al getrouwd ben en twee kinderen heb.’ Lachte hij verder. ‘Als ik wist dat ze zou komen dan zocht ik iemand op om bij te logeren. God, dat mens kon zagen.’ Schudde hij verontwaardigd zijn hoofd.
En dan kwamen ze bij het onderwerp waarvan Storm wist dat het er een keer van ging komen. In de buitenwereld kon hij zijn mutatie iets of wat verzwijgen maar hier zou dat onmogelijk lukken. Daarnaast, als hij zoveel met Devon zou optrekken als het ernaar uit zag dan moest Devon weten waar hij mee te maken had. ‘Had ik maar leukere dingen om te doen.’ Merkte hij verbluft op. Hij schudde zijn hoofd en keek opzij naar Devon. ‘Goed, je komt er vroeg of laat toch achter.’ Besloot hij maar uit de boeken te gaan over zijn monsterlijke zelf. ‘Je weet wel, de legendes over volle maan, mensen die veranderen in enge monster, ongeloofwaardige griezelverhalen voor rond het kampvuur,’ hij zweeg en wachtte tot Devon ermee instemde. ‘Geen legendes, helaas.’ Hij haalde zijn schouders op en keek neer op zijn hartslagmeter, hij tikte er kort tegen. ‘En het is behoorlijk correct wat ze daar zeggen, ik bedoel,’ hij zweeg en trok een moeilijk gezegd, in de knoop met zijn eigen woorden. ‘Ik ben een weerwolf, helaas genoeg heb ik niet enkel de volle maan nodig om een moordlustig dier te worden, verhoogde hartslag is genoeg.’ Hij tikte opnieuw tegen zijn hartslagmeter en haalde zijn hand door zijn haar. ‘Daar heb ik dus zes maanden gezeten, mezelf onder controle proberen houden en de slachtoffers zo laag mogelijk houden.’ Hij zweeg en probeerde daaruit een conclusie te trekken. ‘Total failure.’ Knikte hij voor zichzelf. Het was een kleine ramp geweest, om het zacht uit te drukken.
Hij hield de sigaret tegen zijn lippen en nam nog een trek, hij blies de lucht langzaam naar boven en aanhoorde de woorden van Devon over het feit dat hij niet zo’n goede student was, niet iedereen kon perfect zijn natuurlijk. ‘Ik ben het ook maar omdat ik behoorlijk streng ben opgevoed, op het vlak van leren althans.’ Hij haalde zijn schouders op. Alles daarbuiten viel hij niet te temmen, zijn ouders hadden het opgegeven nadat hij de zesde fles drank meesmokkelde uit huis, hij laat uit bleef en soms zes verschillende meisjes had in één maand. Hij moest zeggen, ze hadden echt goed hun best gedaan, maar niet goed genoeg want Storm was niet te stoppen. Nu zijn ouders dachten dat hij aan het studeren was waren ze waarschijnlijk heel trots, ze moesten eens weten. En dan plots keerde Devon blik helemaal om, alsof de hemel net opklaarde. ‘Achzo.’ Knikte hij langzaam voor Devon verder ging. Bij het voorstel om kamergenoot te worden viel zijn sigaret bijna van tussen zijn lippen, gelukkig was Storm veel sneller in reflexen en ving hij het gemakkelijk weer op. ‘Je hebt nog geen kamergenoot, meen je dat nu.’ Hij was verbaasd, wilde nou niet iedereen een kamergenoot als Devon? ‘Serieus?’ Vroeg Storm voor de zekerheid. ‘God, als mijn punten dalen dan is het allemaal jouw schuld.’ Hij wist dat het er zat aan te komen, de ene zou de andere opstoken en voor je het wist lag allebei hun bureaus onder de bergen huiswerk. ‘Maar goed ja, als je me wil.’ Hij greens uitdagend, zijn gezicht verdween kort in de rook die hij uit blies. Zijn leven zou hier zoveel aangenamer worden, hij zag het al helemaal voor zich, hij en Devon in één kamer. Misschien moesten ze een naambordje maken, wedden dat de dames zouden aanschuiven?
Devon was al laat buiten geweest en had er geen commentaar op gehad. Super want Storm had het wekelijks nodig tussen alle andere dingen door die hij van plan was. Daarnaast was er ook het kwestie van volle maan, iets wat hij nog niet volledig had uitgepluisd en het was er al binnen twee weken, hmm, misschien moest hij er maar eens aan beginnen. ‘Mooi meegenomen.’ Knikte hij bij wijze van antwoord. Als Devon over het eten begon kwam er een sluwe grijns op zijn lippen te liggen. ‘Ze hebben al hun eten vers man, ze vissen de vis uit de zee ze huppelen achter de konijntjes aan. Hoe anders komen ze aan hun eten.’ Grapte hij, jup, daar ging hij weer. ‘Nog een belangrijke vraag, hoe denken ze hier over alcohol?’ Hij trok een onschuldig gezicht, alsof het leek dat het nooit bij hem zou opkomen. Maar zo’n dingen moest je weten uiteraard …
Only a big bad wolf.
Gesponsorde inhoud
Onderwerp: Re: You have bad days and ... other bad days? [Devon]