Character Profile Alias: Anogar Daria Age: We'll keep it easy, 19. Occupation:
Onderwerp: Only the strong survive [Sebastian] ma dec 14, 2015 7:46 pm
Modern fairytales
don't have happy endings
Ze zat op de vloer van haar kamer, alleen en met een prachtige jurk in haar handen. Veel vrienden -lees geen- had ze hier nog niet gemaakt. Dus veel om te doen had ze niet. Daarom was ze op het idee gekomen om nog eens door haar kast te snuffelen. Er waren erg oude kledingstukken van haarzelf, maar ook modernere dingen die ze van de school had gekregen en waar ze niet zo van hield. Slechts één keer had ze de truien gedragen die ze haar geschonken hadden, maar haar totaal niet stonden en slecht zaten. Een keer en dan nooit meer. Nu had ze haar lievelingsjurk in haar handen. Het was niet haar lievelingsjurk omdat het lang was, niet omdat het mooi was, niet omdat het leek alsof de takken die erop zaten geprint leken te grijpen naar haar nek. Nee, het ging haar niet om het uiterlijk van de jurk, maar om de herinnering. Het was de jurk die ze had gedragen toen ze voor het eerst met Daeron buiten de vertrouwde stad mocht, toen ze samen hun land mochten gaan onderzoeken. Hier had ze avonden in gedanst met Daeron die haar liet vliegen zonder vleugels door heel de zaal.
Op automatische piloot trok ze het shirt uit dat ze als pyjama gebruikte en liep ze met de jurk in de hand naar de badkamer. Het zonlicht scheen fel over haar -op een onderbroek na- naakte lichaam en toen ze de jurk over haar hoofd had getrokken, scheen het even fel over het delicate stofje. Een hoorbaar opgeluchte zucht verliet haar liepen, toen ze na een rondje gedraaid te hebben over het met kronkelende takken bezette kleed ging. Als ze haar ogen sloot voelde ze Daerons handen om haar middel en voelde ze hoe het kleed langs haar benen ruiste elke keer dat ze sprongen. Overmand door herinneringen aan haar verloren liefde, viel ze op haar knieën. Het leek alsof ze de kraan open had gezet. De een na de andere herinnering spoelde over haar heen. Zijn ogen die in de hare keek, hun huwelijk, hun huwelijksnacht, de jaren in vrede, zijn dood. Alles had zich opgestapeld en kwam er nu uit. De kamer leek te klein te worden toen ze met betraande wangen recht krabbelde en door de gangen stormde. Ze moest hier weg, nu.
Haar zicht was helemaal wazig door de tranen en haar ademhaling ging oppervlakkig op en neer. Haar hele gezicht was nat van de tranen toen ze zich in het bos tegen een omgevallen boom liet vallen. Ze had geen flauw idee meer waar ze was. Niet dat het haar nu veel kon schelen. Haar schouder schokte terwijl ze zichzelf bijeen probeerde te rapen. Haar hoofd lag op haar armen die gekruist op de boomstam lagen. De bosgeuren kalmeerde haar en toch kon ze niks doen tegen alle emotie die eruit moest. De herinneringen bleven komen en nu ook aan Drogon, de Draki die ze had gezien als haar broertje. Het gesnotter bleef komen en ze kon er niks meer aandoen. Natuurlijk vervloekte ze zichzelf dat ze de jurk had aangetrokken, want emotie's tonen was zwakte tonen en dat wou ze niet. Ze moest de ijskoningin blijven die ze altijd al geweest was, dat was haar strategie om te overleven en de tijd had uitgewezen dat het haar beste strategie was. [Jurk]
Onderwerp: Re: Only the strong survive [Sebastian] di dec 15, 2015 9:33 pm
-------------
De ademhaling van Sebastian zorgde ervoor dat er kleine wolkjes ontstonden, net zoals de ademhaling van Fera dat deed. Als Sebastian vandaag over Fera sprak, sprak hij over twee dieren in plaats van een. Normalerwijs was hij altijd te spotten met een dier aan zijn zijde, maar vandaag had hij daar niet genoeg mee gehad. ”Rustig jongen.” sprak hij tegen de immense andalusiër en voelde hoe de flanken van het paard onder hem trilde, als het ware als antwoord. Sebastian had de manen van de hengst rond zijn handen gewikkeld, enerzijds als denkbeeldige teugels, anderzijds als persoonlijke handverwarming. Toen er een zacht gekraak weerklonk draaide hij zijn hoofd naar links en zag hoe de wolfshond uit de bossen kwam draven met een enorme tak in zijn mond. Hij sprong op, zette zijn poten tegen de rug van het paard en reikte met de tak naar Sebastian, die hem met een sippe grijns aannam. Onmiddellijk sprong de hond weer omlaag en ging in een uitdagende houding staan terwijl hij enthousiast met zijn staart kwispelde. Sebastian haalde zijn schouder naar achteren en wierp de stok met alle kracht die hij nog in zich had naar voren, om vervolgens te zien hoe de windhond aan ongekende snelheid erachteraan ging. Sebastian haalde nogmaals diep adem en sloot kort zijn ogen. Hij was reeds een kleine maand op Genosha, maar toch was de pijn nog altijd niets verbeterd. Zijn schouder en rug deden pijn van de verwondingen die hij had opgelopen en hij vroeg zich af of zijn lichaam zich ooit volledig zou herstellen. Maar zelfs dat was niets in vergelijking met de pijn in zijn hart. Hij miste Myrthle, meer dan dat hij ooit iemand gemist had. Het gemis van zijn ouders en Vincent knaagde ook aan hem, maar het was anders. Hen zou hij ooit nog terug zien, haar nooit meer. Het voelde alsof zijn leven was geëindigd toen ze haar leven gelaten had, maar hij toch verplicht werd om verder te gaan ondanks dat hij niet wilde. Niets was verschrikkelijker dan dat. Niets.
Een luide blaf weerklonk in de verte en het paard reageerde onmiddellijk door zijn neusvleugels te laten trillen. ”Wat is er?” fluisterde Sebastian die opschrok uit zijn gedachten en kneep zijn ogen tot spleetjes in de hoop dat hij daardoor verder zou kunnen kijken. Maar helaas had hij geen versterkte zintuigen en speelde de weerkaatsing van de zon op het dikke sneeuwtapijt ook nog eens een rol. Nogmaals een blaf en Sebastian voelde hoe zijn hartslag versnelde, hij wikkelde de manen opnieuw rond zijn andere hand en drukte zijn hakken in de buik van het paard, die zich onmiddellijk als een pijl naar voren liet schieten. De sneeuw spatte zowel langs zij als langs achteren op terwijl hij op de rug van de enorme hengst over het besneeuwde bospad denderde. Het leek wel alsof ze een ontruimmachine waren, de kracht die de hengst bezat was onnoemelijk. Sebastian had zijn ogen strak op het pad voor hen gericht en onmiddellijk viel het hem op, dat naast de hondenpoten van Fera, er ook voetstappen van een mens in gedrukt waren. Een vrouw, aan de grootte ervan te zien. Zo’n details ontgingen hem niet, het was voor Sebastian simpelweg een instinct. Na nog geen halve minuut over het pad te hebben gegaloppeerd zag hij in de verte de wolfshond. Hij stond stil met de tak langs hem in de sneeuw, aan de manier waarop hij keek was overduidelijk dat hij iets in het vizier had. Dieren zouden hem niet interesseren omdat Sebastian hem daartoe geen toestemming gegeven had, dus het kon maar een ding betekenen. Hij trok zachtjes aan de manen van de hengst en liet hem langs de hond tot stilstand komen. Onmiddellijk weerklonk weer een blaf en Sebastian hief zijn hand op, waardoor de hond in een fractie van een seconde weer stil was. Hij liet zijn ogen gaan naar de plaats waar ook Fera naar keek en zag dat er een eindje verder, iets dieper in het bos een meisje lag. Haar armen had ze over een boomstam geslagen en het leek wel… alsof ze aan het huilen was? De adrenaline in zijn lichaam schoot omhoog en kort twijfelde hij aan wat hij moest doen.
De hengst krabde met zijn voorbeen door de lucht en gooide met zijn hoofd waardoor zijn manen in het rond vlogen. ”Ik beslis zelf wel wat goed is, maak je geen zorgen.” hij klopte met zijn vlakke hand op zijn stevige hals en stelde het paard gerust. Ook de hond liet een zacht, jammerend geluid weerklinken. Ze zouden altijd proberen om hun eigenaar uit de problemen te houden, te beschermen wanneer hij in gevaar was, maar als Sebastian hen anders beval, konden ze gewoon niet anders dan luisteren. Hij klikte zachtjes met zijn tong en de schimmel kwam weer in beweging, hij stapte recht het bos in, waarbij hij zijn benen hoger optrok om over verschillende boomstammen en struiken te wandelen, het was immers lang niet zo open als dat het pad geweest was. ”Hallo daar.” riep hij met zijn schorre stem naar het meisje toe en fronste aandachtig zijn wenkbrauwen waardoor hij een serieuze, tikkeltje kwade blik op zijn gezicht kreeg. Het viel hem onmiddellijk op hoe weinig ze aan had, iets was allesbehalve goed was in dit weer. ”Is alles oké?” behoedzaam kwam hij -nog steeds op de rug van het paard- korterbij en moest zich af en toe voorover buigen om geen takken in zijn gezicht te krijgen. De hond draafde achter hen aan en sprong hier en daar over een boomstam. Haar schokkende ademhaling verried de emoties die ze over haar had hangen, al had Sebastian dat er zelfs niet voor nodig om dat te achterhalen. Hij kon het gewoon in de lucht voelen hangen doordat zowel de hond en het paard het aan hem doorgaven. ”Het is veel te koud om hier in deze toestand te liggen. Zal ik je terugbrengen naar het schoolgebouw?” Zijn stem klonk niet bezorgd, het was namelijk niet zijn taak om zich dingen aan te trekken over hoe anderen zich voelde, hij had immers genoeg aan zijn eigen problemen. Maar hij zag het wel zijn taak om hen veilig te houden, iets wat hij altijd al over zich had gehad. Je kon het niet ‘zorgen’ noemen, eerder ‘beschermen’. De hond was naar de zijkant van het meisje gelopen en bleef op een meter afstand staan, waar hij zijn neus voorzichtig in haar richting uitstak om haar geur op te nemen. De hengst had zijn hals ook onderin gekruld en brieste zachtjes terwijl hij aandachtig naar het meisje keek met zijn maanogen.
Horse Dog (zonder zonnebril) Clothes
Rhaenyra-Kari Vallaeris
Class 4
Aantal berichten : 179
Character Profile Alias: Anogar Daria Age: We'll keep it easy, 19. Occupation:
Onderwerp: Re: Only the strong survive [Sebastian] di dec 15, 2015 10:22 pm
Modern fairytales
don't have happy endings
Haar gesnotter overstemde de andere geluiden in haar hoofd. Daardoor merkte ze het geblaf niet op, tot het te laat was. Pas toen een schorre stem de stilte verbrak en ze de aanwezigheid van een hond op nog geen meter afstand opmerkte, schoot ze overeind. In haar haast danste haar blonde krullen vrolijk om haar gezicht, terwijl ze met de palmen van haar hand de tranen van haar wangen veegde. Kort rechte ze haar schouders, terwijl ze vanaf de grond omhoog keek naar de persoon op het paard, die een niet zo'n vriendelijk uitdrukking op zijn gezicht had. De sneeuw was gesmolten in haar omgeving, maar onder de hoeven van het mooie dier knerpte het zachtjes. "Mijn woorden zullen mijn lichaamstaal tegenspreken," Beantwoordde ze hem behoedzaam en op een oude, raadselachtige manier, terwijl ze de hond vanuit haar ooghoek in het oog hield. Het was niet zo dat ze dieren niet mocht, maar vreemde dieren moesten altijd in de gaten worden gehouden. Vroeger hadden ze ook paarden gehad, voor officiële gelegenheden, dus Rhae wist wel het een en het ander van de beesten. Maar dat betekende nog niet dat ze perfect op hen kon rijden. Meestal zat ze in de koets terwijl de dieren het rijtuig trokken en toen Daeron haar één keer op zo'n dier had gezet, was haar trots zo gekrenkt dat ze het niet opnieuw had geprobeerd.
Langzaam krabbelde ze recht, terwijl ze zich totaal niks aantrok van de natte papsneeuw die in haar buurt lag. Het was ondertussen zachtjes beginnen sneeuwen en witte vlokken vermengde zich met haar haren. Haar wangen waren niet meer nat, want de tranen waren al lang verdampt. Maar toch waren haar ogen nog waterig en rood omrand. "Ik denk niet dat het jouw taak is om zo'n dingen voor mij te beslissen," Hoewel ze probeerde om trots en onafhankelijk over te komen, was het wel duidelijk dat ze elk moment weer kon inzakken. "De kou doet me trouwens toch niks," Zei ze zachtjes, met een licht knikje naar de gesmolten sneeuw om haar voeten. Alsof dat alles ging uitleggen. Haar mutatie ging ze niet aan de neus van de eerste de beste voorbijganger hangen, al was dit nu wel behoorlijk duidelijk.
"Wat doe jij hier eigenlijk zo diep in het bos?" Haar vraag was niet uit nieuwsgierigheid gesteld -ze ging zich niet bemoeien met andermans zaken- maar eerder om de aandacht van haar af te leiden. Zijn hond -of ze veronderstelde toch dat het de zijne was- was dichterbij gekomen. Rhae was nu niet echt bang van honden, een draak was voor niks bang, maar van onbekende dieren hield ze het liefst zoveel mogelijk afstand. Net zoals ze de hoeven van het paard ontweek, ontweek ze de hond. Ze wou geen onnodige ophef veroorzaken door in een draak te moeten veranderen omdat ze dom was geweest. Haar plan b was altijd om heel de school plat te branden, maar een hond die wou aanvallen was daar nu niet de perfecte redenen voor. "Zijn die van jou?" Haar stem was vaster geworden en haar ogen minder waterig en toch sluimerde het verdriet nog om de hoek. Dat zou het waarschijnlijk voor eeuwig nog doen en dat was een lange tijd als je niet stierf. Al haar gevoelens waren verborgen achter een ijsmasker, dat nu letterlijke was dan ooit te voren door de vallende sneeuw. De hond had al witte plekken en op het paard zag je die niet, maar de jongen had net zoals zij sneeuw in zijn bruine haren. Al smolt het bij hem minder snel weg.
Haar aandacht werd getrokken door het maanoog van het paard. Een zeldzaam verschijnsel, maar oh zo mooi. Rhae wist niet dat het toegelaten was om dieren te hebben op het eiland en al zeker niet om daarmee door het bos te wandelen alsof het niks was. Er was nog zoveel dat ze niet wist, dat ze niet tegen was gekomen en wat ze niet gewend was. Ze staarde lichtjes naar de prachtige ogen van het paard, tot de hond opnieuw haar aandacht trok. Dit keer niet door dichterbij te komen, maar door in de struiken te verdwijnen. Even keek ze de hond in stilte na en toen ze net dacht dat het niet meer terug ging komen maar in de struiken bleef liggen, rende het naar hen toe met een reusachtige tak in de bek. In plaats van deze naar de jongen aan te reiken, liet 'ie het vlak voor haar voeten vallen. Enkele seconden staarde ze er verbaast naar, maar toen kwam ze sierlijk in beweging. Haar mensenlichaam was nog steeds nieuw en onbekend voor haar, maar de sierlijkheid van het hof was er niet snel uit te krijgen. Met een lichte zwier gooide ze de stok enkele meters het dichte bos in en de hond had het voor elkaar gekregen om een lichte glimlach op de bleke lippen van Kari te krijgen. [Jurk]
Onderwerp: Re: Only the strong survive [Sebastian] wo dec 16, 2015 10:07 pm
-------------
Sebastian had de beslissing gemaakt om tot bij haar te gaan, ondanks dat hij wist dat haar emotionele toestand niet degene was waar hij best mee om kon. Maar toch voelde hij zich een soort van verantwoordelijk toen hij haar vanop een afstandje, schaars gekleed midden in de sneeuw zag zitten. Het meisje schrok van zijn aanwezigheid, die redelijk imposant was omdat hij op een paard zat en vergezeld werd door een immense wolfshond. Ze leek zich haast betrapt te voelen en Sebastian fronste zijn wenkbrauwen nog wat extra. Normaal gezien begreep hij situaties in een oogopslag, maar dit.. Hij kon het niet met woorden omvatten. Het meisje leek uit een of andere vreemde, oudtijdse film te zijn gestapt. De klederdracht die ze droeg had hij nog nooit in zijn leven gezien, laat staan dat hij de vreemde uitspraak die ze deed al eerder gehoord had. ”Mijn woorden zullen mijn lichaamstaal tegenspreken.” De hengst onder hem snoof zachtjes en keek richting de hond, die op dezelfde verbaasde manier terugkeek. Het was alsof ze één persoon waren, Sebastian, de hond en het paard, verdeeld in drie even gehelen. Sebastian hield op met nadenken en trok kort zijn mondhoeken naar beneden. Hij wist niet of ze een spelletje met hem aan het spelen was, of niet, hij wist enkel dat hij zich er niet door ging laten vangen. Genosha zat vol geheimen, gevaren en raadsels en dit kon er evengoed een van zijn.
Hij keek hoe het meisje overeind krabbelde en het paard keek haar op ooghoogte aan, terwijl Sebastian nog steeds omlaag moest kijken. Haar voeten maakten een pletsend geluid in de gesmolten sneeuw smurrie, maar het leek haar niet te deren, ze was meer bezig met het wegkrijgen van haar tranen, wat aardig goed leek te lukken. In een wip was haar gezicht dat zojuist nog nat geweest was kurkdroog, alleen de roodheid in haar blauwe ogen verried dat ze zojuist tranen met tuiten gehuild had. ”Ik denk niet dat het jouw taak is om zo’n dingen voor mij te beslissen.” De hond liet meteen een vervaarlijke grom weerklinken, maar Sebastian hief weer zijn hand omhoog waardoor hij onmiddellijk zijn lip weer liet zakken. ”Daar heb je gelijk in.” zei hij met een plechtig, gemeend knikje en rechtte zijn rug waardoor hij die militaire houding weer over zich kreeg. ”Maar ik kan je wel advies geven.” Hij zag hoe moeilijk ze het had, dus Sebastian deed zijn best om meer empathie te tonen dan hij normaal deed, maar het kwam redelijk geforceerd over. Al deed hij oprecht zijn best, het was gewoon niet zijn aard. De koude leek haar niet te deren en hij liet zijn blik nogmaals over de gesmolten sneeuw gaan. ”Zo blijkt.” bevestigde hij haar woorden en verzette zich wat op de rug van het paard, dat ijzig stil in vierkant houding stond.
Haar vraag overviel hem een beetje en hij moest toegeven dat hij zich er niet op voorbereid had. Fera snoof hard en krulde zijn gespierde hals nog wat extra onderin waardoor hij er nog gespierder uit kwam te zien dan hij al reeds was. ”Laten we zeggen dat ik mijn rust op de plaatsten vind waar zo min mogelijk anderen zijn.” Alles wat hij zij klonk formeel en bedeesd, alsof hij altijd volledig onder controle had wat hij zei, maar aan de binnenkant speelde zich een heel ander verhaal af. Sebastian had zichzelf al twee maanden niet meer onder controle, of zijn emoties in ieder geval toch niet. Iemand die hem niet kende kon onmogelijk zien dat hij gekrenkt was, en maar beter ook. De vragen liepen als een vuurtje en Sebastian tuurde kort door de kale bomen heen en bespeurde zijn omgeving. Hij dacht na over de manier waarop hij het zou formuleren. Het paard onder hem wiegde zachtjes heen en weer en hij kroelde subtiel met zijn vingers over zijn schoft. De hond liep zonder nadenken ook richting Sebastian en sprong weer met zijn voorpoten tegen het paard op om vervolgens ook een aai over zijn hoofd te ontvangen. Ze wisten maar al te goed wanneer het over hen ging en Sebastian kon het ze niet kwalijk nemen. ”Een soort van. Eigenlijk zíjn ze mij, of toch voor een groot deel. Het is ingewikkeld en moeilijk om uit te leggen.” Kort sloot hij zijn ogen en liet de band tussen hem en de wolfshond wat losser, zodat de hond meer ‘hond’ kon zijn in de plaats van ‘engelbewaarder’. Meteen verdween de hond opnieuw de bossen in en bleven enkel hij, zijn hengst en het meisje over. Ergens hoopte hij dat ze er niet over verder zou vragen, en twijfelde of hij zou antwoorden als ze dat toch deed. Het laatste waar hij zin in had was een zoveelste lachbui om zijn mutatie. Het was alles wat hij had, zijn enige trots die nog overbleef, maar toch was hij samen met Fera al vaak het middelpunt van de spot geweest als hij doorheen de gangen liep, met bijvoorbeeld een enorme arend op zijn schouder. Sebastian zuchtte zachtjes en tuurde opnieuw het bos in, waar hij de wolfshond in de verte zag ronddraven, op zoek naar eender wat zijn interesse had gewekt.
Het meisje keek aandachtig naar zijn hengst en het paard reageerde door extra met zijn ogen te knipperen en zijn neus kort haar richting uit te steken om vervolgens zachtjes zijn hete adem via zijn neus op haar uit te blazen. Het was een kort gebaar, want onmiddellijk nadat hij dat gedaan had trok hij zijn bleke neus terug en stampte met zijn hoef in de sneeuw. Maar toch zat er zoveel meer betekenis achter dan dat het meisje zou beseffen. Hij herinnerde het zich als de dag van gisteren, de reactie van Fera op een meisje, Delaney genaamd. Dag en nacht verschil met de reactie nu, en dat in de positieve zin. Het drietal keek gelijk in dezelfde richting toen er een veel te blije, vol sneeuw hangende wolfshond uit de bossen gesprongen kwam. Zijn poten waren enorm lang en de manier waarop hij in het rond sprong deed hem op een op hol geslagen hert kijken. In zijn bek droeg hij dezelfde tak die Sebastian eerst voor hem gegooid had, maar nooit had teruggekregen omdat ze toen op het meisje gestuit waren. Verbaasd trok hij een wenkbrauw op toen de hond de tak prompt voor haar voeten, in de gesmolten sneeuw liet neervallen. Hij had hem misschien wel wat meer losgekoppeld, toch had hij deze reactie niet verwacht. De enige betekenis die het had was dat het oprecht was, zonder enige tussenkomst van Sebastian. De hond zou dat gedrag nooit getoond hebben als de verbinding tussen hem en zijn baas ‘sterker’ was geweest. Sebastian wilde de verbinding voor een moment weer versterken, zodat de hond het gedrag niet zou vertonen, maar het meisje leek positief te reageren, dus hij keek afwachtend naar het tafereel dat zich voor hem afspeelde. Ze boog voorover, op een bijna gracieuze manier en nam de bekwijlde tak in haar handen om hem vervolgens weer weg te gooien. Als een halve gare stoof de hond erachteraan en liet Sebastian met zijn mond vol tanden achter. ”Je hebt geluk.” mompelde hij toen verstomd en schraapte kort zijn keel om opnieuw die ondoordringbare, ernstige houding aan te nemen die hij door zijn verbazing een tikkeltje had laten varen. Ontspannen, dat was iets wat Sebastian niet kende. Hij zag tussen de bomen door hoe de hond opnieuw op het bospad verschenen was, opnieuw met de tak vrolijk tussen zijn kaken geklemd. Hij blafte, zo goed als mogelijk was en kwispelde met zijn staart waardoor de sneeuw die erop hing in het rond vloog. Sebastian drukte zachtjes zijn kuiten tegen het paard en meteen kwam die in beweging. Hij keek achterom, naar het meisje dat achterbleef. ”Hij wil wandelen.” meldde hij kort en trok opnieuw aan de manen van de andalusiër waardoor het paard tegen zijn goesting weer tot stilstand kwam. ”Kom je mee?” Bedenkelijk wendde hij zijn blik af en haalde een hand door zijn haren die blijkbaar vol sneeuw hingen. Had hij haar nu werkelijk meegevraagd? Of was het gewoon de hond die hem beïnvloedde? Opnieuw kwam het paard in beweging en droeg Sebastian veilig en wel doorheen de dichte begroeiing totdat ze weer op het pad stonden.
Horse Dog (zonder zonnebril) Clothes
Rhaenyra-Kari Vallaeris
Class 4
Aantal berichten : 179
Character Profile Alias: Anogar Daria Age: We'll keep it easy, 19. Occupation:
Onderwerp: Re: Only the strong survive [Sebastian] do dec 17, 2015 4:17 pm
Modern fairytales
don't have happy endings
Rhae voelde zich vernederd, nu ze zo betrapt leek. Haar ooit zo mooi jurk was vuil en nat, haar haar krulde wild en haar blauwe ogen die door zielen leken te gaan, waren rood omrand. Vroeger, als iemand haar zo had gezien dan was er een heel grote kans dat deze een of ander ongeval had gekregen. Draki-adel ruikt angst en zwakheid en vanaf het moment dat ze dat vonden, sloegen ze toe als een glibberige slang. Daardoor was Rhae ook de beste geweest in gevoelens verbergen. Was, want nu ging het duidelijk niet. Hoe hard ze ook probeerde om alles terug weg te stoppen, het leek niet te lukken en hoe harder ze probeerde, hoe harder ze wou beginnen huilen.
De jongen leek zich ook niet helemaal op zijn gemak te voelen en dat spiegelde zich af in de dieren om haar heen. De ogen van het paard gingen sneller en vaker op en neer, de hond probeerde zich breder en groter te maken en hij speurde zijn omgeving af. Ook Kari veranderde haar houding, door haar schouders naar achter te trekken en haar kin omhoog te steken. Een ijzeren vastberadenheid om geen zwakte meer te tonen in de buurt van deze vreemdeling was te voorschijn gekomen in haar blauwe ogen. De houding van de jongen deed haar denken aan haar militaire adviseurs, die ze vroeger gierend van het lachen nadeed. Vroeger, toen ze nog niet zo'n harde, afstandelijke Anogar Daria was. Toen ze nog niet zoveel bloed aan haar handen had. Niet dat ze spijt had van alle moorden, totaal niet. De mensheid verdiende het niet om medelijden te krijgen, vond zij. "En wat als ik je advies nu niet wil?" Ze sprak langzaam, terwijl haar warme adem in een wolk mist veranderde. Haar woorden en houding werden duidelijk niet met enthousiasme ontvangen bij de dieren, die haar deels vijandig, deels vragend aankeken. Het was wel duidelijk dat ze allebei ontzettend veel om de jongen gaven, dus legde ze al snel de link dat het zijn dieren waren. Of dat dacht ze in ieder geval toch.
"Dat klinkt bekent," Murmelde ze zacht tegen zichzelf op zijn antwoord. Rhae hield niet van de drukte en van andere mensen. Het was al een wonder dat er nog niemand brandwonden had opgelopen omdat ze te dicht kwamen. Het was vaak genoeg gebeurd dat Kari haar rust was verloren om dan uit te schieten. Ze was niet meer zichzelf door alles wat het verleden haar had aangedaan, maar ze moest leren dat ze het niet meer kon veranderen, dat het zo maar verder moest. Om haar gedachten af te leiden, stelde ze dus maar meer vragen, meer dan ze gewoonlijk zou doen. De jongen leek het moeilijk te hebben met haar vraag, dus steunde de hond en het paard hem. Diep van binnen was ze stik jaloers op de jongen dat hij ten minste met iemand een goede band had, terwijl zij niemand meer had. Haar houding bleef onbeweeglijk toen de hond langs haar stormde om de jongen te steunen, enkel haar ogen werden voor een kleine tel wat zachter. ”Een soort van. Eigenlijk zíjn ze mij, of toch voor een groot deel. Het is ingewikkeld en moeilijk om uit te leggen.” Ze had geluk dat de jongen zelfs maar wou antwoorden, ook al leek het hem niet altijd even simpel af te gaan. Zijn antwoord verklaarde wel waarom hij zo close leek met de dieren, maar haar mutatie ging ze niet vertellen op haar beurt. Het was haar geheim geweest voor veel te lang en dat hield ze nu het liefst zo. Als ze rondvloog als draak zag toch niemand welke mutant het was in mensenvorm. Ze vond het altijd zo persoonlijk om over mutatie's te praten.
De hond zorgde ervoor dat de aandacht noch op haar gevestigd werd, noch op hem. Beide keken het dier na toen het in de struiken stormde. Tot het oog van het paard weer haar aandacht opeiste. Ze vond het prachtig, zo'n maanoog en ze was zeker dat ze niet de enigste was. Het slimme dier had natuurlijk door waar ze naar staarde, maar in plaats van het wit van zijn oog te laten zien zoals het eerder had gedaan, blies het zijn warme adem in haar gezicht. Lichtjes verbaasd keek ze het paard aan toen het zich vliegensvlug weer terug trok, alsof het niet zijn bedoeling was geweest, maar hij het wel gedaan had. De sneeuw bleef in de prachtige manen hangen en zorgde ervoor dat het sneeuwtapijt verdikt, waardoor de wereld een stille plek leek te worden. De sneeuwvlokken waren nu zo dik, dat ze ook een tijdje in haar haren bleven liggen, voor ze smolten. Haar haren begonnen daardoor langzaam aan nat te worden. Want Rhae mocht dan een erg warme huid hebben, zoveel sneeuwvlokken en water kon ze niet doen verdampen op zo'n korte tijd.
Net toen ze haar haren had losgeschud, stormde de hond het bos uit. Hij hing vol sneeuw en maakte hilarische sprongen om zo snel mogelijk vooruit te komen. Eerst dacht Rhae dat de tak in zijn mond voor de jongen op het paard was en toen hij het dus vlak voor haar voeten liet vallen, was ze dus lichtjes verbaasd. Met verbaasde, blauwe ogen keek ze even op naar het baasje, om vervolgens de bekwijlde tak op te pakken en weg te smijten. Gigantisch veel sneeuw stoof op door de over-enthousiaste hond die weg stormde, terug de bossen in en Kari kon niet anders dan een kleine glimlach produceren. Pas toen de jongen met sneeuw in zijn haren wat brabbelde, keek ze op. Even wou ze vragen wat hij gezegd had omdat ze het niet verstaan had, maar toen bedacht ze dat het niet haar zaken waren. Dus toen hij vroeg of ze mee ging wandelen, was ze lichtjes verbaasd. Toch schokte ze langzaam in beweging.
Hoewel de jongen een voorsprong had en op zijn paard zat, had Kari hem zo in gehaald op een rustig tempo. De hond wandelde vrolijk langs hen mee en rende af en toe in het bos om met een totaal besneeuwde vacht terug te keren. De stok was blijkbaar zijn lievelingsspeeltje geworden, want hij verloor het geen een keer. "Ik ben trouwens Rhaenyra-Kari, maar ik denk dat Rhae of Kari wel wat simpeler is," Stelde ze zichzelf uiteindelijk voor, toen de wolfshond nog eens voor de poten van het paard heen schoot, dat er geen damn om leek te geven. Ergens vond ze het echt niet oké dat ze constant omhoog moest kijken naar de jongen. Alsof hij de koning was en zij slechts een simpele boerenmeid of bediende. Terwijl zij niet voor niks de uitgang Kari had gekregen. Stiekem liet ze de takken van struiken ineen vlechten zodat er kleine opstapjes waren die haar subtiel hoger brachten. Haar tempo veranderde niet, want bij elke stap verscheen er een ander opstapje. De hond jankte enkele keren verbaasd toen het vlak langs haar kwam afrennen met zijn gigantische, natte poten en zag dat ze in de lucht leek te hangen doordat haar jurk netjes naar beneden viel en de takken verborg. Haar gezicht was nog altijd neutraal, maar een licht trots blik was toch wel in haar ogen verschenen. Als hij haar mocht intimideren met zijn mutatie, mocht zij dat ook. [Jurk]
Onderwerp: Re: Only the strong survive [Sebastian] do dec 17, 2015 9:17 pm
-------------
Sebastian besefte dat hij voorzichtig moest omspringen met de dingen die hij zei en deed. Hij had van nature een kil karakter, en wist dat hij om sommige mensen botter overkwam dan dat hij zelf wilde. Met de dingen die hij in zijn leven wilde bereiken, of al reeds bereikt had -voor hij op Genosha belandde- had het hem enkel maar in zijn voordeel gespeeld. Hij was een van de beste first sergeants die het Australische leger gekend had en het was een titel die hij met trots droeg. Of beter gezegd: gedragen had. Voor een kort moment hield hij zijn adem in om zijn eigen emoties te verbijten. Het was allemaal zo vers, als een open wonde en elke keer als hij aan de verleden tijd terugdacht voelde het alsof iemand er zout in strooide. Maar nu hij hier op Genosha zat, was zijn oppervlakkigheid enkel maar erger geworden. Hij voelde zich afgezet, vernederd doordat hij van first sergeant naar de titel ‘student’ moest gaan. Enkel de gedachten eraan maakten hem misselijk. Zijn leven was op een korte tijd zo zeer veranderd, compleet over hoop gegooid. Sebastian had niet de tijd gekregen om de dingen te verwerken, nee, hij was onmiddellijk van het ene in het andere gesmeten. De lessen hielpen hem om zijn gedachten te verzetten, maar zijn nachten waren verschrikkelijk. Hij had spijt dat hij ervoor gekozen had om samen met een kamergenoot op de kamer te liggen. Het was namelijk al meer dan eens voorgekomen dat Sebastian ’s nachts schreeuwend wakker werd en Sullivan bijna uit zijn bed deed schrikken. Het hele verwerkingsproces had hij noodgedongen moeten overgeslagen en hoe langer het bleef aanslepen hoe minder waarschijnlijk het leek dat het ooit nog zou starten en hij het op een redelijke manier zou kunnen verwerken. Als het al te verwerken viel…
Het meisje leek het door te hebben, hoe zijn dieren zijn emoties representeerden. Als ze in ‘verbinding’ met hem stonden tenminste. Want vanaf het moment dat hij de wolfshond deels van zijn ziel had losgekoppeld, werd het een grote fluffball, iets wat Sebastian nooit zou zijn. Het enige nadeel was, dat de dieren hun emoties niet konden verstoppen. Als Sebastian gefrustreerd was, kon hij dat perfect verstoppen achter het denkbeeldige masker dat hij op zijn gezicht droeg, maar het paard zou dat niet kunnen en zou bijvoorbeeld duidelijk geïrriteerd beginnen briesen. Ze verrieden hoe Sebastian zich diep vanbinnen voelde. Het was allemaal heel ingewikkeld en het meisje zou nooit precies weten hoe het in zijn werk ging als Sebastian het haar niet uitlegde, en misschien maar beter ook. Enerzijds was hij bang voor weer een negatieve reactie, anderzijds wilde hij zo min mogelijk over zichzelf prijsgeven. Maar langzaam maar zeker werd het ook duidelijk dat het meisje hetzelfde plannetje in haar hoofd had. Hij beet nadenkend op zijn wang en snoof zachtjes bij haar woorden. "En wat als ik je advies nu niet wil? Het paard richtte zijn oren wat naar achteren en Sebastian stak zijn kin wat vooruit. Met haar praatjes zou ze hem niet weten te imponeren, hij was heftigere dingen gewoon dan een bitserige opmerking. ”Dat is het leuke aan advies, je doet ermee wat je wil. Niemand die je verplicht om het op te volgen.” een geforceerde, minuscule glimlach verscheen kort op zijn lippen die uitgedroogd waren door de koude.
”Dat klinkt bekend.” die drie woorden zorgden ervoor dat hij bedenkelijk zijn wenkbrauwen fronste en haar een tikkeltje doordringender aanstaarde. Welke dingen gingen er allemaal schuil onder die blonde krullen van haar? Sebastian balde zijn hand tot strakke vuisten rondom de manen van het paard en breidde heel voorzichtig zijn bewustzijn uit. Hij kon zien hoe er een wazige, doorzichtbare lijn vanuit zijn hoofd vertrok en richting het hoofd van het meisje afzweefde. In haar ogen zou het onzichtbaar zijn, omdat het enkel bestond in de gedachten van Sebastian. Vanaf het moment dat de gedachtenstraal haar hoofd raakte, stonden ze in verbinding met elkaar. Het was een extreem zwakke verbinding, die door het minste van concentratieverlies verbroken zou worden. Sebastian was namelijk geen telepaat, hij was niet in staat om in andermans gedachten rond te bazuinen, het enige wat hij kon was vage boodschappen doorkrijgen die hun karakter deels representeerde. Hij ademde beheerst in en uit en probeerde het meisje op een zo neutraal mogelijke manier aan te kijken terwijl hij langzaam maar zeker fluisteringen in zijn gedachten hoorde. Proud. Royal. Fury. Zo snel als hij ‘contact’ gemaakt had, trok hij zijn bewustzijn weer terug en verbrak hij de verbinding. Het was vermoeiend, maar hij wist voorlopig genoeg. Zachtjes hapte hij naar adem en zag hoe het meisje niet van houding veranderde en nog steeds naar de wolfshond keek. Het was onmogelijk dat ze iets gevoeld had, omdat de ‘aanraking’ van de gedachtenlijn zo fragiel was, dat het even zacht aanvoelde als een sneeuwvlokje dat op je hoofd viel.
Sebastian zijn dag was verschrikkelijk begonnen, en eigenlijk al gestart vanaf 3u ’s nachts, omdat hij vanaf dat moment gewoon niets meer geslapen had. Hij had zich in warme kleren gehuld toen de sterren nog hoog aan de hemel stonden en was het bos in gegaan. De stilte van het bos bracht zijn innerlijke rust terug en vanaf het moment dat hij zichzelf weer onder controle had, had hij zowel de Andalusiër als de wolfshond opgeroepen. Ze hadden hem uren aan een stuk gezelschap gehouden en waren er voor hem geweest zoals niemand anders dat kon. Ze waren het enige wat hij nog had, zijn enige steun en toeverlaat. Hij was eigenlijk terug op weg naar de school, toen ze opeens op het meisje uitkwamen. Het bracht de planning die hij in zijn hoofd had overhoop, maar hij stelde iemand anders zijn of haar veiligheid nog steeds prioritair aan eender wat anders. En daar stonden ze dan, beide te kijken naar Fera die als een halve gare doorheen de sneeuw ploeterde, achter een stok aan die hij terugbracht, om dan opnieuw te wachten tot hij voor de zoveelste keer weggesmeten werd. Maar als hij daar vrolijk van werd, dan was Sebastian bereid om de stok nog een miljard keer over en weer te gooien, ongeacht de pijn in zijn schouder en rug. Het paard stond zo stil als een standbeeld nadat hij zachtjes in het gezicht van het meisje geblazen had, alsof hij zelf niet goed begreep wat hij gedaan had. Ze leek er kort van te schrikken, maar herpakte zich onmiddellijk weer, alsof ze bang was om een ‘zwakkere’ kant van haar te tonen. Als het om die reden was, dan begreep Sebastian het wel, hij zat immers op dezelfde manier in elkaar.
Bij zijn vraag of ze mee kwam richting het bospad, waar het tevens gemakkelijker was om te wandelen, leek ze in te stemmen, ookal gebruikte ze geen woorden. Sebastian zijn lichaam schokte ritmisch mee met elke pas die het paard zette. Het was ooit anders geweest, soepelder, maar door zijn verminkte, nog steeds herstellende lichaam was het moeilijker om in de bewegingen van het paard op te gaan. Al kon je wel nog steeds aan zijn houding zien dat hij een ervaren ruiter was. Hij zuchtte zachtjes en observeerde de hond die heen en weer over het pad stoof, waardoor hij eruit kwam te zien als een levende sneeuwman. Het paard sjokte rustig vooruit, in de richting die Sebastian in zijn hoofd had, hij moest zelfs geen hulpen gebruiken om het paard door te geven waar hij heen wilde, aangezien ze één waren. Er heerste een ijzige kalmte over het paard, waardoor hij er bijna onrealistisch uitzag, maar dat was hij allesbehalve, het waren gewoon de kille gevoelens die op hem over geprojecteerd werden. De hond daarin tegen, dat was een geheel ander verhaal. "Ik ben trouwens Rhaenyra-Kari, maar ik denk dat Rhae of Kari wel wat simpeler is," Toen haar stem weerklonk draaide hij zijn hoofd opzij en keek naar beneden, om kort haar blik op te vangen. Sebastian knikte kalm en keek weer voor zich uit, naar het sneeuwwitte pad waar in de verste verte geen eind aan leek te komen. Hoe ver was hij deze nacht wel niet afgedwaald? ”Rhaenyra-Kari.” herhaalde hij haar volledige naam met een schorre ondertoon van vermoeidheid in zijn stem. Hij zou haar bij haar volledige naam noemen –als hij die ooit nodig zou hebben-, hij had het niet zo op afkortingen. Een kind kreeg niet voor niets zo’n mooie naam, enkel om hem daarna in stukken te kappen. ”Nooit eerder gehoord.” Hij bevochtigde kort zijn lippen om zich klaar te maken om zijn vraag te stellen, maar hij bedacht zich op het laatste moment en stelde ze niet. Als het meisje erover wilde vertellen zou ze dat uit haar eigen moeten doen, want Sebastian wist hoe gevoelig zo’n onderwerpen soms lagen. En aan haar naam te horen kon er wel eens een hele geschiedenis aan vooraf gaan, laat staan wat haar achternaam zou zijn. ”Ik ben Sebastian.” Hij liet zijn beide handen op de schoft van het enorme paard leunen en verzette zich wat in de hoop om zijn rug wat te ontlasten. ”En dit zijn Fera.” Het was een vreemde zin, en hij zou in haar oren misschien fout qua zinsbouw klinken, maar dat was het niet. Beide dieren hadden namelijk dezelfde naam.
Toen de hond een vreemde jank liet weerklinken keek Sebastian aandachtig opzij, en nam meteen waar waarom dat was geweest. Zojuist had hij nog omlaag moeten kijken om het meisje haar ogen te zien, nu moest hij amper op ooghoogte kijken. Ze kwam met haar schouders even hoog als hem en hij fronste verdacht zijn wenkbrauwen. Het paard onder hem dribbelde voor een zeker moment opzij, wat erop duidde dat het Sebastian ergens misschien wel een tikkeltje beangstigde. Nu ze een beetje verder van het meisje verwijderd waren, hoopte hij te kunnen zien wat de oorzaak was, maar er was niets dat hem ook maar een hint gaf. De lange jurk van het meisje rees tot aan haar voeten en verborg op die manier alles wat zich eronder afspeelde. Hij zou er niet achter vragen, iedereen had namelijk het recht op zijn of haar geheimen, maar het maakte hem wel in keer een heel stuk alerter en hij behield de afstand die tussen hen was. Sebastian koppelde de vrije wil van de hond weer vast aan zijn eigen bewustzijn, waardoor de hond kil tussen hem en Rhaenyra-Kari kwam draven, alsof hij een beschermende wand tussen hen wilde vormen. De stok had hij laten vallen en zijn interesse ervoor was verdwenen als sneeuw voor de zon. Dezelfde kille sfeer als die boven Sebastian en zijn paard, was nu ook over de hond blijven hangen. En die zou er blijven, totdat Sebastian hem weer de toestemming gaf om zijn eigen vrije wil te doen. Maar het zou er niet snel opnieuw van komen, toch zeker niet zolang hij niet zeker was dat het meisje geen bedreiging vormde. Ze had hem niet rechstreeks ‘aangevallen’ of bedreigd, maar het lag in Sebastian zijn aard om zich om de kleinste dingen terug te trekken in zijn beschermende houding. ”Ben je hier al lang?” vroeg hij dan maar, met een ruwe stem en liet de manen van het paard los om vervolgens over zijn eigen armen te wrijven, als poging om zijn verkleumde lichaam warm te krijgen.
Horse Dog (zonder zonnebril) Clothes
Rhaenyra-Kari Vallaeris
Class 4
Aantal berichten : 179
Character Profile Alias: Anogar Daria Age: We'll keep it easy, 19. Occupation:
Onderwerp: Re: Only the strong survive [Sebastian] zo dec 20, 2015 11:15 am
Modern fairytales
don't have happy endings
Denken aan haar verleden alleen al deed haar pijn, vooral omdat ze zoveel gemist leek te hebben. De wereld om haar heen was geëvolueerd toen ze gevangen zat, maar zij was niet mee gegroeid en dat zag ze nu maar al te goed. Ze vond de meest rare spullen over het hele gebouw verspreid en als ze dan aan iemand vroeg hoe en wat, lachte ze haar recht in het gezicht uit. Twee keer had ze het geprobeerd, daarna was haar trots zo gekrenkt dat ze het niet meer deed. Nu moest ze zelf maar dingen uitzoeken, maar dat ging zoveel moeilijker dan verwacht. In haar badkamer had ze een raar ding gevonden met een lange staart. toen ze uitzocht hoe de staart werkte, zag ze iets waar ze het in kon steken. Het ding begon te brullen van het moment dat het in een opening was gestoken en Rhae had het van het verschieten uit haar handen laten vallen. De warme lucht die eruit kwam maakte haar nog meer op haar hoede voor het vreemde ding en omdat ze niet wist hoe ze het moest uitzetten, had ze het met een steen die ze buiten was gaan halen kapot geslagen. Ook dat was blijkbaar niet de juiste reactie, want enkele leerkrachten waren erg boos geweest op haar. Niet dat het haar wat kon schelen. Ze werd er liever zo snel mogelijk van de school afgeschopt. Hier kon ze helemaal niks doen, ze hoorde niet bij de blitse mutanten met hun rare blokken in de hand en ze hoorde al helemaal niet bij de mensen. Het liefst van al verstopte ze zich in haar bergen, voor eeuwig. Zodat ze alleen kon zijn met haar gevoelens en verdriet. Zodat ze geen schrik moest hebben dat iemand haar zo zwak zou zien, iemand zoals die jongen met zijn dieren. Aan zijn houding af te leiden was hij strik en militair opgevoed. Misschien was hij zelfs soldaat geweest. En laat dat nu net de mensen zijn die meestal niet met Kari overweg konden, niet alleen door haar uitgesproken mening maar ook door haar haat jegens mensen die hij juist moest beschermen. Doordat ze zo verzonken was in gedachten en afgeleid door de besneeuwde wolfshond, merkte ze niet hoe de jongen raar staarde en misschien maar goed ook. Als ze haar aanstaarde, kreeg Kari altijd de neiging om mensen te verbranden of te slaan.
Ze moest toegeven dat ze het niet had verwacht, mee gevraagd worden om te gaan wandelen. Niks speciaal op zich, maar wel als je bedacht dat de jongen op haar overkwam alsof hij het liefst van alles alleen wou zijn en al zijn gedachten en emoties voor zichzelf. Toch volgde ze, zonder woorden. De dolle wolfshond was te schattig voor woorden en hoe stom ze het ook vond, ze moest toegeven dat ze een kleine zwakte had voor het schattige beest dat veel te blij leek. Het hing onder de sneeuw en rende met zijn veel te lange poten heen en weer. Als ze niet wist dat de dieren verbonden waren, had ze echt gedacht dat het paard blind en doof of dom was. Want telkens als de hond vlak voor diens hoeven door croste, verroerde het dier geen vin net zo min als de jongen, die erg houterig op het paard zat. Stiekem vond Rhae het wel leuk om andere te bekijken en in te schatten, maar deze jongen leek zo onvoorspelbaar. Het ene moment dacht ze dat hij iets wou zeggen, het volgende moment zat hij weer voor zich uit te staren. Niet dat het haar zaken waren. Als de jongen zo wou zijn ging zij hem niet tegen houden, wat was de kans zelfs dat ze hem ooit nog tegen zou komen.
Zoals elk fatsoenlijk opgevoede wezen stelde ze zich voor. "Het is dan ook een zeer oude naam," Knikte ze, terwijl ze voor zich uit staarde in de sneeuw. De wolfshond was weer eens de bossen ingestormd en het paard had geen oog voor haar. Ondertussen was ze langzaam en subtiel planten zo aan het buigen dat ze een soort van constante trap had, zodat ze op dezelfde hoogte zou komen met de jongen. "Sebastian," Net als hij proefde ze eerst zijn naam op haar tong. Voor ze nog iets anders kon zeggen jankte de hond die onder de sneeuw zat verbaasd over het feit dat ze in de lucht leek te zweven. Direct was de jongen ook veel alerter en tot haar grote spijt veranderde de pluizenbol weer in een afstandelijk mormel. Hoewel ze het recht niet had, was ze voor een enkele seconden echt kwaad op de jongen dat hij de wil van het dier terug over had genomen. Maar toen besefte ze dat het misschien was omdat hij bang voor haar was en als het niet bang was dan zeker op zijn hoede. Een kleine glimlach sierde haar lippen. Ze hield van het gevoel van macht en net als andere Draki-adel kon ze angst ruiken en genoot ze ervan. Ze herinnerde zich nog hoe al die nietige mensen bang waren voor de immense draak die hun huizen plat brandde.
Even wandelde ze langs elkaar in stilte, maar toen verbrak Sebastian die. "Nee, pas sinds enkele dagen," Haar ogen hadden zich tijdens het praten op een punt in de verte gericht, "Jij?" Haar ogen richtte zich nu op de jongen. Voor het eerst moest ze niet omhoog kijken en kon ze de opmerkelijke kleur van zijn ogen bekijken, een soort grijsblauwig. Ergens had ze het gevoel alsof hij al meer verdriet had gekend en gezien dan zij zich kon voorstellen. Zijn ogen leken een spark te missen, alsof ze langzaam uitdoofde en voor het eerst sinds tijden had ze medelijden met iemand. Ze staarde niet lang naar zijn gezicht, maar net lang genoeg om te beseffen dat ze hard en afstandelijk stonden. Sebastian was dus niet bang voor haar, maar zag haar als een gevaar. Iets waar ze zich nog steeds gevleid door voelde.
Even liet ze de stilte terug komen, om te genieten van de geluiden van het bos die nog altijd niet verdwenen waren, die nog altijd dezelfde geluiden maakte als duizenden jaren geleden. ”Als ik jou of Fera iets had willen aandoen, had ik dat al lang gedaan,” Deelde ze hem mee, zonder haar blik van het pad te laten. Enkel een glimlach die bijna niet te zien was, verraadde dat ze niet gewoon een bewegend standbeeld was. Haar felrode lippen waren lichtjes omhoog gekruld door het feit dat ze ervan genoot als iemand bang voor haar was of haar als een gevaar zag. Misschien was dat ook de reden dat ze totaal geen vrienden had. Geen kamergenoot en alleen lunchen. Meestal stoorde ze zich er niet echt aan, maar soms, heel soms vond ze het jammer. Dan herinnerde ze zich de tijd voor Daeron, toen ze nog een kind was en vrienden was met heel de kolonie. Toen was ze nog een opgewonden grompot. Het norse was er altijd al geweest, maar ze hield ervan om te ravotten met andere, vliegwedstrijden te houden of krachtmetingen te doen. De enige die haar kon verslaan was Daeron en daardoor haar beste vriend. [Jurk]
Onderwerp: Re: Only the strong survive [Sebastian] zo dec 20, 2015 9:39 pm
Let your plans be dark and impenetrable as night, and when you move, fall like a thunderbolt
Het bleef vreemd, de manier waarop hij haar gevonden had. Ten eerste leek haar kledij niet uit deze tijd afkomstig, ten tweede was het een heel vreemde plaats voor een meisje om zich terug te trekken. Sebastian had een volledige nacht in het bos doorgebracht, hij wist welke ‘gevaren’ er in schuil gingen. Hij maakte zich oprecht zorgen over haar, de wildernis hier viel niet te onderschatten. Niet alleen qua wilde dieren, maar er waren ook verschillende soorten mutanten op Genosha die niet te onderschatten waren. Het schoolgebouw lag een heel eind verder dan de plek waar ze zich begaven, en het zou lang, om niet te zeggen heel lang duren eer iemand je vond als je iets aan de hand kreeg. Sebastian zag alles heel zwart wit, ofwel was je in veiligheid, ofwel was je dat niet. Al heel zijn leven had hij het gevoel dat híj degene was die andere moest beschermen. Zijn mutatie had er niet zo veel mee te maken, het was gewoon puur instinct. De afgelopen jaren had hij zijn mutaties amper tot niet gebruikt, hij zag zichzelf niet als een mutant, wel als een ‘normaal’ mens. En het was ook enkel op die manier dat hij zijn droom kon waarmaken om in het leger te gaan. Mutanten werden daar niet zo graag gezien, lang niet zo erg als jagers het hadden, maar toch. Buiten Genosha wist niemand van zijn mutatie af, behalve zijn kleine broertje en Myrthle. Maar daarnaast wist ook niemand dat hij nog in leven was, in de ogen van zijn familie en vrienden was hij gestorven, gesneuveld in de strijd, slechts een herinnering. Waarschijnlijk had hij zijn eigen graf, op het kerkhof dat kort bij zijn thuis lag. Hij kon het zich zó voorstellen, zijn moeder die alle weken bloemen op zijn graf ging leggen, ookal had hij het nooit gezien. Zijn leven was een groot leugen geworden sinds die éne missie. Het had heel zijn leven om zeep geholpen.
Fera was nog het enige wat hij had en het was dus ook niet ongewoon dat hij sinds zijn aankomst op het eiland zijn mutatie meer begon te gebruiken dan ooit. Op het vasteland had hij als een gewoon mens geleefd, had hij zijn mutaties weggestoken. Maar hier was het zo vanzelfsprekend, iedereen had mutaties -waar hij maar moeilijk aan kon wennen en vaak vergat- en het was zijn enige steun en toeverlaat. Sebastian had niemand om op terug te vallen, hij was alleen. En het was Fera die die ‘lege’ plaatsen in zijn hart deels kon opvullen. Al zou het nooit meer hetzelfde zijn. In gedachten verzonken keek hij naar de wolfshond die meer energie leek te bevatten dan Sebastian en zijn paard tesamen, maar het drong niet echt tot hem door. Ook toen het beest letterlijk voor de benen van het paard doorschoot, reageerde zowel Sebastian als de Adalusiër er niet op, hij verkromp letterlijk géén spier. ”Het is dan ook een zeer oude naam.” Hij knikte kort, om toch aan te tonen dat hij het gehoord en begrepen had, maar verder ging hij er niet op in. Uiterlijk zag hij er stil en kalm uit, maar in zijn hoofd waren er andere zaken aan de gang. Zijn hersenen namen alle kleine details op en probeerde ze tot een geheel te vormen. Gemakkelijk was het niet, maar Sebastian had zijn hele leven niets anders gedaan dus voor hem verliep het altijd dat tikkeltje vanzelfsprekender. Haar jurk, haar naam, royal, haar mysterieuze manier van spreken. "Mijn woorden zullen mijn lichaamstaal tegenspreken,” Hij hoorde de booschap opnieuw door zijn gedachten, maar kon er nog kop noch staart aan knopen. Voorzichtig keek hij haar aan vanuit zijn ooghoek en ademde bedenkelijk in en uit. Zou het kunnen?...
”Nee, pas sinds enkele dagen.” Zijn wenkbrauwen schoten kort omhoog, het was niet het antwoord dat hij verwacht had. Ze had wel lef, moest hij toegeven, zich in haar eerste dagen in het immense bos begeven waar het enorm moeilijk was om je weg in terug te vinden als je het niet kende. Sebastian wist zelf allesbehalve waar alle paden naartoe leidden, maar Fera wist hem gelukkig altijd terug richting de school te leiden. Meteen werd dezelfde vraag teruggeschoten en Sebastian tuurde net zoals Rhaenyra naar het pad voor hen, dat tussen de bomen heen slingerde. ”Een kleine maand.” was zijn korte antwoord. Hij herinnerde het zich als de dag van gisteren en zijn handen krampte samen rond de manen van het paard toen hij zichzelf in de ziekenzaal zag liggen. Het was alsof de geur van de etterende wonden opnieuw zijn neus in schoot. Hij ervaarde al zijn herinneringen en gevoelens zo levendig sinds hij op Genosha was. Zijn leven had een enorme draai gekregen, en niet op de positieve manier. ”Al hoop ik dat ik hier even snel ook weer weg ben.” mompelde hij er nog zachtjes achterna, hij voelde hoe zijn adem zwaarder werd. Sebastian zag hoe de oren van de hengst in de plaats van naar voren, een beetje naar achteren kwamen te liggen. De wolfshond zette de haren in zijn hals ook wat omhoog. Het was geen kwade houding, maar voldoende om Sebastian te laten begrijpen dat het meisje zijn kant op keek. Sinds dat ze zichzelf op de een of andere vreemde manier omhoog getoverd had, waren de beide dieren veel alerter geworden, en Sebastian weerhield ze er niet in. Het was niet dat hij bang had, integendeel. Maar hij was gewoon veel meer op zijn hoede, liever voorkomen dan genezen. Op een ander moment -als zijn lichaam in een betere toestand geweest was- zou hij zich anders, krachtiger hebben opgesteld, maar nu ging het gewoon niet anders.
Sebastian zag er haast uit als de koning van het bos, hij hing van kop tot teen onder de sneeuw, en doordat hij op zijn paard zat torende hij stukken boven de begane grond uit. Zelfs als hij op zijn voeten gestaan had was hij groot, maar nu was hij gewoon imposant. Doorheen zijn dikke kledij kon je zien dat hij breed en gespierd was, maar toch was hij niet wat hij ooit geweest was. Zijn lichaam was afgetakeld, door het verdriet van zijn verlies, door een maand in hongersnood te hebben geleefd en doordat hij lang niet meer had kunnen trainen. De wonden op zijn borst en rug bonkten doordat zijn pijnstillers al uren uitgewerkt waren en hij voelde hoe de verbanden onder zijn kledij begonnen te schuren. Hij had zijn afspraak in de ziekenboeg radicaal gemist, al had hij dat grotendeels opzettelijk gedaan. De verpleegsters waren aardig en de zorg was goed, maar hij vond het gewoon verschrikkelijk om zich zo kwetsbaar op te stellen, om te tonen dat hij pijn had. Hij hoorde sterk te zijn, hij hoorde voor ánderen te zorgen in plaats van dat ze voor hem moesten zorgen. Sebastian kauwde hard op de binnenkant van zijn wang en sloot kort zijn ogen terwijl hij volledig opging in de schommelende bewegingen van het paard. Hij hoorde de wind ruisen, voelde hoe de sneeuwvlokjes op zijn gezicht neerdaalden en ook daar smolten. Het was een vredig geluid, de stilte, en ergens vond hij het jammer toen Rhaenyra hem verbrak. Al klonk hetgeen ze zei wel interessant in zijn oren. ”Als ik jou of Fera iets had willen aandoen, had ik dat al lang gedaan,” Hij perste zijn lippen op elkaar en voelde hoe de hond die langs hem draafde hem een blik toe wierp. Dus zó dacht ze over hem. ”En wat bedoel je daar mee? ” vroeg hij toen luchtig en wierp haar kort een blik toe, zijn wenkbrauwen een tikkeltje gefronst. Sebastian liet zich niet afleiden door het feit dat ze ‘zweefde’, hij had enkel oog voor haar lichaamshouding, die een tikketje zelfingenomen leek. Het leek er zelf op dat ze het amusant vond, de afstandelijke, alerte manier waarop Sebastian en Fera op haar reageerden. Hij kon niet fatsoenlijk hoogte van haar krijgen, en ergens frustreerde het hem. Maar toch was haar aanwezigheid niet onaangenaam.
Character Profile Alias: Anogar Daria Age: We'll keep it easy, 19. Occupation:
Onderwerp: Re: Only the strong survive [Sebastian] di dec 22, 2015 7:28 pm
Modern fairytales
don't have happy endings
Rhae was niet bang geweest toen ze alleen was en dat zou ze nu ook niet zijn. Draki’s waren nergens bang voor en zeker geen Kari’s. Het zou gewoon gênant zijn als ze schrik zou hebben. Vooral omdat haar bijnaam Anogar Daria is, bloedkoningin en naar haar weten was zo’n schrikwekkende naam niet voor bangeriken. Ergens had ze het zelfs fijn gevonden, zo alleen in de doodstilte van de sneeuw. Haar pad had ze waarschijnlijk niet zo snel terug gevonden, maar als ze eenmaal boven de bomen vloog, was ze binnen no time terug. Niet dat ze zo graag terug wou. Het liefste bleef ze gewoon alleen hier buiten in de sneeuw, al kon ze dat alleen-gedeelte al schrappen. Toch was de aanwezigheid van Sebastian en Fera niet erg onaangenaam. Het gaf haar iets om over na te denken en dat vond ze fijn. Ze probeerde de jongen in te schatten, net zoals hij waarschijnlijk deed bij haar.
Hun gesprek verliep rustig en meestal in stilte, maar het was geen ongemakkelijke stilte. Ze genoten beide gewoon heel fel van de rust dat het bos uitstraalde, al deden Fera dat iets minder toen ze er niet meer tegen kon dat ze omhoog moest kijken en doodleuk planten en takken als natuurlijke trappen gebruikte. ”Is het hier dan zo erg?” Vroeg ze, terwijl haar jurk vrolijk achter haar aan ruiste. Van wat ze nu had gezien van het eiland snapte ze niet veel, maar ze kreeg niet echt het gevoel alsof het hier echt erg was. Toch niet zo erg als die ondergrondse gevangenis waar ze de laatste jaren in had vertoefd. Natuurlijk wou zij hier ook liever niet zijn en zou ze elke mogelijkheid om te ontsnappen pakken, maar tot die tijd kon ze het hier wel gebruiken om dingen te leren van de beschaving die zo hard veranderd was.
Om eerlijk te zijn vond ze het helemaal geweldig dat de jongen ‘bang’ leek van haar. Al vond ze het iets minder plezierig om de speelse hond terug weer in het gareel te zien lopen. Daardoor veranderde haar gevoeloze gezicht even en was er een blink van medelijden en woede te zien in haar ijskoude blauwe ogen, die perfect bij het besneeuwde plaatje paste. Haar ogen waren altijd al haar lievelingselementen van haar lichaam geweest. Duizenden Draki’s trilde ooit van angst onder haar doodse blik, terwijl bijna evenveel Draki’s zich konden herinneren hoe die prachtige ogen eens zo levendig, veranderd waren in ondoordringbare schilden. Ooit was ze anders geweest, was ze geen ijspegel. Haar volk was mee toen ook mee veranderd. Van het vredelievende ras dat het liefst niet wou opvallen, waren de Noorderlingen veranderd in barbaren die alle steden uitroeide in hun gebied. Natuurlijk had ze vaak in de clinch gelegen met de koningen en koninginnen van het Zuiden, Oosten en Westen. Ook zij konden zich nog herinneren hoe de Kari van het Noorden blij en vrolijk op hun feesten had gedanst zonder zorgen en hoe hard ze geleden had onder de dood van haar Kiraey.
In plaats van stil te staan bij haar verleden, probeerde ze haar gedachten te verzetten en observeerde ze Sebastian nog meer. Van zijn stijve schouders tot aan de bobbels die leken op verband. Ze zag hoe hij af en toe de manen van Fera steviger vastgreep en hoe de hond dan haar nekharen overeind zette. Met zijn haren vol sneeuw leek hij zelf ook op een ijskoning, een ijskoning van het bos. Terwijl zij meer leek op een of andere valse heks, met haar tevreden houding, haar jurk waarvan de takken levend leken door haar bewegingen en natuurlijk het feit dat ze bijna een meter boven de grond zweefde. ”Je ziet me als een gevaar, dat is wel duidelijk,” Beantwoordde ze hem, waarna ze haar gezicht naar hem toe draaide. Haar rode lippen waren in een bijna niet te zien geamuseerde grijns veranderd. ”En ik wou gewoon duidelijk maken dat ik dat niet ben, nu niet in ieder geval,” Nee inderdaad, nu niet. Als hij ooit iets zou doen wat zij als een gevaar voor zichzelf of een van haar geliefden -niet dat ze die nog had- zou zien, zelfs al zouden ze al lang van het eiland af zijn, dan zou ze hem zonder aarzelen in een hoopje as veranderen.
Toen ze haar blik weer naar hem draaide om iets te zeggen, merkte ze dat er enkele bloeddruppels op de vacht van de Andalusiër lagen. Maar toen ze haar ogen samen kneep om te kijken of het dier gewond was, zag ze niks. Wat ze wel merkte was dat zowel het paard als de hond pijn leken te hebben aan hun zij. De hond ademde en stapte moeilijker terwijl het paard zijn gewicht naar de andere kant probeerde te brengen. ”Je bloed, Zei ze lichtjes geschokt, waarbij haar adem een wolk vormde. Haar blauwe ogen toonde voor het eerst een beetje emotie en stonden wijd open. ”Fera stop,” Zei ze tegen het paard, maar dat leek niet veel zin te hebben. ”Ik denk dat het het beste is als je even van je paard af komt, Sebastian,” Stelde ze hem toen voor, terwijl de hond zachtjes jankte richting zijn baasje. Rhae mocht dan erg koud en hard overkomen, als iemand in pijn zat probeerde ze altijd te helpen. [Aaaah, het is niet wat ik wou dat het was :'D Hopelijk kun je er iets mee!] [Jurk]
Onderwerp: Re: Only the strong survive [Sebastian] do feb 04, 2016 7:03 pm
Let your plans be dark and impenetrable as night, and when you move, fall like a thunderbolt
In eerste instantie riep haar vraag een diepe frons op zijn voorhoofd op. Was het hier werkelijk zo erg? Voor een moment hing er een doodse stilte tussen hen in, alleen de voetstappen van het paard en de hond waren nog te horen, aangezien Rhae in de lucht ‘wandelde’. ’Helemaal niet.’ antwoordde hij kort en dacht nog verder na over de woorden die hij in zijn mond ging nemen. ’Ik zit hier gewoon niet op mijn plaats. Maar ik heb geen andere keuze.’ Langzaam streek hij met zijn verkleumde vingertoppen over de schoft van het paard, dat zachtjes trilde onder zijn aanraking. Genosha voorzag hem van alles wat hij nodig had. Hij had de verzorging gehad toen hij gewond was, elke dag kreeg hij warm eten, hij had een kamer om in te slapen, de nodige educatie. Maar het was niet wie hij was. Sebastian was geen student, hij was een soldaat. Hij had jaren gediend, anderen geleid, verantwoordelijkheid gehad. En nu hij op het eiland terecht gekomen was, vond hij zichzelf minderwaardig dat hij oorspronkelijk geweest was. Maar er was geen andere keuze. Genosha was een school, dus híj moest zich aanpassen in ruil voor een quasi normaal leven.
Sebastian voelde zijn ogen als het ware over zijn lichaam glijden, net zoals Fera dat voelde. Maar hij liet haar haar gang gaan, ondanks dat hij er zich niet helemaal op zijn gemak onder voelde. Zolang ze geen verkeerde stappen nam, zou hij dat ook niet doen. Hij was protective, niet agressive. Zijn blik was strak in de verte gericht, naar de bomen die aan beide kanten van het pad een beetje overhelde, waardoor het haast leek alsof ze in een tunnel van sneeuw liepen. Het had iets sereen, iets vredig. ”Je ziet me als een gevaar, dat is wel duidelijk.” Zijn eerste reactie was een snuivend geluid te maken, het klonk lacherig, maar tegelijk toch ook weer niet. ’Een gevaar..’ herhaalde hij haar woorden, een tikkeltje sarcastisch. ’Er is een verschil tussen bang zijn en op je hoede zijn, Rhaenyra-Kari.’ Haar naam bleef vreemd om in zijn mond te nemen, het klonk zo surreëel. ”En ik wou gewoon duidelijk maken dat ik dat niet ben, nu niet in ieder geval.” Net zoals zij hem aankeek, keek hij voor een moment terug en trok zijn wenkbrauwen een beetje op. Vanuit zijn ooghoek hield de hengst haar ook nauwlettend in de gaten. ’Zelfvertrouwen is goed, weet je.’ Hij haalde een hand door zijn haren, die lichtjes vochtig waren door de smeltende sneeuw. ’Alleen moet je opletten met de manier waarop je het duidelijk maakt. Hier ben je niet de enige met een mutatie.’ Sebastian mocht misschien niet weten welke mutatie er in haar genen schuilging, hij wist wel waartoe hij zelf in staat was. Al wist hij natuurlijk niet of het voldoende was om haar te overtreffen in tijden van nood. Al was hij er wel bijna honderd procent zeker van dat hij haar slimmer af zou zijn. Zijn mutatie en zijn levenservaring was een mooie combinatie. Langzaam onttrok hij zijn blik aan haar, waarmee hij met zijn ogen zijn boodschap nog eens benadrukte.
Gedurende enige tijd was het stil, concentreerde hij zich op de omgeving voor- en rondom hem, maar ook op de lichte zweem van pijn die hij doorheen heel zijn lichaam voelde. ”Je bloed.” Haar woorden sloegen in als een bom, en onmiddellijk keken er drie hoofden haar richting op. Het duurde niet lang voor Sebastian geschrokken zijn blik afwendde en naar zijn zij tastte, en de hond en het paard onderling blikken begonnen uit te wisselen. ’Het is niets ernstig.’ Bromde hij tussen opeengeklemde kaken door en keek haar lichtjes argwanend aan toen ze korterbij kwam en tegen de hengst zei dat hij moest stoppen. Niet dat het veel effect had, want de spierbundel bleef stram doorstappen. Zolang Sebastian hem niet het bevel gaf om te stoppen, zou hij dat ook niet doen. Desnoods moest hij over het meisje heen gaan. ”Ik denk dat het het beste is als je even van je paard af komt, Sebastian.” Hij nam zijn wang tussen zijn kiezen en beet er hand op, als poging om zijn lichte frustratie weg te steken voor haar. Dit was niet het gesprek dat hij met haar hoopte te voeren, integendeel. ’Het is oké, nogmaals.’ De hond liet een jank weerklinken en Sebastian wierp hem een felle blik toe waardoor hij onmiddellijk weer stil werd. Rhaenyra mocht misschien denken dat de hond jankte van pijn, maar werkelijk was het omdat hij bang was, bang voor de vragen die zouden volgen en bang omdat hij wist hoe moeilijk zijn baasje het er mee zou hebben. Sebastian tastte met zijn hand achter zijn jas en voelde hoe er op zijn trui een natte vlek verschenen was. Het voelde warm aan, wat erop duidde dat het bloed was, en geen gesmolten sneeuw. Hij richtte zijn ogen naar beneden en zag inderdaad de rode druppels hard afsteken op de grijzige vacht van de Andalusiër, die hard brieste en zijn flanken liet trillen. ’Misschien..’ mompelde hij en fronste bedenkelijk zijn wenkbrauwen terwijl hij naar de kruin van het paard staarde. ’Misschien is het beter als ik terugga.’ Hij klonk somber, koel, en hoopte op deze manier hij afstand kon nemen van Rhaenyra. Hij zou niet zozeer teruggaan voor verzorging, maar wel om de vragen die bij haar opkwamen te ontwijken. Misschien was het wel beter dat hun wegen hier splitsten. Een krop kwam in zijn keel en hij probeerde hem hopeloos af te slikken. Met de pijn, kwamen ook de herinneringen, en met de herinneringen, kwam ook Myrthle weer naar boven.
Character Profile Alias: Anogar Daria Age: We'll keep it easy, 19. Occupation:
Onderwerp: Re: Only the strong survive [Sebastian] zo feb 07, 2016 6:08 pm
Destroy what destroys you
Op den duur begon ze het saai te vinden om zo over de planten te wandelen. Haar kleed was toch al lang geruïneerd door de sneeuw, dus veel zin had het niet meer. Langzaam liet ze zich met elke stap terug wat dichter naar de grond zakken, terwijl ze haar oren geconcentreerd had op de geluiden van de omgeving. "Niemand hier heeft écht een keus, denk ik." Haar blik had ze op het besneeuwde pad voor haar gericht, "Al snap ik het 'niet op z'n plek zijn'-gedeelte." Rhae zou haar stam moeten leiden, overlevende zoeken, contact leggen met de andere en bovenal haar troepen aanvoeren. Ze zou oorlogsverf op haar gezicht moeten hebben hangen en haar blonde haren zouden in een vlecht moeten zitten in plaats van zo los naar beneden. Ze zou moeten vliegen over haar gebied en een nieuwe troonopvolger zoeken. Ze zou zoveel, maar toch zat ze hier, net als al die andere met vervlogen dromen.
Haar haast koninklijke stappen kraakte bijna niet in de sneeuw. Het was haar nog steeds aanwezige killerinstinct die haar vertelde dat als ze teveel lawaai maakte haar prooi zou vluchten en de vijand zou weten waar ze zat. Het voelde goed om nog steeds verbonden te zijn met haar verleden, wat ze niet los kon laten. Zo vond ze het nog altijd leuk als haar naam in een zin met gevaar werd gezegd. Helaas was zijn sarcastische ondertoon haar niet voorbij gegaan en langzaam draaide ze haar hoofd naar de jongen. Haar ogen verraadde niet wat er achter schuilging, terwijl ze naar zijn woorden luisterde en haar weerwoord gaf. Vervolgens dwaalde haar blik weer af naar de het pad. Een klein, arrogant lachje lag rond haar lippen. "Oh, maar daar ben ik me totaal bewust van." Verwoordde ze haar gedachten rustig, "Alleen heb ik nog niet veel waardige tegenstandsters gezien," Het lachje was verdwenen en opnieuw bleef enkel die ijskoude, afstandelijk blik over. Het was de blik waar ze zich al zolang achter verstopte, net als haar arrogante, trotse houding. Het was maar goed dat niemand dat wist.
De stilte daalde weer over hen heen, maar hij was niet echt awkward, meer rustgevend. Takken kreunde onder de sneeuw en de geluiden van het bos omringde hen. De hoeven van het paard klonken als muziek in combinatie met het ritselen van de struiken en het zachte effect dat de sneeuw het geheel gaf. Enkele één geluid paste niet in het plaatje, een soort drup en toen Kari de bron wou zoeken bemerkte ze de rode vlekken op de prachtige vacht van het paard. "Niks ergs?" Haar stem schoot de hoogte in. Rhae had al ergere wonden gezien, maar ze wist wanneer iets uit de hand begon te lopen. Bloed hoorde niet uit het lichaam te druppen als het volledig ingepakt zat. Ook de hond begon te janken, waarschijnlijk bezorgt om zijn baasje. Nogmaals probeerde Sebastian haar gerust te stellen, maar dat had al geen zin meer. Kari was de omgeving aan het afspeuren van het netwerk van planten naar de plaats waar de kruiden stonden die ze nodig had. Haar aandacht gleed door haar voeten de aarde in om zich vervolgens als een kring uit te spreiden. Mutanten die energieën kunnen voelen of zien zouden een volmaakte cirkel van blauwachtige licht breder zien worden. Binnen enkele seconden had ze gevonden wat ze nodig had. "Als je terug gaat gaat de wonden nog meer open door de bewegingen van het paard," Haar hersenen waren overgeschakeld op Dokter Kari. Als Kari en zeker als een Draki met een heel sterke band met de aarde, was het niet meer dan logisch dat je niet alleen vocht in de oorlog, maar ook je gewonden mannen directe hulp kon bieden als dat nodig was. "Wacht hier," Beval ze hem, terwijl ze haar ogen diep de zijne in liet dringen. "Ga van het paard af en geen wilde bewegingen maken." Met een draai was ze het bos ingerend.
Normaal zouden de planten naar de kleren grijpen van iedereen die het bos in kwam, maar voor Rhae weken ze juist uiteen. Tot ze bij de plaats kwam die ze nodig had. Aan de oever van de rivier lag een roodachtig mos op de natte stenen. Waarom had ze het buideltje met medicijnen ook niet gewoon bij zich. In een waas van witte stof ging ze op haar hurken zitten om het mos van de steen te trekken. Toen ze eenmaal genoeg had, ging ze weer een andere richting uit. Haar voeten gleden lichtvoetig over de natte sneeuw, die lichtjes smolt rond haar voeten. Binnen no time vond ze de groene kruiden en enkele bladeren die ze nodig had. Met haar handen vol planten rende ze terug richting Sebastian.
Ze kon niks van zijn houding afleiden, maar helaas voor hem konden zijn dieren de pijn niet zo goed verbergen. Zoals ze het nu zag zaten de wonden waarschijnlijk op zijn rug en dan meer aan de zijkant van zijn linkerkant. "Zou je even je shirt wat omhoog kunnen doen? Dan kan ik de wond controleren," Vroeg ze, terwijl ze hem voorbij liep en de planten op de rug van het paard uitstalde met een verontschuldigende blik naar het dier. "Alsjeblieft," Voegde ze er nog aan toe, toen ze zich weer omdraaide.
Onderwerp: Re: Only the strong survive [Sebastian] di feb 23, 2016 9:36 pm
Let your plans be dark and impenetrable as night, and when you move, fall like a thunderbolt
Sebastian volgde het meisje in het vreemde, speciale kleed nauwlettend met zijn ogen toen ze weer op de begane grond ging wandelen. Net zoals dat de hond en het paard dat ook deden. ”Niemand hier heeft écht een keus, denk ik.” Sebastian dacht even na over haar woorden, op de manier zoals hij dat altijd deed. Serieus, open, oprecht. ’Er zijn er ook een hele hoop die hier vrijwillig zijn. Iedereen heeft zijn eigen verhaal, maar dat wil nog niet zeggen dat iedereen tegen zijn goesting hier is. Voor sommigen is het hier beter dan eender waar ter wereld.’ Hij haalde neutraal zijn schouders op en keek haar kort aan. Hij bedoelde het niet om haar woorden af te kraken, het was gewoon de manier waarop hij over dingen dacht. Personen over dezelfde kam scheren deed hij niet, iedereen was speciaal, uniek met de dingen waar hij goed aan was. Onwillekeurig moest hij aan Raphael denken en drukte hij zijn vingers dieper in de vacht van de hengst, die zachtjes brieste als antwoord. ”Al snal ik het ‘niet op z’n plek zijn’-gedeelte.” Sebastian draaide zijn hoofd weer in haar richting en knikte, als teken dat hij het begreep en respecteerde. ’Is er een plaats waar je liever zou zijn?’ Zijn vraag klonk heel open, eerder uitnodigend om op te antwoorden dan dat hij aasde op het antwoord. Als ze erover wilde vertellen was dat oké, de weg naar de school was nog lang, en de sneeuw maakte het dat het er niet sneller op ging. Hij voelde hoe de Andalusiër soms moeite moest doen om zijn hoeven op de juiste plaats te houden. Al ging het bij de Wolfshond stukken gemakkelijker.
De manier waarop hij haar had aangesproken, over het feit dat ze niet de enige was met mutaties, zinde haar precies niet. De blik in haar ogen was kil en afstandelijk waardoor Sebastian niet echt hoogte kreeg van haar. Maar hij droeg net diezelfde blik, dus zij zag evenmin enige vorm van emotie in zijn ogen. ”Oh, maar daar ben ik me totaal bewust van.” Sebastian maakte een hummend geluid en de hond keek om, kwispelde kort en draafde daarna weer verder voor het trio op. ’Dan is het goed.’ antwoordde hij en klopte zachtjes op de schoft van zijn hengst. ”Alleen heb ik nog niet veel waardige tegenstanders gezien.” Waar net haar woorden nog lacherig waren geweest, waren ze dat nu niet meer en het deed Sebastian zijn wenkbrauwen fronsen. ’Misschien omdat niet iedereen zijn mutaties zomaar aan iedereen toont? Er gaat meer schuil achter mensen dan alleen hetgeen je ziet.’ Hij mocht dan wel weinig van haar weten, zij wist even min iets over hem en zijn mutatie. Het was een uitspraak die hem toch ergens raakte. Altijd die onderschatting, terwijl je niet wist waartoe sommigen werkelijk in staat waren. ’En wie niet sterk is, kan nog steeds slim zijn.’ Hij drukte zijn hielen wat in de buik van Fera en liet hem wat vlotter stappen. Ze moest maar zien of ze hen kon bijhouden.
Maar het leek hen niet snel gegund, want nog voor Sebastian het goed en wel doorhad, probeerde Rhaenyra hen het stoppen op te leggen. Sebastian zocht een beetje hulpeloos naar een uitvlucht en liet de hengst zonder stoppen doorstappen. ”Niks ergs?” De hoogte van haar stem zorgde ervoor dat de hengst zijn oren naar achteren legde, als poging om eraan te ontsnappen. Hij zag hoe Rhaenyra tot stilstand kwam en naar de grond keek, alsof ze niet tevreden was hoe haar voeten eruit zagen. Sebastian fronste aandachtig en misschien een tikkeltje nieuwsgierig zijn wenkbrauwen en trok zachtjes aan de manen van het paard, dat daardoor onmiddellijk tot stilstand kwam. In vierkant, uiteraard. "Als je terug gaat gaat de wonden nog meer open door de bewegingen van het paard," De hond had zich ook omgedraaid, keek van Sebastian naar Rhaenyra en hield zijn staart alert in de lucht. ’Vanwaar die plotse bezorgdheid?’ vroeg Sebastian serieus en knikte met zijn neus richting Rhaenyra op het moment dat die in de struiken verdween. Fera dook haar achterna, hield op die manier in de gaten wat ze deed en briefte dat via zijn gedachten door aan Sebastian, die op zijn paard achterbleef. Ze had hem beveeld om van Fera af te stappen, en voor een moment wilde hij koppig zijn en het niet doen. Kon hij haar wel vertrouwen, en wat was ze in hemelsnaam van plan? Die gedachten bleven door zijn hoofd spoken, totdat hij van zijn hond doorkreeg dat ze geneeskundige planten aan het verzamelen was. Hij wist dat ze geneeskrachtig waren omdat hij een kleine opleiding had gehad erover, hoe je moest overleven in de wildernis. Hij kende ze natuurlijk niet allemaal, maar kon wel aan de beelden die hij van Fera kreeg onderscheiden dat ze onder anderen herpago en zwarte spar had geplukt. Sebastian klemde brommend zijn tanden op elkaar en zwierde zijn rechterbeen over het paard uit, waardoor hij met een plofje op de grond terecht kwam. Hij moest zich vasthouden aan de lang manen van het paard om niet uit te glijden, plus hij moest zichzelf met tegenzin toegeven dat zijn zij daadwerkelijk wel aardig wat pijn deed.
Sneller als gedacht was ze terug. Het was overduidelijk dat ze doelgericht op zoek was gegaan en ze wist wat ze nodig had. "Zou je even je shirt wat omhoog kunnen doen? Dan kan ik de wond controleren," Hij zuchtte overduidelijk en rolde kort met zijn ogen. Waarom was hij dit in hemelsnaam aan het doen? Als hij enkele minuten stevig door galoppeerde was hij in school en kon hij aan haar én aan de ziekenzaal ontsnappen. Voor een moment dacht hij eraan, om zonder enig woord weer op zijn paard te springen en uit haar bereikbaarheid te rijden, maar toen hoorde hij haar nog ‘alsjeblieft’ zeggen, en zag hij dat ze de rug van zijn paard als uitstaltafel had gebruikt. De hengst keek opzij, naar Sebastian en liet zijn neusvleugels trillen. Nogmaals een zucht. ’Als ik je daarmee gelukkig kan maken..’ bromde hij tegen zijn goesting en trok zijn jas uit, die hij net zoals Rhaenyra gedaan had, over de achterhand van zijn paard legde. Sebastian droeg enkel nog een dun tshirt met lange mouwen, waarop duidelijk een grote, rode vlek zichtbaar was. Ook de zijkant van zijn broek was deels rood, door het bloed dat naar beneden stroomde. Blijkbaar was het toch erger als hij zelf ingeschat had. Met zijn hand trok hij de zijkant van zijn tshirt omhoog, net tot onder zijn oksel waardoor zijn hele linkerkant, plus een gedeelte van zijn buik bloot was. Hij deed het heel oppervlakkig, waardoor het duidelijk was dat het enkel een praktisch doeleinde had en niets uitdagend of seksueel. Dat waren gedachten waar hij zich al lang niet meer mee bezig hield. Of zich er niet voor openstelde in ieder geval. Het verband was meer rooddoorweekt dan dat het wit was. Op meerdere plaatsen waren andere, kleine littekentjes te zien die elk een deel van zijn verleden blootgaven. Hij keek haar aan en trok een wenkbrauw op, als teken dat hij wachtte op wat zou volgen. Hoe veel te sneller hij hier vanaf was, hoeveel te beter. ’Verdomme het is wel koud.’ rilde hij toen, balde zijn handen tot vuisten en spande zijn spieren wat op als poging om de koude te verbijten. ’Als ik doodvries is het jouw fout.’ liet hij er nog achter volgen, en trok toen heel lichtjes een mondhoek op.
Character Profile Alias: Anogar Daria Age: We'll keep it easy, 19. Occupation:
Onderwerp: Re: Only the strong survive [Sebastian] zo feb 28, 2016 10:55 am
Destroy what destroys you
Kari was altijd vastberaden in alles wat ze deed, ook in haar eigen mening. Toch had ze geleerd om naar iedereen te luisteren en alle mogelijkheden open te houden. Daarom luisterde ze ook altijd geconcentreerd naar Sebastians mening. Ergens had hij wel gelijk, maar ze ging er niet meer op in gaan. Om de eenvoudige reden dat als ze het wel deed er een urenlange discussie zou ontstaan. Omdat Sebastian haar een jongen leek die, net zoals zij, zeker van zijn mening was. Het had weinig nut om te blijven discussiëren als je een verschillende mening had die toch niet ging veranderen. Dus veranderde ze het onderwerp subtiel. ’Is er een plaats waar je liever zou zijn?’ Zijn vraag was open en een vraag die ze normaal niet zou beantwoorden, maar haar buikgevoel vertelde ze haar dat ze deze jongen nog wel zou kunnen vertrouwen. "Zeker, er zijn zoveel plaatsen waar ik meer van pas kom dan hier," Haar geneeskrachtige kennis, strategisch brein en oorlogservaring, kwam hier echt niks van pas. "Ik zou in het Noorden moeten zijn," Het kwam zo uit haar mond, dat het voelde alsof ze zichzelf verraden had. Terwijl ze eigenlijk gewoon een windrichting gezegd had, maar het was niks meer dan de waarheid. "Jij?" Haar blik verplaatste van de bomen in de verte naar zijn besneeuwde, ongeschoren gezicht. Haar blik was opener, maar toen het onderwerp mutatie's kwam. Werden ze terug hard als ijs. Ze voelde zijn irritatie om haar woorden en dan vooral het waardige tegenstander gedeelte. Zijn woorden kwamen wel aan, maar deze keer luisterde ze er niet echt naar. "Je voelt je aangesproken, hé?" Het feit dat hij sneller ging lopen maakte haar niet veel uit. "Ik ben nog niet veel mensen tegen gekomen die zich niet aangesproken voelde," Ging ze verder. Want dat was juist het gene waardoor ze wist dat ze geen waardige tegenstander tegenover zich had. Mutanten die zeker waren van hun mutatie, die wisten dat hun mutatie sterk was, twijfelde niet. En dat waren de mutanten waar ze voor moest uitkijken. "Mutanten die arrogant genoeg zijn om te denken dat hun mutatie het sterkste is, daar moet je voor uitkijken," Haar ogen stonden op oneindig, maar toch leek er een lichte spark van uitdaging in te liggen. Tot ze de bloedvlekken op de flank van het paard zagen.
Sebastian deed alsof het niks was, alsof hij zich aan een stukje papier gesneden had. Maar Rhae was niet dom en drong aan. Ze was al bezig met de planten te lokaliseren, terwijl de besneeuwde boskoning nog op zijn ros zat. ’Vanwaar die plotse bezorgdheid? Ze stond al in de struiken toen hij het vroeg, "Omdat ik al verschillende grote krijgers heb zien neergaan door hun trots en overmoed," Zuchtte ze neerslachtig, voor ze met een wapperend kleed het bos in verdween. Ze wist ook wel dat hij Fera achter haar had aangestuurd, maar als dat hem het gevoel gaf alsof hij alles in de hand had, liet ze het toe. Zijzelf zou ook geen 'vreemdeling' vertrouwen als die haar zo commandeerde.
Terug bij Sebastian zag ze tot haar grote genoegen dat hij langs het prachtige paard stond. Hij mocht dan koppig zijn, hij was duidelijk niet dom. De kruiden die ze in haar armen had, stalde ze netjes uit op de rug van het paard. Terwijl de koppige ezel zijn jas daar gelukkig ook neerlegde. Ze had het nu echt niet kunnen verdragen als hij vervelend zou gaan doen. Hier was ze zijn Kari niet en had ze eigenlijk geen macht over hem. Wat ze wel had bij die reuzen van krijgers die het trouwens al gewend waren dat hun Kiraey of Kira hun wonden verzorgde. Toen ze zich terug omdraaide verschoot ze lichtjes door het bloedrode verband. Het was duidelijk erger dan ze had verwacht. ’Verdomme het is wel koud. Als ik doodvries is het jouw fout.’ Ze beantwoordde de lichte glimlach om zijn mond. "Geen zorgen," Zei ze, terwijl ze al geconcentreerd bezig was met zijn verband eraf te halen. "Met mij in de buurt heb je het nooit koud," Ze had pas door hoe dubbelzinnig dat eigenlijk klonk toen het haar mond verlaten had, terwijl ze het eigenlijk echt gewoon letterlijk bedoelde. Ze straalde altijd zo'n warmte uit dat iedereen in haar omgeving het nooit koud had, alsof zij een aangename open haard was. Dat gevoel moest haar 'patiënt' ook hebben nu ze zo dichtbij stond en haar warme handen doelbewust het bloederige verband eraf haalde.
Het bolletje rood liet ze uit haar handen vallen in de maagdelijk witte sneeuw, toen ze de bloederige wonden zag. Op sommige plaatsen was het bloed al aangekoekt als een dikke klonter, terwijl het op andere plaatsen nog lag te glibberen. Ze kon niks van de wonde zien zolang dat bloed niet aan de kant was. Met een snelle pas liep ze terug naar het paard, dat instinctief al dichterbij was komen staan. Ze pakte er enkele wilgenbladeren vanaf en trok wat mos los. "Hier," Ze reikte hem de wilgenbladeren aan, "Je moet erop zuigen, het is een soort pijnstiller." Hij zou het nog wel eens nodig kunnen hebben.
Terwijl ze wat sneeuw in haar hand bijna liet koken, legde ze uit wat ze ging doen, "Ik ga nu eerst de wonde schoon maken om te zien hoe erg het er allemaal uitziet." Ze sopte het mos in het water, "Omdat alles hier bevroren is heb ik sneeuw gebruikt, maar geen zorgen. Het is lekker warm," Haar mond was lichtjes omhoog gevouwen en haar ogen waren op haar handen gericht die als vanouds het bloed van zijn huid aan het halen was alsof er geen honderden jaren hadden tussen gezeten. "Het kan een beetje schuren, maar dat is het mos. Als ik je teveel pijn doe, moet je het zeggen," Ondertussen kwam de wonden tevoorschijn en die zag er erger uit dan ze verwachtte. Hij was dan wel dichtgenaaid, het push kwam eruit gelopen op sommige plaatsen en heel de rand zag broeierig rood. "Het lijkt erop dat het lichtjes ontstoken is, maar het komt wel goed," Ze was altijd eerlijk met haar patiënt, hij moest ook weten hoe het eraan toe ging. Het was namelijk wel zijn lichaam.
Dit keer nam ze een bundeltje mos mee vanaf de rug van het paard en wat donkere bladeren, waarvan de naam al lang vergeten was. "Wanneer was de laatste keer dat je dit hebt laten controleren?" Vroeg ze zachtjes, waarna ze de bladeren in haar mond stak en er ferm op begon te kauwen om er een papje van te maken. "Ik ga het pus eruit proberen te duwen, dit kan pijn doen," Zei ze, terwijl ze haar handen in positie bracht. Met haar vingers maakte ze duwende, masserende bewegingen om het vuile vocht eruit te halen. Het begon over zijn rug naar beneden te stromen, maar kwam er gelukkig netjes uit. Toen ook dat allemaal weg was en zijn wonde schoon, begon ze het groene papje erop te smeren als ontsmetting en om de ontsteking tegen te gaan. "Wie heeft jou zo toegetakeld," Fluisterde ze zachtjes, meer tegen zichzelf dan tegen hem. Ondertussen was ze begonnen de wortel van de duivelsklauw in haar hand te verkruimelen en verpletten. "Oh, de bladeren mag je nu trouwens wel uitspugen," Vertelde ze hem vluchtig. Een deel van de verpletterde wortel veegde ze langs de randen van de wonde, de rest reikte ze hem aan. "Eet maar op. Het gaat de ontsteking tegen, vooral omdat je veel beweegt met je rug en het anders dus slecht zou kunnen genezen," Legde ze hem uit. Nu was het mos aan de beurt, maar daarvoor moest ze haar verband ook al hebben en aangezien dat rode niet echt in gebruik kon genomen worden. Begon ze dus maar repen van haar jurk af te scheuren. Dan legde ze het mos op de wonde, "Zou je een beetje naar voren kunnen buigen, alsjeblieft," Vroeg ze vriendelijk om het voor haar gemakkelijker te maken. Daarna legde ze het mos er opnieuw op en verbond ze hem.
"Voilà, helemaal opgelapt," Ze reikt hem zijn jasje aan en glimlacht zachtjes, "Ben je dood gevroren?" Haar jurk was plots niet meer het lange, elegante ding, maar was ingekort tot een mini versie die tot iets boven haar knieën kwam vol losse draden en rare scheurlijnen. Het was beter dat ze hem voor zo'n dingen gebruikte, dan dat ze het liet wegkwijnen in haar kast.
Onderwerp: Re: Only the strong survive [Sebastian] za maa 05, 2016 4:58 pm
Let your plans be dark and impenetrable as night, and when you move, fall like a thunderbolt
Wat hij deed, het vragen naar het feit of ze liever op een andere plaats wou zijn was in eerste instantie al een grote stap die hij gezet had. Zijn nacht was lang, kil en eenzaam geweest, en Rhaenyra leek die stilte in hem wat verder weg te drukken dan de oppervlakte waar hij altijd schuilging. Niet dat hij in een vingerknip alles over zichzelf bloot zou geven, maar toch, een beetje praten voelde aangenaam. Niet dat hij dat niet deed met Fera, maar de woorden die hij tegen Rhaenyra sprak, daar kreeg hij tenminste een antwoord op waar hij op zijn eigen, typische manier over kon nadenken. Zijn blik stond strak naar voren gericht terwijl ze vertelde, en aan zijn houding stond duidelijk af te lezen dat hij aandachtig luisterde, ookal keek hij haar niet aan. ’Zo, het Noorden..’ herhaalde hij haar woorden bedenkelijk en trok zijn mondhoeken verbaasd naar omlaag. Het was een veelomvattend antwoord wat ze had gegeven, want het Noorden was slechts een woord op zich waar veel meer achter schuil ging. Hij had erover willen doorvragen maar zoals hij wel al verwacht had werd zijn vraag onmiddellijk naar hem teruggekaatst. ’Melbourne, Australië.’ bracht hij als een fluistering uit en keek heel kort opzij. ’Laten we zeggen dat de koude niet echt iets voor mij is.’ Een ongemakkelijk lachje als poging om zijn emoties te verbergen bracht hij over zijn lippen en klopte zijn hengst zachtjes op de schouder.
Op een zo assertief mogelijke manier was hij tegen de uitspraak van Rhaenyra ingegaan. Misschien deels omdat hij zich inderdaad aangesproken voelde, maar ook zeker om anderen te beschermen tegen het oordeel dat ze velde. Veralgemenen was iets vies, zeker als degenen over wie het ging niet de kans kregen om ertegen in te gaan. En dat deed hij in de plaats van de anderen. ”Ik ben nog niet veel mensen tegen gekomen die zich niet aangesproken volde,” Sebastian zijn wenkbrauwen schoten de lucht in. ’Heb je al zo veel mutanten ontmoet dan? Op die enkele dagen tijd dat je hier bent..’ De manier waarop ze sprak, het leek haast codetaal en hij moest meer moeite dan gewoon doen om de losse eindjes aan elkaar te knopen. Welke gedachten, welke visies schoten er doorheen haar gedachten? Voor een moment staarde hij haar aan, maar toen haar kenmerkende stem weer klonk draaide hij zijn hoofd naar voren en keek tussen de oren van Fera door. "Mutanten die arrogant genoeg zijn om te denken dat hun mutatie het sterkste is, daar moet je voor uitkijken," Hij liet de woorden even tot zich doordringen waardoor er voor een kort moment een stilte tussen hen hing. Op dit vlak kon hij haar geen ongelijk geven, arrogantie was een gevaarlijk iets. Niet altijd voor zichzelf, maar wel voor de persoon die arrogantie vertoonde. Al was hij er meer als 100% zeker van dat Rhaenyra wel zo slim was om te zien dat Sebastian geen greintje arrogantie met zich mee droeg. Hij kwam op voor anderen, voor zichzelf maar enkel op de vlakken waar hij zeker van was dat hij gelijk had. Sebastian stond op het punt om haar gelijk te geven, maar kreeg er niet de kans toe want ze riep Fera halt toe.
In minder dan een fractie van een seconde leek er een geheel ander persoon langs hem te staan. Bezorgd, dringend op zoek naar manieren om Sebastian te helpen. Hij was erdoor overdonderd, zelden had iemand -en zeker iemand onbekend- zich zo voor hem geworpen om hem te helpen. Om hulp vragen was het laatst wat hij deed, maar als hij niet had ingestemd had ze hem van zijn paard gesleurd, dus peilde hij even naar de oorzaak waarom ze hem zo dringend wilde helpen. Haar antwoord blies hem bijna van zijn sokken. ’Grote krijgers zien neergaan? Waar heb je het in hemelsnaam over?’ Sebastian klampte zich vast aan de manen van zijn paard om niet onderuit te schuiven in de gladde sneeuw. ’Wie ben jij?’ fluisterde hij er onhoorbaar achteraan. Sinds wanneer werd er nog over ‘krijgers’ gesproken? En trots en overmacht? Hij kneep zijn ogen bedenkelijk samen en zag hoe ze in het bos verdween. Haar kleed wapperde achter haar aan alsof ze net uit een middeleeuws verhaal gestapt was. Voor een moment overwoog hij het echt, om samen met Fera de benen te nemen, maar deels door zijn verstomdheid en deels door zijn pijn, bleef hij staan en wachtte tot het blondharige meisje weer in zijn gezichtsveld verscheen.
Voor een moment kon hij niets anders dan verbouwereerd naar de kruiden staren die ze op zijn paard uitstalde, totdat ze hem commandeerde om zijn shirt omhoog te doen. De koude likte aan zijn naakte huid en een rilling trok door zijn ruggengraat. Ze mocht wel voortmaken, want anders hield hij het niet vol. ”Met mij in de buurt heb je het nooit koud,” Onmiddellijk trokken zijn wenkbrauwen samen naar een kleine bedenkelijke frons en voelde hij hoe zijn kaken zachtjes op elkaar begonnen te klapperen. En toen voelde hij het.. Haar handen waren warm, bijna heet te noemen en hij trok kort zijn zij terug toen haar warme vingers zich achter het verband inwurmden. Bij haar tweede poging liet hij het toe en probeerde zijn ademhaling weer onder controle te krijgen. ’Dat…’ begon hij, maar moest even zijn zin onderbreken door de pijn die door zijn lichaam schoot toen ze het verband half uit zijn wonde moest trekken. ’..is een handige mutatie.’ vervolgde hij alsof er niets gebeurd had en wreef kort met zijn hand over zijn voorhoofd. Voor een moment keek hij naar de grond onder hen, en zag dat op de plaats waar Rhaenyra stond een hele cirkel ontdooid was, en ze letterlijk terug op de bosgrond stonden. Ook moest hij toegeven dat de lucht rondom hem stilaan warmer werd. Hij keek pas terug op toen ze hem aansprak en een vreemd blad aanreek. ”Je moet erop zuigen, het is een soort pijnstiller.” Sebastian nam het blad een beetje wantrouwig aan en wisselde daarna een blik met zijn hengst, die korterbij was komen staan. ’Wat ben je allemaal van plan?’ Maar hij kreeg geen antwoord, enkel die typische blik van haar, die ervoor zorgde dat hij het blad toch maar op zijn tong legde en erop zoog zoals ze hem opdroeg. Het had een lichtjes zoete smaak, en na enkele seconden begon zijn tong verdoofd te tintelen, net zoals zijn lippen. Hij keek naar Fera, die zijn lip opspande en er cirkelvormige bewegingen mee maakte in de lucht, die voelde het duidelijk ook. Ze wist verdomd goed welke planten ze waarvoor nodig had..
Uiteindelijk kwam er dan toch een antwoord op zijn vraag, en terwijl ze sprak keek hij gefascineerd naar de sneeuw in haar handen die veranderde in water. "Omdat alles hier bevroren is heb ik sneeuw gebruikt, maar geen zorgen. Het is lekker warm," De damp steeg naar omhoog, wat erop wees dat ze gelijk had. Het mos ging in het water, en Sebastian trok zijn shirt nog wat hoger toen ze aanstalte maakte om het bloed weg te vegen. Vanaf de eerste aanraking schoot er een steek via de wonde, recht door zijn torso heen. Ze vroeg hem om aan te geven wanneer de pijn te erg was en hij antwoorde simpelweg door zijn hoofd te schudden. Sebastian zoog wat harder op het blad dat nog steeds op zijn tong lag en wisselde een blik met het paard uit, dat onmiddellijk zijn oren bezorgd naar voren had gericht en toekeek op het tafereel. Hij voelde hoe de draadjes waarmee de wonde gedicht was lichtjes mee bewogen onder haar aanrakingen en hij bromde zachtjes. ”Het lijkt erop dat het lichtjes ontstoken is, maar het komt wel goed.” Het was dezelfde informatie die ze hem bij zijn aankomst in de ziekenzaal ook gegeven hadden dus hij vertrouwde er wel op. Al was het ergens wel tegen zijn zin.
Ze ging verder in haar verzorgingsproces, en de eerste vraag -die hij al lang had voelen aankomen- bereikte zijn oren. ’Vorige week ergens.’ gaf hij stilletjes toe en keek naar omlaag, naar de wonde die ondertussen al stukken properder was dan hij eerst was geweest. Maar er zat nog een soort van etter in, waar ze op stond dat ze het eruit duwde. ’Hmm, doe maar.’ mompelde hij, en stak zijn arm uit naar Fera die een stapje dichterbij deed. Bas legde zijn arm op de schoft van het paard en liet zijn hoofd steunen op de gespierde borst van het dier. Op die manier kon hij steun zoeken bij Fera en kon Rhaenyra nog steeds fantsoenlijk aan zijn wonde. Een pijnlijke brom borrelde op uit het diepste van zichzelf, maar toch probeerde hij zichzelf zo weinig mogelijk te verroeren. Zijn ene hand had hij stevig rond de schoft van het paard gelegd, met de andere hield hij zich vast aan de manen achter zijn oren. Het hoofd van het paard lag zachtjes op zijn rug, alsof Fera hem hield rechtop houden. x ”Wie heeft jou zo toegetakeld?” Fera liet een scherp geluidje weerklinken en Sebastian zweeg. Dit was niet het moment om erover te praten, de pijn die hij leed, de plaats waar ze waren, het feit dat ze elkaar amper kenden… Hij ademde diep in en spuugde de bladeren waar hij hardnekkig op had zitten zuigen op de grond. Terwijl wachtte hij op de volgende stappen die ze ging ondernemen, maar probeerde zich allermeest op Fera te concentreren. Hij kreeg nog een vreemd papje aangeboden, dat hij dan ook maar opat. Een scheurend geluid weerklonk en Fera trok zich een beetje terug zodat Sebastian op kon kijken. Hij zag dat Rhaenyra haar jurk aan flarden aan het scheuren was, iets dat hem toch wel een steek in het hart bezorgde. Oke, de jurk was vreemd en leek niet uit deze tijd te komen, maar hij had er wel heel speciaal uitgezien. ’Je jurk, Rhaenyra je moet niet..’ maar nog voor hij zijn zin kon afmaken beval ze hem om meer voorover te buigen. Ze ombond zijn wonde weer en Sebastian liet zijn hand terwijl over het grote hoofd van het paard gaan.
”Voilà, helemaal opgelapt.” Hij keek naar de kleine glimlach op zijn gezicht. Kon het nog steeds niet begrijpen waarom ze hem zonodig hier en nu moest behandelen terwijl er op de school meer materiaal aanwezig was. Maar natuurlijk was hij haar ergens ook wel dankbaar, nu kon hij op zijn minst een tijdje verder. ’Je weet toch dat je dit niet had hoeven doen?’ vroeg hij haar voorzichtig en keek haar observerend aan. ’Maar ik wil je wel bedanken.’ Een kort knikje kon er ook vanaf. De Andalusiër stapte dichterbij en reek met zijn neus naar de losse repen die aan haar kleed hingen en snuffelde eraan. Sebastian legde zijn hand op zijn hals als ondersteuning. ”Ben je dood gevroren?” Hij snoof zachtjes en schudde zijn hoofd van neen met een minuscule glimlach op zijn uitgedroogde lippen. ’Gelukkig niet. Want ik heb er hier twee die daar niet blij mee zouden geweest zijn.’ Hij klopte het paard op zijn hals en keek naar de Wolfshond die een eindje verder in de sneeuw zat toe te kijken op het tafereel. Een beetje stram bracht hij zichzelf in beweging en onmiddellijk kwamen zijn hond en paard ook in beweging. ’Je sprak daarstraks over het Noorden..’ Hij keek achterom in de hoop om te zien dat ze volgde. ’Wie of wat ligt er daar op je te wachten als ik zo geïnteresseerd mag zijn?’ Als ze niet wilde antwoorden was het zo en zou hij het respecteren. Maar toch, het ‘Noorden’ was allesomvattend en Sebastian wilde iets concreter weten. ’Kan je paardrijden trouwens? Anders zijn we voor de avond valt nog niet terug.’ Hij keek haar op een neutrale manier aan en wachtte geduldig op een antwoord.
Character Profile Alias: Anogar Daria Age: We'll keep it easy, 19. Occupation:
Onderwerp: Re: Only the strong survive [Sebastian] za maa 19, 2016 9:23 am
Destroy what destroys you
Ze moest toegeven dat het gezelschap van Sebastian niet erg was en zelfs aangenaam. Beter dan helemaal in haar eentje door het bos te zwerven. Hij kreeg haar zelfs zover dat ze toch wat loste van haar achtergrond. Al bleef ze natuurlijk wel in haar eeuwige raadsels praten. Dat had ze altijd al leuk gevonden, ze vertellen en oplossen. Vooral het geweldige gevoel van overwinning als je kreeg van zodra je hem had. Dat gevoel was als een drug, waar Kari altijd maar meer en meer van wou. Anogar Daria was niet voor niks haar bijnaam én alias. Sommige mensen zouden zich slecht voelen, schuldige zelfs, door alle doden die zij gemaakt had. Maar Rhaenyra niet, het was voor haar stam, haar familie, geliefden en vrienden. Daar zou ze alles voor doen. Ook om ze nu nog eens even terug te zien, hun stemmen te horen, samen in de lucht te vliegen. ’Melbourne, Australië,’ Zijn woorden haalde haar uit haar gepieker en dat vond ze totaal niet erg. Anders zouden die gedachten toch maar in haar hoofd blijven malen tot ze helemaal gek werd. ’Laten we zeggen dat de koude niet echt iets voor mij is.’ Ze keek hem lichtjes verbaasd aan, ”En toch loop je hier in de sneeuw rond,” Merkte ze met een kleine glimlach op.
Hun gesprek nam een plotse wending en de ijsmuren bouwde zich langzaam terug op. ’Heb je al zo veel mutanten ontmoet dan? Op die enkele dagen tijd dat je hier bent..’ Haar koude kijkers stonden lichtjes verontwaardigt. ”Dit is niet de enigste plaats waar je mutanten tegen komt,” Luidde haar weerwoord. Draki’s waren mutanten, dat had ze hier geleerd en ze was er zeker van dat er nog zoveel meer mutanten verspreid zaten over heel de wereld. Een groot deel van die mutanten zat waarschijnlijk ook nog eens in de problemen en Kari zat hier, veilig en wel. Die gedachten stuurde meer woede door haar aderen dan ze had verwacht. Ze kon haar stam misschien niet meer redden, maar misschien die van de andere windrichtingen wel of zelfs andere mutanten. Of Sebastian. Het rode bloed was als een sleutelprikkel om dokter Rhae tevoorschijn te laten komen en dus stortte ze zich het bos in alsof ze een hert was.
Toen ze terug kwam had ze haar armen vol kruiden, die ze dan natuurlijk ook nog uitstalde op de rug van het paard. Nadat ze de toestemming en medewerking van Sebastian had, begon ze. Haar warme vingers friemelde zich achter zijn bebloede verband en na een tweede keer lukte het haar om het los te krijgen. Ze was zo geconcentreerd bezig dat ze niet doorhad dat hij tegen haar sprak. ”Ja, dat is het zeker,” Antwoordde ze hem verstrooit, terwijl ze haar spullen bijeen aan het pakken was. Het blad dat ze hem aanreikte werd met achterdocht ontvangen, maar hij kreeg slechts haar typische blik als antwoord. Ze moest toch even grinniken toen Fera grappige bewegingen begon te maken met haar verdoofde lippen. Al ging ze daarna vlug verder met wat ze bezig was en gaf ze Sebastian ondertussen een beetje uitleg over hoe en wat. De sneeuw in haar handen smolt zoals altijd direct weg, maar op momenten als dit was het natuurlijk wel handig. Een nadeel was dan weer dat een sneeuwballengevecht nogal moeilijk was voor haar, tenzij met paperige sneeuwballen gooien ook mocht. Nadat ze het mos erin had gestopt en ze de wonde begon schoon te maken, zag ze hoe zijn rugspieren aanspande. Daarom vroeg ze hem om aan te geven als het pijn deed. Hiervoor keek ze ook naar Fera, die haar rug lichtjes kromde. Het arme beest was natuurlijk erg bezorgd om Sebastian en toen ze zag hoe de oortjes van het paard naar voren schoten van zodra de jongen oogcontact maakte, raakte haar toch.
Kari liet een klein afkeurend geluidje horen. Wondes moesten goed verzorgd worden en zeker als ze zo groot waren als de deze! Toch ging ze gewoon door met wat ze bezig was. De etter die erin zat moest eruit, want anders was de kans op onstekingen nog groter dan hij nu al was. Ze keek op van haar werk toen Fera’s hoeven over de besneeuwde grond stampte. De wolfhond zat al aan Sebastians benen en bij het aanzicht van de besneeuwde boskoning omringt door zijn volk, brak haar ijshart lichtjes. Het deed haar denken aan haar familie, haar volk, haar regeerperiode, haar verleden. Dapper slikte ze de krop in haar keel weg, kneep ze kort haar ogen toe om de tranen terug te dringen en ging ze aan het werk. Sinds wanneer was ze zo emotioneel geworden over alles? Ze zou zeggen dat haar period eraan kwam, maar dat probleem had zij nooit. Het was zowel een gift als een vloek, want geen maandstonden betekende ook dat ze geen kinderen kon baren.
Ze duwde haar donkere gedachten zover mogelijk naar achteren in haar hoofd en zette de negatieve energie om naar positieve om de etter eruit te duwen. Rhaenyra had niet verwacht om op haar vraag antwoord te krijgen, maar verschoot toch lichtjes toen hij de bladeren uitspuwde. Als hij die niet had, zou zijn pijn nog drie keer zo erg worden, minstens. Dus gaf ze hem dan maar het groene papje tegen ontstekingen enzo. Nu had ze verband nodig, want dat bebloede ding ging ze echt niet opnieuw gebruiken. Dat was gewoon vragen om problemen. Daarom begon ze dan ook flarden van haar jurk te scheuren. Het tegen gesputter van Sebastian help niet en ze vroeg hem gewoon om voorover te buigen.
De wolfhond was ondertussen terug gelopen naar zijn plekje in de sneeuw om alles vanaf een afstandje en met zijn hoofdje schuin te kunnen volgen. Haar dokterkunsten hadden een kleine glimlach bij de jongen kunnen losmaken en ze glimlachte even klein en zacht terug. . ’Je weet toch dat je dit niet had hoeven doen?’ Ze haalde haar schouders zachtjes op, . ’Maar ik wil je wel bedanken.’ Opnieuw trok ze zachtjes haar mondhoek op, ”Geen probleem, jij was waarschijnlijk niet eens langs de ziekenboeg geweest als ik je gewoon had laten wegrijden. Trouwens, zo kan ik mijn oude talenten ook nog eens boven halen,” Verwierp ze zijn bedanking. Ze zag het als haar plicht om mutanten te helpen. Mensen daarin tegen was een ander verhaal.
De neus van de Andalusiër streek als fluweel over haar ontblote benen en voorzichtig liet ze de bovenkant van haar wijsvinger over diens neusbrug gaan. Daarna verlegde ze haar aandacht terug naar de gewonde jongen. ’Gelukkig niet. Want ik heb er hier twee die daar niet blij mee zouden geweest zijn.’ Ook zij keek naar de hond en het paard met een zachte glimlach.
Sebastian kwam terug in beweging, maar voor Rhae volgde, legde ze de overgebleven kruid in de sneeuw bij de bosrand. ”Tag tilbage, hvad er dit,”’Neem terug wat van u is,’ Fluisterde ze stil toen haar warme vingers de ijskoude sneeuw raakte bij het neerleggen van de kruiden. Vervolgens rechtte ze haar rug terug en schreed ze richting de besneeuwde jongen en zijn dieren. ”Groenland,” Vertelde ze hem, terwijl haar blik over de prachtig besneeuwde bomen gingen, ”Overlevende, hopelijk,” Voegde ze nog toe aan haar lijstje met dingen die haar op te wachten stonden in haar thuisland. Ze draaide haar hoofd naar Sebastian toe, ”Mijn volk,” De brok in haar keel was duidelijk te horen bij het fluisteren van deze woorden, die zo zacht waren dat de wind hen direct mee pakte.
De Kari sloeg haar ogen kort ten hemel om de tranen terug te dringen en keek naar de lucht, die langzaam een rozige kleur begon te vertonen. Was het echt al zo laat? Sebastian had dit duidelijk ook al gezien, maar Rhae moest hem teleurstellen. Paardrijden kon ze niet en dat liet ze zien met een kleine schud van haar hoofd. ”Ik heb een beter idee,” Vervolgde ze direct, ”Kunnen zij zelf terug geraken?” Vroeg ze voorzichtig. Ze had nog nooit iemand op haar rug genomen in haar drakenvorm, laat staan paarden of honden. ”Vertrouw je mij?” Vroeg ze toen ze vooruit liep om een grotere afstand te verkrijgen tussen hen twee.
Eenmaal ver genoeg draaide ze zich om en deed haar ogen dicht. In minder dan een seconden klonk een krakend geluid en scheurde haar toch al kapotte jurk helemaal kapot. Een vurige, reusachtige draak stond in de plaats van de tengere blondine. Rook verscheen uit haar neusgaten en ze schudde gevaarlijk met haar kop voor ze die omhoog richtte om het vuur dat in haar keel brandde te laten ontsnappen. Het voelde goed om terug een draak te zijn, om terug thuis te zijn. De afstand die tussen haar en Sebastian was geweest, was nu weer weg aangezien haar gigantische lijf dit in pakte. Haar hoofd hing boven hun hoofden en haar vurige ogen keken op hen neer. Ze zakte lichtjes door haar rechtschouder om zo haar vliezige vleugel uit te strekken. De sneeuw om haar heen was totaal gesmolten en de donkere bladeren van de bomen in de buurt kwamen te verschoon. Afwachtend naar Sebastians reactie bleef ze totaal stil liggen, als een uit te kluiten gewassen salamander.