Nee, koude was absoluut niets voor hem, en ja, toch liep hij er in rond.
’Niet dat ik veel andere keuze heb, toch?’ probeerde hij haar rustig toe te spreken en liet zijn blik in het rond gaan. Overal waar hij kon kijken lag een dik pak sneeuw, zelfs het strand was volledig wit gekleurd. Of toch tot de plaats waar de golven niet aan konden.
”Dit is niet de enigste plaats war je mutanten tegen komt.” Sebastian zuchtte zachtjes. Het was een discussie waar hij geen fut, en al helemaal geen zin in had. De onoplosbare raadsels die ze hem bleef toewerpen, dit was er wéér eentje op het hoopje dat al aardig in omvang begon toe te nemen.
’Nee, dat is waar.’ vulde hij er kortaf op aan en zweeg er daarna over. De enige mutant die hij was tegen gekomen voor hij op Genosha was beland, was Myrthle. En hij was op menige plaatsen geweest, dus ergens vroeg hij zich wel af hoe het kwam dat Rhaenyra er wel zoveel had ontmoet, en hij niet. Maar hij zou er niet achter vragen, ergens gunde hij het haar niet, want op die manier zou ze opnieuw een aangrijpingspunt hebben om op verder te gaan en hem als zoveelste persoon hier in zijn gezicht te wrijven dat ze béter als hem was. Dus hij zweeg, liet haar haar verzorgend werk doen en zocht zijn steun bij het paard dat voor hem stond, klampte zich aan de hengst vast alsof hij het laatste was wat hem op deze wereld hield. Een gedachte waar ergens wel een beetje van waarheid in schuil ging.
Het verzorgen kostte bloed, zweet en nét geen tranen. Voorzichtig rechtte hij zijn rug, voelde de wonde daarbij trekken, maar voelde ook dat het
verband, haar jurk die er nu omheen zat veel aangenamer voelde. Het kleefde niet in zijn wonde, veroorzaakte geen branderig gevoel zoals het de afgelopen dagen wel gedaan had. Sebastian was haar wel een uitgebreide bedanking schuldig, dus zo eerlijk als hij was kwam hij daar ook recht voor uit. Op die manier schoof hij ook hun oppervlakkige discussie van eerder opzij. Hij schonk haar een zeldzame glimlach, eentje die hij op zijn beurt ook weer terug kreeg.
’Waarschijnlijk wel.’ gaf hij stil toe bij haar opmerking dat hij in een ander geval waarschijnlijk zo weer naar school was gereden. Terwijl probeerde zijn hand opnieuw te verwarmen door ze onder de manen van Fera te steken.
’Talenten zijn het zeker.’ beaamde hij, en keek opnieuw naar de restanten van planten die nog op de achterhand van het paard lagen. Het er gewoon afduwen durfde hij niet, bang om Rhaenyra-Kari te beledigen, dus voor eventjes liet hij de onschuldige plantjes met blijkbaar genezende krachten nog even op de achterhand van het paard liggen. Het paard drukte op zijn beurt als blijk van dank zijn zachte neus tegen het ontblootte been van het meisje, en kreeg in ruil een tedere aai over zijn neusbrug.
Uiteindelijk nam ze zelf de kruiden van het paard, en liep naar de bosrand, dezelfde kant als ze op gestormt was om ze te gaan zoeken.
”Tag tibage, hvad er dit.” Sebastian fronste verward zijn voorhoofd en ging met zijn tong over zijn onderlip. Ze bracht oprecht verwarring over hem heen, het was alsof hij niets van haar kon plaatsen of kon vergelijken met andere ervaringen uit zijn leven. Alles aan haar was nieuw, of was het net heel
oud? De rest van haar uitspraken maakten het er niet beter op.
’Ik..’ hoe moest hij dit in godsnaam bij haar aanbrengen?
’Je bent echt een groot raadsel voor mij Rhaenyra-Kari. Eerst dacht ik dat je in raadsels sprak, maar nu.. Nu ben ik tot het besef gekomen dat je gewoon een raadsel bent.’ Sebastian balde bedenkelijk zijn handen tot vuisten.
’En het spijt me, maar ik ben allesbehalve goed in raadsels. Dus als je me iets wil vertellen, weet dat ik wil luisteren, maar enkel als je bij het begin begint. En zo niet..’ Hij haalde neutraal zijn schouders op, de bijkomende gezichtsuitdrukkingen maakten duidelijk dat hij haar niet wilde beledigen, maar dat hij wel eerlijk met haar wilde zijn.
’..heb ik liever dat je me niets verteld, want je brengt me enkel maar in de war.’ Sebastian had al genoeg voor zichzelf om op te teren, hij had niet de moed om ook nog te beginnen gissen naar een verhaal wat iemand anders hem probeerde duidelijk te maken aan de hand van -in zijn oren- onsamenhangende delen.
Zijn vraag of ze kon paardrijden werd negatief beantwoord, en hij haalde spijtig zijn schouder op. Maar blijkbaar had ze een beter idee.
”Kunnen zij zelf terug geraken?” Sebastian schudde zijn hoofd, als teken dat dat niet nodig was. Hij hief zijn hand op, en bracht met dat gebaar de eerst tastbare hond naar een geestvormige toestand. De blauwe gloed in de vorm van de wolfshond kwam los van de grond, en met grote, enthousiaste sprongen denderde het doorheen de lucht, recht op de hand van Sebastian af. Vanaf het moment dat het in de buurt van zijn hand kwam, bundelde de blauwe gloed zich en liep het als een stroom aan de hand van Sebastian in. Vervolgens was er niets meer, geen blauwe gloed, enkel hij en zijn paard. Vervolgens kwam een vraag die hij niet kon beantwoorden.
’Vertrouwen?’ vroeg hij verbaasd en keek hoe ze van hem weg liep. Het duurde lang om vertrouwen van Sebastian te winnen, en ondanks dat ze hem zo goed verzorgd had, kon hij niet zeggen dat hij haar vertrouwde, zeker niet met alle onopgeloste vraagtekens die er nog door zijn hoofd spookten. Maar hij gaf haar tijd, en keek wat ze van plan was.
Krakende geluiden weerklonken en een golf van hitte waaide in zijn gezicht. Sebastian hield zijn hand voor zijn gezicht om zich voor een moment te beschermen. Toen hij achter zijn hand vandaag keek, wist hij niet wat hij zag. De hengst liet een schelle hinnik ontsnappen en maakte onrustige sprongen achterwaarts. Sebastian greep zijn manen vast en voelde hoe zijn hart als een gek begon te kloppen. Het beest schudde met zijn kop, richtte zijn bek vervolgens omhoog en spuwde een zee van vuur naar buiten. Fera keerde zich, het angstwit duidelijk in zijn ogen te zien, want net zoals Sebastian had het oprecht bang van het beest dat zojuist uit het niets voor hen verschenen was. Een paard dat bang was reageerde anders dan een mens dat bang had, dus Sebastian klemde een hand over zijn neusbrug en met de andere hield hij zijn manen vast als poging om hem tegen te houden, tevergeefs. Hij werd enkele meters ver meegesleurd door de hengst die kostte wat het kostte onder de kop van de draak uit wilde geraken. Een heel eind verder kwamen ze weer tot stilstand en keek Sebastian weer om, naar de draak die ondertussen rustig op de grond was gaan liggen alsof dit de normaalste zaak van de wereld was.
’Wel heb je ooit..’ fluisterde hij tussen zijn lippen door. Met zijn hand streelde hij geruststellend over de hals van het paard, dat trilde onder zijn aanraking, maar zijn blik was niet los te slaan van de draak die voor hen het volledige bospad in beslag nam.
’Rhaenyra?’ vroeg hij aarzelend, en deed samen met Fera weer enkele stappen naar voren. Iemand moest hem knijpen, om te bewijzen dat dit de realiteit was waar hij in zat. Enkele weken geleden had hij slechts één mutant ontmoet, en nu stond hij oog en oog met een draak. Een mythisch beest waarvan hij nooit geloofd had dat het echt was, ondanks dat hij zelf een mutant was.
’Als je nu verwacht dat ik op je rug klim en jij mij terug vliegt naar school…’ Sebastian rechtte zijn rug en schudde zijn hoofd overduidelijk van neen.
’Neee, nee nee, dan denk je fout!’ Hij deed opnieuw een stap achterwaarts, zijn ogen nog steeds groot en verschrokken door wat er zonet gebeurd was. Sebastian draaide zich en nam de schoft van Fera vast, zijn andere hand plaatste hij meer naar achteren.
’Geef mij maar benen om op te staan en grond om op te lopen.’ Ergens kon hij niet begrijpen dat ze dit nu al van hem durfde vragen, maar anderzijds: wat had ze er mee te verliezen? Hij was gewoon niet de juiste persoon hiervoor. Behendig klom hij op de rug van het paard en wikkelde onmiddellijk een reeks manen rond zijn handen.
’Waar ik wel benieuwd naar ben, is hoe snel jij nu werkelijk bent.’ Heel voorzichtig, en misschien ook wel een beetje geforceerd glimlachte hij haar toe.
’Dus als je..’ hij gebaarde met zijn hand naar het pad.
’..plaats maakt, kunnen we dat eens snel meten met de snelheid van deze vierbenige jongen hier.’ Oke, hij maakte geen schijn van kans, daar was hij zich wel meer dan van bewust, maar op die manier hoopte hij toch een beetje te compenseren aan het feit dat hij haar verzoek om samen met haar te vliegen had afgeslagen. Zachtjes drukte hij zijn hielen tegen de buik van Fera en voelde hoe de hengst schichtig in beweging kwam, constant op het randje tussen ter plekke draven en galoperen. De ogen van het paard stonden argwanend op de draak gericht, want net zoals Sebastian vertrouwde hij heel het spelletje niet helemaal. Éen hap en ze waren beiden opgeslokt… Het zou in ieder geval er wel voor zorgen dat de hengst nog sneller als gewoonlijk vooruit zou gaan.
Horse
(Zonder zonnenbril) Clothes