Onderwerp: My head is a jungle [&Raven] zo jan 31, 2016 3:25 pm
I ain't no angel
I never was but I never hurt you
Het was allemaal een kleine act die Avery op had gezet om mensen ervan te overtuigen dat het allemaal goed ging met haar. Toch waren er kleine hints die misschien wel konden duiden dat dit niet helemaal het geval was. Dat was het namelijk ook niet. Het ging alles behalve goed. Daarom zocht ze zichzelf weer in afzondering van alles en iedereen. Haar kamergenoot was de enige die wist wat er aan de hand was, maar ze zei gelukkig niets want ze wist dat ze dat niet wilde. Ze hielp zelfs door ervoor te zorgen dat niemand erachter zou komen wat er met haar bed was gebeurd, het bed dat ze alweer in de fik had gestoken tijdens een paniekaanval in haar slaap door een nachtmerrie. Stemmen, ze probeerden weer haar hoofd binnen te dringen en ze deed er alles aan om ze te verjagen maar ze kon het niet alleen. Ze probeerde er niet naar te luisteren, maar wist niet voor hoe lang ze zich nog sterk kon houden tegen hun dwingende woorden.
In een wanhopige poging om van de stemmen af te komen was ze richting de bibliotheek gelopen, dat was een rustige plek waar niet al te veel mensen kwamen, en wie er al kwam was meestal zelf ook heel rustig. Ze zou daar niet zo erg opvallen en geen bekende tegenkomen, op misschien June na. Hoewel ze daar niet op hoopte, want het liefst kwam ze nu even niemand bekend tegen. Niet Raven, niet Delia, niet June, niet Jean of Jamie de schoolhoofden. Niemand. Ze wilde er even niet aan herinnerd worden wat te had gedaan, want het lag nog altijd zwaar. Zij wisten van het meisje die zelfmoord had proberen te plegen, het meisje die zichzelf in het meer had verdronken.
Haar ogen gleden door de ruimte met vele boekenkasten, misschien op een licht paniekerige manier, om te zien of er nog iemand was die het meisje kende of iemand die er misschien bedreigend uitzag. Ze begon namelijk al weer lichtjes paranoia te worden en dat kwam mede doordat de stemmen in haar hoofd weer een aanslag hadden gedaan waardoor ze weer lichtjes haar gezond verstand begon te verliezen. Nog te ver gelukkig, hoopte ze. Snel probeerde ze weer doodnormaal te doen en keek ze nog even naar de vrouw die hier waarschijnlijk toezicht moest houden. Ze keek haar lang aan om te zien of ze iets wist of haar leek te kennen om vervolgens onzeker van haar weg te lopen richting de boekenkasten. Probeerde niet om te kijken of wat dan ook, maar het lukte haar niet om het tegen te houden nog een keer achterom te kijken voordat ze achter de boekenkasten verdween.
Snel zocht ze door de boeken heen omdat het haar gedachten nog misschien kon afleiden, maar het was al te laat. Ze hoorde de stemmen al in haar hoofd. Haar ademhaling ging alweer sneller en ze voelde haar huid warmer worden terwijl ze ertegen vocht. Ze hadden de mevrouw gezien en aangezien zij ook heel lang terug had staan staren naar Avery - want niet heel onlogisch was ze had haar aangekeken alsof ze iets van plan was/ haar niet vertrouwde - voelde ze zich bedreigd. Avery wilde er niet naar luisteren, pakte snel een boek en verplaatste zich naar een donker en afgesloten hoekje. Maar kalmeren ging niet. Angst overvloeide haar en ze stond bijna trillend op haar benen. Ze hoorde de stemmen haar commanderen om naar de vrouw toe te gaan maar in plaats daarvan pakte ze haar mobiel en belde ze eerst June omdat ze nog altijd wilde doen alsof er niets aan de hand was. Tot June niet opnam. Ze liet zichzelf tegen de muur in het hoekje achter de bank op de grond zakken en voelde nog altijd hoe haar paniek steeds meer begon toe te nemen. Wat er uiteindelijk voor zorgde dat ze haar mobiel weer erbij pakte en Raven belde. ”Kun je alsjeblieft naar de bibliotheek komen, snel?” Vroeg ze als eerste meteen, waarbij ze probeerde om normaal te klinken maar haar paniek was al teveel om niet te kunnen horen..
Onderwerp: Re: My head is a jungle [&Raven] zo jan 31, 2016 5:38 pm
We can be safe in our own little place
Where the skyline kiss the shore
Met zijn ogen gesloten zat hij achter de piano. Als vanzelf leken zijn vingers over de toetsen te dansen. Het lege muziek lokaal, vulde zich met heldere, droevige klanken x. Zonder op te kijken, wist hij dat ze naast hem stond. Dat het haar parfum was dat hij rook. Haar rustige, regelmatige ademhaling, die hij hoorde. “Je bent het nog steeds niet verleerd.” zei ze zacht, hij kon de glimlach in haar stem horen. Een huivering trok door zijn lichaam, op het moment dat ze haar hand zachtjes op zijn schouder legde. Traag opende hij zijn ogen, draaide zich een kwartslag zodat hij haar recht in haar heldere blauwe ogen kon kijken. “Hey.” Zijn stem klonk schor, onvast, zoals meestal wanneer ze in zijn buurt was. “Hoe is het met Aileen?” Met een onderzoekende blik keek ze hem aan, alsof ze niet vertrouwde dat hij haar vraag eerlijk zou beantwoorden. “Goed, maar ze mist ons.” zei hij, waarna hij zijn blik weer naar de piano toetsen liet staan. “Raven.” Haar stem had iets geïrriteerds, iets dwingend. Het liefst had hij zijn handen over zijn oren gelegd, maar hij wist dat het geen zin had. “Wanneer ga je het haar nou eindelijk echt vertellen?” “Ik heb het haar al eens verteld, ze gelooft me niet.” Een zucht schoof over zijn lippen, zijn vingers begonnen weer over de toetsen te bewegen. Rustelozer, dan ze eerder hadden gedaan x. Zijn kaken stonden strak gespannen, zijn ogen kneep hij dicht al wist hij dat, dat haar niet zou doen laten verdwijnen. Niets, liet haar verdwijnen. Enkel de aanwezigheid van andere mensen. De aanwezigheid van Avery, aan wie hij nog altijd niet had verteld dat hij Kate nog steeds zag. Dat ze nog dagelijks naast hem zat. Dat ze nog dagelijks zijn gedachten en gevoelens overhoop schopte. “Raven, je weet dat ik nergens heen ga.” Haar stem klonk nu vlak bij zijn oor, hij voelde haar warme ademhaling langs zijn wang strijken terwijl ze sprak. “Dat weet ik.” Mompelde hij, zonder te stoppen met spelen.
Het was uiteindelijk het geluid van zijn mobiel die hem deed op kijken. Met een lichte frons op zijn gezicht trok hij het apparaatje uit zijn zak. De enige die hem belden waren Aileen en de ouders van Kate, maar gezien het middernacht was in Ierland was de kans klein dat zij het waren. Een onrustig gevoel overviel het op het moment dat hij Avery’s nummer in beeld zag, haastig nam hij op. De paniek was duidelijk hoorbaar in haar stem. “Blijf waar je bent. Ik kom er aan.” zei hij, terwijl hij probeerde geruststellend te klinken. Zodra hij het gesprek had weg gedrukt, stopt hij zijn mobiel terug in zijn broekzak en snelde hij het lokaal uit. Kate rende achter hem aan. “Heb je nog steeds niet door dat dit niet gaat werken?” riep ze boos. Raven negeerde haar, wist dat ze over een paar seconden verdwijnen zou.
Het was stil in de bibliotheek. Behalve het stoffige vrouwtje die een boekenkarretje vooruit duwde, was er niemand te zien. Onrustig schoten Raven’s ogen heen en weer, opzoek naar Avery. Wat er precies aan de hand was wist hij niet, maar dat er iets mis was, was duidelijk. De laatste tijd waren zijn zorgen om haar sowieso al weer toe genomen, al waren ze sinds de dag bij het meer eigenlijk nooit volledig verdwenen. Langzaam liet hij zijn ‘wereld’ iets groter worden, concentreerde zich op het gevoel dat hij kreeg wanneer er iemand zijn ‘wereld’ binnen kwam. Het was als een zachte golf van energie, die door zijn lichaam trok. Een golf die hem er op wees, dat er zich iemand bevond in het uiterste hoekje van de bibliotheek, verscholen achter de meters hoge kasten. Zo snel als hij kon lopen, zonder al te vee aandacht te trekken liep hij er heen. Hopend dat het Avery’s aanwezigheid was die hij had gevoeld.
Een lichte schok ging door zijn lichaam op het moment dat hij haar zag zitten. In één gedoken tegen de muur, alsof ze er het liefst in zou verdwijnen. Met drie passen was hij bij haar, ging voor haar op zijn knieën zitten. Zonder iets te zeggen trok hij haar in zijn armen, drukte zachtjes een kus op haar hoofd. “Rustig maar.” prevelde hij tegen haar haren. Met zijn hand streek hij zachtjes over haar rug. Moeiteloos creëerden hij de illusie dat de muur van de bibliotheek vier meter eerder begonnen, waardoor Avery en hij in een kleine aparte ruimte kwamen te zitten. Een ruimte die niemand zou kunnen zien. Een ruimte van wiens bestaan niemand zich bewust zou zijn. “Wat is er aan de hand?” zei hij zachtjes. De bezorgdheid was duidelijk in zijn stem te horen.
Onderwerp: Re: My head is a jungle [&Raven] zo jan 31, 2016 8:34 pm
I ain't no angel
I never was but I never hurt you
Raven, ze was uiteindelijk toch te bang geworden waardoor ze besloot hem te bellen. Iets wat ze niet snel deed en eigenlijk belde ze hem sowieso al nooit. Ze stuurde ook niet vaak berichtjes, meestal zocht ze hem wel op wanneer ze bij hem wilde zijn. Daarom waren de berichtjes die ze hem dan stuurde vaak om erachter te komen waar hij was, voor als ze hem niet kon vinden. Al waren die berichtjes de laatste tijd nog veel minder geworden omdat ze zich toch steeds vaker afzonderde. Het was niet dat ze hem niet meer had gezien de laatste tijd, want ze moest tenslotte doen alsof er niets aan de hand was. Maar het was wel zo dat ze hem minder lang zag en met haar hoofd een beetje afwezig kon zijn, duidelijk niet bij het hier en nu. Ze gaf dan de schuld aan gewoon wat hoofdpijn en dat ze zich niet zo lekker voelde, maar dat was niet wat er gaande was.
Ze was daarin niet helemaal eerlijk tegen hem geweest maar ze wilde niet dat hij zich er zorgen om zou maken, wilde zichzelf niet zwak opstellen tegen hem. Ze wilde hem laten zien dat het goed ging met haar en dat het allemaal de beter kant uit ging, hem geruststellen dat ze geen zelfmoord meer zou plegen. Dat hij niet bang hoefde te zijn voor haar zelfvernietigende gedachten omdat ze het onder controle had. Want ze hield nog altijd wel van hem en ze gaf zeer veel om hem. Daarom had ze er nu zo’n hekel aan dan het niet lukte. “Blijf waar je bent. Ik kom er aan.” Zei hij met een geruststellende stem, maar het had nu geen invloed op haar. Ze was wel opgelucht dat hij eraan kwam maar de angst bleef toenemen net zoals de tranen die tegen haar ogen drukte. Het zorgde ervoor dat ze in elkaar gedoken, helemaal versteend tegen de muur bleef zitten. Zichzelf niet eens durfde te bewegen, bang dat dan alle controle uit haar lichaam gestolen zou worden. Avery zei niets terug tegen hem en hij nam al op, wat wel zou betekenen dat hij er meteen aan zou komen.
Zachtjes had ze haar mobiel neergelegd op de grond en keek ze even angstig om haar heen, maar er was gelukkig niemand die haar hier kon zien. Weggedoken in een hoekje van de bibliotheek, daar was ze wel veilig, toch? Het voelde alleen wel niet zo, net zoals het nu erg lang voelde voordat Raven kwam. Ze hoorde de deur wel van de bibliotheek, ze hield nu namelijk alle geluiden in de gaten. Hoorde ook nog altijd de vrouw van de bibliotheek met haar karretje lopen, alleen die bleef gelukkig ver uit haar buurt, het zou namelijk niet helpen als andere mensen zich er ook nog eens mee zouden bemoeien. Uiteindelijk kwam er dan toch iemand van achter te grote kast aangelopen, en het was Raven. Haar blauw/groene ogen die nu meer groen leken naast de licht groene muur keken hem geschrokken aan, al werden ze duidelijk iets rustiger wanneer ze realiseerde dat het inderdaad hem was die het hoekje om was gekomen. Hij kwam snel naar haar toe en kwam op zijn knieën voor haar te zitten en ze keek hem angstig aan, alsof iets haar duidelijk bang had gemaakt. Alsof ze spoken had gezien, alleen hoorde ze haar spoken alleen in haar hoofd in de vorm van stemmen. “Rustig maar.” Prevelde hij zachtjes in haar haren nadat hij haar tegen zich aan had getrokken en haar een kusje op haar hoofd had gegeven. Ze kroop ook gewillig tegen hem aan, iets wat ze anders misschien niet had gedaan omdat ze zich groot wilde houden maar wanneer ze zich in deze staat bevond voelde het alsof ze elk moment aangevallen kon worden door een duivels monster of iets. En dan wilde ze zich het liefst zichzelf zo ver mogelijk verstoppen, iets wat hij zich misschien kon herinneren aangezien ze dat altijd deed wanneer ze bang was en ze had dit ook al eerder bij hem gedaan. Zijn hand aaide zachtjes over haar rug heen en ze zag dat hij een soort afgesloten kamertje had gemaakt van het hoekje, iets wat andere mensen buiten zou houden en het maakte eigenlijk ook dat ze zich dan iets veiliger voelde. “Wat is er aan de hand?” Vroeg hij zachtjes waarop ze nog even bleef zwijgen terwijl ze bedacht wat ze erop terug zou zeggen. Moest ze het zeggen van de stemmen? Ging hij zich dan zorgen maken? Al deed hij dat nu waarschijnlijk toch al, het was namelijk al even geleden dat zo had gedaan, dat ze angstig in hem weg was gekropen. Ze deed dat niet als er niets aan de hand was. Rustig trok ze zich een klein beetje terug alleen om hem aan te kijken en vervolgens weer haar ogen half te sluiten en naar beneden te kijken. ”Ze zijn terug..” Zei ze zachtjes waarbij hij waarschijnlijk wel zou begrijpen dat ze het had over de stemmen. ”Ik probeer ze te negeren maar ze worden steeds weer luider..” Liet ze nog zachtjes weten waarbij ze zichzelf weer tegen hem aantrok en een arm om zijn schouder sloeg. Haar wang legde ze tegen zijn hals neer terwijl ze alweer iets rustiger werd omdat ze weg waren. Haar temperatuur was dan nu ook weer iets normaler dan de net weer iets warmere temperatuur..