Eleanor neuriede mee met de muziek die uit haar oude radiospeler kwam, wat altijd Fleetwood Mac was. De dromerige stem, in vergelijking met die van Christine McVie, van Stevie Nicks zong één van haar favoriete nummers; Gypsy. ''Duuduuuduu, well, lightning strikes, maybe once, maybe twice, aaaah, and it lights up the night,'' zong Eleanor mee, kon het niet laten om zich mee te laten slepen met de prachtige droommuziek die haar in de ban had. Op haar lip bijtende hing ze een schilderij op, op een schildersezel, dat één van haar studenten deze middag gemaakt had, keek knikkend naar het resultaat, nam een aantal stappen terug om ze allemaal te bekijken nu ze keurig op een rij stonden aan de achterkant van het lokaal. Haar mooie lokaal, die met de dag groener werd door de natuur die naar binnen kwam 'gelopen' over de muren heen. Ze had geen idee hoe het kwam, omdat dit niet bij de andere lokalen gebeurde. De blondine had het idee dat misschien Jadeline haar een plezier deed, of een andere mutant die de kracht had om met de natuur te spelen, het op te laten leven net zoals Fleetwood Mac met haar hart deed. Ze sloot haar ogen en ging op in de muziek, spelende met het sjaaltje dat ze om haar schouders droeg en draaide een rondje op de maat van Gypsy. Totdat de muziek zachter gedraaid werd opende ze haar ogen, keek verbaasd om naar wie dat gedaan zou kunnen hebben. ''Jean!'' Zei ze met ietwat wijde ogen, voordat ze zich ontspande en naar haar toe kwam gelopen met een glimlach. ''Hee! Waar heb ik je bezoek aan te danken?'' Vroeg ze, merkte haar eigen licht South-western accent een beetje op en kon het niet laten om haar schouders kort op te halen met een geniepig glimlachje. 'Eleanor, goedenavond.' Aandachtig luisterde de blondine naar de redhead, terwijl ze haar sjaaltje liet zakken op haar armen, maar nooit haar ogen van het schoolhoofd afhaalde. 'Het is al laat, maar er is een nieuwe docent aangekomen en vanwege ruimte tekort heb ik je tijdelijk in een nieuwe ruimte geplaatst. Je bent niet langer alleen. Het spijt me dat het met zo'n haast komt, maar het is tijdelijk.' Eleanor merkte dat ze misschien iets te lang staarde en knipperde met haar ogen, waarna ze naar de grond keek en zichzelf terug pakte voordat ze terug naar Jean keek. ''E-ehm, oké. Maar m'n pl-'' 'Die zijn oké, alles is oké, relax.' Eleanor's lippen nog altijd van elkaar verspreid knikte ze, begreep dat het allemaal goed was gekomen. 'Je zit nu met Céline Lorraine samen op de kamer. Ze is enorm aardig, je zal het vast goed met haar kunnen vinden.' Céline? Wacht, die naam kwam haar bekend voor. Was zij niet de kok in de keuken.. ze herinnerde haar vaagjes. Was zij niet degene geweest die haar bijgestaan had wanneer een mutant haar eten op de grond had willen gooien? Ja, dat was haar! Eleanor knikte begrijpelijk. ''Oké, ik snap het.. dankjewel voor al mijn spullen te verplaatsen.. het moest vast moeilijk zijn geweest.'' Jean gaf haar een knipoog. 'Het is een lange dag geweest, neem je rust en ik zie je morgen weer. Goedenacht Eleanor.' Ze zag hoe haar hand kort op haar bovenarm terecht kwam en Eleanor gaf haar een rustgevende glimlach. ''Welterusten Jean!'' Zei ze misschien iets te enthousiast, waarna ze haar radio uitzette en die onder haar armen nam om die mee naar haar kamer te nemen.
Ietwat twijfelend liep ze inmiddels door de gangen heen op de eerste verdieping, op weg naar de vleugel van de docenten slaapkamers. Ze had een goede moed gehad toen ze het lokaal verlaten had, maar nu was ze zenuwachtig aan het worden. Wat moest ze zeggen? Eleanor was geen prater, geen goede in ieder geval. Maar het idee dat ze met iemand samen zou zitten maakte haar ook weer enthousiast. Ze had dubbele gevoelens hier over. Wat nu als Céline haar heel irritant gevonden had of een.. freak? Net zoals iedere mutant zo'n beetje over haar dacht. De meesten zeiden het niet, maar ze kon het aan hun ogen zien.. de emotie in hun pupillen gaven haar de rillingen en die lieten haar twijfelen over of het wel een verstandig idee was geweest om hier naar het eiland te komen. Eleanor zuchtte, keek op vanuit haar gedachten wanneer het gangpad van tapijt naar marmer was gegaan als teken dat ze nu de docenten slaapkamer gang in liep. Ze had het gevoeld aan haar blote voeten, en ook omdat ze naar de grond gekeken had onderweg. Vol twijfels bleef ze voor de kamerdeur staan die Jean haar opgegeven had, waar ze nu haar spullen kon vinden. De deur was gesloten en ze wist niet of ze zomaar naar binnen kon lopen, of Céline er al was. En dus nam ze de radio onder één arm en hief ze haar rechterhand op om die tot een vuist te vormen. Voorzichtig klopte ze drie keer. ''Ehm, is daar iemand? Céline?''
I never taste the wine first in restaurants, I just ask the waiter to pour.
Het was een lange reis geweest, met de boot van Parijs naar Genosha Island, maar Céline had er sinds de eerste minuut dat ze aan wal stond er op gestaan dat ze eerst een complete tour zou krijgen van de hele school. Jean, de ontzettend lieve redhead die haar was komen opzoeken in Parijs had haar verbaasd aangekeken. 'Wil je echt niet gaan slapen?' had ze aan Céline gevraagd, haar bruine ogen verbaasd opengesperd. 'Oh nee chérie, het gaat wel,' had de Française haar op haar beurt weer gesust. Het liep al tegen de nacht op Genosha Island, en met de jetlag er niet bij gerekend was het nu ongeveer zes uur in de ochtend in Parijs, precies het tijdstip waarop ze de deuren van haar patisserie opendeed en haar klanten verwelkomde. Céline miste het wel een beetje, haar Parijse bakkerij waarvoor ze haar hele leven gewerkt had. De vaste klanten, die ze meestal kon indelen op tijdstip van aankomst: zakenmannen uit La Défense, het financiële district van Parijs, kwamen als allereerste, soms zelfs iets eerder voordat de bakkerij ook maar haar deuren opende! Céline vroeg ze iedere morgen lief wat ze wilden bestellen, maar het leek wel alsof zakenmannen allemaal dezelfde smaak hadden want ze bestelden allemaal exact hetzelfde: een croissant en als er echt iets héél speciaals was, een belegde baguette. To go, natuurlijk, en Céline moest altijd glimlachen als ze de mannen in nette driedelige pakken nog snel naar een koffiezaak zag rennen om een café to go mee te nemen, omdat ze zelf geen koffie of andere dranken serveerde. Toeristen kwamen meestal rond negen uur 's ochtends en die kon Céline ook al van ver herkennen: allemaal dezelfde gymschoenen en een bijna verwilderde blik uit hun ogen, totdat ze daadwerkelijk haar patisserie binnenkwamen en met open mond staarden naar de handgemaakte bonbons van Belgische chocolade, macarons in de zachtste pasteltinten, tarte tatin met de heerlijkste gouden gekarameliseerde appels en éclairs zo zacht als kussentjes met een zijdezachte romige vulling. Altijd als ze iets wilden bestellen, keken ze Céline recht in haar ogen aan en probeerden ze een zin in het Frans te formuleren, wat Céline altijd bijna pijnlijk vond om te zien. 'Deuks bakket...' had een Amerikaanse vrouw ooit geprobeerd te bestellen - en ze probeerde echt uit alle macht om Frans te praten - maar toen Céline haar even onderbrak en zei dat ze ook Engels sprak, slaakte de Amerikaanse vrouw zichtbaar een zucht van verlichting. Verliefde stelletjes kwamen rond twaalf uur of in de namiddag, wanneer de stroom van klanten ietwat onderbroken was en de twee tortelduifjes ongestoord van elkaar en hun gebakje konden genieten, zonder het onverstaanbare gebrabbel van toeristen op de achtergrond. Dat was Céline ook opgevallen, in al die jaren dat ze haar bakkerij had: geliefden wilden altijd iets zoets. Éclairs of madeleines of mille-feuille, en vaak ook nog om met z'n tweeën te eten. Eén van de twee, meestal een meisje, kwam dan altijd aan de toonbank staan om met haar liefste stem vragen of ze nog een vorkje mochten, die Céline natuurlijk met haar liefste en breedste glimlach had gegeven.
Enfin, ze was het dus gewend om vroeg op te staan en de hele dag en nacht door te werken, dus een kleine rondleiding door de school kon vast geen kwaad. ('Weet je zeker dat je het aankan, Céline?' 'Bien sûr, bien sûr! Ik ben het gewend, Jean.' 'Oké... een kórte rondleiding dan.') Allereerst had het schoolhoofd haar door de tuin geleid, die nu een prachtig rode gloed om zich heen had en vol stond met allerlei planten maar ook kruiden, waarbij Céline al honderden recepten in haar hoofd aan het bedenken was, maar toen het iets frisser werd - de herfst stond immers al in de lucht - trok Céline haar camelkleurige trenchcoat wat dichter over haar heen en liep achter het schoolhoofd naar binnen, waar ze haar naar de kantine had geleid en meteen kennis had gemaakt met de huidige kantinejuffrouw die aan het schoonmaken was en Céline mocht het niet hardop zeggen, dat wist ze wel - maar ze snapte wel waarom ze hier was aangenomen. De kantinejuffrouw leek haar niet bepaald plezierig in de omgang, vooral niet tegenover leerlingen. Ze had wel vriendelijk naar haar geknikt, zoals ze naar iedereen deed, maar het voelde niet helemaal fijn. Céline voelde zich iets vrolijker toen ze bedacht wat voor geweldige recepten ze kon maken met de prachtige kruiden uit de tuin en de zee, die vast vol zat met de heerlijkste vis en zeevruchten en - 'Céline, je hebt een gedeelde kamer, vind je dat goed?' Jean gaf haar de sleutel voor haar kamer en een kleine plattegrond van de school. 'Natuurlijk! Met wie?' 'Eleanor Birdy, ze geeft self expressionlessen. Jullie kamer is op de eerste verdieping.' 'Merci, Jean.' Céline nam met één hand de sleutel en de plattegrond aan en met haar andere hand nam ze haar koffer met pied-de-poule-motief mee. Vol enthousiasme liep ze naar de trappen en voordat ze haar zwarte naaldhak op de trede kon zetten, liep ze snel terug naar Jean. 'Oh Jean, probeer eens Sauternes! Je zal het een geweldige wijn vinden, echt waar!' Met een brede glimlach liep ze weer terug naar de trappen.
Het was al donker op het eiland en de maan was inmiddels al boven de hemel verschenen. Céline opende de deur en knipte het licht aan. Hmm, ze was de eerste in de kamer. Waarschijnlijk was Eleanor nog aan het eten in de docentenkamer, bedacht Céline zich terwijl ze haar koffer op het bed legde en begon met uitpakken. Ze was ontzettend benieuwd naar haar kamergenote. Zelfexpressie. Misschien een dame met lange blonde haren en die lange jurken droeg? Of juist een rebelse dame, met kort haar en leren jasjes. Ze had bijna al haar spullen uitgestald in de kamer, voordat ze zich opeens ontzettend moe voelde. De lange bootreis en de jetlag hadden toch hun tol geëist. Snel kleedde ze zich om en deed een zwarte négligée aan voordat ze iemand op de deur hoorde kloppen. ''Ehm, is daar iemand? Céline?'' Oh, daar was ze! Enthousiast opende Céline de deur. 'Jij moet Eleanor zijn!' zei ze met haar breedste glimlach en begroette haar kamergenote met vier kussen op haar wang, zoals in Parijs gebruikelijk was.
Eleanor twijfelde, beet op haar lip terwijl ze haar zwakke vuist terugtrok en haar hoofd naar de radio die ze vasthield draaide. Wat nu als Céline hier helemaal niet was, dat was nog eens stom. Wacht, dan kon ze makkelijk de sleutels nemen die Jean aan haar geven had... had ze wel sleutels gegeven? Nee, dat haalde ze nu in de war met de eerste keer dat ze Jean ontmoet had. Ze herinnerde het zich nog goed, alsof ze de ontmoeting daarmee in vergelijking met Lillian meteen goed had gezet. Want hoewel Lililan het beste met haar voor had gehad toen ze haar per ongeluk gevonden had, was het geen makkelijke situatie geweest. Sterker nog, ze had nog nooit van het woord 'mutanten' gehoord, überhaupt of er anderen in de wereld waren. Misschien was dat ook wel haar eigen schuld, aangezien ze in een weeshuis was opgegroeid waar nonnen haar niets vertelden ook al wisten ze van haar gave af. Het enige wat ze deden was bidden voor God. Technologie of de krant had ze ook niet gehad in het weeshuis of in haar eigen boshutje later wanneer ze langzaam maar zeker opgroeide.
Eleanor slikte.. Ze dwaalde af. Dat had ze wel in de gaten toen plotseling de deur open werd gedaan en ze werd verrast door een vrouw die ze niet herkende. Ze had gedacht van wel.. was ze dan in de war geraakt met een andere mevrouw die in de kantine werkte? Haar brein liet haar in de steek, dat was wel te merken. Vooral toen ze geen woord meer kon uitbrengen en de vrouw haar met de liefste en breedste glimlach aan kon kijken raakte ze hélemaal van haar pad af. Als ze al een woord had gezegd, had ze haar nu vast aan het stotteren gekregen. Dus was ze er blij om dat er geen enkel woord uit haar mond was gekomen sinds Céline gevraagd- of nee, eerder gezegd had dat zij Eleanor was. En dat was waar. Het punt was alleen.. dat ze het niet over haar lippen kon krijgen noch met non-verbale communicatie. Haar gedachten gingen op volle toeren binnen die twee seconden die gepasseerd waren, ze had niet eens een idee waarom. Eleanor's blauwkleurige ogen maakten contact met de prachtige van Céline en op dat moment zag ze haar dicht bij haar in de buurt komen, wat haar adem geluidloos stokte. Onbewust nam ze een strakkere grip om de radio die ze onder haar arm vast hield en voelde hoe haar lippen open waren gevallen, maar niet terug haar lippen op Céline's huid drukte, ze kon het niet. Het was te snel gegaan, maar o-zo langzaam. Had haar hart nu ook een bonk gemist? Oh God, vreemd genoeg had ze heel even aan hem daarboven gedacht. Die nonnen hadden wel een christelijke invloed op haar gehad.
De hippie-docent bleef nog steeds als vastgenageld aan de grond staan totdat ze, door de sterke grip, per ongeluk op de on-knop van de radio had gedrukt met haar mouw en het nummer 'Landslide' zich afspeelde. Door het plotselinge geluid slaakte ze een zacht kreetje en liet de radio uit haar hand vallen, wat nog een bonk er achteraan op de grond veroorzaakte. ''Oh nee! Sorry!'' Verontschuldigde ze zich meteen piepend en greep naar de radio, waarbij ze lichtelijk trillend naar de off-knop zocht. Hoewel ze daar wel minstens duizend keer op gedrukt had in haar hele leven, was het nu ineens zo moeilijk om die te vinden en bovendien goed op te drukken. Maar het lukte haar na wat moeite en ze duwde zichzelf vanuit haar hurk-positie, door aan het frame van de deur te leunen, terug naar staan. Wat was er nu toch met haar aan de hand? Ze had zich nog nooit zo hartelijk gevoeld. En dus slikte ze opnieuw, haalde vluchtig een paar pluizige plukjes vanuit haar gezicht en zwiepte ze naar achter. ''Ik- dat ben ik.'' Zei ze na een stilte die eeuwig leek te duren en legde haar ogen van haar af, wat misschien wat verlegen over kon komen. Ze wist niet echt wat ze moest doen, haar wangen leken vuur te schieten door zoiets simpels. ''Frankrijk?'' Besloot ze toen maar te vragen nadat ze merkte dat ze nu vrij gênant naar de grond staarde, alsof ze zich nog niet genoeg beschaamd had. En eindelijk begon haar hersenen een beetje mee te werken en herinnerde ze zich het accent waarmee Céline gesproken had, waardoor ze eraan moest denken dat ze beiden een accent hadden. Best schattig. ''Ik ben je kamergenote..''