Onderwerp: Closed - Who is in control? zo nov 06, 2016 7:02 pm
YOU W†LL BE SCARED
BUT YOU WON'T KNOW WHY…
Iedereen kon wel eens een slechte dag hebben, maar een hel van een dag was niet zo normaal. Als Dalton na enkele uren mocht zeggen hoe zijn dag was, zou hij het beschrijven als een plek als de hel. Al vanaf het moment dat hij was opgestaan werd hij geteisterd door een zware hoofdpijn. Erger dan hij al had mogen ervaren. Dat was niet het enige. Het was alweer een tijd geleden, maar hij zag weer zaken die er niet waren. Personen die voorbij liepen met wapens of iemand die regelrecht op hem af kwam, maar steeds verdwenen de figuren wanneer dat hij knipperde. Voor Dalton was het niet enkel vervelend, maar ook vermoeiend. Het putten hem uit en de verwarring werd met het uur erger. Hij had gewoon geen idee meer wie echt was en wie niet. Welke geluiden hij echt hoorden en welke niet. Tijdens één van zijn lessen die dag was hij de klas uitgestuurd omdat hij naar de verpleegpost moest gaan. Dalton had niet geweten dat hij er zo verschrikkelijk slecht had uitgezien, maar in elk geval hadden ze daar even zijn gedachten tot rust kunnen brengen. Voor enkele uren was hij zelf in slaap kunnen vallen.
Dalton kon zich niet herinneren wanneer hij was wakker geworden. Buiten was het ondertussen donker en de enige reden dat hij zich daarvan bewust was, was omdat hij er stond. Terwijl zijn laatste herinnering was dat hij op een ziekbed had gelegen, stond hij ineens buiten. Verward had hij om zich heen gekeken, want hij wist niet hoe dat hij er terecht was gekomen. Liet staan dat hij wist of het allemaal wel echt was. Voor zover hij wist kon het de zoveelste projectie zijn van zijn eigen gedachten. De reusachtige lichtpalen die aan de zijkant stond van de sportveld verlichten de hele plaats. Het was de typische verlichting die je ook op voetbalvelden tegen kwam, wat het sportveld de ideale plek maakten voor de jongen. Hij had de lichtbronnen nodig, dat voelde hij. Voor hem was het een gevoel dat hij niet kon omschrijven, maar bij instinct kwam dat het dichts in de buurt. Het was licht dat er steeds voor zorgde dat het monster in hem bleef en geen kans kreeg om naar buiten te komen. Door één stap naar voor te zetten stond hij op het grote sportveld. Gelijk wanneer zijn voet de grond raakten, meende hij één van de lichten te zien flikkeren. Wanneer hij enkel op keek, scheen het licht gewoon. Een frons kwam op zijn gezicht en in de vluchten keek hij om zich heen, maar er was niemand anders te bekennen. Lang kon hij niet blijven. Dadelijk zou hij naar binnen moeten gaan. Als het licht de duisternis naar achter had geduwd, dan kon Dalton naar binnen. Het mocht enkel niet te lang duren. Nee. Hij kon zo lang buiten blijven als hij wilde.
De lichten begonnen enkel harder te flikkeren en nu viel het Dalton ook op, maar het deerde hem niet. Hij was angstig, maar ook weer niet. De rust was weer volledig terug gekeerd in zijn lichaam, alsof het nooit anders was geweest. Het licht dat aan het flikkeren was, doofde volledig en een schaduw viel over een deel van het veld en zo ook waar Dalton stond. De schim van Anubis kroop meteen heen over het lichaam van de jongen. Hij kon het zien als hij naar zijn arm keek, de geest achtige projectie die rond hem hing. Voor één keer voelde hij zich één met het monster. Hij begreep niet eens waarom dat hij er altijd zo angstig voor was geweest. Bijna zou hij het aangenaam noemen. Maar waarom had hij er dan zo’n schrik van gehad. Moest hij zich eigenlijk zo voelen of was het steeds zonder een reden? Meer tijd om erover na te denken kreeg hij niet. Wanneer Dalton achter zich wat hoorden, draaide hij zich gelijk een kwartslag om. Een glimlach kroop over zijn lippen bij het zien van het bekende gezicht. ‘Storm,’ begroeten hij de oudere jongen vrolijk. Zijn normaal bijna zwarte ogen gloeide geel op. De grote schim rondom hem stelde zich groot op, imponerend tegenover Storm. ‘Wat leuk je te zien.’
Onderwerp: Re: Closed - Who is in control? zo nov 06, 2016 7:28 pm
.Lupos.
I will find you, I will kill you.
Het was een ellendig lange dag geweest, het was de enige dag waarop hij zoveel lessen had dat hij amper de tijd ertussenin had gehad om iets ontspannend of leuk te doen. Al dat stilzitten, tussen vier muren was niet gezond voor hem en hij begon dus van die rare gewoontes te ontwikkelen. Zijn potlood tikte tussen zijn vingers snel heen en weer op zijn schrift terwijl zijn ogen naar de klok gingen. ‘Wil je nu eens ophouden.’ Zei zijn buurman kwaad. Storm keek opzij, ongeïnteresseerd alvorens zijn ogen weer naar de klok gingen en naar zijn hartslagmeter en dan opnieuw naar de klok net lang genoeg tot de bel klonk en hij er vanaf was. Misschien was het niet zo’n slecht idee om eens af en toe naar Devon te luisteren, wat lessen te skippen voor de rust en vrede van zijn eigen lichaam. Nu was hij eerst gedwongen om te bewegen, hij had er zo’n nood aan om eerlijk te zijn. Dus hij rende naar zijn kamer trok een sportoutfit aan en liet zijn gsm achter, het was niet dat hij het voor iets zou nodig hebben. Op de weg naar buiten kwam niemand specifiek tegen, al ging Lupos automatisch op zoek naar de standaard persoon, Denni, Devon, Nadya, de rest van de squad, Cole. Het was een gewoonte geworden, voor Storm kon je je niet meer verstoppen.
Het sportveld lag er maar verlaten bij op dit uur, iedereen was waarschijnlijk gaan eten. Omdat de winter steeds dichter kwam was de zon al een heel stuk gezakt en liet ze slechts een flauwe schijn achter over het veld waardoor de lichten aangesprongen waren. Niemand om naar om te kijken, goed. Normaal zou hij met muziek rennen maar zijn hoofd zat al tjokvol met alle geluiden vandaag dat hij echt wanhopig op zoek ging naar een beetje rust. En dat vond hij na vier rondjes rennen op het niveau waarmee Lupos hem aandreef. Hij probeerde aan zijn ademhaling te denken, een goede ademhaling was een ritmische hartslag en dat was alles wat hij nodig had. Sporten op zichzelf lokte niets uit bij Lupos, integendeel, het deed hetzelfde als rennen in zijn witte wolf, het gaf de weerwolf vrijheid. En vrijheid was wat hij nu nodig had na een hele dag op de schoolbanken te zitten.
Hij sloot zijn ogen tijdens het lopen, gaf Lupos een beetje meer vrijheid om alles in de omgeving op te nemen en te analyseren. Dat iets zo snel kon mis gaan wist hij niet … want Lupos was van een ontspannen wolf plots weer helemaal alert geworden. Storm opende zijn ogen, vertraagde wat terwijl zijn ogen naar de flikkerende lichten keken boven hen. Hij stopte het joggen en volgde de blik die Lupos probeerde aan te duiden … naar een jongentje in het midden van het veld. Lupos herkende het jongentje meteen, Dalton. Ze hadden elkaar vorige week ergens voor het eerst ontmoet en nu stond hij daar opnieuw. Hij wist dat Lupos altijd alert was in de buurt van Dalton dus het maakte hem niet onrustig. Hij wandelde het grasveld op en keek opzij naar de uitvallende licht. Dit zou je best creepy kunnen noemen, om eerlijk te zijn. Maar een weerwolf was niet bang in het donker, integendeel, hij hield ervan. Nacht was zijn sterkste punt, zijn wapen en Storm had er een hekel aan dat hij Dalton net op dit moment moest tegen komen, na zo’n lange dag. ‘Hey.’ Reageerde hij op zijn eigen naam. Hij was nog niet dicht genoeg … Lupos gaf meteen aan wanneer het dicht genoeg was en Storm eerlijk, hij verstijfde meteen. De jongen stond daar, met geel oplichtende ogen maar dat was lang niet het ergste. Er was een enorme schaduw achter de jongen, een dier, een monster. Vreemd genoeg was Lupos stil, net zo stil als Storm was terwijl hij probeerde uit te vissen wat dit moest voorstellen. Zei hij iets … nee, hij keek enkel, van de schim langzaam terug naar Dalton. ‘Ben je oke?’ Het was een hele simpele vraag, was dit normaal? Storm voelde haast onzichtbaar aan zijn broekzak en hij vervloekte zichzelf dat hij zijn gsm achter gelaten had. Dus hij keek naar het enige dat hem een indicatie kon geven, zijn hartslagmeter en hoe langzaam klopte zijn hart … was dat normaal? Nee, niet voor het minste …
Onderwerp: Re: Closed - Who is in control? zo nov 06, 2016 8:00 pm
YOU W†LL BE SCARED
BUT YOU WON'T KNOW WHY…
Wat een toeval dat hij net iemand tegen kwam en dan nog wel een persoon die hij kende. De krachtige witte wolf, of hoe je hem ook zou kunnen noemen. Het was een aangename verrassing. Dalton wist niet precies waarom hij zo blij was dat Storm er was, maar het was zeker niet op de positieve manier. Wat voor een beeld had hij de laatste keer wel niet nagelaten? Hij was een bang kind geweest, dat wegliep voor een simpel hondje. Zwak. Dat was het perfecte woord waarmee hij zijn actie had kunnen beschrijven. Het was de slechtste indruk die hij had kunnen nalaten. Zwak was hij niet. Veel maar absoluut niet zwak. Maar dat moest zijn hoofd zijn ontgaan toen hij aan het rennen was voor zijn leven. Misschien was hij op dat moment even vergeten wie hij was. Wat hij was. Al bij al vergat hij dat wel vaker.
Nadat Dalton zo aardig was geweest om Storm te begroeten, gebeurde hetzelfde. Zijn wenkbrauwen trok hij enkel omhoog wanneer Storm bleef staan. Hij moest echter wel grinniken bij de reactie van Storm. Voila, hij moest ook al doorhebben dat hij niet zwak was. Het was een misverstand geweest en tóch vroeg hij of Dalton in orde was. ‘Ik ben beter dan oké,’ zei hij kalm. ‘Het is lang geleden dat het nog eens zo rustig was in mijn hoofd,’ terwijl dat hij dat zei, hief hij zijn arm op en tikte hij enkele keren traag tegen zijn eigen hoofd aan. Vervolgens liep hij zijn arm weer zakken. Geen seconde was zijn blik van de andere af gegaan. Hij hield elk detail in het oog en dat was wat hem deed besluiten om naar voor te stappen. Trage passen in de richting van Storm. ‘Ben jij wel in orde? Je zou bijna zeggen dat je een geest gezien hebt,’ sprak hij amusant, maar met een dodelijke kalmte in zijn stem. Tegelijkertijd bleef hij langzaam naar voor stappen. Vervolgens besloot hij de blik van Storm te volgen en keek daarbij wat naar boven en daarmee zag hij meteen wat het was. Dalton zijn mond vormde een geluidloze ‘o’ terwijl een grijns op zijn gelaat kwam. ‘I see,’ zei hij op nog steeds dezelfde toon. Achter hem sprong er vervolgens een ander licht uit, wat zorgde voor meer schaduw, wat als resultaat had dat de schim nog duidelijker werd.
Het hing volledig af van Storm hoe dicht dat Dalton zou komen, want hij bleef met rustige passen naar voor stappen en zou pas stoppen als hij niet verder kon. Als hij haast vlak voor de jongen zou staan. Wanneer stapte leek het alsof een donkere schaduw om hem heen mee bewoog, maar het was maar zwak en viel nog niet hard op. Toch niet voor de normale mens. Wat wel zou opvallen als je opletten, was de grond onder zijn voeten. Op de plekken waar zijn voeten hadden gestaan, was een grijze, verdorde vlek gekomen. De grond die daar letterlijk was verrot, maar die werd weer normaal nadat Dalton zijn voeten voor enkele seconden weg waren. ‘Als je nog niet moest weten waarom die hond zo kwaad was, dit is zowat de reden,’ en met een simpel handgebaar wees Dalton naar de omgeving en zichzelf. ‘Surprise,’ zei hij vervolgens lachend en met zijn armen gespreid naast zijn lichaam. Een grote grijns kwam op zijn gezicht.
Onderwerp: Re: Closed - Who is in control? zo nov 06, 2016 8:37 pm
.Lupos.
I will find you, I will kill you.
Hij wist wel iets van stemmingswisselingen, hij wist hoe je van de ene op andere dag kon veranderen. Hij onderging het iedere maand opnieuw en opnieuw en opnieuw. Een week voor volle maan waren daar die momenten dat zelf het kleinste detail hem ergerde. Dat Lupos meer van hem had afgenomen dan hij wilde. Menselijkheid hield hem staande, Lupos bracht dat uit evenwicht. Maar hij zat in de safe zone, het was geen gevaar voor hem om hier te zijn dus misschien had hij daar wel net iets teveel zelfvertrouwen in zichzelf. Dit scenario … was precies dat, geen directe stemmingswisseling maar wel een drastisch verschil in de eerste ontmoeting die ze hadden gehad. Vorige week had hij Dalton leren kennen als de jongen in een nieuwe wereld, een beetje voorzichtig, teruggetrokken maar grappig en aangenaam om mee te praten. Ze waren achterna gezeten door een hond en Storm had hem beloofd dat niet iedere ontmoeten zo spannend zou zijn. En hier stond hij dan … tegenover Dalton die op een vreemd akelige manier helemaal niet leek op dat jongetje van vorige week.
Niet bewegen was in zijn geval het beste, iedere beweging zou reactie uitlokken bij Lupos en Storm had helemaal geen behoefte aan de weerwolf nu. Daarnaast was stilstaan behoorlijk gemakkelijk als hij iets had om naar te kijken … zoals de schim die rondom hem heen hing. Het schrikte hem niet af, hij was meer afgeschrikt door de verandering in attitude van Dalton. Beter dan oke? Hij trok zijn blik voorzichtig weg van de schim en keek Dalton terug aan. Hij wilde daar iets op zeggen maar serieus, er kwam amper iets over zijn lippen. Het was pas als Dalton begon te bewegen dat hij compleet wakker schrok uit de trance waarin hij zat. De vraag werd hem terug gesteld met één of andere opmerking erachter waardoor Storm verbluft zuchtte. ‘Meen je dat nou?’ Vroeg hij serieus. Hij hief zijn hand voorzichtig op, wees naar de geest rondom Dalton. ‘Nee, ik ben niet in orde om eerlijk te zijn, wat is er aan de hand met jou?’ Vroeg hij. Iedere stap dichter liet Lupos een beetje reageren. Storm zette instinctief een stap achteruit en dan opzij, om wat afstand te creëren. Hij mocht dit alles niet te letterlijk nemen, er kon altijd iets aan de hand zijn maar het maakte hem er niet comfortabelere op. Zijn ogen gingen opnieuw naar één van de lichte, die opnieuw uit viel, gevolgd door een geamuseerde reactie van Dalton opnieuw. ‘Oke.’ Hij wreef zijn handen over zijn eigen hoofd. Dit kon niet gebeuren, hij was op zijn kamer moeten blijven, hoe kon iemand zo veranderen? Het was alsof hij naar zichzelf keek vlak voor volle maan.
Maar het bracht ook een heleboel puzzelstukjes samen. Hij zette nog een stap naar achter, om afstand te houden, niet voor zichzelf maar voor Lupos. Wat Dalton zei maakte nu zoveel duidelijk, de hond, de agressie en het feit dat Lupos zo reageerde. ‘Duidelijk.’ Prevelde hij tegen zichzelf nadat Dalton de verrassing uit de doeken deed. Hij hield toch wel van andere verrassingen dan dat. Zijn ogen gleden naar de grond, naar de verkoolde voetstappen achter Dalton. Weer die stap dichter, weer die blik naar zijn hartslagmeter. ‘Oke, Dalton, stop.’ Zei hij met een licht gegeven hand terwijl hij nog een paar passen achteruit zette. ‘Ik heb je gezegd dat mijn zelfbeheersing niet altijd zo goed is. Hoe dichter je komt, hoe moeilijker het voor me is, oke?’ Het was handelen met de uiterste voorzichtigheid. Lupos was rustig, hij was alert maar kalm maar de hele situatie maakte Storm gewoon verschrikkelijk ongemakkelijk. En eerlijk, hij had liever een Lupos op het randje, waarmee hij wist dat hij moest opletten, dan dit … Dus hij probeerde het luchtig te houden, om zo niet te laten zien hoe vreemd het voelde voor hem. ‘Wat kwam je hier trouwens doen?’ Vroeg hij zo rustig en ontspannen mogelijk. Zijn blik ging terug naar de hartslag meter, kalme hartslag. Hij had dit onder controle, hij had dit onder controle … nee dat heb je niet Storm …
Onderwerp: Re: Closed - Who is in control? zo nov 06, 2016 9:17 pm
YOU W†LL BE SCARED
BUT YOU WON'T KNOW WHY…
Voor Storm moest het ondertussen duidelijk zijn waarom de hond zo gedaan had. Hij kon niet langer denken dat het bij hem lag, dat hij de enige boosdoener was. Dat was hij niet. Zo speciaal was hij absoluut niet. Zoveel kon hij ook gewoon niet voorstellen. Een overgrown wolf, dat was wat hij was en meer niet. Maar het was goed dat de jongen was gekomen. Het gaf Dalton wat te doen, want daarvoor was hij op het sportterrein. Misschien wist hij in zijn onbewust zijnde dat er wat zou gaan gebeuren en was hij daarom naar daar gekomen. Al bij al was hij uiteindelijk eens van de vreselijke hoofdpijn af en waren de enige herinneringen in zijn hoofd, de juiste.
Maar Storm bleef stijf staan en verroerde niets. Het was pas wanneer hij merkte dat Dalton dichterbij kwam, dat hij naar achter begon te wandelen. Het was jammer dat hij niet bleef staan. Waarom moest hij nu juist naar achter gaan stappen? Was het angst? Vast wel. Dalton kantelde zijn hoofd toen Storm naar hem wees, maar ook niet direct naar hem. Hij leek niet te geloven dat de jongen in orde was, maar hij was zelf ook niet in orde. Wat was er met hem aan de hand. Wat oh wat was er aan de hand met hem. ‘Wat is er aan de hand met mij,’ herhaalde hij nadenken en daarbij haakte hij zijn handen achter zijn rug in elkaar en tuiten hij zijn lippen. ‘Bevalt het je niet?’ besloot hij uiteindelijk te vragen zonder zelf eerst een antwoord te geven. Er was niets meer aan de hand met hem. Innerlijke rust was goed en het beviel hem zeker, maar dat leek niet het geval te zijn bij Storm. Er werd een stap naar achter gezet en dan opzij, maar Dalton maakten enkel een klein sprongetje naar diezelfde kant.
Iedere keer dat Dalton een stap zetten, zetten Storm er ook één. De ene naar voor en de andere weer naar achter. Zo bleef dezelfde afstand behouden. Maar hij moest blijven staan van de oudere jongen of in elk geval stoppen met wat hij bezig was. ‘Hoe moeilijker wat is? Jezelf beheersen?’ vroeg Dalton met een haast nieuwsgierige blik in zijn ogen. ‘Je weet nu toch dat ik juist wil dat het moeilijker voor je wordt,’ ging hij lachend verder, maar toch bleef de jongen staan. Zijn armen sloeg hij over elkaar heen en hij bleef nu enkel kalm naar Storm kijken. Wat o wat zou er zo erg zijn als hij zijn zelfbeheersing verloor. Dat hij nieuwsgierig was, was nog zwak uitgedrukt. Terwijl Storm verder mocht proberen uit te vissen wat er met de jongen was, deed Dalton precies hetzelfde. Tot hij door enkele woorden weer uit zijn gedachten werd gehaald. ‘Vrij zijn, als je het zo kan noemen. De laatste keer dat ik me heb kunnen laten gaan is al drie weken geleden,’ zei hij alsof dat het werkelijk verschrikkelijk veel was. De laatste keer dat het monster naar boven was gekomen, had een kind het niet gehaald. Een tragisch ongeluk, helaas, maar enkel de sterkste overleefde. Zo ging het eraan toe. Op de wereld was er geen plek meer voor zwakke mensen. Het enige dat ervoor zorgde dat de zwakken overleefde, was doordat de wetenschap zover stond. ‘Vertel eens Storm, ben jij zwak?’ vroeg hij nadenkend en hij bekeek de jongen nauwkeurig. Eén voor één begonnen de lichten rondom het veld vervolgens uit te vallen. Alle lichten behalve één. Degene die de plek waar ze stonden nog voor een deel deed verlichten. Dalton zelf ook ook even op om te kijken naar het veld dat enkel donkerder werd en hij voelde de aanwezigheid van wat er in zich schuil hield. Hij had het altijd een monster genoemd, maar dat was het niet, hij was het zelf en hij was geen monster. Hoe dom was hij om het niet te beseffen?
Onderwerp: Re: Closed - Who is in control? zo nov 06, 2016 10:05 pm
.Lupos.
I will find you, I will kill you.
HDalton had die onverschilligheid over zich heen, alsof hij de wereld aan kon, alsof hij alles kende en onder de knie had. Storm vond dat soort attitude gevaarlijk, hij had er een hekel aan als mensen hem verzekerde dat alles goed was, dat ze het aan konden, dat ze controle hadden. Devon had hem ooit eens overtuigd dat hij een ander deel van Storm aan kon en daar was hij verschrikkelijk in gefaald, erger, het had zijn leven haast gekost. Dat was als je cocky werd, in gelijk welke situatie dan ook. Dit was net hetzelfde. Maar dit was niet de Dalton die hij kende. Dit was … helemaal niet Dalton. Waar was de goedlachse jongen van vorige week gebleven, de grappige opmerkingen, de tienerachtige blik. Het was weg, alsof die schim of wat het ook mocht voorstellen het allemaal had afgenomen van Dalton. En de jongen vond het amusant … dat was nog het ergste van allemaal. De jongen voelde zich thuis in deze staat, in deze attitude. Storm was sterk met woorden, technisch gezien zou hij Dalton hieruit kunnen praten maar nee, met zijn geduld en zachtheid zou het niet lukken, al zeker niet als Dalton iedere keer opnieuw en opnieuw toenadering zocht.
Vragen wat er aan de hand was, was misschien niet zijn allerbeste zet geweest. De reactie was ronduit koud, met diezelfde soort “humor” die rond hem heen bleef hangen alsof het zijn beste vriend was. Hoe formeel afstandelijk hij zich gedroeg, zijn rug rechte, zijn handen samenvouwde, zijn lippen tuitte en dan die vraag. En knapte iets bij Storm toen hij die ijskoude vlaag over zich heen kreeg waarvan Dalton dacht hij de beste was. Hij keek niet meer omlaag naar zijn hartslagmeter, hij stopte ook met bewegen, omdat Dalton dat ook had gedaan. Lupos sloop als een adder rond zijn bewustzijn heen waardoor zijn donkerebruine ogen dat hele lichte kleurtje donkerrood kregen. ‘Eerlijk, nee.’ Antwoordde Storm hem neutraal. Hij bewoog zijn vingers, alsof hij zichzelf voor iets klaar hield waarvan hij niet wist wat het zou worden.
Lupos was de sterkste van de twee voor dit soort situaties, Storm had geleerd om Lupos gedeelde kracht te geven, dat zou hem in deze situatie kunnen helpen. Hij zat twee weken voor volle maan, de kans dat Lupos compleet zou overnemen was klein dus Storm gaf hem dit, een kijk door zijn ogen, een mening door zijn hoofd. Toen Dalton weer sprak kneep Storm lichtjes zijn ogen samen waarna zijn wenkbrauwen kort naar boven kwamen. Hij wilde dat het moeilijker werd? ‘Nee Dalton. Dat wil je niet.’ Schudde Storm zijn hoofd. Er was iets van die voorzichtigheid verdwenen, de blik waarmee hij naar Dalton keek was bijna evenredig met het blik van een jager. ‘Denk je dat die hond enkel bang was van jou?’ Zijn bewustzijn begon wat te drijven, Lupos probeerde bezit te nemen en Storm duwde hem vlot weer terug op zijn plaats, alsnog lukte het Lupos om Storm zijn lichaam in beweging te krijgen waardoor hij in een halve boog om Dalton heen wandelde. Bij het antwoord dat Dalton gaf op de vraag wat hij hier kwam doen hield Storm stil. Lupos trok zich terug en Storm zijn blik verzachtte een heel klein beetje. ‘Is dit een moment waarop ik een docent moet halen voor één van ons in de ziekenzaal land?’ Vroeg hij met een wijzende vinger over zijn schouder. Want het zou niet aan hem liggen deze keer, hij zou Dalton tegenhouden als het nodig was. En wat Lupos met die hond had gedaan was amper een grammetje van waarin hij tot in staat was. Maar toen kwam die vraag en Storm glimlachte kort, zwak en neutraal. ‘Ik? Waarschijnlijk.’ Gaf hij goudeerlijk antwoord. Storm was zwak, anders had hij Lupos al lang onder controle gehad. ‘Hij niet.’ Prevelde hij zacht, tikkend tegen zijn hoofd, naar het plekje waar Lupos momenteel zat toe te kijken. Het lichte rood in zijn ogen was er nog altijd, iets met een beetje agressie, dominantie. ‘En hem wil je niet uitdagen. Voor beide onze veiligheid.’ En dat was een oprechte waarschuwing. Hij meende het, dat zag je in de blik die hij Dalton schonk. Hij wilde niets van dit maar Dalton leek hem echt zover te duwen. Storm kreeg een licht dromerige blik, alsof zijn bewustzijn wegzakte naar iets anders. En toen was het Lupos, op een vreemd akelige manier kon je zo de sfeer zien veranderen. ‘Daag me uit.’ Fluisterde de wolf, alsof het een echo was rondom hen heen. Hij kon controle houden maar dat deed hij niet, Lupos glimlachte op een afstandelijke manier en toen gaf hij alles terug aan Storm en die wist niet eens wat er was gebeurd. Hij schrok gewoon wakker uit zijn dagdromen, schudde kort zijn hoofd. ‘Wat is het dat je beheerst Dalton?’ Wees hij naar de schim rondom hem. Was hij het monster of was het enkel een monster op zich. Zou het echt zover komen dat ze monsters tegen elkaar moesten zetten? Dat wilde Lupos graag, zo ontzettend graag, hij was de alpha van dit eiland en dat wilde hij heel erg graag zou houden …
Onderwerp: Re: Closed - Who is in control? zo nov 06, 2016 10:48 pm
YOU W†LL BE SCARED
BUT YOU WON'T KNOW WHY…
Nu dat Storm hem had gewaarschuwd dat hij makkelijk zijn zelfbeheersing zou verliezen als Dalton verder deed, ging hij natuurlijk verder doen. Waarom ook niet? Hij kon de grote boze witte wolf uitdagen en zien wat er ging gebeuren. Zien of de jongen hetzelfde zou doen als bij de hond. Naar zijn nek happen om te laten tonen wie de baas was. Maar volgens Storm wilde hij dat niet. Hij begon er zelfs over dat de hond niet enkel bang had van Dalton. Werkelijk? Daar was hij al lang achter. Maar goed, bedankt aan de grote boze witte wolf om het nog eens te verduidelijken. ‘Misschien is het een idee om je oren uit te kuisen, want dat is precies wat ik wél wil. Anders zou ik niet zeggen dat ik het wel wil,’ zei hij met een eigenwijze toon in zijn stem. ‘Je moet het anders zeggen, jij wilt niet dat ik doorga,’ zei hij lachend terwijl hij wees naar Storm. Dalton keek enkel serieus toe wanneer dat Storm begon te dreigen. Niet echt een dreigement waar dat Dalton nog plezier mee kon maken. Nee, de andere wilde er een docent bij gaan halen. ‘Wat is er? Kan je het zelf niet aan?’ vroeg hij met een klein pruillipje. Mooi niet dat de andere er een docent bij zou gaan halen.
Natuurlijk moest hij vragen aan Storm of hij dacht dat hij zwak was en hij dacht van wel. Het zorgde enkel voor een kleine glimlach op zijn gezicht, die groter werd wanneer hij zei dat iets anders niet zo zwak was. Dus er hield meer schuil in Storm dan je op het eerste zicht zou zien. Blijkbaar dat je de andere entiteit niet wilde uitdagen voor de veiligheid van zowel Dalton als Storm. ‘Ik ben niet overtuigd,’ sprak Dalton dan ook onverschillig. Er veranderde iets aan Storm, maar hij kon niet gelijk zeggen wat dat het was aan hem. Wat er vervolgens van woorden uit Storm zijn mond kwam, was totaal anders dan wat hij eerder had gezegd. Een grijns kwam enkel gelijk op Dalton zijn gezicht wanneer hij die kreeg van Storm. Of niet Storm. Wie of wat het was, het was niet de jongeman die dat hij kende. Net zo snel als alles was gekomen, verdween het weer en stond Storm daar weer gewoon. Hij had zijn hoofd geschud en vroeg hem vervolgens wat het was dat hij beheerste. ‘Ik ben blij dat je mij die vraag hebt gesteld,’ zei Dalton en daarmee viel het laatste licht ineens ook uit. Het zorgde ervoor dat het trainingsveld een akelige sfeer kreeg. Er was enkel nog maar het licht wat dat de omgeving nog wat deed verlichten, maar verder was er niets meer. Welke lichtbron er ook in de buurt was, die viel gelijk uit en dat was wat Anubis vrij spel gaf. De duisternis was zijn terrein. Dat was wanneer hij naar buiten kon komen. ‘Maar waarom er woorden aan verspillen,’ klonk er in de duisternis. Veel weg van een stem had het niet meer, Het had meer weg van een grom, waar je nog net wat woorden uit kon opmaken.
Het kraken van Dalton zijn botten was duidelijk te horen in de stilte die er heerste. De pijn die erbij kwam kijken was niet aangenaam, maar het was het waard. Hij was ervan overtuigd dat het allemaal waard was en zo zakte hij op de grond wanneer ook de botten in zijn benen braken en veranderde van verhouding en plek. Het duurde alles behalve lang voordat hij volledig was veranderd. Slechts enkele seconden en misschien juist geen minuut. Maar het beest had overgenomen en de gele ogen keken strak naar Storm. Het was letterlijk een verschrikking om naar te kijken. Op vele plekken miste hij huid en daar waren enkel spieren te zien of zelfs enkel bot. Zijn snuit was daar het beste voorbeeld van. Maar hij stond nog steeds op vier poten en wanneer hij zichzelf rechtop zetten, kraakten zijn botten nog na van de transformatie. Zonder verdere problemen wist hij echter rechtop te staan, op zijn achterste twee poten. Een lage grom verliet zijn keelgat en hij zette één simpele stap naar voor. Wanneer dat zijn poot echter de grond weer raakten, veranderde alles om hem heen in een straal van vijf meter. De grond verdorde gewoon en de geur dat hij met zich meedroeg was verschrikkelijk. Alsof je tien dode katten in je kelder zou aantreffen die er al enige tijd hadden gelegen bij hoge temperaturen.
Onderwerp: Re: Closed - Who is in control? ma nov 07, 2016 8:21 pm
.Lupos.
I will find you, I will kill you.
Praten en praten en praten, dat was wat Dalton deed. Praten was geen aanval, het was meer een andere manier van uitdrukken wat emoties niet konden vertellen. Hij praatte om wat te verbergen? Zijn eigen zwakte? Controle die hij niet kon bewaren? Nervositeit? Als hij naar Dalton keek zag hij geen van die dingen, enkel een jongetje met een glimlach, een glimlach die daar niet hoorde. Hij had zo’n glimlachen wel eens gezien, bij geestelijk zieke mensen, moordenaars, slechte mensen zonder controle. Het hoorde niet op de lippen van een kind van veertien. En dat stelde hem de vraag, wat was er met Dalton waardoor hij zo reageerde. Zelf Storm met een weerwolf zo sterk als Lupos zou nooit zo glimlachen, niet zolang hij controle had. Misschien was dit een beu, misschien was het helemaal normaal. Storm wilde het niet geloven, hij luisterde maar half naar de woorden terwijl hij Lupos de uithoeken van het veld liet controleren. Hij zou een docent moeten halen, of op zen minst iemand die dit onder controle kon krijgen … of Storm er kon weghalen. Het was beter Devon tegenover Dalton te zetten dan Storm … of Nadya, iemand met meer controle dan hem en iemand die wist wat hij deed eens hij getransformeerd was. Storm wist dat als hij het aan Lupos zou overlaten hij er zich achteraf maar weinig zou van herinneren. ‘Nee.’ Antwoordde Storm eerlijk. ‘Ik wil niet dat je door gaat.’ Gaf hij toe. Niet dat het veel zin had om iets te zeggen, Dalton vatte het niet op zoals het zou moeten.
Toen Dalton hem die twee vragen stelde … toen hij vroeg of hij het niet zelf meer zou aankunnen kwam een korte glimlach op zijn lippen. Hij kon het aan, maar zou Dalton het aankunnen … zou Dalton Lupos aankunnen als het zover kwam? Er was niemand meer gedreven en gericht in de jacht dan Lupos, er was niemand die meer dominantie handhaafde dan de wolf die smeekte om wat verlossing. En Storm wilde hem niet laten gaan maar anderzijds zou hij Dalton zo graag willen tonen waar het op stond. Hij wilde zo graag tonen wie de daadwerkelijke baas was. Hij vond het onrespectvol, hoe Dalton tegen hem bezig was maar zijn kalmte was het enige wat hem en Lupos onder controle hield. ‘Misschien moet ik er geen docent bij halen omdat ik het niet aan kan.’ Hij zweeg suggestief, Dalton zou het wel kunnen af maken. Hij zou dit niet mogen doen, de jongen zo uitdagen maar het was te laat, niet van zijn kant maar voor Dalton. De jongen had precies alles al weg gegeven van zodra hij hier gekomen was.
Hij was niet overtuigd, Storm had bijna de neiging om hem het tegendeel te bewijzen. Maar hij haalde enkel zijn schouders op. ‘Jouw probleem.’ Zei hij zachtjes. Lupos was niet op zijn volle kracht want er was geen volle maan. Maar het was wel nacht en dat was vaak voldoende. Daar dacht Storm aan, alsof hij al bijna zeker was dat hij Lupos er als derde “persoon” zou moeten laten tussen komen. Toen Dalton weer sprak keek Storm hem niet aan, hij keek naar dat laatste licht dat uit viel en waardoor ze in het volledig duister werden gegoten. Storm sloot zijn ogen, triggerde zijn wolvenzicht waardoor in het donker kijken plots zoveel gemakkelijker was. Zijn ogen hadden die doordringend gele kleur van controle maar alsnog was de rand licht rood om het beetje aanwezigheid van de weerwolf duidelijk te maken. Hij vond Dalton in het donker, of meer de woorden waar hij zijn hoofd naartoe draaide. Amper een minuut, misschien nog minder duurde het voor Dalton om te transformeren naar … hij kende de geluiden van de botten die schoven, kraakten, een onnatuurlijke positie namen in het lichaam. Het monster … het beest … de grond rondom hem verdorde, leek wel as te worden terwijl het dier op twee poten ging staan. Hij miste haar, huid, het was mismakend, de geur, alles. Amper één minuut en twee seconden voor Storm om zich te herpakken. Zijn hartslagmeter piepte rond zijn pols maar hij staarde nog steeds. ‘Lupos.’ Prevelde hij. Het geel in zijn blik werd overgenomen door al dat agressieve van de wolf. Dit was de eerste keer, de allereerste keer dat Storm oprecht alle controle weg gaf aan de weerwolf, voor zijn eigen veiligheid. Niet vast houden op zijn persoonlijkheid zorgde ervoor dat transformeren minder dramatisch werd, zijn bewustzijn was al half weg om nog te kunnen schreeuwen om te pijn. Zijn transformatie verliep buiten volle maan altijd minder snel, het koste tijd, gemakkelijk vijf minuten aan lijden voor Storm alles verloor waar hij van hield … de controle, de persoonlijkheid, gewoon zichzelf.
Een weerwolf als Lupos was op één ding gericht, jagen. Maar nu wilde die wolf iets helemaal anders, hij wilde dominantie. Zijn magere lichaam stelde niet veel voor in het duister, hij was extreem groot voor een wolf maar daar bleef het ook bij. Zijn haar was lang en stuug, je kon de ribben tellen in zijn borstkast. Het enige angstaanjagende aan hem waren die twee dieprode ogen, geen emoties, geen boodschap, enkel twee lege ogen die recht door je heen keken. Het totaalplaatje was misschien afschrikwekkend maar voor blijk aan beter zou je niet denken dat hij iets voorstelde. Lupos bewoog zich niet, het enige wat bewoog waren zijn oren, naar achter en dan naar voor terwijl hij alles een plaatsje gaf uit de omgeving. Er waren studenten in de buurt, hun bloed rook zo aantrekkelijk dat hij er op automatische piloot heen wilde maar er was iets voor hem wat net iets meer van zijn interesse kreeg. Hoe groot of breed het ook mocht zijn, het deed hem niets, hij had een draak aangevallen zonder er bij stil te staan en in vergelijking met dat was dit niets. Zijn lippen kwamen langzaam naar boven, dreigend. Hij gromde niet, hij huilde, hij keek enkel, lokte het beetje reactie uit waar hij zo zeer op wachtte. Onderschat nooit een wolf die vrij is uit gevangenschap, onderschat nooit een wolf die er zeker van is winnen, altijd … Ongeacht de kost.
Onderwerp: Re: Closed - Who is in control? ma nov 07, 2016 9:04 pm
YOU W†LL BE SCARED
BUT YOU WON'T KNOW WHY…
De jongen moest toegeven, hij herkende zichzelf niet meer. Hij wist niet waar zijn plotse nieuwe kijk op alles vandaan kwam, maar hij hield ervan. Nog nooit had hij zich zo goed gevoel over zichzelf. Het was alsof een hele nieuwe kracht zijn leven in was gekomen en het voelde zo goed. Hij wist zelfs niet of dat hij er wel weer van af wilde gaan. Voor Dalton voelde het aan alsof dat hij de wereld aan kon en hij barstte van het zelfvertrouwen. Niets zou hem de grond in kunnen boren en dat maakten hem gelukkig. Hij had niets om ongelukkig over te zijn. Eerlijk, wie wilde zichzelf niet zo voelen? Wie zou dat zalige gevoel weer willen opgeven. Dalton in elk geval niet. Niet toen in elk geval. Storm wilde echter niet dat hij verder ging, maar wat Storm wilde maakten absoluut niet uit. Zijn stem telde niet, dus had hij ook helemaal niets te willen. ‘In dat geval heb je pech mijn vriend,’ zei hij nonchalant.
Dalton ging ervan uit dat Storm hulp nodig had van een docent omdat hij het zelf niet aan kon. Dat was zijn standpunt en daar zou hij niet van afwijken, tot het tegendeel zou worden bewezen. De andere ging er zelfs nog tegen in en de kleinere jongen schudde zijn hoofd. ‘Is dat nu niet precies wat iemand die het niet zou aankunnen, zou zeggen?’ zei hij grijnzend en zijn armen sloeg hij over elkaar. Niks nam hij voor het moment nog serieus. Alles was één groot spelletje geworden voor Dalton dat hij moest en zou winnen. Hij was een kind uiteindelijk en die speelden nu eenmaal graag spelletjes. Wat hij wilde...was enkel iets minder kindvriendelijk als ganzenbord. ‘Of!’ begon Dalton alsof hij net een hele ingeving had gekregen. ‘Je kan het wel aan, maar niet op de manier zoals jij het zou willen. Jij zou jezelf niet aankunnen,’ zei hij bedenkelijk. ALs je last had van je zelfcontrole, kon jij jezelf niet aan. ‘Nu dát is pas zielig,’ sprak hij met overdreven veel medelijden, een pruillip en zijn handen tegen zijn borstkas op de plek van zijn hart. Zichzelf vermaken, deed hij zeker.
Natuurlijk was hij niet overtuigd geweest en dat met de woorden die niet-Storm had uitgesproken, waren de trigger om hem te laten veranderen. Enkel de lichten moesten worden gedooft, maar dat was een kleine moeite. Het was een vlotte transformatie. Dat was het altijd al geweest en ze mochten eigenlijk van geluk spreken. Op stijve spieren en botten hield hij er niets van over. Geen pijn die nog door zijn lichaam heen raasde. Het was omdat hij altijd aanwezig was en de trigger zo makkelijk was. Als het pijnlijk was en super lang duurde zou de arme ziel het niet volhouden. Maar hij was getransformeerd en het was genoeg geweest om ook Storm te doen veranderen. Eindelijk kreeg hij te zien waar hij zo’n schrik van moest hebben. Anubis had kunnen aanvallen. Wanneer de jongen op zijn zwakste was had hij de aanloop kunnen inzetten en zich op de transformerende jongen kunnen richten. Maar dat deed hij niet, want daar won hij niets mee. Je kon een mes in iemand rug steken wanneer die sliep, maar dat toonde niet aan dat je sterk was. Dat heten lafheid, dus wachten hij. De tijd die hij kreeg, gebruikten hij om zijn eigen botten en spieren te strekken. Alles bleef kraken en verliep stroef, maar hoe meer dat hij bewoog, hoe beter dat het lukte. Zijn bovenlichaam had Anubis al weer laten zakken en zo kwam hij terug terecht op zijn vier poten. Het waren cirkeltjes dat hij rond de jongen liep en geen moment haalde hij zijn blik er van af. Elke kleine verandering wilde hij opmerken zodat hij wist waar hij voor stond. Anubis had al veel gevochten. Heel veel gevochten. Oneindig veel keer, maar niet in dat leven. Hij had niet zoveel vrijheid als anders, maar hij was er nog steeds en de jongen was in zijn macht. Ze werden nog wel één. Je moest het tijd geven. Net zoals je de jongeman tijd moest geven.
Het wachten was het allemaal waard geweest. Voor hem stond een mager ding, uitgemergeld en zonder enige glas in zijn vacht. Als hij kon, was er een brede grijns over zijn snuit gelopen, maar daartoe was hij niet geheel in staat. Toch krulde zijn mondhoeken wat op, in iets wat je het best als een uitdagende grijns kon beschrijven. Veel beweging zat er niet in, in het schepsel dat voor hem stond. Het keek dreigend en huilde zacht, maar daar hield het op. Gele ogen waren gefixeerd op rode ogen en rode ogen gefixeerd op de gele. In een trage beweging duwde Anubis zich weer op twee poten en begon passen naar voor te bewegen. Volledig recht kon hij niet staan, hij hing wat voorover gebogen en één van zijn nagels liet hij expres meeslepen over de grond om daar een klein spoor achter te laten. Verder was nog geen geluid uit zijn keel gekomen en hadden zijn gele ogen nergens anders naar gekeken. Sinds het gekraak van andere botten, had hij enkel naar de jongen gekeken. Het enige wat hij wilde zien was hoe dicht hij kon komen voor hij enige reactie uitlokten. Wat er voor nodig was om het andere schepsel uit zijn schulp te laten komen voordat hij het zelf moest doen. Moest er niets gebeuren. Zetten hij met véél liefde de eerste stap.
Onderwerp: Re: Closed - Who is in control? vr nov 11, 2016 10:57 am
.Lupos.
I will find you, I will kill you.
Het beetje zelfzekerheid dat Storm had om in te gaan op wat Dalton hier allemaal zei was vanwege Lupos. Hij mocht dan misschien wel goed zijn met woorden maar conflicten was iets wat hij eigenlijk al zijn hele leven had vermeden. Hij was een Brit en hij was ernaar opgevoed dus eigenlijk kon je niet meer verwachten van hem dan dat hij Dalton zou proberen ompraten. Ja, hij zou echt hulp moeten halen maar in geen van de scenario’s in zijn hoofd zou Dalton hem laten gaan. Daarnaast zou Lupos het ook nooit toelaten, hij was de dominantste van de twee, hij zou nooit zijn rug weg draaien van een situatie als deze. Hij zou nooit iemand toe laten om boven hem te komen staan. Normaal negeerde Lupos dergelijke situaties, zijn jacht instinct was het enige waar hij op voedde. Maar hoe langer hij op dit eiland verbleef hoe meer hij leerde. Hij leerde om de beste te zijn, hij leerde de emoties kennen die hem vooruit dreven. Hij leerde groeien … evolueren … de beste te zijn. Dus het was een gedeelde strijd. Enerzijds wilde hij jagen op alles wat menselijk was maar anderzijds wilde hij nu ook dominantie tonen, de beste zijn, iedereen onder hem hebben. En dit was net het scenario dat zoiets tot zijn recht zou brengen, dit was het beeld dat Lupos net genoeg voedde zodat Storm durfde in gaan op alles was Dalton zei.
Storm probeerde er oprecht in te geloven dat dit niet Dalton was, dat hij werd beïnvloed door iets groter of beter dan hem, dat het net zoals bij hem een fase was waar hij helemaal geen controle over had. Hij geloofde erin want anders zou hij niet weten wat ermee te doen. Als zijn gedrag van vorige week een façade was geweest dan was Storm daar regelrecht ingetrapt ondanks de waarschuwingen die Lupos gaf. Hij wilde het niet geloven, hij wilde niet geloven dat dit Dalton was, de jongen die vorige week naar hem had gelachen en die samen met hem van een hond was weg gerend. Hij reageerde ook niet meer op de woorden, ze staken … het deed ergens pijn aan zijn hart maar het weinige menselijke dat hij nu nog van zijn hart over had werd overschaduwd door de wolf. En die … mocht Lupos controle hebben over het menselijke lichaam dan zou die er met een cynisch grijns, emotieloze blik en samengevouwen armen voor zijn borst er hebben bij gestaan. Lupos zou wel weten wat te zeggen … nee, niet waar. Hij zou niet praten, Lupos was meer een wezen van daden, in plaats van woorden.
Het ging snel, te snel en het blokkeerde iedere zenuw in zijn lichaam om dit te zien. Wat was het? Een wolf? Een monster? Storm had al redelijk wat gezien hier maar dit, dit sloeg nergens naar. Hoe kon een mutatie zoveel doen? Hoe kon het dat mutaties bij iedereen zoveel anders waren en zo huiveringwekkend naar buiten konden komen? Bij een kind dan nog wel. Hij voelde de haartjes op zijn armen zo omhoog komen, de spieren in zijn lichaam samen spannen. Lupos die ergens in zijn bewustzijn had zitten wachten was recht gekomen, keek hoogstwaarschijnlijk met die verrukt gefascineerde blik naar Dalton toe. Had dit beest ook een naam? Was dit hetgeen dat Dalton zo beïnvloedde, net als Lupos hem zo kon beïnvloeden? En het was het eerste rationele bij Storm, hij wist dat hij dit menselijk niet kon winnen. Hij zou kunnen rennen maar wat dan? Dus er was maar één optie, één ding die wel zou weten te overleven in deze situatie. Maar één iemand die hem kon veilig houden en Storm vond het verdomd mismakend om het zo te zien. Maar hij had Lupos nodig, hij had de dier nodig dat met brute kracht kon reageren. Die niet nadacht, onbevreesd was en er alles aan zou doen om dit te winnen. Hij hoopte dat Lupos het zou halen, hij hoopte dat hij niet hoefde wakker te worden in de ziekenzaal met weer een verhaal waarvan iemand zwaar gewond was geraakt. Het was het grootste risico in maanden die hij nam … maar het moest, voor zijn eigen veiligheid. En Lupos nam met veel plezier over waardoor transformeren minder hard verliep, de gedeelde samenwerking deed hen beide goed. Misschien zou dat de oplossing zijn, als Storm net verdraagzaam genoeg kon zijn voor Lupos zou dat misschien omgekeerd ook zo zijn. Het verschil was overduidelijk, Lupos mocht dan misschien wel een grote wolf zijn, de zelfzekerheid droop ervan af. Hij was niet zo bang als Storm om te zien wat voor hem stond. Hij was niet onder de indruk. Het duister deed hem goed, de halve maan aan de hemel sterkte hem aan en hij schudde zijn vacht alsof hij net uit zijn warme mand was recht gekomen om wat te gaan wandelen. De stugge haren bleven tegen zijn magere lichaam liggen, het koste hem amper vijf seconden om de hele situatie op te meten. Ze waren niet in zijn geliefde bos, het bos dat hij onderhands al kende. Ze stonden op een grote lege vlakte, een vlakte met veel resten aan geuren en smaken, het wakkerde zijn jachtinstinct aan, zijn drift om kwaad te doen. Maar dan was er dat beest waarvan Lupos al helemaal niets meer menselijk rook, integendeel, het voelde alsof hij op een kerkhof stond, omringd door dood.
Het monster … wegens gebrek aan een ander woord kwam rechtop te staan, de nagels sleepten over de grond terwijl hij zich begon te bewegen. Lupos zijn staart kwam in de lucht, de haren op zijn rug kwamen langzaam overeind waardoor hij nog iets groter leek te worden. Ja, hij stelde niet veel voor maar de kracht was er wel. Hij trok zijn lippen naar boven waardoor de rijen witte tanden vrij kwamen. Eén stap, nog een stap, er kwam een laag gegrom uit zijn keel terwijl die rode ogen van hem uitdagend naar de ander keken. Hij liet de blik vast terwijl zijn lichaam bij iedere pas meer en meer begon samen te spannen. Tot die ene stap … Lupos gaf niets om persoonlijke ruimte maar hij had wel heel veel over voor die energie los te laten. Zijn achterpoten zonken weg in het gras toen hij zich afzette en naar voor schoot in de aanval, één plek, zijn meest favoriete plek, de keel …
Onderwerp: Re: Closed - Who is in control? vr nov 11, 2016 1:57 pm
YOU W†LL BE SCARED
BUT YOU WON'T KNOW WHY…
Het was zalig om de wind weer door zijn grijze vacht te voelen waaien, om de kracht van het duister te voelen. Het voeden Anubis met een onbekende kracht, een kracht die werd afgenomen zodra de zon weer door kwam. Transformeren was geen probleem geweest, maar dat was het nooit. De nacht en het duister gaven de kracht om probleemloos te transformeren en dat Dalton ermee instemde maakten het nog beter. Hij ging nog inzien dat het beter was altijd aan te nemen wie hij was. Vrede te nemen met wat hij was. Het leven zou zo makkelijk worden voor hem. Maar het kostte nog wat training. Gelukkige dat ze alle tijd van de wereld hadden. De reactie van Storm beschreef boekdelen. Het was geweldig om naar te kijken en hij hoopte enkel het juiste effect et hebben veroorzaakt. Hij wilde geen mens aanvallen, niet die keer. Maar als het moest om het gewenste effect te verkrijgen, was dat precies wat dat Anubis zou doen. Dalton ging er niet tegenin. Hij liet zich meegaan met zijn gevoel en zou niet gaan protesteren. Alles wat hij deed, alles wat er gebeurde, was precies wat hij op dat moment ook wilde. Hoe vreemd het ook kon klinken.
Anubis was een monster dat je enkel dacht in je nachtmerries tegen te komen. Meer dan een monster kon je het niet meer noemen, vooral door de verschillende plekken huid dat hij minste, de geur die hij met zich meedroeg, zijn dode ogen. Dat alles zorgde ervoor dat er niets aantrekkelijk was aan het ding. Ooit had hij er helemaal anders uitgezien, maar dat was al lang geleden. Er was zoveel mis met Dalton zijn mutatie, dat er ook zoveel mis was met zijn shift. Daar kon je niet naast kijken. Tegen een mens vechten had geen zin. Dat was enkel als hij stoom moest afblazen. Als hij er zin in had. Op dat moment had hij zijn zinnen op iets geheel anders gezet en wel het geheim dat Storm met zich meedroeg. Braaf had hij afgewacht tot de andere getransformeerd was. Hij had geen slag toegeslagen tijdens de transformatie en zelfs na de transformatie nam hij eerst de tijd om te zien wat hij voor zich had staan. Er hing bijna een twinkeling in Anubis zijn ogen wanneer hij keek naar de overgrote wolf met zelfvertrouwen dat je er bijna van af voelde komen. Het had absoluut geen schrik, dacht dat het alles aan kon en het zorgde voor een vreugde. Dat zorgde voor de twinkeling in Anubis zijn ogen. Hij had kunnen kwispelen als een blije pup die een nieuw speeltje had gekregen, klaar om te verscheuren. Oh ja, de wolf was niet meer dan een speeltje, maar het doel van dat speeltje was niet om het te verscheuren. Het was een speeltje om de grond in te boren. Dat ging hij doen. Dat zelfzekere schild dat hij met zich mee droeg moest doorbroken worden. Het moest barsten en van hem af brokkelen. Anubis wilde de angst voelen. De angst proeven, maar het ging een uitdaging worden en dát was precies wat hem zo enthousiast maakten. De uitdaging. Maar ondanks de twinkeling in zijn ogen, was ze niks van enthousiasme af te lezen van zijn houding. Anubis was de kalmte zelf. Voor dan.
Anibus wilde weten hoe ver dat hij kon gaan tot hij een reactie zou uitlokken bij de andere wolf. Zou de wolf eerst reageren of moest hij zelf de eerste stap zetten? Zou het dan zijn uit angst of juist omdat hij er niet van hield om geïmponeerd te worden? Doordat Anubis steeds dichterbij kwam en zijn gele ogen niet af hield van de andere liet hij tonen dat hij geen schrik had. Er werden al tanden ontbloot en er klonk een een grom van bij de anderen, maar Anubis zelf bleef stil. Hij zou niet eerst gaan reageren. Het gebeurde bijna in slow motion. Hij zag hoe de spieren van de wolf zich aanspanden en dat was wanneer hij wist dat het zou aanvallen. Precies waar hij op gehoopt had en exact wat hij had hopen te bereiken. De poot die over de grond had lopen slepen hof hij op en daarmee haalde hij uit naar het hoofd dat recht op hem af kwam. Tegelijkertijd bewoog zijn bovenlichaam in de tegengestelde richting van zijn poot om de tanden te ontwijken. Als hij gelijk gebeten werd in zijn keel kon dat niet voordelig zijn. Het was een zwakke en gevaarlijke plek. Dat de keel de eerste plek was waarvoor dat het scharminkel ging wilde heel wat zeggen over hoe serieus dat het was geworden. Perfect.
Onderwerp: Re: Closed - Who is in control? vr nov 11, 2016 3:26 pm
.Lupos.
I will find you, I will kill you.
Lupos zijn visie ging rechtstreeks uit naar de mensen in de directe omgeving. Zijn oor draaide misschien twee millimeter naar achter, naar het meisje dat hij kon ruiken, naar het bloed van de jongen bij haar. De wind bracht alle geuren rechtstreeks naar hem, de geluiden … hij hoorde pen op papier neer komen, hij rook die lichte regen die in de lucht hing. Vanop deze afstand kon hij voelen waar de draak was, kon horen waar de beer was … of het meisje dat zijn gastheer in verwarring had gebracht. Hij begon namen te onthouden, gezichten te herkennen en studenten te elimineren. Nee, hij was niet goed genoeg want zij rook beter. Hij begon voorkeur te hebben, hij werd … menselijker? Leerde leven in een wereld waar niet alles om de jacht draaide? Maar dat betekende niet dat de wolf kalmer zou worden, zijn instinct was nog steeds sterker dan de nood om te gehoorzamen. Iedere keer hij doorbrak bij zijn gastheer was een keer meer gewonnen. Zijn gastheer was zwak, hij kon he leven niet aan zoals Lupos dat kon. Er was maar één reden waarom Lupos niet de controle voor altijd over nam, waarom hij zijn gastheer niet bezat als een geest een lichaam zou bezitten. Hij kon niet overleven in deze wereld, ondanks dat hij wist hoe te jagen had hij geen idee hoe een dag eruit zag. Lupos kende maar twee dingen, jagen en domineren.
Zijn lichaam stond doodstil doorheen alles, zijn magere flanken bewogen traag op en neer, zijn ademhaling één beheerste handeling. Lupos kende geen angst en als hij het kende zette hij het om naar woede, agressie. Hij was nog nooit iets tegen gekomen om oprecht bang te zijn anders dan de draak en zelf als dat beest hier weer zou opduiken zou hij de kans niet laten liggen om het opnieuw aan te vallen … omdat het hem irriteerde. Hij werd niet graag geïrriteerd, hij wilde altijd een vlot pad naar zijn overwinning. Hij had er een hekel aan als iemand hem dat ontnam, zoals wat de beer had gedaan. Wat hij wilde kreeg hij, ongeacht de kost, ongeacht wat het met zijn gastheer zou doen achteraf. Denk je echt dat het Lupos iets zou uitmaken hoe hij hier uit zou komen? Nee, zolang dat monster maar plat op de grond lag en hij zijn geliefde maan kon toe huilen uit overwinning.
Naast de geur van dood en verderf was er niets aan het monster waar hij informatie kon uit halen. Hij rook al even slecht als hij eruit zag en daar stopte het. Hoe het zou aanvallen zou hem weinig kunnen schelen, hoe het zou bewegen al even min. Zijn rode ogen leken een beetje af te wijken, van die gele ogen naar de plaats waar zijn luchtpijn, slokdarm en belangrijke aderen in een nauwe doorgang elkaar passeerden. Dat was de plaats, één sprong, één beet en hij kon dit winnen. Hij mocht dan wel mager en schriel lijken, als een straathond die nooit eten kreeg, Lupos was veel meer van binnen dan dat hij was vanbuiten. Dus hij nam de eerste stap, toonde dat hij lang zo bang en weerloos niet was als hij er misschien uit zag. Uitdagen hielp hem niet, je kon hem niet tergen zoals je een klein kind kon tergen en dat was één van de dingen die het monster nu zou weten. Actie was gelijk aan reactie en Lupos twijfelde hier geen moment over. Hij zette zijn achterpoten af, duwde alle kracht die hij had in zijn pezen en schoot daarmee op het monster af. Die hief zijn poot op, draaide zijn hoofd in de tegengestelde richting. Lupos ontblootte zijn tanden maar werd raak tegen zijn kop geraakt waardoor hij het evenwicht verloor in de sprong en een meter naar links tegen de grond smakte. Hij jankte niet, hij gaf geen kik want er was niet veel voor hem geweest om te verwerken. Binnen de vijf seconden stond hij terug op zijn poten. Lupos richtte zijn ogen meteen weer naar het monster, zette snelheid in voor kracht en draafde om hem heen, één zwakke plek was genoeg, de manier om er te geraken deed er niet toe. En als het één ding was wat Lupos niet snel zou doen, was loslaten eens hij beet had. Dus hij ging voor de rug, snel, soepel en met de bedoeling zijn klauwen erin vast te zetten terwijl zijn tanden naar iets helemaal anders zouden zoeken. Zo’n monster was misschien groot en sterk maar kon hij de lenigheid en snelheid aan van de wolf?
Onderwerp: Re: Closed - Who is in control? vr nov 11, 2016 4:03 pm
YOU W†LL BE SCARED
BUT YOU WON'T KNOW WHY…
Anubis kon heel veel voordelen halen uit de vorm van zijn lichaam. Hij had een dele de bouw van een menselijk lichaam en beschikte dan ook over vingers en zelfs duimen. Zijn achterpoten kon hij gebruiken om op te wandelen en zijn rug kon hij genoeg strekken. Het waren veel voordelen die hij eruit kon halen, ondanks dat hij misschien iets minder snel en lenig was als een beest, maar een beest was een beest. De wolf kon je net zo goed een mismaakte hond noemen. Dat was wat het was en hij ging nog wel weten wat zijn plek was in de rangorde. Zeker niet helemaal vanboven. Het monster had nog een hele hoop plannen in zijn hoofd voor de wolf waar hij tegenaan het vechten was. Wie weet, als het goed ging wilde hij het nog wel zo ver krijgen dat het met zijn staart tussen zijn pootjes zou weglopen. Zoveel vooruitzichten en zo weinig tijd. Zoveel dat hij moest doen en wilde doen. De gedachten eraan liet zijn tong over de beenderen van zijn snuit glijden en met lust in zijn ogen keek hij naar de wolf.
Vanaf het moment dat de wolf zijn eerste aanval had ingezet, begon het pas echt leuk te worden. Anubis had niets meer willen hebben dan een reactie dus was hij tevreden gesteld. Het was kon echt beginnen, want meer was het nog niet. Niet voor hem. De eerste aanval van de wolf had hij van zich af weten te slaan. Het ding was voor zijn nek gegaan en dat had Anubis toch willen voorkomen. Met een poot had hij de wolf tegen zijn hoofd weten te raken tijdens de sprong en zo landen hij toch een meter verder op de grond. Jammer genoeg liet de wolf niets horen wat erop duiden dat het pijn had. Met andere woorden zou Anubis uiteindelijk beter zijn best moeten doen. Het was een sterk karakter dat hij voor zich had en daar moest hij moeite voor doen. Dat was al duidelijk. Op het einde kon je alles breken.
Ho wilde hij weten hoe het zou zijn als ze wolf hem eenmaal lang genoeg raakten om te weten wat het met hem deed. Voor hem begon het als een groot spel, waarmee hij eerst wilde weten wat hij voor zich had staan. Hij ging niet de moeite doen om de aanval volledig te ontwijken, het beest mocht enkel niet op zijn rug belanden. Nog niet. Dus draaide hij zijn schouder meer naar de wolf toe, maar liet het toe dat hij op hem terecht kwam. Om de klap op te vangen had hij zelfs zijn benen uit elkaar gezet zodat hij overeind zou kunnen blijven. Wanneer de wolf bijna op hem zat, beukte hij met zijn schouder nog naar de wolf om het hem niet volledig makkelijk te laten verlopen. Vervolgens klauwde hij met zijn poot naar de wolf. Zelfs als het beest op zijn rug had gezeten, kon hij er nog aan. Net zoals een mens kon hij zijn armen bijna alle kanten op draaien, hij werd niet gelimiteerd door de bouw van een dierenlichaam. Anubis klauwde dan ook om zijn nagels volledig in het vel van de wolf te zetten en vervolgens zijn ‘vingers’ op te krullen, zodat zijn nagels niet uit het veels zouden kunnen worden getrokken. Zijn tanden had hij nog niet in de wolf gekregen, maar dat kwam dan wel. Dan zou het echte pijn leren kennen. Dan zou hij leren hoe het voelde als je lichaam begonnen te vergaan en begon te rotten wanneer het nog aan je lichaam hing. Het het rook als het vlees van je afstierf. Nu ging hij het enkel zien, want lichaamscontact met Anubis zijn lichaam, zorgde ervoor dat je lichaam begon te rotten en het trok traag verder over de rest van je lichaam. Enkel zonder de pijn die erbij kwam kijken. Perfect.
Onderwerp: Re: Closed - Who is in control? vr nov 11, 2016 8:07 pm
.Lupos.
I will find you, I will kill you.
Het was iets, om je menselijkheid van je dierlijkheid te scheiden, in deze vorm voelde Lupos niets van zijn gastheer. Hij voelde niet diens angst, diens twijfel, hij voelde iets. Geen emoties was nog steeds het beste, hij voelde zich het sterkst als zijn hoofd leeg was, als hij niets had om naar om te kijken, te beschermen. En op zijn eentje was hij dat zeker, toch had hij de smaak van een roedel geproefd en van daaruit kwam zijn sterke drang om de hoogste te willen zijn. Maar dit monster wilde dat ook, dit monster wilde ook de beste zijn. Het was sterk tegen sterk. Zijn laatste contact met een dier was de wolf geweest, zwakker, kleiner, jonger. Lupos had hem zonder veel problemen overmeesterd … maar met het bewustzijn van zijn gastheer erbij. Nu had zijn gastheer het allemaal aan hem gegeven, de macht, de kracht, het geweten. Er was geen volle maan en zijn gastheer had hem alles gegeven om de beste te worden. Lupos werkte niet goed in groep, dus ook niet met zijn gastheer. Toch had hij ergens een sterke drang om zijn gastheer veilig te houden, veilig in dat vierkante kamertje diep in zijn lichaam. Hij had zijn gastheer nodig om te overleven net als dat nu het omgekeerde geval was.
Het was niet de eerste keer dat het monster het tegen iemand op nam. Zijn bewegingen waren moeiteloos, alsof hij testte in hoever hij kracht kon gebruiken voor het Lupos zou pijn doen. Hij kon veel verdragen, hij kon het vertragen om vier meter ver weg geslagen te worden, hij kon tanden en klauwen verdragen. Hij heelde veel sneller dan normale dieren. Maar waar het monster rechtop kon staan en veel menselijker kon bewegen was hij belemmerd in een dierenlichaam. Vier poten die één richting konden uit bewegen, een lichaam dat snel en lenig was maar misschien net niet kon tippen aan die armen. Het waren feiten, feiten die Lupos niet erkende, feiten die hij niet opnam. Zijn voordeel was zijn kracht, zijn snelle helingsproces, onvermoeidheid en zijn weerwolven gif die wonden een stuk trager deden helen eens je gebeten werd. Maar was het genoeg? Lupos geloofde graag van wel.
De smak waarmee hij op de grond kwam zou ieder ander dier doen janken, maar hij was niet ieder dier. Hij haalde kracht uit de maan, hij haalde kracht uit zijn gastheer en zijn meedogenloosheid zorgde ervoor dat hij geen tijd had om aan pijn te denken, of het toe te laten, hij viel gewoon aan. En dat was exact wat hij deed, aanvallen. Hij kwam terug op zijn potten, draafde om het monster heen, zocht naar een beetje houvast in het gras en zette zichzelf dan weer af, deze keer voor de rug maar hij kreeg een schouder, wat evenredig goed was. Hij zette zijn voorste klauwen in diens schouder terwijl zijn achterpoten maaiden achter vlees of iets wat er nog aan overbleef. Het contact zorgde er immers voor dat zijn huid leek weg te smelten, rotte. De geur werd sterker en Lupos wierp er amper een blik naar voor hij zijn tanden in diens sleutelbeen zette net op het moment dat hij een paar klauwen door zijn vacht voelde zinken. Als het monster hem nu zou weg gooien dan zou hij een heel stuk van zijn eigen huid en spieren mee hebben want zeker dat Lupos niet zou loslaten voor hij op zen minst wat mee had van dit beest. Zijn tanden zochten een alsmaar diepere houvast in die schouder. De adrenaline bevoorraadde hem opnieuw en opnieuw van kracht terwijl zijn flanken heftig op en neer bewogen. Hij rook bloed door de rottende geur door, zijn eigen bloed. Bloedverlies zou hem verzwakken voor zolang die nagels daar zaten, eens eruit kon hij snel genoeg helen. Hij zette de nagels van zijn achterpoten vast in de grijzige vacht van het monster hij schudde zijn kop, probeerde net zoveel los te trekken van diens schouder als dat het monster zou kunnen los trekken van hem eens hij zijn klauwen terug trok. Het was vast geen mooie tafereel, hij zou afgeleid worden als er anderen het veld zouden opkomen. En met deze halve maan was hij al niet op volle kracht maar dat weerhield hem er natuurlijk niet van om het op zen minst niet te proberen. Het kon hem niet schelen hoe hij hieruit zou komen, hij kon helen, hij kon technisch gezien niet sterven dus waarom zou hij niet? Waarom zou hij op zen minst niet een beetje plezier hebben met een monster als dit, een monster dan hij wilde vernederen, klein krijgen, kapot maken …
Onderwerp: Re: Closed - Who is in control? vr nov 11, 2016 8:48 pm
YOU W†LL BE SCARED
BUT YOU WON'T KNOW WHY…
Als er iemand voorbij zou komen, moest het een gruwelijk schouwspel zijn om aan te zien. Twee monsters die vochten om de macht en omdat Anubis nieuw was, moest hij meteen laten zien hoe hoog hij stond. Als nieuweling mocht je niet beneden eindigen, want dat zou in je nadeel zijn. Maar hij was ook niet van plan om beneden te eindigen. Hij zou aan te top komen en door de wolf te verslaan, ging hij al vele posities naar boven. Niemand zou naar hem kijken als een klein hulpeloos jongetje dat moest gaan rennen van een hond. De gedachten maakten hem ergens kwaad. Waarom was hij in hemelsnaam gaan lopen? Dat beest kon hij zonder moeite aan. De hond had er niet zo makkelijk van af mogen komen, maar toch...nee, hij moest zich daar geen zorgen om maken. Eer zou hersteld worden bij het verslaan van het scharminkel dat op hem af kwam.
Anubis zat boordevol energie en geen vrees. Hij was even zeker van zichzelf als de wolf was over zichzelf. Beide partijen leken niets te vrezen te hebben, maar het einde zou zeggen wie gelijk had. Het grootste voordeel dat hij had op de wolf was zijn beweeglijkheid. Hij was niet super lening, maar hij had veel meer bewegingsmogelijkheden. Hij kon zaken dat de wolf niet kon en waar hij sowieso ook niet over ging nadenken. Het had eerder gewoon aangevallen en nu weer. De wolf was meer een wild beest, dan dat er echt een bewustzijn achter zat en dat was anders bij Anubis. Hij dacht wel na en dat maakten het gevaarlijk. Omdat Anubis geen moeite had gedaan om de sprong van de wolf te ontwijken, was het beest makkelijk om hem geraakt. ZIjn tanden boorden zich door zijn vel in zijn schouder ter hoogte van zijn sleutelbeen, maar hij gaf geen kick. Eén van zijn klauwen scheurde door het vel van de wolf en zo kreeg hij het ding ook beet. De achterpoten stonden ondertussen in zijn zijde en het liet sneeën achter. Zorgen voor later. Zo kon je het wel noemen. Toch moest er iets aan gedaan worden, want anders zou het uiteindelijk wel een probleem hebben. De huid van de wolf begon ondertussen wel te veranderen en het scharminkel werd enkel gruwelijker. Hoe langer het contact zou duren, hoe erger het werd en als hij dan zijn tanden in het dier wist te zetten, zou het niet aangenaam zijn.
Met de arm langs de kant waar dat de wolf hing, besloot hij om mee naar de verste poot te grijpen. Moest hij die vast te pakken krijgen zou hij die naar voor trekken, zodat die gekruist zou komen te liggen met de andere poot. Dat was in elk geval toch wat dat Anubis probeerde te bereiken, maar het kon uiteraard nog steeds helemaal anders loop. Zijn andere poot besloot hij ook om van plek te wisselen, dus haalde hij zou klauwen uit het vlees van de wolf en in plaats daarvan pakte hij naar de onderkaak van de wolf en zo probeerde hij de onderkaak naar beneden te trekken met een groot deel van de kracht die hij had in zijn lichaam. Misschien was hij mismaakt, hij bezat nog altijd over een hoop kracht. In elk geval hoopte hij de bek een flink eind open te trekken en het was maar te wachten tot hij zou stoppen. Het hing er allemaal van af in wat voor een mood hij uiteindelijk zou zijn. Beide wezens vonden het duidelijk niet erg om gewond te geraken en dat maakten het allemaal heel gevaarlijk. Anubis dacht er niet over na over hoe hij er uiteindelijk uit zou komen. Dat maakten hem niets uit. De sneeën die de achterpoten van de wolf achterlieten bloeden en er werd flink wat kracht gezet op zijn schouder en sleutelbeen. Niet wat hem zou tegenhouden. Perfect.