Onderwerp: Re: Enjoy the moment where you just can be yourself. [Nadya] wo nov 25, 2015 7:20 pm
GRACE IS JUST WEAKNESS
Or so I've been told. I've been cold, I've been merciless. But the blood on my hands scares me to death Maybe I'm waking up today --------------------
Heel even leek het alsof zijn ogen een geel randje kregen. Alsof de wolf in hem naar boven kwam bij het horen van haar woorden. Het verdween echter zo snel, dat ze er niet zeker van was of ze het goed had gezien. Of zich echt een geel randje rond zijn bruine irissen had gevormd. Bezorgd keek ze hem aan, met haar hand nog altijd rustend op zijn onderarm. Pas toen hij reageerde besefte ze zich, wat ze verkeerd had gedaan. Dat het woord moordenaar een woord was, waarmee hij zichzelf niet wou associëren. Niet kon associëren. Dat zij zichzelf zo zag, betekende niet dat hij zichzelf zo zag. Dat hij Lupos zo zag. Voor een moment keek ze Storm schuldbewust aan. Het was nooit haar bedoeling geweest hem het gevoel te geven dat hij een moordenaar was. Hem te laten denken, dat zij hem zo zag. Dat zij Lupos zo zag, want dat deed ze niet. Een jager. Een term die misschien wel beter bij de weerwolf paste dan moordenaar. Een term die in elk geval een stuk dragelijker was. Al zou zij Storm ook nooit als een jager kunnen zien. Als iemand die slachtoffers maakte. Voor haar zouden Lupos en Storm altijd twee verschillende wezens blijven en hoewel ze wist dat hij het niet zo zou zien, wou ze dat hij wist dat zij het zo zag. Dat hij voor haar geen monster, moordenaar of jager was. Voor haar was hij gewoon Storm. Bij de aanraking van haar hand op zijn borst, was er iets weemoedigs in zijn ogen gekomen. Hoewel hij niets zei kon ze aan hem zien dat wat ze zei wel degelijk tot hem doordrong. Er leek iets meer rust in zijn blik te komen en met een knikje wist hij haar duidelijk te maken dat hij haar begreep. Met nog altijd een lieve blik in haar ogen, glimlachte ze naar hem zacht naar hem.
Wat als Nick haar in die auto had laten liggen? Wat als hij zichzelf in veiligheid had gebracht in plaats van haar? Dan had hij hier misschien gezeten. Dan was hij degene geweest in wiens hoofd zich steeds dezelfde vraag herhaald had. Wat als? Zou hij gelukkig zijn geweest? Zou hij de wereld aan hebben gekund zonder haar? Of zou hij zich net zo verloren hebben gevoeld als zij zich voelde? Alleen in een wereld die niet te vertrouwen was. Een wereld bewoond door mensen die er enkel en alleen op uit waren anderen pijn te doen. Een wereld die zich aan hen enkel van zijn slechtste kant had laten zien. Beide waren ze opgegroeid in gevangenschap. Beide waren ze getraumatiseerd geweest. Beide hadden ze de wereld niet begrepen zoals de meeste mensen dat deden. De enige rede dat ze zich staande hadden weten te houden nadat ze vrij gelaten waren, was dat ze elkaar hadden gehad. Dat ze hadden geweten, dat er ten allen tijde iemand was op wie ze terug konden vallen. Nu was dat alles weg. In één dag was ze het enige wat haar op de been had gehouden verloren. Door haar eigen toe doen. Door haar eigen bloed. De enige die ze ooit volledig vertrouwd had was weg. Van de aard bodem verdwenen. Opgegaan in de vlammen die over haar gehele lichaam hadden gedanst, nadat hij zijn laatste adem had uitgeblazen. Nadat ze trillend en huilend, zijn ogen gesloten had.
En nu, nu zat ze tegenover Storm, een jongen die ze misschien ooit ook volledig vertrouwen kon. Een jongen die ze al genoeg vertrouwde om hem te vertellen over één van de belangrijkste personen in haar leven, over Nick. Makkelijk was het niet. Zelfs het uitspreken van de woorden deed pijn. Beelden van die dag schoten door haar hoofd en haar eigen geschreeuw leek na te echoën in haar oren. Tranen branden achter haar ogen. De enige rede dat ze niet volledig ineen storten was Storm. Zijn warme hand die de hare omsloot. Zijn woorden, die ook al eens door haar hoofd waren gegaan maar die ze nog nooit uit de mond van een ander had horen komen. Misschien was Nick’s daad heldhaftig geweest. Misschien had hij het op dat moment werkelijk belangrijker gevonden dat zij bleef leven, dan hij maar mooi zou ze zijn dood nooit kunnen nemen. Daarvoor was het te pijnlijk geweest. Daarvoor had het te lang geduurd. Hoe lang precies wist ze niet, aangezien ze zelf een tijd lang bewusteloos was geweest. Als ze dat niet was geweest was alles anders geweest. Dan had ze hem er misschien van kunnen weerhouden haar te helpen. Dan had ze hem er van kunnen overtuigen dat zijn leven veel meer waard was dan de hare. Dat hij nog veel meer te zien had dan zij. Dat zij na honderdvijf jaar wel redelijk klaar was met deze wereld. Met een wereld die enkel haar hart leek te breken. Keer en keer op nieuw. Tot op het punt dat ze zich afvroeg waarom ze nog mensen in haar hart sloot. Al was dat precies wat ze nu ook weer deed bij Storm. “Ja, ook als zijn bloed giftig was geweest had ik precies hetzelfde gedaan.” antwoorde ze uiteindelijk zachtjes op zijn eerdere vraag. Voor een moment keek ze hem zwijgend aan, met een blik die niets anders dan pijn en verdriet liet zien. De gedachten die er door haar hoofd waren geschoten. Het idee dat het beter was geweest als Nick was blijven leven in plaats van zij. Het feit dat ze het na al die jaren niet erg had gevonden als ze die dag gestorven was, hield ze voor zichzelf. Omdat ze wist dat het iets was wat je niet zomaar hardop zei. Omdat ze niet zeker wist of hij het zou begrijpen. Al wist ze dat als iemand het zou begrijpen hij het zou zijn.
Weer was er die verdomde wat als vraag. Wat als Storm hetzelfde zou doen als Nick had gedaan? Wat als zij Storm zou verliezen? Wat als ze hem zou verliezen op exact dezelfde wijze als ze Nick verloren had? Dat zou ze niet aan kunnen. Dat zou ze zichzelf nooit kunnen vergeven. Smekend keek ze hem dan ook aan, in zijn bruine ogen die wat gepijnigds hadden gekregen. ‘Ik kan niet iets beloven als ik niet weet of ik me eraan ga houden.’ Ondanks zijn voorzichtigheid waren zijn woorden als een ijskoude hand die zich langzaam rond haar hart sloot. Zachtjes schudde ze haar hoofd, nog altijd stonden er tranen in haar ogen en het koste haar moeite ze niet te laten lopen. Dit kon hij niet zeggen. Dit mocht zijn antwoord niet zijn. Nooit meer kon ze iemand om wie ze gaf op die manier verliezen. Tegen zijn volgende woorden, wou ze direct in protest gaan. Dat er tot nu toe maar twee mensen waren geweest die ongevoelig waren geweest voor haar bloed. Dat als haar bloed effect op hem had, dat zijn einde kon betekenen. Dat hij het niet in zijn hoofd moest halen, het uit te proberen. Zijn vinger, die hij voor kort tegen haar lippen drukte, hield haar tegen. Zijn woorden wist haar iets gerust te stellen. Niet genoeg om het ijzige gevoel uit haar lichaam te jagen, maar genoeg om hem gewoon zwijgend aan te kijken. Smekend. De seconden leken uren te duren. Iedere keer weer zag ze Nick’s van pijn vertrokken gezicht voor zich en zo nu en dan leek zijn gezicht plaats te maken voor dat van Storm. Zijn op elkaar geklemde kaken, zijn bleke huid, de pijn die duidelijk van hem af te lezen was. Zoals in de nacht van volle maan. Uiteindelijk knikte hij, sprak hij de woorden uit die ze had willen horen. “Dankje.” fluisterde ze, met een stem die verstrikt was door de tranen. Natuurlijk, wist ze dat deze belofte geen garantie was. Dat als hij echt een keer in een situatie terecht zou komen waarin hij haar moest redden, hij alsnog zijn belofte zou kunnen breken. Zoals Nick ook had gedaan. Maar het was iets, iets waar ze zich aan vast kon houden. Iets wat haar een beetje rust wist te geven. ‘Maar dat geld niet voor Lupos, dus je moet opletten als je ooit nog eens tegenover hem staat, hij doet niet aan beloftes.’ Zachtjes knikte ze, het was één van de dingen waar ze tijdens de nacht van volle maan bang voor was geweest. Dat Lupos haar zou bijten. Dat haar bloed in zijn lichaam terecht zou komen. “Ik weet het.” zei ze, terwijl ze een lok van haar blonde haar uit haar gezicht streek. “Ik was ook bang dat hij me zou bijten tijdens volle maan, maar zo dicht bij is hij nooit gekomen.” Na dit gezegd te hebben keek ze hem voor een moment zwijgend aan. “Wat is je plan voor de komende volle maan?” vroeg ze uiteindelijk voorzichtig. De vraag was al vaker door haar hoofd gegaan, maar ze wist dat als ze hem nu niet zou stellen het haar niet meer met rust zou laten. Ze had gezien wat de volle maan met hem kon doen en ze was bang voor wat het de komende volle maan met hem zou doen. Als hij haar nodig had zou ze er zijn. Dat wist hij en als hij dat niet wist dan zou het hem nog eens zeggen en nog eens, tot hij zeker wist dat hij er echt niet alleen voor stond. Dat zij er voor hem zou zijn. Al hoopte ze, dat ze hem niet nog eens zo veel pijn zou hoeven doen.
Onderwerp: Re: Enjoy the moment where you just can be yourself. [Nadya] wo nov 25, 2015 10:16 pm
.Always live before you die.
De opflakkering van haar bezorgdheid, de schuldbewuste blik, ze merkte het dus dat Storm iets heviger, iets instinctiever was gaan reageren op het woord “moordenaar”. Hij keurde het woord af, hij had moordenaars al zijn hele leven afgekeurd. Om er nu zelf eentje te zijn, verteerde hij nog steeds niet al te goed. Maar het woord gaf Lupos wel altijd een boost, alsof hij eventjes wou duidelijk maken dat hij er ook nog was. Dus de wolf had meteen gereageerd met een kleine opstoot dat resulteerde in de gele rand rond zijn bruine ogen en de lichtte felheid in zijn blik. Hij voelde zich haast zo één van die mensen die twee persoonlijkheden had en de helft van de tijd onderling zat te vechten met de ander. Eerlijk, want daar leek het wel op, alleen was er niets anders veranderd aan Storm. Hij probeerde het gevoel altijd te negeren door zijn eigen karakter zijn gang te laten gaan. Dat dit zo’n delicaat en gevoelig onderwerp was, was blijkbaar ook duidelijk voelbaar voor Lupos. Op de één of andere manier was hij alerter. Of dat kwam omdat de geur van Nadya herkenbaar was, of dat was omdat Storm in een zwak moment zat waar die wolf graag gebruik van wilde maken. Gelukkig had hij geen woorden nodig om aan Nadya duidelijk te maken dat het oké was, dat hij het begreep, dat hij het probeerde te aanvaarden. Haar zachte glimlach was genoeg om de weerwolf de bek te snoeren, het gevoel verdween, de rust keerde terug.
Lucy was wat? Zijn anker aan zelfbehoud, een herinnering om aan te geven wie hij echt was. Nick was voor haar zoveel keer meer dan dat, ze was zijn beste vriend geweest en hij kon zich voorstellen dat dit, ver van gemakkelijk was om over te praten. Hij vroeg zich af of ze dit ooit al aan iemand anders had gezegd, hij kende haar niet buiten het zwakke en de troost die ze uit elkaar putte. Dus hij wist niet tot wat Nadya in staat was, hij wist niet hoe ze een dagdagelijkse dag afhandelde. En het was nooit in hem opgekomen om het na te gaan, wat hij bij ieder ander meisje met plezier zou doen, gewoon om de details te krijgen. Maar Nadya was zoveel waardevoller dan gelijk wie, ze was ook een anker geworden, eentje die Storm in realiteit hield, eentje die hem recht tegenover de weerwolf zette en het er toch goed liet uit zien. Ze was de enige waarbij het zo gemakkelijk was om erover te praten, waarschijnlijk omdat haar verhaal nog erger was, in zijn ogen althans.
En toen zei ze het, ze zei precies wat hij dacht dat ze zou zeggen. Dat ze ook Nick zou geholpen hebben als zijn bloed giftig zou zijn geweest. Misschien bracht het luidop zeggen van die woorden wat troost. Het kon nooit genoeg zijn, want zij leefde en Nick was dood. Zo zou het altijd zijn, zo zou het altijd voelen. ‘In zo’n moment doet iedereen exact hetzelfde.’ Zei hij zachtjes. Althans zou zag hij het, als Devon daar met giftig bloed had gelegen, of Nadya, of zijn broertje, hij zou het gedaan hebben, zonder nadenken, zonder twijfel. ‘Ik liet drie van mijn vrienden achter, voor dood toen de weerwolf ons aanviel en me beet,’ hij zweeg en keek terug naar het hout, zette zijn nagel er tegen en prutste er weer aan voor hij zuchtte. ‘Ik vraag me altijd af waarom ik degene ben die dit moet dragen.’ Hij wees zichzelf aan en keek op naar Nadya. ‘Waarom moet ik het verdriet dragen van hun verlies, waarom moet ik de pijn lijden van een transformatie, waarom moet ik mijn leven opgeven voor een vloek. Het zou een stuk vrediger geweest zijn als ik dat moment was gestorven,’ hij liet de woorden door de lucht zweven terwijl hij naar Nadya staarde. ‘En het is verkeerd om het te zeggen maar god, ik heb het soms gewenst, gewoon, er niet meer zijn, weg van de pijn, het verdriet.’ Hij haalde zijn schouders op en keek langs haar heen naar een stel boven. ‘Maar we zijn hier, levend en wel, ik noem dat geen geluk maar ik heb geen idee hoe ik het anders moet noemen.’ Glimlachte hij loom, een beetje verloren. ‘Vergeten is geen optie, nooit maar ik denk wel dat er een manier moet zijn om verder te leven zonder dat gevoel.’ En hij hoefde haar de inhoud van “gevoel” niet uit te leggen. Ze zou het zelf wel weten, ze wist het beter dan alle anderen.
Haar zeggen dat hij de belofte eigenlijk niet wilde geven omdat hij niet wist of hij ze zou kunnen houden was een slecht idee. Hij zag haar ogen vol lopen met tranen, meer dan daarvoor en ze schudde heftig haar hoofd. Ze zou wild hebben geprotesteerde en ze moest waarschijnlijk meer dan eens weer op die rollercoaster vol emoties zitten. Ze werd terug getrokken naar het moment waarin Nick stierf, waarin ze hem waarschijnlijk ooit eens dezelfde waarschuwing had gegeven en hij niet had geluisterd. En hier was Storm, deed exact hetzelfde. Dat was in zijn versie aan Devon zeggen dat hij hem niet mocht achterna komen bij volle maan wetend dat Devon toch niet zou luisteren. Dus hij kende het vage gevoel en daarom had hij haar meteen tegen gehouden. ‘Ik beloof het.’ Zei hij nog eens na haar bedanking. Hij hoopte dat er nooit zo’n moment zou komen maar hij vertrouwde haar. Als ze bij bewustzijn zou zijn dan zou hij haar vertrouwen als ze hem zei dat haar wonden zouden helen. Anders zou hij het risico nemen, ongeacht zijn belofte. Haar opmerking over Lupos deed hem moeizaam slikken, dat beest zou zijn dood nog eens worden, daar was hij zeker van. En Lupos was behoorlijk de lafaard, dat was vorige volle maan gebleken, de pijn was te hevig en hij liet het allemaal aan Storm over. “Wat is je plan voor volgende volle maan?” Hij keek haar aan, een beetje verbijsterd door de vraag, zeker als je wist dat hij er nog maar een dikke week van bevrijdt was. Maar bij nader inzien vroeg ze het om zichzelf gerust te stellen. ‘Devon.’ Hij sprak zijn kamergenoot zijn naam zacht en met een zekere afkeur uit want hij wilde niet dat Devon dit zou doen voor hem. Maar hij had nog ruim drie weken om daaraan te werken. ‘Hetzelfde als altijd, de kettingen in de hoop dat die me tegen houden. Ik heb kalmeringsmiddel meegesmokkeld uit de ziekenboeg om te testen of dat zou werken.’ Hij zweeg en het verbaasde hem hoe vlot hij hierover sprak, over iets waar hij totaal niet naar uit keek. ‘Maar Devon zal er zijn.’ Hij haalde zijn hand door zijn haar en keek haar wanhopig aan. ‘Hij is ervan overtuigd dat hij me van de studenten hier kan weghouden. Ik vind het verschrikkelijk als jullie je levens moeten inzetten voor mijn problemen.’ Zei hij haast wanhopig. Hij liep altijd al zijn opties af maar niets was goed genoeg om de weerwolf tegen te houden zonder een obstakel met een eigen geest voor er tussen in. ‘Ik hoop dat jij veilig en wel op je kamer blijft. Dat is het enige dat ik vraag, ik wil en zal je nooit meer vragen dan dat, zolang ik maar weet dat je veilig bent.’ Glimlachte hij zwakjes, futloos. Nadya mocht dan misschien een draak zijn, en wat voor eentje, maar hij was altijd bang om anderen te verliezen. Net als hij zijn drie vrienden was verloren, Lucy, alle andere slachtoffers, dat wilde hij niet nog eens meemaken, draak of beer, nee, niet nog eens …
Onderwerp: Re: Enjoy the moment where you just can be yourself. [Nadya] do nov 26, 2015 5:51 pm
GRACE IS JUST WEAKNESS
Or so I've been told. I've been cold, I've been merciless. But the blood on my hands scares me to death Maybe I'm waking up today --------------------
Het was bizar hoe haar leven, hoe waarschijnlijk ieder leven, een aan één schakeling van momenten leek te zijn. Van belangrijke en minder belangrijke momenten. Van momenten waarnaar ze kon wijzen en waarvan ze kon zegen, dat op dat moment alles was veranderd. Dat als dat moment haar laatste was geweest, ze beter af was geweest. Veel beter. De dag dat ze Nick verloren was, was één van die momenten. Eén van de momenten waarvan ze wou dat het haar laatste was geweest. Eén van de momenten waarvan ze wist dat als ze het niet had overleefd, ze zich nooit zo verschrikkelijk had hoeven voelen. Dat ze zich nooit af had hoeven vragen hoe ze in hemelsnaam verder moest zonder haar beste vriend. Hoe ze ooit zou kunnen leven met het feit dat zijn bloed aan haar handen kleefden. Dat ze nooit had hoeven ervaren hoe het was om alleen in een wereld te staan die ze enkel van zijn slechtste kant kende. Een wereld waarin ze zich gevangen voelde, zelfs nu ze vrij was. Waarin ze zich nog meer gevangen voelde, nu ze Nick niet meer had. Nu ze niemand meer had die haar weg trok uit een ruimte, wanneer de muren op haar af leken te komen. Wanneer de angst meester van haar werd en de lijn tussen heden en verleden leek te vervagen. Er waren meer van die momenten. Momenten waarvan ze kon zeggen dat op dat moment haar hele leven veranderd was. Momenten waarvan ze wou dat het haar laatste waren geweest. Zoals de dag, waarop een bom hun huis aan de Dnjepr had weg gevaagd en met het huis haar vader. Als zij op dat moment thuis waren geweest, was alles anders geweest. Dan zou ze toe hebben behoord aan één honderdduizenden doden die er tijdens de slag om Kiev gevallen waren. Dan zou ze niet meer zijn geweest dan een nummer in de geschiedenisboeken. Dan één van de vele kinderen wiens leven beëindigd was tijdens de Tweede Oorlog.
Weer zei Storm iets, wat het bloed in haar aderen leek te doen stollen. Iets wat ze liever niet zou horen, omdat ze wist dat hij het ook zou kunnen doen. Dat als hij voor die keuze werd gesteld, hij haar leven misschien voor de zijne zou plaatsen en dat wou ze niet. Zijn volgende woorden weerhielden haar er van om er direct op in te gaan. Zwijgend keek ze hem aan. Haar pijn en verdriet, leek zich te vermengen met bezorgdheid. Bezorgdheid om hem. Om wat hij op het punt stond haar te vertellen. Althans, wat zij dacht dat hij haar ging vertellen. Zacht beet ze op haar lip terwijl ze haar blik liet afdwalen naar zijn vinger waarmee hij weer rusteloos aan het hout van de picknick bank aan het prutsen was. Wat moest ze zeggen? Dat zei er precies hetzelfde over dacht? Dat zij bijna dagelijks wenste dat Nick haar in de auto had laten liggen? Zodat ze dit niet had hoeven mee te maken? Zodat ze hem niet had hoeven verliezen? Zodat ze niet had hoeven leren leven met het schuldgevoel? ‘En het is verkeerd om het te zeggen maar god, ik heb het soms gewenst, gewoon, er niet meer zijn, weg van de pijn, het verdriet.’ zei Storm en weer wist hij haar gedachten bijna precies te vangen. Weer besefte ze zich, dat hij haar begreep. Echt begreep. Stilletjes keek ze naar hem, terwijl hij langs haar heen keek. Niet goed wetend wat ze moest zeggen. Niet echt in staat om iets te zeggen. Bang dat haar stem zou breken als de woorden over haar lippen zouden komen. Bij zijn volgende woorden verscheen er een haast verloren glimlachje op zijn gezicht. “Geluk is inderdaad niet het goede woord.” zei ze zachtjes, waarna ze weer zweeg. Haar ogen dwaalden af naar het pad door de bloementuin, dat er verlaten bij lag. “Ik hoop dat je gelijk heb. Ik hoop echt dat gevoel kwijt te raken, maar soms heb ik het gevoel dat dat moment nooit zal komen.” Nog altijd had haar stem iets breekbaars. “Steeds weer vraag ik me af waarom Nick me uit die auto moest halen. Waarom ik degene ben die zonder hem moet leren leven. Ik weet dat het egoïstisch klink, maar ik wou dat hij me gewoon had laten liggen.” Haar ogen vonden die van Storm weer en voor een moment keek ze hem in stilte aan. Pijn, verdriet, radeloosheid al haar emoties leken te weer spiegelen in haar ogen. “Mensen die denken dat onsterfelijkheid een zege is, hebben geen idee wat het betekend om onsterfelijkheid te zijn.” Een zucht schoof over haar lippen en voor een moment sloot ze haar ogen.
Nick zien sterven in haar armen had haar hart in duizenden stukjes gebroken. Zonder hem had ze er alleen in gestaan. Zonder hem was er niemand meer die ze kon vertrouwen. Tot ze Storm had ontmoet. Op de nacht van volle maan, als Lupos. Als ze hem op een ander moment had ontmoet, zouden ze nooit gehad hebben wat ze nu hadden. Als ze hem gewoon in de gangen tegen gekomen was, als Storm, had ze hem waarschijnlijk nooit in vertrouwen genomen. Had ze zich nooit zo kwetsbaar tegenover hem opgesteld. Dan had de gedachten hem te verliezen haar nooit zo veel angst aan kunnen jagen. Dan had het niet gevoeld alsof er een ijskoude hand om haar hart sloot, op het moment dat hij zei dat hij haar niet kon beloven niet hetzelfde als Nick te doen. Al had ze die woorden dan waarschijnlijk ook nooit over zijn lippen horen komen. “Ik beloof het.” zei hij nog eens en ze kon niet anders dan dankbaar naar hem glimlachen. Al wist ze dat er een kans was dat hij de belofte zou breken, als hij ooit in een dergelijke situatie zou komen en ze hoopte dan ook met heel haar hart dat dit nooit zou gebeuren.
Wat verbijsterd keek Storm haar aan en Nadya realiseerde zich, dat haar vraag misschien een beetje vroeg kwam. Dat zijn laatste volle maan nog maar net een week geleden was en hij nog bijna drie weken te gaan had tot de volgende. Toch wist ze zeker dat hij er al over na had gedacht. Dat hij zich nu al zorgen maakte om wat er komen ging. Net als zij. Devon, Storm’s beste vriend. De beer die zo groot als een bestelbus scheen te zijn, althans dat was wat ze had horen zeggen. Aan de toon van Storm’s stem kon ze horen dat hij niet wou dat Devon degene zou zijn die de komende volle maan een barrière tussen Lupos en de studenten zou vormen. Kettingen en kalmeringsmiddelen. De manier waarop hij er over sprak, gaf aan dat hij er al meer dan eens over na had gedacht. Waarschijnlijk had hij zelfs al meerdere keren geprobeerd Devon er van te overtuigen dat hij niet voor Lupos moest gaan staan. Al wist hij waarschijnlijk dondersgoed dat hij zijn vriend hier niet van zou kunnen overtuigen. De wanhopige blik in zijn ogen en zijn woorden, bevestigde haar vermoeden. Zachtjes pakte ze zijn hand weer vast, die ze voor een moment had los gelaten. “Zoals jezelf al zei, dat is wat je voor je vrienden doet.” zei ze zachtjes. Al wist ze dat het ergens een beetje hypocriet was, nadat ze hem zojuist had laten beloven zijn leven niet voor de hare te plaatsen. Echter was dat heel anders, dat vond zij in elk geval. “Ik kan je niet beloven dat ik op m’n kamer zit, ik ben niet zo goed met lang binnen zitten.” Al helemaal niet als hij als Lupos door het bos liep en vocht tegen zijn beste vriend, maar dat hield ze wijselijk voor zichzelf. “Maar ik zal uit de buurt blijven.” vervolgde ze, met een geruststellende glimlach. Of ze zich er aan zou houden wist ze niet. Ze zou het proberen maar als ze het idee zou krijgen dat het uit de hand liep, zou ze ingrijpen. Ze zou hem geen slachtoffers laten maken. Ze zou hem niet late weten hoe het voelde om je beste vriend te vermoorden, al was het dan ‘per ongeluk’.
Onderwerp: Re: Enjoy the moment where you just can be yourself. [Nadya] vr nov 27, 2015 3:53 pm
.Always live before you die.
Praten over dingen als pijnlijke transformaties, dood of een einde aan je leven maken waren één van de dingen waar Storm nooit eerder in zijn leven over had hoeven praten. Hij was tot zes maanden geleden de eeuwige optimist, iemand die genoot van iedere second van het leven en respect had voor de doden. Maar nooit, nooit had hij een dergelijke moeilijk gesprek moeten voeren. Nooit had hij iemand moeten zeggen hoe rot zijn leven was, hoe graag hij de gedachte toe liet dat het zonder hem beter zou zijn. Dit was dan ook het diepste van Storm, het rauwe en eerlijke kwetsbare die nog nooit iemand eerder in hem naar boven had gehaald. Bij volle maan was hij moe, had pijn maar nu was hij gezond en wel hersteld, helder van zijn daden en woorden en het voelde even beroerd aan als toen. Dit waren de zeldzame open emoties van een Storm die je nooit eerder zag en Nadya zag ze. Met de blik waarmee hij naar haar keek kon ze alles lezen in zijn ogen, achter zijn ogen. Net als hij haar verdriet, haar wanhoop en pijn kon zien. Het was als in de spiegel kijken en het deed hem veel meer pijn dan hij had verwacht. Hij had maanden gelogen, tegen zijn omgeving, zijn familie tot hij naar hier kwam als zijn laatste redding. De eerste persoon die hij hier was tegen gekomen was Devon en hij was meteen alles geweest wat Storm nodig had gehad. Iemand die hem ondersteunde, maar ook een vriend en partner in crime, iemand die het begreep. Net als Nadya het begreep, dit waren de vriendschappen die Storm terug op het droge hielpen, die het niet toelieten om te verdrinken.
‘Het zal ook niet komen als je erop wacht, het zal komen op het meest onverwachtste moment in je leven.’ Prevelde hij gelijk achter haar woorden. Hij keek naar haar op, en glimlachte, de glimlach eigen aan Storm, een scheve oprecht liefdevolle glimlach. Hij draaide zijn hoofd een beetje terwijl zijn gehoor de omgeving aftastte, zelf met dit gesprek was het moeilijk voor hem om de geluiden te negeren vanuit de omgeving. En dat was meer een slecht teken dan een goed teken. Hij draaide zijn hoofd terug naar Nadya toen ze opnieuw begon te praten. En ze kwamen elkaar weer tegen op hetzelfde pad, het pad dat ze liever dood waren geweest op hun allerzwakste moment. Hij begreep het, hij begreep het meer dan hij zelf zou willen begrijpen. Voor Storm weerwolf werd had hij nooit gedacht aan doodgaan en als hij erover bezig was dan was het in de meest luxueuze omstandigheden of op de vredigste manier. Maar nu, hij dacht er constant aan. Zou hij sterven als wolf? Zou hij sterven in de gevangenis omdat hij andere vermoordde? Zou hij sterven door mensen die op hem jaagden? Plots waren er honderd lugubere manieren om te sterven, en geen enkel van hen was beter dan de ander.
Onsterfelijkheid, het woord gleed over haar lippen en het koste Storm veel moeite om zijn mond niet te laten open vallen. Ze was onsterfelijk? ‘Je bent onsterfelijk.’ Prevelde hij terwijl zijn ogen onderzoekend langs haar gezicht gleden. Dat maakte alles enkel maar erger voor haar. Een gewoon mens stierf, het verdriet stierf mee maar Nadya … ze moest er al zo lang mee leven en misschien nog langer. ‘Hoelang loop jij al rond?’ De woorden rolden over zijn lippen zonder dat hij erover kon nadenken. Het was zacht uitgedrukt, maar hij stond aan de grond genageld. Na alles wat ze hem had gezegd was dit de kers op de taart waardoor alles nog zoveel erger leek dan het al was. Ze was onsterfelijk, ze kon niet sterven. Storm had het zich ook afgevraagd van zichzelf, hij heelde snel, hij werd niet ziek maar hij werd wel ouder … althans, dat hoopte hij. Aan ziekte zou hij dus niet sterven, waarschijnlijk zou hij gewoon langer leven en dan sterven. Onsterfelijkheid was wel het laatste wat hij wilde hebben, een heel leven weerwolf zijn en langer? Hij slikte de krop in zijn keel weg en richtte zijn ogen op het gras. ‘Dat is,’ hij zweeg en keek haar kort weer aan, heel kort, alvorens zijn blik weg gleed naar een boom. Hij maakte de zin niet af, afschuwelijk was niet het correcte woord maar hij wist niet hoe hij het anders moest omschrijven. Al zeker niet met de lasten die ze droeg.
Het was pas toen hij haar vingers weer rond zijn hand voelde glijden dat hij zijn blik, zijn gestaar, wegrukte van de boom en haar terug aan keek. Hij zag Nadya al als iemand helemaal anders maar dat onsterfelijk zijn had er enkel maar voor gezorgd dat zijn zorgen niet konden opboksen tegen de hare. Het respect dat hij voor haar had gehad was gegroeid. Haar woorden deden een korte lach opborrelen in zijn lichaam. Een zwakke lach die de omgeving voor even met geluid vulde alvorens hij zijn hoofd schudde. ‘Inderdaad.’ Zuchtte hij uiteindelijk. Nu kende hij de enige echte definitie van vrienden, degene die je door helse tijd zouden sleuren. Zoveel vrienden had hij niet gehad in Londen, toch geen die dit zouden doen. Hij had er, toch zeker twee die het zouden doen maar hij had ze beide achtergelaten met dezelfde smoes als dat hij tegen zijn ouders had gezegd … studeren. Zijn blik gleed opzij naar zijn cursussen, hij prutste aan de hoek van zijn schrift met het hand waar Nadya’s hand niet rond lag. Toen ze verder ging op zijn woorden over het feit dat hij haar veilig wilde hebben keek hij haar weer aan. Er kwam een bezorgde frons in zijn voorhoofd toen ze zei dat ze niet zo graag binnen zat. ‘Het is beklemmend binnen.’ Raadde hij zachtjes. Hij had het ook, op een dragelijk niveau tot een week voor volle maan. ‘Ik kan ook geen lessen volgen een week voor volle maan, het lijkt alsof de muren op me afkomen en plots iedereen een stukje rondwandelend vlees is.’ Glimlachte hij op een meer ontspannen manier. Dat was op zen minst zacht uitgedrukt over hoe het voelde om in een klaslokaal te zitten een week voor volle maan. Buiten zijn was nog steeds zijn grootste prioriteit. ‘Het is goed om te weten,’ hij zweeg terwijl hij blik op hun handen liet rusten. ‘Om te weten dat je misschien wel daarboven vliegt.’ Wees hij kort naar de hemel. Er kwam een onschuldige blik in zijn ogen toen hij zijn blik opwierp van hun handen en naar boven keek, naar haar blauwe ogen. ‘Het back up plan voor als het huidige plan uit de hand loopt.’ Hij schudde zachtjes glimlachend zijn hoofd. Voor het eerst sinds volle maan begon hij terug zijn ontspannen houding terug te vinden en dat was alleen maar omdat Nadya hier was …
Onderwerp: Re: Enjoy the moment where you just can be yourself. [Nadya] vr nov 27, 2015 8:03 pm
GRACE IS JUST WEAKNESS
Or so I've been told. I've been cold, I've been merciless. But the blood on my hands scares me to death Maybe I'm waking up today --------------------
De kwetsbaarheid, die ze Storm liet zien was een kwetsbaarheid die slechts één iemand eerder had gezien. Nick. Een kwetsbaarheid die ze niet graag aan mensen liet zien, omdat ze bang was dat ze er misbruik van zouden gebruiken. Dat ze haar zwakte uit zouden buiten, zoals de wetenschappers op Atol Bikini haar hadden uitgebuit. Bovendien deed het haar pijn. Praten over Nick. Praten over wat ze had mee gemaakt, deed pijn. Zeggen dat ze soms wou dat ze er niet meer was, deed pijn. Vooral omdat ze wist, dat dat moment waarschijnlijk nog lang op zich zou laten wachten. Het moment waarop ze voor altijd haar ogen mocht sluiten. Het moment waarop alle pijn en al het verdriet zou verdwijnen, zou misschien nog honderden jaren op zich laten wachten. Honderden jaren waarin haar hart nog tientallen keren gebroken kon worden. Tot er niks meer was om te breken. Tot ieder beetje menselijkheid voorgoed uit haar verdwenen was. Tot haar bitterheid zo’n groot deel van haar geworden was, dat er geen weg terug meer was. Dat het nemen van levens, niet iets was wat haar pijn deed maar iets wat ze zag als een gewoonte. Iets wat ze zag als onderdeel van zichzelf. Hoe vaak zou haar hart nog moeten breken, voor ze zou worden wat de meeste mensen al dachten dat ze was? Een monster. Een vuurspuwend, ij spuwend monster.
Zachtjes knikte ze, als reactie op zijn woorden. Wachten tot het gevoel weg zou gaan had geen zin, dat wist ze en toch was dat precies wat ze deed. Wachten tot het gevoel iets dragelijker zou worden. Tot het moment dat ze niet meer iedere dag zou wensen dat het haar laatste mocht zijn. De scheve, liefdevolle glimlach op zijn gezicht stelde haar op de een of andere manier gerust. Gaf haar het gevoel dat niet alles verloren was, al wist ze dat dat gevoel waarschijnlijk niet lang stand zou houden. Als ze geluk had zou ze zich iets minder verloren voelen, zolang ze hier buiten zat met hem. Zolang ze wist dat de gene die haar het beste begreep, de enige die haar begreep, vlak bij was. Ergens was het fijn om te weten dat er iemand was die haar begreep. Iemand die wist hoe het was om te denken dat de wereld beter af was zonder jouw. Dat je zelf beter af was, als je er niet meer was. En tegelijkertijd vond ze het verschrikkelijk dat hij wist hoe het voelde. Dat hij zich ook zo voelde. Er was niemand die ze dat gevoel gunde, niemand die ze die hopeloosheid toe zou willen wensen en al helemaal hem niet.
Nog niet eerder had ze het woord onsterfelijkheid in zijn bijzijn over haar lippen horen komen. Het was ook niets iets waar ze graag over sprak. Al was er überhaupt weinig in haar leven waar ze graag over sprak. Eigenlijk waren de meeste dingen die ze mee had gemaakt, op zijn zachts gezegd deprimerend en het feit dat haar einde nog lang op zich zou laten wachtte maakte dat alles niet makkelijker. Verre van zelfs. En ze wist dat Storm dit zou begrijpen. Dat hij zou weten dat haar onsterfelijkheid geen zege was, maar een vloek. Zijn ogen gleden onderzoekend langs haar gezicht en zacht prevelde hij, wat zij hem zojuist indirect gezegd had. “Zo goed als ja. Ik kan dood, denk ik, maar het zal niet makkelijk gaan.” zei ze, waarna ze haar blik af liet dwalen. Haar vader was overleden toen de inslag van een bom zijn lichaam in tientallen stukken had geblazen. Hoe haar moeder gestorven was, wist ze niet precies, dat hadden ze haar nooit verteld. Bij het horen van haar vraag, keek ze weer terug in zijn ogen. “Honderdvijf jaar. Nog niet zo heel lang voor iemand die onsterfelijk is.” Een bitter glimlachje verscheen op haar gezicht. Honderdvijf jaar. Echt lang was het nog niet, waarschijnlijk was het nog maar een klein deel van haar veel te lange leven. Een leven waar ze al lang al genoeg van had. “Maar lang genoeg om te weten, dat deze wereld keer op keer je hart zal breken. Tot er niks meer te breken is.” zei ze zachtjes. Haar blik gleed naar de grassprietjes onder de picknick tafel. Ze was zich er van bewust hoe donker haar woorden hadden geklonken. Hoe duidelijk ze hadden gemaakt dat de wereld waarin ze leefde, een wereld was waarin ze liever niet wou leven maar waarin ze moest leven. Misschien wel tot het einde der tijden. Storm’s stem deed haar weer op kijken en heel even vonden haar ogen de zijne. Hij hoefde zijn zin niet af te maken om haar duidelijk te maken wat hij had willen zeggen. Of in elk geval, wat de strekking van zijn woorden zou zijn geweest. Voor een moment keek ze zwijgend naar hem, terwijl hij naar de bomen keek die verderop stonden, terugdenkend aan wat hij haar had gezegd over medicijnen en alcohol. Terugdenkend aan de snelheid waarmee zijn hand genezen was. Zou het kunnen dat hij ook onsterfelijk was? Of zou hij gewoon snel helen, zonder dat dit invloed had op zijn verouderingsproces? “Storm, heb jij enig idee of je nog ouder wordt?” vroeg ze voorzichtig, terwijl ze hem onderzoekend aan keek. Als geen ander wist ze hoe confronterend de kennis kon zijn dat je niet ouder werd. Of in elk geval, zo langzaam dat je iedereen om je heen zou zien sterven. Keer op keer. Tot je je hart zo ver af had gesloten, dat je er niemand meer bij liet. Zelf was ze nog niet zo ver. Al had ze voor even gedacht dat dat wel het geval was. Dat met Nick het laatste beetje van haar menselijkheid verdween was, maar Storm had haar het tegendeel weten te bewijzen. Iets waarvoor ze hem dankbaar was, maar wat haar tegelijkertijd angst aan joeg. Omdat ze wist, dat om iemand geven je kwetsbaar maakte. Omdat ze wist dat je iemand enkel kon verliezen, als je om diegene gaf.
De aanraking van haar hand rond de zijne, leek hem terug te trekken in het heden. Zijn ogen vonden de hare weer. Haar woorden deden hem lachen en voor even wist ze niet hoe ze moest reageren. Was die lach goed of slecht? Soms wou ze dat ze mensen begreep, al had ze zich in de buurt van Storm tot nu toe redelijk weten te redden. Bij hem kwam het gene dat ze als kind had geleerd, meer naar boven dan bij ieder ander op het eiland. Bij hem was ze meer Nadya, dan ze in tijden was geweest. Ergens was het haast ironisch dat ze zich juist aan hem als Nadya had voorgesteld in plaats van als Storm. Juist omdat ze bij hem zo veel eerlijker en oprechter was, dan als ze als Storm ooit geweest was. Uiteindelijk stemde Storm zuchtend met haar in. Met het geen dat hij eerder zelf als argument had aangedragen. Voor een moment keek ze hem in stilte aan, naar hoe hij aan de hoek van zijn schrift begon te prutsen. Haar volgende woorden deden een bezorgde frons op zijn gezicht verschijnen. In plaats van haar vragen waarom ze niet graag binnen zat, raadde hij het. Beschreef hij het beklemmende gevoel dat gesloten ruimtes haar gaven. Ondanks de lading van wat hij zei leek hij wat meer ontsnappen en zijn gezicht werd gesierd door een glimlach. Iets wat ook haar wat meer deed ontspannen. “Als je in die tijd buiten gezelschap nodig hebt, moet je me maar opzoeken. Ik volg meestal niet meer dan drie lessen.” Voor een moment schoot haar blik naar zijn boek. Naar de tekens waarvan ze werkelijk niks begreep. De laatste keer dat naar school was gegaan was ze elf geweest en sinds ze op Genosha was had ze slechts enkele lessen kunnen volgen zonder in paniek te raken door de kleine ruimte waarin ze moest zitten. Zodra hij begon te spreken maakte ze haar blik weer los van de bladzijden en keek ze hem weer. Heel even ging haar blik naar de lucht, toen hij omhoog keek. “Grote kans dat ik daar dan ergens rond vlieg ja.” zei ze met een glimlachje tegen hem. “Hopelijk hebben jullie dat back-up plan niet nodig, maar als het uit de hand loopt ben ik er zo.” vervolgde ze. Ja, ze hoopte dat Devon het alleen af kon. Dat het hem zou lukken zijn vriend in bedwang te houden, zonder dat er gewonden zouden vallen. Zonder dat één van hun ernstig gewond zou raken, maar als ze haar nodig zouden hebben zou ze er zijn. Natuurlijk, zou ze er zijn. Dat ze die nacht geen rust zou vinden tot ze zeker zou weten dat Storm in orde was, daar twijfelde ze niet aan.
Onderwerp: Re: Enjoy the moment where you just can be yourself. [Nadya] vr nov 27, 2015 9:10 pm
.Always live before you die.
Onsterfelijkheid … langer dan gelijk wie leven, geen einde weten te maken aan je eigen leven, iedereen oud zien worden, de wereld zien veranderen, oorlog beleven, geweld meemaken, je vrienden zien oud worden, geliefden zien sterven, leven met je eigen fouten, je eigen karakter en gedrag. Voor Storm zelf weerwolf werd had hij nooit echt om mutaties gegeven, hij had er nooit bij stil gestaan welke mutatie wel cool zou zijn. Dat was gewoon Londen, streng bewaakt en weinig spetterend nieuws over mutaties of mutanten. Je werd er opgegroeid met de laagst mogelijke interesse erin, iets wat hem dus duidelijk ingehaald had. Storm volgde via social media vaak wel eens iets over mutanten maar daar bleef het ook bij. Als de vriendengroep samen was dan hadden ze het er misschien even over maar nooit in de intensies zoals er hier over werd gepraat. Misschien hadden ze er eens over gehad, hij kon het zichzelf al niet meer herinneren, over welke mutatie ze zouden willen als ze een mutant zouden worden. Het ging meestal over onzin, zo waren ze nu eenmaal. Maar als er één ding was waar Storm nooit over had getwijfeld wat hij niet wilde dan was het onsterfelijkheid. Hij had het nu al zwaar genoeg dat hij zijn familie en vrienden had moeten achter laten, laat staan om ze te zien moeten sterven. Hij had nooit geloofd in het bovennatuurlijk, nu was hij een mutant, Nadya was onsterfelijk en de misselijkheid kwam zo naar boven. Het laatste wat hij wilde was een eeuwig leven, hoe glorieus het ook mocht klinken, er was niets roemrijks aan. Hij wilde het nooit te weten komen en hij wenste het al zeker niemand toe. En hier zat ze dan, Nadya, de enige persoon die hem had weten raken tot het diepste van zijn ziel en ze was onsterfelijk. Hij zei niets, hij bewoog amper, hij gaf haar enkel een klein kneepje in haar hand. Dat ene woord deed vier keer meer met zijn lichaam dan gelijk wat en hij voelde de weerwolf protesteren.
Ze kon sterven, ze had alleen geen idee hoe moeilijk het zou worden. Honderd en vijf jaar oud … Storm keek haar een lange tijd aan, zijn ogen waren wat afgeschermd van de emoties, niet omdat hij ze niet wilde tonen maar omdat de weerwolf onrustig was en de touwtjes in handen begon te nemen. Hij trok zijn been over het bankje en ging met zijn rug tegen het tafelblad zitten, staarde recht voor zich uit terwijl hij het bleef herhalen, ze kon sterven, ze had alleen geen idee hoe moeilijk het zou worden. Honderd en vijf jaar oud … ‘Niet lang.’ Herhaalde hij haar woorden. Hij keek haar wat verbluft aan, hoe kon honderd en vijf jaar nu niet lang zijn? ‘Nadya,’ hij zweeg en schudde zijn hoofd omdat hij niet wijs geraakte uit de mogelijke manieren hoe hij hier op zou kunnen reageren. Wat moest hij in godsnaam zeggen, yeey, joepi, op naar de tweehonderd? Nee, ze wisten beide hoe verschrikkelijk de pijn nu al was van verlies, hij kon enkel maar raden hoe het zou zijn als het opnieuw en opnieuw en opnieuw voor je ogen afspeelde. En toen zei ze iets waarvan Storm ook brak, alleen maar door de inhoud van haar woorden, door de fragiele kwetsbare manier waarom ze het zei. ‘Je leven is niet gemaakt om je enkel maar verdriet te brengen Nadya. De wereld is gemaakt om dat te doen, de samenleving. Je mag het je niet laten breken, ik weet,’ hij zweeg en keek haar wanhopig aan. ‘Ik weet het.’ Hij zweeg en keek terug voor zich uit. Nee, er was niets corrects op te zeggen maar als het aan hem lag zou hij het haar niet meer gunnen om ongelukkig te zijn, al was het zijn levensmissie. Ze had recht op wat geluk, en zijn zes maanden was niets in vergelijking met haar honderd en vijf jaar.
“Storm, heb je enige idee of je nog ouder word?” Vroeg ze hem voorzichtig. Hij bleef onbeweeglijk zitten terwijl hij die tien woorden tot zich liet door dringen. Ouder worden? Hij keek in paniek naar haar opzij. ‘Ik ben nog maar zes maanden weerwolf, hoe moet ik dat nu weten?’ Vroeg hij gelijk. Wat stelde ze voor? Dat hij onsterfelijk kon zijn? ‘Ik ben niet onsterfelijk, dat kan ik niet zijn.’ Fluisterde hij met een wilde blik in zijn ogen. De angst voor wat ze voorstelde ramde zich naar binnen, hij voelde zijn hartslag in geen tijd verdubbelen en de paniek voor wat hij wist dat zou komen stapelde zich in zijn lichaam op. Hij boog voorover, duwde zijn hoofd tussen zijn handen en probeerde zijn versnelde ademhaling onder controle te krijgen. Dit kon niet gebeuren, niet vlak na een volle maan. Dit was nog nooit gebeurd en dat bevestigde enkel zijn vermoedens, de weerwolf werd sterker, of was boos dat hij uren had gemist vorige week. Zijn hartslagmeter begon piepen, traag maar bewust alarmerend. Toen hij zijn ogen voor kort opende waren ze geeloranje, zijn wolvenzicht. Hij kneep ze toe en probeerde zich te concentreren op Nadya, haar aanwezigheid, haar hartslag die traag klopte, de zekere rust die ze uitstraalde. Uiteindelijk was het genoeg, het zweet stond op zijn voorhoofd. Hij liet zijn pols voor zijn gezichtsveld vallen en keek naar zijn hartslagmeter waarvan de cijfertjes langzaam weer daalde. Blijkbaar kon hij nu ookal aan paniekaanvallen lijden. Hij kwam langzaam weer recht, keek opzij naar Nadya, legde kort zijn hand op haar knie en gaf een kneepje. ‘Sorry.’ Prevelde hij vermoeid van het gevecht tegen zijn eigen lichaam. ‘Ik ben onrustiger deze maand.’ Vervolgde hij zachtjes. Hij keek opnieuw naar zijn hartslagmeter en ademde langzaam opgelucht uit, weer een ramp vermeden. ‘Ik wil niet onsterfelijk zijn, zoveel is duidelijk.’ Antwoordde hij dan stram haar vraag over het ouder worden. Maar daarmee was hij niet beantwoord, wat als hij onsterfelijk was? Hij keek opzij naar Nadya en bleef haar even aankijken. ‘En als ik het ben,’ de gal kwam gelijk omhoog uit zijn maag. ‘Dan denk ik dat we samen donkere tijden kunnen beleven.’ Het lukte hem te glimlachen maar je zag aan zijn gezicht dat het idee om onsterfelijk te zijn hem alles behalve aanstond.
Blijkbaar had binnen zijn dus ook hetzelfde effect op Nadya, hij wist niet waarom maar daar had haar verleden waarschijnlijk wel iets mee te maken. Bij haar opmerking daalde de ontspanning rustig aan weer terug over zijn lichaam, toch keek hij veel te vaak naar zijn hartslagmeter. ‘Ik ben geen aardig gezelschap dan, veel zal je niet aan me hebben.’ Hij zweeg even voor hij verder ging. ‘Trouwens, ik laat je niet nog eens met me opgescheept zitten.’ Hij schonk haar een liefdevolle glimlach. Nee, één keer met de weerwolf was meer of genoeg, dat gold ook voor de hypersensitieve versie van Storm een week voor volle maan. Hij was verschrikkelijk gezelschap dan, Devon kon het weten. Devon, de volgende die hem zou aanpakken bij volle maan. Bij haar woorden kwam er een vreugdeloze glimlach op zijn lippen. ‘Ik hoop dat het hem gaat lukken.’ Hij liet zijn hoofd op zijn vuist rusten en keek opzij naar Nadya. ‘Ik maak me meer zorgen om hem dan om hoe ik er zelf ga uit komen.’ Gaf hij toe. Net als hij meer om Nadya gaf dan om zichzelf, zo zou het tenslotte altijd gaan …
Onderwerp: Re: Enjoy the moment where you just can be yourself. [Nadya] za nov 28, 2015 1:41 pm
GRACE IS JUST WEAKNESS
Or so I've been told. I've been cold, I've been merciless. But the blood on my hands scares me to death Maybe I'm waking up today --------------------
Voor een moment bleef het stil. De gewaarwording dat zij onsterfelijk was leek meer met Storm te doen dan ze verwacht had. Haast bewegingloos zat hij naast haar. Zou hij zich realiseren wat onsterfelijkheid in hield? Wat niet kunnen sterven met iemand deed? Wat je zag als je langer dan ieder ander leven moest? Zacht beet ze op haar lip, ze voelde hoe zijn hand zich voor een moment wat strakker rond de hare sloot. Haar ogen zochten de zijne. Zou hij zich realiseren dat haar onsterfelijkheid haar deels gemaakt had tot wie ze was? Dat haar onsterfelijkheid maakte dat ze slechts zelden mensen toe liet in haar hart? Dat hij een uitzondering was op een regel, die ze tientallen jaren geleden aan genomen had? Lichtelijk bezorgd keek ze toe hoe hij zijn been over het bankje trok en met zijn rug tegen het tafelblad ging zitten. Waarom deed dit zo veel met hem? Waarom deed weten dat zij niet dood kon zo veel met hem? “Niet lang.” Herhaalde hij haar woorden en aan de toon waarop hij het zijn, kon ze horen dat hij het niet met haar eens was. Dat hij honderdvijf jaar wel degelijk lang vond. Het was misschien ook wel lang, maar ze was zich te sterk bewust van het feit dat haar leven nog veel langer zou duren om dit lang te kunnen noemen. Bij het horen van haar naam keek ze hem even aan. Niet goed wetend wat ze zeggen moest. Niet goed wetend hoe ze om moest gaan met zijn reactie. Niet goed wetend of ze hem meer moest vertellen of ze hem überhaupt meer kon vertellen. In haar keel had zich een brok gevormd. “Mijn vader was zevenhonderdvijfentwintig toen hij stierf.” zei ze zacht, zonder hem aan te kijken. Zevenhonderdvijfentwintig jaar, ze moest er niet aan denken zelf zo lang te moeten leven. Zo veel mensen te verliezen. Zo veel oorlogen mee te maken, dat je vertrouwen in de menselijkheid uiteindelijk in zijn geheel verdwenen was. Haar vader had niemand meer vertrouwd, alleen haar moeder en haar maar zij waren ook geen mensen geweest. Geen echte mensen in elk geval. Net als hem waren ze draken, wezens die van nature veel vriendelijker waren dan de meeste mensen dachten. Al eiste het leven duidelijk zijn tol van die vriendelijkheid. “Mijn moeder was ook rond de zevenhonderd, toen ze stierf denk ik.” Ging ze op de zelfde zachte toon verder. Nog altijd keek ze naar de grassprietjes rond haar schoenen. Hoe oud haar moeder precies was geweest wist ze niet. Tegen de tijd dat zij overleden was, had Nadya geen tijdsbesef meer gehad. In de jaren van haar gevangenschap, was langzaam ieder besef van tijd verdwenen. Dagen of nacht, weken of maanden. Het had geen verschil meer gemaakt. Nooit was er zonlicht door gedrongen in de ruimtes waarin ze gezeten had. Nooit had ze iets mee gekregen van de regen die er buiten gevallen was. Van de seizoen die elkaar boven de grond hadden afgewisseld. Tientallen keren.
Nadya wist dat haar woorden de hopeloosheid van haar situatie had weten te vangen. Haar gebrokenheid. Dat ze hem hiermee duidelijk had gemaakt, dat ze niet geloofde in geluk. Dat ze niet geloofde in de goedheid van de wereld. Dat ze dat na honderdvijf jaar gewoon niet meer kon. Niet na alles wat ze had gezien. Niet na alles wat ze had mee gemaakt. Bij het horen van zijn stem, keek ze weer op. In zijn bruine ogen, die wat wanhopigs hadden gekregen. “Er zijn twee momenten waarop ik dacht dat ik gelukkig zou kunnen zijn. Beide keren bleek ik het fout te hebben.” zei ze zachtjes. Waarna ze stilletjes naar haar handen keek, waarmee ze weer rusteloos aan de rand van haar jasje begon te frunniken. “Ik weet dat ik me niet mag laten breken, maar eerlijk…” Het lukte haar niet om haar zin af te maken. Om te zeggen dat ze werkelijk geen idee had hoe vaak ze nog kon breken, voor er geen weg terug meer was. Voor ze het laatste beetje vertrouwen dat ze nog had, zou verliezen. Voor ze het monster zou worden, waarvoor ze voor lange tijd was aangezien.
Zodra ze de paniek in zijn ogen zag, besefte ze zich dat ze de vraag niet had moeten stellen. Dat hij nog niet klaar was om na te denken over de mogelijkheid dat hij onsterfelijk was. Dat hij nog niet eens geaccepteerd had dat hij een weerwolf was, laat staan dat hij er klaar voor was om te horen dat hij voor eeuwig die weerwolf blijven zou. Zijn vraag, was de eerste onaardige reactie die ze ooit over zijn lippen had horen komen. Niet dat ze het hem kwalijk nam. Natuurlijk niet, ze had hem deze vraag nooit mogen stellen. Ze had moeten weten dat hij dit nog niet horen kon. Bezorgd keek ze hem aan. Naar de wilde blik in zijn ogen. De paniekerige manier waarop hij naar voren boog en zijn hoofd tussen zijn handen duwde. Voorzichtig schoof ze iets dichter naar hem toe. Haar hand legde ze op zijn schouder, terwijl ze haar blik strak op hem gericht hield. Wat moest ze doen om hem te kalmeren? Om een einde te maken, aan de paniek aanval. Nadya had vaak genoeg een paniek aanval gehad, om te weten hoe die er uit zagen. Om te weten hoe snel je hartslag steeg en hoe moeilijk het was de rust terug te vinden. De hartslag meten rond zijn pols begon te piepen en ze realiseerde zich dat bij hem nu waarschijnlijk de angst zou ontstaan dat hij zou shiften. “Er gaat niks gebeuren Storm.” fluisterde ze zachtjes. Met haar hand streek ze zacht over zijn rug. “Rustig blijven ademen. Ik ben bij je.” Ging ze op dezelfde zachte, rustige toon verder. Wetend dat als zij ook in paniek zou raken, dit hem waarschijnlijk enkel meer van slag zou maken. Dat ze rustig moest blijven, om hem rustig te laten worden. Veel meer kon ze niet doen. Al wou ze dat het anders was. Uiteindelijk keek hij weer op. Zweetdruppeltjes stonden op zijn voorhoofd. Kort gaf hij een kneepje in haar knie, alvorens hij een vermoeide verontschuldiging prevelde. “Je hoeft geen sorry te zeggen, ik had het je niet moeten vragen.” zei ze zacht, waarna ze haar hand liet zakken. “Misschien dat je onrustiger bent, omdat Lupos de afgelopen volle maan niet de hele nacht heeft gehad om te jagen.” Opperde ze, al wist ze vrij zeker dat deze gedachten ook al eens door zijn hoofd moest zijn gegaan. Zwijgend keek ze hem aan. Natuurlijk wou hij niet onsterfelijk zijn. Niemand die had mee gemaakt wat zij hadden mee gemaakt zou onsterfelijk willen zijn. Niemand die de werkelijke betekenis van het woord begreep, zou onsterfelijk willen zijn. De glimlach die op zijn gezicht verscheen, wist zijn werkelijke gevoelens niet te verbergen. “Eerlijk Storm, zelfs al zou het beteken dat ik je niet hoef te verliezen. Ik zou niet willen dat je onsterfelijk was. Dat gun ik niemand, al helemaal jouw niet.” zei ze zachtjes. Zonder haar ogen ook maar een moment los te maken van de zijne.
Het ontging haar niet dat Storm steeds vaker op zijn hartslagmeter keek. Iets wat ze wel kon begrijpen, maar waarvan ze wist dat het hem niet beter zou doen voelen. Voorzichtig legde ze haar hand over het metertje heen, terwijl ze hem aan bleef kijken. “Er gaat niets gebeuren Storm.” zei ze rustig. Ze wist dat de hartslagmeter hem iets van zekerheid gaf, alleen op het moment had ze het idee dat de cijfers hem enkel onrustiger maakte. Bij het horen van zijn woorden haalde ze kort haar schouders op, zelf was ze ook nooit heel gezellig als ze zo juist de school uit was gevlucht. Sterker nog als er een moment was waarop je haar beter niet kon tegen komen, dan was dat het misschien wel. Zijn liefdevolle glimlach, beantwoord ze met een tedere glimlach. “Oké, als je maar weet dat als je met iemand wil praten ik altijd wel ergens buiten rond struin of vlieg.” zei ze. Vliegen mocht ze niet meer zo heel veel doen van Jean. Volgens het schoolhoofd was het aantal stormen waarmee het eiland de laatste weken overvallen, niet bevorderlijk voor de natuur van het eiland en het welzijn van de studenten. Iets wat Nadya op zich wel kon begrijpen, maar waarvan ze er wist dat ze zich er niet altijd aan zou kunnen houden. Dat soms de paniek gewoon te groot zou zijn voor haar mensenlichaam. Dat zo nu en dan de enige uitvlucht voor haar gevoelens, haar enorme drakenlichaam was. De enige plek waar ze zich een beetje veilig voelde. Haar blik gleed weer naar Storm toen hij begon te praten. Zachtjes knikte ze. Natuurlijk begreep ze dat Storm zich meer zorgen op Devon maakte dan om zichzelf. Net als zij zich tijdens de vorige volle maan meer zorgen had gemaakt om hem dan om zichzelf. “Het komt vast goed, Devon is slim en sterk genoeg om iets te bedenken om Lupos tegen te houden.” Met een geruststellend glimlachje keek ze hem aan. Zelfs al zou Devon het gevecht met Lupos niet kunnen winnen, hem echt iets laten over komen zou Nadya niet toe laten. Als ze zou merken dat het uit de hand zou lopen zou ze direct ingrijpen. Bang om tussen de beer en de weerwolf in te gaan staan was ze niet. Er waren slechts twee redenen dat ze dat niet direct zou doen. Ten eerste wist ze niet of ze het al aan kon Storm nog eens in zo veel pijn te doen en ten tweede wist ze dat Storm haar daar niet wilde hebben. Dat hij zich beter zou voelen, als hij wist dat zij ergens veilig rondvloog.
Onderwerp: Re: Enjoy the moment where you just can be yourself. [Nadya] za nov 28, 2015 3:09 pm
.Always live before you die.
Jongens waren sowieso al niet goed in het afhandelen van emoties, Storm al zeker niet. En dat kwam eerlijk gezegd niet omdat hij een jongen was maar omdat hij een weerwolf was. Hij wist, bewust geprobeerd, dat een te hoge hartslag en te hevige emoties het toelieten voor de weerwolf om terug te vechten. Het was alsof de wolf dan voelde dat Storm op zijn onstabielst was en daar natuurlijk van begon te profiteren. Hij wist, beter dan gelijk wie, dat hij dringend eens moest gaan denken aan een manier om zijn emoties een beetje onder controle te houden. Maar hoe kon je dat … als het onderwerp zo gevoelig was als de snaren van een harp, hoe kon je dan in godsnaam zelf niet breken onder de druk? Al waren de emoties niet zijn grootste probleem, de hartslag was erger. Het was alsof hij aan honderd per uur tegen een muur liep, zo hard kwam de impact aan van de weerwolf die eruit wilde. Hij had al geprobeerd om te proberen transformeren naar zijn witte, vriendelijke, wolf in die situatie maar dat maakte niet uit, hij transformeerde gewoon door naar Lupos. Het enige wat hij kon doen was aan honderd per uur proberen door de muur heen te geraken in plaats van er tegen te botsen, en dan was hij vrij van de weerwolf, dan had hij gewonnen. Al kon je het geen winnen noemen als je er de volgende dag, week, maand weer werd mee geconfronteerd. De emoties waren zo sterk, het idee van onsterfelijkheid deed zoveel, dat Storm gewoon mee ging met de stroom. Nadya leefde al honderd en vijf jaar waarvan ze een groot deel was wie ze nu was, afgeschermd van de buiten wereld met een verhaal dat waarschijnlijk niet veel mensen te horen kregen. De eerste honderd jaren vond hij al lang lijken maar was met de tweehonderd, driehonderd, vierhonderd jaar? Je kon de wereld zien maar wat erna?
Haar vader stierf op zevenhonderdvijventwintig en haar moeder ergens rond de zevenhonderd … Storm staarde naar voor terwijl hij die twee getallen tot zich liet zinken. Nadya zou zo lang ook leven als ze het zichzelf toe liet. Uiteindelijk waren haar ouders ook gestorven, dus ze zou het op termijn, hoe moeilijk ook, misschien ook meemaken of proberen. ‘Hoe zijn ze gestorven?’ Vroeg hij op een fluisterend toontje zonder haar aan te kijken. Zijn blik lag voor hem uit, naar het gras, naar de korte gure wind die hem niets deed, naar de studenten die langs liepen over het pad. Hoeveel van deze studenten zouden onsterfelijk zijn en het misschien leuk vinden? Er moesten er meer zijn dan alleen Nadya, we leefden tenslotte in een wereld waar dit allemaal mogelijk was. Weer maar eens kruiste de gedachten zich dat hij thuis was moeten blijven. Dat hij niet naar dat bos was mogen gaan met zijn vrienden. Dan zat hij nu nog steeds veilig en wel in Londen, in zijn bubbel van veiligheid met alles rondom hem wat zijn hart beheerde. Zou hij dan de volledige waarde van het leven gekend hebben als nu? Nee, waarschijnlijk niet dus bracht dat weerwolf zijn iets positiefs mee … het was geen vraag die hij luidop zou beantwoorden. Voor hem was er niets positiefs in zijn leven, iedere seconde was een seconde dat hij leefde voor een monster die op een dag misschien zijn hele leven zou overnemen. En voor dat die dag zou komen moest hij op zijn minst één keer echt geleefd hebben. Al leek dat idee veel te ver weg te zijn momenteel. Ze had maar twee momenten gehad in haar leven waar ze geluk had binnen gelaten en zoals hij het aanhoorde zou het geen derde keer meer gebeuren. Dat maakte Storm verdrietig maar het idee maakte hem ook bang, hij kon ook die kant op gaan. Als hij de slachtoffers liet ophopen dan zou hij ook zo worden, hard en afgeschermd van ieder beetje liefde dat de wereld hem kon schenken. Hij was nog heel ver weg van dat moment maar het kroop langzaam dichterbij. Bij ieder slachtoffer voelde hij een beetje van zichzelf weg gaan, hoe lang voor er niets meer was? Hij zei er niets op want er was niets op te zeggen. Hij had haar allemaal maar aangekeken en hun emoties laten spreken tegenover elkaar. Hij begreep haar maar er was niets goed genoeg om de honderd en vijf jaar te begrijpen.
Het idee dat hij misschien wel onsterfelijk zou zijn had de dam doen breken. Lupos zag zijn perfecte timing en knaagde zich een weg door zijn lichaam naar zijn hoofd waar de geeloranje ogen het eerste teken waren van een nakende transformatie die hij met alle macht in zijn lichaam probeerde tegen de houden. Helaas was het geen fysiek gevecht want dat zou hij misschien nog winnen. Het was een mentaal gevecht waarin hij zich moest concentreren, waarin hij zijn emoties zorgvuldig weer moest opbergen in het kistje en waarin hij zijn hartslag terug naar beneden moest krijgen. Hij had meedogenloos hard gereageerd iets wat werd gedomineerd door de lege emotieloze blik van de weerwolf. Nadya’ stem, haar hand op zijn rug leek meer met hem te doen dan hij had verwacht. Of in ieder geval, het deed meer met de weerwolf, hij bevroor en keerde gelijk terug. Alsof hij haar niet zag als een mens, een prooi maar meer iemand die hem afschrikte. Storm kon zich niet herinneren wat er was gebeurd tussen Nadya en Lupos bij volle maan maar de weerwolf misschien wel nog. Misschien was haar aanwezigheid, haar geur en stem genoeg voor de wolf om zich terug te trekken omdat hij zich herinnerde door wat voor pijn ze hen geleidt had. Uiteindelijk was het genoeg om te winnen, Lupos trok zich terug, zijn blik werd weer normaal en ieder beetje adrenaline verdween uit zijn lichaam. Hij ademde langzaam in voor het er in één lange blaas uit kwam. ‘Het was je recht om te vragen.’ Storm haalde zijn hand door zijn haar en veegde zijn voorhoofd kort af aan zijn mouw, bij gebrek aan iets anders. Zijn kaken stonden stijf op elkaar toen hij haar weer aan keek en knikte om wat ook zijn vermoedens waren geweest. ‘Ik denk dat het niet zo bevorderlijk zal zijn voor komende volle maan.’ En dat is zacht uitgedrukt. Het zou een helse maand worden, daar was Storm honderd procent zeker van.
“Eerlijk Storm,” Hij keek haar aan terwijl hij ieder woord dat achter zijn naam kwam probeerde op te nemen. Langzaam maar zeker daalde de realiteit van dat onderwerp weer op hem neer en deze keer lukte het hem wel om iedere emotie opgesloten te houden. Dus zijn blik kreeg iets hards, iets weemoedig maar voor de rest niets. Iedere maand weerwolf worden, een heel leven lang en en langer. Als hij zo lang leefde als haar ouders gedaan hadden dat betekende dat zevenhonderd jaar, dat waren twaalf volle manen per jaar, dat waren 8400 transformaties in dat hele leven, dat waren evenveel slachtoffers of meer. Hij zou het waarschijnlijk niet halen tot de zevenhonderd, hij zou zichzelf al veel eerder kapot kunnen maken, al moest hij ieder lichaamsdeel in een ander continent laten begraven. ‘Hoe kan ik het weten?’ Hij keek haar aan en liet de emoties voorzichtig toe terug te keren in zijn blik. ‘Hoe kan ik te weten komen of ik onsterfelijk ben of niet?’ Vroeg hij haar opnieuw. Konden ze het zien in zijn bloed? Of moest hij gewoon wachten op tekenen van ouderdom? Eerlijk, hij wilde het antwoord niet weten tot het onvermijdelijk zou worden.
Toen ze haar hand over zijn hartslagmeter legde gleed zijn blik er gelijk naar toe. Er zou niets gebeuren, hij was veilig, veilig bij haar, veilig weg van de school. Zijn blik week langzaam af naar Nadya, met dezelfde droevigheid waarmee hij al de hele tijd had gekeken. Uiteindelijk knikte hij en richtte zijn blik terug naar zijn pols, hij draaide het en gespte zijn hartslagmeter af. Hij hield het twijfelt tussen zijn vingers voor hij het aan Nadya gaf. ‘Hij is bang van je dus,’ hij zweeg en keek terug naar haar op. ‘Ik denk niet dat ik het bij je nodig heb.’ Vervolgde hij zachtjes. Al was het maar voor nu bij te houden, anders zou hij het toch terug aan doen, als het in zijn buurt bleef. Haar tedere glimlach duwde een beetje alle gemengde gevoelen weg bij hem, hij glimlachte en knikte om haar woorden. ‘Het is goed om te weten.’ Zei hij zachtjes. Hij zou het niet willen doen maar ergens zou hij het wel willen doen. Tot nu toe was Nadya de enige die in staat was de weerwolf tegen te houden, toch zeker op zo’n risicovol moment als een nakende volle maan. En dat Devon de volgende zou worden, het maakte hem ziek in zijn maag. ‘Ik hoop het.’ Zei hij opnieuw nadat Nadya hem ervan probeerde te verzekeren dat Devon het er goed zou vanaf brengen. ‘Hij denkt dat er nog iets menselijks zal over blijven, dat er hoop is voor me.’ Storm schudde langzaam zijn hoofd en keek opzij naar Nadya, ze wisten beide dat er geen hoop was voor Lupos en dus ook niet veel hoop meer voor Storm. Hij kon zijn beste vriend niet verliezen, de gedachten alleen al. Hij probeerde het te verdringen, duwde de gedachten weg en concentreerde zich op Nadya omdat haar verschijning het op één of andere manier voor elkaar kreeg om hem ontspannen en rustig te krijgen. Ondanks alles was ze precies wat hij nodig had en hij hoopte dat hij ook haar beetje steun kon zijn, al was het maar voor een hele korte tijd in haar lange leven …
Onderwerp: Re: Enjoy the moment where you just can be yourself. [Nadya] za nov 28, 2015 8:12 pm
GRACE IS JUST WEAKNESS
Or so I've been told. I've been cold, I've been merciless. But the blood on my hands scares me to death Maybe I'm waking up today --------------------
Honderd en vijf jaar. Het was nog niet eens de helft van het leven van haar ouders en toch wou ze dat het al over was. Had ze praktisch alle hoop, ooit nog gelukkig te worden op gegeven. Omdat ze wist dat geluk slechts tijdelijk was. Een moment van verstandverbijstering dat altijd abrupt tot een einde kwam. Keer op keer. Tot je het geluk niet meer toe zou laten. Tot je al je emoties zo ver weg had gestopt dat het niets meer met je deed. Tot niets meer iets met je deed. Hoelang zou dat moment bij haar nog op zich laten wachten? Weken? Maanden? Jaren? Eeuwen? Hoe vaak zou haar hart nog kunnen breken, voor het niet meer te maken was? Voor al het menselijke in haar zou verdwijnen en ze een monster zou worden? Het monster, dat ze eigenlijk al was. Hoe veel slachtoffers zou ze nog maken en voor hoe veel van hen zou ze nog berouw voelen? Zou ze het met plezier gaan doen, moorden? Als al het licht uit haar verdwenen was? Zou het ooit zo ver komen? Of zou ze net als haar ouders altijd iets menselijks houden? Zou zij iemand vinden die haar menselijk kon houden? Zoals haar vader haar moeder gevonden had en haar moeder haar vader?
Bij het horen van Storm’s vraag keek ze niet op. Stil bleef ze naar haar handen kijken, waarmee ze rusteloos aan de zoom van haar jasje plukten. “Mijn vader kwam om toen er vlak bij ons huis een bom viel.” zei ze zachtjes. “Mijn moeder en ik waren op dat moment opzoek naar een winkel waar ze nog iets zouden verkopen.” Hoewel het al meer dan tachtig jaar geleden was, kon ze het nog levendig voor zich zien. De enorme ravage, die het bombardement van de stad had aangericht. De lichaamsdelen die tussen stukken puin uit hadden gestoken. Het wanhopige geschreeuw van mensen die op zoek waren naar hun geliefden. Mensen die bloedend en huilend door de straten renden. De soldaten die door de straten hadden gemarcheerd, zwaar bewapend maar met verloren uitdrukkingen op hun door roet besmeurde gezicht. De dikke rook wolk die dagen lang boven de wijken gehangen had. De vlammen die hongerig aan alles wat van hout was hadden gelikt. De geur van dood en verderf. Het doordringende geluid van het lucht alarm, dat soms uren had geklonken. Het getril van de grond, wanneer er ergens een bom geworpen werd. Het gedonder van de bommenwerpers die er door het luchtruim hadden gevlogen. In drieëndertig dagen was de stad die ze als thuis had gezien, veranderd in een slagveld. Binnen drieëndertig dagen had ze haar school, haar huis en haar vader verloren. In die drieëndertig dagen had ze ook het eerste stuk van zichzelf verloren. Haar eerst slachtoffer was nog geen twee dagen na het einde van het bombardement gevallen. Zijn lichaam was op gegaan in vlammen. Zoals, een deel van de stad dat ook was gegaan. Voor een moment was ze volledig in haar eigen gedachten op gegaan. Was de grens tussen het heden en het verleden vervaagd. De spieren in haar lichaam had ze aangespannen en haar temperatuur was iets gezakt. Niet zo ver dat zich ijskristallen zouden vormen, maar ver genoeg om de lucht kil te doen laten aanvoelen. Huiverend haalde Nadya adem, terwijl ze langzaam terug keerde in de werkelijkheid. Zich realiserend dat ze zijn vraag slechts deels had beantwoord. Dat ze hem enkel had gezegd hoe haar vader overleden was. “Hoe mijn moeder overleden is weet ik niet.” Haar stem was niet meer dan een fluistering en haar blik hield ze nog steeds op haar handen gericht. Er was weinig wat ze van haar moeder wist, vanaf het moment dat ze gevangen genomen waren. Slechts zelden waren ze bij elkaar in de ruimte gezet en als dat het geval was geweest hadden ze nauwelijks gesproken. Als dat het geval was geweest hadden ze vaak tegenover elkaar gestaan. Hadden ze tegen elkaar moesten vechten, voor het plezier en de nieuwsgierigheid van de wetenschappers. Nadya sloot haar ogen. In haar keel had zich weer een brok gevormd. Waarom kon ze dit alles niet vergeten? Waarom kon ze het niet diep in zich weg stoppen, ergens op een plek waar ze er nooit meer bij zou kunnen?
Bezorgd keek Nadya naar Storm, haar vraag had zo veel meer bij hem los gemaakt dan haar bedoeling was geweest. Als ze had geweten dat hij zou in paniek zou raken, had ze woorden nooit over haar lippen laten komen. Toch verontschuldigde ze zich niet direct, omdat ze wist dat hij daar op dit moment niets aan zou hebben. Dat het geen einde zou maken aan zijn paniek aanval. In plaats daarvan schoof ze iets dichter naar hem toe. Met haar hand streek ze zacht over zijn rug, terwijl ze probeerde al haar eigen emoties aan de kant te zetten zodat ze niets anders dan rust uit zou stralen. Dit was precies wat Nick altijd gedaan had, als zij een paniek aanval had gehad. Zachtjes op haar inpraten, terwijl hij vlak bij haar zat. Soms met zijn armen om haar heen geslagen, soms met zijn hand op haar schouder. Het was het enige wat hij had kunnen doen om de paniek uit haar lichaam te jagen en waarschijnlijk het enige wat zij nu kon doen om hetzelfde bij Storm voor elkaar te krijgen. Die niet alleen overmeesterd werd door de paniek, maar waarschijnlijk ook door Lupos die misbruik leek te maken van Storm’s kwetsbaarheid. Het scherpe gepiep van zijn hartslagmeter werd langzaam minder en stopte uiteindelijk volledig. Aan de spanning in zijn kaken kon ze zien dat de gerust nog niet volledig terug was gekeerd in zijn lichaam. Iets wat ze wel begrijpen kon. Haar hand had ze weer laten zakken, maar de afstand tussen hen hield ze voor wat het was. Bij het horen van de wegwuiving van haar verontschuldiging haalde ze kort haar schouders op. Misschien had ze het recht gehad om het te vragen, als ze had geweten dat hij zo in paniek zou raken had ze het nooit gedaan. Met zijn knikje bevestigde hij, dat wat ze zei al eens eerder door zijn hoofd was gegaan. Dat ook hij dacht, dat de vorige volle maan invloed had op de verandering in Lupos aanwezigheid in zijn lichaam. “Ik denk dat je gelijk hebt, al hoop ik dat dat niet zo is.” stemde ze voorzichtig in met zijn vermoeden.
Nee, zelfs al betekende het dat ze hem niet zo verliezen, willen dat Storm onsterfelijk was deed ze niet. Omdat ze wist hoe het was om onsterfelijk te zijn. Omdat ze wist hoe het was iedereen om je heen te verliezen. Hoe het was om slachtoffers te maken en te weten dat je die zou blijven maken. Nee, dat gunde ze hem niet. Dat gunde ze niemand. Nadya keek naar Storm, wiens ogen iets hards gekregen hadden. Alsof hij haar probeerde af te schermen van wat er in hem omging. Alsof hij zichzelf hiervan probeerde af te schermen. Iets wat zij zelf ook vaak deed. Iets wat ze eigenlijk bij iedereen deed, behalve bij Storm. ‘Hoe kan ik het weten?’ In zijn ogen begonnen zijn emoties al weer door te schemeren. Stil keek ze hem aan. Hoe zou hij er achter kunnen komen? Zou het wel goed voor hem zijn, als hij zou weten of hij onsterfelijk was of niet? Zelf had ze al op jonge leeftijd te horen gekregen dat ze waarschijnlijk niet zou sterven. Vanaf het moment dat ze per ongeluk een gordijn in de woonkamer in de fik had gezet en daarna bijna het hele huis had doen veranderen in een ijspaleis waren haar ouders heel open geweest over wat ze was. Of beter gezegd, over wat ze worden zou. Een draak. Een heel langzaam ouder wordende, praktisch onsterfelijke draak. “Ik weet het niet, mijn ouders hebben het me verteld toen ik nog heel jong was.” zei ze, waarna ze haar blik voor een moment af liet dwalen naar de lucht. “Je zou het Jamie kunnen vragen, misschien dat hij iets weet maar weet je zeker dat je het zou willen weten?” vroeg ze voorzichtig, terwijl ze hem weer aan keek.
Zodra ze met haar hand zijn hartslagmeter bedekte, schoot zijn blik hier naar toe. Onderzoekend keek ze hem aan, niet goed wetend hoe hij hierop zou reageren. Zijn droevige ogen troffen de hare en kort dacht ze dat hij haar zou vragen haar hand weer weg te halen. Dat hij zou zeggen dat hij het apparaatje nodig had. In plaats daarvan knikte hij, draaide hij zijn hand en begon hij het gespje los te maken. Nadya trok haar hand terug, keek naar de twijfelende blik op zijn gezicht alvorens hij de hartslagmeter aan haar gaf. Lupos was bang voor haar? Dat was goed, toch? In elk geval leek het Storm gerust te stellen, genoeg om haar zijn hartslagmeter in bewaring te geven. Toch, was ze ergens bang dat Lupos angst door zou slaan bij Storm en hij alsnog bang voor haar zou worden maar die angst sprak ze niet uit. Tenslotte had ze Storm gezegd niet meer zo te denken en dat zou ze proberen. Zijn hartslagmeter stopte ze in de zak van haar zwarte spijkerbroek. Met een glimlach op zijn gezicht, knikte hij als antwoord op haar woorden. Zachtjes liet hij haar weten dat het goed was om te weten dat zij waarschijnlijk ergens buiten rond hing als hij vlak voor volle maan met iemand zou willen praten. Al hoopte ze dat ze hem dan niet direct nadat ze het klaslokaal uit was gevlucht zou tegen komen. Storm had al veel kanten van haar gezien, maar haar tijdens een volledige paniek aanval zien wou ze hem besparen. Al helemaal wanneer hij zelf al enorm gespannen was van de weerwolf die naar buiten wou.
Het was duidelijk dat het Storm niet lekker zat dat Devon de volgende volle maan voor zijn rekening zou nemen. Dat zijn beste vriend zich tussen Lupos en de studenten van Genosha zou zetten. Ze was zich er van bewust, dat haar geruststellingen hem waarschijnlijk niet zouden overtuigen. Dat het idee dat zijn beste vriend voor hem zou staan tijdens volle maan hem angst aan zou blijven jagen. Zachtjes schudde ze haar hoofd, toen hij zij dat Devon dacht dat er iets menselijks over zou blijven. Hoe graag ze ook zou willen dat Devon gelijk had, ze wist beter. In Lupos was werkelijk niets terug te vinden van Storm. De lieve, intelligente jongen verdween geheel. Werd volledig opgeslokt door het beest, dat aan niets anders dacht dan jagen. Dat dom genoeg was om een draak die vele maar groter was uit te dagen. Alleen op het moment dat Lupos zo veel pijn had, dat Storm’s bruine ogen in zijn kassen waren gekomen, had de wolf iets menselijks gehad.
Onderwerp: Re: Enjoy the moment where you just can be yourself. [Nadya] zo nov 29, 2015 3:00 pm
.Always live before you die.
Hoe ze gestorven waren … Storm had in zijn leven nog nooit zoveel over sterven gedacht als de afgelopen maanden. Net als hij nog nooit zoveel emoties had laten zien als afgelopen maanden. Alles had Storm veranderd, voor een keer deed zijn voornaam hem recht aan want het voelde als de grootste storm in zijn lichaam ooit. Hij vroeg zich af; mocht hij terug keren naar Londen, wat zouden ze zeggen? Zouden ze het verschil zien? Zijn ouders zouden waarschijnlijk waanzinnig blij zijn, evenals zijn broertje. Die blijdschap zou moeten weg glijden voor zijn moeder op de details zou gaan letten. Zijn vrienden, nee, ze zouden het niet merken. Ze zouden hem uitnodigend voor een feestje en verloren tijd in halen. Dan waren er nog zijn beste vriend en vriendin … Waarschijnlijk zouden ze het wel merken, vooral Camille zou het merken, daar waren vrouwen nu eenmaal goed in, de details. Ze waren ook de enige twee die er niet ingetrapt zouden hebben met zijn smoes dat hij ging studeren want hij hield geen contact met hen. Ze zouden ongerust zijn, die twee werden hier vervangen door Devon en Nadya maar dat nam de pijn niet weg dat hij zoveel achter gelaten had. Hij legde zijn hand op zijn broekzak, waaronder zijn gsm zat, hij kon ze bellen … hij kon als hij wilde maar wat zou hij hen zeggen? “Hey ik ben een bloeddorstige weerwolf en zit op een eiland vol mutanten?” God, dat klonk slecht.
Nadya rukte hem uit gedachten door te vertellen dat haar vader gestorven was bij een bomaanslag. Ze staarde naar het gras terwijl ze sprak, haar stem was stil, vlak en zonder veel intonatie. Storm keek opzij, zijn bruine ogen gingen voorzichtig over haar gezicht, probeerden te lezen wat ze niet wilde dat hij zou lezen. Ze was zo ver weg in haar gedachten dat hij de lucht rondom hen voelde veranderen, het werd killer, kouder. Kou deed hem weinig, het voordeel van de weerwolf was dat zijn lichaamstemperatuur altijd hoog blijven dus hij had het nooit echt snel koud. Het was een voordeel waar hij blij mee was maar het zou aangenamer zijn als hij de weerwolf kwijt was. Hij zag dat alle spieren in haar lichaam zich aanspande, ze was zo ver weg terwijl herinnering achter herinnering haar terug zoog naar het verleden. Storm probeerde het zich voor te stellen, hoe het moest geweest zijn om in een oorlog op te groeien. Om je vader te zien sterven, hem s ’morgens nog gedag zeggen en later terug thuis te komen en te zien dat hij er niet meer is. Storm had nog geen zo’n verlies geleden, Lucy was misschien de eerste geweest om wie hij echt had getreurd, om wie hij dagen had zitten staren … in het niets … in een lege wereld waarin enkel zij op de foto stond. Nadya ging die herinnering terug door en er was niet veel dat Storm kon doen. Hij legde zijn arm over haar schouder, trok haar dichter zodat haar hoofd op zijn schouder rustte. ‘De herinneringen zullen nooit verdwijnen Nadya, ze zijn er voor je, hij is er voor je, hij leeft verder in de herinneringen die je hebt.’ Hij zweeg en drukte kort een kus op haar hoofd zoals hij duizend keer had gedaan bij Camille, zoals hij duizend keer had gedaan bij zijn broertje. ‘Geef de positieve herinneringen een kans je sterker te maken.’ Prevelde hij. Ze haalde huiverend adem en kwam terug een beetje op aarde, Storm liet haar los en keek naar de zwakke verdrietige blik in haar ogen terwijl ze verder ging. Over haar moeder had ze geen idee. Storm had geen idee wat erger was, niet weten hoe ze gestorven was of haar zien sterven zoals ze haar vader had zien sterven.
Het lag niet aan Nadya dat hij iedere keer over de rooie ging met zijn emoties. Het was voor wat ze bij elkaar los maakte, voor wat ze voor elkaar betekende. Hij kon niets achterhouden voor haar, ze zag er straal door en dat was wel een goed ding voor Storm. Hij had iemand nodig die straal door hem heen kon kijken. Devon was anders, Devon voelde alles meteen aan, Nadya zag het, zijn blik weerspiegelde in de hare en dat maakte hen beide kwetsbaarder dan ze zelf zouden willen. En terwijl hij dacht over de volgende volle maan sprak zei de gedachten uit, de volgende volle maan zou erger worden. Veel intenser dan hij lief had en dat omdat hij de vorige naast haar tegen een boomstam had doorgebracht met ondragelijk veel pijn. Hij richtte zijn blik opzij, ietwat vastberaden omdat hij niet wilde dat ze zich nog meer zorgen zou gaan maken om hem dan ze al deed. ‘Ik red me wel, hij wordt sterker maar ik ook.’ Probeerde hij haar te overtuigen. Zijn ogen hielpen daar niet echt bij maar hij wist zijn stem vast en zelfzeker te houden dus hij hoopte dat ze het zou aannemen zoals het was. Maar werd hij sterker? Daar had hij geen flauw idee over, hij voelde zich de grootste nietsnut als het aankwam op zijn eigen mutaties. Hij hoopte dat hij sterker zou worden, dat hij de weerwolf zou kunnen afweren, dat zou mooi zijn. Al hield hij geen hoge verwachtingen, telleurstelling zou een nieuw breekpunt worden en die wilde hij vermijden.
Zelf had Nadya van haar ouders gehoord dat ze onsterfelijk was en ze stelde voor dat hij het aan Jamie zou moeten vragen. Eerlijk, die docenten had nog niet veel bijdrage geleverd aan Storm in verband met zijn mutatie. Deels omdat Storm het niet wilde, hij wilde niet op een behandeltafel liggen terwijl ze hem onder de loep namen. Hij wilde geen duizenden vragen beantwoorden om er gewoon zoveel meer bij te krijgen. Hij wilde het niet, het werkte goed nu, met Nadya, Kat, Devon, op één of andere manier wist elk van hen hem te helpen. ‘Nee, ik wil het niet weten.’ Schudde Storm gelijk zijn hoofd. Hij keek haar aan en schudde het opnieuw, resoluter. ‘Hoe langer ik het idee heb dat ik niet voor eeuwigheid met hem zit opgescheept hoe beter. Ik ga die vraag, dat woord, niet nog eens luidop herhalen.’ Hij zweeg en haalde zijn hand door zijn haar, verward. ‘Het is beter om het niet te weten, het idee alleen is al angstaanjagend genoeg.’ Fluisterde hij uiteindelijk zachtjes. En daarmee duwde hij het hele onsterfelijke weg en probeerde zich op iets nieuw te richten, iets positiever.
Ze had de hartslagmeter overgenomen zonder iets te zeggen en ze stak hem weg in haar spijkerbroek. Storm volgde de handelingen nauwkeurig voor hij naar haar op keek. Zoveel betekende dat ding voor hem en zo gemakkelijk was het voor hem geweest om het aan Nadya te geven, dat zei veel, veel meer dan wat dan ook. Hij vertrouwde haar het toe, dat betekende dat hij vertrouwen had in zichzelf, in de weerwolf. Maar dat betekende ook dat hij vertrouwen had in haar mogelijkheid om hem tegen te houden, of tot rust te brengen. Het betekende honderd dingen waar zij voor allen van hen de reden was. Hij liet zijn ellebogen op zijn knieën rusten en zette zijn hoofd op zijn vuisten terwijl hij voor zich uit staarde. Ondanks dat ze niets zei op zijn woorden over het feit dat Devon dacht dat er nog iets menselijks over zou blijven, wist hij dat ze maar al te goed wist dat het niet zo was. Iets waar Devon volgende volle maan snel genoeg zou achter komen. Storm staarde in stilte voor zich uit, liet de stilte tussen hen in gebruiken om alles op een rijtje te zetten en het langzaam af te sluiten. Uiteindelijk draaide hij zijn hoofd op zijn vuisten en keek haar met één van zijn charmante scheve glimlachen aan. ‘Ik heb gehoord uit betrouwbare bronnen dat iedereen je Storm noemt.’ Opperde hij voorzichtig. Hij wist dan ook meteen dat Nadya gelinkt lag aan haar verleden, vandaar zijn voorzichtigheid. Toch probeerde hij het gesprek iets positiefs te geven, vandaar zijn glimlach. ‘Moet ik dat vanaf heden ook doen? Of mag ik Nadya blijven zeggen.’ De manier waarop hij haar naam uit sprak, met een dikke laag Brits accent maakte het aanlokkender om te houden. ‘Ik had geen idee dat je echte naam zoveel voor je betekende, anders had ik het bij Storm gehouden, hoe ingewikkeld dat ook zou worden.’ Vervolgde hij zachtjes, met een zwakkere gemeende glimlach op zijn lippen …
Onderwerp: Re: Enjoy the moment where you just can be yourself. [Nadya] zo nov 29, 2015 7:40 pm
GRACE IS JUST WEAKNESS
Or so I've been told. I've been cold, I've been merciless. But the blood on my hands scares me to death Maybe I'm waking up today --------------------
Het laatste wat ze zich van haar vader kon herinneren, was zijn vermoeide, zorgelijke gezicht dat hen na keek vanachter het glas. De stille ‘wees voorzichter’ die zijn lippen gevormd hadden. Als het aan hem had gelegen was zij bij hem gebleven en was Kira alleen opzoek gegaan naar rantsoen maar Nadya was koppig geweest. Had geen genoegen willen nemen met haar vaders voorstel samen een spelletje te spelen. Perse had ze met haar moeder mee gewild naar buiten, omdat ze het helemaal had gehad met stil binnen moeten zitten in hun warme en benauwde appartement. Veel koeler was het buiten niet geweest en de lucht had zwaar aangevoeld door de rook die al dagen boven de stad hing. Haar moeders hand had de hare stevig omklemd, terwijl ze door de grotendeels verlaten straten waren gelopen. Het gedonder van de bomenwerper was haar oren binnen gedrongen, nog voor het lucht alarm geklonken had. Het had niet meer dan een minuut geduurd, voor ze het gefluit had gehoord dat ze in haar dromen nog steeds horen kon. Een bom. De inslag had de grond doen trillen. Automatisch hadden ze het op een rennen gezet, zo hard als ze konden. Weg van de inslag. Weg van de plek waarvan ze zich pas later realiseerde dat het hun straat was geweest. Hun straat, die bijna in zijn geheel was weg gevaagd. Als een idioot had haar moeder op de deuren van de huizen gebonkt waar ze langs waren gerend. Ze had gesmeekt of ze binnen mochten komen, of ze mochten schuilen in een schuilkelder. Haar stem was nauwelijks boven het geluid van het luchtalarm heen gekomen. Over het geschreeuw van de soldaten die door de straten waren gerend. De lucht had zich gevuld met rook. Met geschreeuw. Met het gefluit van een tweede bom.
Nadya had niet door dat haar lichaamstemperatuur met bijna twintig graden was gezakt. Dat de lucht om hen heen iets kils had gekregen. Dat Storm zijn arm rond haar schouders had gelegd. Tot hij haar dichter tegen zich aan trok en haar hoofd tegen zijn schouder te rusten kwam. Er direct op reageren kon ze niet. Nog te diep weg gezonken in het verleden. In haar herinneringen aan de dag dat ze haar vader verloren had. Voor een moment sloot ze haar ogen en probeerde ze zich te concentreren op Storm. Op de warmte van zijn lichaam. Op zijn rustige ademhaling. Het voelde veilig zo in zijn armen. Misschien zelfs veiliger dan ze toe zou willen geven. Langzaam begon haar temperatuur weer te stijgen, waardoor het contrast tussen haar lichaamstemperatuur en die van Storm kleiner werd. Zijn woorden deden haar moeizaam slikken en ze voelde hoe hij een kus op haar hoofd drukte. De beelden van Kiev, de beelden van de ravage die het bombardement achter had gelaten, vervaagde. Positieve herinneringen. Herinneringen die haar sterker konden maken. Haar vader die piano speelden. Haar moeder die haar haar strak invlocht voor een balletvoorstelling. De mythische verhalen van haar vader. Zijn vrolijke grijns, wanneer ze in het Noors tegen hem sprak. Haar moeders schaterlach, wanneer haar vader probeerde Russisch te klinken. Nadya voelde dat Storm haar los liet en ging weer iets rechter zitten. Haar sombere blauwe ogen zochten de zijne alvorens ze verder ging. Natuurlijk had ze wel zo haar vermoedens over de omstandigheden rond haar moeders dood. Haar moeder had gezeten in wat de wetenschappers de suicide squad genoemd hadden. Een groep mutanten, die in werden gezet als wapens. Een groep mutanten, die ieder een chip in zich hadden die tot ontploffen zou worden gebracht als ze niet deden wat van hen gevraagd werd. Een groep mutanten, die missies uit moest voeren die een grotere kans op falen dan op slagen hadden.
Het was haar duidelijk dat niet alleen haar emoties meer naar het oppervlakte kwamen bij hem, maar dat ook hij zijn emoties meer bloot gaf. Het was alsof ze niet voor elkaar konden verbergen wat ze voelden, zelfs als ze dat zouden willen. Storm maakte haar kwetsbaarder, dan haar lief was maar ze wist dat zij hetzelfde bij hem deed. In korte tijd waren ze veel voor elkaar gaan betekenen. In korte tijd was ze hem in zo verre gaan vertrouwen, dat ze zich minder gebroken tegenover hem opstelde dan ze daadwerkelijk was. Bang dat hij haar zwaktes zou misbruiken was ze niet, omdat ze zo goed als zeker wist dat hij haar nooit met opzet pijn zou doen. Zoals zij hem nooit met opzet pijn zou kunnen doen, tenzij het was om Lupos tegen te houden. Al hoopte ze, met heel haar hart, dat ze dat niet nog een keer zou hoeven doen. Dat hij een andere manier zou vinden om de weerwolf in hem tegen te houden. Dat de komende volle maan Devon er voor zou kunnen zorgen dat er geen slachtoffers zouden vallen. ‘Ik red me wel, hij wordt sterker maar ik ook.’ Storm’s stem klonk vaster en zekerder dan eerder, maar zijn ogen verrieden dat hij er zelf niet zo heel zeker van was. Toch knikte ze, omdat ze wist dat hij het voornamelijk zei om haar gerust te stellen en misschien ook wel een beetje om zichzelf gerust te stellen. Omdat ze hoopte dat er meer waarheid in zijn woorden zat, dan hij zelf realiseerde.
Hoe het was om niet te weten dat je onsterfelijk was, kon Nadya zich nauwelijks meer herinneren. Op het moment dat dood een betekenis had gekregen, had ze al geweten dat zij niet zomaar sterven zou. Dat er meer nodig was dan een flinke wond of een ziekte om een einde te maken aan haar leven. Veel meer. Haar blik ging weer naar Storm zodra hij begon te praten. Zodra hij haar zei, dat hij het niet wou weten. Iets wat ze maar al te goed kon begrijpen. Bij zijn volgende woorden knikte ze dan ook zachtjes. Ze zou hem er niet meer naar vragen, zou het met hem niet meer over onsterfelijkheid hebben tot hij hier klaar voor zou zijn. Of dat moment ooit zou komen wist ze niet, maar ze wist dat als hij onsterfelijk zou zijn hij dit vroeg of laat in zou moeten zien. Waarschijnlijk meer dan één keer. Zoals, zij zelf ook had moeten doen. Zelfs al had ze als kind al geweten dat ze onsterfelijk was. Tijdens haar gevangenschap had ze zo nu en dan wel eens gedacht, gehoopt, dat een experiment haar laatste was. Dat ook haar lichaam dat niet zou kunnen verdragen, maar iedere keer had ze het fout gehad. “Ik weet het. Ik zal het er niet meer over hebben.” zei zacht tegen hem.
Dat Storm haar zijn hartslagmeter zonder al te veel aarzelingen aan haar had gegeven had haar verbaasd. Hoewel ze wist dat hij haar vertrouwde, wist ze ook hoeveel het appraatje voor hem betekende. Dat hij het zag als iets wat hij nodig had om de weerwolf te controleren. Maar kennelijk wist hij dat hij dat bij haar niet nodig had. Dat zij zou kunnen voorkomen dat Lupos naar buiten zou komen, omdat Lupos bang voor haar was. Was het mogelijk dat de weerwolf zich zou herinneren wat zij hem had aan gedaan? Of was er een andere rede dat Storm het idee had dat hij meer grip op Lupos had wanneer zij bij hem was? Voor een moment bleef het stil tussen hen. Hoorde ze niets anders dan het zachte geruis van de wind en hun rustige ademhaling. In korte tijd waren er tientallen emoties door haar heen gegaan. Door hen beide heen gegaan. Tientallen gedachten en herinneringen, die langzamerhand weer iets meer naar de achtergrond leken te zakken. Haar blik ging naar Storm, die met zijn hoofd op zijn vuisten voor zich uit staarde. Ook hij leek weer wat meer tot rust te zijn gekomen. De charmante glimlach die op zijn gezicht verscheen toen hij haar weer aan keek deed haar glimlachen. Al maakte die glimlach plaats, voor verbazing op het moment dat hij haar zei dat hij had gehoord dat iedereen haar Storm noemde. Natuurlijk, had ze geweten dat er een moment zou komen waarop hij erachter zou komen dat er maar weinig mensen waren die haar Nadya noemde maar ze had niet verwacht dat het zo snel zou zijn. Een lichte glimlach verscheen op haar gezicht, bij horen van de manier waarop hij haar naam uitsprak. Met zijn zware Britse accent, waar ook zij niet geheel ongevoelig voor was. Als hij haar dit tijdens volle maan had gevraagd, of zelfs tijdens het Halloween feest had ze hem waarschijnlijk gezegd dat hij haar ook Storm moest gaan noemen, maar nu twijfelde ze. Hoe vaker ze haar naam over zijn lippen hoorde komen, hoe minder pijnlijk het werd. Hoe meer ze zich weer Nadya begon te voelen, in elk geval in zijn buurt. Het was niet zo dat ze er al klaar voor was zich door iedereen weer Nadya te laten noemen. Zo ver was ze nog lang niet. Zo ver zou ze misschien nooit komen. Storm was echter niet zo maar iemand. Hem haar naam horen zeggen, was lang niet zo moeilijk als het eerder was gewest. Zachtjes schudde ze bij het horen van zijn volgende woorden haar hoofd. “Ik heb me zelf aan je voorgesteld als Nadya, er is geen manier waarop je had kunnen weten wat die naam voor me betekende.” Voor een moment keek ze hem gewoon zwijgend aan, waarna ze weer kort haar hoofd schudde. “Jij mag me gewoon Nadya blijven noemen.” zei ze, er verscheen een zachte, gemeende glimlach op haar gezicht. “Ik weet niet of ik ooit volledig terug zou gaan naar wie ik was toen ik Nadya was, maar bij jouw voel ik me meer haar dan dat ik me Storm voel.” Gaf ze eerlijk toe.
Onderwerp: Re: Enjoy the moment where you just can be yourself. [Nadya] zo nov 29, 2015 9:38 pm
.Always live before you die.
Hij vroeg zich af of hij voor dit moment, het moment waar Nadya zo ver met haar gedachten weg was, even de mutatie wilde hebben waarin hij mee kon kijken naar haar herinneringen. Waarschijnlijk niet, het zou te gruwelijk zijn zelf voor iemand die gruwelijk kende. Het zou gewoon gruwelijk zijn op een andere manier, het concept van oorlog en geweld zou hem vreemd en gruwelijk zijn, de pijn dan weer niet. Storm kende meer van pijn dan gelijk wie hier op dit eiland. Hij kende fysieke pijn door alle transformaties waar hij door ging maar hij kende ook evenveel mentale pijn door de onwetelheid en het idee van de slachtoffers die hij gemaakt hadden. Het was niets in vergelijking met de gruwelen waar Nadya was door moeten gaan en hij was haast zeker dat ze hem nog niet alles had gezegd. Hij probeerde zich er iets bij voor te stellen, hij probeerde het voor zijn geest halen, zich in te leven enkel omdat hij om Nadya gaf en het probeerde te begrijpen. Maar hij zag enkel het gras onder zijn voeten, het schoolgebouw voor zich en voelde niets meer dan de in gedachten verzonken Nadya tegen zijn schouder leunen. God, hij zou dit uren kunnen doen … staren. Gewoon niets zeggen, dat was nieuw, vroeger zou hij het ook doen alleen op een andere manier. De lucht rondom hen was koud en kil en het duurde even voor Nadya terug op aarde kwam, behoorlijk lang. Storm deed niets meer dan wachten, met zijn arm over haar schouder en haar hoofd op zijn schouder terwijl hij wachtte, het zich probeerde voor te stellen.
Toen de temperatuur terug naar boven kwam liet hij haar los, keek haar met zijn begripvolle blik aan terwijl ze verder ging. Hij wist niet waarom hij het in eerste instantie gedaan had, gewoonte … Camille had soms minuten lang tegen zijn schouder gelegen als ze met iets zat en hij had niets anders gedaan dan voor zich uit staren en naar haar luisteren, zich erin leven. En nu had hij het bij Nadya gedaan omdat zijn hart het toe liet haar te zien als zoveel meer dan een meid. Er waren vroeger twee versies van Storm geweest, degene die er negentig procent van de tijd was, de uitslover, de charmante rokkenjager. En dan was er de tweede versie, de tien procent die Nadya nu te zien kreeg. De begane zorgzame maar vooral kwetsbare kant die bijna niemand te zien kreeg. En dan was er recent ook nog versie drie, maar over hem zouden we niet beginnen, zwarte vacht en twee oranje ogen, meer was hij niet waard. Ondanks dat het gesprek zo geladen was met emoties voelde Storm zijn lichaam helemaal ontspannen, hij liet zijn hoofd kort achterover vallen en staarde naar de blauwe hemel, naar de zon die in hun rug scheen en zachtjes meer warmte vrij gaf. En voor één moment vergat hij wat hij was, de weerwolf, en genoot hij van het hier gewoon zitten met Nadya. Dat is wat ze deed met hem, dat was wat Nadya kon bereiken door hier gewoon te zijn. Hij keek opzij naar haar maar ze staarde voor zich uit. Toch kon hij het niet laten kort te glimlachen, voor zichzelf, voor wat hij momenteel vulde, de volkomen rust en ontspanning. Een gevoel dat hij in maanden niet meer had gevoeld.
Zijn schouders zakten een beetje toen ze aan gaf dat ze er niet meer over zou beginnen. Ze nam het op haar, tuurlijk nam ze het op haar. ‘Nog één ding.’ Hij stak zijn vinger kort op en keek opzij naar Nadya. ‘Als ik onsterfelijk ben, wat ik hoop niet te zijn, maar als ik het ben,’ hij zweeg en liet zijn hand met een zacht klopje kort op haar arm tikken voor hij het terug trok. ‘Ik ben blij dat jij er bent.’ Sloot hij af, hij glimlachte zwak en keek terug naar voor. Jep, onsterfelijk zijn met Nadya erbij was beter dan onsterfelijk zijn zonder Nadya. Hij vroeg zich af wat hij zou doen als hij zoveel jaar verder was en onsterfelijk zou zijn. Zou hij nog steeds hier zitten? Zou hij de weerwolf onder controle kunnen houden? Zou hij nog leven? Of ergens in een instelling zitten tussen vier betonnen muren waar Lupos niet uit kon? Hij wilde het niet weten en toch dacht hij er weer over na. Hij sloot kort zijn ogen en duwde de gedachten weg alvorens hij terug naar de omgeving voor hem keek.
Hij wist dat ze zich vragen zou stellen, waarom hij zo gewillig was in het afgeven van zijn hartslagmeter. Hij wist het zelf niet zo goed, hij zou niet zo gewillig zijn bij Devon en geen idee waarom. Devon en Nadya waren dezelfde, was het omdat Devon hem nog niet bij volle maan gezien had en Nadya wel? Of was het voor wat ze voor hem betekende? Hij wierp haar een korte blik toe en glimlachte weer voor zichzelf terwijl hij erover nadacht. Hij had zijn vertrouwen al gegeven aan Devon, aan Kat en Nadya maar dit was anders, hij gaf niet zijn vertrouwen weg, hij gaf zijn vertrouwen in Lupos aan haar en dat was iets wat hij nog nooit had weg gegeven. Hij vertrouwde het beest eigenlijk helemaal niet maar hij vertrouwde wel het gevoel in zijn lichaam en voor nu was de weerwolf bang. Hij zat er in een klein hoekje bij, Storm voelde hem amper en dat kwam door Nadya, door wat ze hem die nacht had aangedaan. Het zou iets positiefs moeten zijn maar Storm durfde zich niet vast houden aan het gevoel. Wat als het verdween, wat als Lupos er plots anders over dacht en op het meest onverwachtste moment in de aanval ging. Het koste gelukkig tien minuten of langer voor Storm om te transformeren dus ze zou het altijd zien aankomen maar dan nog … hij was bang dat hij Nadya iets zou aan doen. Daarom hechtte hij niet teveel aandacht aan het gevoel maar vertrouwde hij voor één keer alles toe aan Nadya. Gewoon omdat het gevoel van ontspanning en rust hem zoveel deugd deed. De hartslagmeter niet meer voelen rond zijn pols droeg daaraan bij.
‘Kleine vogeltjes fluisteren dingen Nadya.’ Glimlachte hij toen hij haar verbazing spotte op haar gezicht. Tuurlijk had hij het vernomen, niemand sprak over Nadya maar over Storm en dat terwijl iedereen ook sprak over Hal en niet over Storm. En hij was nu ook eenmaal het type dat van overal het fijne wilde weten. Dus toen er over Storm werd gepraat, en hij wist dat het niet over zichzelf ging, maar over Nadya … hij was verbaasd geweest oprecht verbaast. Hij had in de schoolgang gestaan bij zijn kluisje toen iemand Nadya na riep maar Storm zei in plaats van Nadya. Storm had letterlijk een minuut lang tegen zijn kluisje gehangen terwijl hij Nadya had nagestaard. Waarom hij haar had nagestaard, het was de verbaasdheid die het gestaar op gang zette, daarnaast was ze een knappe verschijning op zich dus staren had ook een andere reden. ‘Nadya klinkt zoveel mooier dan Storm.’ Glimlachte hij. ‘En dat komt voornamelijk omdat ik Storm heet en er niet zo’n grote fan van ben.’ Hij haalde zijn schouders op. Er was zelf geen geldige reden voor waarom hij Storm heette in de eerste instantie. ‘Normaal noemen ze mij Hal.’ Gaf hij toe. Hij duwde zijn hoofd van zijn vuisten en kwam terug recht zitten. Hij strekte zijn arm over het tafelblad terwijl hij wat onderuit zakte, compleet ontspannen en zichzelf. Toen ze zei dat hij haar gewoon Nadya mocht blijven noemen gaf hij haar een lieve glimlach. ‘Het zou verwarrend worden anders.’ Twee Stormen die elkaar vaak zouden zien, het zou inderdaad verwarrend zijn. Het was als naar zichzelf roepen dan. Bij haar laatste woorden keek hij opzij, recht in haar blauwe ogen en met haar glimlach op haar lippen. ‘En ik voel me geen weerwolf momenteel, en dat betekend veel voor me, dankzij jou.’ Hij haalde zijn blik van haar weg en staarde weer voor zich uit. ‘Ik heb me in geen maanden zo relaxts gevoeld als nu.’ Prevelde hij zachtjes, voor zichzelf maar ze zou het kunnen horen. Zoveel dankbaarheid had hij voor haar. Hij had misschien geen idee waar ze beide op termijn naartoe zouden leiden maar Nadya in de buurt was één van de grootste opluchtingen sinds hij weerwolf was geworden …
Onderwerp: Re: Enjoy the moment where you just can be yourself. [Nadya] vr dec 04, 2015 6:52 pm
GRACE IS JUST WEAKNESS
Or so I've been told. I've been cold, I've been merciless. But the blood on my hands scares me to death Maybe I'm waking up today --------------------
De herinneringen namen haar voor even volledig in beslag. Het alsof ze weer in Kiev was. Alsof ze weer de rokerige lucht in ademde. Alsof ze weer de geluiden van de oorlog hoorde. Alsof ze weer overvallen werd door de alles omvattende angst. Het enige, of eigenlijk de enige, wat er voor zorgde dat ze niet volledig wegzonk in het verleden, was Storm. Zijn arm die rond haar schouders lag. De warmte van zijn lichaam zo vlak bij de hare. Zijn rustige ademhaling. Op dit moment was hij het enige waarin ze zich kon vasthouden. De enige die haar menselijk hield. Die er voor zorgde, dat haar herinneringen haar niet in zo verre mee namen dat ze niet anders kon dan shiften. Omdat de angst te heftig was. Omdat haar emoties te sterk waren voor haar, in vergelijking tot haar drankenlichaam, fragiele mensen lichaam. Het was vreemd, hoe hij met zo’n simpele aanraking zo veel voor elkaar wist te krijgen. Hoe zijn arm rond haar schouders voldoende was, om haar het gevoel te geven dat ze veilig was. Dat er niemand was die haar iets zou doen. Dat ze niet echt in Kiev was. Dat er niet echt bomen uit de lucht vielen. Bij ieder ander had de aanraking haar waarschijnlijk enkel angstiger gemaakt, of kwaad maar bij Storm was het anders. Bij Storm was alles anders. Naast hem zou ze tijdenlang zo kunnen zitten.
Langzaam was ze terug gekeerd naar de werkelijkheid. De verlaten straten van Kiev vervaagde, maakte plaats voor het groene gras en de bomen met hun gelige bladeren. Het snerpende geluid van het luchtalarm werd vervangen door Storm’s rustige en regelmatige ademhaling. Kort ontmoeten haar ogen de zijne, zag ze de begripvolle blik in zijn ogen. Hoewel hij zich waarschijnlijk niet voor kon stellen hoe het was op te groeien in een oorlog, wist ze dat hij er voor haar was. Dat hij begreep dat ze het er moeilijk mee had. Dat de herinneringen haar nog altijd bezighielden. Al waren de herinneringen niet half zo innemend als die van de tijd dat ze gevangen had gezeten. De tijd dat ze als proefdier was gebruikt. Een tijd waar ze Storm misschien ooit over zou vertellen, maar niet nu. Niet vandaag. Er waren al zo veel emoties door haar heen gegaan. Zo veel beelden, waarvan ze wist dat die haar de rest van de dag niet volledig met rust zouden laten. Meer zou ze niet aan kunnen, meer zou haar breken. Zwijgend keek ze voor zich uit naar een vogeltje dat traag door het gras hupte opzoek naar eten. De rust in haar lichaam was bijna volledige terug gekeerd. Voor nu was het stil in haar hoofd of in elk geval, stiller dan het zo juist was geweest. Al haar aandacht ging naar het vogeltje, dat met zijn snavel in de grond aan het wroeten was. Naar de zon die op haar rug scheen. Naar Storm die stil naast haar zat.
Als kind had ze nog niet goed begrepen wat onsterfelijkheid inhield, omdat ze destijds de dood nog niet echt gekend. De mededeling dat ze onsterfelijk was, had haar dan ook geen angst aan gejaagd. Niet totdat ze begrepen had wat het inhield. Niet tot de eerste bom op Kiev gevallen was en ze begrepen had in wat voor een wereld ze leefden. In wat voor een wereld ze haar lange leven door zou moeten brengen. Voor Storm was het anders, hij begreep maar al te goed wat de dood in hield en wat onsterfelijk zijn inhield. Dat hij er niet over wou na denken, kon ze dan ook begrijpen en ze zei hem dan ook te zwijgen. Als hij er ooit over praten wou, wist hij dat hij naar haar zou kunnen komen. Dat hoefde ze hem niet meer te zeggen. Storm liet zijn schouders iets zakken bij het horen van haar woorden. Haar ogen vonden zijne en terwijl hij sprak keek ze hem gewoon aan. Kort klopte hij met zijn hand op haar arm. Een lichte glimlach verscheen op haar gezicht. Samen onsterfelijk zijn. Dat zou beter zijn dan alleen, veel beter. Het was niet zo dat ze wou dat Storm onsterfelijk was. Tenslotte wist ze als geen ander wat voor een vloek het was, al helemaal voor iemand als zij. Iemand die slachtoffers maakt. Veel slachtoffers. Maar toch, het idee dat ze samen met Storm het eeuwige leven zou leven klonk ergens wel aantrekkelijk. Zover eeuwig leven aantrekkelijk klinken kon. “Al hoop ik met heel m’n hart dat jij niet onsterfelijk bent. Zou ik het ergens wel fijn vinden, als ik jouw niet hoef te verliezen.” Gaf ze eerlijk toe, haar stem klonk zacht. Voorzichtig, omdat ze wist hoe confronterend dit alles voor hem was.
Storm wist dat iedereen haar Strom noemde. Eigenlijk zou het haar niet moeten verbazen en toch was dat precies wat het deed. Haar verbazing deed hem glimlachen. Van wie zou hij het gehoord hebben? Zou hij verhalen over haar hebben gehoord? Wat voor verhalen zouden dat geweest zijn? Zou hij weten dat ze sinds ze op Genosha zat, ze nog geen enkele volledige lesdag had gevolgd? Dat ze de eerste dagen van haar verblijf zwijgend had door gebracht? Maakte het uit als hij dat alles zou weten? Zijn woorden deden haar weer op kijken. Een glimlachje verscheen op haar gezicht. Al was ze het niet helemaal met hem eens. Niet omdat ze een hekel had aan haar echte naam, want dat had ze niet, het was soms alleen moeilijk om te horen. Haar ouders hadden haar die naam gegeven. Een Oekraïense naam, die met het Noorse accent van haar vader altijd iets excentrieks had gekregen. Echter, vond ze de naam Storm ook mooi. Al paste de naam beter bij hem, dan bij degene die zij was als ze bij hem was. Zou er een rede zijn waarom hij geen fan van zijn naam was? Dat de meeste mensen hem Hall noemden, was haar tijdens het Halloween feest opgevallen. Echter, was het nog niet in haar op gekomen hem hierna te vragen. Hem te vragen of zij hem ook Hall moest gaan noemen. Het zou wennen zijn, omdat ze hem had leren kennen als Storm net als hij haar had leren kennen als Nadya maar als hij het zou willen zou ze het direct doen. “Wil je dat ik je in het vervolg Hall noem?” vroeg ze en voor een moment keek ze hem vragend aan. Waarna ze hem zei dat hij haar Nadya kon blijven noemen. Een lieve glimlach verscheen op zijn gezicht. Een glimlach die haar er van wist te overtuigen dat ze de goede keuze had gemaakt. Bij Storm kon ze Nadya zijn. Op den duur zou de naam zijn lading voor een groot deel verliezen, zou het gewoon weer zijn wie ze was. In elk geval bij hem. “Het zou zeker verwarrend worden.” Gaf ze met een glimlachje toe. Die verwarring was precies de rede dat ze zich in eerste instantie ook had voorgesteld als Nadya, omdat die verwarring in de staat waarin hij toen had verkeerd misschien te veel was geweest. Nu was Storm er veel beter aan toe, leunde hij ontspannen tegen het houten tafelblad. Dit keer maakte ze de keuze niet voor hem, maar voor zichzelf. Zijn woorden deden een tedere glimlach op haar gezicht verschijnen. Hoe kwetsbaar het hen ook maakte, bij elkaar konden ze gewoon zichzelf zijn. Hij voelde zich bij haar meer Storm dan weerwolf en zij voelde zich meer Nadya dan Storm. Toen hij zijn blik af liet dwalen, bleef ze voor een moment naar hem kijken nog altijd met een lichte glimlach op haar gezicht. De rust die Storm uitstraalde, voelde zij ook en voor een moment voelde ze zich volledig op haar gemak. Zijn zachte geprevel deed haar glimlach voor een moment iets verbreden. Blij, dat zij voor hem hetzelfde kon doen als hij voor haar deed. Zelf had ze zich in tijden niet zo veilig gevoeld als ze zich bij Storm voelde. Al vond ze dit ergens ook beangstigend, omdat het hem steeds belangrijker voor haar maakte. Omdat hem verliezen, steeds moeilijker zou maken en als hij niet onsterfelijk was zou ze hem hoe dan ook verliezen. Nadya wist de gedachten weg te duwen. Wist haar ontspannen houding te bewaren. Ook zei leunde lichtjes met haar rug tegen het blad van de picknicktafel, haar linker knie trok ze op en haar hoofd liet ze er op rusten. Zijlings keek ze naar Storm. “Wat heb je aan iedereen in Londen gezegd?” vroeg ze voorzichtig. Ze wou niet weer een vloed van emoties bij hem te weeg brengen, maar ze was wel benieuwd naar hoe zijn leven in Londen was geweest en hoe hij zijn vrienden en familie er van overtuigd had hem niet op te zoeken. Zouden ze weten dat hij een mutant was? Vast niet. Dat Storm niet graag over Lupos sprak was haar al heel snel duidelijk geworden. Zover zij wist, wisten er maar heel weinig mensen over de ware aard van Storm’s mutatie.
Onderwerp: Re: Enjoy the moment where you just can be yourself. [Nadya] vr dec 04, 2015 10:57 pm
.Always live before you die.
Wat zou je doen in een onsterfelijk leven als je enkel maar elkaar had, zoals haar ouders het zevenhonderd jaar hadden gedaan? Storm was geen expert in relaties maar hij wist wel dat ze niet zonder slag of stoot vredig en gelukkig bleven. Er waren altijd wel dieptepunten en ruzies, problemen die op te lossen moesten worden. Veel mensen konden een relatie van vier jaar al niet aan, wat dan met zevenhonderd jaar? Zelf als ze elkaar geen zevenhonderd jaar kenden, het moest toch meer dan honderd jaar aan liefde en geluk geweest zijn. Storm kon het niet bevatten, zouden ze nog steeds van elkaar gehouden hebben de dag dat ze stierven? Zouden ze nog steeds zoveel plezier hebben als helemaal in het begin? Zijn ouders waren twintig jaar getrouwd, gelukkig, echt gelukkig. Ze hadden twee geweldige zonen waar ze trots op waarden. Ze hadden ieder een job die ze graag uit voerden en ze maakte nog steeds uitstapjes met elkaar en het gezin. Storm had ze weten ruzie maken, die momenten waren er zeker geweest maar die gingen zo snel voorbij als een goed onweer en dan werd er niets meer over gezegd. Zouden zijn ouders uitgesneden zijn voor het onsterfelijk leven? Niemand was er waarschijnlijk volledig voor uitgesneden, uiteindelijk zou je je gaan vervelen, gaan ergeren aan de kleine dingen en dat was net het gevaarlijke eraan. Uiteindelijk ging je dat gaan uitwerken op de ander en zo kwam een bal aan het rollen.
“Al hoop ik met heel mijn hart dat je niet onsterfelijk bent. Zou ik het ergens wel fijn vinden, als ik jouw niet hoef te verliezen.” De eerlijkheid in haar zachte stem drong zwaar door bij Storm. De voorzichtigheid ervan apprecieerde hij. Hij staarde voor zich uit terwijl hij ieder woord ervan probeerde te herstellen in zijn geest. Het zou fijn zijn voor Nadya, om iemand te hebben die leefde naast haar, die niet kon sterven. Hij kon het niet zo goed begrijpen maar hij probeerde het ten volle tot hem op te nemen. Het zou haar waarschijnlijk gelukkiger maken, het zou een beetje pijn weg nemen in haar leven. Het zou een … troost zijn. ‘Je hoeft me voorlopig nog niet te verliezen.’ Hij keek haar kort aan en haalde zijn schouders zachtjes op. ‘Noch niet de komende jaren in ieder geval.’ Vervolgde hij stil. Hij wist dat het niet waar was, dat alles afhankelijk was van de weerwolf. Want wat dat beest deed bij volle maan had hij niet in de hand en hij zou het ook nooit in de hand krijgen. Dus als hij stierf als weerwolf dan stierf hij ook als mens, dat was het beangstigende aan heel zijn vloek. Elke volle maan kon de laatste zijn, elke uitbarsting kon de laatste zijn want hij wist nooit wat de weerwolf zou doen. Hij wilde niet onsterfelijk zijn, al zou hij het ergens graag willen zijn voor Nadya, gewoon om er voor haar te zijn. Het zou wel werken, ze zouden het samen wel overleven, als twee eenzame zielen op een dode planeet.
Hij was nog even bij het onsterfelijke blijven hangen. Zijn zintuigen hadden zich scherp gesteld op de omgeving waardoor het gejog van loopschoenen op grind enorm irritant klonk in zijn oren. Hij keek op, zocht naar de jogger maar vond hem niet, wat betekende dat hij ver weg was. Wat dan weer betekende dat Storm echt diep in gedachten had gezeten en hij had geen idee hoe lang. Het was als een soort verdedigingsmiddel van de weerwolf; als hij de focus verloor of in gedachten weg dreef dan schakelde al zijn zintuigen gelijk een tandje hoger. Het was efficiënt maar rotvervelend op momenten als deze. Hij streek zijn hand kort over zijn oor, alsof hij daarmee het geluid kon verbannen alvorens hij zijn concentratie terug op Nadya legde. Want dat was tenslotte vier keer beter dan denken aan onsterfelijkheid.
Net als hij wist dat ze eigenlijk Storm werd genoemd moest zij het ook weten dat iedereen hem meestal met Hall aansprak. Haar voorstel om hem Hall te gaan noemen bracht een enorme glimlach teweeg op zijn lippen. ‘Nee.’ Zei hij kordaat. ‘Ik heb me voorgesteld als Storm, Storm blijft het.’ Vervolgde hij met een glimlach. De naam Storm … het was niet dom, het was gewoon niet zijn smaak. Misschien omdat hij Brits was en Hal een veel betere Britse naam was dan Storm. Maar zijn naam werd door ieder ander wel geapprecieerd, buiten zichzelf dan. En hij was niet eens genoemd omdat hij in een storm geboren was ofzo, het had geen betekenis, zijn ouders hadden het gewoon mooi gevonden. Het was niet dat hij zijn naam lelijk vond, het was gewoon, hij kon niet echt zeggen waarom. Hij was opgevoed met Hal, omdat het beter klonk bij de vrienden. ‘In Londen heeft iedereen meer de neiging om Hal te zeggen, omdat het meer Brits klinkt.’ Hij zweeg en keek zijdelings opzij naar Nadya. ‘Het is een gewoonte geworden.’ Hij glimlachte ontspannen en keek terug voor zich uit. ‘Storm.’ Zelf over zijn lippen, met een brits accent, klonk de naam mat. Alsof hij de diepgang ervan niet kon vinden. Hij schudde kort zijn hoofd. ‘Maar het is altijd apart geweest.’ In Londen in ieder geval wel. Hier had hij al verschrikkelijkere combinaties gehoord dan de zijne. Dat het verwarrend zou zijn, daar waren ze het er beide eens over. De lieve glimlach die ze schonk maakt het ontspannen gevoel voor Storm enkel maar beter, omdat hij wist dat ze dat ook was. Haar spieren ontspanden, haar hartslag was een zacht geklop in haar borst. Eerlijk, hij zo in slaap kunnen vallen, zo relaxts was hij.
Haar vraag nam het ontspannen gevoel niet weg, hij bleef naar de blauwe hemel staan terwijl zijn vingers over de nerven in de tafel streken waarop zijn arm lag. Maar haar vraag sleurde hem wel terug in het verleden, naar herinneringen over vroeger. Het zorgde voor heimwee, dat gaf hij toe. Het was niet omdat hij een uitgaander was en graag eens weg van huis was, dat hij het niet kon missen. Maar de herinneringen waren wel goede, tot het moment dat hij besloot te vertrekken, vlak na zijn eerste volle maan. Wat had hij zijn ouders gezegd … hij twijfelde nog steeds over het feit of hij hen niet gewoon alles had moeten zeggen. Maar het was Londen, Londen liet niet zo snel mutanten toe dus het leek de beste keuze om te vertrekken, dat en om iedereen veilig te houden.
Hij keek opzij naar Nadya die haar knie had opgetrokken en haar hoofd erop liet rusten. ‘Niet veel.’ Antwoordde hij zachtjes. Er kwam een moeilijke blik in zijn ogen, alsof hij leek te worstelen over de gedachten die door zijn hoofd gingen, de woorden die hij wilde zeggen. Ze namen echter niets weg van zijn ontspannen houding. ‘Ik stond op het punt te gaan studeren en het leek me het beste excuus dat ik kon geven. Mijn ouders zijn er ingetrapt, al denk ik dat mijn moeder zich nu wel vragen zal stellen. De vrienden geloofden me minder snel want ik ben de stadsjongen, iemand die zijn thuishaven niet snel zal verlaten, die carrière zou maken op eigen bodem.’ Hij zweeg en wierp haar een snelle glimlach. ‘Dat is wat zij dachten.’ Verduidelijkte hij voor zijn blik weer dromerig voor zich uit gleed. ‘Ik heb zes maanden geen contact gehad, nu nog steeds niet en ik vraag me ergens wel af wat ze moeten denken. Mijn moeder denkt waarschijnlijk dat ik ergens dood aangespoeld ben aan een strand door een wild feestje.’ Hij lachte op zijn eigen woorden. Gek genoeg maakte de herinneringen, de gedachten hem niet verdrietig, het deed hem goed er luidop over te praten. ‘Mijn vader die trekt zich er waarschijnlijk niets van aan, ik red me wel. Mijn broertje,’ hij zweeg en glimlachte liefdevol in het niets, om zijn broertje. ‘Waar zijn fantasie naar reikt weet ik niet. Hij denkt waarschijnlijk dat ik een superspion ben die de wereld moet redden.’ Grinnikte hij. ‘En de meeste van mijn vrienden zullen me al vergeten zijn. Alleen mijn beste vriend en vriendin, als iemand zich zorgen maakt dan zijn zij het wel.’ Ging hij verder, vooral Camille dan, want ze was een meid, vrouwen maakte zich nu eenmaal snel zorgen. Hij keek opzij naar Nadya en bleef haar aankijken. ‘Ik vraag me soms nog steeds af of ik niet iemand had moeten zeggen wat er aan de hand is. En of ik contact zou moeten opzoeken.’ Hij keek haar vragend aan, hopend op een mening van haar kant uit. ‘Verdienen ze niet het te weten wat er met me aan de hand is?’ Vroeg hij zachtjes. Hij wist in ieder geval dat het nooit zo kleurrijk kon verlopen als dat hij in gedachten had. Hij was tenslotte een weerwolf, had mensen vermoord, wat zouden zijn ouders en vrienden daarvan denken? …
Onderwerp: Re: Enjoy the moment where you just can be yourself. [Nadya] za dec 05, 2015 4:49 pm
GRACE IS JUST WEAKNESS
Or so I've been told. I've been cold, I've been merciless. But the blood on my hands scares me to death Maybe I'm waking up today --------------------
Haar ouders hadden onsterfelijkheid er makkelijk uit laten zien. Hadden haar het idee gegeven dat het niet iets pijnlijks was, iets slopends. Al had haar vader zo nu en dan zijn bitterheid wel uitgesproken. Had hij duidelijk laten merken dat hij geen vertrouwen had in de mensheid. Nee, die enige die hij had vertrouwd waren zij geweest en zij waren volgens hem geen echte mensen geweest. Alle drie, waren ze volgens hem meer draak dan mens geweest. Dat had hij al gevonden, voor zij in staat was om te transformeren. Haar vader had haar überhaupt nooit als draak gezien. Echter, was hij er zeker van geweest dat ze er één was. Simpelweg omdat iedereen uit hun familie dat was, omdat hun voorouders enkel draak waren geweest. Omdat ze zowel vuur van haar moeder als ijs van haar vader in zich had. Hoe zou het zijn geweest als ze alle drie de oorlog hadden overleefd? Als haar moeder en zij niet gevangen genomen waren? Zou zij dan ook zo bitter zijn als ze nu was? Zo bitter als haar vader geweest was? Of zou ze nog het onschuldige hebben, wat ze als kind had gehad? Zou ze gelukkig zijn geweest? Nadya wist dat dit vragen waren waarop ze geen antwoord krijgen zou. Hoe vaak ze ook door haar hoofd zouden gaan. Dat ze niet anders kon, dan haar leven accepteren zoals het was. Hoe pijnlijk dat ook was. Haar ouders hadden er ook lange tijd alleen voor gestaan. Tientallen mensen waren ze verloren, voor ze eindelijk elkaar gevonden hadden. Voor ze hun onsterfelijke zielsverwant gevonden hadden. Volgens haar moeder was het, het lot. Volgens haar vader was het puur toeval. Hoewel Nadya niet heel bijgelovig was, vond ze haar moeders verklaring aantrekkelijker klinken. Omdat dat het zou betekenen, dat er ook voor haar iemand was met wie ze haar lange leven zou kunnen delen. Eigenlijk was het vreemd hoe je kon verlangen naar iemand met dezelfde vloek als jouw en tegelijkertijd kon hopen dat niemand dit zelfde lot hoefde te leiden. De tegenstrijdigheid kwam ook naar voren, in de woorden die ze voorzichtig uit sprak. Voorzichtig omdat ze wist wat de woorden betekenden, omdat ze wist wat ze met Storm konden doen. Voor een moment bleef hij stil, keek hij voor zich uit en zij volgde zijn voorbeeld. Zich afvragend of ze er goed aan had gedaan haar gedachten uit te spreken. Om toe te geven dat ze hem ergens liever niet zou willen verliezen, zoals ze ieder sterfelijk persoon verloor. Nadya wist dat het niet goed was te denken in verliezen, maar dat was het enige wat ze kon. Denken in verliezen was iets wat ze op Bikini Atol had geleerd. Iedere keer als ze met iemand had gesproken. Iedere keer als ze ‘vrienden’ had gemaakt, was ze, ze weer kwijt geraakt. Omdat zij sterfelijk waren en zij niet. Mensen verliezen was het enige wat ze kende. Was het enige wat ze zou kennen, tot ze iemand tegen kwam die was zoals haar. Al wist ze dat ze zelfs onsterfelijke mensen verliezen kon, zoals ze ook haar ouders verloren had. Bij het horen van zijn stem keek ze weer op, recht in zijn bruine ogen. Ze hoopte dat hij gelijk had, dat ze hem in elk geval de komende jaren nog niet hoefde te verliezen, maar eerlijk? Er zeker van zijn was ze niet. Op Genosha, joeg Storm als Lupos niet op mensen hij joeg op mutanten. Wat als hij de komende volle maan of één van de volle manen die daar op zou volgen, iemand aan zou vallen die sterker was? Iemand die geen genade kende? Iemand die Lupos zou vermoorden zonder er bij stil te staan, dat er in dat gruwelijke wezen nog iemand zat? Haar angst uitspreken deed ze niet, omdat ze wist dat hij hier zelf ook over na gedacht had. Omdat ze wist dat de gedachten uitspreken, het niet minder echt zou maken. In tegendeel.
Bij het horen van haar voorstel, verscheen een grote glimlach op zijn gezicht waarna hij het vrijwel direct afwees. Iets wat haar onwillekeurige deed glimlachen. Ja, ze was blij dat ze hem Storm mocht blijven noemen. Dat was hoe ze hem had leren kennen. Dat was wie hij voor haar was. Het aanspreken van iemand met zijn of haar achternaam, deed haar officieel aan. Het deed haar denken aan de manier waarop de militairen en wetenschappers elkaar hadden aangesproken. Al was ze er vrij zeker van dat ze er wel aan had kunnen wennen, als Storm had gewild dat ze hem Hall had genoemd. Zijn verklaring over waarom iedereen hem Hal noemden, klonk haar wel logisch in de oren. Storm klonk inderdaad niet echt Brits, eerder Amerikaans. Nick, die van oorsprong Amerikaans was, had haar de alias ook gegeven toen ze door Amerika waren getrokken. Er was niemand geweest die de naam gek had gevonden, al had het nooit helemaal gepas bij haar Oekraïense accent dat enkel te horen was wanneer ze heel kwaad of moe was. “Hall klinkt inderdaad Britser dan Storm, maar ik vind Storm wel bij je passen.” zei ze, een glimlach speelde op haar lippen.
Beide waren ze volledige ontspannen. Alsof na de stortvloed van emoties die ze zojuist hadden ervaren, alle spanning uit hun lichaam was verdwenen. Nadya wist dat het bij haar altijd slechts een kwestie van tijd was voor de spanning weer terug zou keren, maar voor nu genoot ze van de rust. Genoot ze van de zonnen stralen die op haar huid kriebelden. Van Storm’s aanwezigheid. Met haar hoofd rustend op haar knie, keek ze hem zijlings aan. Zou haar vraag hem terug hebben gesleurd in de storm van emoties? Was het stom van haar geweest hem te stellen? Er verscheen een wat moeilijke blik in zijn ogen, maar zijn ontspannen houding bleef. Hoe meer hij vertelden, hoe meer ze van hem te weten kwam. Van zijn leven in Londen. Zoals het nu klonk had hij een prima leventje gehad, tot het abrupt een andere wending gekregen had toen hij gebeten werd door een weerwolf en hij alles achter zich zou laten. Zijn woorden deden ook haar lachen, want na wat ze op het Halloween feest had gezien wist ze dat Storm hier waarschijnlijk werkelijk toe in staat zou zijn geweest. Dus hij had een broertje? Een broertje, waar hij aan zijn liefdevolle glimlach te zien veel om gaf. Onwillekeurig moest zij ook glimlachen. Moeilijk om zich Storm voor te stellen als een grote broer was het niet. Ze kon zich voorstellen dat hij een zorgzame broer was geweest, die zijn kleine broertje altijd in bescherming nam. Wat precies was, wat hij had gedaan op het moment dat hij weg was gegaan uit Londen. Zachtjes moest ze lachen om Storm’s volgende woorden. Een superspion die de wereld aan het redden was, dat klonk nog best goed. Dat zijn beste vriend en vriendin zich waarschijnlijk zorgen om hem zouden maken, kon ze zich wel voorstellen. Als hij nu ineens zou verdwijnen, zou zij zich ook zorgen om hem maken. Al lag dat natuurlijk wel anders, want zij wist veel meer over zijn huidige omstandigheden dan zij deden. Bij het horen van zijn vraag bleef ze hem voor een moment stil aan kijken. Niet goed wetend wat ze moest antwoorden. Zelf had ze nooit iets dergelijks mee gemaakt. Niet dat ze nooit halsoverkop ergens vertrokken was, zonder iemand een goede reden te geven maar degene die ze achter had gelaten hadden nooit veel voor haar betekend. Ze zouden haar stuk voor stuk vergeten zijn, zoals zij hen ook vergeten was. “Zou jij het willen weten, als het één van hen was?” vroeg ze. Nu was zij het die hem vragend aan keek. “Als een van hen een weerwolf was en hier op het eiland zat?” Hij zou de vraag beter kunnen beantwoorden dan zij dat kon. Zij was opgegroeid als een mutant. Voor haar was mutant zijn normaal. Voor degene die ze echt dichtbij gelaten had was mutant zijn normaal geweest. In Londen was het anders, dat wist ze. Nick en zij waren expres nooit naar Engeland gegaan, omdat ze wisten dat als iemand daar uit zou vinden dat ze mutant waren ze meer dan alleen de soldaten van Bikini Atol achter zich aan hadden.