Onderwerp: Re: If you go though hell .. just keep going. [Kat] di apr 05, 2016 11:20 am
We are survivors
We are survivors of the wild
Het feit dat hij haar los had gelaten bracht wel vragen, want waarom zou hij dat doen? Gezien Kat zou denken dat de weerwolf alleen maar zoveel mogelijk slachtoffers probeerde te maken en iedereen in zijn weg zou afmaken. Dit bleef dus toch niet helemaal waar te zijn. Misschien was het wel omdat ze hem vast bleef houden, en hij eerst wilde veranderen naar Lupos voordat hij ervandoor zou gaan, maar waarom haar dan niet vermoorden zodat hij er ook vanaf zou zijn. Of dit wist hij niet? Ze had werkelijk geen idee maar wilde er wel achter komen, alleen niet nu. De deal die hij probeerde te maken ging natuurlijk niet door want ze was wel slimmer dan dat. ‘De enige manier hoe ik hem terug in dit krijg,’ Liet hij weten, maar ja ha dan zou hij eerst nog een aantal mensen uitmoorden en dat kon Kat niet toelaten dus dat was heel jammer voor hem dan. ‘is voor jou om je mutatie, of hoe je het ook noemt, te laten zakken. Dan pas kan hij terug, je kunt ook,’ Ging hij verder maar stopte, had blijkbaar niet door dat hij nog verder aan het praten was over informatie die ze niet mocht weten. Oh oh?
Niet dat Kat er nog iets mee deed, want zij wilde hier een einde aan brengen zodat hij niet nog slachtoffers zou maken. Storm zou dat ook niet willen, dus ze zou hem tegenhouden, en wel voor de hele nacht. Snel had ze haar plan doordacht waardoor ze ook snel had kunnen handelen. Voordat ze wolf door de deur zou gaan, in het lichaam van Storm, of toch zou besluiten om een eind te maken aan haar leven. Niet dat het zou lukken, maar ze zou hem de kans ook niet geven om het te proberen. Zodra hij even niet op haar lette sprong ze naar hem toe, hield de kalmeringsspuit tussen haar tanden en sprong hem naar de grond. Ze had voorgenomen om zo voorzichtig mogelijk met hem te zijn maar ze zag geen andere mogelijkheid om hem makkelijk en effectief naar de grond te krijgen, dus hij moest planken. Maar daarbij had ze hem wel, ze had hem met zijn buik tegen de grond en zat op hem met zijn armen tegen zijn rug gedrukt, dus hij kon niets doen. Lag in haar houtgreep. Ze hoorde wel iets kraken in zijn schouder, iets wat ook wel heel fout kon zijn maar momenteel kon ze haar aandacht er nog niet op richten. Ondanks dat ze pijn hem nu wel gedeist zou houden, want hij kon niet helen, wilde ze zekerheid en daarbij ook Storm terug in zijn lichaam. Dus ze gebruikte de kalmeringsspuit, weliswaar met een te hoge dosis van wat hij nu kon hebben maar dat zou hem in ieder geval wel even wat langer plat liggen. Ze kon tenslotte zijn heling weer loslaten mocht hij te ver weg raken. Maar voor nu was dit even het beste wat ze kon bedenken.
Ze was voor de zekerheid in een Gorilla veranderd om hem tegen de grond te houden, maar dat bleek niet nodig meer te zijn. Hij zakte al weg en redelijk snel dus ze kon hem zo wel in bedwang houden. Snel veranderde ze alweer terug en bleef ze nog een kwartier lang zo zitten om er zeker van de zijn dat Lupos niet op haar zat te wachten om terug te keren. Dat bleek niet het geval te zijn en zachtjes begon ze al een beetje weg te sukkelen. Hier haar mutatie wel klaar om hem tegen te kunnen houden, mocht hij ineens weer een aanval doen. Maar toch, het bleek dat haar mutatie haar toch kon uitputten. Ze rolde van hem af en ging naast hem liggen op de grond op haar rug. Keek hem nog even aan en pakte zijn hand vast zodat ze zijn pols in de gaten kon blijven houden. Het voelde rustig maar het was er nog altijd. Hij voelde daarnaast alleen wel heel koud, waardoor ze zich nog eventjes kort omdraaide zodat met haar hand bij het deken kon dat op het ziekenhuisbed lag. Ze gaf er een harde ruk aan en begon het ding los te trekken zodat ze het over hem en over zichzelf heen kon leggen. En zo, met zijn pols in haar hand en met haar mutatie die nog altijd alles blokkeerde en in de gaten bleef houden, viel ze weliswaar wat oppervlakkig in slaap..
Er gebeurde een hele lange tijd niets, zijn pols zakte niet nog verder maar het begon ook niet ineens omhoog te gaan om een nieuwe aanval aan te geven. Het was rustig en het was heerlijk. Wat ze voelde hoe haar mutatie haar nu echt aan het uitputten was, maar ze bleef doorgaan en het rustig slapen hield haar energie nog een beetje omhoog. Dus zo was het goed. Al begon na een tijdje zijn pols ineens weer wat sterker te worden. Wat suf werd ze wel meteen wakker maar het was niet Lupos. ‘Kat.’ Hoorde ze het gemompel dat bijna onverstaanbaar was. Het klonk angstig, wat paniekerig maar het belangrijkste was nog dat het klonk als de bekende Hall. ”Hee, rustig maar, ik ben hier.” Zei ze terwijl ze haar hand naar zijn bovenarm liet gaan en hier zachtjes even aaide om te laten weten dat ze er was. ”En ik ben ongedeerd, mis geen klein stukje van mijn huid.” Zei ze en het klonk ook wel een tikje vrolijk, omdat het haar was gelukt. Het was nog erg donker want het licht was automatisch uitgegaan en buiten scheen de zon ook nog niet. Maar ze merkte nu wel heel erg dat ze grond niet meer lekker lag. Rustig kwam ze overeind en ging ze even met haar hand door haar haren heen. ”Hoe is je schouder?” Vroeg ze aan hem voordat ze hem zou verplaatsen naar het bed, want misschien zou dat wel helemaal niet handig zijn. ”Sorry voor dat by the way.” Vervolgde ze, nog altijd met haar optimisme maar de vermoeidheid was wel een klein beetje te horen..
Onderwerp: Re: If you go though hell .. just keep going. [Kat] di apr 05, 2016 7:18 pm
.Lupos.
I will find you, I will kill you.
Het wegzakken in die vredige wereld was voor Storm een heel bekend beeld maar het was ook gevaarlijk. Storm probeerde er te vaak in te komen en in die drie weken had hij zijn hartslag zelfs zo gevaarlijk laag gekregen dat het leek alsof hij opnieuw zou gaan sterven. Hij kon bijna een hartslagmonitor horen piepen, het trage gepiep, iets wat hij in zoveel gevallen nog trager wilde krijgen. Toch bleef hij stabiel nu, ondanks de overdosis aan kalmeringsmiddel. Hij had geen idee hoelang hij buiten westen was en het kon hem ook weinig schelen want hij werd omringd door dromen, leuke aangename dromen. Zoals hij en Kat, op hun wereldreis, dobberend op het blauwe water voor de kust van Hawaï, of een slagroomgevecht in een hotelkamer was ze achteraf zeker boete voor zouden mogen bij betalen. Of de droom waarin hij haar door Londen mee trok, waarin hij haar ontbijt maakte in de meest vertrouwde plaatsen die hij kende. Waarin ze gewoon samen waren. De vredigheid van dat alles trok Storm dieper, zijn bewustzijn vervaagde nog meer en zijn lichaam kende voor ongekende tijd de rust die het nodig had. Ondanks dat hij niet kon helen voelde hij geen pijn, ondanks dat er een volle maan was voelde hij geen drang naar transformeren, geen misselijkheid. Het was perfect en hij wilde dat het bleef duren.
Toen hij het beeld kreeg van Kat en zichzelf begon hij langzaam weer naar boven te zwemmen, alsof hij dringend nood had aan zuurstof. Hij wist wat hem het meest panikeerde, en dat was dat Kat in gevaar was komen te zitten door hem. Maar wat hem ook compleet verwarde was het feit dat hij het had gedaan, in dit lichaam, maar met het bewustzijn van Lupos op de voorgrond. Storm kon zich nooit iets herinneringen van de momenten en het was alsof Lupos ze hem nu expres liet zien. Het maakte hem paniekerig, angstig, bezorgd om Kat. Ze had hem verzekerd dat ze het zou aankunnen en dan kreeg hij dit beeld, gepaard met de stekende pijn vanuit zijn schouder. Hij probeerde zijn lichaam iets of wat te bewegen maar het bleef roerloos liggen, gebukt onder de zware medicatie die hij had gekregen. Het enige wat hij kon doen was zijn ogen open en dan zag hij niets … hij zag geen Katerzyna, hij zag helemaal niemand.
Het was een goed ding om de paniek te voelen, want dat joeg alle adrenaline terug op gang en zorgde ervoor dat zijn lichaam weer voor een deel naar behoren kon functioneren. Hij lag nog steeds op de vloer, zijn wang tegen de koude tegels gedrukt toen hij haar stem hoorde. Hij sloot zijn ogen opnieuw toen ze haar hand geruststellend langs zijn arm aaide. De opluchting ademde hij er in één keer uit en maakte de pijn enkel maar erger. Toen ze hem verzekerde dat ze alle stukjes huid nog steeds had kon hij het niet laten om ook de zachte vrolijkheid in haar stem te vinden … zelfs nu nog … na wat hij, in dit lichaam, haar had aangedaan. Hij probeerde zich op zijn handen omhoog te duwen maar hij kreunde en zakte terug in elkaar toen hij voelde hoe de pijn vanuit zijn schouder heviger werd en heel zijn arm zo goed als onbruikbaar maakte. En toen voelde hij wat het was, een ontwrichtte schouder. Zijn ogen lichtte op in het duister, als een kat die vanuit de struiken toe keek. Hij probeerde het opnieuw, met één hand deze keek en kreeg zichzelf net recht genoeg om niet opnieuw tegen de tegels te zakken. De vermoeidheid was er, zijn gezicht stond bleek en getrokken, toch, dit was de beste nacht van al zijn volle manen tot nu toe, ondanks de schouder.
Zijn ogen gingen meteen op zoek naar Kat, vonden de hare en stelde hem nog wat meer gerust, ze was inderdaad in orde. Ze haalde haar hand door zijn haar en hij moest moeite doen om zich te concentreren op haar bewegingen en zijn omgeving. Het duurde dan ook even voor hij haar vraag beantwoord. ‘Ontwricht.’ Mompelde hij amper verstaanbaar. Zijn ogen staarde voor een seconde uit het raam maar zelf iemand zou gevoelig voor tijd als hem, kon nu het uur niet uitmaken. ‘Hoe laat is het?’ Vroeg hij zachtjes. Het voelde alsof hij een eeuwigheid geslapen, zijn hoofd was zwaar, loom, het koste hem extra tijd om te reageren op alles rondom zich. Van Lupos was geen spoor te bekeken momenteel. Hij nam zijn arm van en kneep zijn ogen pijnlijk samen, hij had een verpleegster nodig of tenzij Kat zo geweldig goed was in de anatomie van een mens om die schouder zelf weer op zen plaats te krijgen. Uiteindelijk keek hij haar weer aan, durfde zich amper te bewegen, ging zelf niet rechtstaan. ‘Kat,’ hij keek op, zijn ogen hadden hun eerste paniek verloren maar ze stonden nog steeds met angst en bezorgdheid. ‘Ben je in orde? Niet liegen.’ Dat laatste amper een geprevel, ze zou niet liegen, dat wist hij maar hij moest het gewoon weten. Hij moest weten dat ze in orde was, ze moest het hem kunnen bewijzen en enkel dan zou hij zelf ook terug in orde worden. ‘Je bent moe. Wat is er gebeurd?’ Vroeg hij haar nog steeds half georiënteerd. Hij zou zo weer in slaap kunnen vallen, ondanks de pijn …
Onderwerp: Re: If you go though hell .. just keep going. [Kat] ma apr 18, 2016 4:54 pm
We are survivors
We are survivors of the wild
Het lag zeker niet lekker, op de koude harde vloer, maar op het moment kon het haar niet zoveel schelen. Ze wilde daarbij niet zelf heel rude op het bed gaan liggen en hem laten liggen. Nu kon ze hem wel tillen maar ze was dan bang voor de schade die ze kon aanrichten en ze wist niet of ze daar nu de energie voor had. Die moest namelijk weer een beetje opladen en nu had ze nog genoeg voor het in stand houden van haar mutatie terwijl ze zachtjes in slaap was gevallen. Gelukkig had ze nog een dekentje gepakt om hun warm te houden, of toch een beetje.
Na een tijdje begon er pas weer wat meer leven te komen in het lichaam van Hall, al voelde ze hem natuurlijk wel de hele tijd aan zijn pols om er zeker van de zijn dat hij ook in leven bleef. Zijn pols begon alleen alweer langzaam sterker te worden en zijn zachte worden hadden haar wakker gemaakt. Geruststellend begon ze hem ervan te verzekeren dat ze nog in leven was, en geen klein stukje van haar huid miste. Ze had alles nog en zag er precies zo uit als toen ze de nacht in waren gegaan. Niets aan de hand dus. Hij zuchtte even opgelucht en probeerde zich vervolgens overeind te krijgen, al lukte zijn eerste poging niet helemaal. Kreunend zakte hij weer in elkaar en Kat zette zichzelf al overeind om hem te helpen bij zijn volgende poging. Ze hielp hem dan ook een beetje om overeind te komen en de donkere kamer. Het enige licht wat naar binnen scheen waren die van de sterren en van verschillende kleine lichtjes van apparaten. Zijn ogen vonden haar toen ze beide overeind waren gaan zitten. ‘Ontwricht.’ Antwoordde hij een tikje laat op haar vraag. ”Hmm.. Sorry.” Zei ze nog een keer. Tja, dat was even het gevolg van haar die niet een beter idee kon bedenken. ‘Hoe laat is het?’ Vroeg Hall vervolgens aan haar nadat hij even naar buiten had gekeken. Kort haalde ze haar schouders op. ”Een paar uur na middernacht?” Vroeg ze zelf iets wat twijfelachtig. Ze gokte dat het zoiets was maar wist niets zeker, hoewel ze daar waarschijnlijk toch een aantal uur hadden liggen pitten dus ze had wel zo’n idee.
Hij pakte weer zijn arm vast en kneep even pijnlijk zijn ogen dicht. Ohja, daar kon ze wel iets aan doen. Ze verzette zich even en bracht toen haar handen in zijn richting, pakte zijn arm niet maar vroeg met haar blik wel om toestemming. ”Ik kan je daar wel mee helpen.” Zei ze met een klein glimlachje. Hij zou het waarschijnlijk niet geloven maar in alle eerlijkheid, Kat wist wel het een en ander over dit soort dingen. Of nou ja.. Niet echt. Maar toevallig wist ze wel hoe ze een arm terug in de kom kon zetten, dat had ze al eens een keer gedaan bij een van haar broers. ”Geloof het of niet, maar ik heb dit al een keer eerder gedaan, echt waar.” Zei ze als motivatie voor hem.
Vervolgens keek hij haar weer aan. ‘Kat,’ Zei hij en keek haar toch nog steeds licht bezorgd aan. Ze keek hem ook weer aan en probeerde hem zoveel mogelijk geruststelling te geven door haar eigen glimlachje die wel moest vertellen dat het goed ging met haar. Het enige wat wel doorscheen was dat ze vermoeid was, dat kon ze nu niet verbergen. ‘Ben je in orde? Niet liegen.’ Ging hij verder met het laatste wat zachter, maar Kat kon alles goed horen. Ze knikte even zachtjes. ”Natuurlijk ben ik in orde, je kent me toch.” Zei ze met dat glimlachje. ”Maak je daar maar geen zorgen over.” Ging ze verder terwijl ze even haar hand op die van hem legde om haar woorden kracht bij te zetten. ‘Je bent moe. Wat is er gebeurd?’ Vroeg hij tenslotte nog, waarna ze toch een klein mini grijnsje liet zien. ”Ook maar een klein beetje hoor,” Zei ze over het vermoeid zijn. Zelfs nu, het praten met Hall gaf haar eigenlijk alweer iets meer energie dus met haar ging het wel helemaal goed komen. Ze zou weer fit zijn binnen no time. ”Maar goed, wat er dus gebeurde.” Ging ze verder, waarna ze hem even nadenkend aankeek, zocht naar de juiste woorden. ”Ik heb een klein gevecht gehad met Lupos maar dan in jou lichaam, ik kon de transformatie tegenhouden maar hij moest er toch door geglipt zijn.” Vertelde ze waarop het duidelijk te zien was dat ze niet helemaal een idee had van hoe dat had kunnen gebeuren. ”In ieder geval lijkt het me wel duidelijk wie dit gevecht gewonnen heeft.” Zei ze met een kleine trotse grijns. Jep, ondanks dat ze Hall zijn arm uit de kom had gesprongen had ze wel gewonnen..
Onderwerp: Re: If you go though hell .. just keep going. [Kat] ma apr 18, 2016 7:47 pm
.Lupos.
I will find you, I will kill you.
De opluchting om haar stem te horen zorgde voor een averechts negatief gevoel op zijn lichaam. Al zijn gespannen spieren vonden voor een moment rust in de opluchting waardoor hij alle pijn plots weer zo hevig voelde. En het was niet alleen de pijn van zijn schouder, zijn lichaam had zich proberen klaar maken voor een transformatie die Kat was tegengegaan. Daardoor had hij nu een zekere stramme stijve pijn over zijn hele lichaam. Het leek alsof de spieren en botten in een verwrongen positie stonden en even geen raad meer wisten wat er moest gebeuren. Maar het was beter dan geen opluchting voelen, dan denken dat Kat ergens achter hem bebloed op de vloer lag. Het was zijn ergste nachtmerrie, dat zou het altijd zijn nadat het Devon haast was overkomen. Toen ze hem gerustellend aanraakten spande al zijn spieren instinctief weer samen, bang voor een weerwolf die momenteel nergens was te bekennen. Hij probeerde zichzelf overeind te krijgen maar met ontwrichtte schouder was er niets in de wereld dat het momenteel mogelijk zou maken. Daarnaast was hij moe, niet zo moe als normaal maar hij voelde het wel goed. Ondanks dat hij het koud had wou hij liever blijven liggen en terug in slaap vallen maar Kat hielp hem recht.
Toen hij haar blik te pakken kreeg begon hij meteen naar dingen te zoeken die er niet in te vinden waren. Angst? Twijfel? Terughoudendheid? Waarom vond hij die dingen niet na wat hij had gezien van Lupos? Zijn ogen gleden in een traag moeizaam tempo in het donker over haar lichaam, op zoek naar iets van kleerscheuren of bloed, maar er was niets. Ze was in orde, ze was veilig bij deze versie van Storm. En ze excuseerde zich voor de schouder. ‘Ik ben meer gewend.’ Hij ondersteunde zijn arm in de mate van het mogelijk en liet zijn ogen voor een heel lang moment door het raam naar buiten gaan. Op zoek naar tijdsbesef, op zoek naar de stand van de maan. Wat als er nog maar een uur was gepasseerd? Wat als er nog helemaal niet veel tijd was verstreken? Toen ze hem beantwoordde op zijn vraag bleef hij nog steeds naar buiten kijken. Een paar uur na middernacht, dat was goed, toch? Wat was er dan in al die uren gebeurd? ‘En ik ben niet getransformeerd?’ Het voelde in ieder geval zo niet aan. Ondanks dat hij moe was en zijn lichaam pijn deed was het niets vergelijken met de standaards van volle maan. Dus het was haar gelukt voor al die tijd zijnde? Hij keek haar intens aan terwijl hij daarover nadacht. ‘Het is je gelukt.’ Prevelde hij voor zichzelf al zou ze het kunnen horen. Of tenzij ze al die uren tegen Lupos had moeten vechten, die gedachten nam meteen al het vertrouwen en de hoop terug weg. Zijn blik versomberde wat en hij sloeg het weg van Kat, naar de arm die er maar zielig bij hing.
Pas toen hij Kat zag bewegen gingen zijn ogen weer alert haar kant op, ze stak haar handen uit naar hem, naar zijn arm en Storm wilde instinctief ergens terug deinzen. Hij was nog steeds gevaarlijk, de maan was er nog steeds, dat voelde hij gewoon. ‘Wat?’ Zijn blik ging naar zijn arm en dan naar Kat. Serieus? Kon ze nu ook dit al? Was er iets dat ze niet kon? De twijfel moest op zijn gezicht te lezen zijn want haar blik werd iets overtuigender, net als haar woorden. ‘Is er iets dat je niet kan?’ Mompelde hij afwezig, zijn gedachten zaten al bij de pijn die hij zou voelen als die schouder terug op zijn plaats werd gezet, het was geen aangenaam gevoel maar hij kende het. ‘Goed.’ Prevelde hij. Hij trok zijn mondhoek voor een seconde een beetje naar boven. Zeggen dat ze voorzichtig moest zijn deed hij niet, hij wist dat ze het zou zijn. Opnieuw legde hij al zijn vertrouwen in Kat, deze keer niet voor een weerwolf onder controle te krijgen maar om een schouder terug op zijn plaats te krijgen.
Maar het gevoel bleef aan hem knagen, ondanks dat hij zag dat ze oke was, ondanks dat ze hem aanbod om te helpen. Dus hij vroeg het haar terwijl zijn blik onderzoekend op die van haar bleef rusten, alsof hij hoopte dat ze misschien ergens een barstje zou laten zien. Maar hij zag niets buiten haar glimlach en gerustellende woorden. ‘Je bent het enigste waar ik me momenteel zorgen om maak.’ Alles wat een beetje zelfzekerheid vertegenwoordigde bij Storm was weg, zijn blik was gebroken, moe maar vooral bezorgd. ‘De nacht is nog niet om.’ Vervolgde hij met een blik door het raam. Dat ze moe was zwakte ze meteen weer op, typisch voor Kat om dat te doen. Maar hij ging er niet op in, gewoon omdat het onmogelijk was iets van discussie te starten met Kat. Toen ze begon te vertellen kluisterde hij zijn doffe blik aan haar vast, zijn wenkbrauwen kwamen bedenkelijk samen toen ze vertelde dat Lupos zijn lichaam had over genomen. ‘In mijn lichaam? Heeft hij iets gezegd?’ Dat was nog nooit gebeurd, kwam het door wat Kat deed, misschien. In ieder geval was Storm bang van het idee dat Lupos dit had kunnen bereiken. Ja, ze had dit gewonnen. Storm staarde haar aan, verbouwereerd. ‘Ik probeerde je te stikken, in dit lichaam,’ hij zweeg en sloeg zijn blik neer, schudde zachtjes zijn hoofd, tegen Kat kon hij niet beginnen. Hij zou het schuldgevoel dat hij nu al had verborgen houden tot ze weg was en hem er niet meer van kon overtuigen dat ze in orde was. Hij wilde het graag geloven, echt maar … Lupos was in zijn lichaam geraakt en had haar willen vermoorden, gestikt. En hij kon enkel maar denken aan het idee, wat als ze niet sterk genoeg was? ‘Ik kan je niet verliezen Kat.’ Hij keek haar aan en sloeg zijn blik gelijk weg naar buiten …
Onderwerp: Re: If you go though hell .. just keep going. [Kat] do apr 28, 2016 10:46 pm
We are survivors
We are survivors of the wild
‘Ik ben meer gewend.’ Zei hij nadat ze sorry zei over dat ze zijn schouder ontwricht had. Niet helemaal haar bedoeling geweest maar ze had wel kunnen weten wat de risico’s konden zijn. Maar alsnog, dan bezorgde ze hem liever een ontwrichtte schouder dan dat hij mentaal nog meer beschadigd zou raken. Ze wilde niet dat hij meer schuld zou voelen dan hij al deed. Eventjes keek ze hem met een pruillipje aan, want dat hij meer gewend was was natuurlijk niet geweldig. ‘En ik ben niet getransformeerd?’ Vroeg hij vervolgens waarop ze haar hoofd kort schudde. ”Nope, geen weerwolf gezien.” Zei ze eerlijk. De transformatie had ze volledig kunnen blokkeren, Lupos aan de andere kant niet jammer genoeg, dus dat had nog wel kleine problemen gegeven. ‘Het is je gelukt.’ Zei hij vervolgens met een intense blik. Zachtjes trok ze haar mondhoeken een beetje op, omdat ze blij was hem te hebben kunnen helpen. ”Ja natuurlijk, dat had ik toch beloofd.” Zei ze met een geruststellende blik..
Wanneer ze eenmaal bewoog leek hij haar meteen weer alert aan te kijken, dus de spanning leek nog altijd wel in hem te zitten, en ze kon hem niet blaimen. Ze wist onder anderen wat hij al had meegemaakt en dat was niet niets. Hij was bang voor zichzelf en om andere mensen pijn te doen, iets wat ze begreep. ‘Wat?’ Vroeg hij nog voordat ze uit begon te leggen dat ze het al eens eerder had gedaan. Kat wist misschien wel het een en ander van EHBO, het was iets dat ze opgeslagen had. Stiekem was ze daarom ook best slim, alleen ze had zelf vaak geen zin om naar lessen of iets te gaan. Ze bleef liever een avontuurlijke stuiterbal. ‘Is er iets dat je niet kan?’ Vroeg hij waarop ze even haar schouders ophaalde. Nee, vast wel maar ze kon nu even nergens op komen. Of wacht, jawel. ”In een relatie zitten.” Zei ze dan ook even met een klein grijnsje. Nee, daarvoor was ze misschien een beetje teveel een player en ze vond het ook helemaal niet erg. ‘Goed.’ Zei hij waarop ze hem nog even onderzoekend aankeek, wachtend op toch nog een soort van toestemming of iets. Zachtjes pakte ze vervolgens dan zijn arm vast. ”Ready?” Vroeg ze hem nog voordat ze eraan zou trekken.
Rustig probeerde ze hem gerust te stellen dat ze oké was. Serieus, alleen maar een beetje moe hoor maar dat zou ook zo weer over zijn, haar kennende. Hij hoefde zich nergens zorgen over te maken, ondanks dat ze wel wist dat hij dat zou doen. ‘Je bent het enigste waar ik me momenteel zorgen om maak.’ Zei hij bezorgd en gebroken. Het was duidelijk te zien dat Kat het echt super lief vond dat hij het zei, maar ze voelde zich echt oké. Ze was een sterke meid, misschien soms iets te sterk, en ze had het allemaal wel aangekund. ‘De nacht is nog niet om.’ Liet hij weten, waarop ze toch even knikte. ”Maar we zijn al over het ergste heen en we zullen ons er dus verder ook nog wel doorheen slaan.” Zei ze waarbij ze kort over zijn bovenarm aaide. De volgende vraag had ze aan kunnen zien komen want natuurlijk wilde hij weten wat er was gebeurd. ‘In mijn lichaam? Heeft hij iets gezegd?’ Vroeg hij meteen nadat ze ook vertelde dat Lupos in zijn lichaam had gezeten. Ze knikte weer. ”Ja, genoeg.” Zei ze meteen, ook nog steeds deels verrast. Wat hij allemaal zei ging ze maar niet meteen vertellen, dat zou meer schuldgevoel geven bij hem en dat wilde ze voorkomen. Hij keek haar wat verbouwereerd aan toen ze zei dat ze had gewonnen, want dat had ze. Lupos was nu weg en Storm was terug, ze was zelf oké en Storm had alleen een ontwrichtte schouder eraan over gehouden. ‘Ik probeerde je te stikken, in dit lichaam,’ Zei hij en sloeg zijn blik neer. Dus dat had hij wel gezien? Shit. Tot zover dat ze hem daarvan had willen behoeden. ”Ja maar het helemaal maakt niets uit.” Zei ze terwijl ze dichter naar hem toe kroop zodat ze hem beter aan kon kijken. ”Het was niet jou, het was hem. Ik weet dat jij mij niets aan zou doen.” Zei ze terwijl ze hem ook intens aankeek omdat ze wilde dat hij haar boodschap binnen zou krijgen. Ze bleef zijn gezicht onderzoekend aankijken met haar blauw/groene ogen en had geen angst in haar blik voor hem. Ze legde wat liefdevol een hand op zijn wang. En het was voor haar nu ook duidelijk geworden. Ze hield van hem, ondanks dat ze niet als partner of iets zag en het was meer een soort vriendschappelijke houden van, hij had wel een speciaal plekje in haar hart en daar zou hij ook blijven. ‘Ik kan je niet verliezen Kat.’ Zei hij waarna zijn blik wegsloeg naar buiten, maar ze hield hem tegen door haar lippen op die van hem te drukken. ”Je zult me niet verliezen. Ik zal er altijd zijn.” Antwoordde ze terug tegen zijn lippen om vervolgens haar armen om hem heen te slaan, voorzichtig. Ondertussen hield haar mutatie nog altijd een grip op hem, voor het geval dat.
Onderwerp: Re: If you go though hell .. just keep going. [Kat] vr apr 29, 2016 8:43 pm
.Lupos.
I will find you, I will kill you.
De pijn van de ontwrichte schouder was niets in vergelijking met de pijn die hij iedere volle maan moest trotseren, de pijn van schuivende spieren, krakende boten, de pijn die hem mentaal iedere keer weer brak. En nu … Kat had hem ervan behoed, ze had hem er tegen beschermd en net als iedere keer ze in de buurt was voelde hij zich voor een moment weer volkomen normaal. Voelde hij zich weer een momentje lang Storm Hall uit Londen, de jongen zonder weerwolf. Maar de seconde verloor zo snel zijn weg in het doolhof dat hem mentaal al had gebroken. Net als alle andere emoties wist ook deze kleine opluchting amper een weg naar buiten te vinden. Het was haar gelukt, dat was het enige beetje opluchting dat zijn weg naar buiten vond in woorden. Maanden lang had hij naar een nacht als deze uitgekeken, dat hij door het raam naar de maan kon kijken zonder de pijn, zonder de angst, gewoon zichzelf. Ondanks dat hij onrustig was voelde hij langzaam weer zichzelf terugkeren op aarde, bracht Kat hem terug door hem ervan te blijven overtuigen dat ze in orde was … dat ze hem had beloofd dat het in orde zou komen. Hij keek naar haar geruststellende blik en knikte langzaam, hoe langer hij naar haar keek, hoe meer hij het besefte, het was haar gelukt.
En als dat haar lukte … waarom dan niet meteen de schouder ook. Storm zou hier gegarandeerd een opmerking over hebben gehad als hij in een goede bui waar hij was momenteel te gespannen en had teveel pijn om ook maar iets over zijn lippen te krijgen. Het zou gemakkelijker zijn als ze haar mutatie wat terug nam, dan kon hij sneller helen maar dan zou ook Lupos sneller terug komen dus nee, het was goed zo, de pijn was beter dan het monster opnieuw op haar los laten. Haar antwoord op zijn vraag en het kleine grijnsje bracht een kort verwrongen glimlach op zijn lippen. ‘Dan zijn we met twee.’ Hij wisselde een korte blik met haar, ze hadden het goed samen, zonder alle striktheid en verplichtingen. Storm was nog niet meteen van plan daar verandering in te brengen. Hij keek naar zijn arm en hoe ze haar handen er zorgvuldig omheen zette. Toen hij haar onderzoekende blik zag knikte hij kort. ‘Doe maar.’ En ze deed het zonder aarzelen. Zijn ogen kregen hun dieprode weerwolvenblik terug toen de pijn die het teweeg bracht door zijn lichaam schoot. Hij klemde zijn tanden op elkaar en wendde zijn blik voor een moment af, ademde diep in en uit, kneep de vingers van zijn goede hand in zijn neusbrug. Lupos reageerde altijd op felle pijn, hij voelde zich kwetsbaarder maar nu had Storm hem niet eens gevoeld, er was enkel een leegte. Zijn arm bewegen deed hij niet, hij hield het stijf tegen zijn borst en probeerde te pijn in goede banen weg te lijden, te verwerken. ‘Laten we dat nooit meer opnieuw doen.’ Prevelde hij met samen geknepen ogen. Al was de ontwrichte schouder zoveel beter dan het alternatief van een weerwolf.
Ja, ze waren al over het ergste heen, daar had ze gelijk in. De periode in zonsondergang was altijd het ergste, Lupos had nu teveel pijn en zolang Storm niet kon helen zou de wolf zich niet meer laten zien. Dus ze waren veilig voor zolang ze het nog kon volhouden. Hij keek naar de lichte vermoeidheid in haar blik maar zei er niets van, hij kende het antwoord toch. De aanraking van haar hand op zijn bovenarm deed onrechtstreeks alle spieren weer aanspannen, toch … ze ontspande gelijk erna weer, haar aanwezigheid begon weer impact te hebben op Storm, zoals altijd. “Ja, genoeg.” Maar er kwam niets meer over haar lippen. Storm staarde voor een moment lang naar het raam … wat had hij gezegd tegen haar? Hoe kon het dat die wolf kon praten? Hij wilde het vragen maar hij was bang dat de woorden hem zouden kraken. En het feit dat Kat niets verder zei … hij keek haar kort onderzoekend aan, probeerde de twijfel die aan hem vrat te negeren door zich terug op haar te concentreren.
‘Hoe kan het voor jou allemaal niets uitmaken.’ Hij zweeg gelijk omdat ze verder ging. ‘Nee, ik zou je nooit iets doen.’ Prevelde hij zachtjes instemmend. Nu werd hij bang voor het idee dat Lupos hem misschien kon overnemen. ‘Nee, ik zou dat niet doen. Je merkt het verschil, toch?’ Hij keek haar hopeloos aan, smekend om het antwoord dat hij wilde horen, dat er daadwerkelijk een verschil was tussen hem en Lupos in dit lichaam. Hij wreef zijn hand voor een moment door zijn haar, staarde naar de intensiteit van haar blik, probeerde er de kalmte te zoeken waar hij zo wanhopig naar op zoek was. En die kwam uiteindelijk, hij ademde langzaam uit en knikte zacht, wat meer vastberaden. ‘Ik zou je niets doen.’ Prevelde hij voor zichzelf, met dat zelfde beetje vastberadenheid. Ze legde haar hand langs zijn wang en het brak compleet. De spanning ebde weg, de angst ebde weg, de onrust verdween uit zijn blik tot er enkel de vermoeidheid en de zwakte nog was te zien. En dat was meteen het moment dat zijn bezorgdheid weer boven water kwam, bezorgdheid om haar. Hij probeerde zijn blik weg te trekken maar ze hield hem tegen, ze drukte haar lippen tegen de zijne. Storm bracht zijn vingers omhoog, ze gleden haast bibberig zacht langs haar wang. Hij gaf haar de langste kus die hij zich kon permitteren in deze situatie. Haar woorden, de armen die ze voorzichtig om hem heen sloeg zorgde ervoor dat hij de pijn wat vergat. Hij liet zijn hoofd op haar schouder rusten, ademde huiverend uit. ‘Het liefst van al sluit ik je op in een bunker en laat je nooit meer gaan.’ Fluisterde hij in het donker met iets zacht van humor eronder gemengd. ‘Ik heb je nodig, hoe waanzinnig zwak dit klinkt, maar ik kan dit niet zonder je.’ Hij wilde terug haar blik ontmoeten maar de warmte die ze schonk verdreef de innerlijke pijn. En op dat moment wist hij dat hij Kat niet kon verliezen, want ze was de enige die hem kon hepen. Dus hij zou alles voor haar zijn dat ze wilde dat hij was, op de hoop dat hij op die manier iets kon terug geven voor wat ze al die tijd al had gedaan sinds hij hier was …