Onderwerp: Re: Forget the bad stuff, drink the good. [Nadya] vr maa 04, 2016 8:29 pm
BREATHE RELEASE IT ALL
There’s a light in the sky, there’s a light and its all for you. Don’t, cut us all. Tell me how do you feel, tell me how do you need to hear Are you holding your breath again? --------------------
In de afgelopen weken had ze meer dan eens over het strand gedwaald. Had ze zich, starend naar de horizon, afgevraagd of het beter was als ze zou vertrekken. Ver weg van Clyde en Jamie, aan wie ze meer en meer een hekel begon te krijgen. Ver weg van Devon, maar bovenal ver weg van Storm. Tijdens hun eerste ontmoeting, had Storm iets in haar naar boven gehaald waarvan ze niet wist dat ze het nog had gehad; een kwetsbaarheid, een zachtheid, die lijnrecht tegenover het monster in haar stonden. Hoe breekbaar dit deel van haar was, had ze zich pas gerealiseerd op het moment dat ze Clyde met het levenloze lichaam van Lupos over zijn schouder in de deur opening had zien staan. Een beeld dat ze nooit zou vergeten. Alleen het sluiten van haar ogen was al voldoende om het weer voor zich te zien. Om haar wereld weer tot stilstand te voelen komen. Toch had ze het niet over haar hart kunnen verkrijgen om te vluchten. Hoe pijnlijk en beangstigend het soms ook was. Storm achter laten was iets wat ze niet kon, wat ze waarschijnlijk nooit zou kunnen. Stil keek ze hem aan, zag de emoties die door zijn lichaam raasden gereflecteerd in zijn ogen. Angst, pijn, verdriet en twijfel. Wat ze er al niet voor zou geven al die emoties bij hem weg te nemen, al was het maar een deeltje. Als het maar genoeg was om hem weer de kracht te geven om te vechten, want dat was waar zij bang voor was dat hij zou stoppen met vechten. ‘Je zou moeten vluchten.’ Nadya schudde haar hoofd, al zou Storm dit niet zien. Zijn hoofd had hij verloren voorover laten hangen. De verslagenheid en vermoeidheid waren duidelijk van hem af te lezen. “Ik doe zelden wat ik zou moeten.” zei ze zachtjes. Haar poging een klein, bemoedigend glimlachje op haar lippen te doen verschijnen mislukte. “Ik denk niet dat vluchten de oplossing is. Vluchten is nooit de oplossing.” De laatste zin was niet veel meer dan een fluistering, haar blik had ze af laten dwalen naar de zee. Jaren lang was ze samen met Nick op de vlucht geweest en keer op keer waren ze weer in gehaald. Nooit hadden ze ver genoeg weg kunnen raken van degene die hen achterna zaten. Storm’s verloren lach deed haar weer opkijken. De pijn in zijn ogen ontging haar niet. Zouden de pijnstillers bijna uitgewerkt zijn? Misschien moest ze straks eens voorstellen terug te gaan naar de ziekenzaal, al zou zij het liefst gewoon hier met hem blijven zitten. “Veiligst.” verbeterde ze hem zachtjes. “Het is nergens veilig, maar voor het moment zijn we hier waarschijnlijk veiliger dan we ergens anders zouden zijn.” Voor een moment keek ze bedenkelijk voor zich uit. Als Jean en Jamie, Nick en haar eerder hadden gevonden zou Nick dan nog geleefd hebben? Zouden ze hen dan niet gevonden hebben of zou het ook hier slechts een kwestie van tijd zijn? Zouden ze haar uiteindelijk weer vinden?
De controle afgeven. Het was iets wat ze meer dan eens gedaan had. Als geen ander begreep ze hoe aanlokkelijk kon zijn. Hoe bevrijdend het was om gewoon even niks meer te voelen, om niks echt tot je door te laten dringen. Het had iets rustgevends, iemands lichaam in vlammen zien opgaan en niet het gevoel hebben dat er een mes in je hart gestoken werd. Om niet het gevoel te hebben dat je een monster was, zelfs als dat op dat moment precies was wat je was. Het besef wat je had gedaan en alles wat daarmee gepaard ging, dat kwam pas wanneer je weer begon te vechten. Wanneer je wakker werd uit de onverschilligheid. Ineens kregen alle beelden een betekenis. Alle gezichten een naam. Als het geschreeuw je niet wakker hield, dan waren het wel de beelden of de geur. Nadya wou niet dat Storm op dat punt zou komen, wou er alles aan doen er voor te zorgen dat hij de hoop niet zou verliezen. Echter leek niets tot hem door te dringen. Leek hij zich niet te beseffen dat als hij nu zou stoppen met vechten, hij een deel van zijn menselijkheid op zou geven dat hij nooit meer terug zou krijgen. Tranen branden achter haar ogen, terwijl ze zocht naar woorden die Storm er van zouden kunnen overtuigen de controle niet weg te geven. Tegelijkertijd vocht ze tegen de beelden die zich aan haar opdrongen. De bevroren lichamen, de verkoolde lichamen, de leeggebloede lichamen. Hard beet ze op haar lip toen Storm weer verder ging. Met een machteloze blik keek ze hem aan, wetend dat er niets was wat ze kon zeggen of doen. Acht volle manen, bijna twintig doden. Als hij echt de controle weg zou geven zouden dat er misschien nog veel meer worden, maar dat zij ze niet. Het had geen zin meer. Het zou er hooguit voor zorgen dat zij ruzie kregen en dat wou ze niet. Misschien dat het zou helpen, maar op dit moment kon ze het niet.
Er echt over nagedacht had ze niet. Het was een impuls geweest; haar armen om zijn nek slaan en haar hoofd tussen zijn schouder en hals begraven. Voor een moment leek Storm te zijn gestopt met adem halen, maar juist op het moment dat ze hem los wou laten blies hij beverig zijn adem uit. Zijn woorden deden haar slikken. Vechten tegen Storm, tegen Lupos. Als Lupos de controle over nam, zou het daar nog best eens op aan kunnen komen. Al hoopte ze met heel haar hart, dat het niet zo ver zou komen. Dat ze niet weer oog in oog met Lupos zou komen te staan en ze hem zou moeten verwonden, dat ze Storm weer zou moeten verwonden. Huiverig blies ze haar adem uit. Nog altijd vechtend tegen de tranen. Wanhopig zocht ze naar de juiste woorden om te reageren, maar ze kon ze niet vinden. Bleef voor een moment gewoon stil zitten. Met haar hoofd verstopt tegen zijn hals en haar ogen gesloten. Storm sloeg een arm om haar heen en streek door haar haren. Een traan gleed langs haar wang. “Ik begrijp het. Ik wou dat je, je besefte dat het niet nodig is. Dat er ook een andere weg is.” mompelde ze tegen zijn schouder. Het was vreemd hoe zelfs nu zijn arm om haar heen en zijn hand door haar haren, iets geruststellends hadden. Niet zo geruststellend dat ze haar stormachtige gedachten tot stilstand konden brengen, maar ze iets afzwakken deden ze het wel. “Ik ga je geen slachtoffers laten maken Storm. Die belofte heb ik je eens gemaakt en die belofte zal ik houden.” zei ze zachtjes. Ergens wist ze dat het niet was wat Storm wou horen, maar dat kon haar niet schelen. Destijds had ze hem geen slachtoffers laten maken en ook nu zou ze er alles aan doen dat te voorkomen.
“Ik ben er niet klaar voor.” zei Storm, zijn blik leek vast gekluisterd aan de maan. Nog een week en dan was het weer volle maan, dan zou hij weer transformeren. Voor een moment keek ze hem stil aan. Naar de gebrokenheid en de vermoeidheid die duidelijk van zijn lichaam af te lezen waren. “Ik weet het.” zei ze zachtjes. Onwillekeurig moest Nadya denken aan de nacht waarop ze Storm had ontmoet. Het gekraak van zijn boten, terwijl zijn lichaam langzaam plaats maakte voor dat van Lupos. “En misschien weet hij het ook. Misschien transformeer je wel niet.” opperde ze voorzichtig. Zou het kunnen dat Storm’s lichaam gewoon nog niet klaar was voor het geweld waarmee hij transformeerde? Zou de pijn hem menselijk houden? Zoals de pijn van zijn bevroren hand dat toen ook had gedaan? Zou de pijn die Storm nu had, de weerwolf tegen kunnen houden? Een hele nacht? “Heb je al een plan?” vroeg ze, onderzoekend keek ze hem aan. Zou er weer iemand zijn die hem tegen zou proberen te houden? Zouden ze hem opsluiten in één van de training rooms? Zou hij willen dat zij het nogmaals een volle maan tegen hem op zou nemen? Waarschijnlijk niet. Waarschijnlijk wou hij haar en haar giftige bloed ver uit de buurt hebben, wat misschien ook maar beter was. Al zou ze er sowieso zijn, als hij dat zou willen. Al zou ze sowieso in de buurt zijn, ook als hij dat niet zou willen.
Haar woorden deden een bedenkelijke frons in zijn voorhoofd verschijnen. Voor even zag ze zijn blik naar zijn hand gaan. De hand die zij er tijdens hun eerste ontmoeting bijna af had gevroren. Het was voor het eerst, dat ze iemand zo bewust, zo veel pijn had gedaan. Niet dat ze daarvoor nooit opzettelijk iemand pijn had gedaan, maar nooit op de manier dat ze het bij Storm had gedaan. Het schuldgevoel was al direct overweldigend geweest. Al had ze zich gerealiseerd dat het noodzakelijk was. Zijn luchtige woorden deden haar hoofdschuddend grijnzen. Een saaie ontmoeting was het zeker niet geweest. Het was het soort ontmoeting dat je nooit zou vergeten. Misschien was het wel de ontmoeting die zij nodig hadden gehad om te komen waar ze nu stonden. Zodra haar vingers langs zijn wang streken keek hij haar weer aan. Zijn woorden, zijn zwakke glimlach, ze deden haar glimlachje iets verbreden maar namen de kwetsbaarheid er niet van weg. Zacht knikte ze, ook zij liet zelden haar kwetsbaarheid en gebrokenheid aan anderen zien. Alleen bij Storm liet ze echt die kant van zichzelf zien, zoals hij dat bij hij deed. Die ene ontmoeting had er voor gezorgd dat ze volledig zichzelf bij elkaar konden zijn. Die ene ontmoeting had er voor gezorgd dat ze in elkaar vertrouwden. Zijn charmante scheve glimlach, deed de glimlach op haar gezicht verbreden. “Het is wel een mooie glimlach.” zei ze. Nadya moest eerlijk toegeven dat ze niet geheel ongevoelig was voor zijn scheve glimlach, al wist ze vrij zeker dat ze dit wel was geweest als ze hem niet al zo dicht bij gelaten had. “Maar nee, ik denk niet dat het heel veel indruk op me zou hebben gemaakt. Als ik in een goede bui hadden we misschien een leuke dag gehad. Als ik in een slechte bui was geweest, dan had je me niet gemogen.” Met een grijnsje op haar gezicht keek ze hem aan. “Hoe dan ook had je onder ander omstandigheden nooit zo veel impact op me gehad als je dat nu hebt.” zei ze, weer met datzelfde kleine kwetsbare glimlachje als eerder op haar lippen.
Onderwerp: Re: Forget the bad stuff, drink the good. [Nadya] za maa 05, 2016 11:04 am
.Always live before you die.
It takes ten times as long to put yourself back together than is does to fall apart
Nadya probeerde er op zoveel mogelijke manieren te zijn voor hem … en hij liet het niet toe. Alhoewel hij idee toe liet van haar hulp, liet hij het gewoon niet verder in zijn lichaam doordringen. Hij wist dat het niet eerlijk was tegenover haar want ze was de enige met genoeg kennis en ervaring in dit om hem daadwerkelijk te helpen. Maar misschien kwam haar hulp gewoon nog te vroeg. Hij had geen idee of ze het besefte, of ze het besefte wat ze in al die dagen en weken die gepasseerd waren voor hem had gedaan. De hartmonitor had iedereen getoond dat hij nog leefde maar het was eigenlijk Nadya geweest die hem al die tijd in leven had gehouden. De hartmonitor had enkel bewezen dat hij op dat randje stond naar de dood en Nadya was degene die hem iedere keer weer terug trok. Ondanks dat hij zei dat ze zou moeten vluchten, hij zou het zelf niet kunnen verdragen dat ze zou vertrekken. Ergens was het helemaal verkeerd dat hij zijn leven zo vast klampte aan iemand anders, aan iemand als Nadya maar het was voorlopig het enige dat hem vooruit hielp. Als zij er niet was geweest, wel … Er waren betere oorden geweest om heen te gaan.
Vluchten was inderdaad nooit de oplossing. Alhoewel Storm enkel maar had gevlucht van het moment af dat hij wist wat hij was. Het was niets iets dat hij graag had gedaan maar in zijn ogen was het nodig, hij voelde dat het nu zelfs nog te drang om te willen vluchten. Maar ze had gelijk, het was hier de veiligste plaats voor Storm om te zijn en hij hoopte dat het enkel maar veiliger kon worden. ‘Je hebt gelijk.’ Hij legde zich erbij neer. Hoe vaak de gedachten om weg te rennen zijn gedachten ook waren gekruist, ze had gelijk, hij moest hier blijven. Ergens diep vanbinnen wist hij dat maar de wolf in hem was een jager, iemand die kilometers aflegde dus het was een beetje deel geworden van Storm om te blijven bewegen.
Ze had gezwegen, grotendeels omdat Storm ongeduldiger word waardoor hij vaker naar zijn hartslagmeter keek en de pijn zichtbaarder was. Hij apprecieerde het wel, dat ze haar afstand nam als het nodig was maar het nam het schuldgevoel niet weg. Hij kon Nadya niet zomaar weg duwen als ze de enige oplossing was voor zijn problemen. En in de stilte die er was, waarin hij zich terug wat probeerde te ontspannen ging hij op zoek naar iets dat haar misschien wel kon gerust stellen. ‘Ik kon het al veel eerder hebben opgegeven Nadya.’ Zei hij zachtjes. Hij keek opzij naar haar en haalde kort krampachtig zijn schouders op. ‘Ik lag in dat ziekenhuisbed en ik wilde het gewoon helemaal opgeven, maar ik deed het niet,’ hij zweeg en wees kort met zijn vinger naar Nadya. ‘Vanwege jou.’ Prevelde hij gebroken. ‘Denk niet dat je me niet helpt Nadya, je doet meer voor me waarvan je zelf waarschijnlijk geen besef hebt.’ Hij hield haar blik vast, staarde in haar blauwe gebroken ogen. Hij slikte moeizaam en keek voorzichtig terug naar het zand onder hen. ‘Ik ben blijven leven voor jou.’ En een liefdesverklaring was er waarschijnlijk niet tegen opgewassen. Want dit betekende zoveel meer, het was haar praktisch zeggen dat ze het middelpunt was geworden van zijn leven. En was het ook zo? Storm keek voorzichtig opzij naar haar en hij bevestigde die gedachten voor zichzelf, ja, hij had Nadya nodig. Nu meer dan anders.
Ze begreep het, en dat betekende waarschijnlijk even veel als haar omhelzing. Hij liet zijn hoofd op het hare rusten, probeerde dezelfde troost te bieden voor haar als zij deed voor hem. Een andere weg … was er een andere weg? Was er een andere weg waarin hij voor even kon opgeven? Waarin hi voor even niet moest denken aan vechten tegen zichzelf en Lupos? Ergens had hij de drang ernaar te vragen maar hij zweeg voorlopig terwijl hij genoot van haar aanwezigheid zo dicht bij hem. Het maakte zijn ademhaling trager, zijn hartslag trager en het zou hem haast terug naar die toestand van hem brengen als het niet lag voor het feit dat hij hier op een strand zat en dat Nadya bij hem was. Hij had dat deel van zichzelf zoveel mogelijk van haar proberen weg houden, ze hoefde niet te weten hoe ver weg hij was … ondanks dat ze het wel wist. ‘Welke andere weg is er?’ Vroeg hij haar uiteindelijk maar zachtjes, het was niet om het idee te plezieren, het was om haar te tonen dat hij er ergens misschien nog een beetje voor open stond. Misschien was haar andere weg dragelijker dan de zijne, al betwijfelde hij het dat iets kon tippen aan de gevoelloosheid die hij nu had als hij niet bij Nadya was. Hij rook de traan die langs haar wang naar beneden gleed en hij sloot zachtjes zijn ogen toen ze weer begon te praten. Ze zou ervoor zorgen dat hij geen nieuwe slachtoffers zou maken, ze zou er alles aan doen om hem veilig te houden, net als hij er alles aan zou doen om haar veilig te houden. 'Zolang je jezelf veilig houdt Nadya.’ Hij zweeg en drukte kort zijn lippen tegen haar hoofd. ‘Ik wil niet opnieuw tegenover je staan, hij is bang van je en als hij emoties voelt dan is hij roekelozer dan anders.’ Dat had afgelopen volle maan zeker bewezen. Toen was Lupos zo gefrustreerd en kwaad dat het hem recht nar zijn dood leidde. Wat als de angst voor de draak alleen maar zou groeien en hij iets even doms zou doen? Hij was geen gewoon dier, hij was een wolf zonder ervaring die enkel maar jaagde. Hij kende geen emoties en wist dus niet wat hij er moet mee doen. Dus het kan even goed zijn dat de angst voor de draak hem aanzet tot het aanvallen ervan … en dat was het laatste wat hij wilde dat zou gebeuren.
Ondanks dat hij het onderwerp wilde vermijden over de volgende volle maan kwamen ze er toch weer op uit. Storm was er banger voor dan anders, omdat hij geen idee had hoe het zou aflopen. Er waren maar twee mogelijkheden, één hij transformeerde en deed gewoon weer het zelfde, twee; hij doorstond de helse pijn van een hele nacht transformeren en transformeerde uiteindelijk niet. Geen van die twee opties stond hij aan. Hij wilde niet wakker worden met het idee dat hij weer was gaan jagen maar hij had ook geen zin om de hele nacht te liggen lijden uit pijn. ‘Ik ben te zwak om te transformeren.’ Knikte hij zachtjes instemmend. Het was ook zo, maar wat hield dat in voor Lupos? ‘Ik heb hem in dagen en weken niet meer gevoeld en ik heb geen idee of dat goed of slecht is.’ Hij keek haar kort aan en schudde mistroostig zijn hoofd. ‘Hij zal het sowieso proberen, dat alleen is al angstaanjagend genoeg.’ Dat en de pijn, maar dat zei hij er niet bij. Toen ze vroeg of hij al een plan had staarde hij bedenkelijk voor zich uit, Kat was zijn plan, maar wilde hij haar een plan noemen? ‘Ik en Kat gaan onszelf waarschijnlijk ergens opsluiten.’ Antwoordde hij haar vraag. ‘Kat kan andere mutaties onderdrukken en manipuleren. Het is haar gelukt om Lupos te onderdrukken buiten volle maan dus,’ hij zweeg en keek opzij naar Nadya. ‘Ze is ervan overtuigd dat ze het ook kan tijdens volle maan. En zeker nu ik zwakker ben denk ik dat het goed is om het te proberen.’ Het idee stond hem wel niet aan maar Kat was vastberaden, net zo vastberaden als Devon was geweest. Kat had daadwerkelijk een plan en ze had beloofd te transformeren en weg te rennen, vliegen, zwemmen van zodra het uit de hand liep. ‘Meer kan ik momenteel niet bedenken om te doen.’ Mompelde hij in eigen gedachten verzonken. Hij moest Kat de kans geven, ze deed alsof het haar niet veel kon schelen maar ze gaf om Storm, net zoveel als hij om haar gaf.
Het hebben over de normale charmante versie van Storm klaarde zijn humeur wel een beetje op. Het zorgde ervoor dat hij automatisch weer een beetje meer zichzelf werd, met glimlach enal. Al was hij ergens wel blij dat hij Nadya niet had leren kennen met die versie van zichzelf. Toen ze opmerkte dat het een mooie glimlach was bleef de scheve glimlach automatisch stand houden op zijn gezicht. Ze was niet de enige die dat zei. ‘Ik zou je altijd gemogen hebben Nadya.’ Zei hij meteen zachtjes protesterend. ‘Het zou alleen om andere redenen zijn dan je karakter.’ Knipoogde hij. Hij zou Nadya alleen al mogen om haar uiterlijk. Ze moest hem onderhands wel al een beetje kennen om dat te weten. Het halloweenfeest geweest was daar één van de uitschieters van. Bij haar laatste woorden veranderde de vrolijkheid in zijn blik naar iets intens. Hij knikte langzaam en staarde voor een moment naar het water. ‘Dat geld andersom ook.’ Merkte hij stilletjes op. Hij keek haar aan en glimlachte zwakjes liefdevol. ‘Ik met al mijn zelfzekerheid had nooit gedacht dat ik zoiets zou kunnen hebben.’ Fluisterde hij. Wat hij en Nadya hadden was meer dan alleen medeleven en vriendschap en Storm had nooit in zijn leven gedacht dat dit nog voor hem besteed zou zijn. De weerwolf deed op zen minst voor dit toch een goede zaak …
Onderwerp: Re: Forget the bad stuff, drink the good. [Nadya] wo maa 09, 2016 10:43 pm
BREATHE RELEASE IT ALL
There’s a light in the sky, there’s a light and its all for you. Don’t, cut us all. Tell me how do you feel, tell me how do you need to hear Are you holding your breath again? --------------------
Hoewel vluchten nooit een oplossing was, zat er soms niet anders op. Als Nick en zij zes jaar geleden niet op de vlucht waren geslagen, dan had ze hier nu niet gezeten. Dan was ze dood geweest of erger nog, dan had ze weer vast gezeten. Het was geen permanente oplossing geweest, dat was haar meer dan duidelijk geworden op het moment dat hun pick-up truck van de weg was gereden. Zou Genosha wel een permanente oplossing zijn? Zou het hier veilig blijven? Nee, dat zou het niet. Het was nergens veilig, al helemaal niet voor mensen als zij. De dreiging van de naderende oorlog was voelbaar. Al wist niemand precies hoe lang het zou duren voor de oorlog het eiland zou bereiken. Toch was het eiland op dit moment de veiligst plek van hen beide, al was het dan om andere redenen. Storm stemde met haar in en Nadya wist een klein, maar oprecht glimlachje op haar gezicht te doen verschijnen. Het was goed voor Storm zich te realiseren dat Genosha op dit moment de beste plek voor hem was. De enige plek waar er mensen waren die hem zouden kunnen helpen.
Het was haar niet ontgaan dat Storm ongeduldiger werd. Het was te horen aan de toon van zijn stem en te zien aan de pijn in zijn blik, die steeds vaker naar de hartslagmeter rond zijn pols ging. Daarom hield ze haar mond, stopte ze met het aanvoeren van argumenten waarom hij niet op mocht geven. Het zou toch niet tot hem doordringen, en hij zou toch niet naar haar luisteren. Het zou er hooguit toe leiden dat ze ruzie kregen en ruzie maken met Storm was niet iets wat ze wou. Al helemaal nu niet. Nu ze hem voor het eerst weer in alle rust sprak. Ver weg van het gepiep van zijn hartmonitor, de bemoeizuchtige verplegers en het bedrukkende gevoel dat de vier muren van de ziekenzaal haar gaven. Voor even had ze stil naar de golven gekeken, die in een gestaag tempo op het strand af kwamen rollen om daar kapot te slaan. Wat als er niemand was die Storm op anderen gedachten kon brengen? Wat als Storm nog meer slachtoffers zou maken? Slachtoffers die hij niet gemaakt zou hebben als hij was blijven vechten? Zijn stem deed haar opkijken, recht in zijn warme bruine ogen. Hij had het al eerder willen opgeven, maar hij had het niet gedaan. Hij had niet eerder opgegeven vanwege haar. Het lukte Nadya niet het brok uit haar keel te slikken, evenmin als het haar lukte iets uit te brengen. Stil keek ze hem aan, wetend dat hij haar gebrokenheid kon zien samen met de impact die zijn woorden op haar hadden. Met deze woorden werd het ineens heel duidelijk hoe groot haar rol in Storm’s leven was. Het was niet dat ze niet geweten had dat ze belangrijk voor hem was, maar ze had zich nooit gerealiseerd dat zij net zo centraal stond in zijn leven als hij stond in de hare. Zacht beet ze op haar onderlip, keek toe hoe hij zijn blik neer sloeg naar het zand. ‘Ik ben blijven leven voor jou.’ Beverig blies Nadya haar adem uit. Nog altijd wist ze niet goed wat ze zeggen moest. Zou Storm zich realiseren dat hij net zo belangrijk voor haar was? Dat zij hem ook nodig had? Dat hij de enige was die haar op dit moment nog menselijk hield? Voorzichtig keek Storm opzij en voor even vonden zijn ogen de hare weer. Een klein, liefdevol glimlachje verscheen op haar gezicht. Zachtjes drukte ze haar lippen tegen zijn wang, waarna ze haar hoofd weer iets terug trok. “Ik ben blij dat je bent blijven leven, want ik zou niet weten wat ik zonder jouw zou moeten.” fluisterde ze. Twee uur lang was ze in de veronderstelling geweest dat ze hem kwijt was en die twee uur waren voldoende geweest, om haar er van te overtuigen dat ze niet zonder hem kon. Storm verliezen kon haar wereld tot stilstand doen brengen. Hoe verkeerd het misschien ook was, Storm was de enige aan wie ze zich vast hield. De enige die ze vertrouwde en echt dichtbij liet komen. Bij Storm voelde zich veilig, bij hem was ze niet bang om kwetsbaar te zijn.
Met gesloten ogen zat ze tegen hem aan, vechtend tegen haar tranen. De beelden van haar slachtoffers, het idee dat Storm er achter zou komen hoe het voelde om slachtoffers te maken die hij niet had hoeven maken, het deed haar pijn. Nadya wou dat ze hem er van kon overtuigen dat hij moest blijven vechten. Dat hij er spijt van zou krijgen als hij op zou geven, zoals zij er ook vaak spijt van had. Al vroeg ze zich af of zij het vol gehouden zou hebben, als ze niet opgegeven had. Hoe zou ze die tientallen jaren op Bikini Atol ervaren hebben als ze haar gevoelens niet zo ver als mogelijk had uitgezet? Zou het hetzelfde zijn voor Storm? Was er echt geen andere weg voor hem? Nadya slikte, focuste zich op Storm’s steeds rustiger wordende ademhaling. Op de één of andere manier, wist zijn nabijheid haar onrustige gedachten wat tot rust te brengen. Zijn hoofd op de hare, zijn vertrouwde geur, het had iets rustgevends. ‘Welke andere weg is er?’ Met de vraag verbrak Storm uiteindelijk de stilte die er voor een moment tussen hen had geheerst. Heel even hief Nadya haar hoofd iets op, bleef gewoon tegen hem aanzitten met haar armen rond zijn nek geslagen. “Hulp aanvaarden.” zei ze zachtjes. “Ik weet dat het niet makkelijk is en ik zeg ook niet dat het geen zware weg gaat zijn,” Met haar heldere blauwe ogen keek ze hem voor een moment doordringend aan. “Maar er zijn genoeg mensen die je willen helpen, en die je kunnen helpen.” Nadya wist dat het waarschijnlijk niet genoeg was. Dat dit niet het antwoord was wat hij wou horen. Dat dit hem er niet van ging overtuigen niet op te geven. Haar hoofd begroef ze weer op dezelfde plek als ze dat eerder had gedaan, ze wou hem niet aankijken terwijl hij haar zei dat hij het niet kon. Ze kon het niet. Huiverig haalde ze adem, een eenzame traan rolde over haar bleke wang. Zachtjes zei ze hem dat ze hem geen slachtoffers zou laten maken. Zelfs als hij er voor zou kiezen Lupos zijn gang te laten gaan, zij zou niet toestaan dat de weerwolf slachtoffers zou maken. Als het aan haar lag zou Storm nooit hoeven voelen, hoe het voelde om slachtoffers te hebben die je niet had hoeven maken. Die je niet zou hebben gemaakt als je gewoon was blijven vechten. Nadya voelde Storm’s lippen kort tegen haar hoofd drukken. Zachtjes knikte ze, ze zou voorzichtig zijn. Niet omdat ze bang was voor haar eigen veiligheid, maar omdat ze bang was voor de zijne. Als Lupos haar aan zou vallen, als Lupos haar zou bijten, dan zou het wel eens heel snel af gelopen kunnen zijn. Wat haar bloed met Storm kon doen, was iets wat ze het liefst nooit zou uitvinden. “Als ik nog eens tegenover hem sta, zal ik er voor zorgen dat hij me niet kan verwonden.” Het was makkelijker gezegd dan gedaan, dat wist ze, maar dat nam niet weg dat ze er alles aan zou doen te voorkomen dat haar bloed in Storm’s aderen terecht zou komen. “Ik heb al vaker met shapeshifters gevochten, ik weet wat ik doe. Maak je geen zorgen.” zei ze zachtjes.
Tot nu toe had ze de vraag zorgvuldig ontweken. Natuurlijk, was ze zich er van bewust geweest dat de volgende volle maan steeds dichter bij kwam maar ze had Storm er niet mee willen confronteren. Zelfs al wist ze dondersgoed dat het een gedachte was die iedere dag wel eens door zijn hoofd heen ging. Dat hij de dagen naar de volle maan aftelde, zoals zij dat ook deed. Zachtjes stemde hij met haar in; hij was te zwak om te transformeren. De vraag was of dat Lupos tegen zou houden. Wat als Lupos zich er niets van aan zou trekken? Wat als hij Storm door de helse pijnen van de transformatie zou slepen, om uiteindelijk gewoon op jacht te gaan. Stil keek ze hem aan, zag de mistroostige blik in zijn bruine ogen. Kort knikte ze, niet goed wetend wat ze moest zeggen. Wat kon ze zeggen om hem moed in te spreken? Was het überhaupt eerlijk om hem moed in te spreken, terwijl hij over zeven dagen misschien weer creperend van de pijn op de grond lag? Terwijl alle boten in zijn lichaam gebroken en opnieuw gezet werden, om plaats te maken voor het lichaam van de weerwolf? Maar als Kat Lupos daadwerkelijk zou kunnen onderdrukken. Als ze zou kunnen voorkomen dat de transformatie in gang werd gezet, dan zou hij ook die pijn niet hoeven te voelen. Dan zou Lupos niet op jacht gaan en dan zouden er geen slachtoffers vallen. Het zou de perfecte oplossing zijn. “Ik denk dat het zeker de moeite waard is het te proberen.” zei ze zachtjes, terwijl ze een klein bemoedigend glimlachje op haar gezicht wist te doen verschijnen. Geheel overtuigd was ze niet. Nogmaals Storm’s lot in iemands anders handen leggen, naar wat er de afgelopen volle maan was gebeurd was iets wat haar zwaar viel. Ergens was ze bang dat het weer mis zou gaan. Dat ze Storm weer kwijt zou raken en dat het dit keer niet terug gedraaid zou worden. Zijn gemompel deed haar opkijken. “Je moet het een kans geven. Misschien kun je zo de nacht wel doorkomen zonder te transformeren en zonder pijn te hebben.” zei ze voorzichtig, al betwijfelde ze of hij het zojuist wel echt tegen haar gehad had.
Nadya had gezien hoe Storm normaal gesproken in zijn interactie met meisjes was. Met zijn charme, zijn glimlach en vlotte praatjes wist hij bijna ieder meisje om zijn vinger te winden. Zelf was ze veel wispelturiger in haar contact met jongens. Meestal was ze koud en afstandelijk, maar zo nu en dan was ze flirterig en wist ze hen met haar verleidelijke glimlach en speelse woorden moeiteloos naar haar hand te zetten. Op het eiland had ze die kant van zichzelf echter nog nauwelijks laten zien. Het was een kant die ze vooral had gehad in de tijd dat ze samen met Nick op de vlucht was geweest. Hoe vaak hadden zij wel niet weddenschappen gehad over wie de leukste persoon kon versieren of de meeste? Onwillekeurig moest Nadya lachen toen Storm direct in protest schoot. Natuurlijk, wist ze waarom hij haar gemogen zou hebben. Zo goed kende ze hem onderhand wel, maar ze vroeg zich af of hij wist hoe anders ze was als ze niet bij hem was. Hoe hard en bitter ze was. Hoe veel makkelijker het voor haar was iemand een gemene opmerking naar het hoofd te slingeren, dan iets aardigs te zeggen. “Ik denk toch dat je blij mag zijn dat je me zo hebt leren kennen, ik ben normaal niet zo lief.” zei ze met een grijnsje. Bij haar volgende woorden keerde het kleine, kwetsbare glimlachje van eerder weer terug op haar lippen. De vrolijke blik in Storm’s ogen maakte plaats voor iets intens. Terwijl hij naar de zee keek, bleef ze naar hem kijken. Het was vreemd hoe belangrijk hoe in zo korte tijd voor haar was geworden. Hoe hij binnen enkele weken het middelpunt van haar leven was geworden. Zijn woorden, de zwakke, liefdevolle glimlach op zijn gezicht deden haar glimlach iets verbreden. ‘Ik met al mijn zelfzekerheid had nooit gedacht dat ik zoiets zou kunnen hebben.’ Nu was het haar blik die iets intens kreeg. “Ik ook niet.” zei ze zacht. “Ik had niet gedacht dat ik ooit nog iemand dichtbij zou laten. Laat staan dat ik had gedacht dat ik ooit zoiets als dit zou hebben.” Nadya vond het lastig wat Storm en zij hadden in woorden te vangen. Het was meer dan alleen vriendschap en wederzijds begrip. Het was anders dan wat ze met Nick had gehad. Wat ze met Nick had gehad was vertrouwd geweest, een hechte vriendschap die over de jaren heen steeds sterker was geworden. Wat ze met Storm had was intenser, hij was veel sneller onmisbaar voor haar geworden en ergens vond ze het beangstigend.
Onderwerp: Re: Forget the bad stuff, drink the good. [Nadya] vr maa 11, 2016 9:39 pm
.Always live before you die.
It takes ten times as long to put yourself back together than is does to fall apart
Hij probeerde iets van zichzelf terug te vinden in de ongeduldigheid die nooit eigen was geweest aan Storm. Maar zo was het nu eenmaal, twee tegengestelden die constant zouden ruzie maken om een beetje dominantie. En voor nu … voor nu nam Lupos de meeste controle over van zijn emoties. Zo werd zijn verlangen in te stemmen op haar woorden, om terug zichzelf te worden onderdrukt door de ongeduldigheid. Ze kon het niet merken dat Lupos zo actief was maar dat was hij wel. Het stookte de pijn aan, het roerde, het maakte hem onrustiger vanbinnen. Toch bleef zijn hartslag op dezelfde lijn kloppen, hij werd er niet nerveus van zoals hij vroeger zou doen. Op één of andere manier had dood gaan een beetje begrip gebracht tussen de twee. Storm keek op, zijn bruine ogen staarden over het vlakke zand, over het strand dat eindeloos rond het eiland liep. Buitenlucht deed Lupos hunkeren maar de hunkering van Storm daarbij zorgde ervoor dat er een korte pijnscheut door zijn lichaam trok, alsof de wolf langs binnen klauwde om aan te geven dat hij wilde rennen over dat strand. Storm kneep zijn ogen kort dicht en slikte de misselijkheid weg. Nee, hij wilde niet transformeren, toch zorgde het verlangen ervoor dat hij ongeduldiger werd tegen de enige persoon die hem begreep. En het was niet iets dat hij kon stoppen, het kwam als automatisch. Dus Storm bewoog zich miniem, grotendeels om Nadya niet bezorgt te maken en nog meer om Lupos stil te houden. Maar je zou eens moeten weten wat die wolf allemaal wilde doen nu hij weg was geglipt uit het gebouw en voor het eerst in lange tijd in de buitenlucht vertoefde.
Haar stem, haar woorden, de blik in haar blauwe ogen leidde hem een beetje af van alles wat hij voelde binnenin. Hij wist zijn concentratie net lang genoeg op haar te richten alvorens hij de pijn langzaam weer de andere kant kon opblazen. Iedereen was blij dat hij was blijven leven, iedereen buiten hijzelf waarschijnlijk. Al had hij vrede genomen met het idee dat hij nog wel wat jaren op deze aardbodem zou rondlopen dankzij zijn weerwolf, het maakte het voor hem wel nog altijd ergens moeilijk te vatten. In die drie weken had hij hopen aan denktijd gehad, het onsterfelijkheid onderwerp waar ze het in hun vorige ontmoeting over hadden gehad had daar ook tussen gezeten. Lupos wist hem altijd, zelf in deze cruciale toestand, in leven te houden dus hij zou al niet sterven aan ziektes, verwondingen en moord. Dan schoot er enkel nog ouderdom over. Dat was één van de dingen waar hij meer dan eens aan had gedacht, het tweede was waarom hij was blijven leven … en dat was voor Nadya. Hij had zich afgevraagd of het hetzelfde zou zijn geweest als Camille in haar plaats had gestaan, voor Camille zou hij ook willen blijven leven maar het kon onmogelijk hetzelfde zijn als met Nadya. Het enige wat hem en Nadya zou hecht maakten was het begrip. Ze wisten beide hoe het was om een monster te zijn, om slachtoffers te maken. Camille zou er onvoorwaardelijk zijn voor hem maar het zou niet hetzelfde zijn. Denken aan haar bezorgde hem heimwee, zorgde voor de triestige blik in zijn ogen dus probeerde zich weer op Nadya te richten, omdat ze vlakbij was, omdat ze niet zou weg gaan. Ze drukte haar lippen tegen zijn wang en Storm sloot kort zijn ogen, liet zijn hoofd wat hangen en staarde naar het zand. ‘Ik denk niet dat Lupos me zo gemakkelijk zal laten sterven.’ Merkte hij stilletjes op. Hij nam een beetje zand in zijn hand en liet het zachtjes van tussen zijn vingers glippen. ‘Ik was dood en hij liet me weer leven.’ Wat als haar bloed ook te overwinnen zou zijn door Lupos? Maar het was geen vraag die hij luidop stelde, hij bleef gewoon hulpeloos voor zich uit kijken en legde zich erbij neer dat Lupos hem nooit zou laten sterven of tenzij hij dat zelf wilde.
“Hulp aanvaarden.” Twee woorden en één betekenis. Storm hield zijn adem weer in zonder dat hij het besefte en hij voelde zijn hartslag eronder dalen tot het een te grote nood werd. Dan pas ademde hij weer langzaam uit en voelde hij haast de minachting van Lupos. Hij keek haar niet aan, hij staarde gewoon naar de golven en naar de maan, zijn maan, terwijl ze verder sprak. De doordringende blik die hij kreeg zorgde ervoor dat hij weg keek van die maan en haar voor een kort moment aan keek. ‘Hulp.’ Herhaalde hij zachtjes. Ze begroef haar hoofd terug tegen zijn hals en Storm verbeet de pijn van zowel Lupos als zijn eigen lichaam. Hoe kon hij hulp aanvaarden als hij zo onvoorspelbaar was? Na wat er met Devon was gebeurd? Het was al zwaar genoeg dat Kat er zou zijn volgende volle maan, hij wilde dat niet nog meer gaan uitbreiden. Devon had zijn lesje geleerd, Nadya niet, Kat ook nog niet en hij hoopte dat het nooit zover zou komen. Maar hulp aannemen van hen bracht hem daar dichter naartoe en dat wilde hij niet. ‘Misschien op een dag.’ Hij zweeg en keek terug naar de maan. ‘Maar het idee doet pijn, ondragelijk veel pijn, net als al de rest pijn doet.’ En daarmee sprak hij niet enkel over de fysieke pijn, gewoon zijn ogen open houden deed mentaal al pijn. Alles in zijn leven deed pijn, het gemis naar Londen, de angst voor wat hij kon doen, Devon, deze school en zijn mutanten, zijn eigen persoonlijkheid, alles deed pijn. ‘Misschien moet de pijn eerst weg gaan, misschien gaat het dan wat beter, misschien kan ik dan hulp zoeken.’ Hij had het niet gemerkt maar er liep een eenzame traan langs zijn wang naar beneden. Hij snoof kort en luisterde naar Nadya’s hartslag, genoeg zodat hij zijn eigen oogleden bijna voelde dicht zakken.
Ze deed er alles aan om hem gerust te stellen. Maar het feit dat ze zei dat “als” ze nog eens tegenover Lupos stond ze zou opletten, deed daar geen goed aan. En dan zei ze er nog achter; “maak je geen zorgen.” Alsof dat ooit mogelijk was. Zijn mondhoeken trokken voor een moment omhoog in een mistroostige glimlach. ‘Ik leer omgaan met hem maar Lupos leert ook omgaan met dit eiland en ik weet niet of dat een goed ding is.’ Hij zweeg terwijl hij zocht naar de juiste woorden om te omschrijven hoe Lupos zich gedroeg, hoe het aan voelde. ‘Iedere volle maan waren we op ander gebied, andere omgeving en hij heeft het ook nooit moeten opnemen tegen iets sterker dan zichzelf dus hij kende geen grens. Maar hier,’ Storm zweeg en kauwde bedenkelijk op zijn wang. ‘Hij begint zich aan te passen, ik voel het. Hij begint emoties te ontwikkelen, angst, agressie en hij probeert daar een gepaste uiting voor te vinden.’ Zijn blik gleed kort naar beneden, waar Nadya haar hoofd tegen zijn schouder en hals had begraven. ‘Hij is bang van jou, hij was kwaad op Devon en Devon heeft hem kwader gemaakt waardoor Lupos reageerde en het onze dood werd.’ De woorden proefden vreemd aan om luidop te zeggen. ‘Dus wat als zijn angst voor jou hem ertoe drijft je te willen uit schakelen. Nadya, ik probeer mezelf te zeggen, honderd keer, dat je giftig bloed hebt in de hoop dat het tot hem door dring en hij meer afstand van je neemt maar het helpt niet als,’ hij zweeg en schudde zachtjes zijn hoofd. ‘Hij volgt alles wat ik doe, zelf nu. Hij leert je ook kennen en ik ben bang voor wat hij kan doen eens hij een volledig bewustzijn creëert.’ Zo, hij had het gezegd, het was eruit. Hij drukte zijn handpalm tegen zijn voorhoofd, voelde de hitte ervan opflakkeren, voelde voor een kort moment de pijn opflakkeren, alsof Lupos zijn woorden wilde bevestigen.
Dit alles maakte het vooruitzicht op volgende volle maan niet veel dragelijker. Als Lupos intelligenter zou worden dan zou hij meer zorg besteden aan zijn jacht, het zou misschien op minder doden resulteren maar het zou zeker ook voor meer en gevaarlijkere ondernemingen kunnen zorgen. Dus ja, er was een stille hoop bij Storm dat Kat hem kon tegen houden. Hij opende zijn hand en bestudeerde het in het zwakke maanlicht, compleet verzonken in de gedachten van de volgende volle maan. De woorden van Nadya trokken hem uit die gedachten, hij keek haar wat verstrooid aan en knikte zachtjes. ‘Laten we daarover oordelen als de nacht om in, het zal zwaarder zijn dan normale nachten onder volle maan.’ Zelf met Kat haar mutatie die hem kon onderdrukken zou het een hel worden. Lupos zou willen transformeren, kon Kat een gedreven weerwolf tegen houden? Kon ze de hele nacht lang de pijn onderdrukken die hem zou teisteren? Het was alsof Nadya zijn gedachten las. ‘Misschien.’ Hij keek haar bedenkelijk aan voor hij zachtjes zuchtte. ‘Het lukte jou ook, een halve nacht, de hele maand daarna heb ik het extra lastig gehad om mezelf tegen te houden. Als Kat me de hele nacht onderdrukt dan zal ik het de hele maand moeten onderdrukken.’ Hij zweeg en bleef haar eventjes aankijken voor hij terug naar de zee keek. ‘Er zou een manier moeten zijn om hem te laten jagen, maar gecontroleerd. Zodat zijn drang weg is en ik drie weken rust heb voor hij weer transformeert. Het is vermoeiend en ik ga het niet aankunnen om hem een hele maand lang tegen te houden.’ Gaf hij stilletjes toe. Hij dacht tenminste alweer aan tegen houden, dat was een goed ding. Maar Storm kon het mentaal niet aan en zijn mentale toestand was nog steeds hetgeen waar Lupos altijd tegenop ging. ‘Maar ik geef het een kans.’ Hij keek haar aan en glimlachte zwakjes. Zoveel was hij zichzelf en al zijn vrienden verschuldigd.
Praten over ontmoetingen nam een beetje zijn gedachten weg van de pijn en de eerdere onderwerpen. Hij probeerde zich nog steeds niet te bewegen maar hij voelde dat zijn lichaam er nood aan had. Hij had die fles nooit mogen laten leeg lopen, daar had hij een verkeerde beslissing over genomen, al was het te laat om tijd terug te draaien. Dat ze normaal niet zo lief was had hij misschien ooit ver weg eens horen vallen. Daarnaast hield hij haar onbewust wel met één van zijn zintuigen in de gaten dus hij pikte wel wat op. Het was meer haar verwoording die hem zachtjes maar met een pijn vertrokken gezicht, liet lachen. ‘Ik heb ook nog nooit echt vriendelijke draken gezien in films enzo, dus ik kan eigenlijk niet veel meer verwachten van je.’ Grapte hij zachtjes. Hij keek haar aan en voor kort keerde zijn charmante scheve glimlach terug, al was het maar voor enkele seconden. Het gewicht van wat ze voor elkaar betekenden viel als een klompje neer in zijn lichaam. Hij staarde naar de zee en hij voelde dat Nadya naar hem keek, er trok een mondhoek omhoog en hij keek opzij naar haar, knikte zachtjes bij haar woorden. ‘Voor één keer ben ik Lupos misschien wel dankbaar, voor dit.’ Hij zweeg en tikte zijn vinger kort onder haar kin. Hij keek terug naar de zee en verschoof zich wat maar hij klemde zijn tanden meteen pijnlijk op elkaar. ‘Mijn medicatie werkt sneller uit dan normaal.’ Prevelde hij. En ze wisten beide wat dat betekende, dat betekende dat Lupos sterker werd, dat hij terug alles in Storm’s lichaam correct liet werken. Net als drank verslond hij ook medicatie veel sneller waardoor Storm nu met de pijn zat opgezadeld, daar moest Lupos duidelijk nog aan werken…
Onderwerp: Re: Forget the bad stuff, drink the good. [Nadya] vr maa 25, 2016 11:15 pm
BREATHE RELEASE IT ALL
There’s a light in the sky, there’s a light and its all for you. Don’t, cut us all. Tell me how do you feel, tell me how do you need to hear Are you holding your breath again? --------------------
Zijn woorden hadden iets in haar los gemaakt. Voor een moment wist ze niet goed wat ze moest zeggen. Niet omdat ze niet had geweten dat ze belangrijk voor hem was, maar omdat ze niet had geweten dat ze zó belangrijk voor hem was. De afgelopen weken waren haar gedachten bijna constant bij hem geweest. Zelfs als ze niet naast hem had gezeten, met zijn hand in de hare, waren haar gedachten bij hem geweest. Haar zorgen om hem waren nooit verdwenen, waar en met wie ze ook was geweest. De eerste week was ze iedere keer dat ze ziekenzaal binnen was gelopen bang geweest zijn bed leeg aan te treffen. Later was die angst iets minder geworden, haar zorgen om hem niet. Zelfs nu was ze bezorgd om hem. Misschien nog wel meer dan anders, omdat hij haar zojuist had verteld dat hij op had gegeven en er niets was wat ze daar tegen kon doen. Niet nu in elk geval. Storm liet zijn hoofd iets hangen nadat ze een kus op zijn wang had gedrukt. Onderzoekend keek ze hem aan. Niet goed wetend wat haar woorden bij hem los zouden maken. Nadya was zich er van bewust dat Storm heel anders dacht over zijn terugkeer naar de wereld van de levenden dan zij. ZE wist dat hij soms wou dat hij dood gebleven was. Zelfs al had hij het na die ene keer niet meer hardop gezegd, ze wist dat de gedachte gereld door zijn hoofd was gegaan. Zoals de gedachte ook regelmatig door haar hoofd ging als ze aan Nick dacht. Als ze dacht aan zijn bebloede lichaam in haar armen. ‘Ik denk niet dat Lupos me zo gemakkelijk zal laten sterven.’ Zachtjes knikte ze, al betwijfelde ze of hij het zou zien. Ja, Lupos zou hem waarschijnlijk niet zo maar laten sterven. Hoever dit precies zou gaan wist ze niet. Zou het ook zijn verouderingsproces beïnvloeden? Zou het kunnen dat hij onsterfelijk was? Het was een vraag die ze hem al wel eens eerder had gesteld en die ze hem ooit nog eens zou moeten stellen, maar niet nu. Destijds was hij er niet klaar voor geweest en Nadya wist vrij zeker, dat hij dat nu nog steeds niet was. “Ik ben Lupos er dankbaar voor dat je bent blijven leven.” zei ze zachtjes. Al was de weerwolf degene die hem in eerste plaats de dood in had gejaagd, hij was ook degene die hem had terug gehaald.
Nadya kon Storm zijn adem horen stokken. Heel even dacht ze hem te moeten zeggen te blijven ademen, maar juist op dat moment liet hij zijn adem weer ontsnappen. Voor even ontweek hij haar blik door naar de maan te kijken. Stilletjes keek ze naar hem, wetend dat wat hij haar ging zeggen het geen was wat ze niet wou horen. Haar hoofd liet ze dan ook weer tegen hem aan zakken, zodat ze hem niet aan hoefde te kijken. Zodat ze zich voor een moment kon hullen in de rust die zijn nabijheid haar gaf. Op een dag. Wat als die dag te laat kwam? Wat als hij dan al slachtoffers had gemaakt? Slachtoffers die niet te wijten aan volle maan. Slachtoffers die meer zijn slachtoffers waren dan al zijn eerdere slachtoffers, omdat Lupos zijn gang had laten gaan. Met moeite slikte ze het brok uit haar keel weg. Er was niets wat ze kon zeggen, niets wat ze kon doen en het ergste was dat ze hem volledig begreep. Tientallen jaren geleden had ze die zelfde keuze gemaakt en het was nog niet eens zo heel lang geleden dat ze zich had gerealiseerd wat die keuze met haar gedaan had. Wat die keuze haar gemaakt had. Een monster. “Ik begrijp het.” Haar stem was niet meer dan een fluistering, ging haast verloren in de stof van zijn shirt. “Ik wou dat ik je pijn weg kon nemen.” prevelde ze. Al wist ze dat er geen manier was om dat te doen. Zelfs als ze zijn fysieke pijn weg zou kunnen nemen, er was nog zo veel meer dat hem pijn deed.
Met haar hoofd tegen zijn schouder en haar ogen gesloten, luisterde ze naar hem. Liet ieder woord rustig tot zich doordringen. Zich ervan bewust dat het feit dat Storm zich meer dan eerder bewust leek te zijn van wat er in de wolf omging. Zou zijn keuze Lupos de controle te geven er toe hebben geleid, dat de wolf meer tot zijn bewuste door drong? Zou het wezen hem ook nu in de gaten houden? Zou hij zich bewust zijn van haar aanwezigheid, zo dicht bij Storm? Lupos was bang voor haar, he was iets wat Storm haar al eerder had gezegd. Iets wat misschien wel vrij logisch was gezien wat ze hem had aangedaan. Het ijs dat ze naar zijn poten had gespuwd. De brandende tak die ze op hem had laten vallen. De enorme, angstaanjagende verschijning die ze had als draak. Storm viel stil en Nadya hief haar hoofd van haar schouder, keek hem voor een moment onderzoekend aan. Geduldig wachtend tot hij zijn zin af zou maken. Wat hielp niet? Dat ze zo vaak bij hem was? Dat ze zo dicht bij was dat als Lupos het zou willen hij haar makkelijk aan zou kunnen vallen of in elk geval zou kunnen gaan denken dat hij dat kon? Nadya had haar armen uit Storm’s nek gehaald en haar handen in haar schoot laten zakken. De bezorgdheid was terug gekeerd in haar ogen. Stil keek ze toe hoe hij de palmen van zijn handen tegen zijn voorhoofd drukte. “Zoals je zelf al zei Storm, jij leert hem ook kennen.” begon ze voorzichtig. Haar handen sloot ze zachtjes rond zijn polsen, nadat ze iets was gaan verzitten. Met haar blik probeerde ze te zijne te vangen. “Hij kent misschien angst en woede, maar jij kent veel meer emoties.” zei ze zachtjes. Met haar duimen streek ze zachtjes lang zijn polsen. “Jij kan rationeel na denken, dat kan hij niet. Hij word gedreven door basale emoties en instinct.” Voor even dacht ze na. Voor haar was het heel anders. In haar drakenvorm was ze veel rationeler dan ze in haar mensen vorm was. Als draak was ze niet moordlustig of bijzonder agressief, de enige reden dat er mensen stierven wanneer ze in haar draken vorm zat was dat ze geen controle had over haar temperatuur of omdat ze de controle over zichzelf verloor, als mens en als draak. De draak en zij waren geen losse persoonlijkheden verbonden in een lichaam zoals Lupos en Storm dat waren, ze waren één. Nadya liet Storm’s polsen weer los, keek hem met een mistroostig glimlachje aan. “Je zult hem de baas worden Storm. Jij zult meer profijt hebben van wat je van hem leert, dan hij heeft van wat hij van jouw leert.” zei ze, waarna ze weer wat rechter ging zitten en haar blik voor een moment naar de maan liet glijden. “Om mij hoef je je geen zorgen te maken, tegen de tijd dat hij getransformeerd is zit ik al lang al in mijn drakenlichaam.” ze probeerde geruststellend te klinken, maar ergens wist ze zelf ook niet zeker of dit genoeg zou zijn. Of ze Lupos überhaupt altijd voor zou kunnen zijn, of dat Storm op en den duur sneller zou gaan transformeren.
Nogmaals het lot van Storm in de handen van iemand anders leggen was iets wat haar tegen stond. Al helemaal naar wat er de afgelopen volle maan gebeurd was. Toch wist ze dat ze het een kans moest geven, dat ze Katerzyna een kans moest geven. Als het meisje kon voorkomen dat hij zou transformeren, als ze kon voorkomen dat hij de pijn van een transformatie moest doorgaan, dan was dat de perfecte oplossing. Misschien zelfs iets te perfect. Wat verstrooid keek Storm haar aan, alvorens hij zachtjes knikte. Zou het mogelijk zijn? Zou Kat hem echt tegen kunnen houden? Zonder dat ze hem pijn zou hoeven doen, zoals Nadya dat had gedaan? Zachtjes knikte ze, waarna ze voor een moment na dacht maar nog veer ze iets zeggen kon ging hij verder. Tegen houden. Misschien was Storm toch iets minder overtuigd van het opgeven van controle, dan hij in eerste instantie zelf had gedacht. In elk geval dacht hij al weer over Lupos onderdrukken na. “Je hebt het al eens gedaan Storm. Je bent sterker dan je denkt.” zei ze zacht. Bij het horen van zijn volgende woorden en het zien van zijn zwakke glimlach, verscheen er ook op haar lippen een kleine glimlachje. “Wie weet werkt het.” zei ze, waarna er een bedenkelijke blik in haar ogen verscheen. Zou er een manier zijn om Lupos gecontroleerd te jagen? Om hem in een omgeving te plaatsen waar hij geen slachtoffers kon maken, geen échte in elk geval. Voor even keek ze stil naar de sterrenhemel, alsof ze daarin antwoorden zou kunnen vinden. “Misschien dat ze in de danger room, tijdens de volle maan een jachtterrein voor Lupos kunnen simuleren?” opperde ze uiteindelijk voorzichtig. Niet goed wetend of het überhaupt mogelijk was en of Lupos er voor zou vallen.
De zware lading van hun gesprek leek iets op te klaren. Zelfs al was hun eerste ontmoeting niet de meest gezellige ontmoeting geweest, het had er wel voor gezorgd dat ze een hechte band hadden gekregen. Het had er voor gezorgd dat zij hem, zonder er echt bij stil te staan, in vertrouwen had genomen. Zijn lach klonk aangenaam, al deed zijn van pijn vetrokken gezicht haar glimlach wat versomberen. Met enige bezorgdheid keek ze hem aan, zich er van bewust dat hij al een tijdje geen pijnstillers meer had gekregen. Hoe lang geleden zou hij zichzelf losgekoppeld hebben van zijn infuus? Hoe snel zouden de stoffen zijn uitgewerkt? Zachtjes moest ze lachen bij zijn opmerking. Nee, draken werden zelden vriendelijk af geschilderd in films. “Dat kan je inderdaad niet.” zei ze met een klein scheef grijnsje. “De meeste draken van mijn stam schijnen trouwens wel aardig te beginnen. Het is de onsterfelijkheid, die hen uiteindelijk monsters maakt. Niemand kan vriendelijk blijven in een wereld als deze.” zei ze terwijl ze kort haar schouders op trok. Het was iets wat haar vader eens gezegd had, wat hem een kwade blik van haar moeder had opgeleverd. Voor even was zijn charmante scheve glimlach terug gekeerd op zijn gezicht. Een glimlach die haar onwillekeurig deed glimlachen. Hoe het mogelijk was dat ze in zo’n korte tijd zo veel voor elkaar konden zijn gaan beteken wist ze niet. Het was niet bewust gegaan. Voor ze er erg in had, was hij in het middelpunt van haar leven komen te staan. Storm leek door te hebben dat ze naar hem keek, zijn mondhoek trok iets omhoog alvorens hij haar weer in haar ogen keek. Zijn woorden en het zachte tikje onder haar kin deden haar weer glimlachen. “Ik denk dat ik Lupos dan al voor twee dingen dankbaar moet zijn.” stelde ze vast. De glimlach op haar gezicht maakte plaats voor bezorgdheid op het moment dat ze zag dat hij zijn pijn probeerde te verbijten. Zachtjes knikte ze bij zijn woorden. “Misschien moet ik je terug brengen naar de ziekenzaal?” stelde ze aarzelend voor. Het liefst zou ze hier nog even met hem blijven zitten, maar het idee dat hij dan in pijn zou zitten weerhield haar ervan dat verlangen uit te spreken.
Onderwerp: Re: Forget the bad stuff, drink the good. [Nadya] zo maa 27, 2016 12:03 am
.Always live before you die.
It takes ten times as long to put yourself back together than is does to fall apart
Als hij Nadya aan keek was het voor een deeltje alsof hij in de spiegel keek. Hij zag de emoties in haar blik alsof het de zijne waren. Maar daarachter had ze nog een heel verhaal, een heel ander pad waar ze beide zo verschillend op waren. Storm probeerde haar te begrijpen maar het was op een zeker level moeilijk. Waarom? Omdat hij zichzelf niet helemaal begreep, of in ieder geval een deel van zichzelf in ieder geval. Hij kende maar al te goed de Storm Hall uit Londen, wat hij helemaal niet kende was de nieuwe vorm van Storm, de Storm met een mutatie. Dat was een deel van zichzelf dat hij waarschijnlijk nooit zo begrijpen dus misschien … misschien zou hij Nadya ook voor een deeltje nooit begrijpen. Hij zag hoeveel moeite het haar koste om hem te proberen overtuigen om het niet te doen, controle weg geven. Hij zag wat het met haar deed want haar blik leek wel van glas, een glas waar hij gewoon door kon kijken, zo fragiel dat het elk moment kon gaan breken. En Storm wilde het niet breken maar hij zag geen andere keuze momenteel. Hij moest van de druk af, zelfs als dat Nadya pijn zou doen. En dat simpele idee brak zijn hart onmiddellijk opnieuw in twee want de laatste op dit eiland die hij nooit pijn wilde doen was Nadya wel.
Het lukte hem niet op haar meteen aan te kijken, al voelde hij haar ogen wel rusten op zijn huid. Hij bleef maar hangen bij het idee, het onsterfelijke ideaal waarin Lupos hem niet zou laten sterven. Zou de weerwolf hem dan nooit moe worden? Het was iets dat zich bleef herhalen, hoe ongezond de gedachten ook waren, Storm kreeg ze niet van zich af. Thuis zouden ze hem al meteen naar een psycholoog gestuurd hebben en hem overwelmd hebben met alle liefde die ze hadden. Thuis zijn zou voor een keer een welgekomen afleiding zijn, terug in Londen, terug tussen alles wat zo vertrouwd was. Hier was er niets, buiten Nadya, dat hem momenteel rechtop hield en hij vond het verschrikkelijk. Hij vond het verschrikkelijk dat de eens zo opgelaten charmante Storm zo diep was gezakt tot een punt waarin hij liever dood zou zijn. Maar zo was hij nu eenmaal, hij was niet egoïstisch, hij dacht altijd aan zijn omgeving. Hij was zorgzaam, attent en hij had er een hekel aan als anderen lijde onder zijn toedoen. En dat was alles wat Lupos had weten te doen dus Storm leed, en het was een behoorlijk zware weg om te nemen. Haar woorden deden hem langzaam opzij kijken, hij legde zijn hand kort op haar arm en kneep er zachtjes in. ‘Ik ook, ondanks alles,’ hij maakte zijn zin niet af en liet zijn hoofd weer zachtjes tegen het hare rusten. Nee, misschien was het nog niet zijn tijd, hij was tenslotte twintig, niemand van twintig zou mogen sterven.
Ze liet haar hoofd terug tegen hem aan zakken, begroef het zodat Storm haar niet meer kon aankijken en hij wist meteen wat het betekende. Dat hij zowel fysiek en mentaal veel pijn had wist ze, ze was de enige geweest die naast zijn ziekenbed had gestaan, bijna iedere dag ondanks dat ze het zelf amper kon verdragen. Ze had alles gezien, van de gebrokenheid in zijn lichaam tot het langzame herstel ervan. Dat Storm dagen zijn benen niet kon gebruiken was het minste van iedereens zorgen geweest, wat er in zijn hoofd speelde … dat was het echte, het zware en pijnlijk en hij wilde het met niemand delen, enkel met Nadya. Tot zijn lichtelijk verbazing zei ze dat ze het begreep. Storm staarde naar de golven die over het strand rolden en kon het niet laten er een beetje opgelucht over te zijn. ‘Je neemt wat pijn weg.’ Hij legde zijn hand langs haar wang, tilde haar hoofd een beetje op en zocht haar gebroken blik. ‘Dit, je neemt pijn weg. Het ziet er misschien niet zo uit maar je doet het wel. Niet vergeten.’ Hij glimlachte zwak, maar liefdevol en liet haar voorzichtig terug los waarna zijn blik weer naar de zee gleed. Ja, ze nam pijn weg, beter, ze lijmde zijn hart weer langzaam op zijn plaats, en tot nu toe had niemand anders dat ooit al gelukt.
Op één of andere manier was het hen beide echt niet gegund om elkaar in betere omstandigheden te treffen. Ze was het eerste echte contact dat Lupos had met mutanten, ze was de eerste geweest die de weerwolf erop wees dat er daadwerkelijk iets van dominantie boven hem kon staan … de draak. Hoe klein de veranderingen waren, hij kon het voelen, hij voelde alles veranderen aan Lupos, net als hij nu helemaal zat weggedoken … door de pijn … door de vermoeidheid … door haar. De onrustigheid die hem bezig hield zou hij niet zo snel aan iemand anders zeggen, Nadya kende hem immers te goed en hij wilde het niet achterhouden voor haar. Hij wilde niets verzwijgen wat betrof Lupos want er was één iemand die het moest weten. Er was één iemand die moest weten op welke manieren Lupos veranderde. Van zodra zijn zin was stil gevallen na zijn bedenkingen over Lupos tilde ze haar hoofd op en keek hem na. Ja, het hielp niet dat ze zo dicht en vaak bij hem was, het hielp niet voor Lupos, wel voor Storm. Hij zag praktisch hoe ze de zin afmaakte in haar hoofd en het was een ondragelijk beeld dus drukte hij zijn handpalmen tegen zijn hoofd, verborg zijn blik voor haar en concentreerde zich op zijn onrustige hart. Zelf toen ze sprak maakte hij geen aanstalling haar aan te kijken, hij liet de woorden gewoon komen, tot zich doordringen en verwerken. Maar net als hij het niet toeliet voor haar om zich te verstoppen voor een moment, liet zij dat ook niet toe. Ze legde haar handen rond zijn polsen en er trok een huivering door zijn lichaam. Hij liet zijn armen zakken in haar beweging en keek haar aan. Hij probeerde haar te geloven, oprecht, maar alles in zijn blik sprak dat tegen. Misschien was hij nog niet klaar voor dit soort bemoediging. “Je zult hem de baas worden Storm.” Haar woorden waren zo oprecht dat Storm kort zijn ogen sloot en knikte. ‘Het zou gemakkelijker zijn moest ik me bewust zijn van zijn daden.’ Hij schudde kort zijn hoofd en staarde voor een klein moment naar de maan. ‘Alles zou zoveel gemakkelijker zijn zonder hem.’ Waarom moest hij nou ook weer uitgerekend de mutatie van een weerwolf krijgen? Van alle dingen op aarde?
Dat hij zich geen zorgen moest maken om haar deed hem gelijk weer naar haar kijken. Ja, ze zou kunnen transformeren tegen de tijd dat hij getransformeerd was en ja, ze kon vast opvliegen en zich uit de voeten maken. Maar zij was degene met het giftige bloed en hij de wolf met het slechte temperament. Hoeveel vertrouwen hij ook had in Nadya, het bleef aan hem knagen. Maar haar woorden brachten iets van tederheid terug in zijn blik want voor een kort moment ging het niet om hem maar om haar. ‘Ik maak me altijd zorgen om je.’ Hij glimlachte zwakjes, maakte zijn polsen los uit haar greep en omvatte haar handen. ‘Het is geen geruststelling, ik wil je niet meer tegen komen in je drakenlichaam, niet tegenover Lupos.’ En dat zou hij haar nog honderd keer zeggen, hij wist dat ze niet zou luisteren.
Hoe ze het volhield wist hij niet maar ze bleef hem opnieuw en opnieuw overtuigen van zijn eigen kracht. Kracht die hij amper vond tegenwoordig maar waar zij overtuigd van was dat hij het had. ‘Niet sterk genoeg soms. Het gaat hem niet om het fysieke voor hem, het gaat om het mentale en dat is,’ hij zweeg en gaf haar een veelbelovende blik. ‘Momenteel niet zo goed.’ Gaf hij eerlijk toe. En “niet zo goed” was wel heel erg zacht uitgedrukt. Maar toen zei Nadya iets waardoor hij haar meteen onderzoekend aan keek. Danger Room? Hij had het woord al eens horen vallen maar hij had zelf niet genoeg aandacht besteed aan de rondleiding om het echt te weten. Hij wist dat ze er dingen konden simuleren maar dat was het ook. Een jachtterrein voor Lupos … zou de wolf erin trappen. ‘Hmm.’ Voor het eerst in weken had hij weer zijn geconcentreerde blik op zijn gezicht, hij keek Nadya bedenkelijk aan en knikte uiteindelijk zachtjes. ‘Het zou kunnen werken, hij is niet zo slim als mij.’ Misschien was daar zelf een beetje hoop. Konden ze hem gewoon iedere volle maan in een simulatie steken en iedereen was voor eens en altijd echt veilig. ‘Heb jij het al eens gedaan?’ Vroeg hij uiteindelijk nieuwsgierig. Geen sprake van dat hij daar alleen zou in gaan, Nadya zou moeten mee gaan, of Devon, of Kat, iemand in ieder geval. Voor het geval Lupos andere vreemde dingen zou gaan doen in die simulatie dan jagen.
Hij moest Nadya maar één blik werpen en hij wist al gelijk dat ze op de hoogte was van alle pijn die hij had. Het was niet dat hij het goed kon verstoppen om eerlijk te zijn, het straalde er gewoon vanaf. Toen ze vertelde over de draken van haar stam keek hij haar geïntrigeerd aan, hij hield er op een zekere manier wel van als ze over haar afkomst sprak, maar zijn broertje zou er nog meer van houden. ‘Nee inderdaad.’ Gaf hij stilletjes toe, het was niet de mutanten die de wereld slechter maakte, het was gewoon de maatschappij. Het was jammer maar het was de waarheid en die zou enkel maar erger worden. De twee dingen waarvoor ze Lupos dankbaar was, hij gaf haar een tedere glimlach en keek terug voor zich uit naar de zee. ‘Misschien ga ik op een dag wel nog van hem gaan houden.’ Zei hij traag, alsof hij het echt overwoog. Zou hij ooit Lupos kunnen zien als een “vriend?” In ieder geval was het potentieel er zeker nog niet. Maar toen hij ongemakkelijk verschoof en de pijn weg werkte was de luchtige sfeer gelijk weer weg. ‘Nee.’ Zei hij resoluut na haar woorden. Hij blikte kort naar zijn krukken. ‘Ik wil niet terug, trouwens, ik ben veel meer pijn gewoon dan dit.’ Dat was misschien een leugen want dit was realistisch echte pijn, pijn die hij nu echt moest dragen, uren, dagen. Hij strekte zijn benen voor zich uit en probeerde zijn lichaam een beetje te stretchen, het gemakkelijker te maken maar het hield niet, integendeel. Hij slikte de misselijkheid weg en keek opzij naar Nadya’s bezorgde blik. ‘Maak je geen zorgen, alstublieft.’ Maar het was net zo dom als zij zou vragen dat hij zich geen zorgen mocht maken op hem. Het frustreerde hem en dat zag je in zijn blik. ‘Ik ga wel terug als ik genoeg gezonde zeelucht heb opgesnoven.’ Hij keek haar aan en glimlachte zachtjes. ‘Trouwens, ik was hier nog voor een andere reden ook. Ik ga naar huis schrijven.’ Het was een totaal ander onderwerp maar een bijna dood ervaring zorgde ervoor dat het onvermijdelijk was, hij moest zijn ouders, broertje, Camille en Ethan op de hoogte brengen van zijn toestand. Eigenlijk had hij het al helemaal geschreven, in klad weliswaar maar goed. Het grootste deel was er. ‘Toen ik was gestorven,’ hij zweeg en keek terug naar Nadya. ‘Ze moeten het weten.’ Besloot hij uiteindelijk …
Onderwerp: Re: Forget the bad stuff, drink the good. [Nadya] wo maa 30, 2016 7:22 pm
BREATHE RELEASE IT ALL
There’s a light in the sky, there’s a light and its all for you. Don’t, cut us all. Tell me how do you feel, tell me how do you need to hear Are you holding your breath again? --------------------
Onsterfelijkheid. Het was na haar giftige bloed, het deel van haar mutatie waar ze de grootste hekel aan had. Als ze sterfelijk was geweest, had ze nooit de hel moeten doorstaan die men leven noemden. Had ze nooit hoeven zien tot welke gruwelijkheden mensen in staat waren. Had ze nooit hoeven ervaren tot wat ze zelf in staat was. Dan had ze niet bijna iedere mogelijke pijn hoeven te ervaren, om er steeds maar weer aan herinnerd te worden dat ze niet dood kon. Dat wat ze ook met haar lichaam deden, het haar nooit zou breken, niet lichamelijk in elk geval. Geestelijk was ze al lang geleden gebroken en keer op keer, zou ze opnieuw breken tot dat er niets meer te breken was. Een moment waarvan Nadya wist dat het steeds dichter bij kwam. Er zou een moment komen waarop ze definitief het monster zou worden, dat ze al eens was geweest. Het monster dat nog dichter aan het oppervlak lag, dan ze zich tot voor kort gerealiseerd had. Wat als Storm ook onsterfelijk zou zijn? Was als hij ook met die vloek zou moeten leven? Zou hij dat aan kunnen? Zouden ze elkaar menselijk kunnen houden of was wegglijden in bitterheid onvermijdelijk? Storm’s ogen vonden voor even de hare. Zacht gaf hij haar een kneepje in haar haar arm. Een klein gebroken glimlachje gleed over haar gezicht. Ondanks alles was hij blij dat Lupos hem in leven had gehouden. Nadya wist dat hij er waarschijnlijk niet altijd zo over dacht, maar voor nu dacht hij dat het goed was om te blijven leven en dat was een begin. Storm liet zijn hoofd weer zachtjes tegen de hare zakken en voor even sloot ze haar ogen.
Opgeven was zo veel makkelijker dan vechten. Op het moment dat je al je gevoelens los liet, had je voor even het gevoel dat je kon ademen. Je kon roekeloos zijn, zelfzuchtig, zonder dat het je pijn deed. Zonder dat het je het gevoel gaf dat je een monster was, terwijl dat, op dat moment precies was wat je was. Als geen ander wist Nadya hoe het was. Wist ze hoe het was om in een modus van overleven te komen. Om al je gevoelens zo ver als dat mogelijk was uit te schakelen, zodat je kon zijn wie je moest zijn om te overleven. Op haar vijftiende had ze voor het eerst die knop omgezet. Had ze voor het eerst iemand in vlammen zien opgaan, zonder dat dat iets met haar deed. Het was haar pas weer wat gaan doen, op het moment dat ze haar gevoelens weer had toe gelaten. Op het moment dat niet iedere dag meer een gevecht was om te overleven. Op dat moment hadden al die doden er ineens toe gedaan. Hadden ze een naam gekregen, een gezicht, een stem. Dus ja, Nadya begreep waarom Storm opgaf en tegelijkertijd wou ze er alles aan doen om te voorkomen dat hij dezelfde keuze zou maken als zij. Omdat ze wist dat als hij éénmaal te ver was gegaan er geen weg terug meer was. ‘Je neemt wat pijn weg.’ Storm legde zijn hand tegen haar wang, tilde haar hoofd een stukje op zodat ze hem wel moest aan kijken. Een zwakke maar liefdevolle glimlach gleed over zijn gezicht en ze kon niet anders dan zwakjes terug glimlachen. Haar hoofd liet ze weer tegen zijn schouder zakken. Ergens wel opgelucht dat ze hem op een zekere manier kon helpen. Al wou ze dat ze meer kon doen. Waarom had ze niet het bloed van haar vader zodat ze op zijn minst zijn fysieke pijn weg kon nemen?
Voor een moment maakte hij het haar onmogelijk hem aan te kijken. Alsof hij haar reactie niet wou zien, net als zij de zijne net niet had willen zien. Nadya zag hoe er een huivering door zijn lichaam trok op het moment dat ze haar handen rond zijn polsen sloot. Zijn armen liet hij zakken, waardoor haar ogen de zijne weer vonden. Die blik die er in lag, zei haar meer dan woorden hadden kunnen doen. Hij had er geen vertrouwen in, hij kón niet geloven dat hij controle zou kunnen krijgen over de weerwolf. Ergens kon ze het wel begrijpen, er was niets wat hem enige hoop gaf dat hij Lupos onder controle kon houden. Op de volle maan die hij met haar had doorgebracht na, had hij iedere volle maan slachtoffers gemaakt. De enige remedie tegen de weerwolf leek op dit moment leek ondragelijke pijn en zelfs dat hielp hem niet het dier door de gehele maand heen te onderdrukken. En toch, toch had zij hoop dat hij het ooit onder controle zou krijgen. Het had haar ook jaren, decennia, gekost voor ze haar mutaties enigszins onder controle had gekregen en zelfs nu had ze nog geen volledige controle over haar temperatuur. Zowel in haar mensen lichaam als in haar drakenlichaam. Het was een proces, een langzaam proces, maar uiteindelijk had ze bij elke mutant die ze kende vooruitgang gezien. Waarom zou hetzelfde niet voor Storm gelden? Nadya wou wat tegen zijn woorden in brengen, maar hij gaf haar de kans er niet voor. Voor even keek ze hem bedenkelijk aan. Ja, het zou makkelijker zijn als Lupos er niet was. Voor hem in elk geval. Dan zou hij nog veilig in Londen zitten met zijn familie en vrienden, ongeschonden en onwetend van alles wat zich op Genosha afspeelden. Hoe zou haar leven zijn zonder Storm? En Devon’s leven, hoe zou dat zijn? “Het zou gemakkelijker zijn als je hem niet had.” zei ze zacht. “Maar ik denk dat Devon’s leven beter is sinds jij er in zit en ik weet dat mijn leven beter is sinds jij er bent. En dat maakt het niet minder moeilijk, maar het is wel iets wat je moet onthouden.” Een mistroostig glimlachje was op haar gezicht verschenen.
Er was iets van tederheid in zijn blik verschenen. ‘Ik maak me altijd zorgen om je.’ Heel even had ze de neiging te zeggen dat het niet nodig was dat hij zich zorgen om haar maakte, maar het zou geen zin hebben. Net als het geen zin zou hebben als hij haar zou zeggen dat zij zich geen zorgen om hem zou moeten maken. Het ging als vanzelf. Storm maakte zijn polsen los, sloot zijn handen om de hare. Een zachte glimlach gleed over speelden voor even op haar lippen. “Dat kan ik je niet beloven, dat weet je.” Nee, als het nodig was zou ze het zo weer doen. Zou ze zo weer tussen Lupos en een mogelijk slachtoffer in gaan staan, hoe gevaarlijk het ook mocht zijn. Het was niet dat ze zich er niet van bewust was dat het voor hem gevaarlijker was dan voor haar, zeker niet. Nadya was als de dood voor wat haar bloed met hem kon doen, maar ze kende haar krachten in haar drakenlichaam, vertrouwde meer op zichzelf dan ieder ander die het tegen Lupos op zou kunnen nemen.
‘Momenteel niet zo goed.’ Dat was nog zacht uitgedrukt, dat wist zij en dat wist Storm zelf ook. De afgelopen volle maan had hem gebroken en Nadya wist, dat het waarschijnlijk nog lang zou duren voor zijn hart weer een beetje aanéén gelijmd zou zien. Iets waar ze hem met alle liefde bij zou helpen, zoals ze hem de afgelopen weken ook geprobeerd had te helpen bij het bij één houden van zijn hart. “Ik weet het, maar je bent niet alleen.” zei ze zachtjes en voor even legde ze haar hand op zijn onderarm. Haar voorstel deed hem onderzoekend op kijken. Zou het kunnen? Zouden ze een jachtterrein kunnen simuleren waarin Lupos zich volledig uit kon leven? Waar hij naar zijn idee slachtoffers kon maken, zonder dat er echt slachtoffers hoefden te vallen? Heel even dacht ze iets van hoop in zijn stem te horen. Iets dat als vanzelf een klein glimlachje op haar gezicht deed verschijnen. Het deed haar goed te zien dat hij na dacht over Lupos tegen houden. Dat hij opgeven niet als enige oplossing zag. “Nee, nog niet.” zei ze. Om eerlijk te zijn wist ze ook niet of ze het aan zou kunnen. Binnen zitten was al niet haar ding, laat staan als ze in een ruimte werd gezet waarvan de wanden van onschendbaar materiaal waren gemaakt. “Misschien kun je eens aan Jean vragen wat de mogelijkheden zijn? Of aan Norah?” stelde ze aarzelend voor.
Er verscheen in geïntrigeerde blik in zij ogen, toen ze over de draken uit haar stam begon. Zelf had hen nooit gezien, alles wat ze van hen wist hadden haar ouders haar verteld. Nadya had het als kind altijd heerlijk gevonden om de verhalen over haar voorouders te horen. Die van haar moeder waren altijd net was positiever geladen dan die van haar vader. Die van haar vader waren altijd net was spannender geweest. Hadden haar bewuster gemaakt van in wat voor wereld ze leefden. Al had ze het zich nooit volledig gerealiseerd tot op het moment dat de eerste bom op Kiev gevallen was. Stilletjes stemde Storm met haar in; niemand kon vriendelijk blijven in een wereld als deze, niet als je het onsterfelijke leven had in elk geval. Haar volgende woorden deden een tedere glimlach op zijn gezicht verschijnen. Onwillekeurig moest ze grijnzen bij zijn trage woorden. Alsof hij daadwerkelijk overwoog eens van Lupos te gaan houden. Beide wisten ze dat de kans dat, dat ooit zou gebeuren nihil was maar misschien dat ze op een gegeven moment met elkaar leerden te leven.
‘Nee.’ antwoorde hij resoluut op haar voorstel, waarna hij zij dat de hij wel meer pijn gewend was. Ergens geloofde ze er niks van, geloofde ze niet dat de pijn die hij nu had mee viel. De manier waarop zijn gezicht vertrok als hij een betere houding probeerde te vinden, was haar niet ontgaan en ook nu ontging zijn pijn haar niet. Kort trok ze haar wenkbrauw op, toen hij haar zij dat ze zich geen zorgen om hem moest maken. Dat hij nu werkelijk dat ze dat kon? Zich geen zorgen om hem maken? Nadya zag de frustratie in zijn blik, legde haar hand voor even op de zijn en gaf er een kneepje in. “Oké, we blijven nog hier. Als de pijn te erg wordt moet je het zeggen, dan breng ik je terug.” zei ze met een geruststellend glimlachje. “Het liefst voor je helemaal niet meer kan lopen, want ik ben geen Devon.” zei ze in de hoop sfeer weer iets luchtiger te laten worden, al betwijfelde ze of dat mogelijk was. Naar huis schrijven? Ze hadden het er al wel eens eerder over gehad en ergens deed het haar goed te horen dat hij het nu ook werkelijk zou doen. Hoe verschrikkelijk de reden dat hij had besloten te schrijven ook was. “Ik snap het.” zei ze zachtjes. “Heb je al enig idee wat je hen wil schrijven?” In haar blik was zowel nieuwsgierigheid, als bezorgdheid te lezen. Ergens was ze wel benieuwd wat hij naar zijn familie en vrienden zou, maar tegelijkertijd was ze er van bewust wat het in hem los zou kunnen maken.
Onderwerp: Re: Forget the bad stuff, drink the good. [Nadya] wo maa 30, 2016 11:30 pm
.Always live before you die.
It takes ten times as long to put yourself back together than is does to fall apart
Voor haar stelde het misschien niet zo veel voor, de pijn die ze weg nam. Want je zag het niet aan zijn blik, je voelde het niet in zijn woorden. Die energie ging gewoon rechtstreeks naar zijn hoofd, naar zijn mentale toestand en begon daar het één en ander te lijmen. Maar er was zoveel gebroken in Storm’s leven dat het waarschijnlijk nog weken zou duren voor hij terug aan elkaar gelijmd was. Dus je zag het niet omdat het zo diepgeworteld zat en het nog wel even zou duren voor je daadwerkelijk iets zag veranderen, mentaal dan. Storm was behoorlijk goed in de schijn erop houden, hij kon iedereen laten geloven wat hij wilde maar niet bij Nadya en waarschijnlijk ook niet meer bij Devon. En hij hoopte misschien ergens dat ze het zou kunnen zien in zijn bleek maar het bleef hetzelfde, de vermoeidheid, de pijn, de gebrokenheid. Dus nee, voor haar stelde het misschien niet veel voor, want hij begon niet opnieuw te vechten voor zijn menselijkheid. En hij begon ook niet te vechten omdat ze het zo graag wilde. Maar ergens diep vanbinnen triggerde haar woorden misschien een kettingreactie, het ene zou leiden naar het andere en uiteindelijk zou het Storm weer helemaal bij elkaar krijgen. Daar moest ze in blijven geloven, dat hij uiteindelijk weer helemaal de oude zou worden.
Kon je het hem kwalijk nemen? Dat hij hopeloos in een zwarte put zakte en er niet meer uit wilde komen? Na negentien doden en acht volle manen? Soms wilde hij het van de daken schreeuwen, wilde hij tegen iedereen zeggen hoe gevaarlijk hij was. Wilde hij opgepakt worden door de politie en opgehangen worden op het standsplein zoals ze dat in de Middeleeuwen zouden doen. Afgelopen maanden had hij zoveel willen doen, iedere keer weer had hij een nieuw doel, genoeg drinken zodat hij het niet zou weten, genoeg medicijnen nemen zodat het hem zou doden, voor eeuwig en altijd een weerwolf blijven. Maar nu, het was alsof hij op een klif stond waarvan hij de afgrond niet zag. Hij tuurde eindeloos naar beneden maar zag geen einde aan de opslorpende duisternis. Vallen zou terugkeren gegarandeerd beteken dat hij het compleet op gaf. Dus misschien was er wel nog een beetje wilskracht over. Het was alsof Nadya en Devon daar beide stonden, aan die klif, hem vast hielden terwijl hij erover heen hing en naar de duisternis tuurde. Het was springen of achteruit wandelen, en geen van beide opties leek hem nu de beste, dus bleef hij gewoon staan.
“Het zou gemakkelijker zijn als je hem niet had.” Zei Nadya zacht. Storm keek haar niet aan, hij staarde enkel voor zich uit naar het maanlicht dat weerspiegelde op de zee. Het enige dat hij kon doen was kort knikken, ja, het zou beter zijn als Lupos er niet was. Toen ze verder ging bleef hij zijn blik op dat maanlicht houden, maar er veranderde wel iets. Zijn blik werd net iets harder, net iets minder vermoeid. Uiteindelijk keek hij haar aan en opende zijn mond om iets te zeggen maar er kwam niets uit. Hoezo was dit beter? ‘En wat met mijn ouders? Hun leven is er niet op verbeterd omdat ik hier ben, mijn broertje zijn leven,’ hij zweeg en schudde heftig zijn hoofd en keek terug voor zich uit, kwaad zelfs. ‘Camille haar leven is er niet op verbeterd. Zijn zitten gebroken, daar,’ zijn stem verhit terwijl hij richting de horizon wees en dan weer opzij keek naar Nadya. ‘en ik zit hier. Hoezo is Devon zijn leven beter nadat ik hem de keel open beet? Jij,’ hij zweeg en tikte zijn vinger zacht tegen haar schouder. Hij wendde zijn blik af en kneep zijn vinger in zijn neusbrug, zijn schouders schrokten kort en er liepen twee stille tranen van zijn vangen. ‘Ik zou er alles aan doen om terug te gaan naar vroeger, om jullie niet te hoeven kennen en terug mijn normale leven te hebben.’ Prevelde hij beverig. ‘Lupos heeft mijn leven veranderd maar jullie doen het grootste deel. Ik kan niet meer,’ hij zweeg en keek haar weer aan, zijn stem rustiger maar nog steeds gebroken. ‘ik heb ooit een keuze, terug te gaan naar Londen of hier bij jullie blijven.’ Zijn ogen bleven een tijd lang naar haar blauwe ogen staren. ‘En ik kan niet kiezen. Ik kan Camille niet alleen laten in Londen maar ik kan ook jou niet achter laten. Ik wil Levi zien opgroeien maar ik kan Devon niet in de steek laten. Dat is wat me misschien nog meer tergt dan die weerwolf.’ Besloot hij uiteindelijk. Dat noemde hij geen dilemma, dit was een levenskeuze. Op een dag zou hij daar staan, voor die keuze en hij zou het niet kunnen maken. ‘Mijn leven is er niet op gebeterd, op geen enkele mogelijke manier.’ Prevelde hij dan nog zachtjes voor zichzelf. En het voelde voor een deel als een opluchting, hoe hard dit misschien mocht aankomen. Misschien moest hij toch maar eens naar die psycholoog gaan die de dokter hem had aangeraden. Hij ademde uit en knikte dan langzaam alvorens hij haar weer aankeek. ‘Jullie zijn familie voor me geworden en ik kan niet beschrijven wat jij voor mij bent gaan beteken Nadya maar ik heb daar ook een heel leven, een leven dat ik heb moeten achterlaten voor hem,’ hij wees naar zichzelf, naar de weerwolf. ‘en die tweestrijd scheurt me open.’ Hij boog naar haar toe en drukte zijn lippen kort tegen haar wang. ‘Dat is wat ik ervan onthou.’ Prevelde hij gebroken.
Hij wist dat het iets was dat ze nooit zou beloven maar ze wist niet hoe bang hij was voor dat om te gebeuren … haar giftig bloed. Er was één ding waar hij banger voor was en dat was dat Lupos hem compleet zou domineren. Zelf volle manen maakten hem zo bang niet als het idee dat haar bloed hem op een dag het leven zou kosten door Lupos. Bij haar woorden knikte hij enkel zachtjes, hij zei niets en staarde gewoon weer voor zich uit. Ja, ze zou het zo opnieuw doen en hij zou zoals altijd haar aanvallen, haar willen verwonden en het zou op een dag wel eens echt zijn dood kunnen worden. Maar hij sprak de angst niet luidop uit want net als hij het niet wilde horen dat hij het zou kunnen controleren wilde zij het niet horen dat ze hem niet kon tegenhouden als het nodig was.
Hij schrok een beetje op uit zijn gedachten toen ze hem verzekerde dat hij niet alleen was. Ze legde haar hand op zijn onderarm en Storm liet er kort zijn ogen naar afdwalen alvorens hij weer voor zich uit staarde. ‘Ik ben nooit alleen.’ Nee, want hij had Lupos om hem gezelschap te houden. Hij legde zijn hand over het hare en keek haar voor een moment aan, trok kort een mondhoek omhoog. ‘Ik weet het.’ Besloot hij dan te zeggen op haar woorden. Hij was niet alleen, hoe verschrikkelijk afgelopen weken waren geweest, het had hen enkel sterker gemaakt. Niet enkel Nadya en Storm, Storm en Devon maar onrechtstreeks ook Devon en Nadya. De hoop keerde voor een klein momentje terug in zijn ogen, toen ze vertelde over de simulatie. Zou het werken? Daar was eigenlijk maar één manier voor om daar achter te komen. Zelf had ze het nog niet gedaan en aan haar blik te zien stond ze er niet om te springen … omdat het binnen was. Dan zou hij wel Kat meekrijgen, ze was nog steeds de veiligste optie van de drie in zijn ogen. ‘Misschien.’ Knikte hij zachtjes bedenkelijk op haar woorden. Ze had een voorstel gedaan en dat had naar een beetje hoop geleidt, hopelijk was het terechte hoop. Hij keek haar aan en glimlachte snel, omdat hij zichzelf erop betrapte hoezeer dit idee hem aan stond. Geen hoge hopen opstellen Hal, dacht hij bij zichzelf maar hij kon het niet laten.
Dat kleine beetje hoop maakte het ook weer wat optimistischer om het idee toe te laten om van Lupos te gaan houden. Dikke vrienden zouden ze nooit worden maar aangezien ze twee aparte en totaal verschillende levens hadden hoopte Storm dat ze op zen minst elkaar beter zouden gaan begrijpen. Lupos evolueerde, hij begon in interactie te gaan met zijn omgeving, misschien lukte dat onderling ook, met gevoelens en herinneringen. Storm had sterk de neiging om zichzelf een gespleten persoonlijkheid toe te wijzen want nouja … het leek er een beetje op, alleen kon de wolf daadwerkelijk ook uit zijn lichaam springen. Het idee stond hem niet aan dus verwijderde hij het klein beetje hoop uit zijn hoofd en daarmee verdween ook het optimisme, zo, opgelost.
Eigenlijk zou hij terug moeten naar de ziekenzaal. De super technologische hartslagmeter had waarschijnlijk al wel wat verkeerde signalen gestuurd en ze zouden hem uiteindelijk wel komen zoeken. De pijn was ook te stevig maar de koppigheid van Storm om buiten te blijven was net iets steviger. Hij had pijnstillers moeten meebrengen toen hij de kans had. Hij was blij dat ze ermee instemmende dat ze nog even buiten konden blijven, goed, want hij was niet van plan naar haar te luisteren. Haar luchtig grapje … hij begon te lachen en zijn gezicht vertrok compleet. ‘Doe dat niet.’ Prevelde hij met een vertrokken gezicht. Maar hij was beginnen lachen en dat kon je niet zomaar stoppen. Uiteindelijk haalde hij eens adem en hield zijn lach in, hij keek beschuldigend opzij naar Nadya en blies langzaam weer uit. ‘Auw, bedankt.’ Glimlachte hij zachtjes. ‘Ik kan Devon nog altijd bellen, niet dat hij zal staan poppelen of ik.’ Merkte hij wat grimmiger op. Hij had nog niets van Devon gehoord in al die tijd, hij was er niet kwaad om en hij had het liever zo maar toch … de dag dat ze elkaar weer onder ogen moesten komen was geen leuk vooruitzicht. Het naar huis schrijven nam zijn aandacht een beetje weg van zijn beste vriend. Bij haar vraag leunde hij met een vertrokken gezicht wat naar voor en haalde een briefje uit zijn achterzak. ‘Ik heb de kladversie al.’ Hij hield het tussen zijn twee vingers op en bood het dan Nadya aan. ‘Er is geen goede manier om het uit te leggen.’ Zei hij zachtjes terwijl hij naar het gekreukte papier staarde. ‘Ik schrijf Camille omdat ze het wel zal begrijpen, ze zal mijn ouders wel kunnen overtuigen hoop ik. Het is meer een geruststelling,’ hij zweeg en keek hoe Nadya het aan nam. ‘Niet zozeer een bekentenis van wat ik ben.’ Vervolgde hij zachtjes. Hij had het gisteren en vanmorgen geschreven, doelloos en met honderd nieuwe pogingen maar uiteindelijk was er toch iets van op papier gekomen en hij hoopte dat het voldoende zou zijn. ‘Denk je dat het goed is?’ Vroeg hij zachtjes, haar blauwe ogen nauwlettend volgend over de brief. Uiteindelijk liet hij zijn ogen er ook op rusten, las hem opnieuw, alsof het voor de eerste keer was dat hij het las;
Camille,
Ik ben het … Storm. Ik weet dat je nu waarschijnlijk je allermooiste creatie van vloekwoorden aan elkaar zet en je vast razend bent maar je weet ook dat ik het nooit zou doen tenzij het echt nodig is. Met mij gaat alles goed, ik ga door hel maar ik lijk het iedere keer weer te overleven. In de acht maanden die gepasseerd zijn heb ik ieder moment weer aan je proberen denken, ik mis je Camille en het doet pijn. Ik schrijf je deze brief niet enkel om te laten weten dat alles goed gaat met me, ik schrijf je hem omdat ik wil dat je weet wat er met de hand is. En ik wil dat je mijn ouders, Levi en Ethan verteld over wat ik hier zal schrijven. Waarom ik niet eerder schreef? Ik denk dat ik in de illusie leefde dat ik op een dag terug zou kunnen keren alsof er niets gebeurd is … maar … Ik heb drie weken geleden een soort van ongeluk gehad, ik kreeg een hartstilstand en ik heb het wonderbaarlijk genoeg, zoals de dokters het zeggen, het overleefd. Daarom schrijf ik jullie, omdat ik besef hoe kort het leven kan zijn, zelfs als dood gaan soms onmogelijk lijkt. Ik heb aan honderd mogelijke manieren gedacht hoe ik dit het best kon zeggen en eerlijk, er lijkt geen enkele efficiënt genoeg. Camille je moet weten dat als er een optie was voor mij om te blijven dat ik het zou doen. In een hartslag zou ik terug naar Londen reizen als ik het kon … maar ik kan het niet, ik kan jullie niet in gevaar brengen. Sinds het ongeluk in het bos, waarbij ik en Ethan als enige overleefden, is mijn leven veranderd. De wolvenaanval … laten we zeggen dat de mutant me in die beet iets heeft mee gegeven. Ik kan het niet anders zeggen, ja, ik ben een mutant en nee, het is ver van aangenaam om er eentje te zijn. Ik ga je niet de details geven van wat ik ben geworden, tot wat ik in staat ben. Het enige wat ik je kan zeggen is dat ik gevaarlijk ben en dat is de reden waarom ik moest vluchten. Ik kon het je toen niet zeggen omdat je me zou overtuigen te blijven. Maar Camille, ik heb verschrikkelijke dingen gedaan en ik heb er geen controle over. Momenteel zit ik op een eiland, met anderen zoals ik en ik word er in zekere zin geholpen om het onder controle te krijgen. Ik heb het hier goed, het is hier verschrikkelijk mooi, echt alles is aanwezig van een paardenstal tot een zwembad en serre. Het eten is er ook lekker maar ik mis de thee wel. Ik mis Londen. Levi zou me ongetwijfeld geweldig vinden, hij zou deze plaats geweldig vinden. Ik heb er vaak aan gedacht om naar huis te komen maar ze laten me hier niet gaan, zelf niet als ik back up zou meebrengen, blijkbaar zijn er spanningen op het vasteland tussen mutanten en de bevolking … mutanten … ik probeer mezelf nog steeds wakker te schudden uit de droom maar het enige wat ik blijf zien is mezelf … een monster. Ik denk dat Levi meer licht kan schijnen op de zaak en het is niet moeilijk te achterhalen na wat er allemaal is gebeurd in Londen. Toch zal ik niet degene zijn die je zegt wat ik ben, ik kan het gewoon niet. Ik kan de bubbel niet breken waarin je denkt dat ik aan het studeren ben in het buitenland. Voor wat het waard is, ik heb vrienden gemaakt, ja, ik ben nog steeds mijn charmante zelf op sommige momenten. Maar ik heb vrienden en aangezien ik ze niet aan je kan voorstellen en ik denk ook niet dat het ooit nog zal gebeuren, zal ik het hier doen, ik deze brief. Devon zou je wel mogen, het is alsof je naar mij zou kijken, alleen in een ander lichaam. Hij komt uit Arizona, good looking voor mocht je je het afvragen, net als ik. Hij is het dichtste wat ik heb aan een broer hier, we delen zelfs een kamer. Hij kan transformeren naar een gigantische beer en hij is grotendeels alles wat ik ben. Er is niet veel dat we niet gemeen hebben buiten het feit dat ik graag studeer en hij niet. Maar hij is mijn beste vriend, je zou hem wel aardig vinden, hij zou je zeker mogen, daar twijfel ik niet over. Hij helpt me ook grotendeels met mijn problemen, met alles eigenlijk. Ik denk niet dat ik het hier zou overleefd hebben zonder hem, we zijn berucht. Ethan zei me ooit eens dat ik mijn partner in crime moest vinden … wel, dat is Devon. We zijn partners in crime, StormOn zoals ze ons hier noemen. Drie weken geleden, net voor mijn hartstilstand was hij bij me … Camille, hij gaf zijn leven bijna voor me en ik ben zeker dat hij het in een hartslag opnieuw zou doen. Het maakt me ergens bang, omdat hij dat heeft gedaan. Hij deed het om me te beschermen tegen dat slechte deel van me. Vanaf het eerste moment ik hem leerde kennen in het bos, het was alsof puzzelstukjes samenvielen. Hij heeft nooit vragen gesteld en we zijn er altijd voor elkaar geweest, ook op de feestjes en ook bij de dames, dat geef ik toe. Genoeg over Devon, ik zou niet willen dat je verliefd op hem word via deze brief want dat effect heeft hij nou eenmaal snel. Ik heb trouwens een geheim voor je, alleen voor jou, niemand zeggen. Taylor Cadwell zit hier op het eiland, ja … de enige echte, ik weet hoezeer je idool van haar bent. Maar opnieuw, het is een geheim. God, ze is zo actief, altijd zo vrolijk en altijd maar praten, jij en Taylor zouden eindeloos kunnen praten, ze doet namelijk ook ballet. In ieder geval heb ik nog niet de uit-knop gevonden van haar batterij, ze heeft een eindeloze voorraad aan energie maar ze brengt vreugde op het eiland. Ik hoop dat ze ooit nog eens naar Londen gaat voor een concert. Als ze dat doet weet ik haar wel te overtuigen dat ze jou een bezoekje moet brengen. Act suprised if she does visite. Nu ik eraan denk … Devon is eigenlijk mijn enige vriend, de rest zijn … guilty … dames. We hebben Denni nog, ze doet me een beetje denken aan jou als je nieuwe mensen leert kennen, rustig, terughoudend en zelf een tikkeltje verlegen. Denni is net zo, je zou haar ook aardig vinden, ze is geweldig. Ondanks alles staat ze altijd achter me, ze helpt me op haar eigen manier. En dat is er Katerzyna … ik weet lange stilte, je weet wat dat betekend … god, je zou haar niet mogen denk ik. Ik wel, als je weet wat ik bedoel. Ze maakt meer in me los dan de anderen, ze maakt meer Londen in me los. Als ik bij haar ben lijkt het alsof ik terug thuis ben en geloof me … ik spendeer wel wat tijd met haar. Haar mutatie kan de mijne onderdrukken, dus ik ben compleet veilig zolang Kat in de buurt is en dat is voor mij heel wat. Je zou haar niet mogen vanwege, ze is zo avontuurlijk, gewaagd, uitdagend, altijd maar actief. Je zou misschien wel zeggen dat ze een slechte invloed op me heeft. Maar ze maakt me op één of andere manier vrij, no strings attached and stuff like that. Je begrijpt me wel waarschijnlijk. Kat doet dat en ze is een geweldig goed vriendin van me geworden. Maar jij zal altijd mijn allerbeste vriendin blijven, voel je niet bedreigd omdat ik hier nieuwe vrienden maak. Maar het is de afleiding die ik nodig heb, anders word de heimwee te groot om naar huis terug te keren of ga ik teveel aan mijn eigen problemen denken. De laatste persoon hier is … wel, Levi zou haar geweldig vinden. Ze is de grootste draak die ik ooit al heb gezien. Niet dat ik veel draken zie in mijn leven. Een beetje Game of Thrones draakachtig maar dat groter, griezeliger. En ze heeft zoveel verhalen, Levi zou smelten voor haar, net als ik doe. Nadya is niet als de anderen, ze is … ik kan het niet zeggen wat ze is maar ze heeft me helemaal. Toen ik hier net aankwam had ik een nacht waarin ik mezelf niet onder controle had, ik was doodziek en ze was daar. Ze hield me tegen, beschermde me en bracht me achteraf naar de ziekenboeg. We delen een beetje hetzelfde leed, ik denk daarom dat we elkaar zo goed begrijpen. Iets in mijn lichaam wil de hele dag bij haar zijn, ja, het is zo erg. Jij zult altijd mijn beste vriendin zijn maar ik en Nadya, dat gaat veel dieper dan dat, een heel ander level van intens. Ik kan het niet luidop zeggen maar schrijven maakt het ook niet veel gemakkelijker. Ongetwijfeld dat ik haar dit laat lezen en ik weet hoe ze gaat reageren. Maar ze maakt iets los bij me, iets wat de anderen tot zover niet is gelukt, wat jou nog niet is gelukt. Dat is Nadya en jullie zouden even goede vriendinnen kunnen worden zoals ik en jij zijn. Levi zou aan haar voeten liggen en op een vreemde manier zet ze mijn wereld een beetje ondersteboven. Maar het belangrijkste is het feit dat ze er iedere seconde voor me is. Ik heb na die hartstilstand drie weken in het ziekenhuis gelegen, ze was er iedere dag ookal was binnen zijn voor haar een enorme marteling. Ze is geweldig en dat zeg ik niet met mijn typische Britste charme, dat zeg ik vanuit het hart.
Ik zou je nog zoveel willen vertellen Camille maar ik weet niet of ze hier hele pakketten aan brieven zouden versturen naar het vasteland. In ieder geval, ik ben oké, ik red me wel en ik mis jullie verschrikkelijk. Ik vraag het je daarom … zou je mijn ouders, Levi en Ethan van dit op de hoogte willen brengen? Zou je hen willen vertellen wat er met me is gebeurd en dat ik veilig ben? Ze hoeven dit allemaal niet te lezen maar ik denk dat ze het beter van jou horen dan dat ik ze zelf schrijf. Naast jullie hoeft niemand iets te weten, ik probeer Londen in mijn geest een beetje intact te houden en dat gaat niet als iedereen weet wat voor monster ik ben geworden. Ik hoop dat alles daar ook goed gaat, dat je gelukkig bent ondanks dat ik er niet meer ben, dat ballet nog steeds je droom is. Ik mis je Camille en ik wenste dat je gewoon even hierheen kon komen, zodat ik je kon tonen hoe het met me gaat, hoe mijn leven hier is. Ik beloof dat als ik kan, ik zal komen … desnoods sleep ik Devon, Nadya en Kat achter me mee, al denk ik niet dat ze er een probleem van zouden maken maar er moet iemand zijn die me onder controle kan houden. Maar het zal niet voor de komende maanden zijn vrees ik. Ik hoop dat je vrede kan nemen met dit alles, ik hoop dat je me vergeeft voor wat ik heb gedaan. Weet dat het mijn hart brak om je achter te laten zonder gedag te zeggen. Net als het nog steeds mijn hart breekt vanwege het gemis. Hopelijk nemen mijn ouders het even goed op als jou … ik heb vertrouwen in je Camille, je brengt ze wel tot rede. Ik zal proberen vaker te schrijven! Beloofd!
Onderwerp: Re: Forget the bad stuff, drink the good. [Nadya] do maa 31, 2016 11:13 pm
BREATHE RELEASE IT ALL
There’s a light in the sky, there’s a light and its all for you. Don’t, cut us all. Tell me how do you feel, tell me how do you need to hear Are you holding your breath again? --------------------
Storm’s blik kreeg iets hards, iets wat ze nog niet vaak bij hem gezien had, iets wat ze liever niet bij hem zag. Zijn woorden deden haar pijn, al probeerde ze dit niet te laten zien. Het was niet haar bedoeling geweest hem te kwetsen met haar woorden, maar soms wist ze gewoon niet meer wat ze zeggen moest. Hoe ze hem er van kon overtuigen dat alles wel goed zou komen, terwijl ze zelf geen idee had wat goed eigenlijk was. De gehele tijd was ze wanhopig bezig met het bij één houden met zijn hart, terwijl hij al had opgegeven. Voor haar eigen hart dat in stukken op de grond lag had ze geen aandacht. Het grootste gedeelte van de tijd had ze niet eens door dat ze zelfs steeds verder weg zakte in de duisternis, terwijl ze Storm er uit probeerde te trekken. Stil keek ze hem aan terwijl hij sprak, met een verhitte stem die voor haar haast onherkenbaar was. Heel even had ze de neiging tegen hem te schreeuwen. Hem te zeggen vragen hoe hij het in hemelsnaam in zijn hoofd haalde om op te geven, terwijl er zoveel mensen waren om wie hij gaf. Zoveel mensen die om hem gaven. De tranen die uit zijn ooghoeken ontsnapten hielden haar tegen. Het was niet eerlijk nu tegen hem uit te vallen. Bovendien kon ze het ergens wel begrijpen. Kon ze begrijpen waarom hij ondanks alles toch opgaf. Kon ze begrijpen waarom hij er alles voor over had hen niet te hoeven kennen en zijn normale leven terug te hebben. Als zij kon kiezen, zou ze er ook voor kiezen een normaal leven te hebben. Als ze nu de tijd nog terug kon draaien, zou ze nooit met haar moeder mee boodschappen zijn gaan doen tijdens de slag om Kiev. Nee, dan had ze haar gesmeekt thuis te blijven, met z’n drieën zodat ze alle drie om zouden zijn gekomen op het moment dat de bom in hun straat insloeg. Met haar vingers streek ze zachtjes de sporen die de tranen op zijn wangen hadden achter gelaten weg. Waarna ze hem voor een moment zwijgend in zijn gebroken bruine ogen keek. Niet goed wetend wat ze moest zeggen, wat ze überhaupt moest denken. Zacht beet ze op haar lip, vechtend tegen de tranen die achter haar ogen branden. Waarom maakte Storm haar zo kwetsbaar? Waarom deden zij woorden haar zoveel pijn? Nadya wende haar blik af, keek naar de witte schuimkopen die op de golven dansten. Misschien dat zijn leven niet gebeterd was, de hare was dat wel door hem. Anders dan hem had ze geen familie die ze achter had moeten laten. Er waren geen mensen die haar misten en iedereen die zij misten was dood. Toen Storm weer begon te kijken keek ze op. Met een zekere gebrokenheid keek ze hem aan. Zijn woorden waren zo tegenstrijdig, maakten zoveel in haar los dat ze niet wist wat ze nu eigenlijk voelen moest en ze wist dat het voor hem niet anders was. Dat de strijd echt was. Er was een kans dat hij ooit zou moeten kiezen tussen zijn leven hier en zijn leven in Londen. Bij het voelen van zijn lippen tegen haar wang, sloot ze kort haar ogen. Een enkele traan gleed over wang. Huiverig blies ze haar adem uit, alvorens ze hem weer aan keek. “Ik had het niet moeten zeggen, sorry.” zei ze zachtjes. “Misschien hoef je wel niet te kiezen. Jij bent niet de enige die hier ooit weg mag Storm.” Nadya had geen idee of het werkelijk een optie was of Storm zowel zijn leven in Londen kon hebben, als Devon en haar maar ze had geen idee wat ze anders moest zeggen. Moest ze hem zeggen dat hij moest kiezen voor zijn veilige, vertrouwde leven in Londen? Voor zijn familie, voor Camille? Moest ze hem vragen voor haar te kiezen? Dat kon ze niet. Dat zou ze waarschijnlijk nooit doen.
Het was niet een moment waar ze naar uit keek, maar Nadya wist dat er een grote kans was dat ze ooit weer tegenover Lupos zou komen te staan. Dat ze hem ooit weer tegen zou moeten houden en als het zo ver was zou ze er alles aan doen te voorkomen dat hij haar zou verwonden. Niet omdat ze bang was om gewond te raken, maar omdat ze bang was wat haar bloed met hem zou doen. Meer dan eens had ze gezien wat haar bloed met iemands lichaam deed. Hoe het iemands lichaam van binnen uit volledig vernielde. Het was haar bloed dat een einde had gemaakt aan het leven van haar beste vriend. En het idee alleen al dat het haar bloed zou zijn dat Storm zou vermoorden maakte haar misselijk. Toch kon ze hem niet beloven dat ze niet nog eens tegenover hem zou staan, want dat was precies wat ze zou doen als het nodig was. Hoe bang ze ook was voor wat haar bloed met hem zou kunnen doen, ze was banger voor wat andere mutanten met hem zouden doen als hij hen zou aanvallen.
‘Ik ben nooit alleen.’ Aan de manier waarop hij het zei kon ze horen dat hij het over Lupos had en hij had gelijk. Lupos zou altijd bij hem zijn, het was als een hele tweede persoon in Storm, maar het was niet waar ze op gedoeld had en dat wist hij ook. Zijn hand legde hij over de hare en kort trok zijn mondhoek wat omhoog. “Als je dat maar onthoudt.” zei ze met een klein glimlachje. Devon en zij, en waarschijnlijk Kat ook, zouden er altijd voor hem zijn. Zelfs op de momenten dat hij het eigenlijk niet zou willen. Heel even leek er iets van hoop te lezen te zijn in zijn ogen. Misschien was het werkelijk een goed idee. Een jacht terrein simuleren en Lupos daar zijn gang laten gaan. Zelf had Nadya zich nog nooit in de ruimte gewaagd, was ze ook niet van plan het snel te doen tenzij Storm het haar zou vragen. Al vroeg ze zich af of hij haar zo ver zou kunnen krijgen of het überhaupt verstandig was haar in een dergelijke ruimte te zetten. Soms kon ze haar paniek aanvallen aan voelen komen. Andere keren kwamen ze zo snel dat het haast onmogelijk was er aan te ontsnappen en dat haar paniekaanvallen ernstige consequenties hadden, was niet zo lang gleden ineens wel heel duidelijk geworden. Zijn voorzichtige instemming deed een klein glimlachje op haar gezicht verschijnen. Wie weet was de danger room daadwerkelijk een oplossing. Wie weet was het over een tijdje niet meer nodig dat iemand zijn leven in de waagschaal legde om Lupos tegen te houden.
Ergens was ze wel blij dat hij zei niet terug te willen naar de ziekenzaal. Zelfs al vond ze het idee dat hij hier in pijn zat, verre van prettig, ze vond het fijn nog even bij hem te kunnen zijn. Om te luisteren naar zijn rustige ademhaling, zonder dat het zenuwachtige gepiep van zijn hartslagmonitor. Om de trekken van zijn gezicht te bestuderen in het maanlicht in plaats van het felle tl-licht. Haar opmerking deed hem lachen en ze zag hoe zijn gezicht vertrok van de pijn. Misschien dat het niet zo’n strak plan was geweest hem aan het lachen proberen te maken. Toch kon ze een lichte grijns niet onderdrukken, omdat hij haar een beschuldigende blik toe wierp die ze niet serieus kon nemen en omdat zijn lach aanstekelijk was. “Sorry, ik zal het niet meer doen.” zei ze met een klein, schuldbewust glimlachje. Even keek ze hem onderzoekend aan bij het horen van de grimmige toon in zijn stem. “Je hebt hem nog niet gesproken?” Het was meer een conclusie dan dat het een vraag was. Aan de ene kant was het raar dat de twee vrienden elkaar nog niet gezien hadden sinds volle maan, aan de andere kant kon ze het maar al te goed begrepen. Zelf had ze ook geen idee hoe ze Devon weer onder ogen moest komen. Ergens was ze bang voor wat hij van haar dacht. Was ze bang dat hij niets meer met haar te maken wou hebben, want zelf al hadden ze elkaar nog niet zo vaak gesproken op een zekere manier was ze Devon gaan vertrouwen, was ze hem gaan zien als vriend.
Uit zijn achterzak haalde Storm een briefje tevoorschijn. Een kladversie van zijn brief aan Camille. Ergens was Nadya wel benieuwd naar het meisje dat zo’n grote rol had gespeeld in zijn leven in Londen. Vroeg zich af of ze iets van haar op zou kunnen maken uit de brief. Met een zachte glimlach nam ze het papier aan, wetend dat deze brief schrijven Storm waarschijnlijk veel moeite had gekost. Voorzichtig vouwde ze de brief open, streek een paar kreuken recht alvorens ze haar ogen op de eerste zinnen liet rusten. Nadya had nog niet eens de eerste alinea af gelezen of Storm trok haar uit haar concentratie. “Misschien moet je me eerst de brief af laten lezen.” merkte ze met een knipoogje op, waarna ze haar blik terug liet gaan naar de zin die ze als laatste gelezen had. Rustig gleed haar blik langs de woorden die hij zo zorgvuldig gekozen had, maar waardoor zijn twijfel nog steeds te lezen was. Het was haast alsof ze in zijn woorden de pijn kon zien, die het hem deed zijn familie te vertellen wat hij was. Zelfs al zei hij het niet letterlijk. Onwillekeurig moest ze grijnzen bij zijn laatste opmerking over Devon. Dat Storm niet zou willen dat via deze brief verliefd op hem werd. Zijlings keek ze naar Storm, wiens ogen op de brief gefocust waren die zij in haar handen had, alvorens ze weer verder las. Taylor, Demi, Katerzyna. Bij het stukje Kat leek haar maag iets samen te trekken, al had ze geen idee waar dat gevoel vandaan kwam. Wat het überhaupt betekende. De verwarring die voor even op haar gezicht te zien was, ging verborgen achter de donker blonde lokken die voor haar gezicht gevallen waren. En toen kwam het stukje over haar, en even wist ze niet of ze hem de brief terug moest geven of verder moest lezen. Toch las ze verder, omdat ze wist dat als hij niet had gewild dat ze het zou lezen hij het er niet in zou hebben gezet. De manier waarop hij over haar schreef deed een teder glimlachje op haar gezicht verschijnen. Storm wist hoe zij zou reageren op het lezen van deze woorden? Hoe kon hij dat weten als ze het zelf niet eens wist? Zelfs al wist ze dat ze veel voor hem betekende. Zelfs als wist ze dat hun band diep was, de manier waarop hij over haar schreef gaf haar voor even het idee dat er misschien nog wel meer achter lag. Nadya dwong zichzelf om verder te lezen. Om de laatste regels in zich op te nemen alvorens ze haar ogen los maakten van het papier en Storm weer aan keek. “Je bent goed met woorden, zelfs nu.” zei ze zachtjes tegen hem, terwijl ze de brief zorgvuldig opvouwden en het aan hem terug gaf. “Ik denk dat ze de brief meer dan eens zou moeten lezen voor het echt tot haar doordringt, maar uiteindelijk zou ze je begrijpen. Al denk ik dat ze niet zal geloven dat het goed met je gaat, maar dat is niet erg.” Met een zachte, bemoedigende glimlach keek ze hem aan. “De manier waarop je naar haar schrijft, zegt me dat je haar door en door kent, dat ze jouw door en door kent en dat betekend dat ze mag weten dat je niet oké bent. Waarschijnlijk zou ze het zelfs door je woorden heen lezen als je minder eerlijk was.” Voor even liet ze haar blik afdwalen naar de sterrenhemel. Er niet helemaal over uit, wat ze moest zeggen over het stuk over haar of ze er überhaupt iets van moest zeggen. Zijn woorden verwarden haar, net als zijn woorden over Katerzyna haar op een zekere manier in de war hadden gebracht. Uiteindelijk zocht ze zijn bruine ogen weer bruine ogen weer op. “Weet dat je ook iets in mij los maakt, wat niemand ooit nog los heeft gemaakt.” Met een glimlachje dat zowel kwetsbaar als liefdevol was keek ze hem aan.
Onderwerp: Re: Forget the bad stuff, drink the good. [Nadya] vr apr 01, 2016 3:19 pm
.Always live before you die.
It takes ten times as long to put yourself back together than is does to fall apart
Hij werd kwaad, zonder reden, zonder aanleg, hij werd gewoon kwaad. Storm was zelden kwaad en als hij het was dan was het in één minuut erna alweer verdwenen. Misschien was het gewoon alles dat wilde uitsnappen, misschien wilde alle woorden, alle emoties voor een keer gewoon vrijuit gaan. Maar het was nooit zijn bedoeling om kwaad te worden op Nadya, van alle personen niet op haar. De weinige ruzies die hij had gehad met Camille eindigde altijd in het meest ellendigste gevoel, het gevoel alsof hij iets van zichzelf kwijt was geraakt, alsof hij haar voor eeuwig en altijd kwijt was. Hij haatte de hulpeloosheid altijd na zo’n ruzie en hij wilde het koste wat kost vermijden. De woorden waren hard, ja, hij wilde liever Nadya en Devon niet gekend hebben in ruil voor het leven terug in Londen. Hij had ze gezegd en hij wist meteen wat voor impact het op haar zou hebben. Hij had het gezegd en hij had er onmiddellijk spijt van dat hij ze in eerste instantie had gezegd. Daarom durfde hij haar niet aankijken, wetend dat er tranen over haar gezicht zouden glijden, net als het bij hem het geval was. Het maakte het allemaal nog maar erger, alsof er iemand op zijn hart stond te springen en het in duizenden snippertjes over de grond verspreid lag. Ze zeiden beide niets, ze deden beide niet. Hij keek naar het maanlicht op het water en zij keek hoogstwaarschijnlijk ook naar de zee. De stilte was niet zo aangenaam zoals ze het gewoon waren, het had iets van spanning. En Storm wist dat hij iets moest zeggen om de druk eraf te halen maar het lukte hem niet. Voor één keer zou het aangenamer zijn als ze boos zou worden, als ze ook eens zou zeggen wat ze dacht zoals hij net eerder had gedaan. Hij kon de keuze niet maken, hij zou de keuze nooit kunnen maken, kiezen tussen hier en Londen? Kiezen tussen zijn broertje en zijn beste vrienden … kiezen tussen zijn beste vriendin en alles wat hem hier samenhield. Hij kon zijn woorden niet terug nemen, hij kon de tijd niet terug draaien dus het enige wat hij kon doen was wachten en hopen, smeken, dat ze het goed zou oppakken. Zij en Devon hadden eigenlijk weinig om naar terug te kijken, zeker Nadya niet en dat terwijl hij een heel leven had achter gelaten. Het moest pijn doen voor haar om te horen dat hij hen liever niet had gekend. Storm sloot zijn ogen toen hij de pijn en de kracht van zijn eigen woorden voelde weerkaatsen. Toen hij zijn lippen tegen haar wang drukte voelde hij de traan naar beneden glijden, voelde hij hoe ze huiverend haar adem weer liet ontsnappen en hij wist dat de woorden zouden volgen. Ze excuseerde zich en Storm sloot langzaam zijn ogen, hij wist dat ze het zou doen, hij wist dat ze zich zo excuseren voor de hulp die ze hem bood maar waar hij verkeerd op reageerde. ‘Zeg alstublieft geen sorry.’ Prevelde hij nog steeds met zijn ogen gesloten. Hij vingers streken lang zijn slaap, wreven over zijn ogen in de hoop, in de hoop iets van helderheid te scheppen.
“Misschien hoef je wel niet te kiezen. Je bent niet de enige die hier ooit weg mag Storm.” Die woorden deden waarschijnlijk nog meer met hem dan ze zou willen. Hij liet zijn hoofd hangen en verborg het tussen zijn handen. Nee, dat was iets dat hij niet zou aannemen, hij zou er zelf niet over denken. Hij wilde niet dat gelijk wie offers zou maken voor hem. Hij wilde niet dat Camille zou verhuizen om meer bij hem in de buurt te zijn en zo haar leven achter te laten en hij wilde al zeker niet dat Nadya hem zou volgen omdat hij de keuze niet kon maken. Het maakte het allemaal zoveel harder plots. En dan had hij het alleen nog maar over Nadya, Devon was nog niet eens in zijn gedachten opgekomen. Was er een mogelijkheid voor hem om Nadya en Devon in de buurt te houden … zou hij zichzelf ooit genoeg overtrouwen om het zonder hen aan te kunnen? Het idee, om Nadya en Devon niet in de buurt te hebben was nog ondragelijker dan zijn familie in Londen moeten missen. Dus ja, hij zou altijd Nadya en Devon kiezen omdat zij de enige waren die hem veilig konden houden. Zij waren beide zijn nieuwe leven … Londen het oude. Hij kantelde zijn hoofd en keek haar aan, beide hun ogen troebel door de tranen, de pijn in zijn rug was niets in vergelijking met de pijn die hij nu voelde. ‘Ik kan zoiets niet van je verwachten.’ Fluisterde hij. Hij probeerde houvast te vinden aan haar blik maar hij vond er geen dus gleed zijn blik terug naar voor, naar de maan, zijn maan. ‘We zijn hier nog lang niet weg, tot dan,’ hij zweeg, zijn kaken maalden bedenkelijk over elkaar, alsof hij kauwde op de woorden die hij wilde zeggen. ‘tot dan zijn we samen.’ Vervolgde hij stilletjes. Hij keek haar voorzichtig weer aan, alles in zijn blik gebroken. ‘Je bent me zo snel niet kwijt Nadya en ik ben niet van plan je te laten gaan.’ Ze mocht niet toegeven aan het gevoel dat ze nu had. Hij zou haar niet laten gaan, ze mocht niet dieper zakken dan dat ze beide al zaten. Het enige wat ervoor zorgde dat ze een beetje ademruimte hadden was elkaar en Storm zou haar niet achter laten, nooit. ‘Ik ga je niet achter laten.’ Hij probeerde te glimlachen maar er gebeurde niets. Zijn mond bleef in dezelfde streep getrokken. Hij draaide zijn hoofd langzaam weer naar voor, naar de zee en hij knikte langzaam zachtjes. Alsof hij het voor zichzelf nog eventjes wilde bevestigen wat hij net allemaal had gezegd. Nee, ze zou nergens heen gaan, nee, hij zou haar niet laten gaan en nee, ze zouden het niet alleen doen maar samen.
Het was zo stil in zijn lichaam, afzonderlijk van de pijn voelde hij niets. Hij voelde enkel maar leegte, geen weerwolf. Voor een moment leek het alsof het enkel maar Storm was, geen weerwolf, geen Lupos. Haar woorden, de kleine gebroken glimlach deden hem beseffen dat hij nooit alleen was. Zelf al was het gevoel van de weerwolf weg, hij was er nog steeds. Net als Nadya, Devon en Kat er niet altijd waren maar onrechtstreeks altijd voor hem klaar stonden. Gelijk wat voor zijn neus zou komen van problemen, ze zouden er zijn. Alleen al haar voorstel van de danger room was daar een voorbeeld van. Hij was niet alleen, hij had altijd hen en hoe moeilijk dat voor hem was om te aanvaarden … het was waar. Hij keek Nadya in stilte aan, keek haar gewoon aan niets meer, terwijl die gedachten hem eventjes helemaal over namen. ‘Ik zou niet weten wat ik zou moeten doen zonder jullie.’ Zijn mondhoek kroop een beetje naar boven na die woorden. Ze hadden elk hun andere manieren maar ze deden uiteindelijk allemaal hetzelfde, ze redde Storm. Ze redde Storm van zichzelf. En meer dan dat had hij momenteel niet nodig, hij had gewoon iemand nodig die hem kon redden.
Het was goed om haar glimlach te zien, ondanks dat hij bijna verging van de pijn, het was goed, het maakte het dragelijker voor hem. Maar net zo snel als die glimlach was gekomen, die lach van zichzelf … zo snel verdween het ook weer bij haar woorden. Hij had Devon nog niet gesproken en hij wilde het voorlopig ook niet doen. ‘Nee.’ Hij keek haar kort aan en schudde langzaam zijn hoofd. ‘Hoe meer afstand er tussen hem en mij zit momenteel, hoe beter.’ Gaf hij eerlijk toe. Hij kon het niet aan en hij wist dat Devon het ook nog niet zo aankunnen. ‘Hij is ook niet op bezoek geweest, dus dat betekend dat hij niet wil.’ Uiteindelijk zouden ze weer in dezelfde kamer belandden, letterlijk, want ze sliepen in dezelfde kamer. Hij trok zijn ene been op en sloeg zijn armen erom heen, liet zijn hoofd erop rusten. Het hele proces koste veel moeite, deed veel pijn maar uiteindelijk lukte het hem wel. ‘Wat moet ik hem zeggen Nadya?’ Het was geen specifieke vraag voor haar, hij vroeg het gewoon luidop, omdat hij het zo vaak in zichzelf had gevraagd. ‘Ik kan niet mijn kamer binnen wandelen en doen alsof alles in orde is. Doen alsof ik kan negeren dat ik degene was die hem probeerde te vermoorden. Doen alsof ik kan negeren dat ik controle weg geef aan het monster dat hem wilde vermoorden. Ik heb niet eens een idee hoe Lupos zal reageren.’ Hij zuchtte, luid en dramatisch en schudde opnieuw verward zijn hoofd. ‘Hij is als een broer en na alles weet ik niet of we kunnen terug keren naar dat.’ Ging hij twijfelend verder. Hij keek haar opnieuw aan, wanhopig. Het zou zoveel gemakkelijker zijn mocht hij Devon niet kennen, zoals het ook was voor Clyde, dat was gemakkelijk voor hem. Maar Devon … ‘Ik zou het niet kunnen verdragen dat hem nog iets overkomt door mij. Maar ik heb geen flauw idee hoe ik daarvoor moet zorgen.’ Hij wilde Devon zo graag beschermen, maar daarvoor zou hij Devon moeten beschermen tegen zichzelf. En de enige oplossing daarvoor was afstand nemen. Hoe meer er tussen hen in stond, hoe veiliger iedereen was. Misschien moest hij dat maar als nieuwe visie nemen.
Haar de brief geven was misschien het gemakkelijkste dat hij al had gedaan deze nacht. Maar het was belangen niet zo gemakkelijk geweest om hem te schrijven, daar kon de prullenbak vol papier wel getuige van zijn. Alleen al het begin was moeilijk geweest, gewoon om te schrijven, “ik ben het, Storm.” Ondanks dat hij zijn best had gedaan om het oppervlakkig te houden, hij wist dat Camille er recht doorheen zou kunnen zien, net als Nadya dat waarschijnlijk zou kunnen doen. Haar gevatte opmerking en de knipoog deed hem schuldbewust naar beneden kijken, misschien moest hij haar maar eerst even de tijd geven om hem helemaal te lezen. Dus hij zweeg, keek nauwlettend naar haar gezicht en af en toe naar de tekst. In de glimpen die hij van haar gezicht had kon hij niet veel opmaken, tot een zeker moment. Het was een minuscule verandering maar hij merkte het. Zijn blik gleed naar de brief, probeerde te zoeken naar de woorden die dat konden veroorzaken. En toen bleven zijn ogen op de naam rusten … Katerzyna. Zijn blik gleed terug naar het water, hij voelde zich niet betrapt want wat hij had geschreven was waar, Kat deed bijna evenveel voor hem als Nadya deed. Maar vooral, ze deden beide het tegenovergestelde. Kat gaf hem alles waar hij maar kon van dromen, vrijheid, avontuur, zelf alle mooie kanten van haar en haar lichaam. Kat gaf hem Londen, op één of andere manier lukte het haar om hem te geven waar hij zo naar hunkerde, naar Londen. Maar het belangrijkste … het belangrijkste dat Kat kon doen, ze kon Lupos onderdrukken, ze kon de weerwolf stil houden en dat … Storm zou alles doen voor dat gevoel opnieuw en opnieuw. Daar recht tegenover stond Nadya en zij had alles wat hij bezat in zijn hart. Zij was de enige die erin slaagde om zijn leed te verzachten, om de emoties die hij had los te krijgen, om hem te doen praten. Er was met niemand dat hij een diepere connectie had dan met Nadya, ze zorgde dat de chaos in zijn hoofd rust vond, dat de mens in hem mens bleef. Wat ze gelijk hadden was wat hen samen hield en de onvoorwaardelijke band was niet iets dat iemand anders zomaar zou kunnen krijgen. Storm gaf haar technisch gezien zijn hart, zijn ziel, voor haar was geen geheim meer veilig bij hem … ze maakte hem kwetsbaar maar gaf hem onrechtstreeks het leven waar hij al zo lang naar op zoek was. Terwijl hij dat dacht kwam hij tot de conclusie dat het misschien beter was als die twee nooit tegenover elkaar zouden staan, geen idee waarom hij dat dacht maar hij dacht het in ieder geval. Niet dat hij schrik moest hebben voor één van de twee maar het idee. Kat had geen flauw idee wat ze voor Storm betekend, hij had het haar ook nooit gezegd, Nadya wist dat wel. Hele tijd had hij daaraan zitten denken. Toen hij terug keek naar Nadya was haar blik onbewogen, zoals hij had verwacht dat ze zou reageren als ze aan het stuk kwam dat over haar ging. Niets buiten dat kleine tedere glimlachje, precies zoals hij had verwacht. Hij had niet veel reactie verwacht en duidelijk … dat was ook zo.
Toen ze haar ogen weer op hem richtte en hem zei dat hij goed was met woorden, glimlachte hij zachtjes. ‘Je zou de vuilbak moeten zien, ik ben ook goed met hem te vullen.’ Merkte hij lichtjes geamuseerd om. Hij bleef haar afwachtend aankijken, hopend dat ze iets van mening had want dan wist hij gelijk voor een deel hoe Camille zou reageren. ‘Ik schrijf teveel positieve dingen om de negatieve te verdoezelen. Ze zal kwaad zijn maar dan zal ze hem inderdaad opnieuw lezen, vast huilen en hem opnieuw lezen.’ Hij glimlachte liefdevol bij de gedachten aan Camille. God, wat zou ze hem voor een kort moment haten als ze die eerste zin zou lezen. ‘Ik ben minder eerlijk.’ Gaf hij toe. Hij hield de brief kort in zijn handen, staarde ernaar. ‘Niets in dit is de volle honderd procent eerlijk maar ik wil haar niet overvallen met alle gruwelijke details. Ze hoeft niet te weten hoeveel mensen ik heb,’ zijn stem dreef weg, Nadya zou de zin wel in haar hoofd afmaken. ‘Ze hoeft het allemaal niet te weten. Ja, ik ben mentaal gebroken en dat zal ze ook weten als ze het leest maar ik wil niet dat ze weten hoe erg het is. Zolang ze weten dat ik gevaarlijk ben maar veilig en wel.’ Hij keek Nadya kort aan en glimlachte zwak. ‘Dat deel van mezelf moet ik hier houden, voor jullie om mee af te handelen.’ Prevelde hij. Er kwam toch een reactie over het deel waarin hij over haar schreef. Hij keek haar in stilte aan, keek naar de liefdevolle maar kwetsbare glimlach op haar lippen alvorens hij haar weer aan keek. Maar hij zei niets want er was niets dat in deze situatie toepasselijk was om te zeggen. Zolang ze maar wist dat het wederzijds was, en dat had hij haar net op papier bewezen …
Onderwerp: Re: Forget the bad stuff, drink the good. [Nadya] zo apr 03, 2016 11:30 pm
BREATHE RELEASE IT ALL
There’s a light in the sky, there’s a light and its all for you. Don’t, cut us all. Tell me how do you feel, tell me how do you need to hear Are you holding your breath again? --------------------
Nooit eerder was Storm tegen haar uitgevallen en het deed haar pijn. Het deed haar meer pijn dan ze zou willen. Het was alsof hij haar toch al gebroken hart nog iets verder uit één wist te slaan. Met tranen in haar ogen keek ze naar de zee. Niet in staat om iets uit te brengen. Wat kon ze nog zeggen? Hoe kon ze hem helpen? Hoe kon ze hem uit de duisternis trekken, als hij haar er met zijn woorden verder in kon duwen? Het moeilijkst was dat ze hem ergens wel begreep. Dat ze begreep waarom hij haar liever niet gekend had. Sinds hij een weerwolf was, was zijn leven een hel. Er was niets over van het zorgeloze bestaan dat hij in London had gehad en dat kon zij niet veranderen. Het enige wat ze kon was er hier voor hem zijn en dat was niet genoeg. ‘Zeg alstublieft geen sorry.’ Was zijn reactie op haar zachte verontschuldig. Nadya keek naar hem terwijl hij met zijn vingers langs zijn slapen wreef, beet op haar lip terwijl ze zocht naar woorden. “Wat wil je dan dat ik zeg?” Wist ze uiteindelijk met moeite uit te brengen. Haar stem was verstrikt door tranen en er stond een gebroken blik in haar blauwe ogen. “Ik weet soms gewoon niet meer wat ik tegen je moet zeggen. Ik wil je zo graag helpen, maar eerlijk..” Tranen gleden langs haar bleke wangen. Waarom was dit zo ongelooflijk moeilijk? “Ik weet niet eens meer hoe het is om gelukkig te zijn. Dus ik heb geen idee hoe ik er voor kan zorgen dat jij je weer zo gaat voelen.” Haar blik hield ze strak op de golven gericht terwijl ze sprak. Simpelweg omdat ze het niet aan kon in zijn gebroken ogen te kijken. Met haar handen ging ze door haar lange haren, nog altijd opzoek naar woorden. Het laatste wat ze wou was ruzie met Storm. Daar was ze niet klaar voor, dat had zijn uitval van net haar heel duidelijk gemaakt. “Jouw leven is misschien niet beter geworden sinds ik er in zit, maar mijn leven is beter geworden sinds jij er in zit.” Haar stem was niet veel meer dan een fluistering. Met moeite wist ze zichzelf er toe te dwingen hem weer aan te kijken.
Het was alsof ze steeds weer precies dat gene zei wat ze niet moest zeggen. Storm verborg zijn hoofd tussen zijn handen en Nadya kon niet anders dan weg kijken. Waarom deden ze elkaar steeds pijn met hun woorden? Waarom konden ze elkaar niet uit de duisternis trekken, die hen steeds meer leek te omvatten. Misschien zou Storm er goed aan doen om te kiezen voor zijn leven in Londen. Misschien dat iemand die minder gebroken was dan zij hem wel zou kunnen helpen. Toch kon ze het hem niet zeggen. Kon ze hem niet zeggen dat hij voor zijn oude, vertrouwde leven moest kiezen wanneer hij de kans zou krijgen. Haar ogen vonden de zijne en voor een moment keek ze hem door haar tranen heen aan. Hoezo kon hij het niet van haar verwachten? Wat dacht hij dat ze achter zou moeten laten? Anders dan hem had ze geen vrienden naast hem. Oké, misschien Devon maar ze betwijfelde of die haar nog onder ogen zou willen komen na hun laatste ontmoeting. Storm had gelijk, voorlopig waren ze hier nog niet weg. Met de naderende oorlog en hun instabiele mutaties, zaten ze hier waarschijnlijk nog wel even en in die tijd zouden ze elkaar hebben. Echt een opluchting was het echter niet. Storm had een leven om naar uit te kijken, een familie om naar terug te keren. Zij had niets, als hij weg zou gaan, zou zij er alleen voor staan, alweer. Misschien zou het makkelijker zijn om hem nu weg te duwen, voor hij dat bij haar kon doen. Zijn woorden deden haar beseffen dat ze hem nooit weg zou kunnen duwen en dat zelfs als ze het zou proberen, hij het waarschijnlijk niet toe zou laten. Zijn ogen vonden de hare en voor even keek ze hem gewoon stil aan. Twee gebroken zielig, die wanhopig opzoek waren naar iets waaraan ze zich vast konden houden maar niet er niet zeker van waren of ze dat bij elkaar konden vinden. ‘Ik ga je niet achter laten.’ Nadya sloot haar ogen en weer wist er een traan uit haar ooghoek te ontsnappen. In stilte vervloekte ze zichzelf voor haar eigen kwetsbaarheid.
Haar woorden deden zijn lach verstommen en meer had ze niet nodig om te weten dat hij zijn beste vriend nog niet gesprokken had sinds de nacht die hun leven over hoop had geschopt. Onderzoekend en zoals altijd een tikkeltje bezorgd keek ze hem aan. “Dat hij nog niet langs is gekomen betekend niet meteen dat hij je niet wilt zien. Misschien vind hij het ook moeilijk.” zei ze zachtjes, in een poging hem enigszins gerust te stellen. Al wist ze dat dat niet het geen was hem echt dwars zat. Zwijgend keek ze naar Storm terwijl hij ging verzitten. De pijn was duidelijk van zijn gezicht te lezen, maar er was niets dat ze kon doen om hem te helpen. Zacht beet ze op haar lip, weer was er dat machteloze gevoel waardoor ze de afgelopen tijd zo vaak overvallen werd. ‘Wat moet ik hem zeggen Nadya?’ Het was een vraag die Nadya zich in de afgelopen dagen meer dan eens gesteld had, maar waar ze nog altijd geen antwoord op gevonden had. Als zij zich al niet kon bedenken wat ze tegen Devon moest zeggen, hoe moest Storm dat dan weten? Bij het zien van de wanhopige blik in zijn ogen, nam ze zijn hand in de hare. “Jullie kunnen weer terug keren naar dat. Dat weet ik zeker.” Iets vergelijkbaars had ze tegen Devon gezegd in de nacht van volle maan, vlak voor ze hem naar een andere kamer hadden gebracht. “Devon neemt je niet kwalijk wat er is gebeurd, dat weet je zelf ook.” Weer zag ze de jongen door het lint gaan, terwijl ze zelf huilend op de grond zat. Zou Storm zich überhaupt realiseren wat zijn dood met hun twee gedaan had? “Devon heeft jouw nodig en jij hebt hem nodig. De enige manier waarop je hem echt pijn kan doen, is door hem uit de weg te blijven gaan.” zei ze met een zekere voorzichtigheid, omdat ze wist dat hij het er waarschijnlijk niet mee eens zou zijn.
Naar haar opmerking en een schuldbewuste blik van zijn kant, liet Storm haar in stilte de brief lezen. Waarom het stukje over Katerzyna haar een onbehagelijk gevoel had gegeven wist ze niet, net zo min als ze wist wat het gevoel inhield. Misschien was het gewoon toeval geweest. Tenslotte, was het niet alsof ze iets tegen het meisje was. Nee, ze was haar dankbaar voor wat ze voor Storm deed en toch, toch was haar maag even in één gekrompen. Waren het die paar puntjes geweest? Die puntjes waarvan niet alleen Camille wist wat ze betekenden, maar zij ook? Het had haar nog nooit eerder dwars gezeten dat Storm en Kat meer dan alleen vriendschap hadden, waarom zou dat nu ineens anders zijn? Nadya besloot er niet langer over na te denken, omdat ze wist dat ze toch geen wijs zou worden uit de gevoelens die ze niet eens plaatsen kon. Het was verwarrend, al net zo verwarrend als het stukje over haar zelf.
De lichte geamuseerde toon in zijn stem, deed een glimlachje op haar gezicht verschijnen. Het zou haar inderdaad niets verbazen als ze de prullenbak naast zijn bed vol zou zien zitten papierproppen. Een liefdevolle glimlach verscheen op zijn gezicht toen hij het over Camille had, zoals meestal wanneer hij het over zijn beste vriendin had. Nadya kon zich nauwelijks niet voorstellen dat het meisje hem niet zou vergeven. Als de band van die twee echt zou hecht was als die leek te zijn, dan zou ze die brief niet eens heel vaak hoeven lezen alvorens ze hem alles vergaf. Storm keek naar de brief in zijn handen terwijl hij verder sprak. Dat hij zijn zin niet af kon maken, deed er niet toe en dat wist hij. Dit soort zinnen zou ze altijd moeiteloos af kunnen maken in haar hoofd. Zachtjes knikte ze bij zijn volgende woorden. Nee, misschien was het beter als ze niet zouden weten hoe erg Storm er aan toe was. Als ze dat zouden weten zouden ze vast direct hierheen willen komen, iets wat onmogelijk was. Voor hen om mee af te handelen. Onwillekeurig moest ze glimlachen om de manier waarop hij het zei. “Gelukkig zijn er hier genoeg mensen die je willen helpen.” zei ze zacht.
Haar woorden, de kwetsbare met liefdevolle glimlach op haar lippen beantwoorde hij met een stille blik. Meer was ook niet nodig, zijn brief had haar genoeg verteld. Zijn brief die hij haar zonder enige aarzeling had laten lezen, zoals hij bijna alles zonder enige aarzeling met haar deelde. Nadya liet haar blik afdwalen naar de hemel, werd zich ineens sterk bewust van haar zwijgzaamheid tegenover hem. Na alles wat er was gebeurd om had ze hem nog steeds niet over haar verleden verteld, maar belangrijker dan dat ze had hem nog steeds niet verteld wat ze Clyde had aan gedaan. Tot vanavond had ze zichzelf steeds voor kunnen houden dat ze het deed om hem te beschermen. Dat ze bang was wat het nieuws met hem zou doen, wat het met zijn hart zou doen, maar kon zich niet eeuwig achter dat excuus verschuilen. Hoe langer ze het moment waarop ze het hem zou vertellen uit zou stellen, hoe moeilijker het zou worden. “Storm.” De toon in haar stem zou genoeg zijn, om hem er bewust van te maken dat er iets mis was. Hoe moest ze hem in hemelsnaam vertellen wat ze had gedaan? Met een haast wanhopig blik keek ze naar de sterren, alsof ze dacht daar een antwoord te vinden. “Ik heb Clyde bijna vermoord.” In één ademtuig wist ze de woorden er uit te duwen. Nu was er geen weg meer terug. Storm wist ze had gedaan, hij wist dat ze de docent die zijn hart stil had gezet bijna van zijn leven benomen had. “Het was niet mijn bedoeling. Het was niet eens mijn bedoeling hem te verwonden.” Haar stem was niet meer dan een fluistering, werd verstrikt door de tranen die ze maar met moeite binnen wist de houden. Weer zag ze Clyde liggen; zag ze zijn verminkte lichaam. Een huivering trok door haar lichaam. Nog altijd begreep ze niet volledig wat er gebeurd was. Hoe het kon dat ze zo makkelijk terug gegleden was in wie ze vroeger was geweest. Hoe veilig het voor even had gevoeld om emotieloos te zijn, om genadeloos te zijn. Nadya trok haar knieën op en liet haar hoofd er op zakken. Storm aan kijken kon ze niet, bang voor wat ze in zijn ogen zou zien. Bang dat hij boos zou zijn, bang dat hij haar dit niet zou kunnen vergeven. Wat als hij het niet begrijpen kon? Wat als hij bang voor haar zou worden? Wat als hij niets meer met haar te maken wou hebben? De vragen tolden door haar hoofd, maakte haar samen met het beeld van Clyde misselijk.
Onderwerp: Re: Forget the bad stuff, drink the good. [Nadya] ma apr 04, 2016 9:47 pm
.Always live before you die.
It takes ten times as long to put yourself back together than is does to fall apart
Hij wilde niet dat ze sorry zei, hij wilde niet dat ze die woorden had gezegd, hij wilde niet zeggen wat hij had gezegd … het was zo’n ongelofelijke warboel in zijn hoofd dat Storm amper nog zelf wist wat hij wilde in het leven. En het was niet dit, ruzie met Nadya, dat stond niet op zijn schrale lijstje. Hij probeerde houvast te vinden aan de echt belangrijke dingen in zijn leven maar dat leek nu zo moeilijk om terug te vinden. Alsof hij op een berg klom die nat was waardoor hij altijd maar opnieuw weg slierde en viel, zo voelde het aan. Het leek alsof hij altijd opnieuw en opnieuw moest beginnen, startend met zijn eigen naam, wat hij was, waarom hij naar hier was gekomen en wie hem hier dierbaar was. Daaruit had hij de belangrijkste dingen kunnen halen en dat was in de eerste plaats altijd Lupos. Ondanks dat hij ontzettend veel van zijn broertje en Camille hield, ondanks dat Devon zijn beste vriend was en Nadya zoveel voor hem betekende was de enigste belangrijkste “persoon” in zijn leven nog steeds Lupos. Want het draaide allemaal om hem, uiteindelijk was hij het probleem en zou hij ook heel misschien een oplossing kunnen zijn.
Toen ze uiteindelijk begon te praten klonk haar stem verstikt, moeizaam en de tranen liepen nog steeds over haar gezicht naar beneden. De gebroken blik in haar blauwe ogen zorgde er haast voor dat hij zijn veel te pijnlijke lichaam zou recht duwen om er vandoor te rennen. Want ondanks dat Storm nooit had weg gelopen voor zijn problemen … het was een heel aanlokkend idee. Maar hij kon haar hier niet alleen laten zitten, zeker niet nadat hij had gezegd dat ze voorlopig nog genoeg tijd hadden om samen te zijn. Hij beantwoordde haar vraag niet omdat hij wist dat er meer zou komen, toch kauwde hij de woorden tussen zijn tanden, te verslagen om er iets anders mee te doen. Hij had die fles nooit mogen laten leeglopen, dat besefte hij ook. ‘Ik weet het zelf niet Nadya.’ Hij keek haar aan, iets in zijn blik had nog steeds de hitte van eerder. Maar door de pijn die de heftige beweging had veroorzaakte doofde dat haast onmiddellijk. ‘Ik kan voor mezelf niet meer uitmaken wat goed of slecht is, ik kan niet eens uitmaken wat ik als hulp moet aanvaarden of niet.’ Hij sloeg zijn ogen voor een kort moment neer in het zand. ‘Ik weet dat je wilt helpen,’ zijn stem werd een beetje zachter, een beetje meer gebroken. ‘anders was je nooit iedere dag bij me geweest in de ziekenzaal. En je mag dit niet persoonlijk opvatten maar,’ hij zweeg en klemde zijn hoofd terug tussen zijn handen. ‘Het is hier zo’n warboel, ik kan amper het goede van het slechte onderscheiden.’ Hij keek haar weer aan en schudde zachtjes zijn hoofd. ‘Ik weet amper de juiste woorden te vinden omdat ze zo verstrikt zitten in de emoties.’ Zijn korte lontje had ook wel iets te maken met Lupos die zich vaker kwam moeien in zijn hoofd maar dat zei hij niet luidop. Dat hoefde ze niet te weten, noch niet.
“Jouw leven is er misschien niet beter op geworden sinds ik erin zit, maar mijn leven is beter geworden sinds jij erin zit.” Hij zag dat ze haar hoofd draaide na die woorden en het lukte hem zelf ook om naar haar te kijken. ‘Het spijt me.’ Hij hief zijn hand op en veegde één verloren traan van haar wang. Hij haalde zijn hand voorzichtig weg van haar gezicht en gaf haar een zwakke glimlach. ‘Mijn leven is er niet op gebeterd, maar jullie maken het wel beter. Als ik jou, Devon en Kat niet zou hebben dan,’ hij zweeg en staarde voor een moment onder zich in het zand. ‘Dan zou er niets menselijks meer van me over blijven. Maar ik ben niet gelukkiger dan ik daarvoor was, wil niet zeggen dat ik dat nooit meer word.’ Ging hij zachtjes verder. Hij boog een heel klein beetje dichter naar haar toe, om haar blik in zijn volle lading te kunnen vangen. ‘Weet dat ik er alles aan doe om jouw leven beter te maken. Je verdient meer geluk dan dat ik het verdien.’ Hij gaf haar een kort kneepje in haar hand en ging krampachtig weer op zoek naar een nieuwe positie om te zitten.
Het was iets dat Storm aardig goed was gaan hanteren, het wegduwen van anderen. Het had hem letterlijk nog geen half uur gekost om Denni huilend weg te krijgen uit de ziekenzaal, en ook Taylor was weggebleven, Devon bleef weg … ze bleven allemaal weg van hem. De enige die kwam was Nadya en zelf haar probeerde hij weg te duwen, door te slapen of op zoek te gaan naar die comateuze toestand waarin hij niets hoefde te doen. En ergens diep vanbinnen had het hem ondragelijk veel pijn bezorgd, toch had hij het zonder aarzelen gedaan. Wegduwen was veilig houden, dat was zijn visie. Een visie die hij tegenover Devon zou moeten tonen, de ultieme test misschien wel. Storm keek er niet naar uit om Devon weer terug te zien, en raad vragen aan Nadya leek hem ook niet de beste optie, toch had hij het gedaan. ‘Ik vermoordde hem bijna, ik zou het hem niet kwalijk nemen als hij me niet meer wilde spreken.’ Prevelde Storm in gedachten verzonken. Hij keek kort omhoog naar de maan en sloot dan met een zacht zuchtje zijn ogen. Hij luisterde naar wat Nadya allemaal te zeggen had en opende uiteindelijk weer zijn ogen om haar aan te kijken. ‘Ik neem het mezelf kwalijk, ik had koppig genoeg moeten zijn om hem te weerstaan. Maar ik dacht dat het misschien zou werken … en dat deed het niet.’ Hij snoof zachtjes en keek terug naar het water. ‘Hem weg houden is de enige manier hoe ik hem veilig kan houden, hoe ik jullie allemaal veilig kan houden. Hoe dichter jullie bij me zijn, hoe groter de kans is dat ik iets zal doen. Zeker nu.’ Hij baalde zijn hand kort tot een vuist en zelf dat deed pijn. Misschien moest hij gewoon Lupos de woorden laten kiezen als ze elkaar tegen zouden komen. Ja … dat zou wel goed zijn.
Het was ergens een opluchting om Nadya de brief te laten lezen. Hij had geen idee waarom maar op één of andere manier voelde hij zich zekerder omdat ze het gelezen had. Hij staarde er zelf ook een tel lang naar alvorens hij het opvouwde en terug probeerde weg te steken in zijn achterzak. De manier hoe Nadya reageerde koppelde onrechtstreeks aan de manier hoe Camille zou reageren. Ze leken niet op elkaar maar als het op dit aan kwam dan zaten ze op dezelfde lijn. Toen ze opperde dat er hier gelukkig veel mensen waren die wilde helpen lachte hij kort zacht, niet gemeend. ‘Ik heb geen idee of je dat geluk kunt noemen.’ Voor hem was het misschien geluk maar voor de ander … nee, volle manen waren geen kringgesprekjes, het was een spel op leven en dood.
Hij ontspande zijn lichaam weer zachtjes, gerustgesteld door haar woorden, door haar aanwezigheid en door de stilte tussen hen in. Hij ademde de zeelucht langzaam in en voelde haast zijn oogleden zwaar worden. Het was pas als ze zijn naam zei dat zijn hoofd met een ruk alert opzij ging. Alleen al de toon, de nadruk in dat ene korte woordje zei hem dat er iets aan de hand was waar hij nog geen weet van had. Hij staarde haar aan, gealarmeerd bijna maar ze keek niet terug, ze bleef haar blik op de sterren houden. En toen zei ze het … ze had Clyde bijna vermoord. Vreemd genoeg reageerde hij niet, er veranderde iets in Storms blik. Hij wendde zijn blik af en keek terug naar de zee. Was hij blij? Hij had het recht, de leerkracht had hem tenslotte ook vermoord. Ze ging verder, amper hoorbaar, verstikt door al de emoties die in haar keel bleven hangen. Ze bedoelde het niet zo … net als Clyde het niet zo bedoelde om hem te doden. Hij staarde terug naar het water en begon aan een gepaste reactie te denken … maar, hoe moest hij in godsnaam reageren? ‘Ik weet niet wat ik daarop moet zeggen.’ Hij zweeg en keek haar aan. ‘Buiten het feit dat we alle drie controle verliezen is hier niemand schuldig. Ik verloor controle bij Devon en vermoordde hem bijna, Clyde verloor controle bij mij en,’ hij zweeg en lachte kort, verbluft. ‘Hij vermoordde me echt. En jij verloor controle bij hem omdat,’ hij zweeg en zijn blik verzachtte een beetje. ‘omdat je om me geeft.’ Maakte hij de zin zachtjes af. Hij keek voor een moment terug naar ze zee, vreemd genoeg was hij niet kwaad, niet verdrietig, of gelijk wat om Clyde, hij was neutraal. Het enige wat hij wel was, was bezorgd om Nadya. ‘Hey,’ hij trok haar tegen zich aan, klemde zijn arm om haar schouders heen. ‘ik weet als geen ander wat het is om controle te verliezen. En ik weet niets wat ik kan zeggen om dit beter voor je te maken Nadya.’ Hij streek zijn vingers voor een kort moment door haar haren. ‘Je zou het niet mogen doen hebben. Maar wie zegt dat ik het niet zou gedaan hebben als jij daar had gelegen.’ Hij ademde langzaam uit, misschien een beetje opgelucht omdat hij er nu eens kon zijn voor haar in plaats van andersom. ‘Verkeerde plaats, verkeerde tijd.’ Prevelde hij. Had hij medelijden met Clyde? Ja, misschien ergens wel maar hij was zelf te onstabiel om ook maar aan de leerkracht te denken als hij Nadya en zichzelf had om zich zorgen om te maken. Toch … het voelde als een nood om ernaar te vragen. ‘Is hij oke?’ Vroeg hij uiteindelijk zachtjes. Waarom had ze het hem niet eerder gezegd? Waarom wist hij het nu pas. Ze zat waarschijnlijk al dagen met dat opgekropte gevoel en het was pas nu dat Storm er voor haar kon zijn, dat alleen al scheurde hem open vanbinnen … OOC: Mijn 1000ste post is voor jou! <3
Onderwerp: Re: Forget the bad stuff, drink the good. [Nadya] vr apr 22, 2016 10:07 pm
BREATHE RELEASE IT ALL
There’s a light in the sky, there’s a light and its all for you. Don’t, cut us all. Tell me how do you feel, tell me how do you need to hear Are you holding your breath again? --------------------
Ruzie maken met Storm was iets wat Nadya niet aan kon, nog niet in elk geval. Het was heel anders dan ruzie maken met Nick. Het was niet dat ze zich nooit slecht had gevoeld na een ruzie met Nick, maar zijn woorden hadden haar nooit zo veel pijn gedaan als die van Storm haar deden. Na een ruzie met Nick was ze nooit bang geweest hem kwijt te raken, omdat ze wist dat hij net zo min als haar iemand anders had om op terug te vallen. Nick en zij waren twee verloren zielen geweest in een wereld die ze niet begrepen, een wereld die ze niet vertrouwden. Wat ze elkaar ook naar het hoofd geslingerd hadden, altijd hadden ze elkaar binnen een paar uur alweer vergeven. Simpelweg, omdat ze beide wisten dat als ze elkaar niet hadden ze niemand hadden. Met Storm was het anders, Storm en zij waren anders. Anders dan haar had hij nog vertrouwen in de wereld. Storm mocht dan wel de hoop in zichzelf verloren hebben, hij zag niet in ieder mens een vijand, enkel in zichzelf. Het was niet zo dat ze dacht dat Storm beter af was dan zij, want dan deed ze niet. Het was meer dat ze wist dat Storm het ook zonder haar uiteindelijk wel zou redden; hij had vrienden en zou er gemakkelijk meer maken. Zij had niemand en was ook niet direct van plan daar verandering in te brengen. Voor haar was vertrouwen hebben in een ander zeldzaam, omdat ze had geleerd dat mensen niet te vertrouwen waren. Iemand zo dichtbij laten als Storm was angstaanjagend, maakte haar kwetsbaarder dan haar lief was.
Heel even leek het alsof Storm op wou staan. Alsof haar woorden en de blik in haar ogen hem te veel werden en hij zich het liefst zo snel mogelijk uit de voeten zou willen maken. Zou hij het hebben gedaan als zijn lichaam het toegelaten zou hebben? Zou hij haar naar alles wat hij zojuist had gezegd alsnog alleen achter later? Zou het hem alsnog lukken om haar weg te duwen? Was dat wat hij wou? Haar ogen vonden de zijne en even zag ze weer die hitte die ze er eerder had gezien. Een blik die haar een onbehagelijk gevoel gaf, die haar het idee gaf dat ze in de ogen keek van iemand die ze niet kende. Naarmate hij verder kwam in zijn verhaal, werd zijn stem zachter, meer gebroken. Zachtjes knikte ze, omdat ze hem begreep; omdat het in haar hoofd ook altijd een warboel van emoties en gedachten was. Als geen ander wist ze hoe moeilijk het was om de grens tussen goed en kwaad te vinden en zo nu en dan vroeg ze zich af of die grens überhaupt bestond.
Nu was hij het die zijn excuses aanbood en zij die zachtjes haar hoofd schudden ten teken dat het niet nodig was. Met zijn vingers veegde hij een verloren traan van haar wang en stil keek ze naar de zwakke glimlach op zijn gezicht. Waarom was het zo moeilijk? Waarom konden ze beide niet gewoon gelukkig zijn? Was het voor haar überhaupt nog mogelijk om gelukkig te zijn? De laatste keer dat ze echt gelukkig was geweest, was bijna honderd jaar geleden. Storm boog zich iets dichter naar haar toe, waardoor ze niet anders kon dan in zijn bruine ogen kijken. Een klein glimlachje verscheen op haar lippen, maar toch kon ze het niet laten om tegen hem in te gaan. “Ik verdien niet meer geluk dan jij.” Het was waar, er was geen enkele reden waarom zij meer geluk verdiende dan Storm. Net als hem had ze slachtoffers gemaakt, net als hem had ze mensen pijn gedaan. “We gaan het nog druk krijgen, met elkaar gelukkig proberen te maken en menselijk te houden.” zei ze zachtjes, om te voorkomen dat de sfeer die iets op leek te klaren straks weer om zou slaan.
Devon zou Storm vergeven daar was Nadya zeker van, ze vroeg zich af of er überhaupt sprake zou zijn van het vergeven van de ander. Beide leken die fatale nacht enkel aan zichzelf toe te schrijven. Nee, het zou geen kwestie van vergeven worden als die twee elkaar weer spraken. Hun eerste ontmoeting zou niet makkelijk worden, maar niet omdat ze elkaar iets kwalijk namen maar omdat ze hun weg terug moesten vinden naar wie ze waren geweest voor die volle maan. “Jij vermoorde hem niet bijna Storm, dat deed Lupos. In elk geval is dat hoe ik het zie en ik weet vrij zeker dat Devon het ook zo ziet.” zei ze zachtjes, terwijl ze haar blik op zijn gezicht hield terwijl hij naar de hemel keek. Kans om tegen zijn volgende woorden in te gaan kreeg ze niet, wang hij ging al weer verder, zei weer iets waar ze het op geen enkele manier mee eens kon zijn. Het was niet veiliger voor hen om hen weg te duwen. In elk geval niet voor Devon en haar. Nadya had gezien wat Storm verliezen met Devon had gedaan, had gevoeld wat het met haar had gedaan. “Je beschermt ons niet door ons weg te duwen.” Met haar ogen zocht ze de zijne. “Misschien dat je Devon zou beschermen voor Lupos, maar dan zal hij jouw verliezen en jij bent belangrijker voor hem dan je zelf misschien door hebt.” ging ze zachtjes verder. Nee, Storm mocht Devon niet weg duwen. Die twee jongens hadden elkaar nodig. Zelfs al zou het in het begin misschien moeilijk zijn, uiteindelijk zouden ze wel een manier vinden om weer terug te keren naar wie ze eerder waren geweest, naar StormOn.
Een korte zachte en bovenal niet oprechte lach weerklonk als reactie op haar woorden. Misschien had hij gelijk en was geluk niet het goede woord. Al mocht hij misschien wel van geluk spreken dat er mensen waren die hem tegen wouden helpen. Die hem wouden helpen te voorkomen dat er slachtoffers zouden vallen, want wat als die mensen er niet waren? Wat als Lupos gewoon zijn gang kon gaan op het eiland? Zou dat niet veel ergen zijn? Voor hem en voor alle andere studenten op het eiland. “Misschien is geluk niet het goede woord nee.” gaf ze schouderophalend toe.
Natuurlijk had ze geweten dat het moment zou komen waarop ze hem moest vertellen wat ze had gedaan. Meerdere keren had ze op het punt gestaan hem te zeggen wat ze had gedaan, maar iedere keer was er wel iets gebeurd wat haar er van weerhouden had. Een lichte afwijking van de lijn op zijn hartslag monitor. De vermoeide en gebroken blik in zijn bruine ogen. De muren die op haar af begonnen te komen, als ze het moment om hem de waarheid te zeggen al te ver had uitgesteld. Iedere keer weer had ze zich kunnen verschuilen achter de gedachte dat ze het deed om hem te beschermen, maar ze wist dat er een punt zou komen waarop ze het niet meer deed om hem te beschermen maar om zichzelf te beschermen en dat punt, dat was nu. Storm zou het aan kunnen te horen wat zij gedaan had. De vraag was nu of zij zijn reactie aan zou kunnen. Hem aankijken kon ze niet. Bang voor wat ze in zijn ogen lezen zou. Bang dat hij boos op haar zou worden of misschien nog wel erger, bang van haar. Al zou het niet heel slecht zijn als hij bang voor haar zou worden. Nu ze had gemerkt hoe makkelijk het was af te glijden in haar oude zelf, was ze zich er ook weer van bewust geworden hoe gevaarlijk ze eigenlijk was. Het was iets wat ze in zijn buurt vaak even vergat. In zijn buurt was ze zorgzaam, kwetsbaar en bovenal menselijk maar die grens tussen mens en monster was nog veel vager dan ze in eerste instantie had gedacht. ‘Ik weet niet wat ik daarop moet zeggen.’ verbrak hij uiteindelijk de stilte. Voorzichtig zocht ze zijn blik op, maar kon er net zo min wijs uit worden als ze kon uit haar eigen stormachtige gedachten. Alles leek door elkaar heen te lopen, haar emoties, haar gedachten, de beelden. Het grootste gedeelte van de tijd voelde ze zich schuldig over wat ze had gedaan. Was ze bang voor het gemak waarmee ze terug gegleden was in wie ze vroeger was geweest, voor de veiligheid dat het haar voor even had gebracht. Er waren echter ook momenten waarop ze de neiging had zich er weer in te laten vervallen, omdat ze wist dat ze er rust zou vinden, omdat ze wist dat ze voor even alle emoties tot stilstand zou brengen. Enkel woede en haat hebben, was zo veel makkelijker, was op een rare manier geruststellend. Zijn lach was kort en verbluft. Net als haar leek hij niet te weten wat hij denken moest. De blik in zijn ogen verzachtte en ze slikte moeizaam bij het horen van zijn woorden. Ja, ze was kwaad geweest op Clyde, razend omdat hij Storm had vermoord. Samen met de paniek die ze had gehad omdat ze te lang binnen had gezeten, was het haar te veel geworden. Genadeloos was ze terug gegleden in haar overlevingsmodus. Voor even waren de vlammen die Clyde’s lichaam hadden verwoest intrigerend geweest en de zware brandwonden op zijn lichaam niet voldoende. Misselijk door het beeld en verward door haar eigen emoties, liet Nadya haar hoofd tegen haar knieën zakken. Storm sloeg zijn arm rond haar schouders, trok haar tegen zich aan. Aan de ene kant wou ze zich er aan toe geven en haar hoofd tegen zijn schouder laten zakken, tegelijkertijd was er iets dat haar tegenhield. Zwijgend luisterde ze naar wat hij zei, haar voorhoofd nog steeds rustend tegen haar knieën. Met zijn vingers streek Storm door haar haren, waarna hij weer verder ging. Langzaam hief ze haar hoofd op, keek ze hem aan met een blik waarin zowel verwarring als angst te lezen was. “Het is niet hetzelfde. Jij verlies de controle over Lupos, ik verlies de controle over mezelf.” zei ze zachtjes. “Het deel van mij dat Clyde heeft verband. Is mij veel bekender, dat dit deel van mij is.” Het laatste was niet meer dan een zacht gemompel, terwijl ze naar de sterren keek die vonkelden aan de hemel.
Of Clyde oké was? Het was een vraag die ze in de afgelopen dagen niet had durven stellen, aan niemand niet, omdat ze bang was voor het antwoord. Clyde’s gehele lichaam was bedekt geweest met derdegraads brandwonden en ze wist dat er zelfs nu nog een kans was dat de man het niet zou overleven. Eigenlijk was dat het enige wat ze wist, dat hij nog niet was overleden. Meer wist ze niet en het was vrij makkelijk om in die onwetendheid te blijven. Vrienden had ze niet echt, naast Storm, en lessen volgde ze niet. “Ik weet het niet.” zei ze zachtjes. “Slecht denk ik, hij stond al even in brand toen Devon kwam en me tegenhield.” Voorzichtig sprak ze de naam van zijn beste vriend uit. Ze wou dat het iemand anders was geweest die haar tegen had gehouden, dat Devon niet weer degene had hoeven zijn die zijn eigen leven in de waagschaal had gelegd voor een ander. Tegelijkertijd wist ze dat een ander haar waarschijnlijk niet terug had kunnen halen. Ja, Storm. Storm zou haar waarschijnlijk wakker hebben kunnen schudden, maar hij had in een haast comateuze toestand in de ziekenboeg gelegen en ergens was daar blij om. Was ze blij dat hij niet degene was geweest die haar had zien door draaien.
Onderwerp: Re: Forget the bad stuff, drink the good. [Nadya] za apr 23, 2016 7:20 pm
.Always live before you die.
It takes ten times as long to put yourself back together than is does to fall apart
Hij was naar dit strand gekomen met maar één doel, te drinken, te staren en hopen dat alles gewoon zou wegvagen. Hij was zeker met de vertraagde werking van zijn lichaam dat die fles drank voldoende zou zijn, het zou ruimschoots dronken worden en misschien nog eens een reactie uitlokken met de medicatie. Hij zou misschien overgeven omdat zijn maag niets kon verdragen, hij zou zijn hoofd misschien wel stoten tegen een steen in de hoop recht te geraken. Maar het was allemaal beter dan die vier muren van de ziekenkamer. Het was het enigste wat hij iedere dag had gezien, de vier witte muren, het metalen bed, de witte lakens, het gepiep van de hartslagmeter, de geur van ontsmettingsmiddel en medicatie, het zachte gemompel van verpleegster en haar … Nadya. Ze was het enige grijze puntje in al dat witte. En dat grijze puntje had hem op één of andere reden weten volgen tot aan het strand. Van zodra hij Nadya had zien wandelen had hij heel zijn miserabele plan laten gaan om dronken te worden en alles te vergeten, want ze zou het niet toelaten. Hoewel dit veel beter was dan dronken worden voelde het niet zo, hij kon nog steeds niets vergeten. In plaats daarvan probeerde hij een uitweg te zoeken van Nadya weg, wat haast zou lijden tot ruzie. En dan voelde hij zich schuldig en begon alles weer van vooraf aan. Het ene moment voelde hij onrust, het andere angst. Zijn emoties vlogen van woede en frustratie naar rust en verdriet. Het was een kwelling en hij wist dat die fles die nu leeg aan zijn voeten lag dat had kunnen verhelpen. Maar net zoals altijd zette hij Nadya voor al zijn verlangens, was zij net het verlangen waar hij zo naar hunkerde, de rust om hem terug op aarde te krijgen, de vlam die hem in leven hield.
Er was niemand die hem meer zou begrijpen dan Nadya, ze wist hoe zijn hoofd er momenteel uit zag en ze nam het hem niet kwalijk. Toch was dat bevestigende knikje nodig, dan pas voelde hij de spanning een beetje weg druppelen uit zijn lichaam, voelde hij langzaam weer een beetje van zijn oude gebroken zelf terug keren naar het oppervlak. De hitte, alle deeltjes van Lupos dreven weg bij dat ene knikje. Hij legde zich erbij neer, hij legde zich neer bij het feit dat hij gebroken was, dat hij waarschijnlijk wel langere tijd hulp zou nodig hebben. Ze hoefde het niet te weten, hij wilde haar niet nog meer opzadelen met zijn mentaal kapotte situatie. Hij zou wel een verpleger vragen om meer hulp, niet Nadya, ze deed al genoeg.
Haar bodemloze blauwe ogen keken hem aan, verstrengelde zich met de gebrokenheid in zijn blik net als hij dat bij haar deed. Achter al het bruin zat een zelfzekerheid die toebehoorde aan de oude Storm Hall, degene die haar een belofte maakte om haar gelukkig te maken. Die Storm Hall was verdwenen bij de volle maan, toch, de zelfzekerheid was er, werd aangewakkerd door het idee om haar gelukkig te houden. Omdat ze het meer verdiende dan hem, hij was lang gelukkig kunnen zijn, hij was recent gelukkig kunnen zijn en Nadya niet. Toen er een kleine glimlach op haar lippen kwam weken zijn ogen af naar haar lippen, hij kopieerde die glimlach na die woorden van haar. ‘Jawel.’ Knikte hij zachtjes. Ze verdiende het wel meer dan hem en hij zou ervoor zorgen dat ze het kreeg. Al leek het voor nu dat de enige manier van gelukkig worden met elkaar was, en niet apart. Het waren gedachten waar Storm zijn concentratie op wilde leggen als hij zich wat beter voelde, minder kapot. ‘Ik ben mijn hele leven tot acht maanden geleden gelukkig geweest. Jij,’ hij zweeg, zijn vinger streek kort langs haar wang terwijl de glimlach terug van zijn lippen zakte. ‘je bent mijn levensmissie Nadya, laat me voor één keer mijn werk goed doen.’ Glimlachte hij een gemeende liefdevolle glimlach. Ze ging daar meteen op in, hij grinnikte, kneep zij ogen wat dicht toen hij de pijn voelde die gepaard ging met zijn zachte lach. ‘Ik denk dat het we het ook enkel maar kunnen met elkaar,’ hij keek haar weer aan, de glimlach was er nog steeds. ‘en wat betreft menselijkheid,’ zijn blik bleef even rusten op het zachte ruisende duinengras. Hij gaf er geen antwoord op, hij maakte zijn zin niet af en bleef naar het gras staren. ‘We doen dit niet alleen.’ Concludeerde hij. Hoe graag hij het ook wilde ontkennen, ze deden dit niet alleen, er waren veel studenten hier die Storm en ook Nadya gelukkig wilde zien. Dus nee, met een beetje support zouden ze er beide wel komen.
Net als iedereen probeerde Nadya hem ervan te overtuigen dat Lupos de oorzaak was van alles. Storm begon het langzaam te geloven maar ergens kon hij het niet laten de schuld aan zichzelf te koppelen. Hij had maar meer controle moeten hebben, dan zou het niet gebeuren. Dat was wat hij iedere keer weer dacht nadat hij was getransformeerd. Maar op één of andere manier hadden Nadya haar woorden meer effect op hem dan zijn eigen gedachten of de woorden van anderen. Hij knikte en gaf haar een korte blik. ‘Achter die wolf zit ik, en dat is iets hardnekkig dat ik niet van me kan afschudden.’ Hij zweeg en liet haar langzaam verder praten. Hij zat met zijn gedachten bij Devon maar zijn gehoor bij haar woorden. Wat zou zijn beste vriend nu doen? Zou het voor Devon even hard zijn om aan Storm te denken zoals het was voor hem om aan Devon te denken? ‘Hoe kan ik jullie dan beschermen?’ Vroeg hij haar wanhopig. ‘Hoe kan ik ervoor zorgen dat ik jullie niet langer pijn kan doen? Ik vermoordde hem bijna Nadya, dat is iets dat ik niet kan negeren.’ Hij sloeg zijn ogen terug neer en wreef zijn hand kort door zijn haar. ‘Ik weet dat het niet de juiste oplossing is maar het is de enige die ik momenteel kan bedenken.’ Weghouden was veilig houden, het zat er een beetje ingehamerd bij Storm sinds hij was wakker geworden en had gehoord wat hij had aangericht. Of hij meer betekende voor Devon wist hij niet … momenteel was het niet iets waar hij aan probeerde te denken. Grotendeels maakte de pijn het haast ondragelijk voor hem om te denken, het kroop door iedere zenuw van zijn lichaam, zorgde ervoor dat zijn benen nog slapper aanvoelde dan eerder, zorgde dat zijn zicht wat troebeler werd.
Maar al die pijn verdween op een denkbeeldige manier van zodra Nadya er had uitgegooid wat ze Clyde had aangedaan. Hij haalde zich de leerkracht voor de ogen, degene aan wie hij had gesmeekt om Devon in veiligheid te brengen. Degene die hem had vermoord … Lupos voelde hier geen berouw om, moest de weerwolf gevoelens kunnen hebben dan zou hij blij zijn om wat er met Clyde was gebeurd, zou hij Nadya dankbaar zijn om wat ze had gedaan. Maar bij Storm was er enkel een leegte die hij niet wist te voelen. Er was geen angst om het feit dat Clyde misschien wel dood kon zijn, er was geen schuldgevoel omdat dit misschien ergens ook wel zijn schuld een beetje was, hij voelde geen haat tegenover Nadya om wat ze had gedaan. Het was gewoon leeg, verbouwereerd staarde hij naar het water. Ze had een docent in brand gestoken … wat voor gevolgen kon dat hebben? Even was er een steek van angst geweest omdat ze Nadya misschien wel van dit eiland konden sturen voor wat ze had gedaan. Maar dan opnieuw, je stuurde toch geen mutant van het eiland die geen controle had over zichzelf? Dus toen die angst wegebde bleef hij opnieuw achter met de leegte. Hij keek haar aan, vond in een kort moment haar blik en toen kwam de bezorgdheid er in één keer. Moest je hen daar nou alle twee zien zitten, monsters die levens probeerde te nemen. Zijn woorden waren geen geruststelling maar hij probeerde haar wel duidelijk te maken dat ze niet alleen in die situatie zat. Tenslotte had Clyde ook controle verloren, had Storm controle verloren, alleen zag ze het niet zo. ‘Jawel, we verliezen controle, dat is hetzelfde. Clyde verloor controle over mij, hij vermoordde mij Nadya. Dat is controle verliezen. Dat is wat we alle drie gemeen hebben.’ Zijn woorden hadden wat meer hardheid, niet omdat hij boos werd maar omdat hij zelfzekerder probeerde te klinken. Wat ze dan zei, met haar ogen op de sterren gericht deed Storm zijn vingers kort haperen in de beweging die hij maakte door haar haren. ‘En dat is gegarandeerd niet je eigen keuze geweest. Net als het niemand van ons hun keuze was om dit te doen. Neem de schuld alstublieft niet op jezelf.’ Zijn laatste zin een zachte smeekbede. Maar hoe kon hij dat verwachten van haar als hij het zelf constant deed?
Hij moest het vragen, misschien omdat hij heel diep vanbinnen een beetje om de leerkracht had, hoe vaag dat ook mocht zijn. Ze had hem tenslotte in brand gestoken … dat moest behoorlijke gevolgen hebben voor zijn lichaam. Zijn vingers streken over de grote brandwond op zijn nek, degene die amper was genezen en was veroorzaakt door de blikseminslagen van Clyde. Hij zou ervan kunnen helen zodat Lupos weer actiever werd, Clyde zou dat waarschijnlijk niet kunnen. Natuurlijk wist ze het niet, ze was waarschijnlijk gevlucht van zodra ze besef had. Hij keek haar aan, bezorgd om wat ze nog meer had te zeggen. En dat was niet wat hij verwacht had. ‘Wat?’ Vroeg hij ijzig, uit directe reactie op de naam van zijn beste vriend. ‘Devon?’ Hij sloeg zijn blik weg van Nadya en staarde naar de zee, met grote waakzame ogen. Waarom moest zijn beste vriend zo nodig overal tussenin springen? ‘Is Devon in orde?’ Een spontaan bezorgde reactie. Zijn zintuigen probeerde hij te gebruiken, in normale toestand zou hij Devon meteen kunnen vinden, nu geraakte hij niet verder dan de duinen. Zou hij kwaad geweest zijn moest Devon iets overkomen zijn door Nadya’s schuld, nee, maar het was duidelijk dat hij meer gaf om het welzijn van zijn beste vriend dan om het welzijn van de docent. Hij zou Devon geroken hebben op de ziekenboeg moest hij er erg aan toe zijn en dat had hij nu dus ontspande hij zich weer wat, Devon was veilig. ‘Ze kunnen je niet straffen voor wat je hebt gedaan.’ Merkte hij uiteindelijk zachtjes op. Het was Clyde’s woord tegen dat van Nadya, Storm zou het altijd voor Nadya opnemen. ‘Ze kunnen je niets doen.’ Prevelde hij meer voor zichzelf, om zichzelf gerust te stellen dat Nadya niets kon overkomen. ‘Ik wenste dat ik er voor je kon zijn.’ Hij keek haar aan, zijn blik dof en vermoeid. Het zou nooit gebeurd zijn als Storm in orde was geweest, als Clyde hem niet had vermoord …
Onderwerp: Re: Forget the bad stuff, drink the good. [Nadya] ma mei 16, 2016 10:01 pm
BREATHE RELEASE IT ALL
There’s a light in the sky, there’s a light and its all for you. Don’t, cut us all. Tell me how do you feel, tell me how do you need to hear Are you holding your breath again? --------------------
Gelukkig zijn. Het was iets onwerkelijks. Iets waarvan ze niet meer wist hoe het voelde. Zou ze het gevoel überhaupt herkennen, zou ze het door hebben als ze gelukkig was? Was het voor haar überhaupt nog mogelijk om gelukkig te worden? Na alles wat ze had mee gemaakt, na alles wat ze had gezien? Als kind was ze gelukkig geweest, gelukkig in al haar kinderlijke onschuld en onwetendheid. Destijds had ze zich nog niet gerealiseerd hoe oneerlijk de wereld in elkaar stak; ze had niet geweten dat je leven van het één of het andere moment volledig overhoop gegooid kon worden. Net zo min als ze geweten had wat voor monsters in de wereld huisden en dat zij één van die monsters was. Zacht ging Storm tegen haar in, met een kleine glimlach op zijn lippen. Zwijgend keek ze hem in zijn bruine ogen, niet goed wetend waarom hij vond dat zij meer geluk verdiende dan hij. Zich ergens afvragend of ze gelukkig zou kunnen zijn terwijl hij dat niet was? Hun gevoelens leken zich tot op zekere hoogte met elkaar te hebben verstrengeld. ‘Ik ben mijn hele leven tot acht maanden geleden gelukkig geweest. Jij,’ Storm viel stil, de glimlach gleed van zowel haar lippen als de zijne. Met zijn vingers streek hij kort langs haar wang en ze wist dat hij gelijk had; het was voor haar al veel langer geleden dat ze gelukkig was geweest. Zou Storm door hebben hoe lang het was? Dat haar gelukkig maken, misschien wel een onmogelijke missie was? De liefdevolle glimlach op zijn gezicht deed de glimlach terug keren op haar gezicht. Ja, ze zouden er beide alles aan doen de ander gelukkig te maken, hoe moeilijk dat misschien ook zou zijn. Voor even keek ze hem bezorgd aan, toen hij zijn ogen dicht kneep door de pijn die het gegrinnik met zich mee bracht, maar al snel keek hij haar weer aan met diezelfde glimlach als eerder op zijn gezicht en kon ook zij een glimlachje niet onderdrukken. Zachtjes knikte ze, ja waarschijnlijk zouden ze het alleen met elkaar kunnen. Na alles wat er was gebeurd waren ze er beide achter gekomen dat ze elkaar nodig hadden. Dat ze enkel bij elkaar een bepaalde rust konden vinden, die ze nergens anders konden vinden. Zijlings keek Nadya naar Storm die stil naar het duingras keek en zijn zin onafgemaakt liet. Menselijkheid was voor hen beide iets dat zijn vanzelfsprekendheid verloren had en hoewel zij van Storm wist dat hij zijn menselijkheid enigszins had los gelaten, had hij geen idee hoe reëel die strijd op het moment voor haar was. ’We doen dit niet alleen.’ Nu was het Nadya die haar blik af liet dwalen, die zwijgend naar het duingras keek dat heen en weer wiegden in de wind. Storm deed dit niet alleen, hij had Devon, Katerzyna, Taylor en Dennimae, maar zij? Zij had niemand, alleen hem. Nadya kon zich niet voorstellen dat er iemand was die haar zou willen helpen, al helemaal niet nadat ze Clyde bijna had vermoord. Misschien dat Devon haar zou helpen, als hij haar zou kunnen vergeven dat ze hem alleen had gelaten met de chaos die zij had gecreëerd. Zacht beet ze op haar lip, nog altijd met haar blik voor zich uitgericht in de hoop dat Storm niet door zou hebben dat ze zich niet in zijn woorden vinden kon.
Voor even troffen Nadya’s ogen die van Storm. Hoewel haar woorden tot hem door leken te dringen, leek het niet voldoende. Bleven Lupos en hij voor hem te verbonden, om de acties van de wolf los te kunnen zien van de zijne. Was er een manier om hem er van te overtuigen dat wat Lupos deed op geen enkele manier zijn fout was? In elk geval niet zolang hij er niet zelf voor koos de controle aan hem te geven? Nadya had gezien tot hoe ver Storm bereid was te gaan om Lupos op afstand te houden; ze had zelf bijna zijn hand er afgevroren om hem maar menselijk te houden. De wanhoop in zijn stem was duidelijk hoorbaar toen hij haar vroeg hoe hij hen dan moest beschermen, maar voor ze iets kon zeggen ging hij al weer verder. Zwijgend keek ze naar hem terwijl hij verder sprak. Zag de pijn en de verlorenheid in zijn houding. Zachtjes nam ze zijn hand weer in de zijne, zoals ze de afgelopen dagen al zo vaak had gedaan. “Hoe stom het misschien ook klinkt Storm, het is niet aan jouw om ons te beschermen.” zei ze, terwijl ze met haar blik de zijne probeerde te vangen. “En je kunt er niet voor zorgen dat je ons geen pijn doet door afstand te nemen, juist omdat dat pijn zal doen.” ging ze zachtjes verder. “Lupos heeft Devon dan wel bijna vermoord, maar Devon heeft er zelf voor gekozen om met jouw het bos in te gaan en daarmee wil ik niet zeggen dat het zijn schuld is want dat is het absoluut niet.” Even viel ze stil terwijl ze zocht naar de juiste woorden, woorden die weer eens niet te vinden waren. “Je kunt Devon niet blijven ontwijken om wat Lupos tijdens volle maan gedaan heeft. Jullie zijn beste vrienden en of je het nu wilt of niet, jullie hebben elkaar nodig, juist nu.” zei ze uiteindelijk, waarna ze haar blik af liet dwalen naar de golven die nog altijd gestaag op de kust af kwamen rollen.
Nadya had niet geweten wat voor reactie ze had moeten verwachten van Storm. Woede, angst, afgunst, verwarring. Ook nu vond ze het moeilijk om zijn reactie te pijlen, al kwam dit ook doordat ze zijn blik zorgvuldig vermeed. Zelfs al was hij niet overeind gekomen, zelfs al was hij niet tegen haar gaan schreeuwen, nog altijd was ze bang dat ze afgunst of angst op zijn gezicht zou lezen. Bang dat ze de enige persoon die haar hoop gaf zou verliezen. Tegelijkertijd wist ze dat het misschien beter zou zijn als dit hem af zou schrikken, als hij afstand van haar zou nemen nu hij wist wat ze Clyde had aan gedaan. Want wat als het niet een éénmalig iets was? Wat als het slechts een voorbode was voor wat komen ging? Wat als ze vaker en vaker weg zou glijden in haar oude zelf, tot er geen weg meer terug was? Zou er een moment komen waarop ze iemand aanviel die onschuldig was? Zou er een moment komen waarop ze Storm pijn zou doen of erger nog, zou vermoorden? Huiverig blies ze haar adem uit, terwijl ze haar stormachtig gedachten tot stilte probeerde te manen. Haar hoofd had ze tegen haar knieën laten zakken, haar ogen had ze gesloten. Waarom was het allemaal zo ontzettend tegenstrijdig? Waarom was terug glijden in haar overlevingsmodus zowel geruststellend als angstaanjagend? Waarom wou ze Storm weg duwen, terwijl ze hem tegelijkertijd dicht bij zich wou hebben?
Zijn stem had een zekere hardheid gekregen. Al kon ze aan zijn blik zien dat het niet was omdat hij boos op haar was. Nee, hij wou haar overtuigen van dat het niet haar schuld was zoals zij hem er altijd van probeerde te overtuigen dat het Lupos was die slachtoffers maakte en niet hij. Bij haar volgende woorden kon ze zijn vingers voelen happeren in haar haren. “Hoe kan ik dat niet doen Storm?” Met moeite wist ze zich er toe te zeten haar blik los te maken van de sterren en hem aan te kijken. “Ik wou hem dood hebben. Op dat moment was dat alles wat ik wou.” Haar stem had iets kils, in haar ogen waren voor een moment geen emoties te lezen. “Het was zo makkelijk om weg te glijden in m’n oude zelf. Het was zo vertrouwd..” Het laatste was niet meer dan een zacht gemompel, alvorens ze weer voor zich uit keek. De woede, de haat en de complete rust, het had haar voor een moment rust geboden. Alsof ze voor even helder had kunnen denken, al wist ze dat dat precies was wat ze niet had gedaan. En toch, het was zo veel vanzelfsprekender, zoveel makkelijker dan overspoeld worden door tientallen emoties waarvan ze de helft niet eens begreep. “Wat als dat is wie ik ben? Wat als ik niet echt zoals nu kan zijn?” sprak ze zachtjes de gedachten uit die haar al dagen niet had log gelaten. Haar stem gebroken door emoties waar ze geen raad mee wist.
Storm vertellen over wat ze Clyde had aangedaan, was niet het enige wat ze uit had willen stellen. Ook over de rol die zijn beste vriend er in had gespeeld, had ze hem liever niet verteld. Maar ze wist dat hij het moest weten, dat hij het recht had om te weten dat Devon weer degene was geweest die zich in een strijd had gegooid die niet de zijne was. ‘Wat?’ Zijn stem klonk ijzig en zonder er bij stil te staan dook ze iets in elkaar onder zijn arm. Haar blik sloeg ze neer, terwijl ze onrustig met haar vingers door het zand ging. Heel even dacht ze dat Storm overeind zou krabbelen of tegen haar uit zou vallen, maar dat deed hij niet. Het enige wat hij deed was zachtjes de naam van zijn beste vriend herhalen, alsof hij niet kon geloven dat die zich tussen haar en de docent had gezet. “Ik denk het wel. Ik heb hem er na niet meer gesproken, maar ik geloof dat hij enkel zijn hand gebrand heeft toen hij me vast greep.” antwoorde ze stilletjes op zijn vraag, nog altijd kon ze de moed niet vinden om hem weer aan te kijken. Als het al zo moeilijk was dit tegen Storm te zeggen, hoe zou het dan zijn om Devon weer onder ogen te komen? Zou hij haar kunnen vergeven voor wat ze had gedaan? Zou hij haar kunnen vergeven dat ze hem alleen had achtergelaten, ten midden van de chaos die zij had gecreëerd? Nadya kon Storm naast zich voelen ontspannen, en als vanzelf ontspande ook zij weer iets. Hij was niet boos, hij zou niet weg gaan. Ze konden haar niets doen? Was dat zo, was er echt niets wat ze haar konden doen? Tot nu toe was er nog niemand naar haar toe gekomen om het te hebben over wat ze gedaan. Alleen met Norah had ze kort gesproken over de hele gebeurtenis, maar zoals altijd had Nadya weinig los gelaten en had de vrouw haar niets verweten. Wat zouden ze kunnen doen? Zouden ze haar van het eiland sturen? Vast niet, daarvoor was haar mutatie veel te onvoorspelbaar. Maar wat dan? Zouden ze haar opsluiten? Zou Norah dat toe laten? Was dat überhaupt een manier van straffen die ze op studenten toepasten? Prevelend herhaalde Storm zijn woorden en even wist ze niet wie hij probeerde te overtuigen, haar of zichzelf. ‘Ik wenste dat ik er voor je kon zijn.’ Nadya keek Storm weer aan, zijn blik dof en vermoeid, de hare gebroken. “Dat ben je ook, nu.” zei ze zachtjes. “Gewoon door bij me te zijn.” Met enige moeite wist ze een mistroostig glimlachje op haar lippen te toveren, waarna haar hoofd tegen zijn schouder liet zakken. Het was zo, bij Storm zijn hielp. Luisteren naar zijn regelmatige ademhaling, zijn arm rond haar schouders, het bracht een klein beetje rust in haar hoofd.