Onderwerp: Ghost from the past. [Devon] zo apr 03, 2016 7:38 pm
.Always live before you die.
Storm duwde zich af op zijn voeten zodat de stoel op de twee achterste poten bleef balanceren. Hij draaide zijn gsm rond in zijn handen, die typische kleine glimlach op zijn lippen terwijl zijn blik de bibliotheek rond ging. De enige reden dat hij hier zat was omdat hij teveel werk had in te halen door zijn volle maand afwezigheid. En dat kon hij niet op zijn kamer met Devon in de buurt, of Kat die met eten kwam binnen gevallen, of al het andere gezelschap die hun weg met gemak naar de twee jongens hun kamer vonden. Niet dat hij klaagde, hij hield van al het bezoek maar Storm was nu eenmaal ook iemand die het goed wilde doen qua schoolwerk. Hij was uit Londen weg gegaan met geweldige cijfers en hij was niet van plan zijn ouders nog verder teleur te stellen dan hij al had gedaan. Hij viste een brief uit zijn schoudertas en vouwde hem open, het antwoord terug van Camille, wat begon met een hoop gevloek zoals hij had verwacht en eindigde met een “we missen je”. Hij had het nog niemand laten zien, er ook nog niet over gesproken maar het was een begin, zijn eerste contact met het thuisfront was gelegd. En ondanks dat hij opgelucht was, bleef het allemaal een beetje aan hem knagen.
Hij schrok weer op door zijn gsm en de glimlach kwam gelijk weer terug op zijn gezicht. ‘Je doet het geweldig Garnet.’ Prevelde hij hoofdschuddend tegen zichzelf. Zelf als hij in de bibliotheek was wist zijn kamergenoot hem af te leiden. En dat ging niet over één berichtje, dat ging om een hele kettingreactie ervan. Voor Storm het goed en wel besefte was hij aan het sms’en in plaats van aan het studeren. En iedere reactie van Devon was bijna beter dan de eerste. Storm keek kort op van zijn scherm toen hij de vrouw van achter de balie streng zag kijken, hij liet zich keurig weer op vier poten zakken. Zijn blik werd getrokken door een klein jongetje dat naast een docent mee wandelde. Over kleine kinderen gesproken, Storm richtte zijn aandacht terug op de gsm en begon te typen. Hij had gisterenavond Kylie leren kennen en dat terwijl ze dagen eerder Devon had gezien … en zijn beste vriend had niets gezegd. Net als hij vrij weinig zei over waar hij vandaan kwam. Storm dacht in eerste instantie dat het zijn zaken niet waren maar dan anderzijds … hij was de weerwolf waar iedereen voor moest opdraaien en als er iemand hem echt van binnen naar buiten kende dan was het Devon wel. Dus waarom zou Storm niet hetzelfde mogen terug doen?
Hij raapte zijn spullen samen en trok zijn schoudertas over zijn schouder, verliet de bibliotheek met een kort knikje naar de strenge balievrouw alvorens hij het gebouw verliet. Zijn neus zei hem gelijk waar Devon zich precies bevond, eten en drinken gaan halen. Storm liep het slaapgebouw binnen en rende met twee treden tegelijk naar boven. Hij stak de sleutel in de deur en liet zijn kamerdeur op een kiertje, Devon zou er toch straks zijn. Hij legde alles neer op zijn bureaustoel en viste een trui van de grond … hij bekeek het kort eens kort tot hij tot de conclusie kwam dat het die van Kat was en keek dan opzij naar Devon. ‘Slechte punten Devon Garnet.’ Greens hij terwijl hij over de schouder van Devon keek naar wat er ter aanbieding was om te eten. ‘Welke les was het trouwens?’ Ondertussen zouden de docenten hem wel al kennen, Storm vroeg zich sterk af of er nog geen les was waar Devon niet was buiten gezet, of ja, de lessen die ze samen hadden en dat waren er niet zo heel veel. Hij trok zijn schoenen uit en duwde zijn bureaustoel naar het bed van Devon. Het typische beeld van een doodnormale StormOn dag, Devon op zijn bed en Storm op zijn bureaustoel nabij het bed …
Onderwerp: Re: Ghost from the past. [Devon] ma apr 04, 2016 2:26 pm
Devon
You know I’m smart. I spin you round like a knot. I know the pieces of your heart. Sometimes it’s fun, to pull your strings one by one. Until I get you onto one.
Nee, Agnessie was niet blij geweest met het -voor de zoveelste keer- zien van het hoofd van Devon die aan haar balie verscheen. De jongen had weer wind van voren gekregen, een hele afrateling van woorden waar hij ondertussen bijna de volgorde van kende. Altijd zat er zijn achternaam in, iets met het feit dat het ‘echt de laatste keer moest zijn’ en dat hij zijn naam ergens op een of ander papier moest noteren. Nog altijd vroeg hij zich af waar dat papier überhaupt naartoe ging, want ondanks dat hij al een heel aantal keren bij Agnessie was gepasseerd, had hij er nooit iets van gehoord. Op een slenterige pas liep hij doorheen de gangen van het schoolgebouw in de hoop om iets of iemand interessant tegen te komen. Maar tevergeefs. Zijn hand vond al snel zijn weg naar zijn broekzak waar hij dan ook onmiddellijk zijn gsm tevoorschijn toverde en een schets doorstuurde naar Hal van wat er gebeurd was. Ergens hoopte hij dat zijn beste vriend voor één keer wel zijn gsm op zak had en onmiddellijk terugstuurde, want anders zou deze dag nog wel eens een heleboel verveling met zich mee kunnen brengen. De trilling die de gsm naar zijn hand doorstuurde deed een grijns op zijn gezicht verschijnen en Devon leunde even nonchalant met zijn rug tegen de muur om te kunnen antwoorden. Hij kon de blik op Hal’s gezicht zo voor hem halen.
Nog steeds liep hij het Beren-lied te neuriën, zelfs zijn passen waren een beetje ritmisch en hier en daar boog hij door een knie om op en neer te veren zoals ook Balou dat deed. Devon was oprecht nieuwsgierig naar de persoon die Hal gisteren in het bos ontmoet had. A ghost from the past had hij hem genoemd. Onmiddellijk was zijn fantasie de hoogte ingeschoten en was hij beginnen nadenken. Het was niet ‘wat hij dacht dat het was’, wat erop duidde dat het al geen vrouwelijk schoon kon zijn. ’A ghost from the past.’ fluisterde hij tegen zichzelf en schoof aan aan het buffet in de cafetaria. Onwillekeurig gingen zijn gedachten uit naar Charles Xavier, een heel belangrijk persoon in de mutantenwereld.. Wat was hij zichzelf toch aan het voorhouden? Devon nam een iets diepere, porseleinen kom in plaats van een plat bord, sloeg onmiddellijk het deel met groenten over en ging onmiddellijk naar de kant waar het vlees was. Met een tang haalde hij gefrituurde kippenvleugeltjes uit de bain marie en deed er een stuk of twintig in de kom die hij vasthad. Nummertje éénentwintig stak hij tussen zijn tanden en knabbelde het botje helemaal kaal op zijn weg naar hun kamer.
De geur van kip vulde de gangen, samen met het geluid van zijn voetstappen. ’Slechte punten Devon Garnet.’ kreeg hij als begroeting en Devon beantwoorde die met een brede grijns en dumpte zijn rugzak langs zijn bed. ’We kunnen niet allemaal zo voorbeeldig zijn als jou.’ was zijn typische antwoord en hij plaatste de kom met kippenvleugels op de bureau van Storm, recht op de hoop papieren die daar lag. Het was wel duidelijk dat Devon niét van plan was om nog iets te doen voor school vandaag. ’Cadeautje van Kat?’ vroeg hij met een uitdagende wenkbrauwwiebel toen hij de geur van Kat rook in de trui die Hal vast had. Hij trapte ondertussen zijn schoenen nonchalant uit en schopte ze naar de hoek van de kamer, samen met de rest van zijn kleren die nog in de vuile was moesten. Iemand anders had zijn kamergenoot waarschijnlijk uitgevraagd over wat rondslingerende kledij van meisjes in hun kamer deed, maar bij StormOn was dat de normaalste zaak van de wereld. ’Welke les was het trouwens?’ Devon zijn bed piepte protesterend onder zijn gewicht toen de jongen zich er met gespreide armen op liet vallen. Hij greep naar een kussen en stak het onder zijn hoofd, keek vanuit die positie naar Hal die zich op zijn bureaustoel neerzette. ’Ehhhhmm.’ begon hij en kneep nadenkend een oog dicht. Dat zei al voldoende.. ’Biologie!’ zei hij toen en glimlachte breed, alsof het een overwinning was om op die vraag te kunnen antwoorden. ’Het ging over de fauna en flora op Genosha, dat die met der tijd aangepast is omdat er zoveel shapeshifters zijn hier. Ofzoiets.. En toen maakte ze een opsommingslijst van wat er allemaal in de bossen zat, en kwam natuurlijk het woordje ‘beer’ ook aan bod.’ Hij vloekte binnensmonds. Het liedje was eindelijk uit zijn hoofd, en nu zat het er opnieuw in. ’Zie, je bent always on my mind he.’ hij wierp er een venijnige blik achterna en tastte al grijnzend naar nog een kippenvleugel.
Onderwerp: Re: Ghost from the past. [Devon] ma apr 04, 2016 8:30 pm
.Always live before you die.
Storm was er zeker van dat hij Devon wel wat stof tot nadenken had gegeven met zijn laatste berichtje. Hij had geen idee of Devon er achter zou komen dat ze het hier eigenlijk over Kylie hadden maar dat zou hij dan wel gelijk merken als Devon door de deur naar binnen zou komen. Hij had geen idee hoe dit zou lopen, grotendeels omdat Devon het altijd wel heel erg goed kon uitleggen uitgezonderd als het over zichzelf ging. Terwijl Storm naar hun kamer wandelde probeerde hij een echt moment te bedenken dat Devon iets recht vanuit het hart had gezegd over zijn verleden. Er was enkel die drie weken na zijn volle maan, in het bos, het was niet over het verleden maar alles wat Devon toen had gezegd had gebroken geklonken, had pijnlijk geleken door zijn ogen. Toen hij hun kamerdeur open duwde gleden zijn ogen gelijk naar de muur aan Devon’s bed, naar al de posters met landschappen. Hij had daar even gestaan en zichzelf afvraagt wie zijn schuld het zou zijn dat ze in dit gesprek terecht zouden komen. Storm omdat hij het zo lastig had met zichzelf dat hij er niet bij stil had gestaan dat zijn beste vriend ook een verleden had of Devon omdat hij Storm niet genoeg in vertrouwen nam om erover te beginnen. Storm stak alles graag op zichzelf en hij voelde het schuldgevoel al prikken. Geweldig.
De geur van kippenvleugeltjes en groenten was te snel te dichtbij dus richtte Storm zich op iets helemaal anders, de trui van Kat was een welgekomen afleiding. Niet enkel omdat het een trui was die slordig in zijn deel van de kamer lag maar ook nog eens omdat hij van Kat was en dat bracht altijd die onweerstaanbare glimlach op zijn lippen. Hij keek opzij naar Devon en de bijhorende woorden. ‘Er moet één van de twee op zen minst zijn verstand erbij houden.’ Tikte Storm kort tegen zijn voorhoofd terwijl hij een snelle blik naar Devon’s bureau richtte. Ja, mochten ze zich beide zo laten gaan dan zouden ze het beide niet halen. Storm hield zijn hoofd erbij en kreeg ook Devon ook altijd door alle testen en de bergen huiswerk heen. Maar het was iets dat hij met veel plezier deed, zeker als je besefte wat Devon niet wel deed voor Storm. Bij de vraag keek Storm terug naar de trui en hij schudde langzaam zijn hoofd terwijl hij de trui op zijn bed gooide. ‘Achter gelaten. Expres hoogst waarschijnlijk, zo heeft ze een reden om terug te komen.’ Niet dat Kat echt een reden had om terug te komen. Hij gaf Devon een kort alleszeggende blik, ja ze wisten beide maar al te goed hoe de dames hier waren in hun bijzijn.
Hij duwde zijn bureaustoel naar het bed van Devon en ging zitten, legde zijn voeten op het bed en reikte naar één van de kippenvleugeltjes. Storm was een gigantische grote eter, en vooral vleeseter, geworden sinds hij weerwolf werd. Maar daar was Devon ruimschoots op voorzien. Er lag een amusante glimlach op zijn lippen toen hij Devon zo hard zag nadenken over het vak. Oh God, zei dat niet al alles? Uiteindelijk kwam het eruit, Biologie. Storm fronste zijn wenkbrauwen en luisterde naar wat Devon zich nog kon herinneren over de les. Hij grinnikte zacht toen ze bij het einde kwamen, het einde waarbij het liedje in zijn hoofd kwam te zitten. ‘En dan was de rest van de les blanco tot je die prop papier tegen je hoofd kreeg.’ Vulde hij het verhaal aan. Niet dat Devon nog zou opletten als hij dat liedje zat te neuriën. ‘Dus eigenlijk ben je door mij de klas uit gezet,’ hij zweeg en keek Devon met een halve grijns aan. ‘Dus het is mijn schuld, is dat wat je wil zeggen?’ Hij wiebelde kort eens met zijn wenkbrauwen, alsof Devon ooit kwaad zou kunnen zijn om zoiets, hij was waarschijnlijk blij geweest dat hij de klas werd uitgezet …
Onderwerp: Re: Ghost from the past. [Devon] wo apr 06, 2016 11:40 am
Devon
You know I’m smart. I spin you round like a knot. I know the pieces of your heart. Sometimes it’s fun, to pull your strings one by one. Until I get you onto one.
Kippenvleugeltjes, Storm Hall en zijn bed, wat had hij nog meer nodig op een dag als deze? In de ochtend was het weer een heel gevecht geweest tussen zijn ogen en de wekker, dus Devon was maar al te blij om zijn zachte matras weer onder zijn rug te voelen. Hij wierp een blik naar Hal die zich op zijn bureaustoel liet zakken en bedacht zich dat hij zoveel aan hem te danken had. Als het niet van zijn kamergenoot afhing, ging Devon naar geen énkele les en kwamen zijn opdrachten ook niet in orde. Om nog maar te zwijgen van hoe zijn testen dan zouden verlopen. Maar op de een of andere manier kreeg zijn kamergenoot het elke keer opnieuw klaargespeeld, om Devon met zijn hakken over de sloot te helpen en ervoor te zorgen dat hij niet een jaar lager moest zakken of dergelijke. Niet dat hij daar wél zou participeren. De capaciteiten waren er, enkel de motivatie ontbrak. Maar daar had hij Storm voor, gelukkig maar. Als hij hem had gekend tijdens zijn periode voor Genosha, had het wel eens allemaal heel anders kunnen lopen. ‘Er moet één van de twee op zen minst zijn verstand erbij houden.’ Devon rolde breed grijnzend met zijn ogen en trok met zijn tanden een stuk kip van het botje af. ’Hmhhhh, ’t is al goed jij!’ Zei hij en keek Hal op een lachwekkende manier vanuit zijn ooghoeken aan. Hal gooide de trui van Kat op zijn bed en Devon luisterde naar zijn opmerking. ’Net alsof Kat die trui nodig heeft als reden.’ vulde hij hem lachend aan en nam nog een hap. ’Ik beging dadl’k nog te twijfel..en of het misschien..’ hij slikte de kip door ’..niet gewoon jij was die de trui wilde bijhouden.’ Hij wierp het botje in zijn prullenmand en schonk Hal diezelfde blik terug. Devon was hem aan het plagen, maar ze wisten beide wel beter. Het aanbod hier op school was zo groot dat het op sommige momenten gewoon een overrompeling was. In zijn vroegere uitgangsleven zag hij de meisjes slechts één nacht, maar hier, hier bleven ze altijd in de buurt. En de meeste kwamen ook terug, wat enkel maar positieve dingen betekende voor StormOn natuurlijk.
Het was grappig om aan te zien hoe het voor een keer Hal was die naar Devon moest luisteren om te weten te komen over wat de les was geweest. Biologie dus. Hal had redelijk wat achterstand, maar gelukkig waren ze op school flexibel met wanneer je lessen opnam en ze ging volgen, zolang je het maar dééd, en niet zoals Devon altijd in je bed bleef liggen. De laatste tijd hadden de twee samen niet vaak meer in de klas gezeten, wat voor Devon ook wel een factor was geweest om minder aanwezig te zijn. ’En dan was de rest van de les blanco tot je die prop papier tegen je hoofd kreeg?’ Devon trok zijn mondhoeken omlaag en stak zijn handen onschuldig in de lucht. ’Exactely.’ Hij keek naar het gezicht van Storm en kon haast zien hoe zijn hersenen er een soort van verband mee begonnen te leggen. Zijn eerste opmerking deed hem lachen en hij nam nog een stukje kip. ’Dus het is mijn schuld, is dat wat je wil zeggen?’ Devon klemde het botje met vlees tussen zijn tanden en lachte. Zijn hoofd kantelde hij wat omhoog. ’Inndermdaad.’ grinnikte hij tussen het kauwen door en drukte zich wat rechter in het bed. ’Allemaal uw fout Hall. Dacht ik eens een voorbeeldige student te zijn, komt dat verdomde berenlied weer in mijn hoofd.’ Devon stak zijn vinger in de lucht, alsof er een denkbeeldig lampje boven zijn hoofd zou verschijnen. ’Ik heb wel aantekeningen genomen!’ Het kwam er enthousiaster uit als bedoeld en hij dook haast naar zijn rugzak die aan het uiteinde van zijn bed stond. Hij trok er een redelijk versleten kladblok uit, zo eentje waar er allemaal scheuren en kreuken in het voorblad zaten. De hoeken waren ook niet meer echt hoeken te noemen.. ’Hier.’ zei hij terwijl hij de kladblok naar hem toewierp. Het zag er als volgt uit.
Biologie
Devon Garnet
Devon moest al lachen toen Hal het voorblad opensloeg, benieuwd naar zijn reactie op de informatierijke aantekeningen die hij had genomen.
Onderwerp: Re: Ghost from the past. [Devon] wo apr 06, 2016 7:39 pm
.Always live before you die.
Kippenvleugeltjes, Devon Garnet en zijn bureaustoel … er waren weinig redenen waarom Storm tegenwoordig nog binnen te vinden was maar dit was er eentje van. En ondanks dat het nog vroeg in op de dag was konden ze dit gerust tot een stuk in de nacht volhouden. Ze hadden beide de slaap niet nodig, althans dat beweerden ze beide. Storm was een stuk slechter gaan slapen sinds hij weerwolf was geworden en nog een stuk slechter na die ene volle maan. Ze gaven het elkaar niet toe, Storm zei ook niets meer over de nachtmerries maar ergens hield het hen beide wel nog een beetje bezig. Dus ze bleven zo lang mogelijk op, tot het haast ondragelijk was, misschien ook één van de redenen waarom Devon de meeste lessen in de voormiddag mistte simpelweg omdat hij nog in zijn bed lag. Maar het lukte hen gewoon iedere keer, zonder vragen stellen, zonder woorden, ze speelden op elkaar in en trokken elkaar er zowel fysiek als mentaal doorheen. Storm zorgde dat Devon niet zakte voor zijn lessen en Devon zorgde ervoor dat Storm niet zou gaan transformeren buiten volle maan. Hij was niet nog maar drie maanden en het leek al alsof hij Devon jaren kende, zo gemakkelijk was het om bij hem te zijn, zo bevrijdend en goed.
Dat er een opmerking zou komen over de trui van Kat had hij al van mijlenver zien aankomen. ‘Feit.’ Stemde hij in op dat eerste. Kat kwam overal langs zonder pardon, meestal nog me eten of iets van drank dus de jongens konden op zich echt niet gaan klagen. En Storm zou nooit klagen over Kat, zeker omdat ze veel meer bedekende dan hun oppervlakkige relatie liet blijven. Toen Devon half etend verder ging richtte Storm zich naar de vuilbak en mikte het botje erin terwijl hij zachtjes lachte om wat zijn beste vriend zei. Zijn blik gleed in een kort moment opzij naar de trui. ‘Misschien wel.’ Meer zei hij niet. Hij kreeg dié blik van Devon en hij schudde zachtjes lachend zijn hoofd. Het was wel overduidelijk, Kat stak met kop en schouders boven de andere dames uit, Nadya niet meegerekend. ‘Ik ben zeker dat jij hier ook ergens een halve dameskleedkast hebt liggen.’ Hij keek zoekend rond maar de meeste van Devon zijn kleren lagen in de hoek, buiten zijn gezichtsbereik. Uiteindelijk gaf hij het op, ze hadden hun score op een papiertje aan de deur hangen en dat ging de goede kant uit voor beide en niemand die erover klaagde dus er waren geen problemen.
Het was duidelijk dat vandaag alles Hall zijn schuld was. De trui van Kat die hier nog lag was zijn schuld, het feit dat hij de les werd uitgezet was zijn schuld, wat noch meer. Storm reikte naar voor en nam nog een kippenvleugeltje en zette er zijn tanden in terwijl hij luisterde naar de “voorbeeldige” woorden van zijn beste vriend. ‘Ik kan er niet aan doen dat jij toevallig een beer bent en ik daaraan moet denken als ik jou zie. Trouwens, ik heb het in dagen niet meer luidop gezongen, wees blij.’ Zo, nu was Devon de schuldige, hij moest maar geen gigantische berenmutatie hebben. Toen hij opmerkte dat hij notities had genomen gingen Storm zijn wenkbrauwen verbaast naar boven. ‘Voel jij je wel lekker vandaag?’ Vroeg Storm terwijl hij met één hand de kladblok tegen zijn borst ving. Hij stak het kippenvleugeltje tussen zijn tanden en sloeg het voorblad om, het liet enkele vettige sporen achter maar niet dat het Devon ooit zou kunnen schelen, hij gebruikte de blok amper. Hij staarde voor een kort moment serieus naar de tekening van de beer. ‘Wel,’ hij zweeg en hield het op, vergeleek de tekening met Devon. ‘Je tekentalenten zijn wel accuraat.’ Merkte hij goedkeurend op. ‘Ik ben in ieder geval wel blij dat je iets van de les onthouden hebt. Hopelijk word dit een examenvraag.’ Greens Storm geamuseerd. Hij staarde hoofdschuddend naar de beer op de kladblok en wierp het terug richting Devon. ‘Ik heb gisteren een kleinere versie van dat in het bos ontmoet.’ Wees hij naar de kladblok. Zijn ogen gingen taxerend naar Devon terwijl hij nonchalant het kippenvleugeltje tot op het bot leeg knabbelde. ‘Kylie Roberts.’ Hij gooide het botje weg en keek terug naar Devon. ‘Klein meisje, roodachtige krullen, altijd heel veel te vertellen.’ Alsof hij een beschrijving moest geven, Devon wist dondersgoed over wie ze het hier hadden. En hij was benieuwd wat voor reactie Devon daarop zou hebben, voor een keer waren de rollen gedraaid …
Onderwerp: Re: Ghost from the past. [Devon] do apr 07, 2016 4:06 pm
Devon
You know I’m smart. I spin you round like a knot. I know the pieces of your heart. Sometimes it’s fun, to pull your strings one by one. Until I get you onto one.
Ahhhh, het was zalig om nog eens een normaal moment samen met Hall op hun kamer te hebben. Als je Devon zag en hoorde doen in de gangen of in de lessen, kwam hij over als iemand die altijd in het gezelschap van anderen wilden vertoeven, altijd overal het grappige van inzag en iemand die uit was op kattenkwaad. Maar momenten zoals déze, dat waren de momenten die hem het nauwst aan zijn hart lagen. Hij had sinds kort zijn ogen geopend, beseft dat de band die hij en Hall hadden zoveel sterker, zoveel belangrijker was als alle meisjes die hier al in hun kamer gepasseerd waren. Dit was voor altijd, letterlijk. De verhalen die hij buiten de lessen beleefden werden altijd terug aangehaald in hun kamer, alsof hun kamer het boek was waar de hoofdstukken zowel door Hall, door Devon als zowel samen verzameld werden. Sinds hetgeen ze hadden meegemaakt was Devon er meer van beginnen genieten, omdat hij met zijn beide voeten op de grond was gezet en had ingezien dat het sneller als je zelf dacht, afgelopen kon zijn. Het was een enorm ingewikkelde situatie en buitenstaanders die het verhaal gehoord hadden verklaarden hem haast zot dat hij nog steeds de beste vriend van Hall was. Maar ze wisten niet waarvan ze spraken, ze wisten niets van de band die zij twee hadden en ze wisten nog minder af van de manier waarop Lupos het letterlijk van Storm overnam. Hall sprak altijd over Lupos alsof hij hém was, maar Devon zou het nooit op die manier zien. Het was ook daarom dat hij zo gemakkelijk de lijn kon trekken tussen hen twee. Hij was Lupos echt als een indringer gaan zien, en alsof het een soort van instinct was voelde hij een ongelooflijke drang om Hall er tegen te beschermen. Al was het maar door samen met hem kippenvleugeltjes te eten en te zeveren over de dingen die ze die dag meegemaakt hadden. Zolang hij een glimlach op het gezicht van zijn broer zag, was het voor hem goed, ongeacht de dingen waar hij zelf doorheen had moeten gaan, of misschien in de toekomst nog wel doorheen moést gaan. Ze werden niet voor niets StormOn genoemd. Even when the storm rages, we keep going on. Devon schoot in de lach van Storm zijn opmerking. ’Ergens…’ zei hij met geamuseerde spleetoogjes.
Maar dus inderdaad: Hall was dé schuldige van de dag, dé schuldige die ervoor har gezorgd dat Devon uit de klas gezet was ondanks dat hij nog niet eens in de buurt was geweest. Je moest het maar kunnen, maar toch was hij erin geslaagd. ‘Ik kan er niet aan doen dat jij toevallig een beer bent en ik daaraan moet denken als ik jou zie. Trouwens, ik heb het in dagen niet meer luidop gezongen, wees blij.’ Devon zijn wenkbrauwen schoten al lachend de lucht in. ’Ja en ik kan daar wel iets aan doen of wat?’ Hij hief zijn armen opnieuw onschuldig in de lucht. ’Moeder natuur had beter een konijn ofzo van me gemaakt, dan had ik niet met die liedjes van u opgescheept gezeten.’ En toen zag hij het voor zich.. ’Dan zat ik hier nu wel op wortelen te knagen in plaats van op kippenvleugels..’ Hij zag het al zo voor zich, een gigantisch konijn dat doorheen de bossen van Genosha huppelde.. Nee, dat zou niet oké zijn. Tevreden zette hij zijn tanden opnieuw in een stuk vlees. Hij was blij dat hij een Ursus was, en ja..die liedjes moest hij er maar bij nemen zeker? Toen schoot hem zijn kladblok te binnen en hij wierp hem naar Hal, die hem met zijn lekker vettige vingers opensloeg, maar inderdaad: Niet dat Devon daar veel om gaf. ’Voel jij je wel lekker vandaag?’ Devon rolde met zijn ogen. ’Ik ben toch altijd lekker, wat zeg jij nu?’ wierp hij hem plagend terug en zette zicht wat rechter in zijn bed. ’Maar inderdaad, als dát een examenvraag wordt heb ik sowieso maximum.’ Devon wierp het botje in de prullenbak en balde zijn beide handen triomfantelijk tot vuisten, alsof hij zonet al een 10/10 had gekregen. Hij ving op zijn beurt de kladblok weer op en keek zelf ook nog eens met een scheve grijns naar zijn tekening. Maar die grijns verdween al snel toen Hall het volgende zei: ’Ik heb gisteren een kleinere versie van dat in het bos ontmoet.’ Devon klemde zijn kaken op elkaar en keek Storm in eerste instantie op een niet-begrijpende manier aan. ’Een kleine beer?’ vroeg hij aarzelend, alsof hij het al voelde aankomen. ’Kylie Roberts.’ Onmiddellijk trok hij wat bleek weg en trok zijn voorhoofd volledig glad. De nonchalance waarmee Storm rustig verder knabbelde op het botje maakte hem ergens ongemakkelijk. Zijn honger was in ieder geval volledig omgeslagen en voor een moment dacht hij dat zijn slokdarm de omgekeerde kant op ging werken. Hij slikte, probeerde de vieze smaak in zijn mond weg te krijgen. ’Klein meisje, roodachtige krullen, altijd heel veel te vertellen.’ Ergens had hij gehoopt dat het een andere Kylie Roberts was, een ander meisje dat misschien héél toevallig ook kon shapeshiften naar elk dier dat ze wilde, maar nee. De beschrijving die Hall erbij gaf maakte hem licht in zijn hoofd. Hoé kon het, dat op zo een groot eiland die twee elkaar zouden tegenkomen én daarnaast ook nog eens tegen elkaar zouden praten over.. Over Devon? ’Ehm ja..’ zei hij met een zure, ongemakkelijke grijns op zijn lippen. Zijn ogen lachten in ieder geval niet mee. Hoe blij hij ook geweest was om Kylie terug te zien, elke keer deed ze hem denken aan de dingen die er in zijn verleden gebeurd waren en maakte ze de herinneringen haast tastbaar. Het verdriet, het schuldgevoel, de spijt. ’Wel dat is toevallig.’ bromde hij ongemakkelijk tussen zijn lippen door en probeerde aan de blik van Hall te ontsnappen. Devon had zich beter normaal gehouden, gedaan alsof er niets aan de hand was en simpelweg open verteld over het meisje. Maar de gevoelens die het opriep, het waren dingen die hij nog steeds niet verwerkt had en een plaats had gegeven waardoor zijn lichaam in een soort van protest kwam. Voor één keer hoopte hij dat er nog een les was waar hij naartoe moest. En wel nu.
Onderwerp: Re: Ghost from the past. [Devon] do apr 07, 2016 8:12 pm
.Always live before you die.
Nu Devon begonnen was kon Storm er eigenlijk niet aan doen dat hij het in zijn hoofd opnieuw zong en als hij zijn ogen zou sluiten dan zou het zo een scene kunnen zijn vanuit Londen, waarin hij probeerde te studeren en hij zijn broertje van beneden af hoorde mee zingen met het liedje. Storm kende alle Disneyfilms en hun bekendste liedjes. Het was niet dat hij ervoor gekozen had maar dat waren de offers die je moest brengen als je een tien jaar jongere broer in de buurt had lopen. Storm was haast zeker dat Devon het helemaal zou krijgen, van teveel liedjes als deze maar Storm was het gewoon dus dat het nu in zijn hoofd zat deed hem onrechtstreeks terug aan zijn broertje denken thuis in Londen en dat maakte alles verder perfect. En was het niet Levi die naar een goede oude Disneyfilm wilde kijken dan was het wel Camille en hij had het er vaak moeilijk mee om tegen één van de twee nee te zeggen. Dus het deuntje zat er terwijl hij zijn kippenvleugeltje leeg knaagde en het botje in de vuilbak mikte.
Toen hij begon over het konijn moest Storm luidop lachen, hij leunde achteruit in zijn stoel en schudde lachend zijn hoofd. ‘Ben je zeker dat ik daar geen gepast liedje op weet?’ Kaatste hij uitdagende de vraag terug. Storm was zeker dat Devon daar het antwoord niet op wilde weten. Hij boog naar voor en prutste een klein wortelreepje van tussen de groenten waar ze beide nog niet waren aangekomen. ‘Hier start daar al mee.’ Hij mikte het wortelreepje naar Devon zijn mond. ‘Je zou zo’n schattig wit konijntje zijn in de winter. Met een pluizig staartje,’ hij maakte de beschrijving van een standaard schattig huiskonijn niet af omdat het idee hem nog steeds luidop liet lachen. ‘Ik zie het zo levendig voor me.’ Hij probeerde zich terug serieus te houden maar de glimlach brak gelijk weer open op zijn gezicht. ‘Ik zie je al voor Agnessie staan als ze vraagt wat je mutatie is,’ hij zweeg even en probeerde zijn Brits accent achterwege te laten en de stem van Devon na te bootsen. ‘Ik ben een shapeshifter, een wit konijn met extra sterke tanden.’ Storm verborg zijn hoofd kort in zijn handen en zuchtte dramatisch geamuseerd. ‘Zelf Agnessie zou beginnen lachen.’ Ging hij gelijk verder. Ja, het levendige beeld maakte dit alles perfect. Storm liet de kippenvleugeltjes voor een moment links omdat hij teveel plezier had met het idee. Je kon het hem niet ontnemen, het was al even geleden dat Storm nog eens gelachen had om zoiets banaals.
Toen hij min of meer was bijgedraaide richtte hij zich terug op een kippenvleugeltje en de kladblok van Devon. ‘Je voelt je nooit lekker genoeg om notities te maken bij de les,’ corrigeerde Storm zijn woorden. ‘maar ik neem mijn woorden terug dit,’ hij wees zijn kippenvleugeltje naar de schets van de grote beer. Op papier leek dat klein maar Storm wist hoe groot de Ursus was, net als hij Nadya nog niet echt als draak had gezien, had hij ook Devon nog niet als Ursus gezien, hij kreeg enkel vage beelden van Lupos door en dat zei genoeg. Dit beertje was niets in vergelijking met de beer waar Lupos het had tegenop moeten nemen. ‘Sowieso!’ Benadrukte Storm. Dikke tien op tien voor Devon als dit op het examens kwam te staan.
Storm had een zeker gemak gevonden om tegen Devon te praten als het ging over Lupos, als het ging over wat zijn leven binnenin kapot maakte maar dat was duidelijk niet wederzijds. Want van zodra hij begon over de kleine beer veranderde alles aan Devon. Storm kende hem, maar zijn zintuigen waren ook ingesteld op de kleine veranderingen van zijn vriend, van een verhoogde hartslag naar het geslik van speeksel door zijn slokdarm. Storm probeerde zijn normale zelf te zijn, zodat Devon dat ook kon zijn maar het was duidelijk dat de naam Kylie Roberts meer deed dan wat hij had verwacht. Toen Devon geforceerd begon te praten keek Storm hem met samengeknepen ogen afwachtend aan. Hij trok zich niet terug om met een weerwolf te vechten maar hij deed dat duidelijk wel voor een naam, een kind? Moest Storm zich zorgen beginnen maken? Hij zette zijn voeten op de rand van het bed en boog voorover, liet zijn armen op zijn knieën rusten en keek Devon onderzoekend aan. ‘Er is zo onmenselijk veel gebeurd sinds ze we hier zijn dat ik er nooit bij heb stilstaan. Dat ik er zelf nooit op zou letten, zelf als je nu over haar zou beginnen met die grijns van oor tot oor maar,’ hij zweeg en leunde terug achteruit in zijn stoel. Had hij Devon ooit al eens zien terugtrekken voor iets? Zien aarzelen? Nee, niet voor die ene volle maan in ieder geval. ‘dat doe je niet. Je aarzelt niet om me te volgen het bos in bij een volle maan maar je aarzelt wel als ik begin over Kylie …’ zijn stem dreef weg. Hij schudde zachtjes zijn hoofd, zijn blik werd minder onderzoekend, meer ontspannen. ‘Je weet dat je me niets hoeft te verantwoorden, niets hoeft te beantwoorden als je niet wil. Maar ik ben je vriend en weet dat ik er voor je ben.’ Hij zweeg en zocht naar Devon zijn blik. ‘Je doet meer dan je je kunt voorstellen voor mij.’ Hij ging er niet op verder. Nee, hij zou Devon niet dwingen om dingen te zeggen die hij niet wilde zeggen. En als hij er niets over zei dan zou Storm daarmee kunnen leven ondanks alles wat hij al had opgebiecht aan Devon. Storm was altijd sereen en super kalm als het op zo’n dingen aan kwam, Devon had zich nergens zorgen over te maken …
Onderwerp: Re: Ghost from the past. [Devon] vr apr 08, 2016 12:19 am
Devon
You know I’m smart. I spin you round like a knot. I know the pieces of your heart. Sometimes it’s fun, to pull your strings one by one. Until I get you onto one.
Waar. Was. Hij. Over. Begonnen? Konijntjes Devon, for real? Hij klemde zijn kaken met en ingehouden grijns op elkaar en toverde een lachwekkende, duistere blik op zijn gezicht. Natúurlijk zou Hall een liedje vinden voor een konijn, daar was hij zich wel van bewust. ’Waag het!’ wierp Devon hem met een ingehouden lach toe en wees met een afgeknabbeld botje naar hem. ’Hier, start daar al mee.’ Devon keek naar beneden, toen er iets oranje tegen zijn wang op botste en vervolgens op zijn t-shirt viel. ’Serieus?’ lachte hij breed en griste het worteltje van zijn t-shirt af om het vervolgens weer terug te gooien naar Hall, gevolgd door ook het botje van de kip. ’Ik zal jou seffens die wortel eens laten opeten..’ greens hij zijn beste vriend toe en fronste zijn wenkbrauwen geamuseerd. ’..via je neus!’ Een klein, schattig, wit konijntje met extra sterke tanden. Als iemand dacht dat Devon zijn fantasie al groot was, dan hadden ze Hall nog niet ontmoet. Zijn lach werkte aanstekelijk en voor Devon het goed en wel besefte lag hij met zijn hoofd achterover geslagen en zijn hand op zijn onderbuik. Het beeld van Agnessie die al grijnzend met haar kraaloogjes over haar brilletje heen keek als Devon die mutatie zou vernoemen, nee, dat beeld maakte het er niet beter op. ’Hou maar op jij! Straks is dat Agnessie haar mutatie nog! En dan staat ze hier, knaagt zich zo een gat doorheen onze deur, vragende waar haar wortels gebleven zijn.’ Devon wees naar het verdwaalde worteltje dat geland was op het huiswerk van Hall, waardoor er een mooie oranje vlek op te zien was. Het kippenbotje was ergens op de vloer geland. Wáarom had hij zelfs groenten meegebracht? Zowel hij als Hall waren voornamelijk vleeseters. Waarschijnlijk had hij te veel met zijn gedachten gezeten bij hetgeen Hall hem wou vertellen. ’En by the way, als ik een konijn zou zijn, dan was jij sowieso een cavia. Case closed.’ Hij grabbelde nog een keer in de kom met kip en likte een voor een zijn vingers af nadat ook die weer volledig verorberd was.
Dat was het laatste vlees dat voor die avond zijn maag in was gegaan. Van het ene uiterste schoot Devon naar het andere uiterste, en dat in minder dan vijf seconden, het moest haast een record zijn. De lach verdween van zijn gezicht, zijn ontspannen houding verdween. Op een onhandige manier krabbelde hij rechter toen de naam Kylie Roberts genoemd werd, en nog voor Hall een beschrijving maakte van zijn stiefzusje, zag hij haar rode krullen al voor zijn netvlies verschijnen. Storm keek hem op een doordringende manier aan en voor een moment hoopte hij vurig dat hij de mutatie intangibility had en zich gewoon doorheen zijn bed, doorheen de grond, doorheen alles kon laten zakken en even kon verdwijnen totdat hij zijn gedachten weer op orde had. Hij keen omlaag, naar de voeten van Hall die op de rand van zijn bed kwamen te staan, probeerde zijn aandacht daarop te vestigen. Maar zijn stem die weerklonk verplichte hem bijna om weer op te kijken, iets wat hij dan ook met een licht gekwelde blik in zijn ogen deed. ’Je aarzelt niet om me te volgen het bos in bij een volle maan maar je aarzelt wel als ik begin over Kylie …’ Het klopte wat hij zei, Hall sloeg de nagel op de kop. Ze hadden samen gedronken, gelachen, gefeest, de meisjes achterna gezeten.. Devon had het zelfs opgenomen tegen Lupos, had bijna zijn leven gegeven en dat allemaal voor iemand die hij nog geen jaar kende. Maar het was anders, het was een nieuwe start geweest, het heden, en alles wat er in het heden gebeurde leek zo gemakkelijk als hij het vergeleek met zijn verleden. Zijn weg was lang geweest, met hobbels, de ene groter dan de andere, en de gedachten daaraan maakten hem bijna ziek. Maar net zoals het verleden hem de kriebels bezorgde, deed de toekomst dat ook. Devon was iemand die in het hier en het nu leefde, iets wat duidelijk representeerde in de dingen die hij deed. De meisjes zonder dat er een relatie aan vast hing, school waar hij letterlijk voor geen haar in geïnteresseerd was.. Zijn leven was als een puzzel. Één simpel puzzelstukje beter gezegd, het hier en nu. Hij had oude puzzelstukken proberen te verstoppen, en de puzzelstukken die hem aangeboden werden, nam hij gewoon niet aan.
‘Je weet dat je me niets hoeft te verantwoorden, niets hoeft te beantwoorden als je niet wil. Maar ik ben je vriend en weet dat ik er voor je ben.’ Devon haalde zuchtend zijn hand door zijn haren en leunde met zijn schouderbladen tegen de muur. Zijn hoofd liet hij er achterna volgen en sloot zijn ogen. ’Ik weet het Hall..’ fluisterde hij tussen zijn lippen door en ademde diep in en uit. Langzaam bracht hij zijn hand naar zijn voorhoofd en liet het daar rusten, alsof hij barstende hoofdpijn had. Er was niéts wat hij tegen de verklarig van Storm kon inbrengen, want zelfs in zijn eigen oren klonk het onlogisch. Een weerwolf die minder eng was dan een meisje van 10 jaar. Maar in zijn hoofd vond het geen rust, dat had het nooit gedaan. ‘Je doet meer dan je je kunt voorstellen voor mij.’ Bij die woorden opende hij zijn ogen weer en keek Storm aan. Hij zat terug achterover in zijn stoel en die houding maakte alles al onmiddellijk stukken minder confronterend voor Devon. ’En jij ook voor mij. Ookal besef je het misschien niet.’ Devon tekende kringetjes met zijn wijsvinger op zijn bovenbeen, waar hij dan ook zijn blik op richtte. ’Je doet me vergeten Hall, en dat alleen is het allergrootste geschenk dat je me kan geven.’ Hij haalde een beetje radeloos zijn schouders op en keek omhoog naar de muur, naar de posters van de landschappen van Arizona en omstreken. Devon bracht zijn hand omhoog en trok er een willekeurige poster van af. x Hij liet zijn blik er over heen gaan en staarde er kort in stilte naar alvorens hij hem aanreek aan Hall. ’Hier.’ bracht hij er zachtjes bij uit en leunde weer achterover van zodra Storm hem in zijn handen had. De natuur zou een van de enige redenen zijn waarom hij ooit terug zou gaan naar die plaats. ’Er liggen zoveel verhalen van mij daar. Ik zou niet eens weten waar te moeten beginnen met vertellen.’ Een diepe zucht streek over zijn lippen en hij leunde weer met zijn hoofd wat omhoog gekanteld tegen de muur. ’En Kylie komt voor in één van die verhalen. Haar hier tegenkomen is echt een kans op tienmiljoen geweest.. Wat zeg ik? Tienmiljard.’ Ja, het was een echte verrassing geweest. Ergens maakte het hem blij, omdat Kylie een van de weinigen was die zijn verblijf in een pleeggezin aangenamer gemaakt had, maar het maakte alles ook weer zo reëel. Er zat zoveel meer achter de ‘stiefbroer’ die zij kende waar ze niets van af wist. En misschien maargoed ook.
Onderwerp: Re: Ghost from the past. [Devon] vr apr 08, 2016 8:49 pm
.Always live before you die.
Het was duidelijk dat Storm weer compleet was als daarvoor, mentaal had hij het op sommige momenten nog heel erg lastig maar het was niet op dit moment. Op dit moment was het beeld van Devon als wit konijn, met een pluizig staartje en veel te grote tanden gewoon het beste beeld van deze volledige dag. Hij zag dat zijn kamergenoot er alles aan moest doen om niet volop te gaan mee lachen met Storm. Hij was nog niet aan liedjes gaan denken want daar zou hij zichzelf ook meteen mee gaan straffen, daarnaast lag zijn focus op dat perfecte plaatje en het lachen. En als Storm met iets wortelachtig zou gaan gooien dan kreeg hij het ook meteen dubbel en dik terug. Het landde recht op zijn huiswerk, zijn huiswerk dan nog wel en liet een oranje spoor na. Het botje ontweek hij door naar links te buigen waardoor het langs hem heen op de grond belandde. Gelukkig moest niemand van hen kuisen en werd dat gedaan door het personeel hier. ‘Iets eten via je neus gaat niet, geloof me, ik heb het op een dronken nacht eens geprobeerd.’ Zei hij grijnzend. Jep, Storm was tot veel in staat als hij net iets te veel op had. Beide trouwens, daar kon Halloweennacht bewijzen. Maar nu lag Devon ook dubbel van het lachen en zouden er zeker leerlingen op de gang vragen stellen over wat zich achter die deur afspeelde. Storm kreeg er letterlijk de tranen van zijn ogen, hij ademde lang in en hield zijn adem wat op, zodat het lachen misschien vanzelf zou stoppen. Storm keek automatisch eens naar deur bij de opmerking, hoe luguber het beeld was van Agnessie met een half getransformeerd konijnengezicht … het lachen kreeg hij meteen onder controle zo. ‘Correctie, een weercavia.’ Zei Storm meteen toen hij zich terug draaide naar zijn beste vriend. ‘Volle manen worden kinderspel dan.’ Beloofde Storm hem plechtig. Een weercavia … Serieus, je zou gaan denken dat hij al gedronken had.
Maar die luchtige sfeer dreef zowaar weg toen Kylie aan bod kwam. Storm had het meisje vorige nacht ontmoet, erger, Lupos had haar gecorrigeerd en gewaarschuwd. Iets wat verschrikkelijk kon zijn afgelopen zijn maar gelukkig was gebleven bij een snauw. Maar ze was een kind en Storm was werelds grootste kindervriend mede dankzij zijn eigen tien jaar jongere broertje. Kylie had zijn hart beroerd en ondanks dat ze het eerst niet doorhadden dat ze het over dezelfde Devon hadden, was het vrij snel duidelijk voor Storm. Maar waarom had Devon daar nog nooit iets over gezegd? Hij was het nieuwsgierige type, maar niet nieuwsgierig genoeg om zijn neus in adermans zaken te steken. Daarnaast, als Devon er iets over wilde vertellen dan zou hij dat doen. Alleen was de reactie net iets intenser dan Storm had verwacht en dat liet hem enkel achter met nog meer vragen.
Storm nam iedere beweging van Devon nauwkeurig op, omdat ze zo nieuw waren voor hem. Hij had Devon altijd als de sterkste van de twee geweten, zowel mentaal als fysiek. Devon was altijd in staat de situatie op te meten in één blik en hij deed er altijd alles aan om komende scenario’s te vermijden. Wat Storm eraan deed denken dat hij misschien ook maar eens moest gaan vragen wat er met Clyde gebeurd was. Eerst zien of hij dit zou overleven, aan de blikken ervan was het niet allemaal rozengeur en maneschijn. Toen Devon zijn ogen sloot en instemmende gleed Storm zijn blik kort naar de posters aan de muur boven Devon’s hoofd. Dus hij liet zich terug in zijn stoel zakken, op de nonchalant ontspannen manier terwijl hij in stilte wachtte, hij forceerde niets, helemaal niets. Hij wist hoe het was als iemand alle details uit je wilde los peuteren. Toen Devon weer sprak keek Storm hem aan. Zijn mondhoek ging kort naar omhoog. ‘Ik weet het.’ Knikte hij zachtjes. Devon deed het meeste voor hem maar het moest ook andersom effect hebben, hoe anders zouden ze bij elkaar kunnen blijven als vrienden. ‘Maar niet genoeg blijkbaar anders had je de kans gegeven om dit voor je te doen.’ Wees hij tussen hen in, naar het onderwerp dat ter sprake was gekomen. Maar Devon ging verder en Storm’s wenkbrauw kwam kort omhoog. ‘Vergeten is niet altijd zo goed.’ Mijmerde hij zachtjes. Vergeten was goed, het was iets dat Storm niet kon, maar teveel vergeten … hij keek zijn beste vriend aan, volgde de bewegingen die hij maakte naar de poster. Hij nam het aan van zodra Devon het hem aanreikte. Als hij dan toch ooit eens die wereldreis zou maken waar hij en Kat altijd over bezig waren, wel, dit mocht heus wel op de route komen. Storm staarde naar de poster, net als hij zoveel naar de posters had gekeken, alleen deed hij het nu op een andere manier, met een andere blik. Toen Devon weer begon te praten keek Storm kort op van de poster, aanhoorde zijn woorden, zijn woorden over de verhalen, over Kylie. Uiteindelijk leunde hij wat vooruit en legde de poster op het bed. ‘Devon, Kylie houdt geen moment op met praten over jou.’ Hij zweeg zodat die zin alleen al een beetje kon doordringen. ‘Zelf mijn broer zou zoveel niet over mij praten als zij over jou doet. Ze zegt de meest waanzinnigste dingen, jij bent het middelpunt geweest in die tijd samen, jij,’ wees hij Devon voorzichtig aan. ‘Zeg me niet dat daar een slecht verhaal achter schuilt? Want dat merkte ik niet toen zij aan het praten was.’ Hij leunde weer achteruit en wierp een korte blik naar hun kippenvleugeltjes, veel eten zou er niet meer aan te pas komen. ‘Je hebt nooit een thuis gehad, is dat het?’ Vroeg hij voorzichtig. Als het dat was dan was Storm echt wel een slechte vriend want hij zat hij wel altijd bezig over Londen, zijn familie, al zijn vrienden en dat terwijl Devon dat niet altijd had gehad, tot nu …
Onderwerp: Re: Ghost from the past. [Devon] wo apr 13, 2016 9:45 pm
Devon
You know I’m smart. I spin you round like a knot. I know the pieces of your heart. Sometimes it’s fun, to pull your strings one by one. Until I get you onto one.
De reactie die hij gaf was inderdaad intens te noemen. Die vijf letters die samen de naam Kylie vormden riepen zoveel meer bij hem op dan enkel de herinneringen aan het meisje en haar familie. Het was alsof de naam een sleutel was die precies op het slot van zijn verleden paste. En Hall had de sleutel omgedraaid, had de herinneringen weer zo reëel en tastbaar gemaakt. Het gemis, de overtredingen, de fouten, de eenzaamheid. En dat terwijl zowel binnen als buiten Genosha iedereen hem kende als een goedlachse, losbollige jongen met een speciaal gevoel voor humor. Net zoals Storm had Devon ook spijt van dingen die hij in zijn verleden had gedaan. Het verschil tussen hen was dat het bij Hall geen bewuste keuzes waren, en bij Devon grotendeels wel. Het was ook misschien daarom dat Hall er over had kunnen praten en Devon daar de moed en de wilskracht nog niet voor had gevonden. Waarom anderen lastig vallen met dingen waar je ook in je eentje op kon teren? Hij zorgde wel voor zijn eigen afleiding, de meisjes, de feestjes, het kleine kattenkwaad.. Totdat iemand hem bij zijn schouders vastgreep en een halve slag deed draaien, hem deed terugkijken in de tijd, in plaats van vooruit. En dat was ook hetgeen Hall deed, een afgemaakt maar niet verwerkt hoofdstuk uit zijn levensverhaal openslaan en hem er regelrecht mee confronteren. Al had hij natuurlijk nooit kunnen weten dat het zo een reactie bij Devon kon oproepen.
De lichte, geruststellende glimlach op Storm zijn lippen had ergens wel een kalmerend effect op Devon. De lichte paniek die over hem hing had hij zoals alles in zijn leven al snel een plaats kunnen geven. Voor een moment staarde hij zijn beste vriend rustig aan, die op zijn beurt zijn ogen over de overige posters van Devon liet gaan. Hij zou niet pushen, niet verder gaan dan dat Devon wilde. Maar anderzijds was het ook wel zijn recht, om te weten voor wié hij nu echt zat. Wie de jongen was die hij in de bossen ontmoet had, en later ook bijna zijn leven voor hem gegeven had in diezelfde bossen. Het was alsof de bebossing van Genosha een eigen mutatie met zich meedroeg, alle dingen die er gebeurd waren, de verhalen die het omvatte. Zijn ontmoeting met Storm, met Lupos, Taylor en nu ook onrechtstreeks Kylie. ’Ik weet het.’ Tuurlijk wist hij het, dat Storm er op zijn beurt ook voor hem zou zijn als het nodig was. ’Maar niet genoeg blijkbaar anders had je me de kans gegeven om dit voor je te doen.’ Devon keek naar de witte lakens op zijn bed, naar de kreuken die erin zaten, de manier waarop ze aan de achterkant van zijn bed tussen de rand en de matras uitgetrokken waren. Alles was zo aanlokkelijk voor hem om zijn aandacht op te vestigen, zijn aandacht weg te halen bij het onderwerp dat aan de orde was.
’Vergeten is niet altijd zo goed.’ Bij die woorden haalden Devon stilletjes zijn brede schouders op en keek Hall weer aan. ’Ik weet het niet Hall.’ Hij trok een been onder zich in en klemde zijn hand om zijn kuit heen. ’Het is in ieder geval stukken gemakkelijker. Of voor mij toch.’ Lang niet voor iedereen was het zo evident om dingen zo gemakkelijk als Devon weg te kunnen schuiven. In zowel hun hoofd als in hun hart, maar voor hem was het een manier om niet ten onder te gaan aan zijn herinneringen. Vergeten.. Voor hem was vergeten de remedie. Totdat hij er door iemand anders aan herinnerd werd. En dat was hetgeen Hall gedaan had, door over Kylie te beginnen. Een kille rilling gleed over zijn ruggengraat toen Storm de poster weer op zijn bed legde en hij zijn blik er voor een moment op vestigde. The grand canyon, een plaats waar hij uren, dágen in zijn eentje had doorgebracht. Alleen de poster was al adembenemend, maar was niets in vergelijking met het gevoel om daar écht te staan. Bovenop de rotsen, met een blik op oneindig, de laaghangende zon.. Naast feestjes en de dingen die daar bij kwamen kijken was het de natuur die hem altijd tot rust had kunnen brengen. Zowel de Ursus als de omgeving in Arizona. En die twee in combinatie, het was iets waar hij in zijn verleden nooit genoeg van kreeg. ’Devon, Kylie houdt geen moment op met praten over jou.’ Hij richtte zijn groenige ogen met een deels gebroken blik erin weer op Storm die over zijn broertje vertelde. ’Zeg me niet dat daar een slecht verhaal achter schuilt? Want dat merkte ik niet toen zij aan het praten was.’ Het voelde als een steek in zijn hart, die woorden. Devon nam zijn wang tussen zijn kiezen en beet er zachtjes op. Verhaal, verhalen.. Hij was geen voorbeeldig iemand geweest, laat staan dat hij aangenaam was om in huis te hebben. Maar voor Kylie had hij zich altijd als een echte broer kunnen gedragen. Of dan toch op de momenten dat hij werkelijk thuis was. ’Waar ze niets van weet kan ze niets van vertellen.’ En maar goed ook. Als Kylie wist waar haar ‘grote broer’ zich mee bezig hield op de momenten dat hij nogmaals bij haar familie weggelopen was.. Hij wreef met zijn hand over zijn voorhoofd en hield het daar even, nadenkend. Totdat Hall de nagel op de kop sloeg en hetgeen zei dat Devon nooit over zijn lippen had gekregen. Hij slikte, duidelijk hoorbaar en keek hem weer aan, zijn schouders zwakjes omlaag. Hij had in vier verschillende gastgezinnen gewoond, maar geen enkele had als een thuis gevoeld. ’Ooit..’ stamelde hij zachtjes, ging op dezelfde voorzichtige manier verder als dat Hall het aangehaald had. ’Lang geleden. Maar dat is een periode waarvan ik me niets kan herinneren. Of heel vaag misschien.’ Het enige tastbare wat hij had was een foto, één simpele foto. De momenten waarop Hall over zijn familie en over Londen gesproken had, had Devon het eerder interessant dan erg gevonden. Hij kon het zich niet voorstellen omdat hij het binnen zijn levensverhaal nergens mee kon vergelijken omdat hij het simpelweg nooit gekend had, daarom dat zijn verhalen hem zo interesseerde. Devon was in eerste instantie blij dat zijn beste vriend zoiets gehad had, dat hij een sterk netwerk had waar hij op kon terugvallen als hun verhaal op Genosha afgerond was.
Onderwerp: Re: Ghost from the past. [Devon] do apr 14, 2016 9:34 pm
.Always live before you die.
Het was niet onwennig voor Storm … in zekere zin moest het onwennig voor hem aanvoelen om Devon in deze positie voor zijn neus te krijgen maar dat deed het dus niet. Waarom? Omdat hij zelf al genoeg problemen had gehad om de blik te herkennen als je in de spiegel keek? Omdat niet iedereen perfect was en er waarschijnlijk in Devon iets was dat ook niet rimpelloos was? Hij had geen idee maar het was misschien beter dat hij zijn relax vertrouwde zelf bleef en niet overbezorgd of opdringerig zou worden. Ze kende elkaar ondertussen door en door, hij zag dat Devon hier liever niet op wilde in gaan en Devon zou zien aan zijn blik dat hij het alle tijd en rust gaf, dat hij er begrip voor had. Het enige wat veranderd was aan Storm was dat hij de kippenvleugeltjes voorlopig links liet liggen en raar maar waar en keek vaker naar zijn hartslagmeter. Onbewust maar het was alsof de lichte onrust voor deze andere versie van Devon hem aanzette om er vaker naar te kijken. Ondanks dat hij volkomen rustig oogde, ergens diep vanbinnen begon hij zich zorgen te maken. Niet om Devon in het algemeen, maar om wat Devon nooit eerder had willen vertellen. En iemand die niet wilde praten over het verleden, over zijn problemen was vaak nog dieper weg dan iemand die er wel wilde over praten. Alleen wist Devon dat heel goed weg te steken.
Hij kon Devon zijn hart zo tastbaar hard horen kloppen, de ademhaling, het temperatuurverschil, de stressfactoren waren er allemaal. Het enige wat Storm kon doen was iets van geruststelling bieden en dat nam de stress wat weg. Storm ontspande zich in de bureaustoel toen hij de hartslag een tikkeltje voelde dalen. Devon reageerde immers niet op zijn woorden, hij plukte doelloos aan het witte laken van zijn bed in de hoop dat dit alles in rook zou opgaan of hij de tijd kon terug draaien. Storm wist hoe het was, hij wist hoe het was om zolang iets op te kroppen dat het uiteindelijk zijn tol ging eisen. Dat vergeten zo gemakkelijk ging worden, dat vermijden zelfs nog beter was. In de zes maanden dat hij alleen had doorgebracht was er niets dat hem ertoe kon zetten om hulp te gaan zoeken … En het bracht een soort hulpeloosheid mee, omdat je zo in die visie vast zat dat het wel zou beteren … dat je het wel zou vergeten. Storm volgde de beweging van Devon zijn vingers, voor een tel lang compleet verzonken in zijn eigen gedachten, de gedachten waarin hij niemand kon vinden om te vertellen wat hij was, wie hij vertegenwoordigde, wat hij had aangericht. Niemand tot die ene dag … zon, bos, een kabelend riviertje … tot de jongen kwam opdagen met het verwijt dat hij in het verkeerde territorium zat. Dat was Devon geweest, de allereerste na zes maanden tegen wie hij, toen nog heel luchtig, had gezegd wat hij was. Op zich was het allemaal vlot gegaan, Devon had nooit overbodig veel vragen gesteld, was er altijd geweest als een soort van tweelingbroer. Tot die nacht van volle maan … en nu waren de rollen omgedraaid en kon Storm het niet laten om ergens reddeloos te zijn omdat Devon het niet wilde zeggen. Het maakte geen paniek los want paniek bewaarde hij voor andere momenten, maar het bracht wel iets van bedroefdheid mee. Want het enige wat Storm wilde na alles, was voor Devon om het toe te laten aan Storm om te helpen, er voor hem te zijn net als het omgekeerd was gebeurd.
Vergeten is niet goed … en Devon ontkende dat. Storm keek hem aan, liet zijn hoofd rusten op zijn hand. ‘Gemakkelijk is handig. Dat weet ik ook uit ervaring.’ Stemde hij zachtjes in. Hij had het ooit ook eens geprobeerd, vergeten … het had hem uiteindelijk vijf mensenlevens gekost en ruimschoots dertig flessen sterke drank achteraf om het vergeetproces verder te zetten. ‘Ik wenste dat ik zo gemakkelijk kon vergeten zoals jij het doet.’ Hij schonk Devon een korte glimlach. ‘Maar je kunt niet alles vergeten. Alles vergeten zou niet maken wie je nu bent.’ Wees hij Devon kort aan. Storm die hier zat was grotendeels de Storm vanuit Londen maar het was ook een beetje Storm die acht maanden aan strijd achter de rug had. Het had hem kwetsbaarder gemaakt en zwakker, maar het maakte hem wie hij was. Hij kon het onmogelijk vergeten, daarvoor had hij een te groot schuldgevoel. Maar ergens begreep hij Devon maar al te goed … was er maar een manier om het allemaal opslag te vergeten, het zou zoveel … gemakkelijker zijn.
Dat Kylie niet alles wist kwam hem ook pas te binnen toen Devon de woorden luidop zei. Hij wist maar al te goed hoeveel dingen hij voor zijn eigen jongere broer had achtergehouden waar Levi niets van wist. Zelf al dit … was lange tijd zijn best bewaarde geheim geweest. Storm staarde naar de poster alsof het hem op één of andere manier een beter beeld zou geven van Devon. Alsof het op zich een verhaal zou vertellen waar hij niets vanaf wist. ‘Ze vroeg me of je gelukkig was.’ Hij keek Devon aan en haalde kort zijn schouders op. ‘Wat moet ik daar volgens jou op antwoorden?’ Was Devon gelukkig? Hij had Kylie gezegd dat hij het hier naar zijn zin had, dat hij plezier maakte maar was dat de definitie van geluk? Storm was niet gelukkig, daar was hij goudeerlijk in, maar het pad dat hij bewandelde bezorgde hem hier en daar een brokkeltje geluk, niet genoeg maar genoeg om het een beetje dragelijk er te maken. En daarna stelde hij de vraag waarvan hij dacht dat het de meeste impact zou hebben op zijn beste vriend. Devon stamelde … hij had het nog nooit gedaan. Wat hem misschien nog meer zorgen maakte was hoe verdomd weinig Devon zei, hij praatte niet, hij zei enkel wat hoognodig was. De bezorgdheid was in zijn ogen te zien, duidelijker met iedere keer dat Devon zichzelf terug voor dit probeerde af te schermen. Hij kneep zijn vingers kort in zijn neusbrug, het typische Storm-signaal dat hij het moeilijk had om wijs te geraken uit emoties of woorden. ‘Je maakt dit verrekt moeilijk weet je.’ Hij haalde zijn vingers weg en keek zijn beste vriend aan. ‘Waar ben je bang voor? Dat je na dit alles niets meer hebt om naartoe terug te keren? Dat je niets hebt om naar verder gaan omdat het vroeger ook niet zo gemakkelijk was?’ Het waren misschien onzinnige vragen maar toch stelde hij ze. ‘Het is niet omdat je geen familie hebt gehad, geen huis, geen warmte of liefde, dat je niet goed genoeg bent? Ik bedoel,’ hij zweeg en staarde voor een second uit het raam naar buiten. ‘geen idee.’ Schudde hij uiteindelijk zachtjes zijn hoofd. ‘Ik heb het allemaal gehad tot acht maanden geleden, nu heb ik niets meer. Jij hebt het misschien nooit gehad maar dat wil niet zeggen dat je het niet kan krijgen.’ Hij zweeg en leunde langzaam terug achteruit, sloot voor een moment zijn ogen. Praten ging vroeger altijd zo gemakkelijk voor Storm, nu was het een stuk moeilijker geworden om uit te leggen waar de lijn tussen geluk en ongeluk lag, ervaringen teveel misschien? … OOC: Om je op te beuren! Hoop ik. =P
Onderwerp: Re: Ghost from the past. [Devon] za apr 16, 2016 11:40 pm
Devon
You know I’m smart. I spin you round like a knot. I know the pieces of your heart. Sometimes it’s fun, to pull your strings one by one. Until I get you onto one.
De gevoelens die hij zo zorgvuldig mogelijk had proberen weg te steken, had proberen te vergeten kwamen alsmaar feller naar boven. Zijn groenige ogen die normaal zo zelfzeker en enthousiast in het rond keken stonden nu wat somber. Herinneringen sijpelden aan zijn hoofd binnen door het onderwerp dat Hall hem had aangehaald. Een hele andere kant van Devon kwam boven, een kant die niemand hier op Genosha en zelfs amper iemand daarbuiten ooit gezien had. Dat was ook de reden waarom hij zo hard wenste om simpelweg te kunnen verdwijnen, in zijn vingers te knippen en te teleporteren naar een andere plaats waar hij voor een moment alleen kon zijn en zijn gedachten op een lijn kon plaatsen. Hall had begrip voor zijn wat onverwachte reactie, en ergens stelde het hem gerust. Maar anderzijds ook weer niet. Devon moest vertellen, dat was hij zijn beste vriend ergens wel schuldig. Hij was er zeker van dat ze er achteraf nog sterker uit zouden komen, als ze beide van elkaars verleden afwisten en misschien zelfs nog beter op elkaar konden inspelen. Maar daar lag het hem net: Het vertellen… Devon liet zijn hoofd kort in zijn handen rustten en keek tussen zijn vingers door naar de poster die opnieuw voor hem op de lakens lag. Waar moest hij in hemelsnaam beginnen, zelfs voor hem was zijn leven een onsamenhangend geheel geweest, honderden en een hoofdstukken waar Devon nog steeds mee puzzelde om er een boek van te maken. Storm had geluk dat hij geen gedachtenlezer was, want het enige wat er in het hoofd van Devon te zien was, was pure chaos.
Daarom dat hij grotendeels zweeg. En als hij sprak, was het in onduidelijke, onsamenhangende zinnen waar hij -als hij in Hall zijn schoenen had gestaan- noch kop noch staart aan had kunnen knopen. Maar toch behield zijn beste vriend die eeuwige kalmte waar Devon zich op een onzichtbare manier aan probeerde vast te klampen. Zijn ogen zochten houvast in die van Hall, keken verder dan die charmante blik waar hij al menig vrouwelijk schoon mee rond zijn vinger had gewikkeld. Hij kon zijn verleden haast lezen, de moeilijkheden die hij was tegengekomen op zijn pad, de problemen met zichzelf en voornamelijk met Lupos. Problemen waar Devon hem zo goed en kwaad als het kon mee had proberen te helpen. Het was iets wat hij maar al te graag gedaan had, ookal had hij er eens bijna een enorme prijs voor moeten betalen. Maar in zijn ogen was het het allemaal waard geweest. Ze hadden samen nieuwe obstakels overwonnen en waren er nog beter uitgekomen als dat ze er eerder voor hadden gestaan. Maar nu, de rollen die omgekeerd waren, was zoveel moeilijker voor Devon. Het feit dat hij moest accepteren en moest leren dat zijn problemen op een vreemde manier ook die van Hall waren.. Want zo was het, ze waren als broers voor elkaar, deelden zo goed als alles, dus waarom ook niet hun verleden? Hij kneep zijn ogen bedenkelijk dicht en balde zijn grote handen tot vuisten. ’Gemakkelijk is handig. Dat weet ik ook uit ervaring.’ Devon keek weer op en knikte lichtjes, als teken dat hij begreep waarop hij doelde. ’Maar je kunt niet alles vergeten. Alles vergeten zou niet maken wie je nu bent.’ Deels had hij gelijk, maar anderzijds ook weer niet. Als hij alle dagen openlijk over zijn verleden zou nadenken zou hij niet zijn wie hij nu was. Maar misschien moest er ergens een gulden middenweg te vinden zijn. Hij liet zijn ogen rusten op de vinger die richting zijn borstkas wees. Een goed ogende, gespierde jongen met een bijna eeuwige glimlach op zijn lippen, pure uitdaging in zijn ogen. Maar ook iemand waar zoveel meer achter schuil ging. ’Het lijkt erop dat we een beetje van elkaar nodig hebben.’ Zei Devon schouderophalend en trok somber een mondhoek op. ’Ik moet minder proberen te vergeten, jij meer.’ Een lange zucht ging als een fluistering tussen zijn lippen door en hij haalde zijn hand door zijn haren.
’Ze vroeg me of je gelukkig was.’ Devon zijn ogen werden groot en een wenkbrauw schoot licht verbaasd de lucht in. Waar hadden die twee het allemaal over gehad? Welke details waren aan bod gekomen en welke waren achter gebleven? Hall zei dat ze niets anders dan positieve dingen over hem te vertellen had, maar toch kreeg hij een soort van krop in zijn keel. Kylie was iemand die je vaak zou onderschatten, ze zag er lief en onschuldig uit, maar ze had een oor en oog voor alles wat er rondom haar gebeurde. Om dan nog maar te zwijgen over haar durf en nieuwsgierigheid. Een combinatie die haar vroeger al een paar keer in kleine problemen terecht gebracht had, maar hier op Genosha.. ’Gelukkig..’ proefde Devon het woord op zijn tong en ademde diep in waardoor zijn torso in volume toenam. Wat was de definitie van gelukkig? Waren het kernpunten op een lijstje die je moest afvinken en van zodra ze allemaal afgevinkt waren, je gelukkig was? Opnieuw haalde een hand door zijn haren. ’Gelukkiger’ vulde hij het toen aan en keek Storm weer recht in zijn ogen aan. Hij was er zich van bewust dat ze beide niet 100% gelukkig voelde hier op Genosha. Storm was gelukkiger geweest in Londen, zonder zijn mutatie, maar voor Devon was Genosha een plaats waar hij zich meer dan eender waar elders thuis had gevoeld. ’Kylie haar ouders hebben altijd goed voor me proberen te zorgen, ondanks dat ze er niet zo heel vaak waren.’ Even dacht hij na over zijn eigen woorden en trok zijn lip wat scheef. Haar vader was een belangrijk zakenman die vaak op reis was voor zijn werk, en haar moeder een vroedvrouw die lange dagen in het ziekenhuis trok. Maar de momenten dat ze er wél waren, was Devon er niet vaak. Binnen het gezin was Kylie degene waar hij het meeste bij was, zorgde voor haar op de momenten dat er niemand thuis was, maar van zodra haar ouders aanwezig waren probeerde hij er altijd onderuit te muizen. Waarom? Omdat het fout voelde dat er anderen waren die probeerde de positie in te nemen van zijn ouders die het leven gelaten hadden. Hij had niemand nodig die voor hem zorgde, of zo dacht hij toch.
Storm kneep in zijn neusbrug, die typische handeling die hij altijd deed als hij nadacht of ergens mee zat. ’Je maakt het dit verrekt moeilijk weet je.’ Devon zuchtte en knikte. ’Dit is nieuw voor mij.’ gaf hij als magere uitleg en haalde zijn schouders op. ’Waar ben je bant voor? Dat je na dit alles niets meer hebt om naartoe terug te keren?’ Hij leunde met zijn schouderbladen tegen de muur en dacht even na. ’Ik heb hier mijn vrijheid, geen verplichtingen -of toch niet veel-, ik kan gaan en staan waar ik wil. Niemand die beslissingen voor me neemt waar ik zelf niet achter sta, niemand die ik moeder of vader moet noemen zonder dat ik dat zelf wil.’ Onbewust had hij opnieuw zijn handen tot vuisten gebald en was zijn stem wat zwaarder geworden dan eerst. Het vel stond wit over zijn knoken en kort rilde hij, liet daarbij alle spanning in zijn lichaam weer varen. ’Maar tegelijk weet ik dat dit ook niet voor altijd is, en ja dat maakt me bang.’ Devon zuchtte. ’Waar moét ik na dit avontuur heen Hall? Ik heb niemand daarbuiten, ofja, de mensen die er ooit voor me zijn geweest zijn kan ik niet meer onder ogen komen.’ Devon liet zijn blik in het rond gaan, naar de overkant van de kamer waar zijn kleerkast stond. ‘Het is niet omdat je geen familie hebt gehad, geen huis, geen warmte of liefde, dat je niet goed genoeg bent? Ik bedoel,’ Zijn oren stonden gespitst en hij wachtte tot wat er na die boodschap zou komen, maar het bleef stil. ’Ik weet het ook niet, behalve dat zowel het idee als hier weggaan en een leven met anderen starten als alleen blijven me beangstigd.’ Hij drukte zichzelf recht uit zijn bed en wandelde langzaam naar zijn kleerkast waarvan hij een deur opentrok en zijn hand op de tast tussen een stapel truien liet gaan. Terwijl luisterde hij naar Hall, naar de woorden die hij sprak, woorden die samen een wijze boodschap vormden. ’Als ik nu eens wist hóe Hall? Als er een handleiding bij kwam dan zou ik me er aan wagen, maar nu? Al die jaren is het me nooit gelukt, om me te hechten aan anderen, om me open te stellen voor nieuwe, vaste relaties. En ik heb veel kansen gehad, écht veel..’ Met een krakend geluid haalde hij een opgevouwde foto tussen de kleren uit en draaide zich om om weer richting zijn bed te wandelen. ’Hier.’ zei hij en reek de foto aan zijn beste vriend. ’De enige echte familie die ik ooit gehad heb. En het enige wat ik me ervan herinner is deze foto.’ Met een zacht gekraak liet hij zich weer op zijn bed vallen. ’Niet eens een levende herinnering.’ Devon plaatste een arm achter zijn hoofd en leunde schuin tegen het hoofd van zijn bed. ’Dat zijn de personen die me de achternaam Garnet gaven. Maar het is maar een naam, weetje? Ik weet niet wat voor personen ze waren, wat ze deden.’ Hij zuchtte en zag de foto zo voor zijn ogen ookal had Hall hem in zijn handen. Zijn vader die zowel een glas drank als een sigaret in zijn handen had. Het was het enige waarmee hij zich kon identificeren, en dat had hij dan ook gedaan in al die jaren. Drank, roken, en meer dan enkel nicotine. Hoe hij zichzelf hoorde vertellen leek het haast op een hechtingsproblematiek. De verschillende gezinnen, de ontelbare vrienden, de ontelbare meisjes. Storm was de eerste die écht wat voor hem betekende, en misschien was het wel een goede zaak dat het net hem was met wie hij hierover sprak. Iemand die hij vertrouwde en waarvan hij wist dat de dingen die hij zei waarheid bevatte. Hall had er immers ervaring mee, met een écht gezin, ervaring die Devon meer als duidelijk miste.
Onderwerp: Re: Ghost from the past. [Devon] zo apr 17, 2016 8:43 pm
.Always live before you die.
Het waren bewegingen die hij van Devon niet gewoon was, de sombere blik, zijn hoofd dat in zijn handen bleef rusten, de blik die hij probeerde af te wenden, te ontwijken. Het waren de typische kenmerken die Storm ook had als hij gedeprimeerd was door zijn weerwolf, als hij het mentaal te zwaar had en hij het onderwerp probeerde te ontwijken. En Devon was dan altijd degene geweest die hem probeerde op te vrolijken, die zijn gedachten weghaalde van de ergst van de zaak en het ergens anders op richtte. Devon was het levende mechanisme dat ervoor zorgde dat Storm bleef leven, het alledaagse leven, dat er voor zorgde dat hij plezier maakte, die ervoor zorgde dat ze dingen hadden om naartoe te werken, om te lachen. Dat was iets wat Nadya niet kon, ze kon hem niet doen vergeten zoals hij altijd wel graag eens wilde. Devon kon dat wel, Devon in de buurt was voor even vergeten. Devon nam een deel van Storms draagkracht over, zodat de moeilijke momenten net een beetje gemakkelijker werden. En nu was het aan Storm om dat te doen voor Devon … al kon hij op zichzelf al redelijk goed vergeten, al kon hij dit gesprek niet vrolijker maken. Hoe graag hij Devon zijn gedachten ervan wilde weghalen, hij kon het niet omdat het misschien exact was wat Devon nodig had, het gewoon eens los laten … erover praten.
Hij probeerde door Devon te lezen met zijn ogen fragmenten te vangen uit zijn blik, zijn houden maar het bleek dus dat Devon nog beter was in het achterhouden van emoties en woorden dan Storm. Er kwam voor een moment een bedenkelijke rimpel in zijn voorhoofd, hij verlegde zijn blik naar de kippenvleugeltjes en bedacht voor een moment lang hoe hij ervoor kon zorgen dat Devon kon los laten. Het was niet dat Devon Storm niet met de waarheid vertrouwde, het was gewoon het ingewikkelde wed aan emoties die ervoor zorgde dat er geen woorden door zijn keel naar boven konden komen. Zijn ogen namen een vaste routine aan, de kippenvleugeltjes, het raam, de hartslagmeter en dan een rustige blik voor Devon. Onbewust deed hij dat tot hij in zijn hoofd probeerde te begrijpen wat Devon nu allemaal probeerde te door spartelen.
Storm lachte kort, een gemeende lach met iets van humor in zijn ogen toen Devon zei dat ze wel wat van elkaar konden gebruiken. Al was de humor in zijn ogen zo vals als de lach. ‘Het zou handig zijn.’ Gaf hij futloos toe, de glimlach verdween zo snel als hij was gekomen. Vergeten zou goed zijn, vergeten zou hem terug doen leven voor een deel. Maar daar zat Storm vast, hij wilde niet vergeten, net als Devon het niet wilde herinneren. Ze konden inderdaad een beetje van elkaar gebruiken maar hij was haast zeker dat het zo ook zou lukken, gewoon recht tegenover elkaar zitten. ‘Weet je,’ hij zweeg en leunde nog wat verder achteruit in de bureaustoel. Dat ding ging het op een dag echt eens begeven. ‘We hebben niets van elkaar nodig.’ Hij keek Devon aan en haalde zijn schouders op. ‘Jij doet me vaak eventjes vergeten en,’ hij zweeg en keek voor een moment terug naar de poster die onaangeroerd op het bed lag. ‘ik zal je eventjes doen herinneren, al is het maar een klein beetje. Is dat niet wat broers doen?’ Hij hield zijn hoofd schuin en gaf Devon een zwakke, deze keer, echt gemeende glimlach vanuit het hart. Devon was een broer voor hem, een beste vriend, een beschermer. ‘Je bent altijd soort van mijn grote broer geweest Devon, van dag één in dat bos tot weken na die volle maan. En nu is het mijn beurt om voor jou uit te kijken.’ Devon had er onophoudelijk voor Storm geweest maar andersom had Storm nooit gemerkt door alle problemen dat Devon ook dieper zat dan normaal. Dus nu was het zijn beurt, en hij hoopte dat die woorden Devon net ver genoeg kregen om te praten. Storm voelde zich nog altijd enorm schuldig vanwege volle maan, dit was misschien een manier om het een beetje goed te maken.
Dat Devon verbaast was verbaasde hem niets. ‘Ik was ook verbaasd toen ze het vroeg.’ Zei hij gelijk met opgestoken handen. Dat kind had hem verbaasd, alsof ze in één visie volwassen was in het lichaam van een kind. Want het was een serieuze vroeg geweest met serieuze ogen en een serieuze blik. Als je sprak over iemand met een gevoel voor detail dan was het Kylie wel. Storm had in eerste instantie ook echt niet geweten wat hij moest antwoorden en blijkbaar wist Devon dat ook niet. Hij proefde het woord op zijn tong, alsof het de allereerste keer was dat hij het hoorde. Dat alleen zei voor Storm al genoeg, hij wilde zijn blik niet laten versomberen maar dat deed het onrechtstreeks toch wel een beetje. “Gelukkiger.” Storm knikte amper zichtbaar terwijl hij Devon bleef aankijken, begreep wat hij daarmee bedoelde. Zouden ze beide op een moment komen waarin ze volledig gelukkig zouden zijn? Waarschijnlijk wel, maar het was een lange weg om af te leggen. Hij vertelde iets kleins over de ouders van Kylie en Storm probeerde het zoals altijd een beetje voor te stellen in zijn geest. Tevergeefs.
Devon gaf toe dat dit nieuw was voor hem en Storm glimlachte enkel maar zachtjes geruststellend. Voor hem niet, normaal was hij enkel degene aan de andere kant. Alhoewel Camille in Londen ook aardig wat gebruik maakte van zijn luisterende oor. Al was het enige verschil daar dat haar problemen ook de zijne waren en andersom. Hier was het voor het moment dat hij Devon leerde kennen alles zwart en nu begon Devon hem zachtjes alles achter het zwarte te tonen. Toen Devon opnieuw begon te praten was meer dan normaal dus wat hij allemaal had gezegd, gevraagd, getoond had toch een beetje zijn werk gedaan. Zijn bruine ogen gleden naar de witte knokkels van Devon en dan kort naar zijn hartslagmeter rond zijn pols. Onrechtstreeks was Storms greep een heel klein beetje verstrakt en van zodra de spanning weg vloeide bij Devon deed dat het meteen ook bij Storm. ‘Je mag nu niet denken voor wat binnen jaren gaat gebeuren. Wie weet valt er wel een atoombom op dit eiland en zijn we morgen dood.’ Om maar een dom voorbeeld te geven. ‘Denk je dat ik terug ga naar Londen? Ik zeg van wel maar ik weet niet of ik het zou doen. Trouwens,’ hij zweeg reikte naar voor en klopte Devon kort op zijn been. ‘Denk je nou echt dat ik mijn koffers zou pakken eens naar je zou zwaaien en vertrekken?’ Hij trok een kort scheve glimlach op zijn lippen. ‘Je hoeft niet terug te gaan, je moet gewoon verder leven.’ Hij zweeg en keek bedenkelijk even uit het raam. ‘Ik kan het allemaal erg goed zeggen maar ik zou beter zelf eens luisteren naar mijn woorden.’ Gaf hij met een flauwe glimlach toe. Hij haalde zijn hand door zijn haar en schudde zachtjes zijn hoofd. ‘Wat ik wil zeggen is je moet leven voor morgen, niet voor over tien jaar en ook niet voor tien jaar geleden.’ Het was iets dat hij had kunnen los laten, ondanks dat hij Londen enorm mistte wist hij bewust dat het nooit meer hetzelfde zou zijn. Dus was terug gaan naar Londen de beste optie … waarschijnlijk niet. Hij was een weerwolf, hij hoorde niet thuis in een stad als Londen met alle verleidingen tot jagen. Misschien moest hij op een plek zijn als dat … zijn ogen gleden naar de poster. Ver weg van alle verleiding, ver weg van dingen die hij kon mis doen.
Toen Devon zich recht drukte na zijn angsten te hebben uit gedrukt volgde Storm hem nauwlettend. ‘Als je daarvoor bang bent, ik loop nergens heen. Hoe graag ik terug wil naar Londen … ik heb ook geen idee wat ik moet doen na dit alles.’ Dus ze konden daar beide samen aan de uitgang staan, in onwetelheid. Waarschijnlijk zou Nadya hen nog eens vergezellen ook. Hij liet zijn handen door de stapels truien gaan en Storm fronste verward zijn wenkbrauwen, had hij het koud? Dat Devon zich aan niets durfde hechten was Storm wel al opgevallen. ‘Dat komt vanzelf, dat zoek je niet, dat vind je gewoon en het gebeurd. Gelijk wat, een zus, een broer, een vader, liefde, vriendschap.’ Hij zweeg en keek naar Devon’s rug terwijl hij nog steeds in de kleerkast bezig was. Toen hij terug kwam gaf hij Storm een foto met de uitleg bij waar Storm al voor vreesde. Hij liet zijn ogen zakken en keek naar de foto, naar de man en de vrouw. De man had een sigaret en een glas in zijn handen, in zoveel opzichten kon dat zo Devon zijn over zoveel jaren. Had hij ergens geprobeerd zijn vader te evenaren? Met de drank, de sigaretten, de onbezorgdheid? Hij bleef ernaar staren, probeerde er woorden voor te vinden … hij wilde vragen waarom hij niet langer bij zijn ouders was kunnen bleven maar het was misschien nog niet dat moment. ‘Het spijt me Devon.’ Zei hij uiteindelijk zachtjes, alsof het zijn schuld was. Wie zijn leven was meer verknoeid? Storm omdat hij een weerwolf was en hij alles verloren had of Devon die nooit in zijn leven iets had gehad? ‘Ben je gelukkig met wie je geworden bent? Misschien als je hen als je ouders had blijven hebben je helemaal anders was. Je bent geen slecht persoon Devon.’ Meer wist hij daar momenteel niet op te zeggen. Zijn ogen bleven naar de foto staren, alsof hij op één of andere manier de twee uit de foto wou rukken voor een pak rammel omdat ze hun zijn, zijn beste vriend, in de steek hadden gelaten …
Onderwerp: Re: Ghost from the past. [Devon] ma apr 25, 2016 4:07 pm
Devon
You know I’m smart. I spin you round like a knot. I know the pieces of your heart. Sometimes it’s fun, to pull your strings one by one. Until I get you onto one.
’Het zou handig zijn.’ lachte Storm hem futloos toe en voor een moment probeerde Devon diezelfde glimlach op zijn lippen te toveren. Maar net zoals Hall dat niet lang kon volhouden, kon hij dat ook niet. Het was alsof de twee jongens een glimlach op hun lippen plaatsten om de ander proberen op te vrolijken, terwijl de sfeer die in de kamer van StormOn hing eigenlijk op dat moment niet echt op te vrolijken was. Emoties als onzekerheid, spijt, gemis, verdriet, allemaal nieuwe emoties, of toch langs Devon zijn kant. Devon verschool zijn gezicht opnieuw even in zijn handen, niet omdat hij niet wilde dat Hall hem op zo’n kwetsbare manier zag, maar wel omdat het op die manier voelde alsof hij zichzelf gemakkelijker bij elkaar kon houden, letterlijk. Zijn hoofd vasthouden, alle verhalen en herinneringen die er in schuil gingen maakte het net dat tikkeltje gemakkelijker voor hem. ’Weet je,’ sprak Hall opnieuw na enige tijd van stilte en Devon dwong zichzelf om zijn beste vriend opnieuw aan te kijken. Storm zijn gezicht stond een beetje bedenkelijk, en de manier waarop hij in zijn bureaustoel hing was diezelfde die hij aannam als hij zijn hoofd zat te breken over een wiskundig vraagstuk. ’Vertel het mij..’ zei Devon met een zwak glimlachje en liet zijn brede schouders naar beneden hangen, wachtte terwijl met een aandachtige blik in zijn ogen naar Hall. ’We hebben niets van elkaar nodig.’ Als reactie op hetgeen hij zei fronste hij zijn wenkbrauwen en liet zijn tong bedenkelijk over de binnenkant van zijn lip gaan. Niets van elkaar nodig? Wat zei hij nu? ’Jij doet me vaak eventjes vergeten, en,’ Net zoals de ogen van Hall naar de poster gingen, deden die van Devon dat ook. ’Ik zal je eventjes doen herinneren, al is het maar een klein beetje.’ Hij keek Hall weer aan, zijn voorhoofd gladgestreken door de verbaasde blik die op zijn gezicht was verschenen. En toen besefte hij het, besefte hij wat Storm met die woorden wilde duidelijk maken. Ze hadden niets van elkaar nodig, ze hadden gewoon elkáár nodig. Devon haalde met een onzeker, klein lachje zijn handen door zijn bruine haren en schudde lichtjes zijn hoofd. ’Je hebt gelijk.’ was zijn korte antwoord en hij keek weer op naar Storm, recht naar de oprecht gemeende glimlach die rond zijn lippen speelde. ’Je hebt gelijk..’ nogmaals, ditkeer zachter, alsof de woorden in zijn mond nemen het hem gemakkelijker zouden maken om het echt te beseffen. ’Jou tegenkomen in dat bos die ene dag, het is iets wat mijn leven heeft veranderd, hoe onwaarschijnlijk het ook mag klinken.’ Oh hij zag het zo terug voor hem, het kabbelende beekje, Storm op zijn hurken bij het water. ’Net zoals ik jou heb geholpen met jouw tegenslagen, deed je dat ook onbewust ook een beetje voor mij. Het verschil is dat je er je niet bewust van was, en ook dat je bij mij niet weet wat erachter zit. Erover praten valt me gewoon zwaar. Misschien wel omdat ik niet weet waar te beginnen.’ Hoofdschuddend haalde hij zijn schouders op. Bij Hall was het zijn weerwolvenbeet, die ene beet die zijn leven radicaal veranderd had. Hem zijn thuis, zijn vrienden, zijn verleden een beetje had moeten achterlaten. Maar de problemen die er achter Devon zijn masker schuilgingen, dat was iets waar niemand op Genosha zich bewust van was. Als ze al überhaupt wisten dat er achter die eeuwige grijns van hem een groter verhaal afspeelde. ’En nu is het mijn beurt om voor jou uit te kijken.’ Het was een grote stap wat Devon zette: Knikken op het moment Hall die zin had uitgesproken. Hij had zichzelf al geleerd om mensen niet meer weg te duwen, dat was wel gebleken uit zijn wanhopige poging om Hall terug met zijn voeten op de grond te zetten toen hij zichzelf wou overgeven aan Lupos. Maar er waren ook bijkomende dingen, aan die échte, langdurige vriendschappen. De diepgaande gesprekken over het verleden, iets waar Devon allesbehalve mee vertrouwd was. Maar zoals Hall gezegd had, zou hij voor hem uitkijken. En dat was iets wat hij dringend moest leren accepteren. Voor een keer was hij niet alleen.
De handen van Hall gingen de lucht in toen hij zei dat hij ook verbaasd was door de vraag die Kylie hem had gesteld. En wát voor een was het ook geweest? Een klein meisje van 10 jaar zou niet met zo’n vragen in haar hoofd moeten rondspoken. Gelukkig zijn, was dat iets waar Kylie mee bezig was? Ergens baarde het Devon zorgen, zo’n termen waar zelfs StormOn geen definitie op konden kleven, maar wel gevraagd werden door de rode krullenbol? ’Wat gaat er in godsnaam om in het hoofd van die kleine?’ Hij liet een hand over de achterkant van zijn hals glijden en wierp een blik naar buiten, naar de zon die ergens schuilging achter de wolken. Het kon maar één ding betekenen, en dat was dat Devons komst in hun gezin zo’n ongeloofelijke inpact op het meisje had gehad. Devon was zo veel voor haar gaan betekenen, meer dan dat hij zelf besefte. Er was gewoon geen andere verklaring voor. Of toch niet een die hij ter beschikking had. Zachtjes antwoorde hij dat hij gelukkiger was en richtte zijn ogen weer in die van Hall, die hem bemoedelijk aankeek. Voor een moment wisselde een blik, en leek het haast alsof de stille woorden doorheen de kamer vlogen. Ze hadden geen woorden nodig om elkaar te begrijpen, om te bergijpen dat ze beide nog een lange weg te bewandelen hadden. Maar zoals Hall eerder gezegd had, het was een weg die ze niet in hun eentje moesten afleggen. Ze zouden elkaar als steun en toeverlaat hebben totdat alles op zijn pootjes terecht kwam, en misschien nog wel veel langer als dat. Velen zagen hen als het kwieke, enthousiaste duo dat niets anders deed dan achter de pluimen van elk meisje op Genosha aanzitten. StormOn, zoals ze genoemd werden en elkaar ook noemden. Maar er zat zoveel meer achter die naam, het had een betekenis die niemand ooit zou kunnen begrijpen. En dat simpelweg omdat er geen woorden waren die hun band konden omvatten, zoiets moest je gewoon voelen.
En of het nieuw was voor hem. In zijn verleden hadden ze hem met man noch macht aan het spreken gekregen. Zowel zijn pleegouders niet, als de maatschappelijk verantwoordelijken die hem daar geplaatst hadden. Maar Storm zijn aanpak, zijn open houding, de vragen die hij stelde, de dingen die hij aanhaalde.. Het voelde allesbehalve een verplicht gesprek, en Devon voelde zich -in hoeverre dat mogelijk was- op zijn gemak. ’Daar heb je een punt..’ zei hij schouderophalend en knikte. Alles wat Hall zei klonk zo logisch en voor de hand liggend, maar toch was het niet gemakkelijk om aan te nemen. ’Maar ik weet gewoon dat het er ooit van gaat komen. Die zoveelste nieuwe stap in het onbekende. Wéér van nul af aan beginnen.’ alleen de gedachten eraan zorgden ervoor dat hij een ziek gevoel in zijn buik kreeg. Hall begon over Londen, en Devon fronste bedenkelijk zijn voorhoofd. Hij sprak altijd alsof Londen de plaats was waar hij naar terug zou keren, ooit. Naar zijn ouders, zijn broertje, Camille, maar nu.. Nu leek hij er zo onzeker over. ’Waarom zou je dat niet doen Hall? Als je ooit je mutatie onder controle hebt? Je hebt mensen die op je wachten, die van je houden en je zullen vergeven om de dingen die je hebt gedaan. Jij hebt familie..’ Nee, net zozeer als de gedachten aan opnieuw beginnen hem een ziek gevoel gaf, gaf het feit dat Storm misschien nooit meer naar Londen zou gaan hem een ziek gevoel. En toen zei Storm iets waar Devon van moest slikken. ’Nee, dat niet maar..’ hij dacht even na over zijn woorden en liet de achterkant van zijn hoofd tegen de muur rusten. ’Ik wil geen blok aan je been zijn Hall. Alles voor mij in de toekomst is een groot vraagteken. En jij, jij hebt verschillende mogelijkheden.’ Devon blies zijn wangen bol en liet langzaam de lucht er tussen door suizen. Hij had zijn familie in Londen, en als hij daar niet opnieuw heen wilde, dan was er nog altijd Nadya. ’Teruggaan doe ik sowieso niet.’ verzekerde hij Hall en staarde kort naar het plafond. ’Of toch niet naar de mensen waar ik ooit bij in huis gewoond heb. Ze hebben me niets te bieden net zo min als ik hun iets te bieden heb. Als je teleurstellingen niet meerekent dan.’ Het deken werd nog altijd tussen zijn vingers doorgegeven, alsof hij op die manier de nare gevoelens die naar boven kwamen eraan kon doorgeven. Maar ergens had Hall hem ook wel gerustgesteld door te zeggen dat hij ergens niet zeker wist of hij naar Londen terug zou keren. Het was een beslissing die Devon nooit in zijn plaats zou maken, en als hij toch moest helpen beslissen, zou hij hem -als zijn mutatie geen gevaar meer vormde- sowieso naar zijn thuisfront sturen. Maar zoals hij hem nu bezighoorde.. ’Begin al maar een land uit te kiezen dan..’ snoof Devon mistroostig en ging met zijn hand door de stapel truien in zijn kast. Een krakend geluid kondigde aan dat hij de foto gevonden had. Hij liet zijn blik er kort overheen gaan alvorens hij hem aan Hall aanreek, die hem op zijn beurt voorzichtig aannam.
’Dat komt vanzelf..’ herhaalde hij zachtjes de woorden van zijn beste vriend en dacht erover na. Met zowel zussen, broers als vaders was hij in contact gekomen. Maar ze waren niet écht, het was altijd slechts op papier geweest. Een pagina’s lang officieel document met een handtekening onder. Het enige leuke wat Devon daaraan vond was dat hij een kleine berenpoot onder zijn naam tekende, en dat als handtekening mocht gebruiken. Het volgende wat Hall opnoemde, liefde, dat was iets waar hij zacht om moest lachen. ’Liefde? Als in verliefd zijn en een relatie hebben?’ Devon fronste zijn wenkbrauwen en zuchtte. ’Yeah right, zie je me al? Dat is niet aan mij besteed Hall..’ maar terwijl hij die woorden uitsprak, hoorde hij lichte aarzeling in zijn eigen stem. Voor een moment was het stil, en keek Devon naar de achterkant van de foto van zijn ouders. Uiteindelijk opende Hall zijn mond, en kwamen er woorden uit die Devon een beetje in de war brachten. ’Waarom spijt het jou?’ Devon schudde zijn hoofd, trok voorzichtig een mondhoek op en leunde voorover om Storm een kleine duw tegen zijn knie te geven. ’Je doet bijna alsof het auto-ongeluk jouw schuld is.’ Toen hij weer met zijn rug in zijn kussens terecht kwam, kreeg hij een vraag waar hij even over moest nadenken. ’Ja daar hebben we het woord gelukkig weer..’ begon hij met een opgezet grijnsje en zette nadenkend zijn tong tegen zijn boventanden. ’Ik zou sowieso een ander persoon geweest zijn als ik mijn ouders gewoon nog gehad had en ze er waren geweest om me op te voeden. Maar ik ben ook wel blij met wie ik nu ben, de personen die er momenteel in mijn leven aanwezig zijn en de vooruitzichten van morgen. Dat is iets wat ik in lange tijd niet gehad heb, dus ja..in die zin ben ik wel gelukkig.’ Devon wist dat het een stomme vraag was om hem aan Storm te stellen, hij wist hoe ongelukkig zijn mutatie, zijn vloek hem kon maken, dus hij zweeg.
Onderwerp: Re: Ghost from the past. [Devon] ma apr 25, 2016 10:28 pm
.Always live before you die.
Er was niet veel waar de twee elkaar niet in kenden. Het was verbazingwekkend dat ze elkaar op zo’n korte tijd al zo gemakkelijk konden lezen. Vaak was één knikje of handgebaar vanop afstand al genoeg om iets duidelijk te maken. Storm was geen moeilijk karakter, hij had enkel een moeilijke mutatie maar dat had er een heel deel van de maand weinig mee te maken. Het was gemakkelijk voor hem om vrienden te maken maar Devon, het was zo spontaan gebeurd dat Storm nog steeds achteraf verbaast was over de snelheid waarmee ze beste vrienden waren geworden. Ethan had het altijd gezegd in Londen, hij zou zijn partner in crime vinden, hij had indertijd grotendeels gedoeld op de dames. Daarin was Devon ook zijn partner in crime maar het ging ook veel verder, Devon trok hem door de zwaarste storm als het nodig was. Net als Storm hem uit de diepste ravijn zou helpen en dat allemaal in drie maanden tijd. In drie maanden tijd had hij de beste vriend gemaakt die iedereen zou wensen. En terwijl hij kort Devon opnam kwam een onopgemerkte kleine grijns op zijn lippen te liggen. Het was goed, nee, het was geweldig om iemand te hebben die letterlijk zijn leven zou geven voor je. Storm hoopte dat op een dag te kunnen terug doen.
Hij kreeg zijn gelijk van Devon en Storm knikte langzaam. Ze hadden niets van elkaar nodig als ze het ook compleet voor elkaar konden zijn. En Devon dacht er net hetzelfde over, dat liet hij blijken door de woorden die hij luidop zei. Storm keek voor een moment uit het raam, waar hij de kruinen van de bomen nog net kon zien. Die plaats, als hij zijn ogen zou sluiten zou hij het hele tafereel in detail kunnen her afspelen. Tot voor nu had Storm geen idee gehad dat Devon hem meer nodig had dan de standaard versie van een beste vriend, het viel ook gewoon niet op. Devon was er zo onophoudelijk voor Storm dat hij op één of andere manier zijn eigen problemen onzichtbaar maakte en het dus voor Storm een stuk moeilijker was om tegenaan te lopen. Maar het was niet enkel dat, het was ook Lupos. Storm voelde zich op een bepaalde manier schuldig dat hij altijd zo intens met zijn eigen emoties en gedachten bezig was dat hij niet lette op die van anderen. Hij had Nadya nog niet eens zover gekregen om alles te zeggen over haar lange verleden en het maakte Storm ergens kapot. Ze waren er voor hem, letterlijk, ze zouden hun leven geven en hij kon amper iets terug doen, hij kon zelf niet eens zien dat zijn kamergenoot met problemen zat van zichzelf. Hij was een beroerde beste vriend op dat vlak, zoveel was zeker. Zijn leven was veranderd de nacht dat hij werd gebeten, dat van Devon toen ze elkaar voor het eerst tegen kwamen. ‘Ik voel me er schuldig om dat ik het me niet bewust van.’ Hij keek Devon aan en haalde zijn schouders op. ‘Na alles zou ik op zen minst in staat moeten zijn om de veranderingen te merken, de kleine dingen. Maar het viel me pas op bij je die ochtend in het bos, toen ik net ontslagen was uit de ziekenzaal.’ Hij zweeg en keek Devon onderzoekend aan voor een kort moment. Het was Devon’s toon geweest die het had verraden, die had verraden dat er ergens in zijn leven iets moeilijk was geweest. Maar zelf toen was Storm te druk bezig met het ordenen van zijn eigen gedachten om erop in te gaan. ‘En ik werd eraan herinnerd toen ik Kylie ontmoette.’ Mijmerde hij verder. Hij streek zijn hand kort over zijn kin en duwde het schuldgevoel weg in zijn doosje vol schuldgevoelens … Wat trouwens al aardig op ontploffen stond.
‘Ze zeggen altijd beginnen bij het begin.’ Flauw maar de waarheid. Als je Storm zou vragen om over Lupos te vertellen dan zou hij terugkregen naar die ene nacht dat hij gebeten werd. Maar voor hem was dat maar een deeltje van zijn leven, negen maanden om precies te zijn. Dat van Devon omvatte waarschijnlijk zijn hele leven, en het begin was twintig jaar terugkeren in tijd, of althans tot het moment dat Devon zich iets kon herinneringen. Storm moest kort grinniken bij de opmerking van Devon over Kylie. Dat had hij zichzelf ook afgevraagd toen hij die ontmoeting terug naar zijn kamer wandelde. ‘Geen regenbogen en eenhoorns in ieder geval.’ Grapte Storm zachtjes. Welk kind stelde nu zo’n vraag? Zo’n levensbelangrijke vraag? ‘Ze wist me in ieder geval te verbazen. Ik ben niet veel sprakeloos maar toen,’ hij zweeg en gaf Devon een veelbetekenende blik. Kylie Roberts, dat kind had ook haar leven nog niet gestart … en wat voor leven zou dat zijn.
Storm boog voor een moment naar voor, nam nog een kippenvleugeltje. ‘Ik heb altijd een punt.’ Merkte hij nonchalant op, om iets luchtigs in de moeilijke woorden te krijgen. Hij wist dat dit alles behalve gemakkelijk was voor Devon. Ze waren beide glad met woorden, zelf Storm kon het redelijk goed redden in de moeilijke momenten maar dat gold niet voor Devon. Dat was hem ook pas opgevallen in het bos, kort na zijn ontslag uit de ziekenzaal. ‘Je begint nooit van nul af aan, je neemt altijd iets mee van de vorige stap in de volgende.’ Merkte Storm meteen op, alsof hij de levensexpert was in stappen ondernemen. Hij had nooit een voet uit Londen gezet tot hij werd gebeten. Hij had nooit harde beslissingen moeten maken op zijn eentje, hij had nooit iets moeten doen dat hij niet wilde. ‘Je gaat niet van vandaag op morgen naar een nieuw leven en vergeet alles van het vorige.’ Als Devon ooit zou vertrekken en Storm zou vergeten wel … Storm bewees graag het tegendeel van zo’n dingen. Hij zette zijn tanden in het kippenvleugeltje terwijl Devon hem vroeg waarom hij niet zou terug willen. ‘Omdat ik anders ben geworden. Trouwens, ik krijg hem nooit honderd procent onder controle, ik ga hen niet in gevaar brengen.’ Wees hij door het raam richting Londen. Het was een nuchtere opmerking geweest, eentje de behoorlijk wat zelfzekerheid bevatte ook en dat was nieuw want Storm en Londen, het was een onafscheidelijk duo geweest tot voor die volle maan. ‘Ik heb familie en ik zal ze blijven hebben, ja,’ hij zweeg en glimlachte futloos. ‘Maar ik keer niet permanent terug naar Londen. Dat is wat ik geleerd heb uit deze stap van mijn leven.’ Het was een sombere gedachten maar Storm had zich er ergens bij neergelegd. En toen zei Devon iets waar Storm zich kort van verslikte, hij begon te hoesten en mikte het resterende kippenvleugeltje in de vuilbak. ‘Meen je dat nu.’ Piepte hij door het hoesten heen. Hij rolde voor een moment naar zijn kant van de kamer en draaide zijn fles water open, dronk er enkele slokken van tot de hoest verdween. ‘Een blok aan mijn been, echt Devon.’ Hij glimlachte hoofdschuddend en rolde zichzelf op zijn stoel terug naar het bed van zijn kamergenoot. ‘Ik ben de blok aan het been het meest van de tijd. Trouwens als jouw toekomst een vraagteken is dan is de mijne dat ook.’ Hij zweeg en keek zijn vriend doordringend aan. ‘Denk voor geen moment dat ik vertrek zonder eerst aan jou te denken. Wat we doen, doen we samen, het doen het al aardig goed zover.’ Knipoogde hij. Al was het maar een soort van aanmoediging, Storm meende het. Ze waren beste vrienden, haast broers, hij zou Devon niet laten gaan zonder er zeker van te zijn dat hij het zou redden.
Terug gaan naar huis zat er dus niet in, wat Storm waarschijnlijk ergens wel had verwacht. Hij zou ook niet willen terug keren naar de dorpen waar zijn slechte momenten in het verleden zich hadden afgespeeld. Terwijl Devon door zijn kast ging praatte hij gewoon verder. Een land kiezen, hij moest gelijk aan Kat denken. ‘Kat is ervan overtuigd dat we samen een wereldreis gaan maken dus misschien moet je gewoon meekomen en zien we vanzelf wel welk land ons aanstaat.’ Het was geen reëel idee maar het idee stelde wel al het vaste uit. Misschien was rondtrekken van plaats tot plaats wel exact wat Storm nodig had, al zeker als hij het met Kat kon doen. Dus waarom niet met de hele bende, de tijd van hun leven, daar zou het waarschijnlijk wel ergens op neer komen.
Devon had bindingsangst, zo zag Storm het in ieder geval. ‘Niet enkel liefde.’ Rolde hij gelijk met zijn ogen. ‘Kijk naar ons, jij zegt dat je je niet durft hechten aan iets maar voor wat ik zie zijn we behoorlijk onafscheidelijk geworden. We zijn praktisch broers, dat heb je op zoveel verschillende manieren al bewezen. Je kan het wel en zoals ik zeg, het gaat vanzelf.’ Hij haalde zijn schouders op en dacht aan de weinige mensen in zijn leven waar hij echt voor door het vuur zou gaan, Devon, Camille, Nadya … Zijn gedachten bleven even bij haar hangen terwijl Devon verder ging. ‘Zeg nooit nooit.’ Glimlachte hij zwakjes. Wie zei dat Devon morgen niet iemand zou leren kennen die heel zijn leven op zijn kop zou zetten? Net als Nadya dat ergens ook wel deed bij hem. ‘En ik zie je wel,’ hij haalde zijn hand voor zijn hoofd, alsof hij zich het plaatje voorstelde. ‘Ik zie alleen niet wie er naast je staat.’ Glimlachte hij grappend. Hij kon het niet laten, alleen dreef die glimlach gelijk weg toen hij de foto te zien kreeg. Het was iets dat mensen zeiden, dat het je speet, als iemand anders iets verloren had. Alleen dacht Storm dat zijn ouders hem hadden afgestaan of iets in die zin maar het bleef dus dat hij ze echt verloren was, als in gestorven. Een auto ongeluk, Storm wist niet eens wat hij daarop moest zeggen. Hij stelde zich voor dat hij zijn ouders niet zou hebben gehad … een beeld dat hij meteen weer probeerde te wissen. ‘Ze zeggen dat meestal, het spijt me, ookal is het niet mijn fout.’ Prevelde hij in gedachten verzonken terwijl hij nog steeds naar de foto keek. Toen Devon weer sprak over zijn eigen geluk keek Storm met een sombere blik op. ‘Geluk zit in de kleine dingen.’ Mompelde hij verstrooid, zijn gedachten nog steeds bij de foto, het feit dat Devon zijn ouders had verloren. ‘Hoe meer kleine dingen, hoe gelukkiger je vanzelf word. Althans,’ hij zweeg en keek zijn beste vriend aan. ‘Dat is wat ik mezelf probeer wijs te maken.’ Vervolgde hij waarna zijn blik terug naar de foto ging …