Onderwerp: 'I saw this coming, but didn't want to avoid it because I didn't want to believe it would actually happen.' {&Storm} di aug 02, 2016 8:39 pm
Dennimae Elscot
TAG:: Storm Truth is, I love you
Zachtjes zakte de blondine haar voeten weg in het natte gras. Het was pikke donker buiten en het licht van de school deed zeer in haar waterige ogen. Tranen liepen over haar wangen terwijl ze kreunend richting het gebouw strompelde. De andrenaline was zo goed al weg, waardoor Dennimae zich vutloos voelde. Ze was moe, uitgeput en bang. Haar lichte sprijkerbroek was bedekt met warm, rood bloed, evenals haar handen. Modder kleefde aan haar blonde haren en Denni zag er alles behalve goed uit. De meid keek niet achter om, bang voor wat ze daar ook zou mogen aantreffen. De school kwam steeds meer in zicht en zachtjes begon er steeds meer geluid bij het huilen te komen. Zodra Denni de deuren van de school opende, liet ze haar vermoeidheid toe en viel ze voorover op de harde vloer. Ze kon zichzelf nog net tegen houden voor een harde val, door haar bebloede handen onder haar lichaam te plaatsen. De vrouw achter de balie, die normaal altijd zo chagerijnig was, kwam gehaast haar kant op getippeld. De hakken van de vrouw klonken als steken in Denni haar hoofd en haar lichaam kroop nog meer in één. "Storm," Mompelde ze, voordat ze haar lichte ogen sloot. Ze voelde hoe de vrouw haar handen zachtjes op haar schouders plaatste, voordat de vermoeidheid en pijn de overhand namen.
Voorzichtig opende Denni haar ogen, om ze meteen weer dicht te knijpen door het felle licht. Vele verpleegsters vlogen om haar heen en zachte stemmen ontzagen de felle kamer van stilte. Voor een kort moment begreep de meid niet waar ze zich bevond, en wat al die draaitjes aan haar lichaam moesten. Langzaam hief ze haar hand omhoog, maar een steek op haar bovenarm zorgde dat haar gezicht betrok. Dennimae staarde naar het verband rond haar arm en voelde de paniek op komen. Vervolgens schoten haar ogen naar de verpleegsters en duwde ze zichzelf ondanks de pijn overreind. "Waar is Storm?" Haar stem klonk hees meer fel. Denni wilde het bed uit stappen, maar werd meteen tegen gehouden. "Rustig maar, meisje. Je hebt -" Één van de zusters probeerde haar gerust te stellen, maar Denni sloeg haar hand weg. "Waar is Storm?" Zei ze nogmaals terwijl haar ogen de kamer door gingen. "Hij is hier niet. Maar het is belangrijk dat je rustig aan doet, Denni. Je hebt aardig wat verwondingen opgelopen en we vermoedde een hersenschudding." Dat verklaarde de hoofdpijn, maar niet het feit waar Storm was. En momenteel was dat Denni haar eerste zorg, Storm. "Jullie moeten hem gaan zoeken." Mompelde ze, terwijl ze haar rug terug tegen het bed liet zakken. Zachtjes liet ze haar rechter vingers over het infuus aan haar linker hand glijden, om een diepe zucht te laten ontsnappen. "Jullie moeten hem helpen." De zuster keek haar met een gefronsde blik aan, alsof Denni totale onzin aan het uitkramen was. "Het komt wel goed met hem. Je blijft vanavond sowieso nog hier, ter observatie. Ik zal iemand naar Storm sturen." De vrouw knikte bemoedigend, al geloofde Denni geen woord van wat ze vertelde. De blondine sloot haar ogen, waarbij er weer enkele tranen over haar wang spijpelde. Lupos.. Ze kon het maar niet bevatten. Lupos had haar laten gaan. Waarom? En waar was Storm nu? De ontwetenheid knaagde aan haar, bezorgde haar nog meer hoofdpijn dan dat ze al had. Dennimae haar gehele lichaam trilde, de zuster vertelde dat dat een gevolg van haar adrenaline kick was. Maar het was angst, angst voor wat Lupos met Storm zou doen.
Onderwerp: Re: 'I saw this coming, but didn't want to avoid it because I didn't want to believe it would actually happen.' {&Storm} di aug 02, 2016 8:54 pm
.Always live before you die.
Het was geen blinde paniek, toch niet meer dan de stekende pijn die hij voelde in zijn hart. Toch dreef hij de wolf verder het bos in alsof het daar de enige plek was waar hij kon vluchten van zijn eigen problemen, van zijn eigen pijn, zijn eigen daden. Alles in het lichaam van de weerwolf trilde, alsof hij het plots zoveel kouder had maar het was slechts de angst die als een dun laagje zijn hele lichaam in beslag nam. “Ik hou van je, Storm Hall.” De woorden echode in zijn hoofd, zorgde ervoor dat alles zwart werd voor zijn ogen en de wereld een moment lang leek te dansen. Hij keek niet naar de weg waarop Lupos rende, hij keek niet tot Lupos instinctief probeerde te remmen voor een ravijn. Storm schrok niet wakker uit de gedachten terwijl de wolf naar beneden viel en met een korte jank op een steen landde. Hij voelde geen pijn, hij voelde niet hoe zijn poot op twee plaatsen was gebroken door de val. Hij voelde niet hoe hij langzaamaan alle controle kreeg en Lupos het gevecht op gaf. Het enige wat hij zag was haar blik en de woorden die hij opnieuw en opnieuw in zijn hoofd liet afspelen, “ik hou van je, Storm Hall.”
Het duurde waarschijnlijk minuten, uren? Voor Storm besefte dat hij hier niet kon blijven liggen. Hij zou kunnen wachten op de dood maar hij wist dat het niet zou komen, niet voor hem in ieder geval. Hij verdiende het niet te sterven, net als hij haar niet verdiende. En toch was dat het enige wat voor zijn netvlies passeerde terwijl hij daar lag in het lichaam van Lupos. Hij zag haar onzekere glimlach, haar altijd zachte woorden, hij zag hun dansen naast het water met de Londen Eye op de achtergrond. Het was als een soort film, hoe Denni uit het zwembad kwam en haar arm stootte, hoe ze Storm een handdoek bood die hij meteen had geweigerd. Hoe ze aan zijn bed had gezeten na die volle maan, de gekwetste blik, de verdrietige blik. Hoe ze had geglimlacht toen ze hem haar cadeau gaf. Hoe ze tegen hem aan was gekropen, hem welterusten had gewenst, er was als hij wakker werd. Haar warmte, haar vriendschap, haar energie … en nu was het liefde. Dat was wat hem al die dagen had bezig gehouden, dat was exact het gevoel dat hij al die tijd had onderdrukt, waar Lupos op had zitten teren. Ondanks dat hij wilde rennen, weg van dit eiland was er een deel dat hunkerde naar haar, dat bij haar wilde zijn en haar omhelzen. Het beeld van haar lichaam onder de weerwolf, met bloed over haar kleren en de immense wond op haar arm maakte Storm echt volledig wakker. Hij moest naar haar toe gaan, al was het maar om echt afscheid te nemen.
Iedere pas die Lupos zette door het bos was er eentje op drie poten. Het ging moeizaam, langzaam maar de pijn hield Storm grotendeels gefocust en Lupos dus uit zijn hoofd. Het genezingsproces ging even langzaam maar tegen dat hij aan de plek was waar hij was getransformeerd mankte hij enkel nog lichtjes en waren de boten weer op de correcte manier aan elkaar gegroeid. Transformeren was ondragelijk, het was alsof hij nog meer pijn voelde dan normaal. Hij was moe en hij was nog niet eens bij volle maan. Zijn kleren hadden het overleefd wonderbaarlijk genoeg. Hij gespte zijn hartslagmeter rond zijn pols en keek naar de zwakke onregelmatigheid van zijn hart. Hij bleef tegen die boom zitten terwijl hij voor zich uit keek, hij moest gaan, hij moest weten dat ze in orde was.
Hij bleef voor de ziekenzaal staan, trillend, uitgeput door de immense energie die Lupos van hem had afgenomen. Hij was hier al te vaak geweest, niet enkel voor zichzelf maar ook voor anderen. Dit kon geen gewoonte worden, dit mocht geen gewoonte worden om hierheen te komen omdat hij zichzelf niet onder controle kon houden. Hij sloot zijn ogen, hoorde hoe een compresverband werd open gescheurd, rook hoe ontsmettingsmiddel op een watje werd gegoten. Hij smaakte haar bloed op zijn tong, alsof het zijn tanden waren die haar hadden vast gegrepen in plaats van zijn klauwen. Hij vond de moeite om het gebouw binnen te wandelen, aangezien het nacht was hadden de gangen iets akelig stil, buiten dat ene gebied. Maar hij vond wel één van de verpleegsters die hem goed genoeg kende om te weten wat er was gebeurd met één blik. ‘Storm.’ Ze nam hem bezorgd op, duwde hem één van de onderzoekskamers in, hij vond amper de houvast in de versnelling waarmee ze hem de ruimte in duwde. ‘Heb je kalmeringsmiddel?’ Vroeg hij zacht, amper ademhalend terwijl hij op de rand van het bed ging zitten. ‘Ik denk dat het daarvoor te laat is.’ Merkte ze voorzichtig op. Ja, het was er te laat voor, Lupos was uitgevlogen, Storm had hem niet kunnen tegenhouden en nu viel zijn wereld langzaam weer aan brokken. ‘Hij heeft zijn plezier gehad, please geef me de kalmering zodat ik,’ hij stokte zijn ademhaling en ademde dan beverig weer uit. ‘Ze is oke Storm.’ Hij voelde een hand op zijn schouder, dat bemoedigende kneepje voor ze een vloeistof op trok in een spuit. Hij sloofde zijn hemd op en hield zijn arm vooruit. ‘Misschien, maar ik niet. Ik wil naar de Danger Room als ik hier straks uit kom.’‘Er is een reden waarom jouw wolf niets meer deed dan dat, er is een reden waarom hij haar niet nog verder toetakelde. Misschien moet je het in je hart toelaten om er eens over na te denken, ze overleefde het omdat jij controle won.’ De verpleegster zweeg en zette de naald tegen zijn huid, duwde de vloeistof naar binnen. ‘Waarom denk je dat dat is gebeurd?’ Sloot ze af. Storm keek haar niet aan, hij staarde naar de deur, staarde naar het beeld van Lupos net voor hij Denni wilde vermoorden … maar hij had het niet gedaan … waarom was dat?
De kalmering deed bijna meteen zijn werk, het zou langer blijven hangen omdat hij zelf verzwakt was van de transformatie en omdat Lupos er niets aan deed om terug te vechten. Dus ze waren beide verdoofd, wat ervoor zorgde dat Storm wat weerstand vond in zijn eigen lichaam. Hij kwam van het onderzoeksbed af en liep de gang op, zijn passen waren iets stabieler, zijn emoties meer geordend maar zijn zintuigen nog steeds haarscherp. Haar vinden was gemakkelijk … volg de geur van bloed. Hij bleef bij de kamer staan, hij bleef uit het zicht staan en staarde de gang in, luisterde naar de tranen die over haar wangen liepen, hoe wanhopig ze vroeg naar Storm. Na alles wat hij net had gedaan? Na alles wilde ze hem toch nog zien? Hij draaide zich, voorzichtig, zo ontzettend traag en keek de kamer in. Ze vroeg opnieuw naar hem. ‘Ik ben hier.’ Prevelde hij. Hij had geen idee of ze het zou horen maar ze zou hem wel zien staan. Er stonden twee verplegers in de hoek te prevelen. ‘Kan ze nu ook een weerwolf worden? Ze is tenslotte gewond geraakt door dat beest.’ Begon de ene aarzelend, zo stil dat Denni het onmogelijk kon horen. Maar hij wel. Beest … hij was een beest. ‘Ze is niet gebeten.’ Zei Storm. De twee keken meteen geschrokken naar hem op. ‘Hij heeft haar niet daarvoor gekozen.’ Fluisterde hij erachteraan. Hij sloeg zijn blik naar de grond, staarde een moment lang naar de patronen in de vloer alvorens hij richting Denni keek, recht in haar lichte ogen die hij eigenlijk niet eens durfde aan kijken. Dus hij keek naar de wond, naar de sporen waar Lupos haar had vastgegrepen. En eigenlijk wilde hij instorten, eigenlijk wilde hij gewoon hier op de grond zakken en huilen. Maar het was alsof die verdoving dat tegenhield, alsof het alles tegenhield in zijn lichaam om gewoon te gaan. Hoe langer hij naar de wonde keek hoe meer hij zich afvroeg waarom. Waarom had Lupos haar laten leven? Waarom had hij controle kunnen terug nemen op Lupos zijn meest favoriete moment? Waarom leefde ze noch? En waarom voelde hij niets meer dan de intense drang om zijn armen om haar heen te slaan en haar nooit meer los te laten …
Onderwerp: Re: 'I saw this coming, but didn't want to avoid it because I didn't want to believe it would actually happen.' {&Storm} wo aug 03, 2016 12:57 am
Dennimae Elscot
TAG:: Storm Truth is, I love you
De zeurende, stekende pijn in haar bovenarm was het geen dat de meeste aandacht trok. Haar dij voelde enkel als een schrammentje, al hoorde ze de verpleging zeggen dat ook dat nog een aardige wond was. Haar blonde haren waren in een staart gebonden en ze waren duidelijk gewassen. Denni haar hele lichaam voelde schoon. Hoe lang was ze hier geweest? Hoe lang had ze geslapen? Haar lichte ogen volgde de verpleging, bekeken het verband, de slangentjes die aan haar infus verbonden zaten. En weer voelde het alsof Denni iets aanschouwde dat niet van haarzelf was. Alsof ze buiten haar lichaam stond, toekijkend naar het geen dat zich rond haar afspeelde. Maar net als bij het beekje in het bos was ze er wel degelijk bij. Storm was er echter niet, iets dat haar beangstigde. Ze wilde weten hoe het met hem ging, waar hij zich nu bevond. En ze had vragen, zoveel vragen. Ze wilde hem nog zo veel meer vertellen dan die enkele woorden die ze had kunnen spreken. Maar op de een of andere manier hadden haar woorden Lupos beïnvloed. En Denni was verrast geweest dat ze het überhaupth had kunnen uitspreken. Ze hield van hem.. En hij wist het nu. Hij wist het en was toch gerend. Hoofdpijn sloeg erger toe toen ze er verder over probeerde na te denken. Verslagen liet ze haar hoofd op het kussen rusten, probeerde ze haar ogen te sluiten.
Maar rust kon ze niet pakken. Hoe vermoeid haar lichaam ook voelde, hoe op ze was, ze kon zichzelf geen rust gunnen. Haar gedachtens maakte overuren, het idee dat Storm ergens in het bos rond zwerfde maakte haar bang. Dennimae was emotioneel overdonderd, van zichzelf, van Storm. Van de gehele situatie die deze avond had plaats gevonden. Ze wist totaal niet hoe ze zich moest herpakken, hoe ze hier op moest reageren. Wat ze überhaupth moest doen. Ze wilde hier niet liggen, in één of andere veel te felle kamer. Waar het stonk naar chemicalen die haar misselijk maakte. Zusters die van alles deden, over haar aan het praten waren met het idee dat ze het niet kon horen. Maar ze hoorde ze wel degelijk, Denni was niet gek. Toen ze haar lichte ogen weer opende, kantelde ze haar hoofd om hem in de deur opening aan te treffen. Voor een moment voelde ze hoe haar spieren zich aanspande, hoe de wonden begonnen te bonken door de plotse spanning in haar lichaam. "Storm," Kwam er zacht, verslagen over haar lippen. Haar al vochtige wangen werden gestreeld door een enkel traantje die zich van haar ooglid losmaakte. Storm zei echter niets. Hij kon haar amper aankijken en zachtjes beet Denni op haar lip. Ze zuchtte, hopend dat haar lichaam iets meer zou ontspannen en de pijn wat dragelijker werd. Ze wendde haar blik geen moment van hem af, ook niet toen de verpleging voor het laatst aan de snoertjes zat. "Probeer nog wat te slapen." Ferluisterde de zuster haar toe, waarbij ze bemoedigend haar hand op Denni haar schouder legde. De meid schonk haar echter geen aandacht. Ze keek naar Storm, alsof ze wachtte tot hij zou spreken. De zuster keek kort even om, voordat ook zij de kamer verliet. En toen waren ze alleen. Het gepiep van de monitor was het enige geluid dat de kamer nog vulde. Moeizaam slikte ze, voordat ze haar blik van Storm af trok en naar het plafond keek. Ze wist niet wat ze moest zeggen. "Ik meende,-" Haar stem die al zo hees klonk, stierf weg bij haar woorden. Denni probeerde zichzelf wat rechter op te duwen, waarbij haar gezicht betrok en er een zachte kreun te horen was. Haar arm voelde zwaar, wilde amper meewerken met haar bewegingen. Maar ze wilde de pijn niet tonen, ze wilde Storm niet laten zien wat Lupos haar gedaan had. "Ik meende wat ik zei." Kon ze uiteindelijk uitbrengen, zachtjes. Haar lichte ogen zochten die van Storm, zochten naar de veiligheid van zijn prachtige bruine kijkers. Maar ze vond ze niet. Dennimae was verslagen. Ze was kapot, moe, gebroken. Ze had gefaald in op de ergste manier dat ze kon falen. Ze had hem gefaald, Storm. Ze had zich niet tegen Lupos kunnen weren, had hem niet die berscherming kunnen bieden die ze hem had willen geven. En nu hij hier zo stond.. Was ze bang. Niet bang dat hij haar iets aan zou doen, niet bang dat Lupos haar iets zou doen. Maar bang voor de gevoelens die ze voor hem had. De woorden die ze had uitgesproken, voor de gevolgen die dat zouden hebben. Langzaam dwaalde haar blik terug naar het plafond, waarbij er weer enkele tranen over haar wangen spijbelde.
Onderwerp: Re: 'I saw this coming, but didn't want to avoid it because I didn't want to believe it would actually happen.' {&Storm} wo aug 03, 2016 12:17 pm
.Always live before you die.
Kon hij dit goed praten? Nee, Storm slikte de schuld nog beter door tegenwoordig dan een glas sterke drank. En het stapelde zich wel op, uiteindelijk zou het wel eens teveel zijn maar het was gewoon niet nu, al wenste hij dat het hem teveel werd. Dat hij zichzelf zover zou kunnen zetten om e vluchten van dit eiland of iemand te vinden die hem deze keer wel echt kon dood krijgen. Het kalmeringsmiddel zorgde dat zijn hoofd zo donker werd, dat hij wilde gaan … en niet meer omkijken. Maar dan was er dat gevoel, die intense drang om te weten of ze veilig was. Was het bezorgdheid? Nee, het ging dieper dan dat, het was een soort van ongekende affectie, een gevoel dat Lupos compleet uit het veld had geslagen. Dus dat gevoel en de donkere sfeer in zijn hoofd hadden hem letterlijk uren lang bezig gehouden terwijl hij daar in dat bos had gelegen, hopend dat iemand hem hier zou weghalen en naar een eiland zou brengen waar hij helemaal alleen was met zijn weerwolf. In veel opzichten zou het duister in hem kunnen winnen hebben, maar het was Denni. Lupos had Denni aangevallen, Lupos had Denni pijn gedaan, Lupos had haar bedreigd en Lupos was uiteindelijk gestopt. Hij had afstand genomen van zijn grootste verlangen en controle terug gegeven aan Storm.
Hij kon de weg volgen die Denni had afgelegd sinds ze hier was aangekomen, ondanks dat de grond propper was kon hij zien waar ze was neer gezakt, waar ze haar hadden verzorgd en waar ze haar uiteindelijk hadden achter gelaten. Alles ging een beetje aan een waas voorbij aan hem, het was alsof hij wandelde in normale snelheid terwijl al de rest in slow motion ging. In de deuropening was hij tot stilstand gekomen, had hij zijn lichaam tegen de deurpost laten leunen terwijl zijn ogen alles deden behalve naar haar kijken. Lupos reageerde niet op haar aanwezigheid, hij reageerde op niets maar Storm wel. Hij hoorde het ritmische gepiep van een hartslagmonitor, het geluid waar hij een geweldig grote hekel aan had gekregen sinds hij op Genosha was. Dus het was zo erg? Haar toestand? Zijn zintuigen deden de rest van het werk terwijl zijn blik levenloos naar de tegels van de vloer staarde. Hij rook een frisse geur, ze was weer propper gemaakt en toch was het enkel de geur van bloed dat hem het meest aandacht vroeg. Haar arm was gehecht en toch kon hij enkel denken aan wat Lupos had gedaan, zo erg dat hij een moment lang naar zijn eigen vingers keek, ze zaten niet onder het bloed maar hij kon het gevoel perfect voor de geest halen. De wonde was diep anders zouden ze het nooit moeten hechten. Hij rook de typisch geur van de slangetjes die met het infuus waren verbonden, hij kende de vloeistof, een algemene energieopkrikker om haar weer van wat levenslust te voorzien. Maar hij rook ook medicatie, pijnstillers die ze door op een knopje te duwen in haar lichaam kon laten. Hij rook alles maar hij rook niet haar …
Toen ze zijn naam zei keek hij niet naar haar op. Hij staarde naar de hartslagmonitor, naar de zekere opstoot van haar hartritme sinds hij de kamer was binnen gekomen. Hij wist dat ze huilde, niet omdat hij naar haar keek maar omdat hij het voelde, hoorde, rook. Eventjes was de verleiding zo groot om gewoon achteruit te stappen en weer het gebouw uit te wandelen. Om haar achter te laten in deze kamer met haar tranen en haar verdriet. Zijn aandacht werd getrokken door de verpleegster die zei dat ze nog wat moest slapen. Storm keek op naar de vrouw, hun blikken kruisten elkaar en hij kon zo lezen wat ze dacht. Dat hij het monster was die haar in gevaar had gebracht, dat hij het monster was dat haar zo had toegetakeld en dat hij nog lef had om hier terug te komen. Ze liep langs hem heen en Storm keek kort over zijn schouder tot ze uit het zicht verdwenen was. Maar verder bewoog hij niet.
Hij probeerde iets te voelen, maar er was niets. Het was dat defensieve masker van hem die alles op zijn plaats hield in zijn lichaam. En het was er ook in zijn blik, de emotieloze blik die ze waarschijnlijk herkende van zoveel weken terug, toen zij op zijn plek had gestaan, toen hij daar lag waar zij lag. Haar woorden brachten zijn ogen uiteindelijk in beweging, hij keek naar haar op. Maar ze keek niet terug, het was alsof hun blikken instinctief elkaar probeerden te ontwijken. Hij keek naar haar gezicht, naar de tranen en de wanhoop, de pijn in haar blik. Ze probeerde wat rechter te zitten en ze kreunde onder de pijn. Hij sloot zijn ogen en keek terug naar de grond. Wat had hij gedaan? Hoe goed ze het probeerde het niet te tonen, hij zag het, hij rook het gewoonweg. En toen maakte ze haar zin af, hij richtte zijn ogen op en voor het eerst keken ze elkaar aan, voor het eerst zag hij alles wat hij al die tijd had willen ontwijken. En er was niets dat over zijn lippen kwam, hij keek haar gewoon aan terwijl haar blik langzaam maar zeker dat masker weg knabbelden en hij de emoties langzaam maar zeker weer toegang gaf tot zijn lichaam. Uiteindelijk kreeg hij zichzelf zover om zich af te duwen van de deurpost en de kamer binnen te wandelen, hij sloot de deur en bleef ertegenaan staan terwijl hij door het raam naar de nacht staarde. ‘Ik weet dat je het meende.’ Zei hij uiteindelijk. Hij maakte zijn blik los van het raam en keek haar aan, liep voorzichtig naar het bed toe. ‘Als je het niet meende zou je hier ook niet zitten.’ Het deed pijn om te zeggen maar ze moest het weten, ze moest weten dat Lupos haar bijna had vermoord. Dat ze dood zou zijn als ze het niet had gezegd. Hij stak zijn hand uit naar het knopje voor de pijnstillers en drukte erop zonder om haar toestemming te vragen. Hij zakte neer op de rand van het bed, hij wilde haar tranen weg vegen, hij wilde haar in zijn armen sluiten maar er was zoveel dat het blokkeerde. Toch, hij legde zijn hand over het hare en zocht naar de blik in haar ogen. ‘Ik vermoordde je bijna.’ Herhaalde hij zijn eigen gedachten. ‘Het enige wat tussen jou en hem instaat is dat,’ hij zweeg en keek weg, staarde naar de muur. ‘verlangen, die twijfel, die intens drang van,’ hij schudde zachtjes zijn hoofd, maakte zijn zin niet eens af. Uiteindelijk keek hij haar weer aan. ‘Hoe kun je dat zeggen na alles wat ik heb gedaan vannacht?’ Vroeg hij haar wanhopig, zijn blik werd terug naar de wonde getrokken, het was zo groot, zo diep en het was allemaal zijn werk …
Onderwerp: Re: 'I saw this coming, but didn't want to avoid it because I didn't want to believe it would actually happen.' {&Storm} vr aug 05, 2016 7:26 pm
Dennimae Elscot
TAG:: Storm Truth is, I love you
De blonde meid kon haar gevoelens maar moeilijk bevatten. Haar hoofd bonkte van de val, maar ook van alles wat er in haar hoofd afspeelde. Er was zo veel gebeurd in deze paar uur dat Dennimae moeite had alles te verwerken. Ze had Storm op een bepaalde manier gezien, in een bepaalde toestand, die haar angst aan jaagde. Ze had Lupos ontmoet, Lupos had haar verwond en dat maakte haar ook angstig. Kort gleden haar blauwe ogen opnieuw naar het verband om haar arm. Maar Lupos had om de een of andere reden haar niet vermoord. Hij had zijn daad niet afgemaakt, het geen dat hij zo graag wilde. Denni had gedacht dat die paar uur geleden haar laatste zouden zijn. En ze had het geaccepteerd, had haar laatste woorden uitgesproken. Echter leken die woorden, de gevoelens die er bij waren gekomen, hem te beïnvloeden. En het waren niet haar laatste geweest. Ze was hier nu, levend en wel. Kort snikte ze, waarna ze met haar vrije hand onder haar neus wreef. En als Denni haar hoofd wel geen chaos was, waren de zusters dat wel. Het was zo ontzettend druk in die kleine kamer, zoveel mensen die heen en weer aan het wandelen waren om dingen klaar te zetten. En waarvoor? Niemand legde de meid uit waarom ze hier precies nog was, echter alleen dat ze verwondingen had en rust moest nemen. Ter observatie. Waar waren ze bang voor? Dat haar arm opeens zou afsterven? Langzaam begon er paniek toe te slaan, paniek van onwetendheid. Wanhoop, machteloosheid. En niemand rapte een woord over Storm, over zijn toestand, of hij überhaupth al uit het bos gekomen was. Het maakte haar gek en onzeker, nog angstiger dan dat ze al was. Want ze vreesde niet voor Lupos, ze vreesde niet om dood te gaan. Ze was bang dat ze Storm zou verliezen aan Lupos. En als het niet Lupos zou zijn, was ze bang dat haar woorden haar handen afgeschrikt. Ze was bang voor de gevolgen die haar woorden en gevoelens zouden hebben.
En toen stond hij daar, in de deuropening. Denni haar ogen bleven op hem gericht, alsof ze bang was dat hij zou verdwijnen als ze even weg keek. En misschien deed hij dat ook wel, Storm was een meester in het ontwijken van dingen. Hij staarde naar de grond en weer voelde Denni wat paniek opborrelen. Er gebeurde zoveel in haar hoofd, dat haar huid zich tot een frons trok. Ze probeerde alles te ordenen, maar de pijn in haar lichaam en de angst voor Storm zijn reacties namen de overhand. Hij reageerde niet toen ze zijn naam zei, probeerde haar blik zo veel mogelijk te ontwijken. In stilte kropen er enkele tranen over haar wangen heen en Denni haar armen voelde te zwaar om de tranen weg te vegen. Haar gehele lichaam voelde zwaar, levenloos. Een misselijk gevoel bekroop haar weer en moeizaam slikte ze. De stilte, op het gepiep van de monitors, drukte op haar borst alsof ze geen lucht meer kreeg. De moeite die Storm deed om haar maar niet aan te hoeven kijken drukte echter pijnlijker. De laatste zuster verliet de kamer, waarna ze alleen gelaten werden. Storm stond nog altijd op zijn plek bij de deurpost. Eigenlijk wilde Denni naar hem schreeuwen, op hem afrennen, tegen zijn borst duwen om haar lichaam vervolgens dicht tegen de zijne te drukken en er alles uit te huilen. Ze wilde hem bij zich, zijn veiligheid, warmte en vertrouwdheid. Maar de muur die Storm weer opgebouwd had hield alles tegen. Het hield hem op afstand, het geen waar Denni een hekel aan had. Wanneer ging hij haar nou toelaten? Of was het na deze avond helemaal verkeken, nu voor goed gedaan? De enige woorden die ze over haar lippen kreeg waren het begin van een zin. Het lukte haar niet om te spreken, ze wist niet eens wat ze precies wilde zeggen. Zacht beet ze op de binnenkant van haar lip toen ze zichzelf omhoog duwde. Het ging moeizaam, pijnlijk en was Storm duidelijk niet ontgaan. Weer een gefaalde poging hem te beschermen.
Toen ze haar zin eindelijk af had gekregen, kruisden hun blikken voor de eerste keer. Dennimae's ogen waren waterig van de tranen en toonde de verwarring die in haar hoofd afspeelde. Ze baalde van de rommel die gemaakt was, van alles wat er allemaal gebeurd was. Ze wilde dit niet, had dit nooit gewild. Storm was nog steeds stil. En het sneed aan haar, de stilte die hij bracht. Ze wilde zijn warme stem horen, zijn Britse accent die haar altijd dat kriebelige gevoel in haar buik gaf. Ze wilde hem vertellen hoeveel ze van hem hield, hoe graag ze hem hier bij zich had. Maar er kwam niks over haar lippen, evenals er niks over de zijne kwam. Toen Storm eindelijk in beweging kwam spande Denni haar spieren zich automatisch iets aan, als reacties op zijn plotse beweging. Echter kon ze zichzelf snel weer meer ontspannen -voor zoverre dat kon in deze benauwde situatie- en kwam er een verslagen glimlachje rond haar lippen. Weer kropen er enkele druppels traanvocht over haar wangen en snikte de meid een keer om te voorkomen dat haar neus ook vocht losliet. Storm sloot de deur, maar bleef op dezelfde afstand als eerst staan. Zijn blik had de hare verlaten, maar Denni kreeg haar ogen niet van hem af. ‘Ik weet dat je het meende.’ Sprak Storm uiteindelijk en Denni knikte zachtjes, trok haar ogen van zijn gezicht naar de deken over haar lichaam. Met haar vrije hand frummelde ze aan de zachte stof, als teken van onzekerheid. Het was een tikje van haar als ze onzeker was, aan dingen gaan frummelen. Het ging automatisch en voor haar ongemerkt. Ze keek toe hoe haar vingers over de stof strelen en vervolgens hoe haar andere hand, van haar gewonde arm, met infuus levenloos op het bed zat. Voorzichtig wiebelde ze haar vingers om er zeker van te zijn dat ze ze nog wel kon bewegen.
Eindelijk kwam Storm naar haar toe, naar het bed. Denni volgde hoe hij naar haar toe kwam en weer verscheen er dat kleine, zwakke glimlachje rond haar lippen. ‘Als je het niet meende zou je hier ook niet zitten.’ Verward fronsde ze haar wenkbrauw, waarbij ze de zin probeerde te verwerken. Maar haar hoofd zat veel te vol om meer informatie te verwerken, dus knikte ze enkel. Storm drukte op het knopje van de pijnstillers en Denni keek hoe het vloeistof zich door het slangentje naar haar lichaam vervoerde. "Niet doen." Zei ze zacht, ietwat kortaf. Haar blauwe ogen zochten die van Storm met nogsteeds dezelfde blik die ze eerder gehad hadden. Ze wilde niet dat hij dat deed, ze wilde niet dat hij haar de pijn afnam. Alsof dat het enige beetje houvast van de realiteit was die ze momenteel had, alsof dat het enige was waarvan haar hoofd het nog kon plaatsen. Storm zakte op de rand van het bed en Denni glimlachte ietwat breeder, blij met het feit dat hij toch bij haar gekomen was. Al wilde ze hem knuffelen, vast houden, tegen zich aan voelen, de kleinheid van zijn hand op de hare was voor nu meer dan genoeg. ‘Ik vermoordde je bijna.’ Denni haar glimlach betrok meteen en ze kantelde haar hoofd iets naar achteren, waardoor ze tegen het kussen leunde. ‘Het enige wat tussen jou en hem instaat is dat,’ Storm zweeg, wendde zijn blik af. Denni keek hem zwijgend aan. ‘verlangen, die twijfel, die intens drang van,’ Storm maakte zijn zin niet af en de blondine schudde zachtjes haar hoofd. "Wil je alsjebliefd ophouden?" Haar stem klonk zwak, vermoeid. "Jij hebt mij niet bijna vermoord. Lupos en jij zijn twee verschillende personen en zelfs twee verschillende lichamen." Kort zweeg ze en liet ze haar blik over Storms gezicht glijden. "Je weet dat ik jullie niet als één zie en je moet echt ophouden met jezelf dit verwijten. Ik leef nog, oké? Tevens heb ik mezelf verwond, waarschijnlijk zou ik mezelf eerder kwaad doen dan jij ooit zult doen." Mompelde ze en voor een moment leek het alsof ze met haar gedachtens afdwaalde van de realiteit. Ze was zo moe, dat ze sowieso erg veel moeite had met het geen haar hoofd aan het doen was en het geen Storm haar vertelde. Maar ze hoorde hem, duidelijk en helder en wist precies wat hij bedoelde. ‘Hoe kun je dat zeggen na alles wat ik heb gedaan vannacht?’ Dennimae zweeg voor een moment, voordat ze zichzelf overreind drukte waardoor ze dichter bij Storm kwam. Ze trok haar hand onder de zijne vandaan, om zijn hand stevig vast te pakken. "Omdat ik je had beloofd, dat jij de eerste zou zijn aan wie ik zou vertellen als iemand mijn hart had gestolen." Zei ze zacht, glimlachend. "En ik heb die belofte gehouden." Langzaam liet ze zichzelf terug in de leuning van het bed vallen, liet ze haar hoofd op het kussen rusten. De meeste puzzelstukjes leken weer langzaam op zijn plek te vallen in haar hoofd en haar lichte ogen keken naar Storm. "Heel eerlijk? Lupos kan me echt niets schelen. Ik ben verliefd geworden op jou, Storm Hall." Haar woorden waren zacht, maar krachtig.
Onderwerp: Re: 'I saw this coming, but didn't want to avoid it because I didn't want to believe it would actually happen.' {&Storm} vr aug 05, 2016 8:33 pm
.Always live before you die.
Er was zoveel dat hij anders wilde doen aan de situatie. Ten eerste was hij meteen van haar weggerend toen ze in dat bos tevoorschijn kwam, dan was dit allemaal misschien niet gebeurd. Ten tweede had hij het nooit mogen toelaten haar zo dichtbij te laten, zowel bij hem maar vooral bij Lupos. Nu besefte hij het, nu pas viel alles op zijn plaats. Lupos had het al op haar gemunt sinds die nacht onder de sterren, dan was zijn wereld veranderd. Dan was ze dat ene lichtpuntje aan de hemel waar hij iedere nacht naar stond te kijken voor hij ging rennen. Als ze langs liep was zijn blik langer op haar blijven hangen, in gedachten verzonken misschien. Zijn glimlach had misschien iets anders gekregen, hij was vaak weg met zijn gedachten. Al die tijd lag het recht voor zijn neus en hij had het niet gezien … Lupos wel. Hij had al die tijd de lange blikken naar haar geïnterpreteerd als een jacht. Hij had alle kleine aanrakingen van zijn gastheer naar haar, een had op haar schouder, een kus op haar wang, gezien als nieuwe informatie. Had hij haar zo dicht niet gelaten dan was ze misschien gewoon aan Lupos voorbij gegaan. En ten derde, deze situatie. Liefst van al wilde hij de tranen van haar wangen strelen, haar in zijn armen sluiten en fluisteren dat alles in orde zou komen. Maar hij kon het niet, hij kon haar niet die geruststelling geven als hij de oorzaak was van al dit.
Ze reageerde meteen, hij zag het niet omdat hij de deur dicht duwde maar hij hoorde hoe ze helemaal opspande en dat … dat domme kleine gebaar deed hem zoveel pijn. Ze was alert, ze was nog steeds ergens bang voor wat Lupos kon doen. Hij was te begrijpen en het duwde hem nog dieper de grond in. Hij bleef tegen de deur staan alvorens hij zich langzaam om draaide naar haar. Ondanks alles wat hij net had gedaan kreeg ze zichzelf nog zover om een kleine verslagen glimlach rond haar lippen te trekken. Storm liet zijn ogen vanaf de deur erop rusten en dan naar de tranen die haar wangen kruisten, ze lichte ogen die altijd zo ontzettend vredevol en levenslustig stonden en nu … Zijn hart kromp een beetje meer in elkaar. Wat kon hij zeggen … Sorry? Dat zou nooit genoeg zijn, Lupos had al eens een muur tussen hen ingebouwd op de dag dat ze hem kwam bezoeken en nu deed hij het weer. Storm ondersteunde die muur met alle macht die hij had, hij moest haar op afstand houden maar hij kon het niet.
Haar vingers streken over het laken, speelde met de rand ervan en kende haar al lang genoeg om te weten dat ze onzeker was. Dus hij dwong zichzelf om naar haar toe te gaan, het was zijn taak haar gerust te stellen voor hij zichzelf in de Danger Room ging gaan opsluiten. En als hij terug hier zou liggen dan zou hij haar op afstand houden, dat was het plan en deze keer zou het werken. Maar het was niet alleen die onzekerheid die het gemakkelijker maakte voor hem, het was ook haar pijn die hem vastbeslotene maakte. Ze protesteerde, te laat, maar ze protesteerde op zijn handeling om haar meer pijnstillers te geven. Hoe kortaf het ook klonk, het deed hem niets. Hij keek haar zwijgend aan, de ene helft van zijn blik was kwaad, streng haast terwijl de andere helft gekwetst stond, bezorgd. ‘Als je het niet doet voor jezelf, doe het dan voor mij want ik kan je niet zien pijn lijden.’ Zei hij zachtjes terwijl zijn ogen automatisch weer naar haar arm gleden. Het zag er zo groot uit, en met alle hechting werd het enkel maar heftiger voor hem om ervan weg te kijken. Haar glimlach werd een beetje breder toen hij ging zitten en hij kon er enkel maar naar kijken. Had ze dan geen besef? Had ze dan geen idee hoe erg mis dit was kunnen lopen? Hij wilde zijn mond open doen om nog meer te zeggen dan hij al had gezegd maar er kwam niets, zij begon. ‘Hoe kan ik.’ Reageerde hij meteen onnodig fel op haar eerste woorden. Hij kneep zijn vingers in zijn neusbrug en liet zijn hoofd zakken, sloot zijn ogen terwijl hij luisterde naar wat ze nog meer te zeggen had. Hoe meer ze zei hoe meer hij zijn hoofd schudde. ‘Nee,’ hij trok zijn hand weg van voor zijn ogen en keek haar aan. ‘Weet je wat ik had gedaan als hij jou had,’ zijn stem stokte en hij keek een tel lang naar het plafond. ‘Ik kan hem niet tegenhouden, dus het feit dat hij controle neemt is mijn schuld.’ Hij schudde zijn hoofd, bracht zijn hand omhoog en legde het in haar hals, liet zijn duim langs haar betraande wang glijden. ‘Denni alstublieft, je mag niet denken dat je veilig bent bij me. Ik kan je niet beschermen, niet van mij en ook niet van de wereld. Je moet,’ Hij maakte zijn hand los van haar gezicht en keek naar de lakens. Hij voelde Lupos aan de verdoving knagen, hij voelde hoe zijn emoties Lupos voedde om opnieuw actiever te worden. Hij moest hier weg maar hij moest eerst weten waarom, waarom was haar geloof in hem zo sterk, waar had ze die woorden gezegd ondanks dat hij haar bijna had vermoord.
Ze drukte zichzelf wat meer overeind, Storm zijn blik kreeg iets waakzaam, veraf iets bezorgds om de beweging die ze maakte met haar lichaam. Ze trok haar hand weg van onder het zijne en hield het zijne steviger vast. Storm keek haar enkel maar aan, zijn fut om te vechten was een beetje verdwenen maar tegelijk begon Lupos zich er weer voor klaar te maken. En toen ze begon te spreken keek hij haar enkel maar aan, liet hij alle woorden die ze sprak op hem doordringen en voelde hij hoe zijn lichaam hier begon op te reageren. Ze hadden drie weken geleden die conversatie gehad en nu hield ze zich eraan. Niet om gelijk welke jongen maar het ging om hem, Storm Hall, de weerwolf die haar haast vermoordde. Hij bleef haar aan kijken terwijl ze zich weer liet zakken in het kussen. “Ik ben verliefd geworden op jou, Storm Hall.” Vervolgde ze. Het duurde letterlijk maar drie seconden voor zijn hij zijn hartslag de hoogte voelde in schieten. Hij trok zijn hand terug en kwam van het bed, klemde zijn handen tegen zijn hoofd en liep hoofdschuddend van het bed weg. ‘Denni nee.’ Het was paniek, paniek en Lupos. Haar hij vocht ook tegen het wederzijdse gevoel. Zijn hartslagmeter begon opnieuw te piepen en hij gespte het ding los van zijn pols, hij gooide het door de ruimte waardoor het in stukken uiteen vloog tegen de muur. Ze baalde zijn handen tot vuisten en liep naar de medicijnenkast, het zat achter slot maar het brak gewoon onder zijn kracht. Nee, ze kon dit niet zeggen, hij moest kalmeren, hij moest kalmeren en haar tegenhouden dat gevoel verder overhand te laten nemen. Hij moest zichzelf tegenhouden om hetzelfde gevoel overhand te laten nemen. Hij wreef zijn hand bibberig langs zijn voorhoofd terwijl hij ruw weg door de medicatie begon te gaan. Toen hij het flesje zat staan greep hij het meteen, hij schoof een lade open en nam er een spuit uit. ‘Hij kan niet,’ prevelde hij genadeloos tegen zichzelf. Hij trok de vloeistof op in een spuit, trok zijn T-shirt omhoog over zijn schouder en spoot de vloeistof erin en Lupos reageerde er meteen op. Storm liet de spuit vallen en draaide zich langzaam terug naar Denni. Hij keek haar aan, geen zwakte meer in zijn blik maar verdriet. ‘Ik kan niet bij je zijn Denni.’ Fluisterde hij. Hij wandelde terug naar het bed, dwong de tranen om achter zijn ogen te blijven zitten maar faalde daar duidelijk in. Hoe langer hij naar haar keek hoe meer hij het diep vanbinnen besefte. ‘Hoe graag ik het ook wil. Ik wil je niet kwijt.’ Prevelde hij amper hoorbaar. Hij bracht zijn hand omhoog, aarzelend, met de pijn nog steeds in zijn ogen en drukte zijn vingertoppen voorzichtig tegen haar wang. Hij spreidde zijn vingers en streek ze vederlicht langs haar kaaklijn terwijl hij haar aan keek. Op zoek ging naar iets, iets dat alles zou blokkeren in zijn lichaam. Iets van haat, iets van afgunst of angst … maar er was niets. Ze trok zich niet weg voor de warmte van zijn vingertoppen, ze trok niet weg van de pijn die hij nog steeds had in zijn blik. Hij sloot zijn ogen, probeerde alles wat hij had aan pijn weg te werken, te vergeten, te negeren. Toen hij zijn ogen weer opende waren ze misschien een beetje helderder, een beetje meer stabieler, een beetje meer Storm. ‘Ik mag je niet verliezen.’ Hij keek haar, seconden lang voor hij zijn hoofd naar haar toe boog en zijn lippen tegen de hare aandrukte. Het was een impulsieve actie maar het was de actie voor de woorden die hij niet over zijn lippen kreeg. Zijn vingers gleden van haar naar haar hals, zo zacht, zo vederlicht en toch zo aanwezig. Hij had geen idee hoelang die kus duurde maar het bracht al dat gevoel terug naar boven. Hij trok zich terug, zijn voorhoofd rustend tegen het hare terwijl hij nog harder zijn ogen toe kneep om het gevoel te negeren. Hij schudde zachtjes zijn hoofd, liet zijn vingers terug naar haar kaak komen waar ze zo voorzichtig haar kin ondersteunde. Uiteindelijk opende hij zijn ogen en keek haar aan. ‘Ik kan dit niet doen, niet nu,’ hij haalde langzaam adem en trok zijn hoofd van het hare weg, trok zijn hand van haar gezicht weg. ‘niet na alles wat ik heb gedaan.’ Fluisterde hij. En die wond bleef maar naar aandacht roepen, trok zijn ogen er iedere keer naar toe. Het deed pijn, het deed zo ondragelijk veel pijn…
Onderwerp: Re: 'I saw this coming, but didn't want to avoid it because I didn't want to believe it would actually happen.' {&Storm} vr aug 05, 2016 11:44 pm
Dennimae Elscot
TAG:: Storm Truth is, I love you
Toen Dennimae maanden geleden in New Orleans werd opgehaald door Jamie en Jean, had ze totaal geen idee gehad wat ze moest verwachten. Ze wist niet wie ze hier tegen zou komen, hoe de dingen zouden lopen. Dat ze iemand als Storm had mogen ontmoeten, was toen enkel een droom geweest. En om er dan zo'n hechte vriendschap mee te mogen sluiten, er zelfs verliefd op te mogen worden.. De meid had er geen woorden voor. Maar, zoals elk sprookje, was er iets dat het happy end moest verstoren. Lupos had altijd al tussen de twee gestaan en had ook nu weer een manier gevonden om Storm bij haar weg te houden. Storm hield zichzelf op afstand, bang haar opnieuw pijn te doen. Hij zag enkel niet in dat dit haar juist pijn deed. Dat het meer sneed dan de wond op haar arm en been.
En vanaf het moment dat de twee helemaal alleen gelaten waren, voelde het alsof de tijd stil stond. Alles ging zo langzaam. Het gepiep van de monitor was het enige dat geluid maakte en ergens begon het Denni enorm te irriteren. Ze wist dat Storm er nog een grotere hekel aan had, aangezien het ding elke maand aan hem verbonden zat. Elke maand weer lag hij hier, probeerde hij zijn dierbare op afstand te houden. De rollen waren eens omgedraaid geweest, maar Denni zou hem nooit weg kunnen duwen. En toch hield Storm haar op afstand, probeerde hij die zo bekende muur hoog te houden. Maar de blonde meid wist dat zijn muur eens zou breken en zij wilde er zijn om de stukjes op te vangen. Om samen met hem die nieuwe muur te bouwen, met raampjes waar het daglicht van zijn vrienden door heen kon vallen. Want of hij het toegaf of niet, hij had ze nodig. Evenals dat Denni Storm nu nodig had, nu meer dan ooit. Ze wilde niet dat Devon bij haar zou komen, of Kat of Taylor. Ze wilde Storm hier bij haar, die haar vast hield en lieve woordjes zou ferluisteren. Maar hij stond daar, aan de andere kant van deze benauwde kamer. Starend alsof ze al dood was.
Toen Storm toch haar kant op kwam, voelde de blondine een soort van opluchting. Hij wilde haar nog steeds geruststellen als ze onzeker is, nog steeds bezorgd om haar toestand. En ze snapte wel hoe moeilijk dit voor hem moest zijn, maar ze wilde hem er bij helpen. Dennimae haar ideeën waren op, ze wist niet wat ze nog meer kon doen. Ze wilde hem haar hart geven, alles dat ze heeft, alles dat ze kan geven. Storm diende extra pijnstilling toe en het duurde even voordat Denni protesteerde. Ze wilde niet dat hij haar pijn wegnam, haar houvast op het geen ze nu voelde. ‘Als je het niet doet voor jezelf, doe het dan voor mij want ik kan je niet zien pijn lijden.’ Sprak Storm zachtjes. Denni zei niks, haar lichte ogen waren op de zijne gericht. Wanhoop, machteloosheid en verdriet waren in de hare te zien. "Laat me, alsjebliefd. Ik wil het voelen-," Zachtjes stierf haar stem weg terwijl ze wat lichter in haar hoofd werd van de pijnstilling. Dennimae was altijd al gevoelig geweest voor allerlei verdovende middelen en de pijnstilling werd meteen met open armen ontvangen door haar lichaam. Maar ze wilde voelen wat Lupos haar gedaan had. Ze wilde onthouden wat voor gevolgen haar liefde voor Storm kon hebben, wat ze er bij zou krijgen. En ze wilde het. Ze accepteerde de gevolgen, ze accepteerde Lupos bij Storm. Want uiteindelijk ging het haar maar om één iemand, om Storm. Om zijn goeie kanten maar ook zijn slechtere kanten. Ze wilde de pijn voelen om te weten dat dit echt was, dat hij echt was, dat haar liefde echt was. Want zelfs na dit, na Lupos, was haar liefde er. En het was echt.
‘Hoe kan ik.’ Storm reageerde fel, zoals de meid verwacht had. Denni zei er niks op, ze was te moe om de discussie te voeren. Haar lichte ogen bleven op hem gericht en bekeken hoe hij zijn vingers op zijn neusbrug zette, zoals hij altijd deed als hij zijn gevoelens wilde onderdrukken. Het was onnodig nu, hij mocht zijn gevoelens de volle loop laten gaan. Dennimae deed hetzelfde, wat ze zien was aan de tranen die af en toe over haar wangen spijbelde. ‘Weet je wat ik had gedaan als hij jou had,’ Storms stem schokte en Denni schudde langzaam haar hoofd. "Maar dat heeft hij niet." Antwoorde ze rustig, wetend wat hij wilde gaan zeggen. Lupos had het niet gedaan om een reden, iets dat voor beide nog onduidelijk was. Maar het ging er om dat Lupos het niet gedaan had. Denni wilde dat Storm er het positieve van ging inzien, in plaats van op het 'wat als' te blijven hangen. Maar ze wist dat het zinloos was om hem daar nu op tegen te spreken. Dus zweeg ze verder, luisterde ze naar het geen hij verder te zeggen had. ‘Ik kan hem niet tegenhouden, dus het feit dat hij controle neemt is mijn schuld.’ Denni voelde hoe Storm zijn hand in haar hals legde, met zijn duim haar tranen weg streelde. Ze ademde diep in, waarbij ze een moment haar ogen sloot en er meer tranen haar wangen bevochtigde. Ze wilde niet huilen, niet op deze manier, maar haar ogen waren te vochtig om het nog tegen te kunnen houden. Daar was ze het begin van deze avond al in verloren. ‘Denni alstublieft, je mag niet denken dat je veilig bent bij me. Ik kan je niet beschermen, niet van mij en ook niet van de wereld. Je moet,’ Ze opende haar ogen op het moment dat hij zijn hand weghaalde. "Nee," Bracht ze zachtjes over haar lippen. "Je moet ophouden met voor mij in te vullen, Storm. Ik voel me veilig bij jou, zelfs vanavond. Nu. Voor mij is dat genoeg, waarom kun je dat niet accepteren?" Haar stem was zo zacht, zo kwetsbaar. Denni vond het zo moeilijk dat Storm haar niet kon begrijpen, dat hij het niet wilde begrijpen. Ze was meer dan berreid om het te wagen, voor hem. Waarom kon hij dat niet inzien?
Ze had zichzelf overreind geduwd, terwijl haar lichaam bij elke beweging tegenstribbelde. Maar ze wilde zichzelf duidelijk maken, ze wilde dat Storm het wist. Hij moest het weten, Dennimae had het hem echter beloofd. En ze kwam haar belofte na. Storm keek haar enkel aan, met een blik die Denni moeilijk kon ontcijferen. Voorzichtig liet ze zichzelf terug zakken en voelde ze hoe haar lichaam rust vond bij de ondersteuning van het bed. En ze had de woorden net uitgesproken, die woorden die ze hem de hele avond al had willen vertellen, of zijn hartslagmeter schoot omhoog. Denni schrok van het onaangename gepiep, het plotsegeluid dat de benauwde kamer vulde boven haar eigen monitor. Storm trok zijn hand terug en kwam van het bed. Met een onbegrijpelijke, verwarde blik keek Denni naar de bewegingen die hij maakte, naar de paniek die toesloeg. ‘Denni nee.’ Haar hoofd begon te bonken, haar spieren spande zich aan waardoor het gedruk op haar wonden weer erger werd. "Storm," Sprak ze zacht, wanhopig. Hij gooide de hartslagmonitor de kamer door en Denni bekeek hoe het ding in stukken uit elkaar vloog. Geschrokken schoot haar blik terug naar Storm terwijl haar ademhaling als een gek tekeer ging. "Storm, alsjebliefd." Haar woorden waren zo zacht, dat ze niet eens zeker wist of het wel bij hem binnen kwam. Ze zag enkel zijn rug terwijl hij in een kastje naar spullen zocht. Hij trok zijn mouw iets omhoog, om een spuit in zijn arm te steken. Dennimae wende haar blik af, sloot haar lichte ogen. Ze probeerde haar ademhaling wat rustiger te maken, aangezien haar monitor sneller begon te piepen. Ze wilde niet dat zusters de kamer binnen kwamen en Storm bij haar weg haalde. Ze wilde dat hij rustiger werd, dat hij naar haar luisterde en begreep wat ze hem wilde vertellen. Misschien begreep hij het wel te goed, reageerde hij daarom zo.
‘Ik kan niet bij je zijn Denni.’ Zijn woorden lieten haar ogen weer openen, al keek ze hem niet aan. Ze staarde naar de muur tegenover haar, slikte moeizaam. Weer dat misselijke gevoel. Zachtjes beet ze op haar onderlip om de volgende lading tranen tegen te gaan. Ze zei niks, wist niet wat te moeten zeggen. En opeens kreeg ze het heel warm, alsof ze zich in een benauwde sauna bevond. Ze voelde hoe haar wangen rood werden en haar lichaam zich nog futlozer voelde dan eerst. Hij kon niet bij haar zijn.. Storm kwam terug naar het bed en Denni wende haar blik naar haar handen, niet in staat hem aan te kijken. ‘Hoe graag ik het ook wil. Ik wil je niet kwijt.’ Ze hoorde hoe gebroken hij was en was bang om zijn blik te zien. Toen hij zijn vingers op haar wang legde, dwong ze zichzelf hem aan te kijken. En haar betraande ogen vonden de zijne, zagen het verdriet en pijn die ze samen deelde. Haar lip begon zachtjes te trillen terwijl ze haar hoofd schudde. "Maar zo duw je me juist weg?" Zei ze zachtjes, niet begrijpend wat hij bedoelde. De warmte die zijn vingers op haar al warme wang brachten zorgde ervoor dat ze weer dat kriebelige gevoel in haar buik kreeg, evenals dat misselijke gevoel. Ze wilde niet dat hij dat zei, ze wilde niet dat hij zich van haar ging afzonderen. Ze wilde bij hem zijn, samen met hem zijn. En toen kon ze de tranen helemaal niet meer tegen houden en bleven ze langzaam lopen. Geluidloos, als altijd, maar zeker aanwezig. ‘Ik mag je niet verliezen.’ Dennimae wilde er op reageren, tegen in gaan, maar Storm hield haar tegen. Hij drukte zijn lippen op de hare en ze schrok van zijn plotse actie. Ze voelde warm en zacht aan, alsof ze nooit door een ander gekust was. Voorzichtig bracht ze haar trillende hand naar zijn wang, om die zachtjes te omsluiten. Storms vingers gleden naar haar hals en het voelde alsof zijn warme huid op de hare brandde, maar het was geen vervelend gevoel. En toch trilde ze, haar gehele lichaam trilde. Spanning, verwarring, verdriet, kwetsbaarheid, verliefdheid.. Allerlei emoties braken in haar los waardoor ze trilde. En toen Storm zich terug trok beet ze zacht op de binnenkant van haar lip. Ze sloot haar ogen terwijl ze zijn voorhoofd tegen de hare voelde, snikte zachtjes. "Storm," Zei ze zachtjes, voordat hij haar kin ondersteunde, waardoor ze hem aan moest kijken. Haar ogen waren rood geworden van de tranen, ze had kringen rond haar ogen en haar wangen waren gekleurd. ‘Ik kan dit niet doen, niet nu,’ Hij trok zich terug en Denni schudde gelijk haar hoofd. "Jawel," Probeerde ze, al was het woord amper hoorbaar. ‘niet na alles wat ik heb gedaan.’ Denni snikte nogmaals, probeerde wat tranen weg te vegen. Maar haar gezicht was ondertussen zo vochtig geworden, dat haar trillende vingers weinig nut hadden. "Zie je niet wat je met me doet?" Zei ze zachtjes. "Ik voel me zo goed bij jou, zo gelukkig. Het maakt me niet uit wat Lupos gedaan heeft, ik ben er niet bang voor." Voor een moment sloot ze haar ogen en liet ze haar hand van zijn wang naar zijn hals glijden, om kort aan zijn haarlijn te frummelen. "Ik hou van je, ik wil met je zijn. Is dat niet genoeg?" Haar stem was zo kwetsbaar, zo breekbaar. Langzaam ademde ze uit, haperend, in een poging haar ademhaling wat onder controle te krijgen.
Onderwerp: Re: 'I saw this coming, but didn't want to avoid it because I didn't want to believe it would actually happen.' {&Storm} za aug 06, 2016 2:07 pm
.Always live before you die.
Ze wilde het voelen, ze wilde de pijn voelen die haar had aangebracht … hoe kon ze daar zo van overtuigd zijn dat het een goed iets was. Hij voelde de pijn dubbel zo hard terug keren, alleen al omdat ze dat zei. Waarom wilde ze iets voelen zo verschrikkelijk als de pijn die hij haar had aangebracht, zijn ogen gingen naar de wond en hij wenste dat hij tijd kon terugdraaien, niet naar dat moment maar naar het hele begin. Naar de nacht dat hij werd gebeten, hij zou zijn vrienden het uit hun hoofd praten en ze zouden allemaal veilig zijn. Dan zat hij nu nog in Londen en was alles in orde geweest, studeerde hij nog steeds, had hij Camille vlakbij en woonde hij nog steeds bij zijn ouders. Hij zou gelukkig zijn, gelukkig met het leven dat hij had. Hij zou Denni niet kennen, of Devon, of Nadya, of Kat … hij zou deze mensen allemaal niet kennen en dat vond hij niet eens erg. Hij had ze tenslotte allemaal op een andere manier pijn gedaan, was het niet mentaal dan was het fysiek. Denni was één van de weinige die zowel mentaal en fysiek was aangevallen door Lupos. Het kon niet gezond zijn maar ze bleef overeind en ze bleef vechten voor dat gevoel. Ze bleef vechten tegen de pijn waarvan hij het zonet tot rust had gebracht.
‘Nee,’ schudde hij zachtjes zijn hoofd toen ze wanhopig zei dat ze het wilde voelen. Wakker worden en als eerst de pijn voelen … zo hoorde het niet. Want dat bracht een beeld mee, het beeld van de wolf met de rode ogen en het lelijke lichaam. Zo hoorde het niet, ze kon dat soort pijn niet doorstaan voor hem. Elk beweging die ze maakte zo haar doen denken aan die wolf, en aan wat hij had gedaan. ‘Ik draag de pijn voor jou.’ Hij zocht haar blik, zijn bezorgdheid nam loutere seconden de overhand over zijn blik. Hij kon het hebben, hij liep al maanden rond met pijn, met dat schuldgevoel. Kon hij het maar van haar weg nemen. Hij keek naar zijn hand dat over het hare lag, kon hij het gewoon maar gewoon allemaal uit haar zuigen en het zelf ondergaan, hij was het gewend. Hij kon zien hoe de pijnstilling zijn werk begon te doen, hij kon het haast voelen in die simpele aanraking.
Maar ondanks dit alles bleef ze op een akelige manier veel te optimistisch. Dat kwam enkel maar door Lupos, hij had haar laten leven en nu zag ze er hoop in. Maar hij kon het niet, hij kon het gevoel niet accepteren, hij verdronk in de schuld en ze probeerde hem er zo snel mogelijk van uit te vissen. Het enige moment voelde hij zich een beetje ontspannen, de andere moment borrelde al die frustratie, angst, de woede en dat verdriet terug naar boven. Zou hij gelukkig kunnen worden? Was er in de verre toekomst een moment dat hij écht zou kunnen leven? Hij keek naar Denni, naar haar betraande gezicht, haar rode ogen maar de zekere vastberadenheid die erachter schuil hing. Haar rustige antwoord op zijn veronderstelling deed hem naar de lakens kijken. Nee, hij had het niet gedaan en toch was dat het enige waar hij aan kon denken, wat als hij het wel had gedaan. Ze reageerde zo gevoelig op zijn hand tegen haar wang, ze sloot haar ogen en ondanks de tranen was het een beeld dat hij ergens wel koesterde … misschien zelf vredig vond. Hij wilde niet dat ze ontspande onder de aanraking maar dat deed ze wel. Dus toen hij begon in te praten op haar hield ze hem meteen tegen. Hij keek haar aan, hij durfde haar ook echt weer aankijken, terwijl ze hem tegenhield met haar eigen woorden. Waarom kon hij het niet accepteren? Hij sloeg zijn blik neer naar beneden en probeerde woorden te vinden. ‘Ik voel me niet veilig bij mezelf,’ hij keek haar aan en schudde weer zachtjes zijn hoofd. ‘Zolang hij er is, is niemand veilig.’ Hij keek haar aan, zijn blik iets neutraal, vaag iets rustigs, alsof hij al een beetje had geaccepteerd wat ze net zei.
En zo snel hij een beetje rust had gevonden was het ook weer verdwenen. Alsof Lupos die momenten altijd opwachtte en er dan gebruik van maakte. Of hij spoot zichzelf kalmering in of hij ging weg en eerlijk … hij wilde niet weg bij Denni, dat gevoel hield hem hier. Het zou veiliger zijn voor haar, ze moest rusten en ze moest van hem af geraken maar toch. Toch gingen zijn vingers door de kastjes op zoek naar dat ene middel. Normaal had je maar een klein beetje nodig, Lupos had de dosis nodig om een paard mee plat te spuiten en dat deed zelf maar amper het werk. Hij bleef tegen de kast staan, terwijl hij zijn gejaagde ademhaling voelde kalmeren. Hij voelde de misselijk een beetje verdwenen, hij voelde de blik die Lupos in zijn hoofd had geworpen langzaam verdwijnen. Hij hield zijn handen op de kast, sloot zijn ogen en omarmde alle rust die momenteel. Hij hoorde zijn naam maar het leek zo veraf dat hij er niet op reageerde. De wolf verdween en zijn lichaam ontspande zich zichtbaar voor hij zich langzaam weer draaide naar Denni.
Alles wat ze nu zag was Storm, de emoties, de houding, het was allemaal Storm. En hij was eerlijk, zo eerlijk als hij maar zou zijn. Hij had haar beloofd nooit te liegen, wel, die was Storm die niet tegen haar loog, die oprecht eerlijk was. Hij keek naar haar maar zij staarde naar de muur dus hij liep langzaam terug. Ergens was het niet de volledige waarheid, hij wilde haar niet kwijt maar hij hield het gevoel ook tegen dat hij zelf bezat … omdat dat het gemakkelijker zou maken. Dacht hij. Hij legde haar hand tegen haar wang, zocht haar blik, probeerde het met zijn ogen duidelijk te maken dat dit niet kon gebeuren. “Maar zo duw je me juist weg.” Prevelde ze. ‘Ik weet het.’ Knikte hij. Hij besefte het maar al te goed wat hij deed en hij haatte zichzelf ervoor maar het was gewoon de beste oplossing. En hij kon de actie niet tegenhouden, misschien was het een hunkering, een verlangen vanuit zichzelf of misschien was het gewoon toegeven. Hij wist het niet maar hij deed het wel, hij drukte zijn lippen tegen de hare aan. Storm had nog nooit iemand op deze manier gekust, met zoveel diep verlangen, met zoveel liefde maar ook alsof het leek als een soort afscheid. Hij proefde haar traanvocht in de kus, hij voelde haar huid onder zijn vingertoppen, haar vingers tegen zijn wang. En hij liet het los, hij liet het gevoel los, hij gaf eraan toe. Hij gaf toe aan de liefde die hij voelde, hij gaf toe aan alles. Hij had het niet mogen doen en toch had hij het gedaan. Dus toen hij zich terug trok ademde hij beverig uit. Hij legde zijn hand over het hare dat tegen zijn gezicht lag en omvatte het zachtjes. Om zijn naam over haar lippen te horen was het als een trilling in zijn hart, een trilling die dat verlangen aanwakkerde om meer te willen dan die ene kus. Hij legde zijn vingers onder haar en zocht haar blik. Ze zag er verschrikkelijk uit en ondanks dat zag hij alle schoonheid ervan. Maar hij kon dit niet nu doen, niet in deze situatie, ze waren beide zo onstabiel, er stond een volle maan voor de deur en het was duidelijk dat ze beide niet zo helder dachten. “Zie je dan niet wat je met me doet?” Zei ze zachtjes. Hij bestudeerde haar gezicht terwijl ze ieder woord over haar lippen forceerde. Uiteindelijk keek hij naar de muur langs haar, vocht tegen dat gevoel maar legde zich er uiteindelijk bij neer. Er was niets dat hem kon tegenhouden … hij liet het gewoon gaan. Hij voelde haar vingers langs zijn haarlijn en toen ze weer sprak keek hij haar langzaam weer aan, moe, bleek maar toegevend. ‘Het is genoeg.’ Antwoordde hij haar vraag. ‘Op dit moment wil alles in mij jou hebben,’ hij zweeg en streek een verdwaalde pluk van haar blonde haar achter haar oog. ‘Maar ik moet me focussen op volle maan en dat kan ik niet als ik aan jou denk.’ Het was er een beetje te laat voor eigenlijk. Hij zocht haar blik, dat beetje liefde, dat beetje geruststelling maar vooral die wanhoop. ‘Ik moet mezelf door volle maan krijgen en dan,’ hij zweeg en schudde zachtjes zijn hoofd. ‘dan zien we wel.’ Hij kon er erger uitkomen dan de vorige keer, of de keer daarvoor. Zijn vertrouwen lag allemaal in de handen van Jamie. ‘Denni,’ fluisterde hij, hij legde zijn hand langs haar wang, veegde de tranen weg en zocht haar blik. ‘weet dat je me drie weken geleden al verover hebt. Ik had het gewoon niet door.’ Fluisterde hij. Ja, hij hield van haar en het klonk grappig in zijn hoofd maar het was ook zo geweldig en verschrikkelijk angstaanjagend op dezelfde moment. Hij forceerde iets van een glimlach op zijn lippen, hopeloos maar met een voorzichtige geruststelling. ‘Je hebt me overtuigd, overtuig me over vier dagen nog eens en ik ben van jou, onvoorwaardelijk.’ Prevelde hij. En in dat moment dacht hij niet aan Lupos, hij dacht enkel aan haar. Zo, hij had het gezegd, het was eruit …
Onderwerp: Re: 'I saw this coming, but didn't want to avoid it because I didn't want to believe it would actually happen.' {&Storm} ma aug 08, 2016 4:21 pm
Dennimae Elscot
TAG:: Storm Truth is, I love you
Er waren veel dingen die de meid nooit van zichzelf verwacht had. Ze verbaasde zichzelf iedere keer opnieuw met de dingen die ze voor elkaar gekregen had. Alleen al het feit dat ze hier vrienden had gemaakt was een prestatie op zich. Dat ze Storm Londen had kunnen laten zien, met haar mutatie, had ze nooit van zichzelf kunnen hopen. Maar het was haar toen gelukt, zoals zoveel dingen haar nu al gelukt waren. En nu, nu was het Lupos geweest. Ze had hem tegen kunnen houden, op de een of andere manier terwijl ze eigenlijk al vrede had gemaakt met haar dood. Ze was de gelukkige momenten af gegaan, de glimlachen die ze aan haar vrienden had gegeven. En ze had haar laatste woorden gesproken. Ofwel, dat had ze verwacht. Maar iets aan die woorden had Lupos doen stoppen. En dat toonde, voor Dennimae, dat er iets van hoop was. Er was meer dan alleen die donkere dagen voor Storm, ze was er van overtuigd dat hij weer kon gaan schijnen. Schijnen, zoals zij hem altijd zag schijnen.
‘Nee,’ Schudde Storm zijn hoofd toen ze aangaf dat ze de pijn wilde voelen. Dennimae mocht het bed niet verlaten, zat met allemaal gekke slangentjes en naalden vast aan apparatuur dat haar altijd zo zenuwachtig maakte. Alleen het gepiep van die monitor, die aangaf dat haar hart nog klopte, maakte haar zenuwachtig. Liggen, slapen, dat mocht ze. Waarschijnlijk zou ze niet eens zelf naar de wc mogen gaan, hoewel ze er van overtuigd was dat ze kon lopen. Denni had zelfs geen eens controle meer over haar eigen gedachtens. Het was zo verdomd moeilijk om nu, na wat er allemaal gebeurd was, wat er zich nu afspeelde en vanwege de pijnstillers om alles op een rijtje te krijgen. De pijn, die echtheid, dat was het enige waar ze nog controle over had. En ze wilde weten wat Lupos gedaan had, wat hij kon doen. Ze wilde dat Storm inzag dat zelfs na dit alles ze niet bang voor hem was, haar gevoel niet veranderd was. "Ik wil er zeker van zijn dat ik de juiste keuses maak." Verklaarde ze hem, misschien een beetje wazig. ‘Ik draag de pijn voor jou.’ Ergens leek ze de wel bekende bezorgdheid in Storm zijn blik te kunnen zien, achter het ijzige van zijn muur. Zachtjes schudde de blonde meid haar hoofd. "Je hoeft me niet altijd te beschermen, Storm. Ik red het wel, hier heb ik namelijk wel controle over." Glimlachtte ze zwakjes, maar bemoedigend. Ze kon de pijn hebben, wilde het hebben. Er waren genoeg momenten geweest dat Storm haar beschermde, de zware lasten voor haar meedroeg. Maar op dit moment wilde ze het zelf doen, hij moest zich richten op zijn eigen lasten.
Er waren zo veel momenten dat Dennimae twijfelde aan zichzelf. Bij alles dat ze deed dacht ze dubbel na, probeerde ze de situatie in te schatten en daar zo veilig mogelijk op te reageren. Ze twijfelde aan haar eigen kunnen, aan de reacties van anderen op de dingen die ze deed. Maar ze had voor geen moment aan Storm getwijfeld, nooit. Niet aan hun vriendschap, zelfs niet toen hij haar had weg gestuurd in de ziekenzaal. Het was toen een moeilijke tijd geweest, zeker omdat ze hem een lange tijd niet gezien had. Maar ze had niet getwijfeld. Niet aan hem, iniedergeval. Bij Storm was ze zeker, wist ze wat ze kon verwachten en waar ze stond. Wat ze voor hem betekende. Ze vertrouwde hem misschien wel meer dan dat ze zichzelf vertrouwde in sommige situaties. Ze voelde zich veilig bij hem, vertrouwd en op haar gemak. Bij hem hoefde ze niet te twijfelen, ook niet over zichzelf. Denni was ontspannen bij hem, kon zichzelf zijn. En voor haar was dat genoeg, meer dan genoeg zelfs. De aanraking van Storms hand op zijn wang voelde als thuis komen. Zijn aanrakingen waren zo voorzichtig, maar voelde als zo veel meer dan enkel een hand op haar wang. Elke keer als ze zijn warmte voelde, de lichaamsgeur van zijn hand, verlangde ze naar meer. Ze wilde hem vast houden, zijn tempratuur die haar gehele lichaam zou verwarmen. De veiligheid en geborgenheid voelen die hij haar altijd gaf. Maar het was goed, voor nu. Ze wilde zichzelf niet naar hem forceren, niet nu hij in deze staat bevond. En enkel zijn hand op haar wang, deed haar al meer goed dan Storm kon bedenken. ‘Ik voel me niet veilig bij mezelf,’ De lichte ogen van Denni waren op de van Storm gericht, zagen hoe hoe zijn hoofd langzaam schudde. Zacht beet ze aan de binnenkant van haar lip. ‘Zolang hij er is, is niemand veilig.’ Denni liet haar lichte ogen over zijn gezicht glijden waarna ze langzaam haar hoofd schudde. "Ik ben veilig." Haar stem was traag, rustig. Ze was veilig, ookal zou Storm dat niet willen geloven. "Ik heb me nog nooit een moment onveilig gevoelt, bij jou."
De lichte ogen van de blondine bekeken de rug van Storm terwijl haastig opzoek was naar iets. Dennimae wist niet wat hij zocht, pas toen de spuit op haar netvlies kwam begreep ze het. Hij zocht pijnstilling om zichzelf weer rustig te krijgen, voor haar, voor Lupos. Het was een naar gezicht om te zien, hoe hij de spuit door zijn huid stak en de meid wendde haar blik dan ook van hem weg. Een trillend zuchtje verliet haar neusgaten voordat ze weer snikte. In het moment van zuchten, leek het alsof ze de meeste spanning los kon laten. Alsof ze de angst die ze eerder deze avond gehad had, kon loslaten. Het een beetje een plekje kon geven. Ze hoorde hoe Storm terug haar kant op kwam, maar kreeg zichzelf niet zo ver hem aan te kijken. Het was zo moeilijk, dit alles. Storm legde zijn hand tegen haar wang en Denni's blik dwaalde langzaam naar die van Storm. Zijn prachtige ogen, hun mooie eigen bruine kleur wat aantoonde dat Storm terug was. Het moest haar geruststellen, maar ergens wist ze niet goed wat er van te moeten denken. Ze kon nog steeds zijn muur zien, nog steeds zien dat hij haar probeerde weg te houden. ‘Ik weet het.’ Knikte Storm. Denni staarde hem zwijgend aan. Wat kon ze verder nog zeggen? Hij wist dat hij haar op deze manier wegduwde en probeerde het toch. Weer begon ze aan zichzelf te twijfelen, zich af te vragen waarom ze niet goed genoeg voor hem is. En toen kuste hij haar. Uit het niets, waardoor Denni iets schrok door de plotse actie. Maar de kus was meer dan enkel een kus, niet zoals Devon haar gekust had. Het bracht veel meer gevoelens met zich mee, veel meer betekenis. Het voelde vertrouwd, alsof hij bij haar hoorde en nergens anders geweest was. Het kriebelde in haar buik terwijl ze haar trillende hand tegen zijn wang legde. Hoelang de kus duurde wist ze niet, maar ze genoot vollop van het moment, van de liefde die ze voelde voor en van Storm. Toen hij zich terug trok, hield ze haar ogen gesloten en voelde hoe zijn adem beverig tegen haar kin kwam. Hij omsloot haar hand, waardoor het trillen iets minder werd. Moeizaam slikte ze terwijl ze haar ogen langzaam opende om de zijne te vinden. Voorzichtig gleden haar vingers naar zijn hals, waar ze zijn haarlijn streelde. Het voelde warm, ietwat stoffig vanwege het bos. Maar zo zacht, zo ontzettend zacht dat het net was alsof zijn haren haar vingers streelde. Na haar woorden wendde Storm zijn blik van haar af en nam Denni een kort moment om zijn gezicht te bekijken. Proberend zijn reactie te pijlen, al vond ze dat op de een of andere manier moeilijk op dit moment. Haar hart ging hard te keer en de monitor maakte snelle geluiden. Dennimae wist dat ze verpleging klaar stond aan de andere kant van de deur om te toe grijpen als de monitor te snel ging en ze probeerde zichzelf rustig te houden. Al schoot er momenteel zoveel gevoelens door haar lichaam heen dat ze trilde en het moeilijk was om rustig te blijven. Konden ze het haar kwalijk nemen? Nee, Storm had haar zo juist gekust, ze voelde zo veel liefde, dat het niet gek was dat haar hart wat overuren maakte.
De blik waarmee Storm haar aankeek stelde haar gerust. Hij zag er moe uit, bleek, waarschijnlijk net zo slecht als dat zij er bij zat. Maar het was toegevend en dat luchtte haar op. ‘Het is genoeg.’ Een klein glimlachje verscheen op Denni haar lippen. ‘Op dit moment wil alles in mij jou hebben,’ Het glimlachje bleef op haar ietwat trillende lippen en haar lichte ogen waren strak op Storm gericht terwijl hij een plukje haar uit haar gezicht haalde. ‘Maar ik moet me focussen op volle maan en dat kan ik niet als ik aan jou denk.’ Langzaam vormde haar voorhoofd tot een frons en verdween haar glimlach. Ze begreep het wel, maar ook weer niet. Haar hoofd vormde zich weer tot een warboel en wat verdwaald keek ze Storm aan. ‘Ik moet mezelf door volle maan krijgen en dan,’ hij zweeg en schudde zachtjes zijn hoofd. ‘dan zien we wel.’ Denni keek hem nog steeds aan, met diezelfde verdwaalde blik in haar ogen. "Dan zien we wel." Herhaalde ze zacht zijn woorden. Dan zagen ze wel? Denni probeerde die opmerking een plekje te geven, maar de chaos in haar hoofd die kort verdwenen was geweest, was nu weer aanwezig en bezorgde haar wederom hoofdpijn. Evenals dat de hoofdpijn weer nadruk legde op haar andere verwondingen. Langzaam dwaalde haar blik van Storms gezicht naar zijn schouders, zijn borst, waarna hij afgleed naar het laken dat keurig over haar lichaam lag. ‘Denni,’ Haar naam die door Storm werd uitgesproken, trok haar weg uit haar gedachten en vermoeid bracht ze haar ogen weer omhoog naar Storm. Hij legde zijn hand tegen haar wang waarbij hij haar tranen wegveegde. ‘weet dat je me drie weken geleden al verover hebt. Ik had het gewoon niet door.’ Het duurde even voordat de woorden tot Dennimae waren doorgedrongen. Een zwak, maar gelukkig glimlachje vormde rond haar lippen. "Stiekem was dat voor mij ook zo." Zei ze zachtjes, waarna ze kort grinnikte. ‘Je hebt me overtuigd, overtuig me over vier dagen nog eens en ik ben van jou, onvoorwaardelijk.’ Ferluisterde Storm. Denni keek hem strak aan, voordat ze haar ogen iets samen kneep. Het duurde een aantal tellen voordat ze haar gezicht liet ontspannen en dat zelfde glimlachje weer rond haar lippen verscheen. Rustig liet ze haar hoofd op het kussen rusten en haalde ze haar hand weg uit zijn nek, om deze op zijn bovenbeen te leggen. "Vier dagen," Mompelde ze zachtjes. "Moet ik nog bloemen mee brengen, of chocolade?" Greens ze voorzichtig, voordat ze haar ogen sloot. "Wil je bij me komen liggen?" Vroeg ze, haar ogen nog altijd gesloten. Langzaam begon de vermoeidheid haar over te nemen, begonnen de pijnstillers echt hun werk te doen.
Onderwerp: Re: 'I saw this coming, but didn't want to avoid it because I didn't want to believe it would actually happen.' {&Storm} ma aug 08, 2016 11:49 pm
.Always live before you die.
Wat zou Camille op dit te zeggen hebben? Hij had haar een brief geschreven kort naar zijn verjaardag, een verwarde brief waar hij toen geen zicht op had. Nu wist hij wat het al die tijd was, liefde. Of in ieder geval die zwakke vorm ervan wat elke keer opnieuw een beetje sterker werd als ze in de buurt was. Als hij naar haar glimlachte in de gang, als ze in hun kamer had gestaan voor haar trainingsles, zijn verjaardag. Het waren alle korte momenten en als hij er achteraf over nadacht die zoveel meer waarde gaven aan het moment nu. Devon had hem vaker uit gedachten moeten trekken, omdat hij afwezig was. Al die tijd was het om haar geweest en hij had de link nooit gelegd … of Lupos wilde hem die link niet aantonen. Lupos had er alle tijd op zitten teren en nu had hij gebruikte gemaakt voor de zwakte die Storm was beginnen ontwikkelen tegenover Denni. Guilty.
Ze protesteerde niet enkel tegen de pijnstillers, ze protesteerde ook tegen Storm. En eigenlijk had hij hier het geduld niet voor, hij voelde Lupos sleuren aan zijn bewustzijn waardoor hij er haast van zou willen wegrennen naar een veilig oord voor hem en de wolf. “Ik wil er zeker van zijn dat ik de juiste keuzes maak.” Zei ze meteen. Hij keek haar aan, ietwat terughoudend en afwachtend. Het was niet omdat ze de pijn niet meer zou voelen dat ze geen juiste keuzes meer zou kunnen maken. Om eerlijk te zijn had ze nog niet veel juiste keuzes gemaakt deze nacht. Ze was moeten weg gaan toen hij het haar had gezegd dat ze moest weg gaan. Maar nee, net als Nadya en Devon was ze te koppig en bleef ze bij hem. Zijn ogen gingen weer naar de wonde en hij besloot er niet op in te gaan, al stond zijn blik moeilijk voor een moment lang. Dus hij zei enkel maar dat hij haar pijn zou dragen, net als hij zijn eigen pijn al maandenlang droeg. Het was een gemak, het was net zo gemakkelijk geworden als leven met de leugen dat hij op een dag gelukkig zou zijn. Net zo gemakkelijk als tegen iedereen zeggen dat hij oke was terwijl het niet zo was. Het werd een gemak, pijn dragen was één van de grootste aspecten in zijn leven nu. Niet enkel fysieke pijn maar ook mentale pijn, pijn als dit. Maar daar was Denni het ook niet mee in. Hij hief zijn hoofd niet op, maar zijn ogen zochten vanachter zijn wimpers kort naar haar blik. ‘Het is mijn taak.’ Hij liet zijn ogen terug gaan naar het laken en staarde er haast nietsziend naar. Het was zijn taak om haar te beschermen, het was hem zo altijd geleerd en hij zou het ook altijd doen. ‘En het is mijn fout dat je hier ligt, ik wil niet dat je pijn hebt om wat ik heb gedaan.’ Daarmee sloot hij het onderwerp af. Het was een opmerking, een neutrale opmerking over zijn lippen. Maar hij zou de tegenspraak waarschijnlijk niet dulden. Hij was te moe om een discussie te voeren en Lupos vrat teveel energie dus hij hoopte dat ze het zou zien en het gewoon zou opgeven.
Hij begreep niet vanwaar dat beetje vertrouwen dat ze uit straalde vandaan kwam. Ze was altijd zo onzeker en op een bepaalde manier een beetje onstabiel in haar emoties dat hij had gedacht dat dit haar helemaal zou breken. Dat zijn aanval haar echt in duizend stukjes zou uiteen gooien, net als hij zijn hartslagmeter net aan stukken had gegooid. Waarom deed ze zo? Waarom kwam dat kleine glimlachje altijd op haar lippen? Ze huilde ja, ze huilde hard maar het was niet voor de situatie, het was vanwege haar gevoelens en bezorgdheid tegenover hem. Toen hij controle had terug genomen in het bos had hij in eerste instantie gedacht dat dit het einde was van Storm en Denni. Dat hij haar dood in het bos zou zien liggen, nog bleker dan ze normaal was. Maar ze had er niet gelegen, ze had er gezeten met het bloed dat via haar arm naar beneden druppelde. Ze moest wel bloedverlies hebben en hij was hier alsnog, terwijl ze zou moeten rusten. Hij wilde zo graag weg wandelen, het was niet ver maar iets in haar hield hem tegen om dat te doen. En het was dat beetje zelfzekerheid, liefde in haar blik die hem hier hield. Hij wilde haar ernaar vragen, hoe ze zo kon zijn maar het kwam niet over zijn lippen. “Ik ben veilig.” Dat was het eerste wat ze zei. En het waren niet de woorden die ervoor zorgde dat hij het een beetje ging gaan geloven, het was de manier waarop ze het zei. Met die rustig, die kalmte waar hij zijn eigen razende hartslag van voelde dalen. Hij keek op naar haar, in haar blauwe lichte ogen terwijl ze de rest sprak. En op een bepaalde manier bracht het hem met twee voeten weer op aarde, bracht het Storm Hall terug op aarde en jaagde het Lupos weg. Maar hij was te koppig om het te willen geloven en dat zou hij altijd zijn, hij zou altijd twijfelen aan zichzelf en zijn capaciteiten tegenover anderen.
Hij wist wat dit allemaal deed met haar. Hij wist dat het haar raakte dat hij haar weer op afstand wilde houden en hij wist dat het haar nog meer pijn zou doen dan ze al had. Maar voor hem deed het er niet toe want hij wilde haar veilig houden. En toch besloot er iets in Storm om het te doen, haar te kussen. Hij had geen idee van waar de drang kwam en hij had niet eens gedacht aan het gevaar dat dit vormde. Maar hij deed het om de intense drang die er al drie weken lang was een beetje te sussen. Hij kon niet tellen op tien vingers hoeveel meiden hij in Londen had gehad. Ze waren allemaal op een bepaalde manier uniek om te hebben maar het was niets in vergelijking met het gevoel dat Denni wist los te maken. Het was alsof het allemaal onder een steen had gezeten en nu de volle vrijheid kreeg in Storm’s lichaam. En hij was er zo ontzettend voorzichtig mee alsof ze van porselein was. Hij wilde haar niet nog meer pijn doen als dan ze nu al had. Maar het eiste zoveel meer, hij verlangde zoveel meer en zijn hartslag daverde weer de hoogte in enkel door de druk van haar lippen tegen de zijne en haar vingertoppen langs zijn wang. En toen ze haar vingers verlegde sloot hij kort zijn ogen om enkel maar de intensiteit ervan te voelen. Hij was niet de enige met dat gevoel in hem, hij hoorde haar hart als een razende tekeer gaan en daar had hij zelf de hartslagmonitor niet voor nodig om het te weten. Hij voelde haar vingers trillen tegen zijn huid. Haar geur was op slag het enige waar hij nu nog maar aandacht voor had. Ze was de enige … waarom had het hem drie weken geduurd om daar achter te komen. En op wat voor manier ook weer.
Dus hij hield het niet achter, hij gaf het op om zo te protesteren tegen zichzelf en dat zag ze duidelijk aan zijn blik want weer was daar dat kleine glimlachje. Het verdween toen hij het over volle maan had, ze knikte maar ze begreep het waarschijnlijk niet. Hij kon niet aan haar denken want het zou Lupos enkel nog maar meer fixeren op haar. En ondanks dat hij wist dat het daar al veel te laat voor was kon hij het niet laten het nogmaals te zeggen. Ze herhaalde zijn woorden en hij knikte enkel zachtjes. Deze volle maan kon erger zijn dan de vorige, kon iets veroorzaken waardoor hij nog dieper wegzakte en hij definitief iedereen af sloot maar het kon ook een betere zijn, eentje waarin hij meer zou appreciëren van zichzelf en dus ook van zijn gevoelens. Het was allemaal afhankelijk van die ene volle maan, en Denni zou erop moeten vertrouwen dat hij de juiste beslissingen nam.
Maar ze was moe, hij zag het aan haar blik dat ze doodop was en toch wilde hij niet gaan. Hij wilde haar hier niet achterlaten met zijn wonden in deze situatie. Toen ze zei dat ze het gevoel ookal had gehad sinds die ene nacht onder de sterren trok hij zijn mondhoek in een flauw gebaar op. Ondanks dat ze grinnikte kon hij er ergens geen vrolijkheid uit putten. Ze liet haar hand uit zijn hals glijden en legde het op zijn bovenbeen. Storm staarde ernaar, terwijl zijn hoofd maar weer bleef malen over datzelfde probleem, wat als? “Vier dagen.” Herhaalde ze zijn woorden. ‘Als het mee zit.’ Het konden er ook gemakkelijk vijf worden, of zes, het was allemaal afhankelijk van de volle maan zelf. Bij haar opmerking over de bloemen en de chocolade kreeg zijn blik iets van die humeurige onweerswolf die Lupos altijd op verkeerde momenten wist aan te moedigen. Maar ze had het niet gezien want ze sloot haar ogen. ‘Doe dat niet.’ Reageerde hij er enkel op. Bij haar vraag hief hij zijn arm op maar er was geen hartslagmeter. Hij keek naar de hartslagmonitor en Denni’s dalende hartslag alvorens hij haar hand nam en de sensor van haar vinger nam en het op de zijne zette. Meteen draaide die monitor overuren, 90, 110,160, en het bleef ergens bij de 200 hangen. Hij was het gewoon maar het was zeker niet gezond. ‘Jij moet rusten Denni.’ Zei hij terwijl hij de sensor terug op haar vinger zette. ‘En ik moet weg.’ Hij zei het met tegenzin, behoorlijk wat tegenzin. Zijn blik gleed naar de kalmeringsmiddel. ‘Maar ik kan wel blijven, eventjes.’ Hij kwam van het bed en trok nog een naald op met kalmering. Hij had het nog niet nodig maar hij was bang dat te dichtbij Denni komen het tegeneffect zou veroorzaken. Dus hij legde de spuit naar haar op het tafeltje en klom naast haar op het bed. Hij zou het niet mogen doen, hij wist dat maar hij deed het voor haar. ‘Tot jij in slaap val of ik het opgeef er tegen te vechten en zelf in slaap val.’ Hij probeerde een beetje humoristisch te zijn maar het was zwak. Hij was doodop en eerlijk, haar aanwezigheid hielp niet. Hij hief zijn arm op voor haar om een meer comfortabele houding te vinden en voorzichtig liet hij zijn vingertoppen neerkomen op haar gewonde arm, streken ze uiterst voorzichtig over haar huid terwijl hij in stilte de kamer in staarde. ‘Beloof je me om mij nooit meer zo uit te dagen dat ik controle moet afgeven?’ Fluisterde hij na een minuutjes stilte. ‘Ik kan je niet verliezen Denni, niet nu meer, niet na alles wat we hier net hebben gezegd.’ …
Onderwerp: Re: 'I saw this coming, but didn't want to avoid it because I didn't want to believe it would actually happen.' {&Storm} wo aug 10, 2016 10:19 pm
Dennimae Elscot
TAG:: Storm Truth is, I love you
Juiste keuzes maken.. Ze sprak er wel over, maar deed ze het ook daadwerkelijk wel? Al die twijfels, zelfs nu twijfelde aan zichzelf. Aan deze avond. Ze had zo veel anders kunnen doen, ze had het allemaal kunnen voorkomen door simpelweg weg te lopen. Maar op dat moment had ze zichzelf er niet toe kunnen zetten. Denni wilde voor Storm zorgen, hem beschermen, maar had er weeral in gefaald. Ergens begon ze zich af te vragen of ze hem ooit wel zou kunnen berschermen, al was het maar tegen de regen.
‘Het is mijn taak.’ Storm had zijn blik op de lakens gericht en Denni schudde zachtjes haar hoofd. "Niet altijd," Ging ze er tegen in, zoals ze er altijd tegen in zou blijven gaan. Hij hoefde niet altijd haar pijn te dragen, ookal wilde hij dat. Hij had momenteel genoeg met zichzelf te doen en Denni wilde hem niet ook haar lasten geven. ‘En het is mijn fout dat je hier ligt, ik wil niet dat je pijn hebt om wat ik heb gedaan.’ Een klein zuchtje verliet haar keel. Storm sloot het onderwerp hier mee af, dat hoorde ze aan de manier hoe hij het gesproken had. Maar ze was het er niet mee eens, wat ze met haar zuchtje duidelijk maakte. Ze zou er niets van zeggen, hij had het afgesloten, maar ze wilde hem nog wel even duidelijk maken dat ze het er niet mee eens was. Dennimae zag Lupos en Storm als twee verschillende personen, wat ze hem al zo vaak verteld had. Lupos had dit gedaan, had haar pijn bezorgd en haar hier laten komen. Storm zou zoiets nooit doen en dat wist hij zelf ook wel. Ze hield van hem, daarom en om nog zo veel meer. Lupos was enkel het vervelende buurjongentje dat altijd op de verkeerde momenten op bezoek kwam. Maar om Storm voor dat vervelende buurjongentje te laten staan? Echt niet. Ze was berreid om die gok te wagen, om Storm te laten zien hoeveel je met liefde kunt bereiken. Want eerlijk, ze zou geen stap meer terug kunnen zetten. Niet nu ze dit voor hem voelde, hoe sterk haar gevoelens nu al waren. Als Storm het niet zo zag, alleen hun vriendschap wilde behouden, zou ze er aan onderdoor gaan. Het zou haar hart in nog kleine stukjes breken dan het eerder gebroken was.
Denni glimlachte door haar tranen door. Het waren geen tranen van verdriet, of ook weer wel. Het waren tranen van allemaal emoties die te lang opgesloten hadden gezeten. Het moest wel allemaal uit, ze kon het niet meer tegen houden. Haar hoofd kon de dingen niet meer rechttrekken en hoewel ze eerder zoveel adrenaline in haar lichaam voelde, voelde ze nu enkel vermoeiheid. Alles voelde zwaar en haar lichaam gaf niet mee met welke beweging ze ook maakte. Haar wonden waren niet het geen ze zich nu zorgen om maakte, ze maakte zich zorgen om Storm. Om de dingen die nu door hem heen gingen, om de aankomende volle maan. Over het feit dat Lupos haar bijna van hem had afgenomen en hij alleen maar kon denken met 'wat als' terwijl hij juist moest kijken naar het nu. Dat ze hier lag, levend, veilig. Misschien met een paar scheurtjes en kneuzingen, een hoofd dat niet helemaal meer wilde werken als het hoorde, maar ze was in orde. Nagenoeg voelde ze zich goed. En ze zag er misschien slecht uit, maar ze was er. Ze leefde. En Storm moest dat omarmen, niet denken aan het geen dat kon gebeuren. Maar hoe ging ze hem dat weerom uitleggen? Ze was moe, te moe om de discussie te voeren. En te zien aan hem, hij ook. Ze wilde niet weer dat Lupos kwaad zou worden, ze wilde hem niet weer aanwakkeren.
Ergens vroeg Dennimae zich af of er ooit iets zou gebeuren in haar leven, wat niet op een rare manier zou verlopen. Ze had Devon ontmoet doordat ze haar notitieboekje had laten liggen. Ze had Storm in het zwembad ontmoet, toen ze gevallen was en haar arm had gestoten. Ze had de meiden ontmoet op een halloween feest waar ze in eerste instantie helemaal niet heen wilde en eigenlijk ook helemaal niet op haar gemak voelde. Ze was bevriend geraakt met Katerzyna omdat ze twee een aantrekkingskracht naar elkaar hadden, die tot op de dag van vandaag niet verklaard was. Ze was verliefd geworden op Storm, omdat hij haar weggeduwd had in de ziekenzaal en weer terug gevonden had. En ze was achter die liefde gekomen, omdat Lupos haar bijna vermoord had.. Ze hoopte dat ze de volgende keer mensen ontmoette en achter dingen kwam, op een normale manier. Geen val partijen meer, geen bijna dood ervaringen.. Gewoon een normale ontmoeting en een normale gebeurtenis zouden voortaan genoeg zijn.
En toen het moment kwam dat Storm eindelijk, misschien wel voor het eerst, echt toe gaf aan zijn gevoelens voelde de meid meer dan alleen opluchting. Ze voelde de liefde, de liefde die ze voor hem had. En ze voelde het nog meer tijdens de kus. Haar trillende vingers werden omhelst door die van Storm, wat haar lichaam iets meer tot rust bracht. Echter bleef haar hart als een gek razen. Maar Storm wilde wachten, wachten tot na de volle maan. Ze begreep het, maar ergens ook weer niet. Ze wilde niet wachten. Denni wilde hem nu, ze wilde hem nu al haar Storm kunnen noemen. Geduld was een schone zaak, de meid beschikte er normaal gesproken behoorlijk goed over. Maar op dit moment had ze geen geduld, hoewel ze die moest hebben. 4 dagen.. 4 dagen en dan zouden ze elkaar weer zien. Op deze plek, helaas, maar ze zouden elkaar weer zien. En Dennimae zou hier staan, wat hij ook allemaal zou doen om haar tegen te houden. 4 dagen. ‘Als het mee zit.’ Ze knikte kort. "Ik zal op je wachten, mochten het meer dagen worden." Zei ze zachtjes. En ze zou wachten op hem, tot hij de Danger Room zou verlaten en hier zou komen. Waarschijnlijk in zijn kamer, haar neus in zijn kussen om zijn geur zo dicht mogelijk bij haar te hebben. Ongeacht of Devon gek van haar zou worden of niet. En daarna, zou ze hier staan, blijven, zelfs slapen als ze de slaap kon vatten. Ze zou hem geen moment alleen laten, hoeveel moeite hij er voor zou doen. Het voorzichtige grijnsje bleef rond haar lippen, ook toen ze zijn humeurige blik te zien kreeg. Dennimae liet haar hoofd op het kussen rusten en luisterde zorgvuldig naar zijn woorden. "Enkel liefde dan." Mompelde ze zachtjes. Ze sloot haar ogen en voelde hoe Storm de sensor van haar vinger haalde en hem waarschijnlijk op zijn eige zette, aangezien de monitor als een gek omhoog ging. Ze reageerde er niet op, ze kende het snelle geluid van zijn hart en wist dat er niets was wat ze er aan kon doen. Ze wilde een flauw grapje maken, maar kreeg de woorden niet over haar lippen. Ze was te moe om flauw te doen. Echter verbaasde het haar wel dat de zusters nog niet binnen gestormd waren, misschien waren ze toch begaander dan ze gedacht had. ‘Jij moet rusten Denni.’ Sprak Storm terwijl hij de sensor terug op haar vinger plaatste. Zwijgend luisterde ze hoe de monitor weer langzamer begon te piepen, maar nog te snel voor haar normale hartslag. ‘En ik moet weg.’ Dennimae fronsde haar voorhoofd, opende langzaam haar ogen. "Nee," Protesteerde ze meteen zachtjes. ‘Maar ik kan wel blijven, eventjes.’ En toen sloot ze haar ogen weer. "Eventjes is genoeg," Zei ze zachtjes toen ze voelde hoe Storm van het bed kwam. Wat hij ging doen ontging haar, de vermoeidheid was te aanwezig om haar ogen te openen en zijn bewegingen te volgen. ‘Tot jij in slaap val of ik het opgeef er tegen te vechten en zelf in slaap val.’ Denni wist dat hij grappig wilde klinken, maar evenals zij klonk ook zijn stem zwak. Ze knikte enkel. Denni probeerde wat op te schuiven toen Storm bij haar kwam liggen, maar haar lichaam gaf helemaal niks meer mee. Dus hoopte ze enkel dat Storm genoeg ruimte had om nog een beetje confortabel te liggen. Ze wist dat hij hier bleef voor haar, enkel voor haar. Weer een rede waarom ze verliefd was geworden op hem. Ze voelde hoe Storm voorzichtig, uiterst voorzichtig, over haar gewonde arm streelde. Een klein glimlachje sierde haar lippen, haar ogen nog altijd gesloten. ‘Beloof je me om mij nooit meer zo uit te dagen dat ik controle moet afgeven?’ Ferluisterde Storm, net voordat de slaap Denni kon grijpen. "Ik zal mijn best doen," Antwoordde ze, aangezien ze niet wist of ze zo iets kon beloven.‘Ik kan je niet verliezen Denni, niet nu meer, niet na alles wat we hier net hebben gezegd.’ Een zachte geniffel verliet haar neusgaten. "Je zult me ook niet verliezen Storm, geloof me maar." Waren haar laatste bemoedigende woorden, voordat de slaap haar greep en ze eindelijk voor een paar uur verlost was van de pijn die haar lichaam moest verdragen. Evenals dat haar hoofd eindelijk rust leek te vinden en Lupos haar niet achtervolgde in haar slaap.
Onderwerp: Re: 'I saw this coming, but didn't want to avoid it because I didn't want to believe it would actually happen.' {&Storm} do aug 11, 2016 9:10 am
.Always live before you die.
Het was niet echt een jongensding om zo vrijuit de emoties te laten gaan en de woorden over je lippen te krijgen. Normaal spraken jongens niet echt vaak over hun gevoelens, of verklaarde ze hun liefde aan een meisje dat net zwaar gewond was geworden door je trouwe wederhelft. Maar het was Storm … hij was altijd al goed met woorden en sinds Lupos er was had hij geleerd dat hij zich veel meer moest open stellen naar de omgeving. Hij kon zijn gebrokenheid niet weg steken, hij kon zijn affectie niet weg steken. Het was waarschijnlijk één van de dingen die tot hun recht waren gekomen tussen hem en Nadya, ze had er hem onvoorwaardelijk in gesteund waardoor hij er nu meer comfort in kon vinden. Dus op een zekere hoogte was het gemakkelijk om het Denni te tonen, te zeggen want het was zo echt en diepgaand dat je zag dat hij ieder woord meende. Ondanks dat hij het toonde was er ook nog steeds een stuk schuld. Schuld zou nooit weg gaan, schuld zou heel zijn leven blijven domineren, van nu tot de allerlaatste dag van zijn leven en god wie weet hoe lang dat nog kon duren?
Het was één van de brokstukken die op hun gezamenlijk pad lagen. Hij die haar altijd zou willen beschermen en zij die het niet zou toelaten om beschermt te worden. Hoe moe ze er ook uit zag, ze reageerde meteen op zijn woorden. Was het niet met woorden dan was het met haar blik. Storm gaf er niet aan toe, hij zou er nooit aan toe geven maar hij zweeg er wel verder over. Hij wilde geen ruzie krijgen met Denni terwijl ze zo gewond was en hij nog op het randje van transformeren stond. Lupos was stil maar dat wilde niet zeggen dat hij niet aanwezig was. Hij was er altijd … ze hadden beide gezien hoe snel die wolf alle controle kon nemen als je eventjes niet oplette. Dus hij zweeg, liet zijn blik op de hare rusten en liet dat de woordloze conversatie zijn tussen en in.
Van zodra hij zijn lippen tegen de hare drukte wist hij dat er geen weg meer terug was. Hij kon haar niet meer weg duwen en hij wilde het ook niet meer. Het zou hem niet zo hard breken als het haar zou breken als hij zou beslissen om er niet mee door te gaan. Dus hij zou haar de keuze laten … als ze wilde weg wandelen dan kon ze dat doen, dan zou Storm versnipperd achter blijven maar haar laten gaan in de hoop dat ze dat echte beetje geluk zou vinden. Maar als ze bleef … dan kon hij daar niets meer aan veranderen. Het enige wat hij zou doen was proberen om alles te zijn wat ze wilde dat hij was. Om Lupos nog meer onder controle te krijgen, om misschien wel van de weerwolf af te geraken. Hij zou haar niet enkel veiligheid proberen bieden, hij zou haar ook geluk, warmte, liefde en toekomst proberen schenken. Hij wist hoe hard het was in een situatie als deze. Ze waren beide vermoeid, geleidt door hun emoties en toch dacht Storm er niet bij na, toch deed hij hetgeen wat hij misschien diep van binnen al drie weken lang wilde doen. Iedere aanraking zorgde voor een tegen reactie. Haar koude vingertoppen tegen zijn warme huid zorgde voor die huivering, dat diepe intens verlangen. Zijn hand dat lichtjes rond het hare kwam bracht haar trillende lichaam net iets meer tot rust. Zou het zo zijn? Dat iedere aanraking iets teweeg bracht bij de ander? Tijd was kostbaar en Storm voelde dat hoe dichter hij bij haar was hoe meer hij naar haar toegetrokken werd. Hoe minder tijd vat op hem kreeg en hij gewoon mee ging n het gevoel. Dat was wat ze deed en eerlijk … hij snakte naar meer.
Ze zou op hem wachten … Storm wilde haar nog een brief sturen maar hij had de sterke indruk dat die brief er helemaal niet zou toe doen. Ze had precies haar gedachten er al op gezet. Hij wilde niet dat ze in deze toestand zou beslissen wat ze wel of niet wilde met haar leven. Dus hij zou haar alsnog schrijven in de hoop dat ze op een rustig momentje ergens buiten in de zon het zou lezen en zou beseffen dat dit toch niet meer zo’n goed idee was. Storm was goed met woorden, hij kon ze even diepgaand in een brief storten. Haar blik ondersteunde ieder woord die ze sprak, uiteindelijk hij nog maar één ding doen, hopen dat ze er niet aan zou toegeven voor haar veiligheid en smeken dat ze er wel aan zou toegeven omdat hij haar zo graag wilde. Lupos had in al dit geen zeg meer, die was zijn stemrecht verloren van zodra hij zijn lippen tegen de hare had gedrukt.
Eigenlijk moest hij gaan, echt, hij moest zichzelf gaan opsluiten in de Danger Room in de hoop dat hij daarmee iedereen veilig kon houden en een vlekkeloze volle maan kon doorstaan. Maar ze wilde niet dat hij ging … en hij wilde ook niet gaan. Dus nam hij het risico te blijven, enkel en alleen voor haar. Zette hiermee het leven op spel van meer dan enkel haar, van deze hele ziekenzaal en het kon hem ergens eventjes niet meer schelen. Dus hij kroop naast haar op het bed, ondanks dat er amper plaats was, was haar aanwezigheid genoeg om een heel klein beetje van die rust te vinden. Ze sloot haar ogen, met een zekere vredigheid in haar blik en Storm keek met pijn in zijn blik weg. Wat had hij gedaan? Haar antwoord op zijn vraag was niet wat hij hoopte, hij wilde dat ze het beloofde maar dat deed ze niet. Hij staarde naar de gesloten deur en reageerde op niets meer. Hij keek pas naar beneden als hij haar hartslag hoorde dalen en hij voelde hoe haar ademhaling die zekere vredige regelmaat kreeg … ze sliep. En hij … hij moest hier zo snel mogelijk weg.