|
|
| Can we pretend that airplanes in the nightsky are like shooting stars? | |
| |
Auteur | Bericht |
---|
Maurim Kosorukov- Class 2
- Aantal berichten : 417
Character Profile Alias: K9 (WolfyBoy) Age: 17 Occupation:
| Onderwerp: Can we pretend that airplanes in the nightsky are like shooting stars? ma maa 16, 2015 10:52 pm | |
| Chapter I: I’m coming home Met een zwaar gevoel op de plek waar zijn hart hoorde te zitten, had hij wat warme kleren en verse tshirts in een sportzak gestoken, samen met het vliegtuigticket en de nodige documenten die hij nodig had om Rusland binnen te raken. Hij had niet veel bezittingen, maar wel genoeg om een weekje in Rusland te kunnen blijven. Veel mensen waren er op tegen dat hij ging, en zeker dat hij het alleen deed. Aleksey en Jamie protesteerden het hardst. Arianna leek zich minder zorgen te maken, maar nadat ze samen in Spanje hadden gezeten, was ze obviously vaker in zijn leven aanwezig dan ervoor. Ook Kate en Diana hadden elk hun mening over het feit dat hij dit deed, maar hij moest het gewoon doen.. Hij moest het met zijn eigen ogen zien. Het zou deel van het verwerkingsproces zijn. Misschien had hij dit eerder moeten doen, misschien ook niet. Feit was dat hij dat pas zou weten als hij er was, hij moest het uitzoeken en iets zei hem dat hij niet langer moest wachten. Met de rugzak en de sporttas was hij beneden gekomen. Hij woonde tijdelijk bij Arianna, aangezien hij het onveilig vond om in een drukke Russische stad te wonen. Aleksey had het hem vaak genoeg gevraagd, maar hij weigerde het iedere keer. In Rusland zijn maakte hem bang, al was dat nu wel exact de plek waar hij naartoe ging. “Ben je klaar?” Vroeg Arianna zacht, en hij knikte. “Jazeker”, Zei hij met een glimlachje, al klonk hij niet zo zeker.. Maar dat zou wel van de zenuwen zijn. Samen stapten ze naar buiten. Zij zou hem afdroppen op het vliegveld en op het vliegveld van Rostov-on-Don zou hij een bus nemen naar Aksay. Met een laatste knuffel was hij op het vliegtuig gestapt. Dit was de eerste keer dat hij het alleen ging doen, maar het verliep zonder moeilijkheden of problemen. Hij had ook geen enkele moeite om zijn weg door Aksay te zoeken. Het hotel lag nog op precies dezelfde plek. Hij checkte in onder een fake naam, want hij wist niet in hoeverre de organisatie nog actief was hier. Hij was nu al 24, was 8 jaar ondergedoken, maar toch. Hij wou geen enkel risico nemen.. Op zijn bed lag hij naar het plafond te staren. Buiten, op een 30 kilometer van waar hij nu was, stond het. De blokhut, waar hij al die jaren naar had willen terugkeren maar het nooit had aangedurfd om het echt te doen. De volgende morgen skipte hij het ontbijt, wist dat hij het toch niet zou binnen krijgen. Zijn sporttas liet hij achter, maar hij stak wel een warme trui in zijn rugzak, samen met zijn gsm en zijn papieren. De rest van de kleren liet hij gewoon achter, die zou hij later die dag ophalen. Dan zou hij terug naar het vliegveld gaan en de eerste vlucht naar Donetsk nemen, waar Aleksey op hem zou wachten. Maar voor nu had hij iets te doen. Het eerste stukje had hij te voet gedaan, maar al snel was hij geshift en gleden de kilometers met gemak weg onder zijn sterke wolvenpoten. Hij was nog gegroeid, was een massieve en brede wolf geworden. Onnatuurlijk groot, maar dat kwam hem deze keer goed uit. De omgeving kwam hem bekend voor, en langzaamaan begon hij te vertragen. Van tussen de bomen zag hij de vage omtrekken van de blokhut al. In een flits shifte hij terug naar zijn menselijke vorm. Even klemde hij zenuwachtig zijn vingers rond het lint van zijn rugzak, en met een diepe ademhaling liep hij de laatste 20 meter naar de voordeur. Zachtjes zette hij zijn hand er tegen, liet zijn vingers over het ruwe hout glijden. Het voelde zo vertrouwd. Met een zetje ging de deur open, en zijn blik gleed door de gang. Er was niks veranderd. Geen teken van een gevecht, alles stond overeind en was nog heel. Er waren ook geen dieren binnen gedrongen, want het zag er uit alsof er al die jaren niemand binnen was geweest. Maar toen hij beter keek, zag hij dat hij zich vergiste. Sommige spullen stonden niet op de juiste plek. Met een laatste blik op de omgeving liep hij naar binnen, sloot de deur achter zich. Het was niet donker binnen, omdat het raam genoeg licht naar binnen liet. Hij liep door de gang, voorzichtig, alsof hij een vreemde was in een kraakpand. Maar dit was geen kraakpand, en hij was geen vreemde. Hij was Maurim Kosorukov, en deze blokhut was van zijn opa, Vaughn Kosorukov. Hij hoorde hier thuis. Maar was een huis wel een thuis als er zoveel pijn en verdriet aan verbonden was, en geen hoop op verbetering? De jongeman liep door naar de woonkamer, merkte hoe een paar fotokadertjes omver gegooid waren. Alle laatjes van het bureau stonden open en de kasten waren overhoop gehaald. Er waren duidelijk mensen binnen geweest, en hij moest niet twee keer raden wie dat waren geweest. Met een huiverig gevoel liep hij naar de zetel waar zijn opa altijd had in gezeten. Het boek, zijn boek, waar hij al zo vaak had uit voorgelezen.. Maurim liet zijn vingers over de kaft glijden, besloot toen om het in zijn rugzak te steken. Niet dat hij het zou lezen, maar het was het enige tastbare dat nog overbleef van zijn opa. Met een wazige blik veroorzaakt door tranen liep hij naar de slaapkamer. Die van zijn opa was vlak naast die van hem. In de deurpost bleef hij staan, keek met een kloppend hart en een pijnlijke keel om zich heen. Het was alsof hij hier zometeen zou binnen lopen, het vuur in de haard zou aansteken en in zijn zetel zou gaan zitten. Het boek in de aanslag en wachtend tot hij op het tapijtje zou gaan liggen. Een gesmoorde snik kwam uit zijn keel, een traan ontsnapte en gleed over zijn kaak naar beneden. Langzaam liep hij de slaapkamer van zijn opa binnen. Het nachtkastje stond open, de inhoud lag over de grond. Met voorzichtige, tedere handen raapte hij een paar oude foto’s op. Zo oud dat het papier al helemaal bruin en gekruld was, zo oud dat het leek alsof ze in zijn handen zouden verkruimelen. Hij draaide de foto om en keek in de ogen van zijn vader, zijn moeder en zijn opa. Het was een foto van voor hij geboren was, dat wist hij. Meer tranen liepen over zijn gezicht. Hij liet zich tegen het bed zakken en trok zijn knieën op, probeerde zijn ademhaling onder controle te houden. Het lukte niet, hij faalde. Met de foto stevig tussen zijn vingers huilde hij, zeker een half uur lang. Om alles wat hij had moeten meemaken. Het was een foute beslissing geweest om hier te komen, alleen. Deze keer was er geen Aleksey, geen Amber, geen Arianna, geen Jamie, geen Kate, geen Diana. Hij stond er alleen voor, en hij was er niet sterk genoeg voor. Hij trok de rugzak van zijn schouder, stak de foto blindelings tussen de bladzijden van het boek. Hij nam zijn gsm uit het zijvakje, zocht Aleksey’s contact op. De telefoon ging twee keer over, daarna nam de jongen op. “Ha, Maurim”, Zei hij vrolijk, zich niet bewust van de toestand waarin hij zich bevond. “Heb je de blokhut gevonden?” Vroeg hij nieuwsgierig, en hij schraapte even zijn keel. “Ja, ik heb hem gevonden”, Zei hij moeilijk. Er was een korte stilte. “Gaat het wel goed?” Klonk het toen. Maurim onderdrukte een nieuwe slik. Hij zou weer doen wat hij altijd deed, hij wist gewoon niet beter. “Aleksey, ik hou van je okay? Kun je.. Kun je dat ook tegen de rest zeggen? Dat ik van hen hou?” Snikte hij, en hij zag het gezicht van zijn vriend al voor zich, totale shock en ongeloof. “Maurim, wat is er? Waarom zeg je zo’n dingen?”, Klonk het, maar hij had de telefoon al niet meer in zijn handen. “Het spijt me”, Mompelde hij nog, waarna hij het ding in de rugzak gooide en hem terug om zijn schouders deed. Binnen de 20 seconden stond hij buiten, in zijn wolvenvorm. Een pikzwarte, met bijna zwarte ogen. De pijn en het verdriet in zijn lichaam nam hem helemaal over, en hij liet het zomaar gebeuren. Hij wierp een laatste blik op de blokhut, wetend dat hij hem nooit meer terug zou zien. Hij zou hier nooit terugkomen.. Met een felle beweging gooide hij zijn kop in zijn nek, huilde lang en hartverscheurend naar de hemel. Met een inspanning van zijn krachtige poten verdween hij tussen de bomen, richting het niemandsland dat voor hem lag.
Laatst aangepast door Maurim Kosorukov op zo maa 22, 2015 9:01 pm; in totaal 1 keer bewerkt |
| | | Maurim Kosorukov- Class 2
- Aantal berichten : 417
Character Profile Alias: K9 (WolfyBoy) Age: 17 Occupation:
| Onderwerp: Re: Can we pretend that airplanes in the nightsky are like shooting stars? di maa 17, 2015 11:14 am | |
| Chapter II: Mad World Een paar weken lang, al kon hij zich ook vergissen, had hij alleen geleefd. De dagen gingen voorbij, maar hij merkte het amper. Hij was meer een schim of een zombie dan wat anders. Hij kon zichzelf ook geen mens meer noemen. Hij wou geen mens meer zijn, hij wou geen menselijke gevoelens meer hebben. Het was ergens de hoop dat hij misschien meer dierlijk zou worden na een tijdje, waardoor hij niet meer terug shiftte en dat ook niet meer van plan was. De zwarte wolf dronk van het water dat hij op zijn pad vond, joeg op kleine prooien en sliep als hij moe was. En zo ging het door, tot hij op een dag op een bekendere geur stootte. Andere wolven, en het waren er meer dan een paar. Een kleine roedel, gokte hij. Even bleef hij besluiteloos staan. De herfst was langzaam ingevallen en al snel zou het winter zijn. Dan was het misschien wel beter om in groep te leven.. De prooien zouden schaarser worden en het zou ijzig koud zijn. Daarom keerde hij zichzelf Oostwaarts, richting de plek waar de roedel vermoedelijk heen was gegaan. Na een dag of twee kwamen ze in zicht. Een alfakoppel en nog twee andere, jongere wolven. Kort liet hij een huil horen, om zijn aankomst kenbaar te maken en dat hij niet uit was op een gevecht. Meteen schoten de vier wolven alert omhoog, en al snel kregen ze hem in de gaten. Op een respectabele afstand bleef hij staan, kop en staart laag. Het alfareutje, een wolf die amper even groot was als hij en een bruine vacht had, kwam op hem afgelopen, een van de andere wolven in zijn spoor. Ze roken niet hetzelfde, wat er op wees dat dit geen familiale roedel was, maar meer een pact om samen de winter door te komen. De alfa kwam dominant op hem af, bekeek hem argwanend en snoof even zijn geur op. Hij gromde toen even goedkeurend, maar ook waarschuwend. Als een boodschap dat hij een kans kreeg maar heel goed op zijn tellen zou moeten passen. De twee draaiden zich om en hij liep achter hen aan, wist dat zijn plek hier de laagste zou zijn en ging dus op een meter of 3 van de anderen zitten. Die gingen gewoon door met hun bezigheden, en hij wist dat hij binnenkort de kans wel zou krijgen om zich te bewijzen. Dat moment was snel gekomen, een eerste jacht, om te zien wat hij waard was. En dat hij goed kon jagen, was een feit. Hoewel hij er nog altijd een beetje moeite mee had om een dier te doden, kon het niet anders. Hij moest zien te overleven en hetzelfde gold voor de andere wolven. Het had niet lang geduurd voor hij een soort vriendschap had gesloten met een witte wolvin, die in rank net een plekje hoger stond dan hem. Maar dat boeide hem niet, zolang hij maar iets van gezelschap had en hij van tijd tot tijd iets kon eten om sterk te blijven, was het voor hem allemaal goed. De winter doorkomen was geen probleem geweest. Hun kleine team was in staat om alles neer te halen dat in het zicht kwam, en niemand had echt honger. Toen de lente aanbrak stonden ze voor de keuze om toch samen te blijven of elk hun weegs te gaan. Voor de witte wolvin was de beslissing snel genomen; ze zou alleen verder trekken. Die keuze had de zijne ook wel beïnvloed, want hij zou met haar meegaan. Na een laatste jacht stonden ze op, namen ze kort afscheid en trokken ze weg. De omgang was nu veel makkelijker, nu ze niet moesten letten op het protocol van de alfa’s. Ze bleven samen jagen, perfect op elkaar ingespeeld. Het was een makkelijke aanpassing, en hoe meer de tijd verstreek hoe closer ze werden. En hoe meer de tijd verstreek.. Hoe meer zijn identiteit uitgewist werd. Hij werd wilder, dierlijker. Van Maurim Kosorukov schoot niet veel meer over dan een vage herinnering diep in zijn binnenste. Dit leven was een goed leven, en hij wou ook niet dat het nog anders was. Tot het lot hem nog maar eens te pakken kreeg. Ze waren een bos in gelopen, zonder dat ze wisten dat er ook mensen in de buurt verbleven. Niks had hun argwaan gewekt, ze hadden sporen van prooi gevonden, wat er dus op wees dat andere dieren niet weggejaagd waren door menselijke activiteit. Wisten zij veel dat dit bos nu net gemaakt was om die indruk te wekken. Ze hadden al verschillende alarmen doen afgaan, zonder dat ze er zelf ook maar een idee van hadden. Samen waren ze in slaap gevallen, tegen elkaar aan onder de beschutting van een lage boom. Het was hij die opmerkte dat er iets stond te gebeuren. Een gevoel dat hem waarschuwde dat hij nù wakker moest worden en weg moest rennen. Met een zachte jank en een duw had hij het wolvinnetje wakker gemaakt, en stond hij op. Zijn staart zwiepte heen en weer, zenuwachtig en alert. Voordat ze ook maar een stap hadden kunnen zetten, hoorde hij een vreemd geluid. Het wolvinnetje zakte met een piep neer en hij keek haar verschrikt aan. Zijn instinct schreeuwde dat hij moest rennen, maar dat ene stukje menselijkheid in hem, dat een vriendin had gevonden in de wolvin.. Bleef staan. Tot hij het geluid opnieuw hoorde. Hij draaide zich om en spurtte weg, en al snel hoorde hij gevloek en rennende voetstappen. Hij was sneller, dat wist hij, maar de paniek nam toe toen hij van voor zich ook geschreeuw hoorde. Had hij zich laten insluiten? Hij sprong naar links, weg van de stemmen en rende verder, maar ze wisten precies waar hij was.. En hij liep recht in een hinderlaag. Een scherpe steek schoot door zijn zij, een warm gevoel overspoelde hem en binnen de 5 seconden overviel een zwarte waas hem en kon hij zijn ogen niet meer openhouden. De zwarte wolf ging tegen de grond en dat was meteen ook het einde van de jacht.
Laatst aangepast door Maurim Kosorukov op zo maa 22, 2015 9:02 pm; in totaal 1 keer bewerkt |
| | | Maurim Kosorukov- Class 2
- Aantal berichten : 417
Character Profile Alias: K9 (WolfyBoy) Age: 17 Occupation:
| Onderwerp: Re: Can we pretend that airplanes in the nightsky are like shooting stars? di maa 17, 2015 5:25 pm | |
| Chapter III: the Price of Freedom Wakker worden. Ergens verzette hij zich er tegen. Hij had geen idee waar hij was en voor nu wou hij dat ook liever zo houden. Het was pas toen hij een angstige jank en geblaf hoorde dat hij zijn donkerbruine ogen opende. Zijn blik gleed door de ruimte, en al snel kreeg hij door dat hij in een kooi zat, anderhalve meter boven de grond. In de ruimte hingen nog 2 andere kooien, de ene leeg en in de andere.. Zat zijn vriendin, de witte wolvin. Zijn hart zonk naar beneden. Het was logisch dat ze haar ook te pakken hadden gekregen, maar toch. Hij vond het vreselijk om haar hier aan te treffen. De rest van de ruimte was leeg, op een paar metalen tafels en stoelen na. De kasten aan de muur waren dicht, de inhoud verborgen. De enige deur in het vertrek was potdicht en er zat geen klink aan. Het enige wat hij dus kon doen was wachten.. Geruststellend gromde hij even naar het wolvinnetje. Hij had honger, en maar te zwijgen over de dorst. Maar er was geen eten en ook geen water te bespeuren, dus ging hij maar liggen, zo comfortabel mogelijk in de kleine kooi. Geen besef hebben van tijd was het ergste. Het kon een half uur zijn of makkelijk twee uur later, maar eindelijk ging de deur open en kwamen er 3 mannen binnen. Hij volgde ze argwanend, en ook de witte wolvin keek gespannen toe. Ze hadden bakken bij waar vlees in zat, samen met lege bakken en een jerry can water. Dat werd allemaal op de tafel geplaatst. Voor ze ook maar iets kregen, kwam een van de mannen op zijn kooi af. Hij zei geen woord maar tikte op het schermpje van de kooi, waar hij eerder had over gekeken. Een blauwe straal gleed door de kooi, maar tot zijn opluchting deed het geen pijn. Het leek op een laserscan.. De man begon dingen neer te schrijven op een blad. Daarna sprak hij in het Russisch tegen de andere mannen, een taal die hij lang niet meer gehoord had maar wel nog kon verstaan. "Hij heeft een goeie spiermassa.. Misschien kan hij nog dienen voor ons programma", Meldde hij. Programma? Hij begreep het niet.. Wist niet eens waar hij was. De derde man, die een vreemde stok bij zich had, kwam op de kooi af. Met een klik ging die open, en instinctief sprong hij vooruit, richting de vrijheid. Zijn eerste grote fout. De man stak naar hem met de stok, twee pinnetjes zo scherp als naalden drongen door zijn vacht en in zijn vel en een elektrische shock trof hem vol in zijn borst. Een jank van pijn en ongeloof ontsnapte uit zijn bek en angstig drukte hij zichzelf tegen de achterkant van de kooi, zo ver mogelijk bij de man vandaan. Die lachte alleen maar, zette een bak met vlees en water neer en sloot de kooi weer. Trillend van de schrik durfde hij niet in de buurt van het eten, ondanks dat de man met de stok nu bij de andere kooi stond. Ook de witte wolvin werd gescand en kreeg twee bakken voorgeschoven. Zij maakte niet dezelfde fout als hij en viel hongerig aan op het eten toen de kooi weer dicht was. Hij durfde pas dichterbij komen toen de mannen het lokaal hadden verlaten. Het vlees smaakte vers en mals, al smaakte het water best ijzer-achtig. Toch dronk hij de bak helemaal leeg, want hij wist niet wanneer de volgende ronde zou plaatsvinden. De mannen kwamen nog 5 keer, en iedere keer werden ze gescand. Hij kreeg meer en meer een idee van wat ze hier deden en wat het programma inhield. Ze probeerden wolven te trainen voor iets wat ze een arena show noemden. Hij snapte niet wat dat was, maar hij kwam er snel genoeg achter. Op een bepaalde ochtend kwam de man met de stok weer en hij had iets in zijn handen, wat hij over zijn hoofd probeerde te schuiven. Dat vond hij niet fijn, en instinctief beet hij naar de handen van de man. Fout, grote fout. De stok gleed de kooi weer binnen, als een slang. Het viel niet te ontwijken en een verlammende, pijnlijke shock ging opnieuw door hem heen. De man schoof het ding nu over zijn hoofd, hij kon zijn mond niet meer openen en rond zijn nek zat een soort halsband. Ruw trok de man hem uit de kooi, en hij verzette zich toen hij hem door de deur naar buiten wou trekken. Hij wou de witte wolvin niet alleen laten, bang dat ze weg zou zijn als hij terug kwam. De man haalde een kleine afstandsbediening uit zijn zak en drukte op een knopje. Een shock gierde door zijn lichaam en hij dook piepend in elkaar. De man grinnikte en trok hem toen opnieuw mee, en deze keer liep hij gewoon mee. Een lege ruimte met kale, grijze muren maar een zachte vloer van aarde. Hij werd er in gezet en toen was hij alleen. Onzeker bleef hij staan, probeerde ondertussen zijn mond te bewegen. Dat lukte niet en een milde shock was te voelen. Ze hielden hem in de gaten al wist hij niet hoe. Een nieuwe, onbekende man in zwarte kleren kwam binnen. Een levenloze wolf sleepte achter hem aan. Het was een jong diertje, dood al was het nog onduidelijk hoe. De man gooide het naar hem toe en liep toen op hem af. Hij loste de band rond zijn mond en trok hem naar het lijk toe. Hij sloot zijn ogen, wilde het niet zien. De man wees op een plekje in de nek van de dode jaarling. Daarna drukte hij zijn neus er hardhandig tegen. Daar moest hij dus bijten.. Maar hij kon het niet. De man wachtte even maar hij bleef verstijfd staan. Een fluitend geluid en een felle pijn door zijn rug. Hij kromp in elkaar en deinsde achteruit, waardoor het proces herhaald werd. Nog een klap en dichter bij het lichaam gesleept worden. Aarzelend zette hij zijn tanden er heel zachtjes in, keek toen omhoog om alleen maar te zien hoe de man opnieuw zijn arm achteruit trok en de zweep op hem liet neerkomen. Niet hard genoeg. Hij beet niet hard genoeg. Hij versterkte de druk op zijn kaken, voelde zijn tanden nu in het vel prikken en een beetje bloed kwam op zijn tong. Walgend trok hij zijn kop achteruit, voelde opnieuw de snijdende pijn van de zweep op zijn flanken. Het was wel duidelijk wat de man verwachtte, maar hij kon het niet. Nog twee klappen volgden, en uiteindelijk plooide hij, gek van de pijn. Grommend zette hij zijn tanden diep in de nek van de dode jaarling, bloed sijpelde zijn mond binnen en kwam op zijn tong, maar hij loste niet. Tevreden liet de man de zweep zakken en trok hem toen weg bij het lichaam, waarna hij het bandje rond zijn bek weer aantrok en toen de ruimte uit liep. De man met de zweep was vanaf die dag een dagelijkse aanwezigheid in zijn schema. Iedere keer hij terugkwam, was er een andere manier waarop ze hem testten. Hij werd gedwongen een hond aan te vallen en te bijten, maar niet te doden. Als het te ver ging, dan kreeg hij een shock. De zweepslagen bleven op hem neerkomen, maar niet meer zo vaak en frequent. Elke avond huilde hij, probeerde zo te liggen dat de brandende pijn niet te erg was. Maar hij huilde niet alleen van de pijn, maar ook van de machteloosheid, het verdriet. Hij dacht aan zijn opa, zijn ouders. Wat zouden die zeggen als ze hem zou zouden zien? Hij dacht aan Aleksey, Arianna, Jamie.. Die zouden waarschijnlijk heel ongerust zijn, maar hij had geen hoop meer dat hij hen ooit nog zou zien. Het witte wolvinnetje probeerde hem te troosten, hem te vertellen dat hij niet alleen was.. En het hielp wel, maar het was niet genoeg. Na een paar weken werd hij tegenover een andere wolf gezet, die blijkbaar dezelfde training had gehad. Deze vocht wel terug, en hoewel hij eerst geweigerd had om de andere reu aan te vallen, had hij niet anders gekund. De andere reu toonde geen genade, en hij werd een paar keer hard gebeten. Niet dodelijk hard, niet zo hard dat het een blijvend letsel zou zijn. Daar zorgde de zweep voor, de angst die boven de woede stak en die hen allebei tegenhield om elkaar ernstig te verwonden. Die avond huilde hij harder dan ooit. Hij haatte zichzelf, wat er van hem geworden was. Geen mens meer, geen wolf meer. Een beest, een gebroken en ziek beest, dat was hij en er was niks aan te doen. Er was verandering in het schema. Deze keer waren er maar twee mannen, nog steeds de man met de stok maar nu ook een andere, onbekende onderzoeker. Die scande hem, bekeek zijn wonden terwijl hij rond de kooi heen liep. “Hij is vermagerd”, Merkte hij mompelend op. “Dat doen ze allemaal”, Zei de man met de stok schouderophalend. “Dat kunnen we niet hebben, hij is groter dan de rest en hij heeft veel potentie”, Zei de man koeltjes. “Ga maar naar buiten, ik roep je wel als ik je nodig heb”, Vervolgde hij, en de man met de stok protesteerde. “Je doet wat ik zeg”, Zei hij kwaad. Hij snapte het gesprek niet, waarom moest de man met de stok weg? Verward wendde hij zijn blik af. Een wolf hoorde dit gesprek niet te kunnen verstaan, dus hen aanstaren was niet het slimste ooit. De man met de stok verdween door de deur, en de onderzoeker kwam dichter bij zijn kooi staan. “Hi”, Zei hij in het Engels, liet het Russisch achterwege. De zwarte wolf reageerde niet, bleef gewoon voor zich uitkijken, maar draaide wel met zijn oren naar het geluid. “Ik weet dat je me kan verstaan, tenzij je geen Engels spreekt”, Zei de man toen, en nog meer verward dan eerst keek hij nu toch op. “Kun je me verstaan?” Vroeg de onderzoeker toen zacht, en twijfelend gromde hij even. “Ik wist het wel.. Ik weet wat je bent”, Zei de onderzoeker licht enthousiast. “Ik weet dat je een mens bent, een mutant. Luister, ik heb niet veel tijd, maar ik kan je hier uit krijgen”, Vervolgde de man toen, en een klein sprankje hoop kwam in zijn borst. Het was verwarmend, maar waarom zou hij deze man vertrouwen? Iedereen hier deed hem alleen maar pijn, en hij was een van hen. “Ik ben net als jij, snap je?” Zei de man toen geheimzinnig. Ook een mutant? Een mutant die hem vrij kon krijgen? “Ik heet Matthew by the way”, Zei hij toen. “Het is veiliger als niemand anders weet wat je bent, dus blijf nog maar even zo. Ik denk dat ik je binnen een week vrij kan hebben, als het meezit”, Vertelde Matthew. Hmm, gelukkig moest hij niet shiften.. Hij had geen idee of hij dat nog kon. Het leek alsof het iets was uit een vorig leven. Matthew stond op en liep naar buiten, de deur ging weer dicht. Hij overdacht de opties. Kon hij de man wel vertrouwen? Maar het was ook een mutant, en hij had een duidelijk plan. Dus waarom niet? Wat had hij nog te verliezen? Maar toen dacht hij aan het wolvinnetje.. Wat zou er met haar gebeuren? Ze kreeg dezelfde trainingen als hem, al leek zij het beter te doen dan hij. Misschien redde ze het ook wel, kon ze op een dag ook ontsnappen of iets dergelijks. De dag was aangebroken. Matthew was in de kamer gekomen, had bij zijn kooi halt gehouden. “Ik heb het proces versneld.. Alles heeft een prijs, weet je. De prijs voor vrijheid is hoog, maar je red het wel. Het enige wat je moet doen is je gevecht winnen en dan plaatsen ze je over naar een ander gebouw. Dan zorg ik ervoor dat je onderweg ongezien kan ontsnappen. Ren zo snel je kan zo ver mogelijk weg, dan komt het goed, okay?” Vroeg hij, en de zwarte wolf knikte even. Dat kon hij wel.. Een gevecht winnen had hij al een paar keer gedaan. Opnieuw stond hij in de ruimte, maar deze keer hadden ze hem geen band om zijn mond gespannen, waardoor hij vrij kon bijten. Fysiek was hij er klaar voor en mentaal had hij al de klik gemaakt. Dit was de prijs voor zijn vrijheid.. Het luik ging open en hij zag zijn tegenstander voor het eerst. Een mentale shock ging door hem heen. Het witte wolvinnetje, zijn vriendin door alles, zijn steun, stond voor hem. Verschrikt deinsde hij achteruit, maar de zweep joeg hem terug naar haar toe. Met een gepijnigde blik keek hij haar aan. Dit was de prijs. Hij moest haar verslaan, maar kon hij dat wel? Hij besloot om haar niet teveel pijn te doen, haar gewoon tegen de grond te werken en haar niet te erg te verwonden. Zij was de eerste die hem aanviel, maar zij leek zich niet terug te houden. Zij was helemaal wild natuurlijk, had geen menselijk kantje en geen geweten. Ze beet hem hard, veel harder dan normaal, maar er kwam geen zweepslag. Wat? Hij beet haar terug, zachtjes vlak bij haar schouder, en duwde haar achteruit. Ze gromde en sloeg haar nagels op haar beurt in zijn schouder, trok ze naar beneden en liet een paar bloederige krassen achter. Niemand greep in. Wat was de bedoeling hiervan? Het gevecht ging nog even heen en weer, tot ze hem omver beukte en ondertussen haar tanden in zijn voorpoot zette, waardoor hij omver viel. Ze stond over hem, haar tanden op zijn keel. Verloren. Hij ontspande zijn spieren, wachtte tot iemand haar weg zou trekken, maar niemand deed iets. Ze beet in zijn keel, en toen drong het tot hem door. Dit was een gevecht tot de dood. Het was nu zijn beslissing of hij haar liet doorgaan en hij zou sterven, of dat hij zou terugvechten en haar zou doden. Het was een zware beslissing maar hij had niet veel tijd. Hij dacht aan Aleksey, aan Jamie. Aan Arianna, aan al de mensen die hem ooit hadden geholpen. Zijn vrienden, echte vrienden. En dat gaf hem kracht. Hij rolde van haar weg, trapte wild met zijn achterpoten. Hij raakte haar op haar borst, en ze werd weggeduwd door zijn kracht. Hij sprong op haar af en beet zich vast vlak achter haar nek, waar hij op getraind was. Hij walgde van zichzelf, hij was precies geworden wat ze van hem wilden maken. Hij beet hard, sloot zijn ogen toen ze begon te janken van de pijn. Hij ramde haar omver, zette zijn poot op haar nek en beet zich toen vast in haar keel. Ze spartelde, en bijna liet hij los. Maar hij moest dit doen, dit was de prijs. De prijs voor zijn vrijheid.. Ze bewoog niet meer. Bloed zat overal op haar witte vacht, zijn bloed en haar bloed. Ze had haar ogen wijd opengesperd, leek hem beschuldigend aan te kijken. De mannen stapten eindelijk naar hen toe, hij kreeg de halsband weer om en zijn mond werd weer dicht gesnoerd. En daar kwam Matthew. Hij knielde naast hem neer en gaf hem een klopje op zijn hoofd. “Ik had niet gedacht dat je het zou doen, maar je bent een monster, dus eigenlijk verbaasd het me niet echt. Mooi gevecht, Maurim Kosorukov, mooi gevecht”, Zei hij, en met een gekwelde jank sprong hij achteruit, weg van de man. Waarom en hoe kende Matthew zijn naam?
Laatst aangepast door Maurim Kosorukov op zo maa 22, 2015 9:02 pm; in totaal 1 keer bewerkt |
| | | Maurim Kosorukov- Class 2
- Aantal berichten : 417
Character Profile Alias: K9 (WolfyBoy) Age: 17 Occupation:
| Onderwerp: Re: Can we pretend that airplanes in the nightsky are like shooting stars? di maa 17, 2015 9:31 pm | |
| Chapter IV: Deathbed Het lichaam van de witte wolvin belette hem om nog verder weg te gaan van Matthew, als dat zijn echte naam al was. Alles aan die vent was een leugen, en hij was zo dom om er met open ogen in te trappen. Hij keek met een gekwetste, gebroken blik naar de gehavende keel van het wolvinnetje. Dat had hij gedaan.. Haar leven voor het zijne, al vermoedde hij nu al dat dat ook een leugen was. Hij wist waarom Matthew zijn naam kende, hij wist het maar al te goed. En hij had haar vermoord, omdat hij zo egoïstisch was om te denken dat hij erdoor vrij zou zijn. Een prijs die zo hoog was dat hij nu wou dat hij hem niet betaald had. Ze had hem beter toch gedood, want dat was hoe dan ook zijn lot. En het maakte hem zo verdrietig en kwaad. Hij liet een lange grom horen, diep vanuit zijn borstkas, en dreigend sprong hij naar de man, hapte naar zijn lichaam, wat hij ook maar te pakken kreeg. Zijn tanden boorden zich in zijn bovenarm, hij schreeuwde het uit. Twee mannen met stokken en een man met een zweep sprongen op hem af, gaven hem schokken en de zweep kwam hard op zijn rug en schouders neer, scheurde zijn vel open. Bloed spatte van de zweep af, het werd zwart voor zijn ogen door de schokken, maar hij liet niet los. Deze man moest dood. Maar hij kon niet anders dan plooien. De zwarte wolf zakte door zijn poten, liet de arm van Matthew los. De mannen stopten echter niet met hun marteling. Hij maakte zich zo klein mogelijk en liet een jank van pijn horen bij elke shock. Hij kroop tegen het lichaam van zijn vriendinnetje aan, alsof hij bij haar nog steeds steun kon zoeken. Alsof hij het recht had om dat te doen. De halsband werd terug om zijn nek gedaan, het bandje helemaal dichtgesnoerd. Matthew gaf hem een trap tegen zijn kop, en verdwaasd schudde hij zijn kop. “Ik neem hem mee, vanavond nog”, Snauwde hij naar de man met de zweep, waarna hij de kamer uit liep. De zwarte reu hijgde zwaar, voelde tranen over zijn snuit lopen. Wat had hij gedaan.. Ze kwamen binnen met een zwarte doos, met aan de voorkant tralies. Ze joegen hem er in met hun stokken, nadat hij nog een laatste keer een likje over de snuit van het wolvinnetje had gegeven. Dit viel hem zo zwaar.. Hij was precies wat Matthew hem had genoemd; een monster. De kooi was zo klein dat hij niet eens kon liggen, hij bleef gedwongen rechtop staan, leunend tegen de zijkant. Hij was op. Hij kon niet meer, mentaal niet en fysiek niet. Het mocht nu allemaal eindigen, het kon hem niks meer schelen. De kooi werd in een auto geplaatst, en het duurde nog een hele tijd voordat de auto vertrok. Hij wist niet wie er in de auto zat, of waar hij heen werd gebracht. Het was voor het eerst in een hele lange tijd dat hij buiten het gebouw was, al was hij niet vrij, zoals hij gehoopt had. Hoop. Een mooie leugen, dat was het. Hoop was vals, altijd. Trillend sloot hij zijn ogen, tranen liepen weer over zijn neus naar beneden. Het was donker buiten, maar hij zag het wel. Buiten. Een onbereikbare plaats, een mooie leugen. Er was geen buiten meer voor hem. De auto stopte, hij wist niet hoe lang ze gereden hadden. De kooi werd op een wagentje geplaatst, en ze reden hem een nieuw gebouw binnen. Heel even snoof hij de buitenlucht in, misschien wel voor de laatste keer in een lange tijd. Een leeg kamertje met betonnen muren werd zijn nieuwe verblijfplaats. Groter dan zijn kooi in het andere gebouw, maar er was geen licht. Helemaal gedesoriënteerd bleef hij zitten. Hij had geen idee voor hoe lang, maar af en toe werd er een beetje water naar binnen geschoven door een luikje in de deur. Iedere keer likte hij het langzaam op, al had hij geen honger of dorst. Hij wilde gewoon niks anders meer dan slapen en niks meer voelen, misschien zelfs niet meer wakker worden. Ja, dat zou simpel zijn. Misschien te simpel. Want het werd hem niet gegund. Op onregelmatige tijdstippen staken ze een verblindend licht aan, of lieten ze een scherp geluid horen. Soms deden ze de deur van de kamer open, gaven ze hem klappen met een metalen buis, of gaven ze hem schokken door de halsband. Hij wist niet waarom, hij onderging het gewoon. Hij werd zwakker en zwakker met de dag, al wist hij niet eens meer wat een dag was. Het ging gewoon door, tot ze hem op een bepaald moment uit de kamer sleepten, naar de overkant. Matthew was terug, samen met nog wat andere onbekenden. De mannen die hem kwamen halen, gooiden hem in een hoekje, bedreigden hem met elektrische stokken. Hij verroerde zich niet. Zijn oren lagen plat in zijn nek, en hij ging zo dicht mogelijk tegen de muur zitten. “Maurim Kosorukov”, Zei Matthew en een andere man knikte even. “Het heeft lang geduurd, maar dit is de laatste”, Sprak hij in het Russisch. Het bevestigde alleen maar zijn vermoedens van eerder. Dit waren de mensen die zijn hele familie hadden uitgemoord. “Ik ben blij je te zien, jongen. Nu ja, jongen is misschien geen goed begrip meer. Je bent al 26 nu, weet je wel? En je ziet er niet meer uit als een jongen. Je bent ook geen wolf meer. Je bent niks meer, Kosorukov, helemaal niks meer”, Spotte de man, en hij wendde zijn blik af naar de grond, wetend dat de man gelijk had. 26. Dat waren dus twee jaren van zijn leven waarin hij opgesloten had gezeten. “Je bent wel een moordenaar, een monster, een mutant. Een ziekte voor onze planeet, een lastig virus”, Ging hij verder, terwijl de rest instemmend knikte. De man stond op, de rest volgde. Opnieuw werd hij meegesleurd, iemand trok hem ruw de gang op aan zijn halsband. Hij werd gedwongen achter de mannen aan te lopen, die er niet voor terug schrokken om hem af en toe een trap te geven. Ze gingen naar buiten, maar voor de deur stopten ze nog even. “Denk maar niet dat je kan rennen, knul. We zijn voorbereid”, Waarschuwde hij luchtig, waarna hij de deur open trok. Hij werd naar buiten begeleid, op een soort platform van beton. Hij rook bloed.. Niet zijn eigen bloed, die geur was hij na al die jaren wel gewend geworden. De mannen stopten, drukten hem neer op een random plek. Ze kwamen voor hem staan, grijnzend, geamuseerd. “Weet je waar je staat nu?” Vroeg de man van daarnet weer. “Op dezelfde plek als je grootvader, Vaughn”, Spotte hij, en het sneed recht door zijn hart. De tranen sprongen in zijn ogen. “Je mag kiezen. Sterf je als wolf of als mens? Het maakt mij niet uit”, Zei hij, maar hij zei niks, reageerde niet. Hij wist niet eens meer hoe hij moest shiften, het was weg, het was er uit. Hij boog zijn kop en keek naar de grond, schraapte zachtjes met zijn nagels in de steen. Zijn opa.. Had hier ook gestaan. Het geluid van een geweer dat geladen werd. Dat hij zo aan zijn einde zou komen, hij had het zich nooit kunnen inbeelden. Het leek wel een ziek scenario voor een dramatische film ofzo. Een rilling trok door hem heen, en hij keek omhoog, in de loop van het geweer. Opnieuw een rilling. Hij hoorde het schot, maar het trof hem niet. Verbaasde kreten en gevloek, en toen had hij het door. Hij was de geestenwereld in gegaan, een mutatie die hij zo lang niet meer gebruikt had dat hij het bestaan ervan was vergeten. Langzaam stond hij op, keek nog een keer om zich heen.. En hij rende weg.
Laatst aangepast door Maurim Kosorukov op zo maa 22, 2015 9:02 pm; in totaal 1 keer bewerkt |
| | | Maurim Kosorukov- Class 2
- Aantal berichten : 417
Character Profile Alias: K9 (WolfyBoy) Age: 17 Occupation:
| Onderwerp: Re: Can we pretend that airplanes in the nightsky are like shooting stars? di maa 17, 2015 10:47 pm | |
| Chapter V: Sleepwalking Het buiten zijn was niet nieuw, alleen zo onbekend geworden. Het was warm, gelukkig maar. Veel kans dat hij een winter zou overleven, was er niet. De band om zijn mond was een groot probleem. Zijn identiteit was een beetje teruggekomen toen de man hem ermee geconfronteerd had. Hetgeen hij had proberen uit te wissen, was terug gekomen. Hij was een mutant, hij was een jongeman, hij was Maurim. Maar hij kon het niet meer, shiften. Hij wist niet hoe, het was gewoon weg. Hij zat vast in deze vorm, en als hij geen handen had, kon hij de riem rond zijn mond niet verwijderen. En de halsband piepte. Hij was bang dat ze hem zo konden vinden, dus de eerste de beste rivier was hij in gelopen. Net zo lang had hij hem onder water gehouden, hem tegen bomen aan geschuurd, tot het gepiep was gestopt. Hem afkrijgen lukte hem niet, maar hij vertrouwde er nu wel op dat de technologie van het ding hem niet meer zou verraden en zijn positie zou doorseinen naar wie dan ook. Het was zwaar om te overleven. Eten lukte niet, jagen lukte niet, allemaal omdat hij simpelweg zijn mond niet kon opendoen. Hij had hulp nodig, maar waar in godsnaam zou hij die vinden? Doorlopen, dat moest hij doen. Hij had geen idee waar hij zat, en het enige wat hij kon doen om zijn maag te vullen, was water drinken. Hij had geen energie meer, was graatmager geworden door ondervoeding. Het enige wat overbleef waren botten en spieren, spieren die aangesterkt waren door het vechten en het lopen. Maar hij wist dat dat ook niet lang zo zou blijven als hij niks at. Het enige wat hij in een week binnen had weten te werken, was een restje prooi van een andere jager. Met veel moeite had hij nog wat vlees van het karkas weten te scheuren en het toch nog tussen zijn tanden door te krijgen, ondanks de riem over zijn neus. Waanbeelden vulden zijn wereld. Illusies, dromen, leugens; zijn opa die hem medelijdend aankeek, Aleksey die met hem mee rende, Kate die hem een knuffel wou geven.. Het was allemaal een illusie, maar het raakte hem zo diep. Met een zucht ging hij liggen, vlak bij een kalm beekje, en hij liet zijn snuit er in zakken en opende zijn kaken zo ver mogelijk, om voorzichtig wat water binnen te krijgen. Het woud waar hij in liep, het zag er anders uit dan een Russisch woud. Letland? Litouwen? Hij had geen idee, maar het boeide hem niet. Veel verder dan dit zou hij toch niet meer raken. Maurim stond op, volgde de beek even, had niet de energie om nog verder weg te gaan. Zolang hij maar uit het vervloekte Rusland was. Misschien had hij ooit in het verleden van dit kunnen genieten. In de natuur zijn, buiten zijn. Ineens weken de bomen uit elkaar, en aarzelend bleef hij staan. Zijn blik gleed over een kleine open plek, waar een huisje was gebouwd. Hij bleef verstopt tussen de bomen, maakte zich klein. Misschien.. Woonde hier iemand die hem kon verlossen van de band om zijn neus. Het besluit om te wachten en te kijken of er nog iemand buiten zou komen, was snel gemaakt. Hij ging liggen op de bosgrond, onder een paar struiken. Zijn blik bleef gevestigd op de deur, terwijl hij zich afvroeg wie er in godsnaam helemaal alleen in een bos wou gaan wonen. Hij wist niet hoe ver ze van het eerstvolgende dorp waren, maar het was zeker wel heel afgelegen. Het duurde een hele tijd, er was geen beweging te zien. Zachtjes legde hij zijn kop op zijn voorpoten, bleef wegdromen, dacht aan vroeger en probeerde zijn hoofd bezig te houden met fantaseren over wie hier woonde. Het hielp wel, zijn gedachten waren stil, maar een vermoeidheid kwam op. Rustig dommelde hij in en viel hij uiteindelijk in slaap, niet wetend dat hij wel nog zichtbaar was voor wie dan ook in het huisje woonde.
Laatst aangepast door Maurim Kosorukov op zo maa 22, 2015 9:02 pm; in totaal 1 keer bewerkt |
| | | Grace Manthey- Class 2
- Aantal berichten : 317
Character Profile Alias: Bugs Age: 17 Occupation:
| Onderwerp: Re: Can we pretend that airplanes in the nightsky are like shooting stars? wo maa 18, 2015 12:50 pm | |
| Hope is a breeze that brings me back to dry land Where the flowers grow | Zachtjes werd Grace wakker van de rustige ademhaling en aaide ze het kleine hertje eventjes over haar mooie bruine vacht heen. Ze haalde eventjes diep adem en trok de oude deken die toevallig in de schuur had gelegen verder over haar heen. Het jonge hertje bewoog heel eventjes wanneer ze merkte dat Grace ook wakker was geworden maar probeerde niet op te staan of weg te kruipen. Het beestje had haar in vertrouwen genomen doordat ze haar die nacht warmte en veiligheid had geboden. Eerlijk gezegd was het niet de bedoeling geweest om bij het diertje in de schuur te slapen maar ze was nu eenmaal in slaap gevallen wanneer ze haar in dekens had gewikkeld en ze leek onrustig te worden elke keer dat Grace probeerde op te staan om naar het huis te lopen. Dus was ze bij het beestje gebleven en had ze haar voor de nacht gezelschap gehouden. Ze wilde haar eigenlijk ook niet achterlaten, omdat ze ook geen zekerheid had gehad of het kleine hertje de nacht wel zou overleven. Ze was zo zwak geweest en onderkoeld, dat het nog altijd goed mogelijk was geweest dat ze het niet zou overleven en ze was ook bang geweest dat het diertje bang zou worden. Bang van de geluiden buiten het schuurtje en omdat ze dan alleen zou zijn misschien in paniek zou raken. Maar gelukkig waren al deze dingen niet gebeurt en was Grace met het jonge hertje in haar armen in slaap gevallen en hadden ze zo de hele nacht gelegen in het hooi.
Zo rustig mogelijk probeerde ze overeind te komen zonder het diertje bang te maken en sloeg ze de dekens van haarzelf af. Meteen werd ze in de ogen aangekeken door het diertje met de grote bruine ogen die nog steeds niet probeerde weg te komen, maar juist meer naar haar toe leunde voor steun. Zachtjes streelde Grace het diertje eventjes door haar bruine wildkleurige vacht met de witte stippen. ”Je zult toch echt moeten eten kleintje.” Zei ze rustig waarnaar ze toch echt op moest staan om een flesje ze gaan pakken met geitenmelk. Rustig legde ze het dekentjes weer om het diertje heen en bleef ze nog eventjes naar het hertje kijken voordat ze het schuurtje uit liep. Tara schoot meteen op en rende achter haar aan de schuur uit om weer terug te gaan naar het huis. Zij was er ook de hele nacht bij geweest want de border collie was nu eenmaal moeilijk te scheiden met Grace en ze liet haar niet alleen buiten of in het huis. Buiten al helemaal niet, want er leefden ook genoeg roofdieren in het bos die ook een hond wel als een prooi konden zien. Nu kon Tara zichzelf wel een beetje verdedigen maar groot was ze niet en ze zou het nooit winnen tegen een wolf.
De melk warmde ze eventjes op zodat het niet zo koud zou zijn en gezien het kleine hertje onderkoeld was geweest zou het wel fijner zijn voor het hertje als het iets warmer was. Kort keek ze op de klok, en oh mijn god, was het al zo laat? Spinnetjes kropen over het aanrecht heen en kwamen haar meteen een goedemorgen wensen zoals ze dat elke ochtend deden. Vriendelijk glimlachte ze naar de beestjes. ”Ik ben zo weer terug.” Zei ze eventjes waarnaar ze weer weg liep met het flesje in haar handen, het huis uit. Terwijl ze gewoon zonder goed op te letten naar het kleine schuurtje liep begon Tara haar ineens duidelijk te maken dat er iets was, ze waren niet alleen. Ze had iets gezien, maar omdat Grace het hondje had afgeleerd om naar alles en iedereen te blaffen, liet ze dat weten door haar aandacht te blijven trekken. De hele tijd drukte de hond haar neus tegen haar bovenbeen aan als teken dat er iets was op hun erf en dat ze er eventjes naar moest kijken, of misschien wel moest oppassen. Grace keek meteen in het rond maar vond niets, het was ook pas wanneer ze de blik van de hond volgde en even goed keek dat ze de zwarte wolf die bij de bosjes lag opmerkte. Ze trok meteen het flesje naar haar toe en bukte zichzelf een beetje om Tara bij haar te houden, en mocht het nodig zijn haar snel mee te trekken naar de schuur. Dit leek alleen niet nodig te zijn want als ze goed keek kon ze ook zien dat de wolf er helemaal niet goed uit zag, maar dan ook echt helemaal niet goed. Hij zag er mager uit en zat onder de verwondingen, en had hij nu iets een band om zijn bek? What the fuck?! Wie deed dat nou? Zo kon dat arme beestje toch niet jagen of eten? Hoe moest hij dan overleven? Meteen voelde Grace woede oplaaien maar ze liet het langs haar heen glijden want als ze dichter bij de wolf wilde komen, zou dat haar niet verder helpen, dan moest ze geduld hebben. Zachtjes fluisterde ze naar de hond dat ze moest volgen en zo nam ze haar mee naar het schuurtje, om daar het flesje geitenmelk en Tara daar in veiligheid te brengen. Het hertje lag nog gewoon op haar plaats en deed geen moeite om overeind te komen, iets wat haar wel wat bezorgd maakte, maar het feit dat het voor de rest goed ging stelde haar alsof genoeg gerust om het diertje nog even achter te laten in de schuur.
Ze opende de deur van de schuur weer en ging naar buiten zonder Tara. Ze had een ander flesje gepakt uit de schuur waar water in zat en nam deze mee naarmate ze dichterbij de wolf probeerde te komen. Goed hield ze zijn gedrag wel in de gaten, om zo niet ineens aangevallen te worden. Ze wist ook prima dat het wel gevaarlijk kon zijn om de wolf te benaderen maar aan de andere kant kon ze het gewoon echt niet om hem zo te laten met die band om zijn bek heen, want dat zou sowieso zijn dood betekenen en hij zag er al niet goed uit dus wie wist hoe lang hij dan nog zou hebben. Waarschijnlijk zou hij zelfs niet eens meer kunnen terugvechten in de staat waarin hij zich nu bevond maar Grace had geleerd gewoon altijd voorzichtig te zijn met wilde dieren. Nu kon Grace wel communiceren met insecten maar niet meer wolven of ander wild, en natuurlijk ook geen huisdieren. Alleen insecten. Ze maakte een sussend geluid wanneer ze wolf benaderde en maakte zichzelf ook zo klein mogelijk door door haar knieën te gaan en zo dichterbij de schuifelen. ”Rustig maar, ik wil je alleen maar helpen.” Zei ze zachtjes wanneer ze toch al redelijk dichtbij was gekomen. Ze liet nog een keer haar ogen over de wolf gaan en je kon bijna haar hart horen breken. Zo’n mooi dier, helemaal afgemarteld, door mensen. Die verwondingen kwamen niet door andere wolven en het feit dat hij een band om zijn bek heen had maakte het al helemaal duidelijk. Damn, kon de mensheid eigenlijk nog verder zinken? Haar haat aan mensen was met de jaren ook verder gegroeid omdat ze zoveel dingen had gezien, maar ze had het gevecht opgegeven, daarom was ze hier alleen in het bos gaan wonen. Enkel dieren om haar heen, dat maakte haar gelukkig. Rustig draaide ze het dopje van het flesje af en probeerde ze zo min mogelijk geluid te maken. Ze probeerde zorgvuldig wat water over zijn snuit heel te gieten zodat hij misschien ook wat van het water kon drinken. Waarschijnlijk kon hij nog wel drinken met die band maar ze wist niet of hij dit wel had gedaan en water was gewoon heel belangrijk, hij moest ook niet uitdrogen. Nu durfde ze ook nog net niet de band eraf te halen, want ze wist niet hoe dichtbij de mocht komen en of ze het diertje wel mocht aanraken, dus bleef ze geduldig afwachten..
|
|
| | | Maurim Kosorukov- Class 2
- Aantal berichten : 417
Character Profile Alias: K9 (WolfyBoy) Age: 17 Occupation:
| Onderwerp: Re: Can we pretend that airplanes in the nightsky are like shooting stars? wo maa 18, 2015 5:10 pm | |
| Chapter VI: Awakening Verward werd hij wakker, wist heel even niet waarom hij hier lag en waar hij was. Zijn blik gleed over de open plek, registreerde het huisje weer en zag nog net hoe een deur dicht werd getrokken. Een schuurtje naast het gebouw, dat hij nog niet eerder opgemerkt had. Het gaf hem een gevoel van onzekerheid, was het wel slim om hier te blijven? Hij wist niet wie deze persoon was, voor hetzelfde geld was die nu een geweer gaan halen om hem af te knallen of iets dergelijks, hij wist niet wat hij ervan moest verwachten. Het vertrouwen in alles wat rondliep, was volledig weggevaagd. In zijn ogen was iedereen uit op hem pijn doen of hem opsluiten, dus waarom zou het nu anders zijn? Net toen hij achteruit wou kruipen, dieper het bos in, ging de deur van het schuurtje weer open. Er kwam iemand naar buiten, die recht in zijn richting keek. Fijn, die wist dus al dat hij hier lag.. Opnieuw wou hij achteruit schuifelen, maar de takken van de struiken schuurden pijnlijk over zijn rug, waar de zweep zo vaak zijn vel had open getrokken. Met zijn oren plat in zijn nek keek hij toe hoe de jonge vrouw op hem af kwam, terwijl ze zacht sussende geluidjes maakte. Ze kwam niet bedreigend over, maar dat zei hem niks meer. Haar woorden, hij hoorde ze wel maar leek de betekenis ervan niet volledig te bevatten. Helpen. Matthew zou hem ook helpen, en nu lag hij hier, meer dood dan levend. Zijn heupbotten staken duidelijk zichtbaar door zijn vacht, zijn flanken waren ingevallen, zijn ribben waren één voor één te tellen. Over zijn hele lichaam zaten wonden, littekens, veroorzaakt door zowel mensen als andere wolven die voor hetzelfde doel waren opgeleid als hij. Ze zat nu al bijna naast hem, en als het even kon, zou hij nog dieper in de grond zakken. Hij schaamde zich erg voor zijn zwakte, maar het was onmogelijk om die stomme band los te krijgen. Alleen als hij zou shiften, maar dat had hij al vaak genoeg zonder succes geprobeerd. Nauwlettend volgde hij haar bewegingen, terwijl ze een flesje open draaide. Ze goot wat water over zijn neus, en met wat moeite haalde hij zijn kaken van elkaar, likte wat druppels van zijn vacht af. Het voelde koel aan op zijn vel onder de band, want al het geschuur had zijn neus open gehaald en kleine wondjes veroorzaakt, waar hij niet bij kon om ze te verzorgen. Met een zuchtjes sloot hij zijn kaken weer, keek nog een keer naar het gezicht van de persoon naast hem. Ze kwam hem bekend voor, ze leek wel op iemand die hij vroeger gekend had. Maar het zat zo diep weg, en hij had al die jaren geen bekend gezicht gezien, dus hij kon niet plaatsen wie dit zou kunnen zijn. Maar langs de andere kant zag ze er vertrouwd uit, en ze had nog geen enkele poging gedaan om hem pijn te doen of wat dan ook. Daarom tilde hij langzaam zijn kop op, legde die voorzichtig op haar handen en maakte toen een smekend, piepend geluidje. Zo dicht bij haar zijn maakte hem bang, hij verwachte elke seconde een nieuwe shock, ook al was hij er zeker van dat de halsband rond zijn nek wel degelijk kapot was en hem geen schokken meer zou geven. Maar toch, zo dicht bij een mens komen had hem de afgelopen jaren alleen maar pijn opgeleverd, zelfs als het niet bedreigend was. Hij merkte hoe hij zachtjes beefde, en onderdrukte de neiging om zich weg te trekken. Zijn oren waren iets overeind gekomen, maar zijn houding was nog steeds onderdanig. Hij zou haar niet aanvallen als ze de band zou los maken, al wist hij niet echt hoe hij dat duidelijk moest maken aan haar..
Laatst aangepast door Maurim Kosorukov op zo maa 22, 2015 9:02 pm; in totaal 1 keer bewerkt |
| | | Grace Manthey- Class 2
- Aantal berichten : 317
Character Profile Alias: Bugs Age: 17 Occupation:
| Onderwerp: Re: Can we pretend that airplanes in the nightsky are like shooting stars? wo maa 18, 2015 10:26 pm | |
| Hope is a breeze that brings me back to dry land Where the flowers grow | Eigenlijk sinds Grace het huis van de oude vrouw waarmee ze bevriend was geraakt had gekocht was haar leven een stuk beter geworden, ze had haar plek helemaal gevonden. Ze was alleen samen met hond en haar spinnen, en dat was alles wat de jong volwassen vrouw nodig had om van te leven. Liefde had ze nooit gevonden en eerlijk gezegd was ze er ook helemaal niet naar op zoek en had ook niet het idee dat ze het nodig had. Trouwen en een gezin stichten had nooit tot haar dromen gehoord en dat deed het ook nog steeds niet. Ze was tevreden met het leven voor wat het was sinds de oude vrouw haar vertelde dat ze haar huis mocht kopen omdat ze toch naar een verzorgingstehuis ging, en ze wist dat Grace goed voor het huis zou zorgen. Dat ze er gelukkig van zou worden om in het bos te wonen en niet enkele dag mensen tegen het lijf te hoeven lopen. De vrouw was de enige op Maurim na - een oude schoolvriend - die wist wie Grace was en haar begreep. Die snapte dat Grace er niet gelukkig op zou worden om een druk leven te lijden in de stad met werk en mensen, nee dat was niets voor haar. Ze hoorde hier thuis, in het bos, tussen de dieren waarmee ze wel een band kon scheppen.
Het jonge hertje had Grace de dag ervoor gevonden. Die was haar moeder kwijt geraakt en was helemaal in haar eentje een nogal wilde rivier overgestoken waardoor ze ernstig verzwakt en onderkoeld was geraakt en wanneer zoiets gebeurde was Grace er altijd om te zorgen voor zo’n beestje tot het weer op eigen benen kon staan. Het hertje was dan ook zeker niet de eerste die ze gered had, dit deed ze zo nu en dan wanneer ze een dier vond die haar hulp wel kon gebruiken, maar kon nog steeds niet elk dier in het bos helpen. Dat was ook maar beter ook eigenlijk, want zo nu en dan helpen was prima alleen moest ze ook proberen de natuur zo veel mogelijk met rust te laten. Zo kon namelijk een dier in nood een ander dier in nood helpen aan eten en zo ging dat nu eenmaal, daar was niets aan te doen. Toch kon Grace het niet laten sommige dieren gewoon mee te nemen en te helpen door ze een tweede kans te bieden. Dit hertje had zo hartverscheurend om haar moeder lopen roepen, iets wat Grace toen op het moment echt niet kon laten weglopen om het diertje achter te laten. Ze was zelfs zo zwak geweest dat er geen energie meer was geweest om zichzelf te verzetten en ze het beestje gewoon in haar armen mee had kunnen nemen, het enige was ze kon doen was roepen naar haar moeder, maar die was nergens te vinden.
Zo kon Grace het ook niet helpen om deze wolf te willen helpen, want echt, het aanzicht was gewoon al genoeg om haar hart te doen breken, sowieso omdat het de schuld was van mensen. Ze vond het echt veel te wreed hoe sommige mensen het aankonden om dieren pijn te doen, en het was veel te gemakzuchtig. Een dier had geen stem, had minder mogelijkheden om zichzelf te beschermen wanneer mensen aankwamen met geweren en al hun metaal. Het was niet eerlijk. Zachtjes en zo voorzichtig mogelijk had ze zich door de bosjes gewerkt om bij de zwarte wolf te komen die duidelijk al een tijdje niet meer had kunnen eten door die band om zijn bek, iets wat misschien nog wel het wreedste was wat een mens kon doen bij een dier. Je kon zijn ribben tellen en je kon te veel botten zien die je niet hoorde te zien. Het was een vreselijk aanzicht en Grace vond het moeilijk om aan te zien zonder emotioneel te zijn en mee te voelen met de wolf die eens prachtig geweest had moeten zijn. Voorzichtig haalde ze de dop van het flesje af om de wolf wat water te geven, gezien het leek dat hij dit wel kon gebruiken en water was gewoon belangrijk. Rustig goot ze het water over zijn snuit heen in de hoop dat hij zou proberen het te drinken, veel zou hij zo niet kunnen drinken maar het was iets en zo won ze misschien wat vertrouwen om dichterbij te komen en hem aan te raken zodat ze de band los kon maken. Gelukkig deed hij de moeite om wat water op te nemen, iets wat ze als een goed teken beschouwde. ”Goed zo,” Zei ze zachtjes met een bemoedigende stem waarin iets van vrolijkheid in zat, want ze was blij dat hij het probeerde te drinken.
Wanneer de wolf zijn kop optilde en deze op haar handen legde waarbij hij kort een piepend geluid maakte die bijna smekend klonk trok ze even haar mondhoeken lichtjes op. Oke, dat was goed, dan kon ze misschien toch een poging doen om de band los te maken, al bestond er natuurlijk nog steeds een risico dat de wolf dan haar ten prooi zou vallen. Hij was ook erg mager dus zeker ook wel hongerig, dus wat zou hem stoppen om haar aan te vallen? Ze zuchtte eventjes waarbij ze diep nadacht maar toch besloot om gewoon dat risico te nemen. Waarom wist ze niet maar de had niet het idee dat de wolf haar aan zou vallen, en ook als, dan was Grace nu sterker dan de wolf dus ze kon zichzelf vast wel een beetje verdedigen. Hij moest gewoon los van die band want de huid eromheen zag er ook niet goed uit dus hij zou vast pijn lijden, al deed hij dat sowieso wel, dat kon je zien aan de manier waarop hij eruit zag. Rustig haalde ze haar handen onder zijn hoofd weg en gleed ze eventjes zachtjes over zijn kop heen waarna ze de band vastpakte. Ze moest heel eventjes kijken maar vond al snel hoe ze de band los moest krijgen. Ze trok hem los en haalde het van zijn snuit af om het vervolgens naast haar neer te leggen. ”Zo, dat is beter he?” Zei ze met een zachte stem terwijl nog een keer over zijn kop en naar de band ging die om zijn hals zat. Het was iets technisch waardoor ze al snel ook haar zorgen had om het ding, maar het leek niet meer te werken. Hmm.. maar die zat wel wat steviger vast en die zou ze los moeten snijden. Als ze nou de wolf mee kon lokken naar het huis, dan kon ze daar een stuk vlees pakken om die aan hem te geven wanneer ze de band los sneed.
Ze begon zachtjes bij hem weg te kruipen en op te staan, maar bleef wel laag zodat hij niet bang voor haar zou worden wanneer ze ineens heel groot was. Gebukt ging ze voor hem staan en zuchtte ze nog een keer. Hoe ging ze dit aanpakken. ”Kom je mee? Dan heb ik iets te eten voor je en dan kan ik die andere band ook losmaken.” Zei ze tegen de wolf, niet dat die haar kon verstaan, maar ze hoopte dat hij de zachtheid in haar stem hoorde en daardoor misschien haar zou volgen. Urgh nee, waarom zou hij? Misschien moest ze eerst maar wat vlees halen en hem dan naar het huis toe lokken. Nu ineens herinnerde ze zich dat ze nog wat honden snoepjes in haar jaszak had zitten, zou hij die lekker vinden. Ze begon uit haar zak wat snoepjes te halen en hield deze voor haar terwijl ze weer op haar knieën ging zitten. ”Kijk eens, vind je dit misschien lekker?” Vroeg ze, opnieuw puur omdat ze het fijn vond om tegen hem te praten. Zorgvuldig probeerde ze hem mee te lokken naar het huis..
|
|
| | | Maurim Kosorukov- Class 2
- Aantal berichten : 417
Character Profile Alias: K9 (WolfyBoy) Age: 17 Occupation:
| Onderwerp: Re: Can we pretend that airplanes in the nightsky are like shooting stars? wo maa 18, 2015 11:42 pm | |
| Chapter VII: Minted Misschien verdiende hij niet eens hulp. Wie had zijn witte vriendinnetje geholpen? Niemand. Niemand had hem tegengehouden toen hij haar keel had doorgebeten omdat hij zijn leven meer waard had gevonden dan het hare. Niemand had haar proberen te bevrijden, niemand had de mannen met hun zweep tegengehouden, niemand had haar daar weg gehaald. Ze had buiten nooit meer gezien, en dat was zo verschrikkelijk. Hij was niet eens geboren in het wild, en hij had het al zo moeilijk gehad om tussen vier muren opgesloten te zitten voor wist hij hoe lang. Waarom kreeg hij dan nog een kans? Waarom mocht hij hier nog rondlopen en zij niet? Waarom had hij het schot dat een einde had moeten maken aan deze hoop ellende kunnen ontwijken? Omdat hij een mutant was. Als hij een echte wolf was geweest, dan was de kans groot dat hij net zoals de witte wolvin was gestorven in het trainingscentrum, of later in de arena. Maar hij zag het niet als een voorrecht. Met mensen wou hij niks meer te maken hebben, mutant zijn had hem al heel veel problemen bezorgd. Zijn familie, vermoord. Zijn hele leven overhoop omdat hij uit Rusland weg moest, onderduiken. Een lange tijd geleden had hij even de hoop gehad dat het wel goed zou komen, sinds hij op het mutanteneiland een ware opleiding had gekregen en zelfs vrienden had gemaakt. Maar wat was hij daar nu mee, nu al zijn vrienden in andere landen zaten? Hij wist zelfs niet eens waar hij was, wist ook dat zij hem niet zouden komen redden. Dus zijn laatste kans lag bij deze jonge vrouw, ook al verdiende hij in zijn ogen die kans niet eens. Al snel vervaagden de herinneringen weer, het was al moeilijk om zich die dingen voor de geest te halen zonder een steek in zijn hart te voelen. Het was ook alsof hij naar de herinneringen keek door een dichte mist. Er waren wel nog heldere beelden, maar het meeste was gewoon weg, uitgewist. Dat had hij deels zelf veroorzaakt, door al die tijd te ontkennen dat hij ooit iets anders was geweest dan een wolf. Misschien was het daarom dat hij haar niet herkende, of haar simpelweg niet wilde herkennen. Hij onderging gewoon dat ze hem wilde helpen, en dat was alles. Hulp vragen op zijn eigen manier, door zijn snuit op haar handen te leggen. Ze snapte de hint wel, al leek ze te twijfelen. Ze zag hem als een bedreiging en dat was logisch, maar hij was nog steeds niet gewelddadig, ondanks dat ze dat deel van hem wel hadden proberen los te krijgen. Uiteindelijk gaf ze toe, verplaatste haar handen naar de band en bestudeerde het even. Zijn ademhaling werd heel even zwaarder, stress schoot door hem heen maar hij wist zichzelf in de hand te houden tot ze het ding los had gekregen. Het moment dat ze het van zijn neus haalde, keek hij haar even dankbaar aan. Het voelde zo goed, vooral omdat ze het zo rustig en voorzichtig had losgemaakt. Geen ruw getrek aan de riem, zoals hij gewend was. Geen shock, geen pijn. ”Zo, dat is beter he?” Zei ze zacht, en heel even wou hij instemmend blaffen, maar hij deed het niet. Waarom zou hij laten merken dat hij haar begreep? Dan zou ze zich vragen gaan stellen, en dat wou hij niet. Daarom bleef hij gewoon stil liggen terwijl ze de halsband bekeek. Het leek er op alsof ze die niet los zou krijgen, want ze kroop van hem weg. Het kon hem niet veel schelen als ze hem nu liet liggen, dan zou hij gewoon verdwijnen. Dan had ze geen last meer van hem, want het belangrijkste was al gebeurd; hij was de band rond zijn neus kwijt. Nu zou hij tenminste kunnen jagen, al wist hij niet of hij nog genoeg zou kunnen aansterken voor de winter kwam. Maar ze ging niet weg, ze bleef voor hem staan en zuchtte, waardoor hij naar haar opkeek en zijn ene oor naar haar toe kantelde. Haar stem klonk zacht, half en half registreerde hij haar woorden. Het was nog steeds vreemd om haar te horen praten, en al zeker in die taal. Was die taal niet meer voor in andere landen? Want het was onmogelijk dat hij helemaal tot in Amerika was gelopen of zoiets. Hij snapte het niet, maar het maakte hem ook niet nieuwsgierig. In een andere tijd zou hij geprikkeld worden om het tot de bodem uit te zoeken, maar zo was hij niet meer. Nu was het alleen nog maar een kwestie van overleven, en zich erbij neerleggen als dat niet meer mogelijk was. Maar toen leek ze zijn aandacht wel te kunnen vangen. Waren dat.. Hondensnoepjes? Wow.. Dat was echt heel lang geleden. Hoewel hij het voor zichzelf ontkende dat hij ooit iets anders was geweest dan een wolf, herinnerde hij zich wel nog de hondensnoepjes. Ze ging terug zitten, stak het snoepje naar hem uit. Mocht hij het hebben? Aarzelend keek hij haar aan, bleef een minuut of twee gewoon liggen en keek van haar oprechte gezicht naar haar hand en terug. Uiteindelijk blies hij wat lucht door zijn neus, als een ware zucht, en kroop hij voorzichtig van onder de struiken vandaan. Met zijn kop laag en zijn staart tegen zijn achterpoten gedrukt, stapte hij heel langzaam op haar af. Met wat moeite haalde hij zijn kaken opnieuw van elkaar. Het deed best pijn om ze te ver open te doen, omdat hij al zo lang niet verder had kunnen gaan dan een kleine centimeter. Een beetje zenuwachtig sloot hij zijn tanden om het snoepje, raakte haar hand met zijn snuit maar niet met zijn tanden. Even verwachtte hij opnieuw een shock, of een mep, of wat anders, dus hij bleef bevroren staan. Angstig keek hij om zich heen, maar er gebeurde niks.. Het snoepje smaakte precies zoals hij gedacht had, en het was een hele opluchting dat hij het zonder gevolgen kon opeten. Langzaam begon ze toen achteruit te gaan, en zonder het echt door te hebben, volgde hij, met iets meer energie als eerst. Iedere paar meter kreeg hij een snoepje, nam het nog steeds met dezelfde voorzichtigheid uit haar hand. Uiteindelijk stonden ze bij de deur, en daar bleef hij staan. Hij rook hond, maar zag er geen. Het idee dat hij zich weer naar binnen moest begeven, maakte hem bang. Zijn oren lagen opnieuw plat in zijn nek, het puntje van zijn staart trok zenuwachtig heen en weer en met een angstige blik staarde hij voor zich uit. Wat als ze de deur sloot en hij niet meer naar buiten kon?
Laatst aangepast door Maurim Kosorukov op zo maa 22, 2015 9:03 pm; in totaal 1 keer bewerkt |
| | | Grace Manthey- Class 2
- Aantal berichten : 317
Character Profile Alias: Bugs Age: 17 Occupation:
| Onderwerp: Re: Can we pretend that airplanes in the nightsky are like shooting stars? do maa 19, 2015 5:18 pm | |
| Hope is a breeze that brings me back to dry land Where the flowers grow | Ze hoorde hoe de ademhaling van de wolf wat zwaarder werd wanneer ze begon met het losmaken van de band om zijn snuit, waardoor ze alleen maar voorzichtiger deed met het losmaken van de band. Ze wilde de wolf niet zo bang maken waardoor ze kans dat hij haar ging bijten groter ging maken. Het losmaken van de band was niet zo moeilijk alleen zou de wolf het zelf natuurlijk nooit gelukt zijn, daar had je mensenhanden voor nodig. Rustig haalde ze het ding van hem weg en legde ze deze naast haar neer zodat hij wist dat ze er niets meer mee zou doen. Zijn hele neus van wat onder de band zat was kapot en had ook medische zorg nodig zo te doen. Maar goed dat Grace altijd dingen in de kast had staan om wonden bij dieren mee te verzorgen, want dat was iets geworden wat ze tegenwoordig vaak deed. Het helpen van dieren die gewond waren geraakt en hulp nodig hadden om bij te sterken. Ook al probeerde ze dus niet elk dier dat gewond was te helpen omdat het simpel weg bij het leven in de natuur hoorde, kon ze gewoon niet elk dier laten lopen, sommigen hadden te dringend haar hulp nodig.
Deze wolf, ze moest hem helpen. Mensen hadden het prachtige beest tot zijn knieën gebracht dus dan was het minste van wat ze kon doen, hem helpen weer op eigen benen te staan. Hij liet die hulp gelukkig ook toe want hij bleef gewoon rustig nadat ze de band los gemaakt dus probeerde ze meteen ook te kijken naar de andere halsband, die iets technisch had ook al was het kapot gegaan. Dankbaar had ze wolf haar even aangekeken waardoor ze een kleine glimlach op haar gezicht liet verschijnen. Ze probeerde de halsband ook los te krijgen maar wist al snel genoeg dat het niet zou lukken zonder een mesje, dus moest ze de wolf mee zien te lokken naar haar huis. Eventjes keek ze moeilijk naar het ding en keek ze de wolf teleurgesteld aan terwijl ze bedacht hoe ze hem mee zou lokken naar het huis. En dan? Wat zou ze dan doen? Hij kon namelijk nog wel wat dagen lang verzorging van zijn wonden gebruiken maar ze had in de schuur al een hert zitten? Ging ze het dat riskeren om een wolf in haar eigen huis te nemen? Ze moest toegeven dat ze zich toch veiliger zou voelen wanneer de wolf in de schuur zou zitten en ze het hert in huis nam maar dan mocht ze zo wel eens doordacht iets gaan bedenken om ze te verhuizen. Of de wolf moest haar nu ineens heel erg ongelijk gaan bewijzen over het feit dat het gevaarlijk zou zijn om hem in huis te nemen. Ze had wel nog een oude logeerkamer waar ze dan dus de oude mand van Tara in kon leggen waar hij dan mocht blijven, en dan zou hij ook niet makkelijk bij haar kunnen komen. Tara sliep tenslotte toch niet meer in haar mand, die sliep gewoon bij Grace op bed om haar toch wat gezelschap te bieden.
Grace leidde een eenzaam leven en daar had ze zelf ook voor gekozen maar het was niet altijd even leuk en soms miste ze het ook om met iemand te kunnen praten, als in een mens. Al had ze in al die jaren nog maar twee mensen gehad waarmee ze graag praatte en die waren nu allebei uit haar leven verdwenen. Ze leefden nog wel, hoopte ze, maar ze waren niet meer bij haar. Problemen had Grace daar niet mee want ze deed overigens nooit moeilijk over dat haar vrienden hun eigen pad in waren geslagen, al was het niet altijd even gemakkelijk. Daarom was ze blij dat ze Tara had en de spinnen in haar huis die ervoor zorgden dat ze zich niet al te eenzaam zou voelen. Het beste was ook nog dat de dieren haar nooit zouden verlaten, niet tot de dood hun scheidde, maar zolang ze leefden bleven ze voor altijd bij haar. Zo was Esfir, de enige spin die een naam had gehad nog lang bij haar gebleven en was ze nooit van haar zijde geweken, nooit. Tot ze op een dag er niet meer was, ze werd oud en hoewel Grace haar tegen alles en iedereen had kunnen beschermen had ze haar niet kunnen beschermen tegen de tijd. Ze stierf een paar jaar geleden maar had nog altijd een plekje in haar hart, omdat ze een hele speciale spin was.
Wanneer ze op was gaan staan realiseerde ze zich ineens dat ze nog hondensnoepjes in haar zakken had zitten en misschien werkte dat ook wel? Ze ging opnieuw door haar knieën heen en hield het snoepje voor haar en wachtte op de wolf om te komen, in alle geduld. Hij bleef aarzelend nog een minuutje gewoon liggen maar Grace wachtte wel, ze had toch niet anders te doen, right? Ja ze moest het hertje nog eten geven maar eerst wilde ze de wolf veilig hebben. Toch blies hij uiteindelijk als een soort zucht wat lucht uit door zijn neus en kwam hij onder de struiken vandaan. ”Goed zo, kom maar.” Zei ze zachtjes met een liefdevolle stem. Hij kwam met een lage kop en staart tegen zijn achterpoten op haar af en nam met wat moeite het snoepje van haar hand af op een voorzichtige manier. Ze bleef gewoon rustig ademhalen en op een langzame manier bewegen om de wolf niet af te schrikken of onzeker te maken. Hij leek namelijk erg bang te zijn, en ze had geleerd dat het best een risico kon zijn. Langzaam ging ze steeds verder achteruit en gaf ze hem om de twee meter een snoepje. Wanneer ze bij het huis aan was gekomen stopte hij en legde hij zijn oren in zijn nek neer en leek hij wat zenuwachtig. Nu ging Grace weer eventjes volledig op haar knieën zitten om hem even rust te geven en niet verder te dwingen, ze nam haar tijd met hem. Het moest de eerste keer goed gaan, anders zou het alleen maar moeilijker worden. Ze legde de snoepjes in het gras neer zodat hij ze kon opeten zonder haar hand aan te raken en ze van binnen wat nat vlees voer van Tara kon pakken. Rustig nam ze haar afstand en liep ze naar binnen om daar snel de keuken in de lopen en het voer te pakken waarnaar ze zich snel weer naar de uitgang vluchtte. Dat allemaal terwijl hij de snoepjes nog niet eens op had, ghehe skills. Kalm kwam ze weer naar buiten en ging ze op het trappetje van de deur zitten zonder aandacht te geven aan de wolf, ze wilde dat hij zelf naar haar toe zou komen en wilde hem niet dwingen. Naast het trappetje stond ook een metalen waterbak van Tara waar hij zo ook wat water uit zou kunnen drinken. Ze maakte het blikje open en gooide het in en bak die ze ook had meegenomen, en zette deze voor haar voeten neer. Weer wachtte ze op de wolf om dichterbij te komen en te gaan eten terwijl ze gewoon stil zou blijven zitten om hem haar vertrouwen te geven, dat ze niets onverwachts zou doen. Dat ze hem geen pijn zou doen maar hem alle tijd en ruimte van de wereld gaf om alles op zijn eigen tempo te doen. De volgende stap zou ze pas zetten wanneer hij iets minder bang voor haar zou zijn, wanneer hij misschien iets van nieuwsgierigheid zou tonen en haar misschien een beetje begon te vertrouwen. Wanneer hij zeker wist dat Grace hem werkelijk niets aan zou doen..
|
|
| | | Maurim Kosorukov- Class 2
- Aantal berichten : 417
Character Profile Alias: K9 (WolfyBoy) Age: 17 Occupation:
| Onderwerp: Re: Can we pretend that airplanes in the nightsky are like shooting stars? do maa 19, 2015 9:04 pm | |
| Chapter VIII: One Last Time Het was vreemd voor hem om zo dicht bij een mens te zijn die niet eens iets van wapens had. Niet dat het veel uitmaakte, hij was hoe dan ook nerveus en bang. Wie weet had ze ergens een mes verborgen, wist hij veel. Vroeger zou hij nooit uitgaan dat een persoon kwaad in de zin had tot die het tegendeel bewees, nu was zijn hele wereld omgekeerd. Nu was iedereen een bedreiging, en het zou veel tijd en moeite kosten om hem ervan te overtuigen dat dat niet zo was. Momenteel was er geen dreiging, geen stokken of zwepen, helemaal niks. Daar was hij wel dankbaar voor. Dat was dan ook de enige reden dat hij langzaam onder de struiken vandaan was gekomen, niet persé omdat ze hondensnoepjes had. Of ja misschien toch een beetje, stiekem dan. Het was ook haar zachte, lieve stem die hem deels overtuigd had. De woorden gingen opnieuw langs hem heen, maar ze klonk wel alsof ze alleen maar goede bedoelingen had. Toen ze echter dichter bij het huis waren en hij naar binnen kon kijken, bevroor hij weer. Binnen zijn had hem de laatste jaren niet echt goed gedaan, en het idee alleen al dat ze misschien de deur zou dicht doen, zorgde ervoor dat hij simpelweg niet naar binnen durfde. Ze had zijn reactie opgemerkt, en ging daarom weer volledig op haar knieën zitten, waardoor hij zijn aandacht terug op haar vestigde. Het was moeilijk om niet weg te rennen, maar het kleine restje gezond verstand vertelde hem dat hij hier moest blijven en eerst moest aansterken, anders zou hij het niet overleven. Wou hij nog overleven? Ergens wel. Maar waarom.. Zijn vrienden zouden nu toch al denken dat hij dood was, als hij dan ineens terugkwam zou hij zoveel moeten uitleggen. Zoveel vragen moeten beantwoorden, vragen waar hij niet eens een antwoord op zou kunnen geven omdat ze hem teveel pijn zouden doen. Maar het was zijn instinct dat hem ertoe dreef, dat overleven belangrijk was, en sinds hij meer dier dan mens was, luisterde hij daar ook naar. De jonge vrouw legde de rest van de snoepjes voor hem neer, en verdween toen in het huis. Een beetje verbaasd keek hij haar nog even na, maar ze zou die snoepjes niet hebben achtergelaten als hij ze niet mocht hebben, right? Daarom nam hij er nog eentje, voorzichtig en nog steeds zenuwachtig. Bij het minste geluid schrok hij op, maar het was gewoon zij die terug naar buiten was gekomen en was gaan zitten bij de deur. Ze trok een blik open en hij herkende het als hondenvoer, wat ze in een bak deed en redelijk dicht bij haar voeten neer zette. Daarna negeerde ze hem gewoon, keek hem niet afwachtend aan of wat dan ook. Kort scande hij de omgeving nog een keer, maar er was echt niemand behalve zij en zij had geen stok of wat dan ook. Met wat twijfel tilde hij zijn poot op maar zette hem nog niet direct neer, bleef zo even staan. Uiteindelijk nam hij de beslissing om het er toch maar op te wagen. Wat had hij nog te verliezen? Echt helemaal niks meer nu, in tegenstelling tot de vorige keer dat hij dat had durven denken. Poot voor poot was hij dichterbij gegaan, zijn blik op de grond vlak voor hem. Zij kwam niet bedreigend op hem over, maar hij twijfelde er niet aan dat ze hem de baas zou zijn als hij wel bedreigend overkwam op haar. Ze had misschien geen tanden of klauwen, maar ze was zeker sneller en sterker dan hij. Met een welgemikte trap zou hij enkele seconden uitgeschakeld zijn en zou ze naar binnen kunnen gaan. Dat wou hij niet, dus hij hield zijn staart en kop laag. In een roedel was dat het teken van onderdanigheid, en misschien zou zij dat ook wel snappen. Het eten smaakte goed. Niks boven een verse prooi natuurlijk, maar hij had al eerder gewoon hondenvoer gegeten en er was op zich niks mis mee. Hij probeerde zoveel mogelijk te eten, maar zijn maag was na al die tijd gewoon niet meer gewend aan veel. De bak was niet eens half leeg toen hij stopte met eten en toen heel even naar boven keek en toen naar de bak met water, die er naast stond. Hervallend in zijn oude manier van drinken, stak hij zijn snuit er in en opende zijn mond toen een klein beetje, ondanks dat de band nu van zijn mond was en hij die in principe verder kon opendoen. Het water verfriste zijn keel, en hij zuchtte even opgelucht. Maar wat nu? Moest hij nu gaan? Ze had hem nog altijd niet aangekeken, maar ze zat er nog.. Was ze op hem aan het wachten of wou ze zeker weten dat hij nu van haar erf verdween, zodat ze met een gerust geweten naar binnen kon gaan? Het was zo verwarrend, en hij was gewoon te lang niet meer in contact gekomen met mensen om te weten wat ze precies van hem wou. Maar het leek er op dat ze hem geen kwaad zou doen. Dan had ze dat al lang gedaan, of niet.. Kon hij haar vertrouwen? Een laatste keer, een laatste kans? Even twijfelde hij nog, en het was de gedachte dat zijn opa dit zou willen, dat hij dit deed, dat hem het laatste duwtje gaf. Daarom ging hij op een kleine anderhalve meter van haar staan en plooide zijn achterpoten, zodat hij voor haar neerplofte. Hij ontweek haar blik niet meer, bleef haar ogen opzoeken en liet een korte jank horen, om haar aandacht te trekken.
Laatst aangepast door Maurim Kosorukov op zo maa 22, 2015 9:03 pm; in totaal 1 keer bewerkt |
| | | Grace Manthey- Class 2
- Aantal berichten : 317
Character Profile Alias: Bugs Age: 17 Occupation:
| Onderwerp: Re: Can we pretend that airplanes in the nightsky are like shooting stars? vr maa 20, 2015 1:09 pm | |
| Hope is a breeze that brings me back to dry land Where the flowers grow | Stiekem werd Grace heel vrolijk van het feit dat de wolf haar durfde te volgen naar het huis al wist ze ook wel dat het huis binnen gaan nog een beetje teveel gevraagd was, daarvoor moest ze eerst nog meer zijn vertrouwen winnen, en hoe kon dat beter door middel van eten? Ze had zelf een hond die heel soms zacht voer kreeg wanneer ze goed had gewerkt dus dat zou misschien ook wel het beste zijn om nu voor de wolf te pakken. Ze snapte het bovendien ook als hard voer misschien nog een beetje te pijnlijk zou zijn gezien hij al een tijdje een band om zijn snuit had gehad, dan zou zacht voer wel fijner zijn voor hem. De hondensnoepjes waren gelukkig ook niet al te hard geweest, die waren met haar handen ook makkelijk te breken en waren best wel zacht, hoefde niet echt veel kauwen aan te pas te komen. Ze bleef eventjes nadenkend staan over hoe ze dit ging aanpakken want het zou handiger zijn als ze de wolf nu naar de schuur kon brengen maar dan zou het jonge hertje misschien aan hem te prooi vallen, dus er zat niets anders op dan de logeerkamer te gebruiken. Dat was sowieso een best goede kamer, het was niet heel erg klein en er was een mooi raam dat veel licht binnen liet, hierdoor kreeg hij ook de mogelijkheid om naar buiten te kijken, iets wat Tara ook altijd fijn vond om te doen. Zo kon ze alles een beetje in de gaten houden.
Ze legde een paar honden snoepjes voor de wolf neer in de hoop terug te zijn voordat hij ze op had zodat hij nog niet weggerend zou zijn. Rustig liep ze naar het huis en binnen begon ze te haasten. Heel snel pakte ze wat ze nodig had, Tara’s voerbak en een blikje zacht voer, waarnaar ze meteen terug rende naar de deur. Gelukkig was ze wolf er nog en kalm ging Grace op het trappetje van de deur zitten om zonder de wolf aan te kijken het eten in de bak te doen. Het niet aankijken deed ze heel bewust, het was een teken dat Grace hem met rust liet en hem de tijd en ruimte gaf. Ze had gelezen dat het vaak geruststellender was voor een hond als je hem of haar niet in de ogen aankeek wanneer ze zich niet op hun gemak voelde, en in dit geval was het dan een wolf maar ze hoopte dat het zou werken. Ze wachtte tot ze wolf naar haar zou komen om het eten te gaan eten of het water te drinken dat in de bak er vlak bij stond, en dat hij zou zien dat ze hem niets aan het dwingen was door hem niet aan te kijken. Gewoon te doen alsof alles helemaal normaal was zodat hij zich er ook beter bij zou voelen, als dat ook bij wolven werkte. Ze wist dat hij bang was, en ogen waren vaak dingen die juist die angst zouden versterken. Hij moest gewoon eerst vertrouwen krijgen en daarnaar zelf om de aandacht vragen want Grace wilde dit niet opdringen.
Hij kwam al dichterbij op een langzame manier, maar het was goed. Zijn houding was onderdanig iets waarvan ze ook dacht dat het wel goed was? Nja, als het dominant was geweest mocht Grace dan toch wel uit gaan kijken maar dat was totaal niet zo waardoor ze zelf ook al haar angsten kon loslaten. Wat ook beter was, hij moest geen angst bij haar voelen namelijk. Zo begon hij ook te eten en zoals ze wel verwachtte zou hij niet alles opeten, als hij al een tijd lang niet zo veel meer had gegeten was dat ook niet goed voor hem, dan zou het te veel zijn. Dit moest hij langzaam weer opbouwen en Grace wilde hem daarbij graag helpen. Nadat hij was gegeten had ging hij ook voor de bak met water en stak hier zijn neus in, in plaats van het op de normale manier te drinken, maar Grace kon het begrijpen. Ze had heel erg met de wolf te doen, het arme beestje zag er echt niet meer uit en moest waarschijnlijk erg veel pijn hebben geleden. Die verwondingen, de band om zijn neus en zijn magere lichaam, dat was gewoon te erg en niemand had dit hem mogen aandoen.
Wanneer de wolf klaar was en op anderhalve meter voor haar ging staan keek ze hem nog steeds niet aan, wilde dan hij misschien nog dichterbij zou komen maar hij besloot om daar al te gaan liggen. Ze voelde hoe hij zijn bruine ogen op haar gericht had en hij liet een kort jank horen waardoor ze hem ook weer aankeek. Keek hem aan in zijn bruine ogen met haar heldere blauwe ogen. Zachtjes kwam er een glimlach op haar gezicht wanneer hij ook haar blik vast bleef houden. ”Was dat lekker?” Vroeg ze hem, niet verwachtend een antwoord terug te krijgen natuurlijk, hij was een wolf. Grace kon nog altijd niet met andere dieren praten. Wel met insecten en net op dat moment kroop er langs de muur van het huis een dikke zwarte wolfspin naar haar toe. Deze spin had veel karakter eigenschappen van Esfir waardoor ze ook stiekem wel een speciaal plekje in Grace haar hart had gekregen. Ze was nieuwsgierig naar alles wat zich niet in haar wereld bevond, mensen en andere dieren. Ze wilde contact met ze leggen op de een of andere manier, net zoals Esfir contact had willen leggen met Maurim. Ze was niet bang voor de wereld daarbuiten en wilde er graag ook een deel in meespelen. Mensen vond ze interessant, en stiekem vond ze het jammer dat Grace hier woonde, maar ging nog wel eens meer naar de supermarkt in het dorpje verderop, om het goed te maken dat ze niet in de dorp woonde bij de mensen. Rustig liet Grace de spin vanaf haar hand naar haar schouder kruipen en keek ze vervolgens de wolf weer aan. Kalm stond ze op en ging ze in de deur opening staan. ”Ik snap het als je niet binnen wil komen, maar ik kan je helpen.. Ik kan je beter maken. Dus wil je me alsjeblieft een kans geven om je beter te maken?” Vroeg ze zachtjes aan de wolf met enige emotie in haar stem. Gewoon omdat het haar nog steeds brak hoe de wolf eruit zag, en wanneer ze in zijn bruine ogen keek zag ze een hele mooie en vooral lieve zwarte wolf die veel pijn had geleden. Dat deed pijn, en dat was te horen in haar stem. Ze stapte iets verder naar binnen en ging daar weer op de grond zitten met de spin op haar schouder, wachten op de wolf tot hij misschien een poging zou wagen om haar huis te betreden. De logeer kamer deur duwde ze ook zachtjes open, want die was vlak naast haar in de gang. ”Alsjeblieft? Ik zal goed voor je zorgen, dat beloof ik.” Zei ze vervolgens zachtjes..
|
|
| | | Maurim Kosorukov- Class 2
- Aantal berichten : 417
Character Profile Alias: K9 (WolfyBoy) Age: 17 Occupation:
| Onderwerp: Re: Can we pretend that airplanes in the nightsky are like shooting stars? vr maa 20, 2015 4:20 pm | |
| Chapter IX: Deja vu Het eten had hem al snel iets meer energie gegeven, meer kracht dan de afgelopen dagen. Het was niet veel geweest, maar hij zat nu al vol, hoewel hij dat best vreemd vond. Zijn laatste maaltijd was al drie dagen geleden, hij had ergens gedacht dat hij meer honger zou hebben dan dit. Maar langs de andere kant was het ook logisch, hij had in al die tijd zo weinig gegeten dat hij gewoon sneller vol zat. Het was zeker een goede zaak dat hij de band rond zijn neus kwijt was, al zou hij best wel meer moeite hebben dan anders als het zou aankomen op jagen. Misschien zou het beter zijn als hij hier nog even bleef. Besides, ze had ergens wel al een beetje bewezen dat ze hem niet ging aanvallen, momenteel zat ze gewoon stil voor zich uit te kijken op het trapje voor de deur. Ze had nog geen één keer uitgehaald, of hem pijn gedaan. Waarom kon hij het gewoon niet proberen, om haar te vertrouwen? Ze had er moeite voor gedaan, ze had voor hèm moeite gedaan. Waarom zou hij dan niet een beetje moeite doen voor haar? Het was duidelijk dat ze hem echt graag wou helpen, dus waarom zou hij haar hulp blijven afwijzen? Nog altijd op zijn hoede was hij dichterbij gegaan, was op een afstandje van haar gaan zitten. Toen hij zachtjes gejankt had, draaide ze haar hoofd naar hem en ontmoette zijn blik. Deze keer draaide hij zijn kop niet weg en sloeg hij zijn ogen ook niet neer. Haar ogen deden hem opnieuw denken aan iemand, maar de klik bleef uit. Het was gewoon te lang geleden, alsof het uit een vorig leven kwam. ”Was dat lekker?” Vroeg ze, en heel even wou hij instemmend blaffen. In plaats daarvan sloeg hij simpelweg zachtjes met zijn staart heen en weer. Hij wist niet zeker of ze het zou zien, maar toch. Zijn aandacht werd getrokken door een dikke spin, die via de muur naar beneden kroop. Het kleine beestje liep op de jonge vrouw op, en die schrok helemaal niet. Meer nog, de spin kroop gewoon via haar hand richting haar schouder, alsof het de normaalste zaak van de wereld was. En op dat moment kreeg hij eindelijk die verdomde klik. Met zijn ogen volgde hij de spin, maar zijn gedachten zaten ver in het verleden. Een ziekenhuiskamer, een tv die een documentaire speelde. Een meisje in een bed, een jongen op een stoel ernaast. Een dikke wolfspin die via de arm van de jongen naar boven kroop. Zijn arm, zijn schouder, haar spin, Esfir. Grace. Het trof hem bijna net zo hard als een shock van zijn halsband, al kromp hij nu niet ineen van de pijn. Met veel moeite probeerde hij het zich te realiseren, nadat hij het eerst voor zichzelf had zitten ontkennen. Maar wie kon het anders zijn? Leven in een huisje in het bos was precies wat alleen zij zou doen, tussen de dieren en haar geliefde insecten, ver van alles wat met mensen te maken had vandaan. Het toeval was zo groot, maar diep vanbinnen wist hij dat dit juist voorbestemd was. Hij geloofde diep in het feit dat zijn ouders en zijn opa nog altijd voor hem zorgden, en het kon in zijn ogen ook niet anders dat zij de reden waren dat hij hier was gestopt en niet eerder. Hij had haar herkend, maar zij hem natuurlijk niet. Hoe kon het ook? Hij zag er niet uit.. En toch was ze zo lief, zo behulpzaam. ”Ik snap het als je niet binnen wil komen, maar ik kan je helpen.. Ik kan je beter maken. Dus wil je me alsjeblieft een kans geven om je beter te maken?” Zei ze, en nu hij wist dat het Grace was die hem aansprak, was hij geneigd om het te geloven. Nu zat hij alleen maar met het dilemma of hij haar zou duidelijk maken dat hij het was of niet.. Daar zou hij nog even goed over moeten nadenken, al zou hij haar nu wel makkelijker toelaten om hem te helpen. ”Alsjeblieft? Ik zal goed voor je zorgen, dat beloof ik.” Vervolgde ze, nadat ze een deur had open gedaan naar een kamer die vlak bij de voordeur lag. Met een nieuw zuchtje stond hij op. Hij wou wel naar binnen, maar hij wou niet dat ze de deur dicht deed.. Hij had geen zin om opgesloten te zitten, ook niet in haar huis. Maargoed, zonder al te veel te aarzelen liep hij de laatste afstand tussen hen, en liep langs haar heen naar binnen, al bleef hij wel dicht in de buurt van de deur. De zenuwen speelden weer op, en hij drukte zichzelf wat tegen de muur aan. Zijn blik gleed door de kamer, er stond niet veel in, behalve een bed en een paar kasten en een of ander nachttafeltje. Hij nam het allemaal goed in zich op, was al blij met het grote raam dat voldoende licht naar binnen liet. Met een klein beetje nieuwsgierigheid keek hij Grace aan en stapte toen op het raam af. Hij zette zijn voorpoten op de vensterbank en drukte even zijn neus tegen het glas aan. Ondertussen nam hij het besluit.. Hij zou haar kleine hints geven, net zoals hij de kleine hints bij elkaar had moeten zoeken en de klik had moeten maken. Daarom blies hij even zijn adem tegen het venster, dat meteen aansloeg tegen het koude glas. Hij tekende er een random lijntje in, iets wat hij vroeger zo vaak had gedaan als hij zich verveelde. Daarna liet hij zich weer op de grond zakken en keek haar opnieuw afwachtend aan, aangezien hij nu niet veel meer kon doen dan wachten tot zij actie zou ondernemen.
Laatst aangepast door Maurim Kosorukov op zo maa 22, 2015 11:28 pm; in totaal 2 keer bewerkt |
| | | Grace Manthey- Class 2
- Aantal berichten : 317
Character Profile Alias: Bugs Age: 17 Occupation:
| Onderwerp: Re: Can we pretend that airplanes in the nightsky are like shooting stars? za maa 21, 2015 9:23 pm | |
| Hope is a breeze that brings me back to dry land Where the flowers grow | Ze was echt blij dat de wolf nog wat durfde te eten en zo toch ook wat dichter naar haar toe durfde te komen uit eigen bewegingen, en niet dat Grace dichter naar hem toe hoefde te kruipen. Sowieso was het waarschijnlijk al veel geluk dat ze hem naar het huis toe had kunnen leiden. Het was duidelijk dat er niet lief was gehandeld met deze wolf en gezien de halsband en de band die hij om zijn bek had gehad door mensen, waardoor Grace kon begrijpen dat het beestje zijn vertrouwen in de mensheid was verloren. Hij was niet de enige, Grace die zelf ook een hekel had aan mensen was zelf ook vaak genoeg pijn gedaan door hun soort, of eigenlijk haar eigen soort al was hierdoor Grace eigenlijk beschaamd. Het was er nadat ze van het eiland af was gekomen niet beter op geworden, maar Grace had ook niet meer de moeite gedaan zichzelf ertegen te verdedigen. Ze was een zwakker persoon geworden, sommige dingen hadden diepe sneeën in haar hart achtergelaten die nog steeds niet geheeld waren. De wreedheden van mensen had over haar heen laten komen zonder tegenspraak, omdat ze er misschien toch om gaf niet in een slecht mens te veranderen die hetzelfde bij haar eigen aan zou doen zoals hun deden. Ze wilde een beter persoon worden en vergat daarbij dat het soms ook toegestaan was om terug te vechten wanneer iemand haar onrecht aandeed. Het was een oude vrouw die zich besloot over haar te ontfermen en die haar mening begreep en deelde, niet geheel maar dat kon Grace haar niet verwijten, ze had niet de dingen meegemaakt die ze zelf had meegemaakt en Grace had ze ook nooit met de vrouw gedeeld. Nu kon ze de vrouw ook nog eens heel dankbaar zijn voor het verkopen van haar huis aan haar, want het huis was het enige wat haar echt gelukkig maakte. Het was stil, ver weg van mensen en stond in een bos waarin vele diersoorten leefden.
De wolf kon haar dus zeker vertrouwen, want voor lang gaf Grace alleen nog maar om de zielen van dieren, niet meer om die van mensen tenzij ze haar ervan wisten te overtuigen dat ze anders waren, zoals de vrouw en haar oude vriend Maurim waarvan ze al een hele lange tijd niets meer had gehoord. Hij, de oude vrouw en nog een paar mensen van het eiland waren de enige waarvan Grace ook oprecht hoopte dat ze het goed hadden. Wanneer de wolf hierom vroeg door zachtjes even te janken keek ze hem weer aan en bleef ze hem aankijken met haar blauwe ogen in zijn bruine wolven ogen. Hij keek niet weg, wat betekende dat hij ook niet meer bang voor haar was? Hij durfde haar in de ogen aan te kijken en dat was waarschijnlijk ook een goed teken, right? Gelijk merkte ze ook hoe ook een spin hun gezelschap kwam bieden en die liet ze meteen op haar hand om hem zo naar haar schouder te laten lopen waar hij bleef zitten. De spin leek op Esfir maar kon haar natuurlijk nooit vervangen, wel had ze daardoor een speciale plek in haar hart zoals eigenlijk elke spin in het huis wel, en dat waren veel. Allemaal waren ze verschillen van karakter en hadden ze hele mooie dingen. Met de spin op haar schouder stond ze op en liep ze naar binnen waar ze weer ging zitten om hem verder naar binnen te lokken en smeekte hem bijna met lieve woorden en een lieve stem om haar toe te staan hem te helpen. Hij zou het vast niet begrijpen maar misschien toch ook wel door de vriendelijke en warme stem van Grace die hem ook daadwerkelijk wilde helpen.
Ze maakte de deur naar de logeerkamer al open - waar niemand ooit in sliep maar Grace had niet veel aan het huis gedaan wanneer ze het gekregen had, dat was voor haar niet nodig geweest want ze was tevreden met alleen het huis - zodat hij daar naar binnen kon lopen als hij dat wilde. Wat aarzelend kwam de wolf op haar af en het was aan haar gezicht af te lezen dat ze hier heel gelukkig van werd, dat wolf toch naar binnen durfde te komen. Uit respect voor het beestje liet ze alle duren openstaan, zolang de slaapkamer deur maar dicht was zodat het daar niet al te koud zou worden had ze het ervoor over, al had ze natuurlijk ook veel goede dekens van schapenwol in de kast liggen. Ze volgde de wolf die de kamer binnen kwam maar van de zenuwen wel tegen de muur aan bleef staan. ”Ik zal de deuren open laten staan, als je dat liever hebt.” Zei ze nog eventjes zachtjes waarbij vreugde in haar stem te horen was. Hij liep keek haar even aan en liet naar het raam toe waarbij hij zijn poten op de vensterbank zette en naar buiten keek. Ze bleef haar blik op hem gericht houden wanneer hij uitblies met zijn neus tegen het glas en hier een lijntje in trok. Kort keek hem wat verward aan, wist niet zeker of het iets moest betekenen of het gewoon normaal was, iets dat de wolf onbewust deed. Opnieuw keek hij haar aan en besloot Grace nu op te gaan staan om de mand van Tara uit de woonkamer te gaan halen, en deze lekker knus te maken voor de wolf. Het bed was namelijk best wel hoog en niet meer van het beste kwaliteit, ze was bang dat het misschien ooit zou doorbreken. Kalm liep ze eventjes weg en kwam ze terug met de grote mand waarin ze wolf makkelijk moest passen, want voor Tara was die sowieso veel te groot. Ze zette deze neer in de kamer en zonder al te veel geluid erbij te maken. Uit de kasten die er stonden haalde ze nog wat meer wollen dekens en legde deze in de mand neer. Met een glimlach keek ze naar het resultaat van de mand en was er zelf wel heel tevreden op. ”Zo, hier kun je in slapen, als je dat wilt? Natuurlijk mag je ook op de grond slapen maar ik weet niet of dat wel erg comfortabel is op deze oude houten planken.” Zei ze tegen de wolf waarnaar ze zelf eerst in de mand ging zitten om hem te laten zien dat het niet gevaarlijk was. ”Zie je? Perfect plekje om te slapen.” Vervolgde ze met een glimlach terwijl ze nog eventjes de wolf aan bleef kijken. Terwijl ze in de kamer was geweest om de mand te pakken had ze ook meteen een klein zakmesje gepakt om de andere band los te maken en een tube zalf voor zijn wonden. Ze bleef voorzichtig met het mesje, liet het mes eerst nog niet zien, alleen de houder waarin het verstopt was. ”Ik wil je graag helpen met die andere halsband maar dan moet je me wel vertrouwen, oke? Ik zal je geen pijn doen, dat beloof ik.” Zei ze zachtjes in de hoop dat de wolf weer dichterbij zou komen om misschien bij haar in de mand te komen liggen, waardoor Grace stiekem het mes naar buiten kon halen om het uit zijn zicht te houden en de halsband los te snijden. Ze liet de houten houder aan de wolf zien om te laten zien dat het niet eng was, en hield het in haar hand. Wachtend op de wolf om in beweging te komen..
|
|
| | | Maurim Kosorukov- Class 2
- Aantal berichten : 417
Character Profile Alias: K9 (WolfyBoy) Age: 17 Occupation:
| Onderwerp: Re: Can we pretend that airplanes in the nightsky are like shooting stars? za maa 21, 2015 11:20 pm | |
| Chapter X: Take shelter Het besef dat dit echt wel Grace was, had hem ergens wel getroffen. Hoe had dit ooit kunnen gebeuren? Wat zou ze niet van hem denken.. Voor hij vertrokken was naar Rusland had hij nog even kort met haar gebeld. Ze hielden nog wel contact, maar dat was de afgelopen twee jaar dus stil gevallen, aangezien hij geen mens meer was geweest sinds die dag bij de blokhut van zijn opa. Misschien dacht ze wel dat hij haar vergeten was, of dat hij boos op haar was of dat hij haar uit zijn leven had gezet. Of misschien was ze hem al lang vergeten, was zij boos op hem omdat hij het contact verbroken had. Misschien had ze hem wel proberen te bereiken, maar had hij nooit opgenomen. Het maakte de situatie ergens ingewikkelder, maar ook makkelijker. Nu hij wist dat zij het was, durfde hij sneller te doen wat ze vroeg in plaats van bang te zijn dat ze hem alsnog pijn zou doen of wat dan ook. Langzaam was hij de kamer binnen gelopen, toch wel zenuwachtiger dan hij zou laten zien. Hij wou niet dat ze de deur sloot, wou zich niet opgesloten voelen. Dat gevoel maakte de ergste dingen in hem los en hij wou haar niet per ongeluk pijn doen omdat hij de controle over zijn zelfbeheersing verloor. Alsof ze zijn gedachten kon lezen, of toch wel meer van zijn lichaamstaal begon te snappen, stelde ze hem gerust dat ze de deuren niet zou dicht doen. Daarom durfde hij de kamer iets verder in te gaan, inspecteerde hij even het raam. Op dat moment liet hij ook zijn eerste hint achter, door een lijntje te trekken, iets wat ze hem sowieso wel al vaker had zien doen. Met een afwachtende blik keek hij haar toen aan, zich af vragend wat ze nu van hem zou verwachten. Ze liep de kamer uit en kwam ineens terug met een grote mand, wat hij herkende als een slaapmand voor honden. Right, ze had een hond, die had hij daarnet al geroken. Ze zette de mand neer, en al die tijd bleef hij stil zitten en volgde hij haar met zijn ogen. Ze vulde de mand met wat wollen dekens en keek toen tevreden naar het ding. ”Zo, hier kun je in slapen, als je dat wilt? Natuurlijk mag je ook op de grond slapen maar ik weet niet of dat wel erg comfortabel is op deze oude houten planken.” Zei ze toen, waarna ze zelf in de mand ging zitten. Het zag er inderdaad wel comfortabeler uit dan de houten planken, maar na al die jaren was hij het gewend om te slapen op de meest onmogelijke plekken. Meestal met de pijn van zijn trainingen nog genoeg aanwezig om voor heel wat ongemakken te zorgen. ”Ik wil je graag helpen met die andere halsband maar dan moet je me wel vertrouwen, oke? Ik zal je geen pijn doen, dat beloof ik.” Zei ze toen zachtjes, maar ze bleef waar ze was. Right, ze verwachtte dat hij weer naar haar toe zou komen. Hij wist niet hoe ze het zou doen, de andere halsband losmaken, maar het was duidelijk dat ze er iets voor ging gebruiken. Ze hield een houten handvat vast, al zag hij geen mes of wat dan ook. Het duurde opnieuw een paar minuten, maar uiteindelijk stond hij terug op en liep hij naar haar toe, zijn kop nog steeds laag maar zijn staart al niet meer zo angstig tegen zijn poten gedrukt. En daar kwam de volgende hint. Op het eiland had hij vaak genoeg in een mand of op een dik kussen geslapen, sliep zo liever dan als mens in een gewoon bed. Bij de rand bleef hij even staan, drukte met zijn neus even tegen de dekens en haalde ze toen een beetje door elkaar, alsof hij zijn dekens goed zou trekken als hij in zijn mensenvorm was geweest. Daarna plaatste hij heel voorzichtig zijn voorpoten in de mand, gevolgd door zijn achterpoten. Hij raakte met zijn flank haar schouder, maar trok zich niet terug. Hij trappelde even met zijn poten, ging toen langzaam liggen en verstopte zijn neus onder zijn voorpoten, waarna hij haar opnieuw aankeek. Deze keer zou ze het misschien wel door hebben, al wist hij het niet zeker, maar daar zou hij snel genoeg achter komen.
Laatst aangepast door Maurim Kosorukov op zo maa 22, 2015 11:28 pm; in totaal 2 keer bewerkt |
| | | Gesponsorde inhoud
| Onderwerp: Re: Can we pretend that airplanes in the nightsky are like shooting stars? | |
| |
| | | |
Soortgelijke onderwerpen | |
|
| Permissies van dit forum: | Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
| |
| |
| |
|